inzicht
#16
E E N I N I T I AT I E F VA N E R N ST & YO U N G I N S A M E N W E R K I N G M E T D E T I J D E N L’ EC H O l 2 3 S E PT E M B E R 2 01 1
DUURZAAMHEID IS WINSTGEVEND VOOR IEDEREEN Interview met Jan Peter Balkenende, Rudi Braes en Harry Everaerts 2-3 I-MOVE STIMULEERT INNOVATIE Pilootproject rond elektrische wagens
4
FISCAAL KADER VOLDOET NIET Introductie van elektrische wagens
5
CASH FLOW, LOCATIE EN DUURZAAMHEID PRIMEREN Bedrijven hebben nood aan CR-beleid 6 GEÏNTEGREERD RAPPORTEREN Hoe pakt u dat aan?
7
Vragen over deze problematiek? Wilt u dit dossier ook online raadplegen? www.tijd.be/inzicht
Van shareholder value naar stakeholder values
In tijden van economische onzekerheid zien we fundamentele wijzigingen in de structuren van onze maatschappij. De opkomst van nieuwe duurzaamheidsstrategieën met aandacht ook voor mens en milieu. Maar vooral: nieuwe vormen van samenwerking om maatschappelijke uitdagingen te tackelen via innovatieve producten en diensten die winst brengen voor onderneming én maatschappij. Ook Ernst & Young gelooft in dat geïntegreerde zakenmodel. Het aantrekken van de Nederlandse ex-premier Jan Peter Balkenende bevestigt Ernst & Young’s overtuiging in de kracht van een samenwerking tussen bedrijven en overheden, maar ook met ngo’s en tal van andere maatschappelijke stakeholders om samen de maatschappelijke uitdagingen succesvol aan te pakken. Een mooi voorbeeld van dat maatschappelijk geïntegreerde model is het project iMOVE. Onder leiding van Umicore verzamelen 19 partners uit verschillende kennisinstellingen en bedrijven zich om op grote schaal het gebruik van elektrische voertuigen uit te testen. Hoe kunnen bedrijven van start gaan met dat nieuwe, geïntegreerde zakenmodel? Belangrijke aspecten zijn onder meer duurzaam omgaan met het bedrijfsvastgoed, verantwoord omspringen met de supply chain, engagementen nemen om de CO2-uitstoot terug te dringen, en een geïntegreerd verslag publiceren waarin financiële resultaten en sociale en milieuprestaties transparant worden voor alle betrokken partijen. Kortom: om winst met maatschappelijke zin te realiseren is een nieuw soort zakenmodel nodig.
2
CORPORATE RESPONSABILITY
EDITORIAAL
VAN SHAREHOLDER VALUE NAAR STAKEHOLDER VALUES
Geen weg terug De wereld verandert, en dat lijkt de enige constante in deze 21ste eeuw. Veranderingen gaan bovendien steeds sneller en worden complexer. Alleen door telkens opnieuw in te spelen op de veranderde omgeving kan een organisatie overleven. In crisistijd is wendbaarheid dan ook cruciaal. Inspelen op duurzaamheid hoort daar zeker bij. Ik ben ervan overtuigd dat ondernemingen die dat ernstig nemen, betere prestaties neerzetten. Er is ook geen alternatief. Winst maken staat niet meer alleen voorop. Het nieuwe model is een samenspel van economische, sociale en ecologische aspecten. Om die maatschappelijke uitdagingen het hoofd te bieden, zijn nieuwe denkpatronen en oplossingen nodig. Bij Ernst & Young geven we dat concreet vorm aan de hand van onze corporate responsibility-strategie. Die is opgebouwd rond de 4 E's: employees, environment, entrepreneurship en community engagement. Er zijn vandaag verschillende manieren om aan corporate responsibility te doen. Afhankelijk van het maturiteitsniveau zal het een andere plaats innemen in de organisatie. Maar de kern is alleszins een evolutie naar een geïntegreerd businessmodel. Dat betekent dat investeerders behalve voor financiële resultaten ook steeds meer aandacht hebben voor milieu- en sociale performantie. Net door het integreren van die domeinen wordt een nieuwe dynamiek gecreëerd, die bovenal innovatie met zich meebrengt. Innovatie in denken en in systemen, maar ook in producten, diensten en nieuwe markten. Maar nog niet alle organisaties zijn actief in duurzaamheid. Het is voor ons dagelijks een uitdaging om de duurzaamheidswinst voor elke sector en elke organisatie onder de loep te nemen. We hebben nog een weg te gaan, maar geloven rotsvast in een duurzame toekomst. Voor Ernst & Young en al onze stakeholders. Deze mindset behoort voorgoed tot het DNA van onze onderneming. Rudi Braes, Managing Partner Ernst & Young België
COLOFON Een initiatief van Ernst & Young Hugo Andries, director Ernst & Young Tax Consultants Lucien De Busscher, vennoot Ernst & Young Advisory Renate Degrave, senior manager Ernst & Young Climate Change en Sustainability Services Tristan Dhondt, vennoot Ernst & Young Transaction Advisory Services Harry Everaerts, vennoot Ernst & Young Sustainability Services Philippe Lessage manager Ernst & Young Tax Consultants Ghislain Vanfraechem, director facilities Ernst & Young Verantwoordelijke uitgever : Marc Cosaert, vennoot Ernst & Young Transaction Advisory Services www.ey.com/be Volg Ernst & Young op Twitter: Twitter.com/EYBelgium Tel. : 02 774 91 11
BIJLAGEi.s.m.ERNST&YOUNG
Een realisatie van : Mediafin Publishing Coördinatie : Veronique Soetaert Redactie : Mediafin Lay-out : Björn De Greef Fotograaf : Wim Kempenaers Emy Elleboog Uitgever : Dieter Haerens Info?
