Toelichting bij de Gecombineerde opgave Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Toelichting bij de Gecombineerde opgave 2015

Waarom Gecombineerde opgave? Met de Gecombineerde opgave doet u een aanvraag voor: • Toewijzing en uitbetaling van betalingsrechten • Uitbetaling van Graasdierpremie • Uitbetaling van Subsidiestelsel Natuur- en Landschapsbeheer, onderdeel agrarisch natuuren landschapsbeheer (SNL‑a) • Tegemoetkoming premie brede weersverzekering Met het formulier Diergezondheidsfonds doet u een aanvraag om aanspraak te kunnen maken op betalingen (en/of gesubsidieerde diensten) uit het Diergezondheidsfonds voor preventie van besmettelijke dierziekten. Daarnaast doet u opgave voor de Landbouwtelling en mestwetgeving. Met de Landbouwtelling wordt inzicht verkregen in de ontwikkelingen binnen de Nederlandse land- en tuinbouw. De gegevens worden onder andere gebruikt door RIVM/PBL voor emissieregistratie, Alterra en het Landbouw Economisch Instituut (LEI) voor onderzoek en analyses en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) voor Europees verplichte statistieken. U kunt deze toelichting gebruiken bij de vragen op het formulier Gecombineerde opgave, Opgave Graasdieren, Opgave Huisvesting, Opgave Percelen, Opgave Volgteelten, Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer, de bedrijfskaart, het formulier Opgave huisvesting en de Kaart beheereenheden (SNL‑a). Op de achterkant van het formulier Opgave Percelen en het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer vindt u ook een invul instructie bij deze formulieren. Meer informatie over bijvoorbeeld de wijzigingen ten opzichte van 2014 vindt u op mijn.rvo.nl.

U kunt uw opgave alsnog via internet doen! U heeft een papieren pakket, maar u kunt uw Gecombineerde opgave nog steeds via internet doen. U gaat hiervoor naar mijn.rvo.nl en vervolgens naar Gecombineerde opgave. Hier vindt u informatie en kunt u de opgave doen. Hiervoor heeft u wel inloggegevens nodig. Meer informatie over de mogelijkheden voor het inloggen, en het aanvragen van inloggegevens vindt u op mijn.rvo.nl bij Hoe werkt dit portaal? Voor het versturen van de Gecombineerde opgave gebruikt u een TAN-code. U kunt deze als sms-bericht op uw mobiele telefoon ontvangen of op papier. Voor TAN-codes als sms-bericht geeft u eenmalig uw mobiele telefoonnummer aan ons door. TAN-codes op papier vraagt u aan via mijn.rvo.nl of telefonisch. Voor meer informatie over TAN‑codes via sms en het doorgeven van uw mobiele nummer gaat u naar onze site. In de opgave via internet krijgt u alleen de vragen die voor u van toepassing zijn. U heeft minder kans op een onvolledige opgave door de controles die in de opgave zitten. U krijgt een ontvangstbevestiging per e-mail. Op die manier weet u direct of wij uw opgave hebben ontvangen. GPS-meting Heeft u uw percelen laten opmeten met GPS-meetapparatuur en wilt u dit gebruiken bij het opgeven van uw percelen? U kunt deze meting alleen gebruiken als u de opgave via internet doet.

2 | Toelichting bij de Gecombineerde opgave 2015


Inhoud 1

Uitleg bij het invullen

4

1.1 Voorbereiding

4

1.2

4

Waar begint u met invullen?

1.3 Uitleg bij de vragen op de Gecombineerde opgave 1.3.1 Toelichting op de bijlage Opgave huisvesting

6 13

1.4

13 13 14 15 16

Opgave Percelen en bedrijfskaart 1.4.1 Wat gaat u doen? 1.4.2 Achtergrondinformatie 1.4.3 Het formulier Opgave Percelen 1.4.4 Intekenen bedrijfskaart

1.5 Uitbetaling subsidie agrarisch natuur- en landschapsbeheer en Kaart beheereenheden (SNL‑a) 1.5.1 Wat gaat u doen? 1.5.2 Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer 1.5.3 Kaart beheereenheden (SNL‑a)

20 20 20 21

2

Wanneer is uw opgave compleet?

22

3

Meer informatie

24

Bijlagen 26 Tabel 1 Tabel 2a Tabel 2b Tabel 3 Tabel 4a Tabel 4b Tabel 4c Tabel 5 Tabel 6 Tabel 7a Tabel 7b

Gebruikscodes Gewascodes Was/wordt lijst gewascodes Gewascode en subsidie Gewascode Ecologisch aandachtsgebied, BBR (Hoofdteelt) Gewascode Ecologisch aandachtsgebied, BBR (Volgteelt) Gewascode Volgteelt, categorieën EA Diercodes Overige dieren Redenen aangepaste omvang beheereenheid SNL‑a Overzicht staltype Overzicht additionele technieken


26 28 37 44 45 46 47 48 49 50 58

Toelichting bij de Gecombineerde opgave 2015 | 3

1 Uitleg bij het invullen De Gecombineerde opgave bestaat uit verschillende onderdelen. Waar begint u en welke gegevens heeft u nodig? In dit hoofdstuk leest u informatie over de voorbereiding en over het invullen van de opgave.

1.1 Voorbereiding De Gecombineerde opgave 2015 bestaat uit: • het formulier Gecombineerde opgave En als dit voor u van toepassing is: • het formulier Opgave Percelen • één of meerdere bedrijfskaarten • het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer • één of meerdere Kaart(en) beheereenheden (SNL‑a) • Opgave Graasdieren • Opgave Huisvesting • Opgave volgteelten Controleer altijd of uw opgave compleet is. Bestel ontbrekende formulieren of kaarten op tijd bij. De verzendtermijn is minimaal vier werkdagen. Bestellen kan telefonisch: 088 042 42 42 (lokaal tarief ). Hoe begint u?

Bereid het invullen van de opgave voor: verzamel alle gegevens die u nodig heeft en lees informatie over de voorwaarden van de verschillende (subsidie)regelingen op mijn.rvo.nl. In het schema hieronder ziet u waar welke informatie staat. Wat heeft u nodig?

• uw bedrijfsgegevens (onder andere arbeidsuren, aantal medewerkers, gegevens over beweiding en biologische landbouw • aantallen dieren op 1 april 2015 • gegevens over de door u gehouden dieren gedurende kalenderjaar 2014 • gegevens over huisvesting voor rundvee, varkens, kippen, eenden en kalkoenen (Rav-codes), schapen en geiten, konijnen en nertsen op 1 april 2015 • gewassen die u teelt, teeltplannen • oppervlakten van de percelen die u op 15 mei 2015 in gebruik heeft (percelen die u niet zelf in gebruik heeft, geeft u niet op) • gegevens over uw beheereenheden SNL‑a • analyseresultaten van bodemonderzoek(en) voor fosfaatdifferentiatie of voor fosfaatarme en -fixerende gronden


• gegevens over mesttoediening (hoeveelheden vaste en drijfmest, bijbehorende werkresultaten en grond soorten waarop toegepast) • voor graasdierpremie: Uniek Bedrijfsnummer (UBN) en diernummers van het vrouwlijk vleesvee wat in aanmerking komt. • voor Tegemoetkoming premie brede weersverzekering: oppervlakte van de percelen per verzekeraar.

1.2 Waar begint u met invullen? Start

U start op de voorkant van het formulier Gecombineerde opgave. Controleer eerst uw relatiegegevens links bovenaan het formulier. Kloppen uw relatiegegevens niet?

Ga naar mijn.rvo.nl om dit te wijzigen. Of vraag telefonisch het formulier Wijzigen relatiegegevens aan. U kunt uw opgave gewoon verder gaan invullen. Wijziging al doorgegeven?

Heeft u recent voor 1 april 2015 wijzigingen in uw relatiegegevens doorgegeven? Dan staan die gegevens waarschijnlijk nog niet op het formulier. Als wij uw wijziging al hebben ontvangen zullen we die verwerken. U hoeft de wijziging niet opnieuw door te geven. Controleer uw rekeningnummer

Wij hebben uw bankrekeningnummer nodig om subsidies uit te betalen. Is uw rekeningnummer nog niet bekend bij ons of is het nummer gewijzigd? U kunt het wijzigen op mijn.rvo.nl. Beëindiging van het bedrijf

Heeft u uw bedrijf volledig beëindigd? U houdt bedrijfs matig of hobbymatig op 1 april 2015 géén dieren en vanaf 15 mei 2015 heeft u géén grond meer in gebruik. Beantwoord dan de vragen op de voorkant en onderteken het formulier bij onderdeel 8 (Handtekening). Stuur het formulier terug naar de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.


Waar vindt u meer informatie? Wat?

Waar?

Waarom en waarvoor een Gecombineerde opgave

Internet: mijn.rvo.nl bij Gecombineerde opgave

Wijzigingen ten opzichte van 2014

Internet: mijn.rvo.nl bij Gecombineerde opgave

Hoe vul ik alle gegevens in op de Gecombineerde opgave

Deze toelichting

Informatie over de perceelsregistratie

Internet: mijn.rvo.nl bij Grond

Voorwaarden voor toewijzen en uitbetalen betalingsrechten

Internet: mijn.rvo.nl bij Regels - Gemeenschappelijk landbouwbeleid nieuw GLB

Private overeenkomst


Ecologisch aandachtsgebied


Vrijstelling gewasdiversificatie

Internet: mijn.rvo.nl bij Regels - Gemeenschappelijk landbouwbeleid nieuw GLB - Vergroeningseisen

Kortingen op subsidie en GLB randvoorwaarden

Internet: mijn.rvo.nl bij Regels

Voorwaarden voor het mestbeleid

Internet: mijn.rvo.nl bij Mest

Voorwaarden voor uitbetaling Subsidie natuuren landschaps beheer, onderdeel agrarisch natuuren landschapsbeheer (SNL‑a)

Internet: mijn.rvo.nl bij Natuur

Voorwaarden Tegemoetkoming premie brede weersverzekering

Internet: mijn.rvo.nl bij Subsidie

Voorwaarden voor graasdierpremie

Internet: mijn.rvo.nl bij Dieren

Maak altijd een kopie Maak altijd een kopie van uw hele opgave voordat u de stukken naar ons opstuurt. U heeft de kopie nodig als u correcties wilt doorgeven. Referentiewaarde overgedragen?

Heeft u de referentiewaarde van 2014 (inclusief betalings rechten) overgedragen met een private overeenkomst? Vul dan ook vraag 6g3 in, ook al heeft u uw bedrijf beëindigd. Belangrijk: beantwoordt u de vraag Beëindiging van het bedrijf met ‘Ja’? Dan kunt u ook geen subsidies aanvragen of een betaalverzoek voor uw beheereenheden SNL‑a doen. Wilt u dat wel? Beantwoord deze vraag dan met ‘Nee’. Verderop in deze opgave komen nog een aantal vragen voor de subsidies. Melding Overdracht bij beëindiging

Meld uw bedrijfsbeëindiging via mijn.rvo.nl. Vul hiervoor het formulier Melding overdracht of beëindiging agrarisch bedrijf in. Alleen dan kunnen wij uw bedrijfsbeëindiging registreren.

Alleen uitbetaling natuuren landschapsbeheer (SNL-a) aanvragen?

Wilt u alléén uitbetaling SNL-a aanvragen en is het voor u niet verplicht om gegevens voor de landbouwtelling en / of de mestwet in te vullen? Dan hoeft u een aantal vragen uit de Gecombineerde opgave niet in te vullen en kunt u zich beperken tot de volgende onderdelen: 5a Percelen op 15 mei 2015 6 Regelingen 8 Handtekening – Het formulier Opgave Percelen – Het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer Een agrarisch ondernemer is verplicht zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel. Indien u dit nog niet gedaan heeft, wordt u verzocht dit alsnog te doen.

Melden wijziging of overdracht bij andere regelingen

Misschien is het nodig dat u voor andere regelingen ook formulieren invult om een wijziging of overdracht te melden. Kijk hiervoor op mijn.rvo.nl. Formulier verder invullen: ja of nee?

Houdt u bedrijfsmatig of hobbymatig op 1 april 2015 wel dieren of heeft u op 15 mei 2015 grond in gebruik, ga dan door met het invullen van het formulier. Is een vraag niet voor u van toepassing, dan leest u bij de vraag wat uw vervolgvraag is.


Belangrijk Wilt u subsidie of uitbetaling van betalingsrechten of beheereenheden (SNL‑a) aanvragen? Vul dan ook altijd onderdeel 6 (Regelingen) van het formulier Gecombineerde opgave in. Kruis de gewenste keuze(s) aan. Vervolgens vult u op het formulier Opgave Percelen bijvoorbeeld per perceel de kolom Betalings rechten in. En op het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer kruist u per beheereenheid aan of u een betaalverzoek doet.


1.3 Uitleg bij de vragen op de Gecombineerde opgave

Gemiddelde arbeidstijd per week

In deze paragraaf vindt u per onderdeel uitleg bij de vragen.

U geeft hier de tijd op die besteed wordt aan landbouw werkzaamheden. Bij onderdeel 1a in deze toelichting ziet u wat we onder landbouwwerkzaamheden verstaan.

1 Werk en biologische landbouw

1c Regelmatig meewerkende personen

1a Gegevens bedrijfshoofd/bedrijfsleider Meervoudige bedrijfsvoering (Maatschap, VOF of CV)

Bij meervoudige bedrijfsvoering vult u hier de gegevens in van de persoon met de grootste zakelijke en bedrijfsmatige verantwoordelijkheid in het bedrijf. Hebben de maten evenveel verantwoordelijkheid in het bedrijf? Vul hier dan de gegevens van de oudste maat in. Gegevens van overige maten vult u in bij 1b (Meewerkende familie) of 1c (Regelmatig meewerkende personen). Rechtspersoon (bijvoorbeeld een BV, NV, Stichting, Vereniging, Coöperatie, Kerkgenootschap, Gemeente, Provincie)

Vul hier de gegevens van de bedrijfsleider in. De gegevens van de levenspartner van de bedrijfsleider vult u in bij 1c (Regelmatig meewerkende personen). Gemiddelde arbeidstijd per week

U geeft hier de tijd op die besteed wordt aan landbouw werkzaamheden. Dit zijn de werkzaamheden die nodig zijn om uw agrarische producten voort te brengen. Hieronder vallen: • primaire agrarische werkzaamheden (verzorging van gewassen en dieren) • ondersteunende werkzaamheden (onderhoud machines, boekhouding, management) • werkzaamheden om de landbouw- en milieuconditie van grond goed te houden. Werkzaamheden voor verbrede landbouwactiviteiten tellen niet mee, behalve als deze niet te scheiden zijn van de landbouwwerkzaamheden. Ook werkzaamheden in het huishouden tellen niet mee. 1b Meewerkende familie

De persoon die u eerder onder bedrijfshoofd/bedrijfsleider heeft opgegeven, geeft u hier niet nogmaals op. Eerste- of tweedegraads familie

Ouders en kinderen zijn familie in de eerste graad. Broers, zussen, grootouders en kleinkinderen zijn familie in de tweede graad.

Vul hier de gegevens in van personen die in de periode van april 2014 tot en met maart 2015 iedere week op het bedrijf hebben gewerkt. De personen die u eerder onder bedrijfs hoofd/bedrijfsleider of meewerkende familie heeft opgegeven, geeft u hier niet nogmaals op. Ook personen die slechts een gedeelte van deze periode regelmatig hebben gewerkt, maar om één van de volgende redenen niet de hele periode hebben kunnen werken, telt u hier mee: 1. Er is sprake van bijzondere productieomstandigheden, bijvoorbeeld een teelt die alleen een deel van het jaar plaatsvindt. 2. Iemand is afwezig door vakantie, ziekte, ongeval of overlijden. 3. Iemand is in de loop van de periode begonnen of gestopt met werken voor het bedrijf. 4. Het werk op het bedrijf is stil komen te liggen door overmacht, bijvoorbeeld overstroming of brand. De arbeidstijd van seizoenarbeiders, bijvoorbeeld voor het plukken van fruit of het pellen van bollen, vult u in bij het onderdeel 1d (Niet-regelmatig meewerkende personen). Gemiddelde arbeidstijd per week

U geeft hier de tijd op die besteed wordt aan landbouw werkzaamheden. Bij onderdeel 1a in deze toelichting ziet u wat we onder landbouwwerkzaamheden verstaan. 1e Biologische landbouw

Beantwoord deze vraag met ‘Ja’ als u een door SKAL gecontroleerde biologische productiewijze toepast. U vult deze vraag ook in als het bedrijf (deels) in omschakeling is. Tuinbouw onder glas telt ook mee. Beantwoord deze vraag met ‘Nee’ als u op uw bedrijf alleen biologische producten verwerkt of in opslag heeft. Beantwoordt u deze vraag met ‘Ja’? Vul dan ook de vragen in over het deel van uw gewassen en/of dieren waarop u de door SKAL gecontroleerde biologische productiewijze toepast. En de vragen over welk deel in omschakeling naar biologisch is. Deze vragen staan op verschillende plekken in deze opgave en op de Opgave Percelen.

Levenspartner

Bent u getrouwd of heeft u een samenlevingscontract of geregistreerd partnerschap? Vul dan de gegevens van uw levenspartner ook hier in.



2 Aantal dieren, huisvesting en dierlijke mest

Drijfmest

Het aantal dieren

Dit is vloeibare mest bestaand uit een mengsel van uitwerpselen en urine van vee met mogelijk een kleine hoeveelheid stro en/of water.

Het gaat hier om de dieren waarvan u op 1 april 2015 de houder bent. Ook de dieren die u op contract houdt of voor verzorgingsloon voor derden tellen mee. Pluimvee dat korter dan één week op uw bedrijf verblijft, geeft u niet op. Belangrijk

Bent u houder van runderen, varkens, schapen en/of geiten? Dan heeft u een uniek bedrijfsnummer (UBN) nodig voor de betreffende diersoort. Heeft u nog geen UBN, vraag deze dan aan via onze website. Gehuurde/verhuurde stallen

Heeft u een stal gehuurd en houdt u daar dieren, dan horen deze dieren bij uw bedrijf. U geeft deze dieren op. Zijn uw stallen verhuurd en houdt de huurder daar dieren, dan geeft de huurder van de stal deze dieren op.

Vaste mest

Dit zijn uitwerpselen van vee met mogelijk een kleine hoeveelheid urine. Deze mest is vaak vermengd met stro maar niet altijd. 2b1 Varkens Biggen, overige biggen (gespeend)

Volgens de Europese statistiek houdt u bij biggen een maximum gewicht van 20 kg aan. In Nederland worden biggen meestal bij een hoger gewicht (rond 25 kg) afgeleverd of opgelegd in de vleesvarkenshouderij of de fokkerij. Vul daarom bij Overige biggen (gespeend) het aantal biggen in dat nog niet is afgeleverd of opgelegd als vlees- of fokvarken.

Huisvesting/aantal dierplaatsen

Bij onderdeel 2a2 en 2b2 van het formulier geeft u voor rundvee en varkens het aantal dierplaatsen op per mest soort. Het gaat hierbij om de ruimte die u heeft om deze dieren te huisvesten. Ook als de betreffende diersoort op 1 april 2015 niet meer of nog niet op het bedrijf aanwezig is. Tel eventuele dierplaatsen in gehuurde stallen ook mee. Bij onderdeel 2f2, 2g2 en 2h2 van het formulier geeft u voor schapen en geiten, konijnen en nertsen de gemiddelde stalbezetting op. Voor rundvee, varkens, kippen, eenden en kalkoenen dient u tevens het formulier Opgave huisvesting in te vullen. De toelichting voor dit formulier en de berekening voor de gemiddelde stalbezetting vindt u in paragraaf 1.3.1 van deze toelichting.

2b2 Varkens: huisvesting en mestsoort per dierplaats

Heeft u huisvesting voor varkens? Vul dan ook altijd het formulier Opgave Huisvesting in. Drijfmest

Dit is vloeibare mest bestaand uit een mengsel van uitwerpselen en urine van vee met mogelijk een kleine hoeveelheid stro en/of water. Vaste mest

Dit zijn uitwerpselen van vee met mogelijk een kleine hoeveelheid urine. Deze mest is vaak vermengd met stro maar niet altijd. 2c1 Kippen

2a Rundvee

Pluimvee dat korter dan één week op uw bedrijf verblijft, geeft u niet op.

Jongvee voor de melkveehouderij

2c2 Huisvesting kippen

Kalveren die binnenkort weggaan voor de vleeskalver houderij vult u in bij Jongvee, jonger dan 1 jaar. Dus niet bij de rubriek Vleeskalveren.

