Internetpanel Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Resultaten peiling 29: Topsector Energie December 2014
1. Inleiding Deze nieuwsbrief beschrijft de resultaten van de peiling over subsidieregelingen voor de Topsector Energie. Hiervoor zijn in 2014 meerdere voorlichtingsbijeenkomsten georganiseerd
door Topconsortia voor Kennis en Innovatie (TKI’s) en RVO.nl. 1.1 Onderzoeksopzet en respons De vragenlijst is online uitgezet onder bezoekers van een van de in 2014 georganiseerde voorlichtingsbijeenkomsten over de subsidieregelingen voor de Topsector Energie. Het doel van het onderzoek is om in kaart te brengen of de bezoekers van de voorlichtingsbijeenkomsten uiteindelijk een subsidieaanvraag hebben gedaan. In totaal zijn 731 aanvragers uitgenodigd, van hen hebben er 143 de vragenlijst ingevuld. De respons komt hiermee uit op 20 procent. Voor dit – en ook andere onderzoeken – heeft RVO.nl extra bestanden aangeleverd. Deze zijn ontdubbeld, zodat een respondent voor een onderzoek wordt uitgenodigd. 1.2 Leeswijzer Hoofdstuk 2 behandelt de resultaten: er wordt onder meer ingegaan op de tenders waarvoor subsidie is aangevraagd, en de manieren waarop men dit gedaan heeft.
2.
Resultaten
2.1 Bezoek voorlichtingsbijeenkomst Tabel 2.1 toont de diverse voorlichtingsbijeenkomsten die de respondenten bezocht hebben. Het maximale bezoekersaantal is 26, voor de bijeenkomst over EnerGo en Solar Energy. Deze aantallen geven een indicatie van de respons op meerdere achterliggende vragen, waarbij de aanvragen voor diverse regelingen dieper worden uitgesplitst.
Pagina 1 van 6
Tabel 2.1 Welke voorlichtingsbijeenkomst heeft u bezocht? abs 13 11 8 26 7 22 13 23 20 143
Biobased Economy (BBE) en Groen Gas (16 april) Groen Gas (23 april of 7 mei) Energiebesparing industrie (3 april of 19 juni) EnerGO en Solar Energy (9 april) LNG (17 april) Smart Grids (12 mei) STEM (9 april) Systeemintegratie (23 juni of 8 september) Wind op Zee (1 april) totaal
rel 9% 8% 6% 18% 5% 15% 9% 16% 14% 100%
De responsaantallen zijn te laag om betrouwbare uitspraken te kunnen doen over individuele voorlichtingsbijeenkomsten. Figuur 2.1 geeft het gemiddelde oordeel over het algemene nut van de bijeenkomst, en de duidelijkheid van de verstrekte informatie. In het algemeen zijn de bezoekers positief over de bijeenkomsten: bijna driekwart (72 procent) beoordeelt het nut ervan redelijk tot goed. Negen op de tien (89 procent) is positief over de duidelijkheid van de verstrekte informatie. Figuur 2.1 Oordeel over verstrekte informatie en nut van de bijeenkomsten (n=113)
nut bijeenkomst
32%
duidelijkheid informatie
50%
50%
0% goed
25% redelijk
15%3%
39%
50% matig
75%
8%
100%
slecht
Bij een negatief oordeel (van matig of slecht) is gevraagd om dit toe te lichten. Men vond onder meer dat er te weinig bedrijven op de bijeenkomsten aanwezig waren, maar vooral kennisinstellingen of ‘eenpitters’ die hun eigen product wilden verkopen. Andere kritieken gaan over de informatieverstrekking op de bijeenkomsten: deze was bijvoorbeeld volgens een respondent te algemeen, waar hij of zij had verwacht de diepte in te gaan. Een ander zegt juist weer dat de verstrekte informatie veel te complex en ingewikkeld was. De helft deed een subsidieaanvraag Uiteindelijk heeft de helft (47 procent, 67 respondenten) een subsidieaanvraag ingediend voor een regeling van de Topsector Energie. Een klein deel (5 procent, 7 personen) overweegt dit nog te doen. De resterende 69 respondenten hebben geen aanvraag gedaan.