[email protected]
Duurzaamheid is winstgevend voor iedereen Ernst & Young trekt voluit de kaart van Corporate Responsibility. Jan Peter Balkenende, vennoot Ernst & Young en hoogleraar governance aan de Erasmus Universiteit Rotterdam, werd aangetrokken om als missionaris het maatschappelijk verantwoord ondernemen zowel intern en extern te promoten. Deze mindset behoort voorgoed tot het DNA van het bedrijf, zo getuigen ook Rudi Braes, Managing Partner Ernst & Young Belgium en Harry Everaerts, Sustainability Leader Ernst & Young Belgium.
Vanwaar uw focus op maatschappelijk verantwoord ondernemen? Balkenende: In deze tijden van economische onzekerheid zie ik een aantal fundamentele wijzigingen in de structuren van onze maatschappij. Nieuwe allianties en samenwerkingsvormen duiken op. Er wordt steeds meer op partnerships gemikt, met een duidelijkere focus en een grotere nood om echte keuzes te maken. Ondernemingen focussen steeds vaker op innovatieve, duurzame strategieën die getuigen van betrokkenheid in de maatschappij en internationale focus. CR is niet meer iets dat van buiten komt, maar een echte business drijver. Ik zie ook een nieuw soort leiderschap dat veel meer geënt is op het betrekken van de maatschappij in het besluitvormingsproces. Braes: Het is heel belangrijk dat een organisatie zeer wendbaar is en steeds opnieuw inspeelt op haar veranderende omgeving. Duurzaamheid hoort daar zeker bij. Ik ben ervan overtuigd dat bedrijven die dat vandaag ernstig nemen, betere prestaties zullen neerzetten. Er is ook geen alternatief: binnen niet afzienbare tijd zijn we met 9 miljard op deze planeet en zijn er nieuwe innovatieve oplossingen nodig. Gelukkig beweegt er heel wat: ik ontmoet steeds meer CEO's die beseffen dat ze een grote verantwoordelijkheid hebben. Het gaat niet meer alleen maar over winst maken op korte termijn. Het nieuwe model is er één van integratie van economische, sociale en ecologische aspecten. CR vormt meer en meer de motor van de ondernemingsstrategie en is een fundamenteel onderdeel van de visie die bedrijven uitdragen. Everaerts: De interesse van de stakeholders in duurzaamheid is daar niet vreemd aan. Bij rekruteringsgesprekken vragen jonge mensen ons steeds vaker wat we voor de maatschappij te betekenen hebben, terwijl het vroeger vaak vooral om het loon ging. Leveranciers willen van ons weten of we ons kunnen inschakelen in hun duurzame waardeketen en klanten doen hetzelfde. Het hele speelveld is aan het bewegen, en het gaat zeer snel. Ernst & Young heeft daarom ervoor gekozen hier een voortrekkersrol in te spelen. Hoe maakt u binnen Ernst &Young werk van Corporate Responsibility? Balkenende: We willen de CR-gedachte uitdragen naar àl onze stakeholders. Vandaag maken we werk van een nieuwe generatie Ernst & Young Entrepreneurs. Die moeten ondernemingen en organisaties – vandaag en in de toekomst - begeleiden in de concrete transformatie op weg naar duurzame geïntegreerde ondernemingsmodellen, die duurzame winst brengen voor zichzelf en de omgeving. Dat is wat Creating Shared Value voor ons betekent: een duurzame win-win voor de organisatie én voor de omgeving. Braes: Corporate Responsibility is een beleving van elke dag. Daarom hebben we het duurzame gedachtegoed in onze waarden verankerd: niet alleen integriteit, respect en teaming, maar ook enthousiasme, energie, leiderschap en relaties ontwikkelen, gebaseerd op het juiste doen. Integratie is het sleutelwoord. Loze woorden volstaan niet langer. Om een win-win situatie te creëren voor bedrijf en maatschappij, is een
nieuw zakenmodel nodig. Daartoe moet duurzaamheid in de bedrijfsstrategie verankerd worden. Everaerts: We geven onze Corporate Responsibility-strategie intern én naar buiten toe concreet vorm aan de hand van het 4 Emodel. Daarbij wordt er gefocust op de interactie tussen Employees, Environment, Entrepreneurship en Community Engagement. Rond elke van deze vier pijlers hebben we specifieke targets vastgelegd. Zo engageren we ons voor de peiler Environment om de CO2-uitstoot van ons wagenpark
Het nieuwe zakenmodel integreert economische, sociale en ecologische aspecten. Jan Peter Balkenende, Vennoot Ernst & Young Hoogleraar Erasmus universiteit Rotterdam
BIJLAGEi.s.m.ERNST&YOUNG
3
CORPORATE RESPONSABILITY
10 PERFORMANTIE INDICATOREN VOOR CR Om een strategie gebaseerd op Corporate Responsibility operationeel te maken, is het nodig om naast financiële ook duurzaamheids-targets vast te leggen. Daarbij kan u gebruik maken van deze lijst met tien vaak gebruikte performantieindicatoren of KPI's:
Milieu
• Uitstoot van CO2 • Waterverbruik • Papierverbruik • Totaal energieverbruik • Aandeel groene energie in verbruik
Sociaal
• Trainingsuren per medewerker • Verdeling man-vrouw in alle
Ernst & Young: Rudi Braes
Ernst & Young: Jan Peter Balkenende
Ernst & Young: Harry Everaerts
bedrijfsgeledingen • Employee retention rate • Frequentie en ernst van eventuele arbeidsongevallen • Aantal uren die medewerkers vrijmaken voor community engagement tijdens de werkuren
FOTO : WIM KEMPENAERS
tegen 2015 verder te verminderen met 20% tegenover het referentiejaar in 2008, terwijl het momenteel al 20% lager ligt dan het Belgisch gemiddelde. Dat willen we realiseren door onder andere er voor te zorgen dat over drie jaar een kwart van onze autovloot elektrisch rijdt. We delen onze ervaring graag met anderen en onze lidmaatschappen bij organisaties die Corporate Responsibility actief promoten zoals Business & Society en Kauri, zijn daar dan ook niet vreemd aan. Wat begrijpt u onder Creating Shared Value, en wat is de link met CR? Balkenende: De oplossingen van de nieuwe maatschappelijke problemen zijn vaak complex. Denk maar aan de problemen rond klimaatsverandering of aan de snelheid van technologische ontwikkelingen. Een onderneming kan dat niet allemaal alleen aan. Daarom is het cruciaal om te gaan samenwerken met specialisten, technologie-experten, onderzoekscentra, en allerlei andere actoren die hun kennis samenbrengen om een oplossing te bieden op deze maatschappelijke uitdagingen. Creating Shared Value gaat dus om gedeelde waardecreatie en dus winst: voor de maatschappij én de onderneming.