Heeft u huisvesting voor kippen? Vul dan ook altijd het formulier Opgave Huisvesting in. 2d1 Overig pluimvee

Overige koeien

Overige koeien zijn zoogkoeien en de vlees- en weidekoeien van 2 jaar of ouder. Zoogvee jonger dan 2 jaar geeft u op als Ander jongvee voor de vleesproductie. 2a2 Rundvee: huisvesting en mestsoort per dierplaats

Pluimvee dat korter dan één week op uw bedrijf verblijft, geeft u niet op. 2d2 Huisvesting eenden en kalkoenen

Heeft u huisvesting voor eenden en kalkoenen? Vul dan ook altijd het formulier Opgave Huisvesting in.

Heeft u huisvesting voor rundvee? Vul dan ook altijd het formulier Opgave Huisvesting in.



2e Paarden, pony’s en ezels

Geef alle paarden, pony’s en ezels op waarvan u op 1 april de houder bent. Dus ook dieren waar u geen eigenaar van bent en die bijvoorbeeld als pensionpaard op uw bedrijf aanwezig zijn. Het maakt hierbij niet uit of u de dieren hobbymatig of bedrijfsmatig houdt. 2f1 Schapen en geiten Melkgeiten

Melkgeiten zijn geiten die al melk produceren. Geiten jonger dan 1 jaar die bestemd zijn voor melkproductie, maar nog geen melk produceren geeft u op bij overige geiten. 2f2 Stalbezetting schapen en geiten

U geeft hier het gemiddeld aantal op van alle schapen en geiten in 2014, dus inclusief jonge dieren. Gebruik hierbij voor het gemiddelde dieraantal in 2014 de voorbeeld berekening in paragraaf 1.3.1 van deze toelichting.

Heeft u gewassen die u teelt onder niet-betreedbare tunnels en nog niet-geoogste gewassen, waarvan u het glas heeft gelicht of het plastic (waaronder plastic tunnels) heeft verwijderd? Deze vult u in op de Opgave Percelen en tekent u in op de bedrijfskaart. Ook gewassen die u onder plat glas, regenkappen of netten teelt of gaat telen geeft u daar op. Belangrijk: tuinbouw onder glas vermeldt u niet op het formulier Opgave Percelen en tekent u ook niet in op de bedrijfskaart. Bloemkwekerijgewassen

Als delen van het gewas worden verhandeld als sierproduct (bijvoorbeeld siergroen uit sierheesters of rozen uit rozenstruiken), vult u het areaal van dit gewas in bij dit onderdeel. Amaryllissnijbloemen

Geef amaryllissnijbloemen op bij Overige snijbloemen.

2g2 Stalbezetting konijnen

Boomkwekerijgewassen

U geeft hier het gemiddeld aantal op van konijnen in 2014. Gebruik hierbij voor het gemiddelde dieraantal in 2014 de voorbeeldberekening in paragraaf 1.3.1 van deze toelichting.

Dit zijn winterharde of halfwinterharde houtachtige gewassen die in hun geheel kunnen worden verhandeld, of delen daarvan die niet als sierproduct worden verhandeld. Als de hele plant wordt verkocht als sierproduct (bijvoor beeld een hele rozenstruik inclusief wortels), vult u het areaal van het gewas in bij dit onderdeel.

2h1 Nertsen Jonge dieren

U geeft hier alleen de moederdieren op. Van jonge dieren vermeldt u alleen het aantal dierplaatsen bij het onderdeel 2h2 (Stalbezetting nertsen). 2h2 Stalbezetting nertsen

U geeft hier het gemiddeld aantal op van alle nertsen, dus inclusief jonge dieren in 2014. Gebruik hierbij voor het gemiddelde dieraantal in 2014 de voorbeeldberekening in paragraaf 1.3.1 van deze toelichting.

Vermeerdering/aantrekking

Geef hier ook de oppervlakte vermeerderingsmateriaal op van winterharde houtachtige gewassen en vaste planten die u later buiten verder teelt en in hun geheel in de volle grond uitzet. Volledige teelt onder glas

Hiervan is sprake als u de gewassen uitsluitend onder bedekking van glas of plastic teelt.

2i Overige dieren

Biologisch geteeld en in omschakeling

U geeft hier alleen bedrijfsmatig gehouden dieren op.

Vul van de totale oppervlakte die u bij elke categorie Tuinbouw onder glas heeft opgegeven het aantal hectares in dat u biologisch teelt en het aantal hectares dat in omschakeling is naar biologische teelt.

3 Tuinbouw onder glas 3a Tuinbouw onder glas

Tuinbouw onder glas is teelt in kassen bedekt met glas of plastic, of in betreedbare plastic tunnels. Is de grond op 15 mei 2015 nog niet beteeld? Geef dan de eerstvolgende teelt op die u voor eind augustus inzet. Geef hier ook de gewassen op die u op contract voor een ander teelt. Vermeld alleen de oppervlakten van de hoofdgewassen en geef daarvan de beteelde oppervlakte op. Bij de beteelde oppervlakte hoort ook de oppervlakte die voor de teelt noodzakelijk is, zoals paden in de kassen.


3b Warmtekrachtinstallaties

Warmtekrachtinstallaties die door anderen worden geëxploiteerd telt u niet mee.


4 Paddenstoelen, bollenbroei, witloftrek

5 Bedrijfsoppervlakte

4a Paddenstoelenteelt

Oppervlakte percelen

Vul het substraatverbruik van champignons (in ton) in en niet de productie.

Hier vult u de totale oppervlakte van de percelen in die u heeft opgegeven op het formulier Opgave Percelen. De Sloten voor Ecologisch aandachtsgebied geeft u hier niet op. Van deze sloten geeft u op de Opgave Percelen de lengte op en niet de oppervlakte. Andere sloten telt u op bij de oppervlakte overige grond. Kijk bij welke volgnummers u percelen heeft ingevuld en tel die oppervlaktes bij elkaar op. Vul het totaal in bij Oppervlakte percelen. Tel de opper vlaktes van landschapselementen SNL‑a niet mee want deze telt u apart op en vult u in bij Landschapselementen SNL‑a.

Overige eetbare paddenstoelen: substraatverbruik

Landschapselementen SNL‑a

Vul het substraatverbruik (in ton) in en niet de productie: 1 ton vers substraat = 0,9 ton geënt of doorgroeid substraat. Reken ook het substraatverbruik van shiitake paddenstoelen mee, met uitzondering van de teelt op stammetjes. 4b Bollenbroei

Hier vult u de totale oppervlakte van de landschaps elementen SNL‑a in die u heeft opgegeven op het formulier Opgave Percelen. Kijk bij welke volgnummers u gewascodes voor landschapselementen heeft ingevuld en tel die opper vlaktes bij elkaar op. Vul het totaal in bij Landschaps elementen SNL‑a.

Aantal tulpen en hyacinten

Oppervlakte overige grond (bijvoorbeeld erf, gebouwen, sloten)

Rond het aantal tulpen en hyacinten af op duizenden. Heeft u minder dan 500 bollen gebroeid, vul dan niets in.

Geef hier de oppervlakte op die u nog niet heeft opgegeven, maar die wel bij uw bedrijf hoort. Bijvoorbeeld erf, gebouwen en sloten.

Berekening van de oppervlakte

Vermenigvuldig de oppervlakte van de cellen (exclusief paden) met het aantal lagen van de beschikbare teelt bakken. Teelt u meerdere keren op dezelfde oppervlakte, geef deze oppervlakte dan maar één keer op. Champignons: substraatverbruik

Aantal narcisbollen

Weet u het aantal gebroeide narcisbollen, reken dan 20 stuks voor 1 kilogram gebroeide bollen. Broeit u ‘rondjes’, dan kan het aantal variëren van 20 tot 40 stuks per kilogram. 4c Witloftrek Oppervlakte witlofwortelen

Tel ook de oppervlakte mee die u op een ander bedrijf heeft geteeld of heeft laten telen (1 ha = 28 ton).

Grond in het buitenland

Voor België gaat het om percelen die maximaal 25 km van de Nederlandse grens liggen. Voor Duitsland gaat het om percelen die maximaal 20 km van de Nederlandse grens liggen. U geeft van deze buitenlandse percelen alleen hier het totaal aantal hectares op. U vult ze niet in op het formulier Opgave Percelen. Heeft u grond in gebruik die verder van de grens af ligt? Dan vult u hier niks in.

Trekseizoen

Het trekseizoen loopt door tot in de zomer van 2015.

6 Regelingen

Oppervlakte witlof in bakken

In dit onderdeel op het formulier kunt u een aanvraag doen voor: • Toekenning betalingsrechten • Betalingsrechten Private overeenkomst • Uitbetalen betalingsrechten en vergroeningsbetaling • Extra betaling jonge landbouwers • Ecologisch Aandachtsgebied • Vrijstelling gewasdiversificatie • Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschaps beheer (SNL‑a) • Tegemoetkoming premie brede weersverzekering • Graasdierpremie

Dit is de oppervlakte die beschikbaar is voor teeltbakken vermenigvuldigd met het aantal lagen van teeltbakken. Trek van witlof in de grond, in een kas of buiten (kuilen) geeft u niet op. Trekt u meerdere malen witlof op dezelfde oppervlakte, dan geeft u deze oppervlakte maar één keer op.



6a Toekenning betalingsrechten

6f Gewasdiversificatie

De toeslagrechten vervallen per 31 december 2014. In 2015 komt er een nieuw systeem van rechten, namelijk de betalingsrechten. Deze betalingsrechten worden in 2015 toegekend. Het systeem van de bedrijfstoeslagen (2006 - 2014) was gebaseerd op historische betalingen. Het nieuwe GLB stapt over naar betalingen per hectare. Iedere landbouwer krijgt vanaf 2019 dezelfde waarde per hectare uitgekeerd. Daarnaast moet u voldoen aan de zogenaamde vergroeningseisen.

U bent vrijgesteld van de verplichte gewasdiversificatie: • Voor het biologische deel van uw bedrijf • Als uw bouwland voor minstens 75% uit tijdelijk grasland of braak bestaat. Daarnaast heeft u minder dan 30 hectare bouwland. • Als uw totale subsidiabele oppervlakte voor minstens 75% uit tijdelijk en/of blijvend grasland bestaat. Daarnaast heeft u minder dan 30 hectare bouwland. • Als u op jaarbasis meer dan 50% van uw totale opper vlakte bouwland met andere landbouwers ruilt en kunt aantonen dat op elk perceel van het bouwland een ander gewas wordt geteeld dan het vorige kalenderjaar. • Als u minder dan 10 hectare bouwland heeft.

6b Betalingsrechten uitbetalen

Doet u een aanvraag voor uitbetaling van betalingsrechten? Deze aanvraag geldt dan ook voor eventuele betaling voor vergroeningseisen. Op mijn.rvo.nl vindt u meer informatie over betalingsrechten en extra betaling voor vergroening. 6c Extra betaling jonge landbouwers

U kunt alleen een extra betaling jonge landbouwers aanvragen als u ook uitbetaling van betalingsrechten aanvraagt (vraag 6b). 6e Ecologisch Aandachtsgebied

Als u mee doet aan de inrichting van bouwland als ecologisch aandachtsgebied geeft u hier aan op welke manier u daar invulling aan geeft. Op mijn.rvo.nl bij Gemeenschappelijk landbouwbeleid nieuw GLB vindt u meer informatie over ecologisch aandachtsgebied. Collectieve invulling

Bent u deelnemer in een collectief? Dan geeft u dit hier aan. U heeft voor het collectief al gegevens aan ons doorgegeven via het formulier Aanvraag collectieven ecologisch aandachtsgebied. U kunt de deelname in een collectief niet combineren met invulling door middel van een duurzaamheidscertificaat. Vrijstelling ecologisch aandachtsgebied

U bent vrijgesteld van het hebben van 5% ecologisch aandachtsgebied als: • op uw percelen een biologische productiewijze plaatsvindt • u minder dan 15 hectare bouwland heeft • uw bouwland voor minstens 75% uit gras, braak of vlinderbloemige gewassen bestaat. Daarnaast teelt u minder dan 30 hectare aan andere bouwlandgewassen. • uw totale subsidiabele oppervlakte voor minstens 75% uit grasland of andere kruidachtige voedergewassen bestaat. Daarnaast teelt u minder dan 30 hectare aan andere bouwlandgewassen.

Op mijn.rvo.nl bij Gemeenschappelijk landbouwbeleid nieuw GLB vindt u een stroomschema waarmee u kunt nagaan of u bent vrijgesteld van de verplichte gewas diversificatie. Blijvend grasland

Eén van de uitgangspunten van het nieuw Gemeenschap pelijk landbouwbeleid is dat het aandeel blijvend grasland in ons land niet meer dan 5% daalt. Om dit te kunnen meten wordt er een referentieaandeel bepaald waartegen we dit kunnen controleren. De basis hiervoor zal het jaar 2012 zijn. We houden dit jaarlijks op landelijk niveau in de gaten. Als het aandeel blijvend grasland dreigt te dalen, dan kunnen er maatregelen volgen om het aandeel weer op niveau te krijgen. Blijvend grasland en gevolgen voor overige vergroeningseisen

Grasland wordt gezien als blijvend grasland als het tenminste vijf jaar niet in de vruchtwisseling is opgenomen. Het maakt verschil of grasland wordt gezien als blijvend grasland of als tijdelijk grasland. Tijdelijk grasland wordt namelijk beschouwd als bouwland en telt dus mee bij de bepaling of er ecologisch aandachtsgebied ingericht moet worden en of er aan gewasdiversificatie moet worden voldaan. Meer informatie hierover vindt u in de stroomschema’s gewasdiversificatie en ecologisch aandachtsgebied op mijn.rvo.nl (pagina Gemeenschappelijk landbouwbeleid nieuw GLB). 6g1 Betalingsrechten Private Overeenkomst

U kunt een private overeenkomst opstellen voor: • het overdragen van het recht op betalingsrechten • het overdragen van referentiewaarde van 2014 via koop of huur Op mijn.rvo.nl vindt u meer informatie over private overeenkomsten.



6h Subsidiestelsel Natuur- en landschapsbeheer

Heeft u een aanvraag voor het Subsidiestelsel Natuur- en landschapsbeheer onderdeel agrarisch natuuren land schapsbeheer (SNL‑a) gedaan en wilt u hiervoor een betaal verzoek doen? Beantwoord dan deze vraag met ‘Ja’. Op het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer kunt u betaalverzoeken doen voor uw beheereenheden. Geef per beheereenheid in de kolom Betaalverzoek aan of u betaling voor die beheereenheid wilt. Vul hier voor ‘Ja’ of ‘Nee’ in. Controleer ook per beheer eenheid of in de kolom Omvang de juiste omvang staat. Klopt de omvang volgens u niet met de werkelijke situatie? Dan vult u in de kolom Aangepaste omvang de juiste omvang in. Zie hoofdstuk 1.5 verderop in deze toelichting en de invulinstructie achterop het formulier voor meer uitleg. Belangrijk: u vraagt hier alleen uitbetaling aan voor beheer eenheden waarvoor u SNL‑a heeft aangevraagd. Beheereen heden waarvoor u (P)SAN of (P)SN krijgt, geeft u hier niet op. Wanneer u een onbeheerde akkerrand als EA inzet, terwijl u hiervoor ook een SNL-betaling ontvangt, wordt de component ‘inkomstenderving’ vanuit de SNL niet betaald. Wanneer u een beheerde akkerrand als EA inzet, terwijl u hiervoor ook een SNL-betaling ontvangt, wordt niet alleen de component ’inkomstenderving’, maar ook de component ‘vergoeding voor beheer’ vanuit de SNL niet betaald. Op mijn.rvo.nl bij natuurbeheer agrarisch SNL vindt u hier meer informatie over.

7 Mest 7a Hogere fosfaatgebruiksnorm: fosfaatarme en -fixerende gronden

Voor fosfaatarme en -fixerende gronden kunt u per perceel gebruikmaken van een hogere fosfaatgebruiksnorm van 120 kg. U geeft bij dit onderdeel aan of u dat wilt voor uw bedrijf. Dit doet u elk jaar opnieuw. Kijk voor de voor waarden op mijn.rvo.nl. Op het formulier Opgave Percelen geeft u per perceel aan wat de PAL- en/of Pw-waarden zijn. Het analyserapport hoeft u niet op te sturen naar ons. U bewaart het in uw eigen administratie. 7b Beweiding 2015

De vragen in dit onderdeel zijn ervoor om te bepalen of u aan de voorwaarden voldoet om een andere stikstof gebruiksnorm voor grasland te mogen gebruiken. Er zijn speciale stikstofgebruiksnormen voor grasland en werkings coëfficiënten voor graasdierenmest (afhankelijk van of u dieren weidt of ze het hele jaar op stal laat staan). Er is sprake van grasland met beweiding als er dieren worden geweid. Dit wordt op bedrijfsniveau bepaald. De soorten grasland die meetellen bij deze vraag zijn: blijvend grasland (265) en tijdelijk grasland (266). Ingeschaarde dieren

Ingeschaarde dieren tellen ook mee. Hobbymatig gehouden dieren tellen niet mee.

6i Tegemoetkoming premie brede weersverzekering

Wanneer géén grasland met beweiding

Wilt u tegemoetkoming in de betaalde premie voor brede weersverzekering aanvragen, geef dit dan hier aan.

Er worden geen dieren geweid óf het aantal stuks jongvee van runderen (niet ouder dan twee jaar) dat geweid wordt is kleiner dan het aantal ouderdieren op het bedrijf. Meer informatie over beweiding en de verschillende gebruiksnormen binnen het mestbeleid vindt u op mijn.rvo.nl bij het onderwerp Mest.

6j Graasdierpremie

Sommige gronden tellen niet meer mee als subsidiabele landbouwgrond. Denk bijvoorbeeld aan heide, duinen en kwelders. Laat u deze gronden begrazen door schapen of zoogkoeien? Dan kunt u graasdierpremie aanvragen. Graasdierpremie geldt alleen voor vrouwelijk vleesvee. Heeft u ook melkkoeien, geef dan op de Opgave graasdieren aan voor welke runderen u de graasdierpremie aanvraagt. 6k Hennep

Aan het telen van hennep zijn specifieke voorwaarden verbonden als u op deze percelen uitbetaling van betalings rechten aanvraagt. Deze voorwaarden en een lijst van toegestane henneprassen staan op mijn.rvo.nl bij het onderwerp Subsidies. Volgnummers overnemen

Neem de volgnummers met gewascode 944 waarop u ook uitbetaling van betalingsrechten heeft aangevraagd over van het formulier Opgave Percelen. Vul alle gevraagde gegevens in.


7c Excretie 2015

Beantwoord deze vraag met ‘Ja’ als u van 1 januari tot en met 31 december 2015 gebruik maakt van de Handreiking bedrijfs specifieke excretie melkvee (BEX) of van een andere manier van vrije bewijsleer. Beantwoord deze vraag met ‘Nee’ als u gebruik maakt van de vastgestelde forfaits. Meer informatie over de Handreiking bedrijfsspecifieke excretie melkvee, vrije bewijsleer en forfaits vindt u op mijn.rvo.nl onder Mest. 7d Beweiding 2014

Vul deze vraag in als u uw melkkoeien op enig moment in het weideseizoen 2014 heeft geweid. U vult de vraag ook in als u een deel van uw koeien heeft geweid. U geeft aan hoeveel weken u de koeien heeft geweid en het aantal uren per etmaal. Maak hierbij onderscheid tussen het aantal weken dat dag en nacht en het aantal weken dat alleen overdag werd geweid.


Voorbeeld: als het grootste deel van de melkkoeien gedurende 14 weken dag en nacht werd geweid en gedurende 8 weken alleen overdag, dan vult u bij het aantal weken in het bovenste veld 14 in en in het onderste 8. Bovendien vult u telkens in hoeveel uren per etmaal er geweid is. 7e Mestbewerking en -verwerking

Beantwoord deze vraag met ‘Ja’ als u van 1 januari tot en met 31 december 2015 op uw bedrijf dierlijke mest bewerkt of verwerkt. Mestbewerking en -verwerking kent vele soorten en systemen: • composteren • mestscheiden • drogen en korrelen vaste mest • hygiëniseren • beluchting (nitrificatie/denitrificatie) • co-vergisting • scheiden/ultrafiltratie/omgekeerde osmose (MIC) • fosforrecycling • scheiden/verdampen/strippen/scrubben • mest verbranden Kijk voor een overzicht van alle soorten en systemen op www.mestverwerken.wur.nl. Dit overzicht wordt regelmatig bijgewerkt met nieuw ontwikkelde mestbewerking- en verwerkingsystemen. Beantwoord deze vraag met ‘Nee’ als u uw dierlijke mest niet bewerkt of verwerkt. Laat u mest verwerken door de mest te exporteren in het kader van de mestverwerkingsplicht? Vul dan Nee in, het gaat hier uitsluitend over bewerken en verwerken op uw eigen bedrijf.