Pagina 2 van 6
Figuur 2.2 Heeft u dit jaar een subsidieaanvraag ingediend voor een subsidieregeling van de Topsector Energie? (n=143)
47%
0%
25% ja
5%
48%
50%
75%
100%
ik overweeg nog of ik een aanvraag zal indienen
nee
2.2 De subsidieaanvraag Tabel 2.2 toont de diverse regelingen en tenders waarvoor de 67 respondenten een subsidieaanvraag hebben gedaan. Het gaat om een zeer divers palet aan projecten en tenders, variërend van 11 aanvragen voor systeemintegratie-projecten tot 1 aanvraag voor Wind op zee; joint industry projects. Tabel 2.2 Voor welke regeling of tender heeft u een subsidie aangevraagd? (n=67) BBE Innovatieprojecten BBE KEW-projecten (Kostprijsreductie Elektriciteit- en Warmteproductie) Demonstratie Energie Innovatie (DEI)-projecten Energiebesparing industrie: early adopterprojecten Energiebesparing industrie: pilotprojecten Energiebesparing industrie: joint industry projects EnerGO-projecten EnerGO CCO (Compacte Conversie en Opslag)-projecten Gas: Upstream-projecten Gas: LNG-projecten Gas: Groen Gas-projecten Smart grids-projecten STEM-projecten Systeemintegratie-projecten Wind op zee: reguliere tender Wind op zee: joint industry projects Wind op zee: haalbaarheidsstudies Zonne-energie: PV-projecten Zonne-energie en gebouwde omgeving: ZEGO-projecten anders
abs 3 2 9 3 3 2 9 9 2 9 9 3 11 4 1 8 7 6 3
rel 5% 3% 13% 5% 5% 3% 13% 13% 3% 13% 13% 5% 16% 6% 2% 12% 10% 9% 5%
In het algemeen worden de subsidies vooral digitaal ingediend, via het eLoket van RVO.nl (tabel 2.3). In deze tabel is gerapporteerd in absolute aantallen, omdat het om kleine aantallen per subsidie gaat. Andere manieren waarop respondenten een subsidie hebben ingediend zijn vooral via een penvoerder, intermediair of adviseur (niet in tabel weergegeven).
Pagina 3 van 6
Tabel 2.3 Hoe heeft u de subsidieaanvraag ingediend (absolute aantallen) BBE Innovatieprojecten BBE KEW-projecten (Kostprijsreductie Elektriciteit- en Warmteproductie) Demonstratie Energie Innovatie (DEI)-projecten Energiebesparing industrie: early adopterprojecten Energiebesparing industrie: pilotprojecten Energiebesparing industrie: joint industry projects EnerGO-projecten EnerGO CCO (Compacte Conversie en Opslag)-projecten Gas: Upstream-projecten Gas: LNG-projecten Gas: Groen Gas-projecten Smart grids-projecten STEM-projecten Systeemintegratie-projecten Wind op zee: reguliere tender Wind op zee: joint industry projects Wind op zee: haalbaarheidsstudies Zonne-energie: PV-projecten Zonne-energie en gebouwde omgeving: ZEGO-projecten anders
eLoket 3 2 6 1 2 2 1 0 0 1 6 5 1 9 3 0 7 6 6 2
op papier anders 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 1 0 0 1 0 0 1 0 0 0 1
totaal 3
0 2 1 1 0 0 0 0 0 3 4 1 2 1 1 1 1 0 0
Oordeel doorgaans positief Vervolgens is per aanvraagmethode doorgevraagd over hoe men deze beoordeelt. Omdat de aantallen hier nog kleiner zijn, is ervoor gekozen om over het totaalbeeld te rapporteren. Vrijwel alle aanvragers beoordelen het gemak waarop zij kunnen inloggen op het eLoket voldoende tot goed. Er zijn alleen matige oordelen over het inloggemak bij aanvragers van Wind op zee, haalbaarheidsstudies. Men heeft deze antwoorden niet nader toegelicht. In het algemeen geldt dat aanvragers van de haalbaarheidsstudies van Wind op zee kritisch oordelen over alle bevraagde aspecten. De helft (3 tot 4 personen) is ook negatief over de duidelijkheid van het aanvraagformulier, de duidelijkheid van de programmalijn van de tender en de tijd die het kost(te) om de aanvraag in te dienen. Voor de overige regelingen en aspecten geldt dat men doorgaans positief is. Enkele negatieve oordelen die wel werden toegelicht gingen over meer over de complexiteit van de gevraagde informatie, en dat DigiD voor bedrijven niet handig wordt gevonden als meerdere personen aan een subsidie werken. Ook de papieren aanvragers oordelen in de regel positief over de verschillende bevraagde aspecten. Een respondent die een subsidie aanvroeg voor energiebesparing industrie: early adopterprojecten is negatief over de duidelijkheid van het papieren aanvraagformulier en mede daardoor over de invultijd van dit formulier. In de toelichting geeft deze respondent aan: ‘De zwaarte van de vragen zijn exorbitant voor deze 'early' fase van ontwikkeling. Het zijn (bijna) dezelfde vragen die voor een volledige S&O of Demo nodig zijn. Het subsidiepercentage was ingewikkeld te achterhalen. We hadden directe input van een RVO medewerker nodig om tot invulling over te gaan.’ Aan de groep aanvragers die hun aanvraag niet digitaal heeft ingediend, is gevraagd naar de reden(en) ervoor. Dit is voornamelijk omdat men papier makkelijker vindt (genoemd door een aanvrager van een DEI-subsidie en een EnerGO-project). Verder noemt men andere redenen, waaronder dat men handtekeningen nodig had van samenwerkende partners, of dat er maar een paar mensen in de organisatie gemachtigd zijn om te werken met het eLoket.