Ernst & Young heeft ervoor gekozen een voortrekkersrol te spelen op het vlak van Corporate Responsibility. Harry Everaerts, Vennoot Ernst & Young
Instappen Hoe kunnen bedrijven instappen in CSR? Everaerts: Ernst & Young heeft, gebaseerd op ondertussen meer dan een decennium praktijkervaring in de markt, een CR-groeimodel ontwikkeld. Dit model is gebaseerd op 5 stadia die organisaties doorlopen in de ontwikkeling naar een excellent, geïntegreerd, duurzaam ondernemerschap, van 'awareness’ omtrent duurzaamheid, strategiebepaling, inbedding in de dagdagelijkse activiteiten, externe communicatie en tenslotte de toegevoegde waarde van de verificatie van een geïntegreerd financieel- en duurzaamheidsverslag. We begeleiden onze klanten door alle geledingen van dat stappenplan. De focus ligt daarbij voornamelijk op de integratie van de duurzaamheidstrategie met de bredere strategie van de onderneming. Hoe kunnen Corporate Responsibility en innovatie samengaan? Balkenende: Vandaag zien we heel duidelijk een evolutie naar een geïntegreerd business model. Dat betekent dat naast financiële resultaten, investeerders ook steeds meer aandacht hebben voor milieu- en sociale performantie van organisaties. Net door het samenbrengen van deze drie domeinen wordt een nieuwe dynamiek gecreëerd, die bovenal innovatie met zich meebrengt. Innovatie in denken, innovatie in systemen, maar ook in producten, diensten en nieuwe markten. Een mooi voorbeeld vinden we in de energie- en vastgoedmarkt: door de stijgende energiekost wordt het in de toekomst belangrijk om woningen energie-onafhankelijker te maken. Zo zie je bijvoorbeeld nieuwe allianties ontstaan tussen hernieuwbare energie-spelers en vastgoedbedrijven.
Hoe valt duurzaamheid te combineren met winstgevendheid? Braes: Duurzaamheid kan winstgevend zijn voor iedereen. Om in de vastgoedmarkt te blijven: vandaag leven wereldwijd miljarden mensen in onhygiënische, slechte woningen. In België is het aankopen van een woning vandaag voor velen een onhaalbaar verhaal. Die markt voor lagere-kost-woningbouw wordt maar liefst op 424 miljard dollar ingeschat. Als je openstaat om op de innovatieve manier zaken te doen, zijn er dus duidelijk mogelijkheden te over.
Everaerts: Deze winstgevendheid is er ook voor Ernst & Young. We verdienen onder meer ons brood met het begeleiden van organisaties naar meer duurzame organisatiemodellen. Dat gaat van het ondersteunen in de opbouw van lange-termijnrelaties met hun stakeholders, door het uitvoeren van controles op zowel financiële als niet-financiële data, over het adviseren in de analyse en verduurzaming van hun supplychain tot het ondersteunen met fiscaal- en subsidieadvies in bijvoorbeeld hernieuwbare energieoplossingen of het begeleiden van organisaties in de opbouw en beheer van hun assets – van duurzaam kapitaal tot green buildings, van verantwoorde investeringen tot acquisities die leiden tot nieuwe jobs, kansen, en opportuniteiten voor bedrijf en samenleving. Zijn de klanten van E&Y daar klaar voor? Braes: Steeds meer. Onze grootste CR-klanten vandaag zijn internationale spelers uit de chemische sector, de energiesector, de telecomsector en de retail. Voorts zien we ook een stijgende vraag naar ondersteuning in duurzaamheid in de KMO-markt. KMO’s en familieondernemingen staan als
geen ander voor zakendoen met waarden en lange termijn visie. Als belangrijke schakel in andere wereldwijde supply chains zijn de industrie-gedreven KMO’s in ons land op deze manier actief betrokken in een verduurzaming van de wereldwijde economie. Ten slotte is er ook een stijgende vraag van allerlei overheidsinstellingen. Maar uiteraard hebben we nog een weg te gaan. Overtuiging Meneer Balkenende, wat drijft u om voor Ernst & Young een missionarisrol op te nemen voor de promotie van CR? Balkenende: Het ligt in het verlengde van mijn persoonlijke overtuiging, anders kan je zo'n rol niet waarmaken. Privé heb ik een energiezuinige woning en rijd ik met een hybride wagen. Professioneel werk ik al heel mijn leven aan een betere samenleving waarin je de vraagstukken niet doorschuift naar de volgende generaties. Vroeger deed ik dat in de politiek, vandaag doe ik dat vanuit het perspectief van de private sector. Ik ben enorm gemotiveerd door mijn rol bij Ernst &Young omdat ik weet dat ik mijn overtuiging hier waar kan maken.