Drijfmest

Dit is vloeibare mest bestaand uit een mengsel van uitwerpselen en urine van vee met mogelijk een kleine hoeveelheid stro en/of water. Indien u vaste mest heeft toegediend, vult u vraag 7h1 in. Indien u drijfmest heeft toegediend, vul dan vraag 7h2 tot en met 7h5 in. In geval van zowel vaste als drijfmest vult u 7h1 tot en met 7h5 in. 7h1 Vaste mest: werkresultaat mesttoediening

De som van beide kolomtotalen dient 100% te bedragen. Bovengronds toegediend, daarna ondergewerkt

De mest wordt bovengronds uitgereden en in een tweede werkgang ondergewerkt. 7h2 Drijfmest: werkresultaat mesttoediening

Beteeld bouwland, bouwland dat op het moment dat de mest wordt toegediend, beteeld is met een groeiend gewas. De som van de drie kolomtotalen dient 100% te bedragen Het percentage aanvoer via een sleepslang bedraagt – per kolom – maximaal het percentage zoals vermeld bij Totaal. Injecteur

Met een bouwlandinjecteur wordt de mest via injectie tanden in de bodem gebracht tot een diepte van vijf tot tien centimeter. Sleepvoet

Een sleepvoet legt de mest in smalle strookjes op de bodem. De afstand tussen de stroken mest is 15 tot 25 centimeter.

7f Mest toedienen

Het kan gaan om dierlijke mest die u zelf heeft toegediend. Ook mest toegediend door een ander (bijvoorbeeld een loonwerker) telt hier ook mee.

Zodenbemester

Een zodenbemester brengt de mest via sleufjes in de grond. De sleufdiepte is 3 tot 5 centimeter. De afstand tussen de sleufjes is 15 tot 25 centimeter.

Onbeteeld bouwland

Bouwland dat op het moment dat de mest wordt toegediend niet beteeld is.

Sleufkouter

Een sleufkouter is een tussenvorm van een sleepvoet en een zodenbemester

7g Toegediende mestsoorten Vaste mest

Dit zijn uitwerpselen van vee met mogelijk een kleine hoeveelheid urine. Deze mest is vaak vermengd met stro maar niet altijd.

7h3 Toediening op bouwland met een groeiend gewas (beteeld bouwland)

Beteeld bouwland: bouwland, dat op het moment dat de mest wordt toegediend, beteeld is met een groeiend gewas. 7h5 Drijfmest: de combinatie grondsoort en werk mesttoediening

De som van de percentages van alle grondsoorten tezamen per werkresultaat (per regel) dient 100% te bedragen.



1.3.1 Toelichting op de bijlage Opgave huisvesting

1.4 Opgave Percelen en bedrijfskaart

Vergund dieraantal

Nieuwe gewascodes

Voor rundvee, varkens, kippen , eenden en kalkoenen geeft u ook het aantal 'vergunde' dierplaatsen op. Het gaat hierbij om de (vergunde) ruimte die u heeft om deze dieren te huis vesten. Ook als de betreffende diersoort op 1 april 2015 niet meer of nog niet op het bedrijf aanwezig is. Tel eventuele dierplaatsen in gehuurde stallen ook mee. Heeft u huis vesting voor diersoorten die niet hierboven genoemd staan? Deze hoeft u niet op te geven.

Er zijn meerdere gewascodes gewijzigd. Kijkt u daarom eerst goed naar de gewijzigde gewascodetabel 2 voordat u begint met invullen.

Met 'vergund' wordt bedoeld het aantal dieren dat u mag houden op grond van uw omgevingsvergunning milieu of als u niet vergunningplichtig bent het aantal dieren waar voor u een melding op grond van het Activiteitenbesluit heeft gedaan. Mocht het aantal dieren dat u op grond van de Natuurbeschermingswet mag houden minder zijn, dan moet u dit aantal invullen. Als u minder dieren houdt vanwege de stoppersregeling in het kader van het Actieplan ammoniak en veehouderij, dan vult u toch het aantal dieren in dat is vermeld in uw omgevingsvergunning milieu of uw melding Activiteitenbesluit en niet het aantal dieren dat is vermeld in uw kennisgeving stoppersmaatregelen.

1.4.1 Wat gaat u doen?

Gemiddelde stalbezetting in 2014

Om de gemiddelde stalbezetting te berekenen gaat u uit van het aantal diermaanden in 2014 dat de dieren door u gehouden zijn; dit omvat dus ook de periode waarin sprake was van beweiding en de dieren dus niet (altijd) op stal stonden. U hoeft dus géén rekening te houden met het al dan niet op stal staan van de dieren voor de berekening. Voorbeeldberekening Stal A: 100 dieren gehouden gedurende 12 maanden in 2014 = 100 x 12 = 1.200 25 dieren gehouden gedurende 6 maanden in 2014 = 25 x 6 = 150 + Som van aantal diermaanden: 1.350 diermaanden Gemiddelde dieraantal 2014: 1.350/12 = 113 (afgerond op hele aantallen)

Biologisch of in omschakeling?

Is uw bedrijf biologisch, of bent u in omschakeling? U geeft op de Opgave Percelen met een cijfer per perceel aan of het perceel biologisch (1) of in omschakeling (2) is.

Op het formulier Opgave Percelen vult u gegevens in van alle percelen en landschapselementen (SNL‑a) in Nederland die u op 15 mei 2015 in gebruik of beheer heeft. Geef ook de percelen met tuinbouw open grond op. Voor tuinbouw zijn nieuwe gewascodes, gebruik de nieuwe gewascodes uit tabel 2a voor het opgeven van uw tuinbouw gewassen. Ligt uw perceel deels in het buitenland? Geef dan alléén het deel in Nederland op. Percelen in België die maximaal 25 km van de Nederlandse grens liggen en percelen in Duitsland die maximaal 20 km van de Neder landse grens liggen geeft u op bij onderdeel 5 (Bedrijfs oppervlakte) op het formulier Gecombineerde opgave 2015. Percelen die u op 15 mei 2015 niet zelf in gebruik heeft, maar bijvoorbeeld heeft verhuurd, geeft u niet op. Teken ook de bedrijfskaart in. Zorg ervoor dat de volgnummers in de ingetekende percelen op de bedrijfskaart overeenkomen met de volgnummers op het formulier Opgave Percelen. Heeft u meer percelen dan u kunt invullen op dit overzicht? Vraag dan een extra formulier Opgave Percelen aan bij RVO. nl: 088 042 42 42 (lokaal tarief ). Geef altijd de voor de teelt benodigde oppervlakte op

U geeft in de Gecombineerde opgave altijd de voor de teelt benodigde oppervlakte van een perceel op. De oppervlakte van bijvoorbeeld sloten en wegen hoort daar niet bij. Bij de beteelde oppervlakte hoort ook de oppervlakte die voor de teelt noodzakelijk is. Dit kunnen bijvoorbeeld (spuit)paden, voren, greppels, windhagen op fruitpercelen, kop- en wendakkers zijn.

Dit vult u in bij gemiddelde stalbezetting 2014 voor stal A. De berekening kan desgewenst ook op basis van dierweken worden uitgevoerd (dan te delen door 52).



Percelen tuinbouw open grond Fruit Wijndruiven

Vul alleen druiven in die voor de wijnproductie zijn bedoeld, ongeacht of u zelf betrokken bent bij de wijnproductie. Tafeldruiven

Geef tafeldruiven op bij Overige pit- en steenvruchten. Tafeldruiven voor wijnproductie geeft u op bij wijndruiven. Bloembollen en knollen Reizende bollenkraam

Wordt de gewasverzorging door de kraameigenaar uitgevoerd, dan geeft de kraameigenaar de gehuurde opper vlakte zelf op. Is de gewasverzorging in handen van degene die zijn land aan de kraameigenaar verhuurt, dan geeft de verhuurder de verhuurde oppervlakte op. Boomkwekerijgewassen en vaste planten

Ook andere wijzigingen kunnen van invloed zijn op het perceel. Bijvoorbeeld als bepaalde oppervlakten van het perceel (tijdelijk) niet voor landbouwactiviteiten worden gebruikt door struiken of opslag, of door langdurige niet-landbouwactiviteiten. Gebruik de bijbehorende gewascodes voor grond die door een teeltverbod of ontheffing onbeteeld is en voor land dat tijdelijk onbeteeld is door bijvoorbeeld de aanleg van leidingen. De gewascodes vindt u in Tabel 2a. Belangrijk bij subsidie voor agrarisch natuuren landschapsbeheer (SNL‑a) U vult op het formulier Opgave Percelen en op de bedrijfskaart niet alleen percelen in maar ook de land schapselementen waarvoor u een beheerpakket voor de SNL‑a heeft aangevraagd. Onder elke beheereenheid waarvoor u een betaalverzoek doet ligt namelijk een (deel van een) perceel of percelen of een landschaps element. De omvang van de beheereenheid mag niet groter zijn dan de oppervlakte van een perceel of percelen of een landschapselement. Kijk voor de land schapselementen die van toepassing zijn in Tabel 2a.

Pot- en containerveld

Op poten containerveld kunt u geen betalingsrechten laten uitbetalen. U geeft poten containerveld op het formulier Opgave Percelen op bij poten containerveld van het betreffende gewas. Siergroen van vaste planten

Verhandelt u alleen afgesneden bloemen of siergroen van vaste planten? Geef deze dan op met een van de gewascodes van de categorie. Wijzigingen

Klopt de intekening van het perceel of landschapselement niet meer met de situatie op 15 mei 2015? Als er iets is gewijzigd in de topografische grens van het perceel, bijvoor beeld door het aanleggen of dempen van een sloot of het bouwen of slopen van een schuur, dan geeft u dat aan ons door. Het gaat dan om veranderingen in de perceelsgrens die ook gevolgen hebben voor de grens van het topografische perceel. De topografische grens is dus ook gewijzigd. Belangrijk Het gaat zowel om wijzigingen die een vergroting van het perceel tot gevolg hebben als om wijzigingen die een verkleining van het perceel tot gevolg hebben. Als u een perceel intekent, dan mag de intekening alleen een topografische grens overschrijden als de oppervlakte van het perceel is vergroot door bijvoorbeeld het dempen van een sloot of het slopen van een schuur. Zie paragraaf 1.4.2 voor uitleg over wat we onder een topografisch perceel en een perceel verstaan.


1.4.2 Achtergrondinformatie Wat is een topografisch perceel?

Een topografisch perceel: • is een aaneengesloten oppervlakte landbouwgrond (bouwland, grasland, meerjarige gewassen) • ligt in Nederland • is begrensd door: −−landsgrenzen en/of zichtbare topografische grenzen zoals: −−wegen en paden −−bebouwing en installaties −−waterdelen −−sloten −−greppels die door hun minimale breedte en diepte de uitoefening van landbouwactiviteiten in de weg staan −−landschapselementen zoals: −−bomen(rijen) −−houtranden −−bosjes −−heggen −−rietzomen of kleine rietpercelen −−poelen, vennen en drassen −− terreinen die niet gebruikt worden als landbouwgrond zoals: −−sport- en recreatieterreinen −−tuinen en erfdelen −−opslagen −−paardenbak −−bermen −−stroken langs landingsbanen


• is beteelbaar met één of meerdere gewassen, inclusief braak gelegde grond • kan bestaan uit één of meerdere percelen, die bij één of meerdere ondernemers in gebruik zijn

Achtergrondinformatie mestbeleid

Voor de berekening van de gebruiksruimte telt alleen de beteelde oppervlakte landbouwgrond in Nederland mee. Natuurterrein binnen het mestbeleid

Op de bedrijfskaart zijn de grenzen van de topografische percelen in het groen aangegeven. Wat is een perceel?

Een perceel: • is een aaneengesloten stuk landbouwgrond • ligt in Nederland • ligt binnen een topografisch perceel • heeft één gebruikstitel • heeft één gewas • heeft één gebruiker Heeft u een stuk grond deels in eigendom, deels in erfpacht en verbouwt u er één gewas op? Dan zijn het twee percelen met elk een eigen volgnummer. De grenzen van uw geregistreerde percelen zijn oranje of groen (als de grens samenvalt met de topografische grens) afgedrukt. De percelen die u als gebruiker bij ons heeft geregistreerd, ziet u op de bedrijfskaart in het geel. Wat is een landschapselement (SNL‑a)?

Een landschapselement (SNL‑a) is een beheereenheid waarvoor subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer (SNL‑a) kan worden aangevraagd. Een beheereenheid is: • een aaneengesloten oppervlakte in ecologische zin • waar één beheerpakket of landschapselement in stand wordt gehouden of ontwikkeld Kijk voor de landschapselementen die van toepassing zijn in Tabel 2a. De landschapselementen waarvoor u SNL‑a heeft aangevraagd zijn roze afgedrukt op de bedrijfskaart. De grenzen van deze landschapselementen zijn ook roze. 1.4.3 Het formulier Opgave Percelen

Op het formulier Opgave Percelen geeft u per perceel of per landschapselement (SNL‑a) gegevens op die van toepassing zijn. Kolommen die niet voor u van toepassing zijn vult u niet in. U geeft ook per perceel aan of u subsidie wilt aanvragen en of u betalingsrechten wilt laten uitbetalen. U gebruikt de Opgave Percelen niet voor het betaalverzoek SNL‑a. Daarvoor gebruikt u het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer, waarop u per beheereenheid aangeeft of u daar een betaal verzoek voor indient. De uitleg per kolom vindt u op de achterkant van het formulier Opgave Percelen.


Voor het mestbeleid (gebruiksnormen, verplichte mestverwerking en verantwoorde groei melkveehouderij) vallen onder de definitie van natuurterrein: • Gronden met een (P)SN-beheerbeschikking of een (P)SN-functiewijzigingsbeschikking. • Terreinen van Staatsbosbeheer. Behalve als de pacht overeenkomst met een agrarisch ondernemer al geldig was op het moment van de overdracht van Bureau Beheer Landbouwgronden aan Staatsbosbeheer. Als uit het pachtcontract met Staatsbosbeheer nadrukkelijk blijkt dat er geen beperkingen gelden voor wat betreft het gebruik van meststoffen en de betreffende grond normaal landbouwkundig gebruikt mag worden kan er sprake zijn van landbouwgrond. In dat geval mag u deze landbouwgrond meerekenen voor de berekening van de gebruiksruimte en geeft u deze landbouwgrond op met de gewascode die hoort bij de teelt. • Percelen die u pacht van een natuurbeschermings organisatie, zoals de vereniging Natuurmonumenten, provinciale landschappen en Staatsbosbeheer. Het beheren van natuurterrein is één van de doelstellingen van deze organisaties. Als echter uit het pachtcontract nadrukkelijk blijkt dat er geen beperkingen gelden voor wat betreft het gebruik van meststoffen en de betreffende grond normaal landbouwkundig gebruikt mag worden, kan er sprake zijn van landbouwgrond. In dat geval mag u deze landbouwgrond meerekenen voor de berekening van de gebruiksruimte en geeft u deze landbouwgrond op met de gewascode die hoort bij de teelt. Deze situatie geldt ook als het een pachtovereen komst betreft dat al geldig was op het moment van de overdracht van Bureau Beheer Landbouwgronden aan Staatsbosbeheer. Kijk goed of uw perceel voldoet aan de bovenstaande omschrijving en bepaal aan de hand daarvan uw gebruiks ruimte. Percelen van een natuurbeschermingsorganisatie kunnen bijvoorbeeld ook vallen onder de gewascodes: Grasland, natuurlijk (331, 332), Natuurterreinen inclusief heide (335). Percelen die voor het mestbeleid binnen de definitie van natuurterrein vallen, mag u niet meetellen voor de gebruiksruimte. Als er beheerafspraken zijn gemaakt staat daar in vermeld of er bemest mag worden en hoeveel. Zijn er geen beheerafspraken gemaakt, dan zijn de regels over de hoogte van de bemesting uit het Besluit gebruik meststoffen van toepassing.


Wat geeft u wel op in uw Gecombineerde opgave, maar telt u niet mee als landbouwgrond voor de gebruiksnormen? • Natuurterreinen. Hieronder vallen (P)SN-gronden (Subsidie Natuurbeheer), Grasland, natuurlijk hoofd functie natuur (332), Natuurterreinen inclusief heide (335) en Bos, blijvend, met herplantplicht (1936). • Alle grond die u op basis van Natuurpacht (gebruiks code 11) in gebruik heeft. • Teeltvrije zones. • Grond onder de niet-grondgebonden teelten, zoals substraatteelten en containerteelten. U houdt dit bij in uw eigen administratie. Voor de gebruiks normen telt natuurterrein niet mee, maar voor het stelsel van verplichte mestverwerking en verantwoorde groei melkveehouderij wel.

Derogatie

Eén van de voorwaarden voor derogatie is dat minimaal 80% van uw totale oppervlakte landbouwgrond, wat tot uw bedrijf behoort, gedurende 15 mei tot en met 15 september grasland is. Hoe berekenen wij of u over minimaal 80% grasland beschikt om in aanmerking te komen voor derogatie? Berekening percentage grasland

Het percentage grasland is de totaal opgegeven oppervlakte grasland gedeeld door de totaal opgegeven oppervlakte landbouwgrond. De totale oppervlakte grasland is het totaal van de oppervlakte van: • Blijvend grasland (gewascode 265) • Tijdelijk grasland (266) • Faunaranden grasland (333, 334, 370 en 372) • Natuurlijk grasland met hoofdfunctie landbouw (331)

Grond beschikbaar voor bemesting

Eén van de voorwaarden voor derogatie is dat minimaal 80% van uw totale oppervlakte landbouwgrond, die voor het op of in de bodem brengen van dierlijke mest beschikbaar is, bestaat uit grasland voor ruwvoerteelt. Dit betekent dat de grond daadwerkelijk bemest moet kunnen worden. Gronden waarop geen mest mag worden gebracht, of gronden die praktisch gezien niet bemest kunnen worden, kunnen dan ook niet meetellen voor de totale oppervlakte landbouwgrond in het kader van derogatie. Beweiding wordt hier gezien als het op de bodem brengen van mest stoffen. Landbouwgrond met een agrarisch natuur- of landschapsbeheer, waarop volgens het beheersregime niet mag worden bemest en beweid, telt niet mee voor derogatie. Hier geldt de reguliere gebruiksnorm van 170 kg stikstof.

De totale oppervlakte landbouwgrond is de totale oppervlakte grond verminderd met de oppervlakte van: • Natuurlijk grasland met hoofdfunctie natuur (gewascode 332) • Overige natuurterreinen, inclusief heide (335) • Bos, blijvend, met herplantplicht (1936) • Alle grond met gebruikscode 11, Natuurpacht • Teeltvrije zones • Niet-grondgebonden teelten, zoals substraatteelten, containerteelten en tijdelijk onbeteelde grond (gewascode 2033) • Landschapselementen (exclusief gewascode 2628) • Definitief aan de landbouw onttrokken cultuurgrond (1574) Achtergrondinformatie betalingsrechten

Mestverwerkingsplicht en verantwoorde groei melkveehouderij

Voor de mestverwerkingsplicht en verantwoorde groei melkveehouderij telt de volgende grond mee: • Landbouwgrond (inclusief grasland, natuurlijk hoofdfunctie landbouw (331) • Natuurterrein, Grasland, natuurlijk hoofdfunctie natuur (332), Natuurterreinen inclusief heide (335). Voor de hoeveelheid kg fosfaat wat op deze grond mag volgens het beheerregime • Natuurpacht (gebruikscode 11) • Hoogstamboomgaard (2628) Voor mestverwerkingsplicht en verantwoorde groei melkveehouderij telt de volgende grond niet mee: • Niet-gebonden teelten zoals substraatteelten en containerteelten • Definitief aan de landbouw onttrokken cultuurgrond • Bos, blijvend, met herplantplicht (1936) • Onbeteelde grond, tijdelijk (2033) • Landschapselementen met uitzondering van hoogstamboomgaard (2620 t/m 2635 m.u.v. 2628) • Teeltvrije zones


De toeslagrechten vervallen per 31 december 2014. In 2015 komt er een nieuw systeem van rechten, namelijk de betalingsrechten. Deze betalingsrechten worden in 2015 toegekend. Er komt een overgangsperiode tot 1 januari 2019. De afbouw en de opbouw van het bedrag naar een gelijk bedrag per hectare voor elke landbouwer is dan geleidelijk. Het aantal betalingsrechten wordt bepaald op basis van het aantal hectares subsidiabele landbouwgrond dat gebruikt wordt op 15 mei 2015. Op mijn.rvo.nl bij Gemeenschappelijk landbouwbeleid nieuw GLB vindt u meer informatie over betalingsrechten. 1.4.4 Intekenen bedrijfskaart

De percelen en landschapselementen (SNL‑a) die u invult op het formulier Opgave Percelen tekent u ook in op de bedrijfskaart. Hieronder vindt u informatie over het intekenen van uw percelen en uw landschapselementen.