Pagina 4 van 6
2 9 3 3 2 1 0 0 2 9 9 3 11 4 2 8 7 6 3
2.3 De overwegers Zeven respondenten (zie figuur 2.2) overwegen nog of zij een subsidieaanvraag zullen indienen. Aan hen is gevraagd waar hun beslissing om al dan niet een aanvraag te doen, (mede) van afhangt. Drie personen gaven aan dat zij niet weten of hun project wel in de specifieke regeling past. Het gaat hierbij om bezoekers van de bijeenkomsten over systeemintegratie, smart grids en EnerGo en solar energy. Twee respondenten vragen zich af of ze wel kunnen voldoen aan de eisen die in de regeling worden gesteld (LNG en EnerGo en solar enery). Onder ‘anders’ wordt aangegeven dat men geen tijd heeft, of door onzekere tijden bij bedrijven van cliënten (het gaat hier om een adviseur) geen subsidieaanvragen meer kan indienen. 2.4 De niet-aanvragers In de laatste paragraaf van deze nieuwsbrief behandelen we de niet-aanvragers. Deze groep (69 personen in totaal) is gevraagd, waarom zij geen aanvraag ingediend hebben (tabel 2.4). Een kwart (22 procent) kon geen partners vinden, eenvijfde (19 procent) vond dat hun project niet in de regeling paste. De meerderheid (52 procent) noemde echter een andere reden. De redenen zijn zeer divers. Er wordt onder meer aangegeven dat men de kans op toekenning (te) klein achtte om een aanvraag te doen, dat een andere partij de aanvraag heeft gedaan, of dat de respondent werkzaam was bij een instelling als TKI Nederland, die het proces faciliteren. De toelichting ‘mijn project paste inhoudelijk niet in de regeling’ wordt gegeven bij de volgende voorlichtingsbijeenkomsten: EnerGo en Solar Energy (4 keer), Groen Gas, Wind aan zee en Systeem-integratie (elk 2 keer) en LNG, Smart Grids en BBE en Groen Gas (alle drie 1 keer). De respondenten die geen partners konden vinden bezochten vooral de bijeenkomst over Wind op Zee (5 keer), STEM en EnerGo en Solar Energy (beide 3 keer), Smart Grids (2 keer) en LNG en Groen Gas (elk 1 keer). Acht respondenten gaven aan dat zij de eisen van de regeling te moeilijk vonden. Zij bezochten de volgende bijeenkomsten: Smart Grids, EnerGo en Solar Energie (beide 2 keer), Energiebesparing industrie, BBE en Groen Gas, STEM en tenslotte Systeem-integratie (allevier 1 keer genoemd). Bij de toelichting ‘ik vond het subsidiepercentage te laag’ valt op dat deze vooral wordt genoemd door bezoekers van de voorlichtingsbijeenkomst over Wind aan Zee (in 4 gevallen). Tabel 2.4 U heeft aangegeven dat u geen subsidieaanvraag heeft ingediend. Kunt u aangeven wat hiervan de reden is? Mijn project paste inhoudelijk niet in de regeling Ik kon geen partners vinden Ik kreeg binnen mijn organisatie de financiering van mijn project niet rond Ik kreeg de financiering van mijn project niet rond met de bank Ik vond het subsidiepercentage te laag Ik vond het maximale subsidiebedrag per project te laag De eisen van de regeling waren te moeilijk Ik vond het aanvragen te veel werk Anders,
abs 13 15
rel 19% 22%
8 0 8 3 8 8 36
12% 0% 12% 4% 12% 12% 52%
De antwoorden zijn in een aantal gevallen nader toegelicht. Zo waren projecten die niet inhoudelijk in een bepaalde regeling vielen niet innovatief genoeg, of dat men er toch voor heeft gekozen om voor een andere regeling subsidie in te dienen.
Pagina 5 van 6
2.5 Type organisaties Tenslotte is nog gevraagd voor welk type organisatie de respondenten werken (tabel 2.5). In eenvijfde van de gevallen is dit een bedrijf van 250 werknemers of meer. Eenzelfde percentage werkt juist weer bij een bedrijf met minder dan 10 werknemers, en 17 procent bij een onderwijs- of kennisinstelling. Tabel 2.5 Welke omschrijving past het beste bij de organisatie waarvoor u werkt? bedrijf met 250 werknemers of meer bedrijf met 50 tot 250 werknemers bedrijf met 10 tot 50 werknemers bedrijf met minder dan 10 werknemers zelfstandig ondernemer onderwijs- of kennisinstelling adviesbureau of intermediair maatschappelijke organisatie of stichting Overheid anders, namelijk: Totaal
abs 30 8 12 30 11 24 13 2 2 11 143
rel 21% 6% 8% 21% 8% 17% 9% 1% 1% 8% 100%
Pagina 6 van 6