Wat is Corporate Responsibility? Everaerts: We zijn een deel van een bredere gemeenschap, en we hebben de verantwoordelijkheid om vandaag in de maatschappij te investeren. Alleen zo kunnen we verzekeren dat we morgen zaken kunnen doen in een context waarin zowel wijzelf als de maatschappij - huidige en toekomstige generaties - kunnen floreren. Dat is voor ons de kern van Corporate Responsibility.
4
CORPORATE RESPONSABILITY
BIJLAGEi.s.m.ERNST&YOUNG
ELEKTRISCHE WAGENS
UMICORE LEIDT PILOOTPROJECT
iMove stimuleert innovatie rond elektrische voertuigen iMOVE is een grootschalig pilootproject waarbij 175 elektrische wagens en 300 oplaadpunten drie jaar lang in dagelijkse gebruiksomstandigheden getest zullen worden. Umicore leidt het project waarbij 19 bedrijven en onderzoeksinstellingen betrokken
How to: stappenplan U denkt aan de introductie van elektrische voertuigen (EV’s) in het wagenpark van uw bedrijf. Maar hoe gaat u daarbij te werk? Een stappenplan helpt u alvast op weg:
1
Ga na of er voldoende draagvlak bestaat bij uw medewerkers voor de introductie van een groen mobiliteitsconcept en de gedragsverandering die daarmee gepaard gaat.
2
Verzorg de interne en externe communicatie rond het introduceren van elektrische voertuigen. Zorg er ook voor dat topmanagement, marketing en HR worden betrokken bij de lancering. Doe een aantrekkelijk aanbod om het gebruik van de EV’s te stimuleren.
zijn, waaronder ook Ernst & Young. Jan Vliegen, Senior Vice-President Future Business
3
for Energy Materials bij Umicore en Sonja Vancrayenest, Director Ernst & Young Subsidia, lichten toe wat iMOVE uniek maakt en wat het belang is van dit project. Wat is de drijfveer achter iMOVE? Vliegen: iMOVE, een project van ongeveer 10 miljoen euro, wordt voor 4 miljoen gesponsord door de Proeftuin Elektrische Voertuigen, een initiatief van Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten om de doorbraak van elektrische wagens in Vlaanderen te versnellen. In iMOVE, één van de grootste pilootprojecten in Europa, gaat het vooral om de praktische toetsing van een aantal technologische innovaties in de domeinen energie en voertuigtechnologie, om een studie naar de 'mindset' van de gebruiker en om een onderzoek naar de opportuniteiten die elektrische voertuigen met zich meebrengen in het kader van duurzame mobiliteit. Op welke praktische vragen moet de studie een antwoord bieden? Vancrayenest: Deze proeftuin dient om de innovatie rond elektrische voertuigen en de maatschappelijke aanvaarding ervan te stimuleren. De focus van het onderzoek binnen iMOVE ligt op 3 thema’s die cruciaal zijn om tot een doorbraak te komen: hernieuwbare energie, nieuwe batterij- en wagentechnologie en mobiliteitsgedrag. Daarbij zal een grote groep werknemers en particulieren 175 elektrische wagens en 300 oplaadpunten, verspreid over heel Vlaanderen, gedurende 3 jaar dagelijks gebruiken. De belangrijkste vragen die aan bod zullen komen zijn de volgende: hoe interageren elektrische voertuigen met slimme elektriciteitsnetten? Hoe kunnen we de oplaadinfrastructuur standaardiseren? Wat is de levensduur en de betrouwbaarheid van de batterijen? Kunnen we ze recycleren? Welke businessmodellen kunnen er ontwikkeld worden? Wat verbruikt een elektrische wagen, wat is zijn actieradius bij verschillende rijstijlen, weers- en wegomstandigheden? Verandert het verplaatsingsgedrag met elektrische wagens en wat is er nodig om mensen te overtuigen de elektrische wagen te accepteren als een volwaardige vervanging van hun huidige fossiel aangedreven voertuigen? Wat is het belang van iMove voor Umicore? Vliegen: Onze traditionele sterkte ligt in kennis van ‘specialty metals'. Die zeldzame metalen spelen een belangrijke rol in heel wat groene technologie. Zowat vier vijfde van ons onderzoeks- en ontwikkelingsbudget van 130 miljoen euro gaat daar naartoe. Daarbij zijn materialen voor oplaadbare batterijen en brandstofcellen één
5
CORPORATE RESPONSABILITY
BIJLAGEi.s.m.ERNST&YOUNG
van de speerpunten. Een aantal elektrische wagens die binnenkort op de markt gaan komen, zullen al Umicore materialen aan boord hebben: 'Umicore Inside' is onze slogan. Concrete kennis en data omtrent een realistisch, alledaags gebruik van een kritische massa aan elektrische voertuigen is voor ons dan ook goud waard. Hoe ziet Umicore zijn rol in de toekomst van de elektrische wagen? Vliegen: Het businessmodel rond de elektrische wagen is nog niet duidelijk. Wat wordt de rol van de traditionele batterijproducenten, wat die van automobielproducenten? Er zitten een heel aantal verschuivingen in die sector, we zien de creatie van een aantal allianties, zoals bijvoorbeeld tussen Volkswagen en Varta, Daimler en Evonik, Bosch en Samsung, en nog vele anderen. Onze ambitie is een sleutelrol in die waardeketen te spelen. Wat zijn daarbij de grootste uitdagingen? Vliegen: Eerst en vooral de kwaliteit en levensduur van de batterijen. Nog meer dan bij gsm's en kleine elektronische toestellen zullen kwaliteit en
betrouwbaarheid cruciale factoren zijn. Batterijen voor elektrische wagens zijn duur –reken tussen 10.000 en 15.000 euroen zullen over een periode van minstens acht jaar volledig betrouwbaar moeten zijn. Alleen enkele grote leveranciers die complexe kwaliteitssystemen aankunnen, kunnen dat waarmaken. Daar wil Umicore bij zijn. Ten tweede zitten we ook al geruime tijd in de recyclagesector. Op het gebied van hergebruik van batterijmaterialen voor elektrische wagens willen we de nummer één zijn.