Niet alle percelen en landschapselementen op de bedrijfskaart?

Perceel intekenen

Staan niet alle percelen en landschapselementen (SNL‑a) op de bedrijfskaart, vraag dan een extra bedrijfskaart aan. Dat kan bij RVO.nl. Houd uw relatienummer bij de hand. Na ongeveer vijf werkdagen heeft u de bedrijfskaart in huis. U kunt ook uw opgave via internet doen. U hoeft dan niet te wachten op een nieuwe bedrijfskaart, maar kunt direct opgave doen van al uw percelen en landschapselementen.

Als u percelen van een ander in gebruik neemt, zijn ze niet geel voorgedrukt op de kaart. Deze percelen hoeft u niet in te tekenen, het invullen van een volgnummer is voldoende.

Percelen intekenen Uitleg kaart

De percelen die u als gebruiker bij ons heeft geregistreerd, zijn in kleur (geel) weergegeven op de bedrijfskaart. De grenzen van deze percelen zijn oranje afgedrukt. Valt een perceelsgrens samen met een topografische grens, dan is de grens groen afgedrukt. Wij gaan uit van de registratie van uw percelen op 15 maart 2015.

Wijzigen van perceelsgrenzen

Komen de bedrijfskaart en de voorgedrukte perceelsgrenzen niet overeen met de situatie op 15 mei 2015? Bijvoorbeeld als er kortgeleden een ruilverkaveling is geweest, een nieuwe weg is aangelegd of een sloot is gedempt. Zet dan met een blauwe pen kleine dwarsstreepjes door de grens die vervalt. Teken vervolgens het perceel in zoals het in werkelijkheid is. Bepaal de voor de teelt benodigde oppervlakte van het perceel en zet deze oppervlakte in de kolom Oppervlakte op het formulier Opgave Percelen. Gaat het om een wijziging in de perceelsgrens die gelijk loopt met de grens van het topografische perceel? En is de topgrafische grens hierdoor dus ook gewijzigd? Dan zet u een vinkje op het formulier Opgave Percelen in de kolom Referentieperceel niet actueel.

Voorgedrukte oppervlakte

In elk topografisch perceel staat de topografische opper vlakte van dat perceel voorgedrukt. De geconstateerde oppervlaktes van de percelen die u als gebruiker bij ons heeft geregistreerd, staan niet voorgedrukt. Volgnummer invullen

Zet eerst in al uw percelen die helemaal zijn omlijnd met perceelsgrenzen (oranje) en/of topografische grenzen (groen) het volgnummer dat correspondeert met het volgnummer op het formulier Opgave Percelen. Alleen percelen waar u een volgnummer in zet, worden in uw opgave geregistreerd. Geef alleen de percelen op die u op 15 mei 2015 in gebruik heeft. Heeft u het perceel niet meer in gebruik, maar staat deze wel geel gekleurd op de bedrijfskaart weergegeven? Vul dan géén volgnummer in. Dan wordt dit perceel niet bij u geregistreerd. U hoeft niet apart aan te geven dat u dit perceel niet meer gebruikt.

Voorbeeld corrigeren van perceelsgrenzen Niet-beteelbare oppervlakten

Oppervlakten die niet beteeld kunnen worden, zoals wegen en paden, bebouwing, bomen(rijen) en houtwallen, mogen geen onderdeel zijn van de perceelsoppervlakte. Niet-beteelbare oppervlakten buiten een perceel vallen buiten de groene lijnen. Niet-beteelbare oppervlakten in een perceel zijn groen omlijnd.

Voorbeeld volgnummer invullen



op bij onderdeel 5 (Bedrijfsoppervlakte) op het formulier Gecombineerde opgave 2015. Windhagen

Windhagen zijn heggen, hagen of coniferen rondom een fruitkwekerij. Deze windhagen hebben als functie het voorkomen van emissie van bestrijdingsmiddelen naar de sloten en het beschermen van de fruitbomen tegen de wind. Windhagen rondom een fruitkwekerij horen bij de beteel bare oppervlakte van het perceel. Ligt er oppervlakte aansluitend aan de buitenkant van de windhaag en is deze oppervlakte niet groen omlijnd? Teken deze oppervlakte dan ook in bij het perceel op de kaart. Voorbeeld niet-beteelbare oppervlakten Zijn er niet-beteelbare oppervlakten in uw perceel, en zijn deze oppervlakten niet groen omlijnd (zie hierboven)? Teken dan de grenzen van deze niet-beteelbare oppervlakten op de kaart. Is het lastig om bijvoorbeeld een kavelpad of een houtwal te tekenen? Teken dan het perceel volledig in, inclusief het kavelpad of de houtwal. U brengt vervolgens de niet-beteelbare oppervlakte in mindering op de beteelbare oppervlakte.

Blijvend grasland op de kaart

Op de kaart ziet u met een groene arcering de percelen met Blijvend grasland - 5 jaar en Blijvend grasland - 6 jaar. Is het perceel gearceerd als Blijvend grasland – 5 jaar, dan wordt het perceel bij een direct opvolgende opgave met gras gezien als blijvend grasland. Staat er een ‘6’ in uw perceel, dan wordt dit perceel nu al gezien als blijvend grasland.

Gewasstrook of faunarand

Teken een strook op dezelfde manier in als uw percelen en plaats het corresponderende volgnummer van het formulier Opgave Percelen in het perceel. Een millimeter op de bedrijfskaart is vijf meter in werkelijkheid. Teken nauwkeurig in want het is nodig dat de oppervlakte van een perceel op de bedrijfskaart overeen komt met de oppervlakte die u opgeeft op het formulier. Voorbeeld Blijvend grasland Blijvend grasland - 5 jaar Blijvend grasland - 6 jaar In Mijn percelen kunt u de volledige kaart van blijvend grasland bekijken (in het tabblad Raadplegen bij Legenda). Ook vindt u op mijn.rvo.nl meer informatie over blijvend grasland en de bijbehorende kaartlaag. Gewascodes bij blijvend en tijdelijk grasland

Voorbeeld gewasstrook of faunarand Percelen in buitenland

Percelen die (deels) in het buitenland liggen, tekent u niet in. Teken alleen het gedeelte van het perceel in dat in Nederland ligt. Percelen in België die maximaal 25 km van de Nederlandse grens liggen en percelen in Duitsland die maximaal 20 km van de Nederlandse grens liggen geeft u 18 | Toelichting bij de Gecombineerde opgave 2015

Wanneer u uw percelen opgeeft, controleer dan ook of u het juiste gewas opgeeft. Is er op uw perceel sprake van blijvend grasland zoals hierboven uitgelegd? Maak dan gebruik van deze gewascodes: • ‘Blijvend grasland’ (265) • ‘Grasland, natuurlijk. Hoofdfunctie landbouw’ (331) • ‘Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend gras’ (333) • ‘Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend gras’ (334)


Onderstaande oppervlakten zijn niet-beteelbaar en maken geen deel uit van de oppervlakte van een topografisch perceel: • Wegen en paden. Dit zijn wandelpaden, betonpaden en toegangswegen die speciaal bedoeld zijn om bij een erf of een weg te komen. Toegangswegen kunnen zowel verhard als (deels) onverhard zijn zoals zand paden of paden die bestaan uit puin en stenen. Bermen maken ook geen deel uit van de beteelde oppervlakte. • Bebouwing en installaties. Gebouwen (aard- en nagel vast), vanaf 10 m2, inclusief erf, molens en wind turbines, gaswinningstations en fakkeltorens. • Greppels die door hun minimale breedte en diepte de uitoefening van landbouwactiviteiten in de weg staan (dieren kunnen er niet doorheen lopen). • Bomen(rijen) vanaf een lengte van 50 meter. • Houtranden. Houtsingels, hagen en houtwallen begroeid met loofhout of naaldhout. • Bosjes en losse bomen. Bosjes vanaf een oppervlakte van 50 m2. Losse bomen op de grens van het land bouwperceel worden ook uitgesloten. Losse bomen die verspreid over het perceel staan en het aantal

bomen is minder dan 50 per hectare tellen wel mee als beteelde oppervlakte. • Heggen vanaf een lengte van 50 meter en een minimale oppervlakte van 50 m2. • Rietzomen of kleine rietpercelen. Dit is een lange gras achtige vegetatie die vaak langs waterkanten voorkomt. • Poelen, vennen, moerassen en waterdelen. Dit zijn alle wateroppervlakten die zijn aangelegd of op natuurlijke wijze zijn ontstaan. Ondergelopen land (door een natte periode) maakt wel onderdeel uit van de beteelbare oppervlakte. • Opslagen. Dit zijn kuilvoeropslagen, mestopslagen (platen, bassins, silo’s), grond, zand, afval en machines als deze oppervlakte al langer dan een jaar niet is gebruikt als landbouwgrond en/of niet in • ‘goede land-, bouwen milieuconditie is gehouden. Losse kuilbalen maken wel onderdeel uit van de beteelbare oppervlakte. • Paardenbakken. Meer hierover leest u op mijn.rvo.nl bij het onderwerp Grond.

Wordt uw perceel gezien als tijdelijk grasland, dan maakt u gebruik van deze gewascodes: • ‘Tijdelijk grasland’ (266) • ‘Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras’ (370) • ‘Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras’ (372) Intekenen landschapselementen (SNL‑a) Uitleg kaart

De landschapselementen waarvoor u een beheerpakket subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer (SNL‑a) heeft aangevraagd zijn in roze weergegeven op de bedrijfs kaart. De grenzen van uw geregistreerde landschaps elementen zijn ook roze afgedrukt. Ook als deze samenvallen met de topografische grens. Volgnummer invullen

Zet in al uw landschapselementen die in de kleur roze zijn weergegeven het volgnummer dat correspondeert met het volgnummer op het formulier Opgave Percelen. Is het ingetekende landschapselement te klein om er een volgnummer in te zetten? Zet het volgnummer dan naast het landschapselement en teken een kleine pijl van het landschapselement naar het bijbehorende volgnummer. Alleen landschapselementen waar u een volgnummer in zet worden in uw opgave geregistreerd.


Voorbeeld volgnummer in klein landschapselement Geef alleen de landschapselementen op die u op 15 mei 2015 in beheer heeft. Heeft u het landschapselement niet meer in beheer, maar staat deze nog wel roze gekleurd op de bedrijfs kaart? Vul dan géén volgnummer in. Dan wordt dit land schapselement niet bij u geregistreerd. U hoeft niet apart aan te geven dat u dit landschapselement niet meer gebruikt.


Corrigeren voorgedrukte landschapselementen (SNL‑a)

Komen de bedrijfskaart en de voorgedrukte landschaps elementen (SNL‑a) niet overeen met de situatie op 15 mei 2015? Zet dan met een blauwe pen kleine dwarsstreepjes door de grens die vervalt. Teken vervolgens het landschaps element in zoals het in werkelijkheid is. Bepaal de opper vlakte van het landschapselement en zet deze in de kolom Oppervlakte op het formulier Opgave Percelen. Is de opper vlakte van het landschapselement kleiner dan 0,01 ha? Dan hoeft u geen oppervlakte in te vullen bij dit landschaps element. Intekenen nieuwe landschapselementen (SNL‑a)

Heeft u landschapselementen in beheer genomen, waarvoor de vorige beheerder een beheerpakket subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer (SNL‑a) heeft aangevraagd? Dan zijn deze beheereenheden niet in roze voorgedrukt op de kaart. Als de intekening klopt, hoeft u alleen een volgnummer in te vullen. Zijn de land schapselementen nog niet ingetekend of zijn de grenzen gewijzigd? Teken ze dan zelf zo nauwkeurig mogelijk in met een blauwe pen. Hou rekening met eventuele wijzigingen die u heeft doorgevoerd in uw percelen en die van invloed zijn op de oppervlakte en de ligging van de landschaps elementen. U vult de oppervlakte van het landschaps element in op het formulier Opgave Percelen (kolom 2). Is de oppervlakte van het landschapselement kleiner dan 0,01 ha? Dan hoeft u geen oppervlakte in te vullen bij dit landschapselement. Belangrijk bij subsidie voor agrarisch natuuren landschapsbeheer (SNL‑a)

Vergeet het verzoek voor uitbetaling niet. Dit doet u op het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer. Zie paragraaf 1.5.

1.5 Uitbetaling subsidie agrarisch natuur- en landschapsbeheer en Kaart beheereenheden (SNL‑a) 1.5.1 Wat gaat u doen?

Wilt u uitbetaling aanvragen voor uw beheereenheden subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer (SNL‑a)? Vul dan het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer in. Hierop staan de beheer eenheden die aan u toegewezen zijn. Het kan zijn dat uw subsidieaanvraag nog in behandeling is en dat u de aangevraagde gegevens ziet. Op de achterkant staat hoe u dit kunt herkennen en wat dat voor u betekent. Op dit formulier geeft u voor elke beheereenheid aan of u een betaalverzoek wilt doen door ‘Ja’ of ‘Nee’ aan te kruisen. Op de Kaart beheereenheden (SNL‑a) ziet u de intekening van deze beheereenheden.


1.5.2 Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer

Geef per beheereenheid in de kolom Betaalverzoek aan of u voor die beheereenheid uitbetaling van de subsidie wilt aanvragen door ‘Ja’ of ‘Nee’ aan te kruisen. Nieuwe beheereenheden

Heeft u na 1 januari 2015 beheereenheden overgenomen van een andere persoon die SNL‑a heeft aangevraagd? Deze beheereenheden staan misschien nog niet op het formulier en op de Kaart beheereenheden (SNL‑a). U kunt ze zelf toevoegen. Hoe u dat doet leest u in de invulin structie achter op het formulier. Ook voor deze beheer eenheden geeft u aan of u uitbetaling van de subsidie wilt. Beheereenheden vroegtijdig beëindigd? Geen betaalverzoek.

Heeft u uw SNL-beheer met bouwlandpakketten beëindigd om dubbele betaling te voorkomen? Of heeft u uw volledige beheerpakketten beëindigd vanwege de gewijzigde basis voorwaarden per 1 januari 2015? U moet dan géén betaal verzoek doen voor de beheereenheden die beëindigd zijn. Het kan zijn dat u ondanks de beëindiging deze beheer eenheden nog wel ziet op het formulier. Let u erop dat u voor die beheereenheden géén betaalverzoek doet. Afgewezen beheereenheden

Heeft u een beheereenheid die volledig is afgewezen en waarvoor u een bezwaarschrift heeft ingediend of dit nog gaat doen? Doe dan wel een betaalverzoek voor deze beheereenheid. Deze beheereenheden staan niet op het formulier en op de Kaart beheereenheden (SNL‑a). U kunt ze zelf toevoegen. Hoe u dat doet leest u in de invul instructie achter op het formulier. Ook voor deze beheer eenheden geeft u aan of u uitbetaling van de subsidie wilt. Omvang controleren

U bent zelf verantwoordelijk voor de opgave van de juiste omvang van een beheereenheid. Het is mogelijk dat de omvang die in de kolom Omvang staat, niet juist is. Controleer per beheereenheid de voorgedrukte omvang. Klopt de omvang volgens u niet met de werkelijke situatie? Geef dan eerst de reden hiervan aan. Zie Tabel 6. Vul dan in de kolom Aangepaste omvang de juiste omvang in. Heeft u een individuele aanvraag gedaan? Dan is deze aangepaste omvang leidend voor uw subsidieaanvraag SNL‑a. Heeft u een collectieve aanvraag gedaan voor weidevogelgebieden? Dan is deze aangepaste omvang leidend voor uw betaalverzoek.


Onder elke beheereenheid ligt een (deel van een) perceel of percelen of een landschapselement. De omvang van de beheereenheid mag niet groter zijn dan de oppervlakte van dit perceel of percelen of landschapselement. Hou dus ook rekening met eventuele wijzigingen die u heeft doorgevoerd op uw percelen en landschapselementen op de bedrijfskaart (zie paragraaf 1.4). Beheereenheden overgedragen

Heeft u beheereenheden overgedragen? Doe alleen een betaalverzoek voor beheereenheden waarvan u op 15 mei de beheerder bent.

Komen er in het gebied op de Kaart beheereenheden (SNL‑a) beheereenheden voor die zijn toegewezen aan een andere relatie? Deze staan ook op de Kaart beheereenheden (SNL‑a) en herkent u aan de oranje grenzen. Er staan geen volgnummers voorgedrukt in deze beheereenheden. Heeft u zo’n beheereenheid overgenomen en heeft u deze op het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer ingevuld met een betaalverzoek? Zet dan het volgnummer in de betreffende beheereenheid op de Kaart beheereenheden (SNL‑a). Is de beheereenheid te klein om er een volgnummer in te zetten? Zet het volgnummer dan naast de beheereenheid en teken een kleine pijl van de beheereenheid naar het bijbehorende volgnummer.

1.5.3 Kaart beheereenheden (SNL‑a) Niet alle beheereenheden op de Kaart beheereenheden (SNL‑a)? Wat staat er op de Kaart beheereenheden (SNL‑a)?

Op de Kaart beheereenheden (SNL‑a) staan de beheereen heden die aan u zijn toegewezen. Het kan zijn dat uw subsidieaanvraag nog in behandeling is en dat u de aangevraagde gegevens ziet. Op de achterkant van het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer staat hoe u dit kunt herkennen en wat dit voor u betekent. De beheereenheden zijn weergegeven in de kleur roze. De grenzen zijn met een roze lijn afgebeeld. RVO.nl heeft in de beheereenheden die aan u zijn toegewezen een volgnummer voorgedrukt. Dit volgnummer komt overeen met het volgnummer in de eerste kolom op het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer.

Staan niet alle beheereenheden op de Kaart beheereenheden (SNL‑a)? Vraag dan een extra Kaart beheereenheden (SNL‑a) aan. Dat kan bij RVO.nl Hou uw relatienummer bij de hand. Na ongeveer vijf werkdagen heeft u de Kaart beheereen heden (SNL‑a) in huis. U kunt uw opgave ook via internet doen. U hoeft dan niet te wachten op een nieuwe Kaart beheereenheden (SNL‑a), maar u kunt direct uw nieuwe beheereenheden opgeven.

Voorbeeld overgenomen beheereenheid

Voorbeeld beheereenheden met volgnummer



2 Wanneer is uw opgave compleet?



Welke onderdelen stuurt u terug?

Uw opgave is compleet als u de volgende stukken ingevuld opstuurt. Zorg ervoor dat wij de complete opgave uiterlijk 15 mei 2015 van u hebben ontvangen. • Formulier Gecombineerde opgave 2015 met handtekening • Formulier Opgave Percelen en bedrijfskaart(en) als u grond in gebruik heeft op 15 mei 2015 • Formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuuren landschapsbeheer en eventueel Kaart(en) beheereenheden (SNL‑a) als u uitbetaling van deze subsidie wilt aanvragen • Opgave Graasdieren als u graasdierpremie aanvraagt • Opgave Huisvesting als u huisvesting voor rundvee, varkens, kippen, eenden of kalkoenen heeft • Opgave volgteelten als u volgteelten teelt • Bijlagen die van toepassing zijn Kortingsperiode 2015

De kortingsperiode loopt van 19 mei tot en met 12 juni 2015. Ontvangen wij in deze periode een deel van uw opgave, bijvoorbeeld de bijlagen bij een subsidieaanvraag? Dan krijgt u per werkdag 1% korting op het bedrag van de subsidie waar de bewijsstukken over gaan. Ontvangen wij uw hele opgave na 12 juni 2015, dan wordt uw aanvraag voor de bedrijfstoeslag of subsidie afgewezen. Op mijn.rvo.nl leest u hier meer over.



3 Meer informatie



Heeft u vragen over de informatie in deze toelichting? Kijk dan op mijn.rvo.nl. U kunt ook contact opnemen met RVO.nl: 088 042 42 42 (lokaal tarief ). Dit nummer kunt u ook gebruiken vanuit het buitenland. U belt dan voor het tarief dat geldt voor dat land. Openbaarmaking subsidiegegevens

Vraagt u een subsidie van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) aan? Ieder jaar publiceren wij voor de subsidies van het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) uw volledige naam, de subsidies die u ontvangt en het bedrag op www.rijksoverheid.nl. Dit zijn wij verplicht. U kunt hiertegen bezwaar maken. Van natuurlijke personen die in 2015 een subsidie ontvangen van € 1.250 of minder worden de naam- en adresgegevens niet getoond. Foutieve gegevens kunt u laten corrigeren. Hoe u dat kunt doen en waarom wij gegevens publiceren, leest u op mijn.rvo.nl. Waarom openbaarmaking?