Wat staat er in de weg voor iedereen elektrisch rijdt? Vancrayenest: Door schaaleconomieën en technische innovaties moeten de batterijen goedkoper en betrouwbaarder worden en dient de actieradius van de wagens vergroot te worden. Er moet tevens een netwerk van oplaadpunten uitgebouwd worden. Maar tenslotte staat of valt het elektrische verhaal met de 'mindset' van de consument. Vliegen: De toekomst van transport zal elektrisch zijn of niet zijn. Maar we zijn optimistisch: tegen 2020 wordt er volgens mij een kritische massa bereikt. Realistisch gezien zal dan 10 à 15 procent van de nieuwe verkochte wagens hybride of volledig elektrisch zijn.
De toekomst van transport zal elektrisch zijn of niet zijn.
Consortium van iMOVE: Belgacom, Delhaize, Electrawinds, Ernst & Young, Flanders’ DRIVE, Fleet&DriverCare, GAPA, Hendriks Groep, IBBT, Infrax, Interparking, Janssen Pharmaceutica, P&V Elektrotechniek, Punch Powertrain, REstore, SPE- Luminus, ThePluginCompany, Umicore en de Vrije Universiteit Brussel.
Jan Vliegen, Senior Vice-President Future Business for Energy Materials Umicore
E-M O B I L I TY B I J E R N ST & YOUNG
De elektrische auto als maatschappelijk statussymbool De keuze voor de introductie van elektrische wagens in de eigen vloot is voor Ernst & Young een logische stap in de systematische vergroening van het wagenpark. Maar het is vooral een hefboom om bij de eigen medewerkers een groene en duurzame ‘mindset’ te creëren. FOTO : EMY ELLEBOOG
Wat is de rol van Ernst & Young in het project? Vancrayenest: Vanuit drie invalshoeken zijn we betrokken in dit project. Vooreerst draagt onze organisatie de gedachte rond Corporate Responsibility (“CR”) hoog in het vaandel en willen we onze maatschappelijke rol opnemen. Duurzame mobiliteit is daar een onderdeel van, waar we al geruime tijd met een hele reeks alternatieven bezig zijn. Instappen in het elektrisch voertuigenverhaal was een logische volgende stap. We willen mede door dit project onze medewerkers overtuigen om op grote schaal elektrisch te rijden. Bovendien hebben we een serviceline om bedrijven naar CSR-implementatie te begeleiden, en zoals steeds geven we graag eerst zelf het voorbeeld. Dat is typisch voor Ernst & Young: intern innovatie stimuleren en die dan uitdragen naar de klant. Het iMOVE project biedt een ideaal forum om diensten te ontwikkelen en uit te testen. Tenslotte nemen we in het project een interne coördinatierol op om de voortgang van het project mee te bewaken en te ondersteunen bij het projectmanagement ervan. Met deze taak hebben we relevante ervaring en expertise via onze serviceline Ernst & Young Subsidia.
De elektrische wagens passen in het kader van een bredere visie op Corporate Responsibility (CR): Ernst & Young wil alle betrokken partijen oproepen om de juiste omgeving te creëren waarin groene innovatie optimaal kan gedijen. Initiatieven om het wagenpark te vergroenen zijn niet nieuw bij Ernst & Young. Cursussen eco-driving, bandenspanningscontroles, de mogelijkheid om vlot te switchen tussen trein en wagen en het plaatsen van 'Safe Driver Care Boxen' hebben het brandstofverbruik al met 10 procent doen dalen. Dat brengt de CO2-uitstoot van
de vloot momenteel al 20 procent lager dan het Belgische gemiddelde. De beslissing om voor een deel van het wagenpark over te schakelen van klassieke brandstof naar elektriciteit is voor Ernst & Young dan ook een logische stap. Om de medewerkers de keuze te laten, wordt een mix ter beschikking gesteld van klassieke wagens, elektrische wagens en openbaar vervoer. Dat initiatief moet de CO2-uitstoot tegen 2015 verder verminderen met nog eens 20 procent tegenover het referentiejaar in 2008. Een andere driver voor het project waren resultaten uit eigen onderzoek. Daaruit is duidelijk gewor-
den dat een groeiend deel van de bevolking vragende partij is voor hybride of zelfs volledig elektrische wagens. De markt is er dus, maar er bestaat nog wat drempelvrees. Ook bedrijven, die een voortrekkersrol zouden kunnen spelen, nemen nog te vaak een afwachtende houding aan. Ernst & Young heeft echter besloten de vicieuze cirkel te doorbreken en resoluut nu al de weg van de groene innovatie te kiezen. Ze doet dit door al haar medewerkers de mogelijkheid te geven te ervaren dat het rijden met een elektrische wagen het rijplezier niet vermindert; integendeel zelfs!
4 5 6
Zorg ervoor dat ook technisch alles in orde is. Voorzie gereserveerde parkeerplaatsen van de nodige laadinfrastructuur. Zorg ervoor dat elk laadpunt voldoende is gezekerd en voorzie de laadpunten met een intelligente teller voor controle van verbruik en gebruik. Verzeker u van de aanwezigheid van voldoende stroomcapaciteit. Verlies ook de fiscale aspecten niet uit het oog. Informeer u over de fiscale aftrekbaarheid, de voordelen in natura en kijk na hoe het zit met de accijnsreglementering bij levering van elektriciteit aan derden. Beperk u in eerste instantie tot het inzetten van EV’s in een pool-car systeem, waarbij de wagens 's nachts in de bedrijfsparking worden opgeladen. Beperk de verplaatsingen initieel tot stadsverkeer, zodat er geen problemen zijn met de lange afstanden of met de autonomie van de elektrische batterij. Als die eerste fase een succes is, kan u gradueel meer EV's introduceren in uw wagenpark.
Fiscaal kader voldoet niet Voor de introductie van elektrische auto’s en de daar bijhorende laadinfrastructuur heeft de politiek een aantal fiscale maatregelen voorzien: voor natuurlijke personen: • belastingkrediet van 30% van de aanschaffingswaarde bij de aankoop van een elektrisch voertuig, met een maximum van € 9.190. • belastingkrediet van 40% van de aanschaffingswaarde bij installatie van een oplaadpunt, met een maximum van € 250. voor ondernemingen: • 120% aftrekbaarheid van de kosten verbonden aan een elektrisch voertuig. • keuze tussen een verhoogde investeringsaftrek van 13,5% voor investeringen in oplaadinfrastructuur of een versnelde afschrijving over 2 jaar. Het is zeer de vraag of dat fiscaal kader voldoende zal zijn om de markt de nodige duw in de rug te geven: • de maatregelen zijn beperkt tot de kalenderjaren 2010 tot 2012, behalve voor de 120% aftrek regel; • het belastingkrediet voor particulieren dekt slechts gedeeltelijk de meerkosten van zo’n voertuig; • de fiscale stimulans voor ondernemingen is beperkt tot de bijkomende aftrek van 20%; • de netto kosten voor een onderneming van het gebruik van een elektrisch voertuig liggen hoger dan die van een hybride voertuig en significant hoger dan de kostprijs van een traditioneel voertuig; • elektrische voertuigen zijn uitgesloten van andere fiscale steunmaatregelen; • het fiscale kader (o.a. accijnsproblematiek) in geval van commerciële uitbating van laadinfrastructuur is nog onduidelijk. Om de invoering van elektrische voertuigen tot een succes te maken, dienen er enerzijds een aantal fiscale aandachtspunten (o.a. accijnsproblematiek) snel uit te worden geklaard en anderzijds de fiscale steunmaatregelen te worden verlengd (natuurlijke personen) c.q. te worden uitgebreid (ondernemingen). Hugo Andries Director Ernst & Young Tax Consultants
[email protected]
Philippe Lesage Manager Ernst & Young Tax Consultants
[email protected]
6
CORPORATE RESPONSABILITY
BIJLAGEi.s.m.ERNST&YOUNG
HEFBOOM VO OR EEN KLEINERE ECOLOGISCHE VOE TA F D RU K
Naar een groene toeleveringsketen De evolutie naar een groene supply chain impliceert een drastische ommekeer in het huidige denken en een bedrijfsoverschrijdende aanpak. Het burning platform voor een grondige efficiëntieverbetering en kostenbeheersing blijft dan ook een noodzakelijke hefboom. Gelukkig maken de technologische vooruitgang, verhoogde efficiëntie en kostenbesparingen de investeringen vaak meer dan de moeite waard. Een groene strategie schept een duidelijk kader ten voordele van de onderlinge verstandhouding tussen de verschillende partners.
Een nieuwe controlesector
VOORDELEN GREEN SUPPLY
Betere leefomgeving Kader om kosten te besparen Efficiëntere processen
I
n de supply chain manifesteren groene initiatieven zich duidelijk op twee aspecten: het distributie- en het aankoopproces. Maar ook onafhankelijke controle is cruciaal om te komen tot een geloofwaardige groene toeleveringsketen. Op distributievlak zijn CPFR-initiatieven (collaborative planning, forecasting and replenishment) een mooi voorbeeld van de implementatie van duurzame strategieën. Verschillende partners die deel uitmaken van eenzelfde keten delen informatie en stemmen hun activiteiten op elkaar af. Dit resulteert in kleinere voorraden, het inperken van het aantal gereden 'empty miles' ('lege kilometers') en een kleinere ecologische voetafdruk. Toch is het niet eenvoudig om zulke samenwerkingsverbanden structureel van de grond te krijgen. Al te vaak primeert het individueel belang boven dat van de keten. Aankoop In het aankoopproces worden duurzame initiatieven vaak aangestuurd door een centrale partner in de keten. Zichtbare ondernemingen staan onder publieke druk om duurzame producten af te leveren, maar de minder zichtbare geledingen van de toeleveringske-
ten ontsnappen daar vaak aan. Bovendien hebben steeds minder bedrijven de gehele keten van aankoop, productie en distributie in handen. Contracten waarbij het product aan bijkomende duurzaamheidscriteria dient te voldoen, kunnen soelaas bieden. In strategische aankoopprogramma’s wordt de interpretatie van duurzaamheid streng vastgelegd. Interpretatieverschillen kunnen immers een negatief effect hebben op het imago van het merkbedrijf en hebben vaak ook negatieve fiscale effecten. Deze initiatieven zijn talrijk en vaak sterk uitgewerkt.
Antwoord op vragen van consument, politiek en belangenorganisaties
Een doordachte toeleveringsketen kan duurzaamheid met winstgevendheid combineren.