Een GLB-subsidie is een Europese subsidie. De gegevens worden openbaar gemaakt om de transparantie over het gebruik van de Europese landbouwfondsen te vergroten. En om een goed financieel beheer van die fondsen te bevorderen. Naast de openbaarmaking op internet, gaan uw gegevens ook naar de Europese Commissie. Zij gebruikt deze gegevens om de declaratie van EZ op juistheid te controleren. De Europese Rekenkamer, het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) en de Algemene Rekenkamer kunnen deze gegevens ook inzien. Met de financiële controle beschermen zij de financiële belangen van de Europese lidstaten.


Uw rechten

U kunt bezwaar maken tegen de publicatie van uw gegevens. Eén keer per jaar, begin april, wordt de openbaarmaking in de Staatscourant en op www.rijksoverheid.nl aangekondigd. Daar staat ook bij hoe u bezwaar kunt maken. U kunt ook inzage vragen in uw gegevens die voor de subsidie zijn verwerkt en u kunt deze laten corrigeren. Dit mag op grond van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Voor welke subsidies geldt dit?

Binnen de Gecombineerde opgave geldt dit voor alle GLB‑subsidies waar u de aanvrager voor bent. • Uitbetaling van betalingsrechten en de vergroeningsbetaling • Extra betaling jonge landbouwers • Graasdierpremie • Subsidie natuuren landschapsbeheer, onderdeel agrarisch natuuren landschapsbeheer (SNL‑a) • Tegemoetkoming premie brede weersverzekering


Bijlagen Tabel 1 Gebruikscodes Deze tabel heeft u nodig bij het formulier Opgave Percelen. Categorie

Gebruikstitel

Code

Kenmerk

Omschrijving

Eigendom

Eigendom

01

Opgenomen in Kadaster

U bent eigenaar van het gewasperceel en ook als zodanig geregistreerd bij het Kadaster. Ook grond in vrucht gebruik en recht van beklemming (zakelijk recht dat de gerechtigde de bevoegdheid geeft om de grond van een ander te gebruiken in en rond de provincie Groningen) geeft u met deze code op.

Erfpacht

Erfpacht

09

Een zakelijk recht dat de erfpachter de bevoegdheid geeft om een onroerende zaak van een ander te houden en te gebruiken (art. 65, Boek 5 Burgerlijk Wetboek).

Pacht, (goedgekeurd Reguliere pacht door of geregistreerd bij de Grondkamer):

02

Looptijd ≥ 6 jaar

Door de Grondkamer goedgekeurde pachtovereenkomst. De overeenkomst heeft een looptijd van zes jaar of langer (art. 325, lid 1 en 2, titel 7.5 (Pacht) Burgerlijk Wetboek).

Reguliere pacht kortlopend

61

Looptijd < 6 jaar

Een door de Grondkamer goedgekeurde pachtover eenkomst die voor een kortere duur is aangegaan dan die van een reguliere pachtovereenkomst (gebruikscode 02), waarbij gepacht wordt van:: – een openbaar lichaam. Het gaat hierbij om grond met een geldende niet-agrarische bestemming (art. 385, titel 7.5 (Pacht) Burgerlijk Wetboek) – elke andere verpachter, mits een datum van beëindiging is vastgesteld (art. 325, lid 3, titel 7.5 (Pacht) Burgerlijk Wetboek)..

Eenmalige pacht

62

Looptijd tussen 1 en 12 jaar

Kortlopende pacht voor los land voor een periode langer dan één jaar maar maximaal twaalf jaar. De ingangs datum ligt vóór 1 september 2007 en is goedgekeurd door de Grondkamer. Is de ingangsdatum 1 september 2007 of later, gebruik dan gebruikscode 12 of 13. De verpachter kon slechts één keer voor maximaal twaalf jaar deze pachtovereenkomst voor een perceel afsluiten. Kortere aaneensluitende pachttermijnen van ten minste één jaar (aan dezelfde of verschillende pachters) waren ook mogelijk, echter in totaal tot maximaal twaalf jaar (art. 70f, lid 5, Pachtwet).

Teeltpacht

63

Looptijd maximaal 1 jaar of maximaal 2 jaar

Kortlopende pacht voor los land voor één- of tweejarige teelten waarvoor een vruchtwisseling noodzakelijk is. De overeenkomst moet door de Grondkamer zijn geregistreerd. De overeenkomst heeft een afgesproken duur van maximaal één jaar bij een éénjarige teelt of maximaal twee jaar bij een tweejarige teelt (art. 396, lid 1, titel 7.5 (Pacht) Burgerlijk Wetboek).

Pacht van geringe oppervlakten

10

Oppervlakte maximaal 1 ha of maximaal 50 are

Pachtovereenkomsten voor los land met een totale oppervlakte van 1 hectare of minder, met uitzondering van tuinland in Noord-Holland en Zuid-Holland waarvoor het maximum 50 are is. Deze overeenkomsten hoeven niet door de Grondkamer te zijn goedgekeurd (art. 395, titel 7.5 (Pacht) Burgerlijk Wetboek).



Categorie

Overige gebruikstitels

Gebruikstitel

Code

Kenmerk

Omschrijving

Verpachting binnen reservaten (natuurpacht)

11

Looptijd 6 jaar of met goedkeuring Grondkamer korter

Een door de Grondkamer goedgekeurde pachtovereen komst waarin verplichtingen zijn opgenomen met het oog op natuuren landschapsbehoud. Tegenover de beheersverplichtingen van de pachter moet een vergoeding staan (art. 388-394, titel 7.5 (Pacht) Burgerlijk Wetboek).

Geliberaliseerde pacht, langer dan 6 jaar

12

Looptijd > 6 jaar

Een door de Grondkamer goedgekeurde pacht overeenkomst voor los land voor langer dan zes jaar (art. 397, lid 2, titel 7.5 (Pacht) Burgerlijk Wetboek).

Geliberaliseerde pacht, 6 jaar of korter

13

Looptijd ≤ 6 jaar

Een door de Grondkamer goedgekeurde pacht overeenkomst voor los land voor zes jaar of korter (art. 397, lid 1, titel 7.5 (Pacht) Burgerlijk Wetboek).

In gebruik van een terreinbeherende organisatie

03

Schriftelijke overeenkomst (geen pacht) met een terreinbeherende organisatie.

Tijdelijk gebruik in het kader van de landinrichting

04

Tijdelijk gebruik van gronden binnen landinrichting (art. 45 Wet inrichting landelijk gebied of art. 189 van de Landinrichtingswet). Of een door de reconstructie commissie afgegeven jaaropgave van het grondgebruik (art. 46, lid 4 van de Reconstructiewet Midden-Delfland). Of een door de herinrichtingscommissie afgegeven jaaropgave van het grondgebruik (art. 28, lid 4 van de Herinrichtingswet Oost-Groningen en de GroningsDrentse Veenkoloniën).

Overige exploitatievormen

07

Grond waarvan u de gebruiker bent, maar waarbij de overige gebruikscodes niet van toepassing zijn (bijvoorbeeld mondelinge overeenkomst of grond gebruiksverklaring).



Tabel 2a Gewascodes Deze tabel heeft u nodig bij het formulier Opgave Percelen. In deze tabel staan gewassen en landschapselementen (SNL‑a) en de bijbehorende gewascodes. Teelt u een gewas dat niet in deze tabel voorkomt? Geef het gewas dan op met één van de gewascodes voor overige gewassen (426, 427, 991, 992, 1006, 1925, 2652, 2743, 2744, 2791, 2792, 2793, 2794). In tabel 2b Wijzigingen in de gewascodes kunt u zien welke wijzigingen in gewascodes er ten opzichte van vorig jaar zijn opgetreden. Gewascodes in een grijs vakje betreffen nieuwe gewascodes. Gewascode Omschrijving Grasland 265 Grasland, blijvend

266

331

332

333

370

334

372

Toelichting

Gras dat voor ten minste vijf jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen en waarvan de opbrengst meer dan 5 ton droge stof per ha per jaar is. Het gewas bestaat uit een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen*. Grasland, tijdelijk Gras dat in de vruchtwisseling is opgenomen. Het gras wordt niet langer dan vijf jaar aaneengesloten geteeld. Het gewas bestaat uit een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voedergewassen*. Heeft u grasland dat in de vier voorgaande jaren ook als een vorm van grasland is gebruikt geef deze dan op als Grasland, blijvend (265). Grasland, natuurlijk. Hoofdfunctie landbouw. Gras dat voor ten minste vijf jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen en waarvan de opbrengst niet meer dan 5 ton droge stof per ha per jaar is. Het gewas bestaat uit een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voeder gewassen*. De grond is veelal slecht van kwaliteit en wordt niet verbeterd door bemesting, bebouwing, inzaaiing, onkruidbestrijding of drainage. Grasland, natuurlijk. Hoofdfunctie natuur. Gras dat voor ten minste vijf jaar niet in de vruchtwisseling is meegenomen en waarvan de opbrengst niet meer dan 5 ton droge stof per ha per jaar is. Het gewas bestaat uit een natuurlijke of ingezaaide vegetatie van grassen of andere kruidachtige voeder gewassen*. De grond is veelal slecht van kwaliteit en wordt niet verbeterd door bemesting, bebouwing, inzaaiing, onkruid bestrijding of drainage. De belangrijkste functie is natuur. Er vindt zeer beperkte (opbrengst nihil) of geen landbouwactiviteit plaats. Heeft u een beheerde of onbeheerde rand waarop het gewas Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend 'grasland, blijvend' (zie toelichting bij gewascode 265) staat, waarbij de rand grenst aan een perceel blijvend grasland of blijvende teelt, gras gebruik dan deze gewascode. Heeft u een beheerde of onbeheerde rand waarop het gewas Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk 'grasland, tijdelijk' (zie toelichting bij gewascode 266) staat, waarbij de rand grenst aan een perceel blijvend grasland of blijvende teelt, gras gebruik dan deze gewascode. Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk Heeft u een beheerde of onbeheerde rand waarop het gewas bestaand uit blijvend gras 'grasland, blijvend' (zie toelichting bij gewascode 265) staat, waarbij de rand grenst aan een perceel blijvend grasland of blijvende teelt, gebruik dan deze gewascode. Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk Heeft u een beheerde of onbeheerde rand waarop het gewas bestaand uit tijdelijk gras 'grasland, tijdelijk' (zie toelichting bij gewascode 266) staat, waarbij de rand grenst aan een perceel blijvend grasland of blijvende teelt, gebruik dan deze gewascode.

* Onder grassen of andere kruidachtige voedergewassen verstaan we alle kruidachtige planten die in Nederland traditioneel in natuurlijk grasland voorkomen, of in zaadmengsels voor grasland worden opgenomen.



Gewascode Omschrijving Overige natuurterreinen en heide 335 Natuurterreinen (incl. heide)

Braak en onbeteelde grond 2300 Onbeteelde grond vanwege een teeltverbod/ ontheffing

2033

Onbeteelde grond, tijdelijk

343

Sloot, grenzend aan beheerde akkerrand

Akkerbouwgewassen 2025 Aardappelen, bestrijdingsmaatregel AM 2014 Aardappelen, consumptie 2015

Aardappelen, poot NAK

2016

Aardappelen, poot TBM

2017

Aardappelen, zetmeel

1949 3501 256 257 3502 3503 3504 247 242 853

Aardperen Beemdlangbloem Bieten, suikerBieten, voederBladkool Bladraap Bladrammenas Blauwmaanzaad Bonen, bruineBonen, tuin- (droog te oogsten) (geen consumptie) Bonen, tuin- (groen te oogsten) Bonen, veld- (onder andere duiven-, paarden-, wierbonen) Brandnetel Cichorei Deder Engels raaigras Erwten (droog te oogsten) Erwten, groene/gele, groen te oogsten Esparcette Ethiopische mosterd Facelia Festulolium Franse boekweit Gele mosterd Gerst, winterGerst, zomer-

854 311 654 511 3505 3506 308 244 801 3507 3508 3509 3510 428 235 236


Toelichting Dit zijn gronden met de hoofdfunctie natuur: vennen, hoogveenterreinen, zandverstuivingen, duinterreinen, kwelders, schors, slik, riet- en ruigtlanden, griend en laagveenmoeras of percelen die hoofdzakelijk uit heide bestaan. Overige natuurterreinen zijn geen landbouwgrond. U gebruikt deze gewascode als u een gewasperceel niet beteelt en ook geen groenbemester inzaait. U beschikt over een SKALcertificaat, een ontheffing van de NVWA of een teeltverbod voor de bestrijding van knolcyperus. U kunt in dit geval het gewasperceel gebruiken voor uitbetaling van betalingsrechten. Heeft u geen SKAL-certificaat, ontheffing of teeltverbod? Dan mag u deze gewascode niet gebruiken. Vul deze gewascode in als het gewasperceel tijdelijk niet voor landbouwproductie wordt gebruikt, bijvoorbeeld omdat er een gasleiding wordt aangelegd. U geeft alléén sloten aan die aan de voorwaarden voor ecologisch aandachtsgebied duurzaamheidscertificaten voldoen en die u daadwerkelijk als ecologisch aandachtsgebied wilt opgeven. De sloot behoort volledig of gedeeltelijk tot het bedrijf, grenst aan een voor EA beheerde akkerrand en is niet breder dan 6 meter.

Teelt u consumptieaardappelen, geef hier ook de aardappelen op die bestemd zijn voor de frites- en chips industrie. Teelt u pootaardappelen, geef hier dan de pootaardappelen op die bij de NAK zijn aangegeven. Geef hier het pootgoed op voor zetmeelaardappelen die niet bij de NAK zijn opgegeven. Geef hier de zetmeelaardappelen op die u levert aan een Nederlandse of een buitenlandse fabriek.


Gewascode Omschrijving 2652 Granen, overig 383

Graszaad

1921 238 944 3512 670 241 246

Graszoden Haver Hennep, vezelItaliaans raaigras Japanse haver Kapucijners (en grauwe erwten) Karwijzaad (oogst dit jaar)

3500 3511 3515 799 3524 804

Klaver, Alexandrijnse Klaver, incarnaat Klaver, Perzische Klaver, rode Klaver, witte Klaverzaad

1922 1923 666 663 258 317 2032

Koolzaad, winter (ook boterzaad) Koolzaad, zomer (ook boterzaad) Lijnzaad niet van vezelvlas (olievlas) Lupinen, niet bittereLuzerne Maïs, corncob mix Maïs, energie-

316 259 814 652 516 3514 1925

Maïs, korrelMaïs, snijMaïs, suikerMeekrap Miscanthus (olifantsgras) Niger Overige akkerbouwgewassen

427 426 664 671 344

Overige groenbemesters, niet-vlinderbloemige Overige groenbemesters, vlinderbloemige Raapzaad Raketblad (aaltjesvanggewas) Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit een ander gewas dan gras Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit een ander gewas dan gras

345

3516 237 800 3517 3518 3519 665 382

Toelichting Als u een graansoort teelt dat niet voorkomt in de gewascodelijst, gebruik dan deze gewascode. Gebruik deze gewascode als u het gras teelt met als belangrijkste doel de winning van graszaad.

U vult deze gewascode in voor karwijzaad dat u in 2015 oogst. Heeft u karwijzaad uitgezaaid onder een dekvrucht? Geef dan de gewascode van de dekvrucht op. U vult dan wel op het formulier Gecombineerde opgave bij Volgteelten in dat u een volgteelt met karwijzaad heeft op het gewasperceel met de dekvrucht.

Gebruik deze gewascode als u het gras teelt met als belangrijkste doel de winning van klaverzaad.

Teelt u maïs die bestemd is voor de productie van energie of warmte? Gebruik dan deze gewascode. Het maakt niet uit of u deze maïs zelf verwerkt of laat verwerken. Het gaat om de teelt van dit gewas.

Teelt u een gewas dat niet voorkomt in Tabel 2a Gewascodes en ook niet valt onder de volgende gewascodes 426, 427, 991, 992, 1006, 2652, 2743, 2744, 2791, 2792, 2793, 2794 ? Vul dan deze gewascode in.

Heeft u een beheerde of onbeheerde rand waarop een ander gewas dan gras staat, waarbij de rand grenst aan een perceel blijvend grasland of blijvende teelt, gebruik dan deze gewascode. Heeft u een beheerde of onbeheerde rand waarop een ander gewas dan gras staat, waarbij de rand grenst aan een perceel bouwland, gebruik dan deze gewascode.

Rietzwenkgras Rogge (geen snijrogge) Rolklaver Sarepta mosterd/Caliente Seradelle Soedangras/Sorghum Sojabonen Spelt



Gewascode 3520 3521 346 347 233 234 381 653 3522 314 1931

Omschrijving Spurrie Stoppelknollen Tagetes erecta (Afrikaantje) Tagetes patula (Afrikaantje) Tarwe, winterTarwe, zomerTeff Teunisbloem Timothee Triticale Uien, poot en plant (incusief sjalotten)

262 Uien, zaai263 Uien, zilver3523 Veldbeemdgras 3736 Vezelvlas 3513 Westerwolds raaigras 802 Wikke, bonte 803 Wikke, voeder515 Zonnebloemen 669 Zwaardherik (aaltjesvanggewas) 655 Zwarte mosterd (noten)Bomen 796 Kerstbomen

2645 795

Notenbomen Wilgenhakhout

794

Woudbomen met korte omlooptijd (excl. Wilgenhakhout)

Bos 1936 662

Bos, blijvend, met herplantplicht Bos (SBL-regeling)

864

Bos (set aside regeling)

863 Bos zonder herplantplicht Tuinbouw open grond Bloembollen en knollen 1007 Amaryllis, bloembollen en -knollen 997 Dahlia, bloembollen en - knollen 998 Gladiool, bloembollen en - knollen 999 Hyacint, bloembollen en - knollen 1000 Iris, bloembollen en -knollen 1001 Krokus, bloembollen en - knollen 1002 Lelie, bloembollen en -knollen 1003 Narcis, bloembollen en -knollen 1006 Overige bloemen, bloembollen en -knollen 1004 Tulp, bloembollen en -knollen 1005 Zantedeschia, bloembollen en -knollen

Toelichting

Geef de tweedejaars plantuien op die u in 2015 poot of plant. Tel ook de oppervlakte mee die plantmateriaal levert voor volgend jaar.

Bomen tot maximaal 12 jaar oud, met als teeltdoel kerstbomen, geeft u met deze gewascode op. O.a. oudere bomen geeft u op met gewascode 863 (Bos zonder herplantplicht.) Boomsoorten behorende tot het geslacht wilg (Salix) met een maximale omlooptijd van vijf jaar, geeft u met deze gewascode op. Woudbomen met omlooptijd van maximaal tien jaar bestemd voor de energieproductie (GN code ex 0602 9041), m.u.v. wilgenhakhout.

Heeft u op een perceel een SBL-regeling, gebruik dan deze gewascode. Heeft u op een perceel een set-aside regeling, gebruik dan deze gewascode.

** ** ** ** ** ** ** ** ** ** **

** Bloembollen en -knollen Dit betreft de oppervlakte die met bloembollen en -knollen is bezet en waarvan de geoogste bollen en knollen droog worden verhandeld of zelf in bloei worden getrokken. Wordt er uitsluitend geteeld voor de verkoop van de bloem, dan moet de betreffende oppervlakte worden opgegeven bij ‘overige bloemkwekerijgewassen’.