Het is een onmogelijke opdracht om de eigen toeleveringsbedrijven zelf te gaan controleren en hoe dieper in de toeleveringsketen, hoe moeilijker de controle. Een effectieve uitvoering van de afspraken rond duurzaamheid kan pas verzekerd zijn door grondige en regelmatige controles. De publieke zichtbaarheid van de duurzaamheidsprogramma’s wordt gelukkig gegarandeerd door onafhankelijke en betrouwbare organisaties die certificaten afleveren na controle. Zulke organisaties investeren bovendien vaak in lokale duurzame, ecologische en ethische initiatieven en vergroten zo het duurzaamheidsengagement van hun commerciële partner. Investeren in het vergroenen van de supply chain levert duidelijk voordelen op verschillende vlakken. Het schetst een kader om kosten te besparen, processen efficiënter te laten verlopen en biedt een antwoord op druk die wordt uitgeoefend door consumenten, politici, belangenorganisaties, drukkingsgroepen en bedrijfsrelaties. Er wordt belang gehecht aan de constructieve bijdrage aan de ontwikkeling van onze leefomgeving. Uiteraard worden groene strategieën steeds afgerekend op hun economische meerwaarde. Maar het combineren van duurzaamheid met winstgevendheid wordt steeds vaker realiteit. Lucien De Busscher Vennoot Ernst & Young Advisory
[email protected]
CASH FLOW, LO CATIE EN DUURZAAMHEID PRIMEREN
Vastgoedstrategie moet globale bedrijfsstrategie ondersteunen Bedrijven kunnen vandaag niet zonder een degelijk CR-beleid. Ook voor vastgoed is een duurzame visie nodig.
CR inzake vastgoed is meer dan groene gebouwen en efficiënt energiebeheer. Er is nood aan een breder kader, waarin rekening gehouden wordt met factoren zoals de invloed van een gebouw op werknemers en cliënten en de impact op de directe en ook ruimere sociale omgeving. Bij het Ernst & Young model zijn Employees, Environment, Community Engagement en Entrepreneurship sleutelwoorden. De vier E's hebben bovendien een impact op de bedrijfsstrategie. Daarbij zijn de kernwoorden Preserving (behouden), Optimising (optimaliseren), Raising (aantrekken) en Investing (investeren). Vastgoed is dé microkosmos die al de bovenstaande factoren bindt. De vier E's Het bedrijfspand is een bepalende factor in het samenwerken (Employees). Een inspirerende omgeving leidt tot meer creativiteit en productiviteit en zo tot een meer duurzame economische groei (Entrepreneurship). Tevens stimuleert zo'n omgeving een duurzame houding met het oog op het belangeloos inzetten van kennis en capaciteiten in de brede maatschappij (Community Engagement). Uiteraard is ook het verminderen van negatieve ecologische impact daarbij cruciaal (Environment).
Strategische impact De 4 E's beïnvloeden de besluitvorming omtrent de strategische inzet van het ondernemingskapitaal en van het vastgoed en vice versa. Actief omgaan met vastgoed bij bedrijven of overheden is nog steeds een onontgonnen gebied. Bovendien fluctueert de marktwaarde van het vastgoed. Een grondige analyse is cruciaal bij het oplossen van liquiditeitsproblemen of in het behouden van een duurzame marktpositie (Preserving). Belangrijk daarbij zijn beslissingen inzake huren versus kopen of leasen, de berekening van het kostenplaatje op de volledige levenscyclus en thema's als sale and lease back, een separate financiering, of het verlagen van lasten door de verhoging van de duurzaamheid van de productieprocessen. Idealiter ondersteunt uw vastgoedstrategie de bredere bedrijfsstrategie (Optimising). Vandaag primeert bij vastgoed niet meer ‘locatie, locatie en locatie’ maar ‘cash flow, locatie en duurzaamheid’. Het uitwerken van een goede business case gestoeld op kwalitatieve duurzame objecten en een onderbouwd business model is essentieel. Denk bijvoorbeeld aan een beslissing rond een efficiënter gebruik van het vloeroppervlak door een
focus op de kernactiviteit. Ook bij een herfinanciering van een onderneming kan vastgoed een grote rol spelen (Raising). Kijk in detail naar de mogelijkheden van de vastgoedportefeuille en onderzoek innovatieve financieringsstructuren. Flexibiliteit bij het aanwenden van vastgoed kan meer duurzame zekerheid voor de belegger creëren en zo de lasten drukken. Uw onderneming bekostigt de kapitaallasten en ingrepen in de vastgoedportefeuille uit de operationele inkomsten (Investing). In deze moeilijke marktomstandigheden vraagt dat om een scherpere kijk naar de terugverdientijd van strategische beslissingen zoals het samenvoegen of afstoten van gebouwen. Houdt u rekening met de wisselwerking van die factoren, dan kan uw vastgoedbeleid een centraal en bindend thema worden in een ander type maatschappelijke ordening, een ander type bedrijfsbeleid, en tenslotte een ander type leiderschap. Tristan Dhondt Vennoot Ernst & Young Transaction Advisory Services
[email protected]
BIJLAGEi.s.m.ERNST&YOUNG
7
CORPORATE RESPONSABILITY
Transparant rapporteren Een recent onderzoek van de Global Reporting Initiative toont aan dat belanghebbenden vooral de belangrijkste milieu-, sociale en economische impact-indicatoren willen zien in duurzaamheidsverslagen (47% van de respondenten). Het belang van het transparant communiceren over milieu- (22%) en sociale issues (21%) weegt bijna meer door dan de financiële impact (17%). De enquête toont één ding in elk geval glashelder: slechts 1% van de respondenten meent dat organisaties enkel over hun financiële resultaten dienen te rapporteren.
V E R S LAG LEGGING OV E R F I N A N C I Ë L E , M I L I E U - E N SOCIALE PRESTAT IES
Geïntegreerd rapporteren: noodzaak en drijfveer Organisaties moeten vandaag niet enkel over hun financiële, maar ook over hun milieu- en sociale prestaties verantwoording afleggen. Dat gebeurt steeds vaker onder vorm van een geïntegreerd verslag. Maar hoe pakt u dat concreet aan?
W
illen we het met onze planeet kunnen redden tot 2050, dan moeten we op een andere manier omgaan met mens en milieu. Geïntegreerd rapporteren kan daar een middel zijn om deze aspiratie te faciliteren. Geïntegreerd rapporteren is niet zomaar het samenbrengen van financiële, sociale en milieuprestaties. Het is een hulpmiddel dat organisaties helpt om focus te brengen in hun financiële- en duurzaamheidstrategieën. Novo Nordisk, een koploper in geïntegreerd rapporteren, meent dat bedrijven geïntegreerd rapporteren niet enkel dienen te gebruiken voor verslaggeving naar de buitenwereld, maar ook om interne managementrapporteringssystemen te transformeren. Dat beïnvloedt op zijn beurt de manier waarop bedrijven beslissingen nemen. En daar draait het om: het stimuleren van een nieuwe vorm van performantiemanagement die de langetermijnstrategie van een onderneming rechtstreeks koppelt aan deugdelijk bestuur en de financiële, sociale en milieuresultaten. Concreet betekent dat de integratie van financiële, sociale en milieuprestaties in één rapport met daarbij evenveel aandacht voor de ‘key’ prestatie-indicatoren, zowel financiële en niet-financiële. Koplopers De nood aan meer transparantie is voor een aantal toonaangevende bedrijven in deze wereld al een tijdje duidelijk. Koplopers in geïntegreerd rapporteren zijn bedrijven zoals Novo Nordisk, Novartis en BASF. Een uniek voorbeeld vinden we dichter bij huis: Havenbedrijf Rotterdam geeft sinds 2010 een geïntegreerd duurzaamheidverslag uit, met daaraan gekoppeld een geïntegreerde externe assurance of verificatieverklaring uitgebracht door Ernst & Young. 5 tips Het International Integrated Reporting Committee (IIRC) werkt actief aan één geïntegreerde rapportering, maar een stabiele standaard is nog niet voor morgen. Het is echter cruciaal om er zich vandaag al op voor te bereiden. Enkele tips:
1.
Focus op materialiteit. Neem de meest materiële informatie in het verslag op; dat is de informatie die de meest significante impact
Het is niet duurzaamheidsverslaggeving op zich, maar geïntegreerd rapporteren dat de verandering en vernieuwing zal brengen die we nodig hebben.
op de omgeving en de maatschappij weergeeft. Uit een Europees onderzoek van Ernst & Young in 2010 bij de top 20 financiële instellingen blijkt dat materialiteit vandaag nog onvoldoende toegepast wordt. Hulpmiddelen zijn interne en externe stakeholderenquêtes en analyses van duurzaamheidsrapporten van sectorgenoten.
2. Start met een afzonderlijk
duurzaamheidsverslag. Laat jezelf toe om te leren. Begin met het publiceren van een afzonderlijk duurzaamheidsverslag alvorens een geïntegreerd verslag te lanceren.
3. Nieuwe media. Door de ex-
International Integrated Reporting Committee Het IIRC werd in augustus 2010 gevormd door het Prince Charles’s Accounting for Sustainability Project en het Global Reporting Initiative. Dit krachtige, internationale platform bestaat uit belanghebbenden uit de bedrijfs- en investeringswereld, maar ook uit expertisedomeinen als audit, veiligheid, regelgevende instellingen, academici en het maatschappelijk middenveld. Een van de belangrijkste doelstellingen van dit comité is een geïntegreerd rapporteringsraamwerk te ontwikkelen.
ponentiële groei van de communicatiekanalen hebben bedrijven vandaag nog weinig controle over de boodschappen die de wereld ingestuurd worden. Daarom is een transparante en eerlijke communicatie van financiële en nietfinanciële resultaten via verschillende kanalen belangrijk. Sociale netwerken en een overvloed aan apps bieden vandaag talrijke nieuwe opportuniteiten om op een eerlijke en frisse manier met belanghebbenden te communiceren.
4.
Aandacht voor stakeholders. We evolueren van de traditionele stakeholders (aandeelhouders, investeerders) naar een grotere en meer diverse groep aan nieuwe belanghebbenden: van overheid, leveranciers en werknemers tot buurtbewoners. Een juiste analyse van de relevante stakeholders en hun verwachtingen, gevolgd door een gerichte dialoog is één van de pijlers van een gezond geïntegreerd verslag.
5. Undress for success. Eerlijke,
open communicatie is nog steeds dé succesformule die klanten en investeerders leidt in hun keuze. Een duurzaamheidsverslag uitgeven dat enkel goed nieuws brengt, is onvoldoende en zal automatisch worden onthaald op kritiek die de geloofwaardigheid van het verslag in het gedrang brengt. Gezonde zelfkritiek is wat bedoeld wordt met de populaire slogan 'undress for succes'.
Uitdagingen De regels van het spel zijn vandaag voorgoed veranderd. Naast de evidente efficiëntie op gebied van kosten - één rapportering in plaats van twee aparte rapporteringen en gebruik van dezelfde rapportering voor zowel interne als externe doeleinden - is een aanpassing aan de nieuwe businessomgeving cruciaal. Om succesvol te zijn in de toekomst, zal het erop aankomen een zakenmodel te ontwikkelen waarbij producten en diensten een antwoord bieden op maatschappelijke noden en dat bovendien de complexe en veranderende omgeving kan weerstaan. De boodschap voor geïntegreerd rapporteren is er dus niet één voor morgen, maar wel al voor vandaag. Immers, het is niet duurzaamheidsverslaggeving op zich, maar wel geïntegreerd rapporteren dat de verandering en vernieuwing zal brengen die we nodig hebben. Renate Degrave Senior Manager Ernst & Young Sustainability Services
[email protected] Harry Everaerts Vennoot Ernst & Young Sustainability Services
[email protected]
© 2011 EYMG Limited
Growing into a new market? Concurreren wordt meer dan ooit een dynamisch gegeven. Maar hoe gaan Belgische bedrijven hier nu best mee om? /
LC 8HHG5LC8< HG: 6E8C8D?9<E 3GE>C. >LC 5E875LC >< ELH GG8C 5LH CLC >< DCL6<9GK><ED < 5<ECEGB3LC <8< 0L6
www.ey.com/be/competing-for-growth twitter.com/EYBelgium