Gewascode Omschrijving Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 995 Amaryllis, droogbloemen 994 Amaryllis, overige bloemkwekerijgewassen 174 Bloemzaden open grond 965 Dahlia, droogbloemen 964 Dahlia, overige bloemkwekerijgewassen 968 Gladiool, droogbloemen 967 Gladiool, overige bloemkwekerijgewassen 971 Hyacint, droogbloemen 970 Hyacint, overige bloemkwekerijgewassen 974 Iris, droogbloemen 973 Iris, overige bloemkwekerijgewassen 977 Krokus, droogbloemen 976 Krokus, overige bloemkwekerijgewassen 980 Lelie, droogbloemen 979 Lelie, overige bloemkwekerijgewassen 983 Narcis, droogbloemen 982 Narcis, overige bloemkwekerijgewassen 992 Overige bloemen, droogbloemen 991 Overige bloemen, overige bloemkwekerijgewassen 1876 Snijgroen 986 Tulp, droogbloemen 985 Tulp, overige bloemkwekerijgewassen 989 Zantedeschia, droogbloemen 988 Zantedeschia, overige bloemkwekerijgewassen Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 1067 Bos- en haagplanten, open grond 1068 Buxus, open grond, 1069 Ericaceae (Zoals erica, calluna, rododendron, azalea), open grond 1070 Laanbomen/parkbomen, onderstammen, open grond 1071 Laanbomen/parkbomen, opzetters, open grond 1072 Laanbomen/parkbomen, spillen, open grond 1073 Rozenstruiken (incl, zaailingen en onderstammen), open grond 1074 Sierconiferen, open grond 1075 Sierheesters en klimplanten, open grond 1076 Trek- en besheesters, open grond 1080 Vaste planten, open grond 1077 Vruchtbomen, moerbomen, open grond 1078 Vruchtbomen, onderstammen, open grond 1079 Vruchtbomen, overig, open grond

Toelichting

***

*** *** *** *** *** *** *** ***

*** ***

*** Overige bloemkwekerijgewassen Dit zijn gewassen die voornamelijk geteeld worden (in de open grond) voor de oogst van de bloemen. Een opsomming van een aantal bekende bloemkwekerijgewassen volgt hieronder: – trekheesters zoals forsythia's en seringen; – éénjarige gewassen zoals leeuwenbek en chrysant; – tweejarige en meerjarige gewassen zoals duizendschoon, margrieten en pioenen; – potplanten en perkplanten; – bloembollen en bloemknollen die voor de verkoop van de bloem worden verbouwd, zoals gladiolen, liatris en dahlia's. Wanneer echter de teelt dient voor het winnen van bloemzaad, moet de oppervlakte bij 174 ‘bloemzaden open grond’ worden vermeld. Droogbloemen en snijgroen dienen apart te worden opgegeven.



Gewascode Omschrijving Toelichting Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containterveld 1081 Bos- en haagplanten, poten containerveld 1082 Buxus, poten containerveld 1083 Ericaceae (Zoals erica, calluna, rododendron, azalea), poten containerveld 1084 Laanbomen/parkbomen, onderstammen, poten containerveld 1085 Laanbomen/parkbomen, opzetters, poten containerveld 1086 Laanbomen/parkbomen, spillen, poten containerveld 1087 Rozenstruiken (incl, zaailingen en onderstammen), poten containerveld 1088 Sierconiferen, poten containerveld 1089 Sierheesters en klimplanten, poten containerveld 1090 Trek- en besheesters, poten containerveld 1094 Vaste planten, poten containerveld 1091 Vruchtbomen, moerbomen, poten containerveld 1092 Vruchtbomen, onderstammen, poten containerveld 1093 Vruchtbomen, overig, poten containerveld Fruit 1095 Appelen. Aangeplant lopende seizoen. Dit betreft appelen die in het seizoen 2014/2015 zijn aangeplant. 1096 Appelen. Aangeplant voorafgaande aan lopende Dit betreft appelen die vóór het seizoen 2014/2015 zijn aangeplant. seizoen. 1869 Bessen, blauwe 2325 Bessen, rode 1873 Bessen, zwarte (opbrengst verwerkt voor verwerkende industrie) 2327 Bramen 2326 Frambozen 2328 Kersen, zoet 1872 Kersen, zuur (opbrengst bestemd voor verwerkende industrie) 1874 Overig kleinfruit (zoals kruisbessen, kiwi's) 1100 Overige pit- en steenvruchten (zoals perziken, tafeldruiven) 1097 Peren. Aangeplant lopende seizoen. Dit betreft peren die in het seizoen 2014/2015 zijn aangeplant. 1098 Peren. Aangeplant voorafgaande aan lopende Dit betreft peren die vóór het seizoen 2014/2015 zijn aangeplant. seizoen. 1870 Pruimen 1099 Wijndruiven Geef hier percelen op die voor de wijnproductie worden gebruikt. Ongeacht of uzelf betrokken bent bij de wijnproductie. Tafeldruiven geeft u op het gewascode 1100, Overige pit- en steenvruchten.



Gewascode Omschrijving Groenten open grond (incl. groentezaden) 2706 Aardbeien op stellingen, productie 2704 Aardbeien op stellingen, vermeerdering 2705 Aardbeien op stellingen, wachtbed 2707 Aardbeien op stellingen, zaden en opkweekmateriaal 2702 Aardbeien open grond, productie 2700 Aardbeien open grond, vermeerdering 2701 Aardbeien open grond, wachtbed 2703 Aardbeien open grond, zaden en opkweekmateriaal 2708 Andijvie, productie 2709 Andijvie, zaden en opkweekmateriaal 2711 Asperges, oppervlakte die nog geen productie oplevert 2710 Asperges, oppervlakte die productie oplevert 2712 Asperges, zaden en opkweekmateriaal 2731 Augurk, productie 2732 Augurk, zaden en opkweekmateriaal 2713 Bloemkool, productie 2714 Bloemkool, zaden en opkweekmateriaal 2715 Boerenkool, productie 2716 Boerenkool, zaden en opkweekmateriaal 2717 Bospeen, productie 2718 Bospeen, zaden en opkweekmateriaal 2719 Broccoli, productie 2720 Brocolli, zaden en opkweekmateriaal 2721 Chinese kool, productie 2722 Chinese kool, zaden en opkweekmateriaal 2723 Courgette, productie 2724 Courgette, zaden en opkweekmateriaal 375 Hop 2725 Knolselderij, productie 2726 Knolselderij, zaden en opkweekmateriaal 2727 Knolvenkel/venkel, productie 2728 Knolvenkel/venkel, zaden en opkweekmateriaal 2729 Komkommer, productie 2730 Komkommer, zaden en opkweekmateriaal 2737 Koolraap, productie 2738 Koolraap, zaden en opkweekmateriaal 2739 Koolrabi, productie 2740 Koolrabi, zaden en opkweekmateriaal 2741 Kroten/rode bieten, productie 2742 Kroten/rode bieten, zaden en opkweekmateriaal 2743 Kruiden, productie 2744 Kruiden, zaden en opkweekmateriaal 2733 Meloen, productie 2734 Meloen, zaden en opkweekmateriaal 2791 Overige niet genoemde bladgewassen, productie 2792 Overige niet genoemde bladgewassen, zaden en opkweekmateriaal 2793 Overige niet genoemde groenten, productie 2794 Overige niet genoemde groenten, zaden en opkweekmateriaal


Toelichting Het betreft de grondoppervlakte en niet die van alle lagen samen. Het betreft de grondoppervlakte en niet die van alle lagen samen. Het betreft de grondoppervlakte en niet die van alle lagen samen. Het betreft de grondoppervlakte en niet die van alle lagen samen.


Gewascode 2745 2746 2747 2748 2735 2736 2749 2750 2751 2752 2753 2754 2755 2756 2757 2758 2759 2760 2761 2762 2764 2763 2765 2766 2767 2768 2771 2772 2769 2770 2773 2774 2775 2776 2777 2778 2779 2780 2781 2782 2783 2784 2785 2786 2787 2788 2789 2790

Omschrijving Paksoi, productie Paksoi, zaden en opkweekmateriaal Peulen, productie Peulen, zaden en opkweekmateriaal Pompoen, productie Pompoen, zaden en opkweekmateriaal Prei, productie Prei, zaden en opkweekmateriaal Pronkbonen, productie Pronkbonen, zaden en opkweekmateriaal Raapstelen, productie Raapstelen, zaden en opkweekmateriaal Rabarber, productie Rabarber, zaden en opkweekmateriaal Radijs, productie Radijs, zaden en opkweekmateriaal Rodekool, productie Rodekool, zaden en opkweekmateriaal Savooiekool, productie Savooiekool, zaden en opkweekmateriaal Schorseneren, zaden en opkweekmateriaal Schorseneren; productie Selderij, bleek- en groen-, productie Selderij, bleek- en groen-, zaden en opkweekmateriaal Sla, ijsberg-, productie Sla, ijsberg-, zaden en opkweekmateriaal Sla; overig, productie Sla; overig, zaden en opkweekmateriaal Sla; radicchio rosso, productie Sla; radicchio rosso, zaden en opkweekmateriaal Spinazie, productie Spinazie, zaden en opkweekmateriaal Spitskool, productie Spitskool, zaden en opkweekmateriaal Spruitkool/spruitjes, productie Spruitkool/spruitjes, zaden en opkweekmateriaal Stamsperziebonen (=stamslabonen), productie Stamsperziebonen (=stamslabonen), zaden en opkweekmateriaal Stoksnijbonen en stokslabonen, productie Stoksnijbonen en stokslabonen, zaden en opkweekmateriaal Waspeen, productie Waspeen, zaden en opkweekmateriaal Winterpeen, productie Winterpeen, zaden en opkweekmateriaal Witlofwortel, productie Witlofwortel, zaden en opkweekmateriaal Witte kool, productie Witte kool, zaden en opkweekmateriaal


Toelichting


Gewascode Omschrijving Landschapselementen SNL‑a 2632 Bomenrij en solitaire boom

2623

Bossingel en bosje

2622

Elzensingel

2631

Griendje

2630

Hakhoutbosje

2628

Hoogstamboomgaard

2621

Houtwal en houtsingel

2624

Knip- of scheerheg

2627

Knotboom

2626

Laan

2634

Natuurvriendelijke oever

2620

Poel en klein historisch water

2633

Rietzoom en klein rietperceel

2625

Struweelhaag

2629

Struweelrand

2635

Wandelpad over boerenland


Toelichting Onder deze gewascode vallen de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Bomenrij gemiddelde stamdiameter < 20 cm (aanvraagcode 8411) • Bomenrij gemiddelde stamdiameter 20 – 60 cm (aanvraagcode 8412) • Bomenrij gemiddelde stamdiameter > 60 cm (aanvraagcode 8413) • Solitaire boom gemiddelde stamdiameter < 20 cm (aanvraagcode 8414) • Solitaire boom gemiddelde stamdiameter 20 – 60 cm (aanvraagcode 8415) • Solitaire boom gemiddelde stamdiameter > 60 cm (aanvraagcode 8416) U gebruikt deze gewascode bij beheerpakket SNL‑a Bossingel en bosje (aanvraagcode 8301). Onder deze gewascode vallen de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Elzensingel bedekking 30%-50% (aanvraagcode 8291) • Elzensingel bedekking 50%-75% (aanvraagcode 8292) • Elzensingel bedekking > 75% (aanvraagcode 8293) U gebruikt deze gewascode bij beheerpakket SNL‑a Griendje (aanvraagcode 8401). Onder deze gewascode vallen de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Hakhoutbosje met dominantie van langzaam groeiende soorten (aanvraagcode 8391) • Hakhoutbosje met dominantie van snel groeiende soorten (aanvraagcode (8392) U gebruikt deze gewascode bij beheerpakket SNL‑a Hoogstamboomgaard (aanvraagcode 8351). U gebruikt deze gewascode bij de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Houtsingel en houtwal (aanvraagcode 8261) • Hoge houtwal (aanvraagcode 8262) • Holle weg en gra9 (aanvraagcode 8263) Onder deze gewascode vallen de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Knip- of scheerheg jaarlijkse cyclus (aanvraagcode 8311) • Knip- of scheerheg 2-3 jaarlijkse cyclus (aanvraagcode 8312) U gebruikt deze gewascode bij de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Knotboom gemiddelde stamdiameter < 20 cm (aanvraagcode 8341) • Knotboom gemiddelde stamdiameter 20-60 cm (aanvraagcode 8342) • Knotboom gemiddelde stamdiameter > 60 cm (aanvraagcode 8343) Onder deze gewascode vallen de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Laan gemiddelde stamdiameter < 20 cm (aanvraagcode 8331) • Laan gemiddelde stamdiameter 20-60 cm (aanvraagcode 8332) • Laan gemiddelde stamdiameter > 60 cm (aanvraagcode 8333) Onder deze gewascode valt beheerpakket SNL‑a Natuurvriendelijke oever (aanvraagcode 8431) Onder deze gewascode vallen de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Oppervlakte poel < 175 m2 (aanvraagcode 8251) • Oppervlakte poel > 175 m2 (aanvraagcode 8252) U gebruikt deze gewascode bij de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Rietzoom en klein rietperceel: Smalle rietzoom (< 5 meter) (aanvraagcode 8421) • Rietzoom en klein rietperceel: Brede rietzoom (> 5 meter) en klein rietperceel (aanvraagcode 8422) U gebruikt deze gewascode bij de volgende beheerpakketten SNL‑a: • Struweelhaag snoeicyclus 5-7 jaar (aanvraagcode 8321) • Struweelhaag snoeicyclus > 12 jaar (aanvraagcode 8322) U gebruikt deze gewascode bij beheerpakket SNL‑a Struweelrand (aanvraagcode 8361). U gebruikt deze gewascode bij beheerpakket SNL‑a Wandelpad over boerenland (aanvraagcode 8461)


Tabel 2b Was/wordt lijst gewascodes Hieronder vindt u een overzicht van de gewijzigde gewascodes t.o.v. 2014. Gewascodes in een grijs vakje betreffen nieuwe gewascodes. Gewascode 2014 Grasland 265 3718 3718 266 3720

Omschrijving

Grasland, blijvend Grasland, natuurlijk Grasland, natuurlijk Grasland, tijdelijk Faunaranden, grasland

3720

Faunaranden, grasland

3720


3720


Overige natuurterreinen en Heide 3722/3719 Overige natuurterreinen/Heide Braak en onbeteelde grond 2029 Braak, natuur 2300 Onbeteelde grond vanwege een teeltverbod/ ontheffing 2033 Onbeteelde grond, tijdelijk

Gewascode 2015 Grasland 265 331 332 266 333

Grasland, blijvend Grasland, natuurlijk. Hoofdfunctie landbouw. Grasland, natuurlijk. Hoofdfunctie natuur. Grasland, tijdelijk Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend gras 370 Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras 334 Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend gras 372 Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras Overige natuurterreinen en Heide 335 Natuurterreinen (incl. heide) Onbeteelde grond/sloot 2300

Onbeteelde grond vanwege een teeltverbod/ ontheffing 2033 Onbeteelde grond, tijdelijk 343 Sloot, grenzend aan beheerde akkerrand Akkerbouwgewassen 2025 Aardappelen, bestrijdingsmaatregel AM 2014 Aardappelen, consumptie

Akkerbouwgewassen 2025 Aardappelen, bestrijdingsmaatregel AM 2951/3792 Aardappelen, consumptie, op klei/lössgrond Aardappelen, consumptie op zand/veengrond 3730/3731 Aardappelen, poot op klei/lössgrond (NAK) Aardappelen, poot op zand/veengrond (NAK) 3732 Aardappelen, zetmeel (incl. TBM pootgoed) 3732 Aardappelen, zetmeel (incl. TBM pootgoed) 256 Bieten, suiker2651 Bieten, voeder- (inclusief aardperen) 247 Blauwmaanzaad 242 Bonen, bruine853 Bonen, tuin- (droog te oogsten) (geen consumptie) 854 Bonen, tuin- (groen te oogsten) 243 Bonen, veld (o.a. duive-, paarde-, wierbonen) (droog te oogsten) 511 Cichorei 2650 Erwten inclusief schokkers (droog te oogsten) 244 Erwten, groene/gele (groen te oogsten) 3721 Faunaranden, bouwland

511 308 244 344

3721

Faunaranden, bouwland

345

235 236 2652 2652 2653

Gerst, winterGerst, zomerGranen, overig Granen, overig Graszaad (inclusief klaverzaad)

235 236 381 382 383


Omschrijving

2015

Aardappelen, poot NAK

2016 2017 256 257 247 242 853 854 311

Aardappelen, poot TBM Aardappelen, zetmeel Bieten, suikerBieten, voederBlauwmaanzaad Bonen, bruineBonen, tuin- (droog te oogsten) (geen consumptie) Bonen, tuin- (groen te oogsten) Bonen, veld- (onder andere duiven-, paarden-, wierbonen) Cichorei Erwten (droog te oogsten) Erwten, groene/gele (groen te oogsten) Rand, grenzend aan blijvend grasland of een blijvende teelt, hoofdzakelijk bestaand uit een ander gewas dan gras Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit een ander gewas dan gras Gerst, winterGerst, zomerTeff Spelt Graszaad


Gewascode 2014 1921 2298 2299 238 944 241 246 1922 1923 666 663 258 317 316 259 814 2032 516 1925 1925 1925 2299 1925 2299 2299 2299 1925 2652 664 237 665 1930 1930 233 234 314 1931 262 263 3736 515 2651 2298 2298 2653 2298 2298 2298 2652 2298 2298 2298 2298 2298 2299 2299

Omschrijving Graszoden Groenbemesters, vlinderbloemige Groenbemesters, niet-vlinderbloemige Haver Hennep, vezelKapucijners (en grauwe erwten) Karwijzaad (oogst dit jaar) Koolzaad, winter (incl. boterzaad) Koolzaad, zomer (incl. boterzaad) Vlas, olie-. Lijnzaad niet van vezelvlas Lupinen, niet bittere Luzerne Maïs, corncob mix Maïs, korrelMaïs, snijMaïs, suikerMaïs, energieMiscanthus (olifantsgras) Overige akkerbouwgewassen Overige akkerbouwgewassen Overige akkerbouwgewassen Groenbemesters, niet-vlinderbloemige Overige akkerbouwgewassen Groenbemesters, niet-vlinderbloemige Groenbemesters, niet-vlinderbloemige Groenbemesters, niet-vlinderbloemige Overige akkerbouwgewassen Overige granen Raapzaad Rogge (geen snijrogge) Sojabonen Tagetes (zand, löss) (geen groene braak) Tagetes (zand, löss) (geen groene braak) Tarwe, winterTarwe, zomerTriticale Uien, poot- en plant- (incl. sjalotten) Uien, zaaiUien, zilverVlas, vezelZonnebloemen Bieten, voeder(inclusief aardperen) Groenbemesters, vlinderbloemige Groenbemesters, vlinderbloemige Graszaad (inclusief klaverzaad) Groenbemesters, vlinderbloemige Groenbemesters, vlinderbloemige Groenbemesters, vlinderbloemige Granen, overig Groenbemesters, vlinderbloemige Groenbemesters, vlinderbloemige Groenbemesters, vlinderbloemige Groenbemesters, vlinderbloemige Groenbemesters, vlinderbloemige Groenbemesters, niet-vlinderbloemige Groenbemesters, niet-vlinderbloemige


Gewascode 2015 1921 426 427 238 944 241 246 1922 1923 666 663 258 317 316 259 814 2032 516 652 653 654 428 655 671 669 670 1925 2652 664 237 665 346 347 233 234 314 1931 262 263 3736 515 1949 799 800 804 801 802 803 3519 3500 3511 3515 3518 3524 3501 3504

Omschrijving Graszoden Overige groenbemesters, vlinderbloemige Overige groenbemesters, niet-vlinderbloemige Haver Hennep, vezelKapucijners (en grauwe erwten) Karwijzaad (oogst dit jaar) Koolzaad, winter (incl. boterzaad) Koolzaad, zomer (incl. boterzaad) Vlas, olie-. Lijnzaad niet van vezelvlas Lupinen, niet bittere Luzerne Maïs, corncob mix Maïs, korrelMaïs, snijMaïs, suikerMaïs, energieMiscanthus (olifantsgras) Meekrap Teunisbloem Brandnetel Gele mosterd Zwarte mosterd Raketblad (aaltjesvanggewas) Zwaardherik (aaltjesvanggewas) Japanse haver Overige akkerbouwgewassen Overige granen Raapzaad Rogge (geen snijrogge) Sojabonen Tagetes erecta (Afrikaantje) Tagetes patula (Afrikaantje) Tarwe, winterTarwe, zomerTriticale Uien, poot- en plant- (incl. sjalotten) Uien, zaaiUien, zilverVlas, vezelZonnebloemen Aardperen Klaver, rode Rolklaver Klaverzaad Esparcette Wikke, bonte Wikke, voederSoedangras/Sorghum Klaver, Alexandrijnse Klaver, incarnaat Klaver, Perzische Seradelle Klaver, witte Beemdlangbloem Bladrammenas


Gewascode Omschrijving 2014 2299 Groenbemesters, niet-vlinderbloemige 2299 Groenbemesters, niet-vlinderbloemige 2299 Groenbemesters, niet-vlinderbloemige 2299 Groenbemesters, niet-vlinderbloemige 2299 Groenbemesters, niet-vlinderbloemige 2299 Groenbemesters, niet-vlinderbloemige 2299 Groenbemesters, niet-vlinderbloemige 2299 Groenbemesters, niet-vlinderbloemige 672 Groenten open grond (incl. groentezaden) 672 Groenten open grond (incl. groentezaden) 672 Groenten open grond (incl. groentezaden) 672 Groenten open grond (incl. groentezaden) 672 Groenten open grond (incl. groentezaden) 1925 Overige akkerbouwgewassen 1925 Overige akkerbouwgewassen 1925 Overige akkerbouwgewassen 1925 Overige akkerbouwgewassen (Noten)Bomen of Bos 2645 Notenbomen 2297 Woudbomen met korte omlooptijd 2297 Woudbomen met korte omlooptijd 863 Bos zonder herplantplicht Bos of Braak en onbeteelde grond 1936 Bos, blijvend, met herplantplicht 863 Bos zonder herplantplicht 864 Bos (set aside regeling) 2026/2027 Braak, met bos (SBL-regeling na 28 juni 1995)/ Bos (SBL-regeling) Tuinbouw open grond Bloembollen en knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen 176 Bloembollen en -knollen Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden)


Gewascode Omschrijving 2015 3506 Engels raaigras 3508 Facelia 3509 Festulolium 3512 Italiaans raaigras 3513 Westerwolds raaigras 3516 Rietzwenkgras 3522 Timothee 3523 Veldbeemdgras 3502 Bladkool 3503 Bladraap 3507 Ethiopische mosterd 3517 Sarepta mosterd/Caliente 3521 Stoppelknollen 3505 Deder 3510 Franse boekweit 3514 Niger 3520 Spurrie (Noten)Bomen 2645 Notenbomen 794 Woudbomen met korte omlooptijd (excl. Wilgenhakhout) 795 Wilgenhakhout 796 Kerstbomen Bos 1936 Bos, blijvend, met herplantplicht 863 Bos zonder herplantplicht 864 Bos (set aside regeling) 662 Bos (SBL-regeling)

Bloembollen en knollen 997 Dahlia, bloembollen en - knollen 998 Gladiool, bloembollen en - knollen 999 Hyacint, bloembollen en - knollen 1000 Iris, bloembollen en -knollen 1001 Krokus, bloembollen en - knollen 1002 Lelie, bloembollen en -knollen 1003 Narcis, bloembollen en -knollen 1004 Tulp, bloembollen en -knollen 1005 Zantedeschia, bloembollen en -knollen 1006 Overige bloemen, bloembollen en -knollen 1007 Amaryllis, bloembollen en -knollen Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 964 Dahlia, overige bloemkwekerijgewassen 965 Dahlia, droogbloemen 967 Gladiool, overige bloemkwekerijgewassen 968 Gladiool, droogbloemen 970 Hyacint, overige bloemkwekerijgewassen 971 Hyacint, droogbloemen 973 Iris, overige bloemkwekerijgewassen 974 Iris, droogbloemen 976 Krokus, overige bloemkwekerijgewassen 977 Krokus, droogbloemen 979 Lelie, overige bloemkwekerijgewassen 980 Lelie, droogbloemen 982 Narcis, overige bloemkwekerijgewassen


Gewascode Omschrijving 2014 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) 175 Bloemkwekerijgewassen (inclusief bloemzaden) Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806

Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond

3806 3806 3806

Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond

3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 3806 Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containterveld 294 294 294 294 294 294 294 294 294 294 294 294 294 294

Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containerveld


Gewascode Omschrijving 2015 983 Narcis, droogbloemen 985 Tulp, overige bloemkwekerijgewassen 986 Tulp, droogbloemen 988 Zantedeschia, overige bloemkwekerijgewassen 989 Zantedeschia, droogbloemen 991 Overige bloemen, overige bloemkwekerijgewassen 992 Overige bloemen, droogbloemen 994 Amaryllis, overige bloemkwekerijgewassen 995 Amaryllis, droogbloemen 174 Bloemzaden open grond 1876 Snijgroen Boomkwekerijgewassen en vaste planten, open grond 1067 Bos- en haagplanten, open grond, 1068 Buxus, open grond, 1069 Ericaceae (Zoals erica, calluna, rododendron, azalea), open grond, 1070 Laanbomen/parkbomen, onderstammen, open grond, 1071 Laanbomen/parkbomen, opzetters, open grond, 1072 Laanbomen/parkbomen, spillen, open grond, 1073 Rozenstruiken (incl, zaailingen en onderstammen), open grond, 1074 Sierconiferen, open grond, 1075 Sierheesters en klimplanten, open grond, 1076 Trek- en besheesters, open grond, 1077 Vruchtbomen, moerbomen, open grond, 1078 Vruchtbomen, onderstammen, open grond, 1079 Vruchtbomen, overig, open grond, 1080 Vaste planten, open grond, Boomkwekerijgewassen en vaste planten, poten containterveld 1081 Bos- en haagplanten, poten containerveld, 1082

Buxus, poten containerveld,

1083

Ericaceae (Zoals erica, calluna, rododendron, azalea), poten containerveld, Laanbomen/parkbomen, onderstammen, poten containerveld, Laanbomen/parkbomen, opzetters, poten containerveld, Laanbomen/parkbomen, spillen, poten containerveld, Rozenstruiken (incl, zaailingen en onderstammen), poten containerveld, Sierconiferen, poten containerveld,

1084 1085 1086 1087 1088 1089 1090

Sierheesters en klimplanten, poten containerveld, Trek- en besheesters, poten containerveld,

1091

Vruchtbomen, moerbomen, poten containerveld,

1092 1093

Vruchtbomen, onderstammen, poten containerveld, Vruchtbomen, overig, poten containerveld,

1094

Vaste planten, poten containerteelt,


Gewascode Omschrijving 2014 Fruit 212 Fruit 212 Fruit

Groenten open grond (incl. groentezaden)

Gewascode Omschrijving 2015 Fruit 1095 Appelen. Aangeplant lopende seizoen. 1096 Appelen. Aangeplant voorafgaande aan lopende seizoen. 1869 Bessen, blauwe 2325 Bessen, rode 1873 Bessen, zwarte (opbrengst verwerkt voor verwerkende industrie) 2327 Bramen 2326 Frambozen 1097 Peren. Aangeplant lopende seizoen. 1098 Peren. Aangeplant voorafgaande aan lopende seizoen. 1870 Pruimen 1099 Wijndruiven 1872 Kersen, zuur (opbrengst bestemd voor verwerkende industrie) 2328 Kersen, zoet 1874 Overig kleinfruit (zoals kruisbessen, kiwi’s) 1100 Overige pit- en steenvruchten (zoals perziken, tafeldruiven) Groenten open grond (incl. groentezaden)

672 672 672 672

Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden)

2700 2701 2702 2703

672 672 672 672


2704 2705 2706 2707

672 672 672 672


2708 2709 2710 2711

672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672

Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden)

2712 2713 2714 2715 2716 2717 2718 2719 2720 2721 2722 2723 2724 2725 2726 2727 2728 2729 2730 2731

212 212 212

Fruit Fruit Fruit

212 212 212 212

Fruit Fruit Fruit Fruit

212 212 212

Fruit Fruit Fruit

212 212 212

Fruit Fruit Fruit


Aardbeien open grond, vermeerdering Aardbeien open grond, wachtbed Aardbeien open grond, productie Aardbeien open grond, zaden en opkweekmateriaal Aardbeien op stellingen, vermeerdering Aardbeien op stellingen, wachtbed Aardbeien op stellingen, productie Aardbeien op stellingen, zaden en opkweekmateriaal Andijvie, productie Andijvie, zaden en opkweekmateriaal Asperges, oppervlakte die productie oplevert Asperges, oppervlakte die nog geen productie oplevert Asperges, zaden en opkweekmateriaal Bloemkool, productie Bloemkool, zaden en opkweekmateriaal Boerenkool, productie Boerenkool, zaden en opkweekmateriaal Bospeen, productie Bospeen, zaden en opkweekmateriaal Broccoli, productie Brocolli, zaden en opkweekmateriaal Chinese kool, productie Chinese kool, zaden en opkweekmateriaal Courgette, productie Courgette, zaden en opkweekmateriaal Knolselderij, productie Knolselderij, zaden en opkweekmateriaal Knolvenkel/venkel, productie Knolvenkel/venkel, zaden en opkweekmateriaal Komkommer, productie Komkommer, zaden en opkweekmateriaal Augurk, productie


Gewascode 2014 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672

Omschrijving Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden)

Gewascode 2015 2732 2733 2734 2735 2736 2737 2738 2739 2740 2741 2742 2743 2744 2745 2746 2747 2748 2749 2750 2751 2752 2753 2754 2755 2756 2757 2758 2759 2760 2761 2762 2763 2764 2765 2766

672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672 672

Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden)

2767 2768 2769 2770 2771 2772 2773 2774 2775 2776 2777 2778 2779 2780

672 672

Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden)

2781 2782

672 672 672

Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden)

2783 2784 2785


Omschrijving Augurk, zaden en opkweekmateriaal Meloen, productie Meloen, zaden en opkweekmateriaal Pompoen, productie Pompoen, zaden en opkweekmateriaal Koolraap, productie Koolraap, zaden en opkweekmateriaal Koolrabi, productie Koolrabi, zaden en opkweekmateriaal Kroten/rode bieten, productie Kroten/rode bieten, zaden en opkweekmateriaal Kruiden, productie Kruiden, zaden en opkweekmateriaal Paksoi, productie Paksoi, zaden en opkweekmateriaal Peulen, productie Peulen, zaden en opkweekmateriaal Prei, productie Prei, zaden en opkweekmateriaal Pronkbonen, productie Pronkbonen, zaden en opkweekmateriaal Raapstelen, productie Raapstelen, zaden en opkweekmateriaal Rabarber, productie Rabarber, zaden en opkweekmateriaal Radijs, productie Radijs, zaden en opkweekmateriaal Rodekool, productie Rodekool, zaden en opkweekmateriaal Savooiekool, productie Savooiekool, zaden en opkweekmateriaal Schorseneren; productie Schorseneren, zaden en opkweekmateriaal Selderij, bleek- en groen-, productie Selderij, bleek- en groen-, zaden en opkweekmateriaal Sla, ijsberg-, productie Sla, ijsberg-, zaden en opkweekmateriaal Sla; radicchio rosso, productie Sla; radicchio rosso, zaden en opkweekmateriaal Sla; overig, productie Sla; overig, zaden en opkweekmateriaal Spinazie, productie Spinazie, zaden en opkweekmateriaal Spitskool, productie Spitskool, zaden en opkweekmateriaal Spruitkool/spruitjes, productie Spruitkool/spruitjes, zaden en opkweekmateriaal Stamsperziebonen (=stamslabonen), productie Stamsperziebonen (=stamslabonen), zaden en opkweekmateriaal Stoksnijbonen en stokslabonen, productie Stoksnijbonen en stokslabonen, zaden en opkweekmateriaal Waspeen, productie Waspeen, zaden en opkweekmateriaal Winterpeen, productie


Gewascode 2014 672 672 672 672 672 672 672

Omschrijving Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden)

672 672

Groenten open grond (incl. groentezaden) Groenten open grond (incl. groentezaden)

1925 Overige akkerbouwgewassen Landschapselementen SNL‑a 2620 Poel en klein historisch water 2621 Houtwal en houtsingel 2622 Elzensingel 2623 Bossingel en bosje 2624 Knip- of scheerheg 2625 Struweelhaag 2626 Laan 2627 Knotboom 2628 Hoogstamboomgaard 2629 Struweelrand 2630 Hakhoutbosje 2631 Griendje 2632 Bomenrij en solitaire boom 2633 Rietzoom en klein rietperceel 2634 Natuurvriendelijke oever 2635 Wandelpad over boerenland


Gewascode 2015 2786 2787 2788 2789 2790 2791 2792

Omschrijving

Winterpeen, zaden en opkweekmateriaal Witlofwortel, productie Witlofwortel, zaden en opkweekmateriaal Witte kool, productie Witte kool, zaden en opkweekmateriaal Overige niet genoemde bladgewassen, productie Overige niet genoemde bladgewassen, zaden en opkweekmateriaal 2793 Overige niet genoemde groenten, productie 2794 Overige niet genoemde groenten, zaden en opkweekmateriaal 375 Hop Landschapselementen SNL‑a 2620 Poel en klein historisch water 2621 Houtwal en houtsingel 2622 Elzensingel 2623 Bossingel en bosje 2624 Knip- of scheerheg 2625 Struweelhaag 2626 Laan 2627 Knotboom 2628 Hoogstamboomgaard 2629 Struweelrand 2630 Hakhoutbosje 2631 Griendje 2632 Bomenrij en solitaire boom 2633 Rietzoom en klein rietperceel 2634 Natuurvriendelijke oever 2635 Wandelpad over boerenland


Tabel 3 Gewascode en subsidie U heeft deze tabel nodig bij het formulier Opgave Percelen. In deze tabel is aangegeven welke gewascodes niet zijn toegestaan voor de uitbetaling betalingsrechten en de vergroeningsbetaling of de bredeweersverzekering. Gewascode Omschrijving Niet voor BBR-betaling en het vergroeningsbedrag 2706 Aardbeien op stellingen, productie 2704 Aardbeien op stellingen, vermeerdering 2705 Aardbeien op stellingen, wachtbed 2707 Aardbeien op stellingen, zaden en opkweekmateriaal 2632 Bomenrij en solitaire boom 662 Bos (SBL-regeling) 864 Bos (set aside regeling) 1081 Bos- en haagplanten, poten containerveld 863 Bos zonder herplantplicht 1936 Bos, blijvend, met herplantplicht 2623 Bossingel en bosje 1082 Buxus, poten containerveld, 2622 Elzensingel 1083 Ericaceae (Zoals erica, calluna, rododendron, azalea), poten containerveld 332 Grasland, natuurlijk. Hoofdfunctie natuur 2631 Griendje 2630 Hakhoutbosje 2621 Houtwal en houtsingel 2624 Knip- of scheerheg 2627 Knotboom 2626 Laan 1084 Laanbomen/parkbomen, onderstammen, poten containerveld 1085 Laanbomen/parkbomen, opzetters, poten containerveld 1086 Laanbomen/parkbomen, spillen, poten containerveld 335 Natuurterreinen (incl. heide) 2634 Natuurvriendelijke oever 2033 Onbeteelde grond, tijdelijk 2620 Poel en klein historisch water 2633 Rietzoom en klein rietperceel 1087 Rozenstruiken (incl, zaailingen en onderstammen), poten containerveld 1088 Sierconiferen, poten containerveld 1089 Sierheesters en klimplanten, poten containerveld 343 Sloot, grenzend aan beheerde akkerrand 2625 Struweelhaag 2629 Struweelrand 1090 Trek- en besheesters, poten containerveld 1094 Vaste planten, poten containerteelt 1091 Vruchtbomen, moerbomen, poten containerveld 1092 Vruchtbomen, onderstammen, poten containerveld 1093 Vruchtbomen, overig, poten containerveld 2635 Wandelpad over boerenland


Gewascode Omschrijving Niet voor Brede Weersverzekering 2632 Bomenrij en solitaire boom 662 Bos (SBL-regeling) 864 Bos (set aside regeling) 863 Bos zonder herplantplicht 1936 Bos, blijvend, met herplantplicht 2623 Bossingel en bosje 2622 Elzensingel 332 Grasland, natuurlijk. Hoofdfunctie natuur 2631 Griendje 2630 Hakhoutbosje 2621 Houtwal en houtsingel 2624 Knip- of scheerheg 2627 Knotboom 2626 Laan 335 Natuurterreinen (incl. heide) 2634 Natuurvriendelijke oever 2033 Onbeteelde grond, tijdelijk 2620 Poel en klein historisch water 2633 Rietzoom en klein rietperceel 343 Sloot, grenzend aan beheerde akkerrand 2625 Struweelhaag 2629 Struweelrand 2635 Wandelpad over boerenland


Tabel 4a Gewascode Ecologisch aandachtsgebied, BBR (Hoofdteelt) Deze tabel heeft u nodig bij het formulier Opgave Percelen. In deze tabel staan de gewascodes die in aanmerking kunnen komen voor Ecologisch Aandachtsgebied, BBR (Hoofdteelt). Voor de actuele voorwaarden kijk op mijn.rvo.nl. Gewascode Omschrijving

Wegings factor

Algemeen

311

0,7

x

2632 2623 2622 801 2631 2630 2621 670 799 2624 2627 2626 663 258 2634 2620 671 334 345 372 800 343 665 2625 2629 346 347 803 795 669 3523 3736 3513 803 669

Bonen, veld- (onder andere duiven-, paarden-, wierbonen) Bomenrij en solitaire boom Bossingel en bosje Elzensingel Esparcette Griendje Hakhoutbosje Houtwal en houtsingel Japanse haver Klaver, rode Knip- of scheerheg Knotboom Laan Lupinen, niet bittere Luzerne Natuurvriendelijke oever Poel en klein historisch water Raketblad (aaltjesvanggewas) Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit blijvend gras Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit een ander gewas dan gras Rand, grenzend aan bouwland, hoofdzakelijk bestaand uit tijdelijk gras Rolklaver Sloot, grenzend aan beheerde akkerrand Sojabonen Struweelhaag Struweelrand Tagetes erecta (Afrikaantje) Tagetes patula (Afrikaantje) Wikke, voederWilgenhakhout Zwaardherik (aaltjesvanggewas) Veldbeemdgras Vezelvlas Westerwolds raaigras Wikke, voederZwaardherik (aaltjesvanggewas)

** ** ** 0,7

x

** ** ** 0,3 0,7

x x

** ** ** 0,7 0,7

x x

** ** 0,3 1

x x

1/1,5*

x

1

x

0,7 2 0,7

x

** ** 0,3 0,3 0,7 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3

x x x x x x x x x x

Duurzaamheidscertificaat: AkkerbouwPakket strokenpakket Veldleewerik incl. vogelakkers x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x x x x x x x x x x x x

x

x

x x x x x x x

x x x x x x x x

x x x x x x

x x x x x x

* Algemene lijst is 1,0 / Duurzaamheidscertificaat is 1,5 ** Kijk voor de voorwaarden op mijn.rvo.nl



Tabel 4b Gewascode Ecologisch aandachtsgebied, BBR (Volgteelt) Deze tabel heeft u nodig bij het formulier Opgave Volgteelten. In deze tabel staan de gewascodes die in aanmerking kunnen komen voor Ecologisch Aandachtsgebied, BBR (Volgteelt). Voor de actuele voorwaarden kijk op mijn.rvo.nl. Gewascode Omschrijving

Wegings factor

Algemeen

3501 3502 3503 3504 3505 3506 308 244 3507 3508 3509 3510 428 3512 670 241 3500 3511 3515 799 3524 666 663 3514 671 3516 3517 3518 3519 3520 3521 346 347 3522 3523 3736 3513 803 669

0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3 0,3

x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

Beemdlangbloem Bladkool Bladraap Bladrammenas Deder Engels raaigras Erwten (droog te oogsten) Erwten, groene/gele, groen te oogsten Ethiopische mosterd Facelia Festulolium Franse boekweit Gele mosterd Italiaans raaigras Japanse haver Kapucijners (en grauwe erwten) Klaver, Alexandrijnse Klaver, incarnaat Klaver, Perzische Klaver, rode Klaver, witte Lijnzaad niet van vezelvlas (olievlas) Lupinen, niet bittere Niger Raketblad (aaltjesvanggewas) Rietzwenkgras Sarepta mosterd/Caliente Seradelle Soedangras/Sorghum Spurrie Stoppelknollen Tagetes erecta (Afrikaantje) Tagetes patula (Afrikaantje) Timothee Veldbeemdgras Vezelvlas Westerwolds raaigras Wikke, voederZwaardherik (aaltjesvanggewas)


Duurzaamheidscertificaat: AkkerbouwPakket strokenpakket Veldleewerik incl. vogelakkers x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x


Tabel 4c Gewascode Volgteelt, categorieën EA Deze tabel heeft u nodig bij het formulier Opgave Volgteelten. In deze tabel staat per gewascode welke categoriekeuze mogelijk is. Kijk op mijn.rvo.nl voor de informatie over de voorwaarden van de 3 categorieën EA. Gewascode 3501 3502 3503 3504 3505 3506 308 244 3507 3508 3509 3510 428 3512 670 241 3500 3511 3515 799 3524 666 663 3514 671 3516 3517 3518 3519 3520 3521 346 347 3522 3523 3736 3513 803 669

Omschrijving Beemdlangbloem Bladkool Bladraap Bladrammenas Deder Engels raaigras Erwten (droog te oogsten) Erwten, groene/gele, groen te oogsten Ethiopische mosterd Facelia Festulolium Franse boekweit Gele mosterd Italiaans raaigras Japanse haver Kapucijners (en grauwe erwten) Klaver, Alexandrijnse Klaver, incarnaat Klaver, Perzische Klaver, rode Klaver, witte Lijnzaad niet van vezelvlas (olievlas) Lupinen, niet bittere Niger Raketblad (aaltjesvanggewas) Rietzwenkgras Sarepta mosterd/Caliente Seradelle Soedangras/Sorghum Spurrie Stoppelknollen Tagetes erecta (Afrikaantje) Tagetes patula (Afrikaantje) Timothee Veldbeemdgras Vezelvlas Westerwolds raaigras Wikke, voederZwaardherik (aaltjesvanggewas)

Categorie 1 x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

Categorie 2* x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x

x x x x x x

x x x x x x

Categorie 3

x

x

x x x x x x x x

x x x x x x

x

* Categorie 2 is alleen mogelijk in combinatie met hoofdteelt vlas (gewascodes 666 en 3736) en hennep (gewascode 944).



Tabel 5 Diercodes Overige dieren U heeft deze tabel nodig bij het invullen van onderdeel 2i op de Gecombineerde opgave 2015. Diersoort

Code

Knaagdieren Bruine ratten

89

Cavia’s

91

Gerbils

93

Goudhamsters

92

Tamme muizen

90

Herten Damherten, hinden voor de fokkerij (inclusief kalveren jonger dan 3 maanden met bijbehorende bokken)

96

Damherten, 3 maanden en ouder, voor de slachterij

97

Edelherten Midden-Europees, hinden voor de fokkerij (inclusief kalveren jonger dan 6 maanden met bijbehorende bokken) Edelherten Midden-Europees, 6 tot 12 maanden voor de slachterij

94

Edelherten Midden-Europees, 12 maanden en ouder voor de slachterij

87

95

Rundvee Waterbuffels, ten minste eenmaal gekalfd

98

Waterbuffels, jongvee tot 2 jaar

99



Tabel 6 Redenen aangepaste omvang beheereenheid SNL‑a U heeft deze tabel nodig als de voorgedrukte omvang van een beheereenheid niet klopt met de werkelijke situatie. Vul daarvoor één van onderstaande redenen in op het formulier Verzoek Uitbetaling subsidie agrarisch natuur en landschapsbeheer. U kunt kiezen uit verschillende mogelijkheden. Er zijn een aantal situaties waarin u een grotere omvang kunt invullen. Bijvoorbeeld als de beheereenheid gedeeltelijk is afgewezen. Er zijn ook situaties waarin u een kleinere omvang invult. Bijvoorbeeld als het gewasperceel waar de beheereenheid op ligt, is verkleind. Code 1

2

3

4

5

6

7

Reden aangepaste omvang Bezwaarprocedure loopt of gaat lopen voor deel beheereenheid

Toelichting bij reden

De beheereenheid is gedeeltelijk toegewezen. U bent in bezwaar gegaan tegen de gedeeltelijke afwijzing of u wilt nog in bezwaar gaan. U heeft nog geen beslissing ontvangen op uw bezwaar. U kunt een grotere omvang invullen. Let op: wordt uw bezwaar ongegrond verklaard, dan kan de vergroting een sanctie opleveren. U kunt nooit een betaalverzoek doen voor een grotere omvang dan u oorspronkelijk heeft aangevraagd. Deze reden mag u alleen gebruiken bij beheereenheden waar de toegewezen omvang van voorgedrukt is (code b). Wijziging in het Het gewasperceel of de gewaspercelen waar de beheereenheid op ligt is kleiner of groter geworden landschap door een verandering in het landschap. Bijvoorbeeld door het aanleggen van een weg of het dempen van een sloot. U vult de gewijzigde omvang in. Let op: u kunt nooit een betaalverzoek doen voor een grotere omvang dan u oorspronkelijk heeft aangevraagd. Een onterechte vergroting kan een sanctie opleveren. Deze reden mag u gebruiken bij beheereenheden waar de toegewezen omvang van voorgedrukt is (code b) en bij beheereenheden waar de aangevraagde omvang van voorgedrukt is (code a). U heeft een correctie op de beheereenheid doorgegeven of u gaat dit nog doen. Dit kan Correctie bijvoorbeeld het geval zijn als u geen beheer meer voert over een gedeelte van de beheereenheid. beheereenheid Vul een kleinere omvang voor deze beheereenheid in. gemeld/nog Deze reden mag u gebruiken bij beheereenheden waar de toegewezen omvang van voorgedrukt is melden (code b) en bij beheereenheden waar de aangevraagde omvang van voorgedrukt is (code a). Correctie 2014 nog U heeft in 2014 een betaalverzoek gedaan voor deze beheereenheid. Heeft u nog geen niet verwerkt betaalbeschikking ontvangen en de getoonde omvang komt niet overeen met wat volgens u juist is? Bijvoorbeeld omdat u een correctie heeft doorgegeven met de Gecombineerde opgave 2014 U kunt de omvang vergroten of verkleinen. Dit doet u op eigen risico. Vergroot u de omvang ten onrechte, dan kan het een sanctie opleveren. Heeft u inmiddels de betaalbeschikking gehad en de getoonde omvang komt niet overeen met de betaalbeschikking? Pas dan de omvang aan, aan wat er in de betaalbeschikking staat. U kunt de omvang vergroten of verkleinen. Deze reden mag u alleen gebruiken bij beheereenheden waar de beschikte omvang van voorgedrukt is (code b). Getoonde omvang U heeft recent een beschikking op uw subsidieaanvraag SNL‑a ontvangen. Dan kan het voorkomen dat de gegevens in de beschikking niet overeen komen met de getoonde gegevens. Vul dan een niet gelijk met kleinere omvang voor deze beheereenheid in. beschikking Deze reden mag u alleen gebruiken bij beheereenheden waar de aangevraagde omvang van voorgedrukt is (code a). U heeft niet de hele, maar slechts een deel van een beheereenheid overgenomen van een andere Beheereenheid slechts gedeeltelijk relatie die SNL‑a heeft aangevraagd. U moet dan een kleinere omvang voor deze beheereenheid invullen. overgenomen Deze reden mag u alleen gebruiken bij beheereenheden waar de toegewezen omvang van voorgedrukt is (code b). De omvang van de beheereenheid blijft ongewijzigd, deze blijft dus hetzelfde zoals op uw Omvang is juist beschikking staat. Maar voor 2015 vraagt u voor een kleinere omvang subsidie aan. U kunt maar voor 2015 volgend jaar eventueel weer voor de maximaal beschikte omvang uitbetaling aanvragen. vraag ik minder Deze reden mag u alleen gebruiken bij beheereenheden waar de toegewezen omvang van subsidie aan voorgedrukt is (code b).



Tabel 7a Overzicht staltype U heeft deze tabel nodig bij het invullen van de kolom staltype (Rav-code) voor het formulier opgave Huisvesting bij de Gecombineerde opgave 2015. RAV-code A A1 A 1.1 A 1.2 A 1.3 A 1.4 A 1.5 A 1.6 A 1.7 A 1.8 A 1.9 A 1.10 A 1.11 A 1.12 A 1.13 A 1.14 A 1.15 A 1.16 A 1.17 A 1.18 A 1.19 A 1.20 A 1.21 A 1.22 A 1.23

A 1.24 A 1.25 A 1.26 A 1.27 A 1.100 A2 A2 A3 A3 A4 A 4.1 A 4.2 A 4.3

Omschrijving huisvesting Hoofdcategorie rundvee Maak voor diercategorie melk- en kalfkoeien ouder dan 2 jaar een keuze uit de codes A 1.1 t/m A 1.100 grupstal met drijfmest, emitterend mestoppervlak van grup en kelder max. 1,2 m² per koe loopstal met hellende vloer en giergoot of met roostervloer; beide met spoelsysteem loopstal met hellende vloer en giergoot: max. 3 m² mestbesmeurd oppervlak per koe loopstal met hellende vloer en spoelsysteem: max. 3,75 m² mestbesmeurd oppervlak per koe loopstal met sleufvloer en mestschuif ligboxenstal met dichte hellende vloer, met profilering, met snelle gierafvoer met mestschuif ligboxenstal met dichte hellende vloer, met rubbertoplaag, met snelle gierafvoer met mestschuif ligboxenstal met sleufvloer met noppen en mestschuif ligboxenstal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag en afdichtflappen in de roosterspleten, met mestschuif ligboxenstal met roostervloer voorzien van een bolle rubber toplaag, met mestschuif ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten en met een vingerschuif ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten en mestschuif ligboxenstal met roostervloer voorzien van cassettes in de roosterspleten en mestschuif ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten voorzien van afdichtflappen, met mestschuif ligboxenstal met geprofileerde vlakke vloer met hellende sleuven, regelmatige mestafstorten voorzien van afdichtflappen en met mestschuif ligboxenstal met V-vormige vloer van gietasfalt in combinatie met een gierafvoerbuis en met mestschuif mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem ligboxenstal met V-vormige vloer van geprofileerde vloerelementen in combinatie met een gierafvoerbuis en met mestschuif ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven voorzien van afdichtflappen in de roosterspleten en met mestschuif ligboxenstal met vloer voorzien van perforaties en hellende profilering en mestschuif ligboxenstal met vloer met hellende langsgroeven, V-vormige dwarsgroeven, regelmatige mestafstorten voorzien van afdichtflappen, en mestschuif ligboxenstal met sleufvloer en in de doorsteken, wachtruimte en doorlopen een roostervloer met bolle rubber toplaag voorzien van afdichtflappen in de roosterspleten ligboxenstal met geprofileerde vloerplaten met sterk hellende langssleuven met urineafvoer-gat en hellende dwarsgroeven, aaneengesloten gelegd of gescheiden door mestafstorten voorzien van emissiereductiekleppen, met mestschuif ligboxenstal met vloer met geperforeerde, sterk hellende langssleuven, de vloerplaten aaneengesloten gelegd of gescheiden door mestafstorten voorzien van afdichtflappen, met mestschuif ligboxenstal met vlakke vloer, voorzien van geprofileerde rubber matten met een hellend profiel naar regelmatige mestafstorten voorzien van afdichtflappen, met mestschuif ligboxenstal met hellende V-vormige vloer, voorzien van geprofileerde rubber matten, met centrale giergoot en mestschuif ligboxenstal met roostervloer met hellende groeven voorzien van afdichtkleppen in de roosterspleten, met mestschuif en vernevelsysteem overige huisvestingssystemen (reguliere niet-emissiearme huisvestingsystemen zoals een ligboxenstal met roostervloer zonder mestschuif) diercategorie zoogkoeien ouder dan 2 jaar diercategorie zoogkoeien ouder dan 2 jaar diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar diercategorie vrouwelijk jongvee tot 2 jaar Maak voor diercategorie vleeskalveren tot circa 8 maanden een keuze uit de codes A 4.1 t/m A 4.100 mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 90% emissiereductie mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 70% emissiereductie



RAV-code A 4.4 A 4.5 A 4.5.1 A 4.5.2 A 4.5.3 A 4.5.4 A 4.5.5 A 4.5.6 A 4.6 A 4.7 A 4.100 A6 A6 A7 A7 D D1 D 1.1 D 1.1.1 D 1.1.2 D 1.1.3 D 1.1.4 D 1.1.4.1 D 1.1.4.2 D 1.1.5 D 1.1.6 D 1.1.7 D 1.1.8 D 1.1.9 D 1.1.10 D 1.1.11 D 1.1.12 D 1.1.12.1 D 1.1.12.2 D 1.1.12.3 D 1.1.13 D 1.1.14 D 1.1.15 D 1.1.15.1 D 1.1.15.2 D 1.1.15.3 D 1.1.15.4 D 1.1.15.5 D 1.1.15.6 D 1.1.16 D 1.1.17 D 1.1.100

Omschrijving huisvesting mechanisch geventileerde stal met een chemisch luchtwassysteem met 95% emissiereductie mechanisch geventileerde stal met een luchtwassysteem anders dan biologisch of chemisch mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie mechanisch geventileerde stal met een gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter mechanisch geventileerde stal met een biologisch luchtwassysteem 80% emissiereductie mechanisch geventileerde stal met hellende roostervloer in combinatie met hellende schijnvloer onder de roostervloer, bestemd voor het houden van rosé vleeskalveren overige huisvestingssystemen diercategorie vleesstieren en overig vleesvee van circa 8 tot 24 maanden (roodvleesproductie) diercategorie vleesstieren en overig vleesvee van circa 8 tot 24 maanden (roodvleesproductie) diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar diercategorie fokstieren en overig rundvee ouder dan 2 jaar Hoofdcategorie varkens Maak voor fokzeugen, inclusief biggen tot 25 kg een keuze uit de codes die vallen onder D 1.1 t/m D 1.3 Maak voor diercategorie biggenopfok (gespeende biggen) een keuze uit de codes D 1.1 t/m D 1.1.100 vlakke gecoate keldervloer met tandheugelschuifsysteem spoelgotensysteem met dunne mest en gedeeltelijk roostervloer mestopvang in water in combinatie met een mestafvoersysteem ondiepe mestkelders met water- en mestkanaal oppervlakte mestkanaal maximaal 0,13 m2 per big oppervlakte mestkanaal maximaal 0,19 m2 per big halfrooster met verkleind mestoppervlak (max. 60% van het totale hokoppervlak bestaat uit een roostervloer) mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof (volledig roostervloer) mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof (gedeeltelijk roostervloer) gescheiden afvoer van mest en urine door middel van hellende mestband biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie koeldeksysteem (150% koeloppervlak) opfokhok met schuine putwand emitterend mestoppervlak maximaal 0,07 m² per big, ongeacht groepsgrootte emitterend mestoppervlak groter dan 0,07 m² per big, echter kleiner dan 0,10 m², en in kleine groepen, tot 30 biggen, gehuisvest hokoppervlak groter dan 0,35 m², emitterend mestoppervlak groter dan 0,07 m² echter kleiner dan 0,10 m², in grote groepen, vanaf 30 biggen, gehuisvest volledig rooster met water- en mestkanalen, eventueel voorzien van schuine putwand(en), emitterend mestopper vlak kleiner dan 0,10 m² chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter biologisch luchtwassysteem 80% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie overige huisvestingssystemen



RAV-code D 1.2 D 1.2.1 D 1.2.2 D 1.2.3 D 1.2.4 D 1.2.5 D 1.2.6 D 1.2.7 D 1.2.8 D 1.2.9 D 1.2.10 D 1.2.11 D 1.2.12 D 1.2.13 D 1.2.14 D 1.2.15 D 1.2.16 D 1.2.17 D 1.2.17.1 D 1.2.17.2 D 1.2.17.3 D 1.2.17.4 D 1.2.17.5 D 1.2.17.6 D 1.2.18 D 1.2.19 D 1.2.100 D 1.3 D 1.3.1 D 1.3.2 D 1.3.3 D 1.3.4 D 1.3.5 D 1.3.6 D 1.3.7 D 1.3.8 D 1.3.8.1 D 1.3.8.2 D 1.3.9 D 1.3.9.1 D 1.3.9.2 D 1.3.10 D 1.3.11 D 1.3.12 D 1.3.12.1 D 1.3.12.2 D 1.3.12.3 D 1.3.12.4 D 1.3.12.5 D 1.3.12.6 D 1.3.13 D 1.3.14 D 1.3.100 D 1.3.101

Omschrijving huisvesting Maak voor diercategorie kraamzeugen (incl. biggen tot spenen) een keuze uit de codes D 1.2 t/m D 1.2.100 spoelgotensysteem, spoelen met dunne mest kunststof schijnvloer met schuif onder de roosters vlakke, gecoate keldervloer met tandheugelschuifsysteem mestschuif met gecoate, hellende keldervloer en giergoot mestgoot met mestafvoersysteem ondiepe mestkelders met mesten waterkanaal kraamopfokhok met hellende plaat mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof schuiven in mestgoot biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie koeldeksysteem (150% koeloppervlak) mestpan onder kraamhok mestpan met water- en mestkanaal onder kraamhok chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie waterkanaal in combinatie met een afgescheiden mestkanaal of mestbak luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter biologisch luchtwassysteem 80% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie overige huisvestingssystemen Maak voor diercategorie guste en dragende zeugen een keuze uit de codes D 1.3.1 t/m D 1.3.101 smalle ondiepe mestkanalen met metalen driekantroostervloer en rioleringssysteem (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting) mestgoot met combinatierooster en frequente mestafvoer (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting) spoelgotensysteem met dunne mest mestopvang in en spoelen met aangezuurde vloeistof schuiven in mestgoot (alleen toepasbaar bij individuele huisvesting) biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie (bij individuele en groepshuisvesting) chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie koeldeksysteem 115% koeloppervlak (bij individuele huisvesting) 135% koeloppervlak (bij groepshuisvesting) groepshuisvestingssysteem met voerligboxen of zeugenvoerstations, zonder strobed, met schuine putwanden in het mestkanaal met metalen driekantroosters roosters anders dan metalen driekant rondloopstal met zeugenvoerstation en strobed chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie (bij individuele en groepshuisvesting) luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter biologisch luchtwassysteem 80% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie overige huisvestingssystemen, groepshuisvesting overige huisvestingssystemen, individuele huisvesting



RAV-code D2 D 2.1 D 2.2 D 2.3 D 2.4 D 2.4.1 D 2.4.2 D 2.4.3 D 2.4.4 D 2.4.5 D 2.4.6 D 2.5 D 2.6 D 2.100 D3 D 3.1 D 3.2 D 3.2.1 D 3.2.2 D 3.2.3 D 3.2.4 D 3.2.5 D 3.2.6 D 3.2.6.1 D 3.2.6.1.1 D 3.2.6.1.2 D 3.2.6.2 D 3.2.6.2.1 D 3.2.6.2.2 D 3.2.7 D 3.2.7.1 D 3.2.7.1.1 D 3.2.7.1.2 D 3.2.7.2 D 3.2.7.2.1 D 3.2.7.2.2 D 3.2.8 D 3.2.9 D 3.2.10 D 3.2.11 D 3.2.12 D 3.2.13 D 3.2.14 D 3.2.15 D 3.2.15.1 D 3.2.15.2 D 3.2.15.3 D 3.2.15.4 D 3.2.15.5 D 3.2.15.6 D 3.2.16 D 3.2.17 D 3.2.18 D 3.3

Omschrijving huisvesting Maak voor diercategorie dekberen, 7 maanden en ouder een keuze uit de codes D 2.1 t/m D 2.100 biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter biologisch luchtwassysteem 80% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie overige huisvestingssystemen Maak voor diercategorie vleesvarkens, opfokberen van ca. 25 kg tot 7 maanden, opfokzeugen van ca. 25 kg tot eerste dekking een keuze uit de codes D 3.1 t/m D 3.100 volledig roostervloer gedeeltelijk roostervloer gehele dierplaats onderkelderd zonder stankafsluiter mestopvang in en spoelen met NH3-arme vloeistof (inclusief aanzuren) koeldeksysteem met metalen driekantroostervloer (170% koeloppervlak) mestopvang in met formaldehyde behandelde mestvloeistof in combinatie met metalen driekantroostervloer mestopvang in water in combinatie met metalen driekant roostervloer koeldeksysteem (200% koeloppervlak) met metalen roostervloer emitterend mestoppervlak maximaal 0,8 m² per varken emitterend mestoppervlak maximaal 0,5 m² met roostervloer anders dan metaal emitterend mestoppervlak maximaal 0,6 m² per varken emitterend mestoppervlak groter dan 0,6 m², doch kleiner dan 0,8 m² per varken mestkelders met (water- en) mestkanaal; mestkanaal met schuine putwand met metalen driekantroosters op het mestkanaal emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m² per varken emitterend mestoppervlak groter dan 0,18 m², maar kleiner dan 0,27 m² per varken met roosters anders dan metalen driekant op het mestkanaal emitterend mestoppervlak maximaal 0,18 m² per varken emitterend mestoppervlak groter dan 0,18 m², maar kleiner dan 0,27 m² per varken biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie bollevloerhok met betonnen morsrooster en metalen driekantrooster hok met gescheiden mestkanalen spoelgotensysteem met metalen driekantroosters spoelgotensysteem met roosters chemisch luchtwassysteem 95% emissiereductie luchtwassystemen anders dan biologisch of chemisch gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met chemische wasser (lamellenfilter) en waterwasser gecombineerd luchtwassysteem 70% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, chemische wasser en biofilter gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met watergordijn en biologische wasser gecombineerd luchtwassysteem 85% emissiereductie met waterwasser, biologische wasser en geurverwijderingssectie gecombineerd luchtwassysteem 90% emissiereductie met een biologische en een chemische wasser en een biofilter gescheiden afvoer van mest en urine door middel van een V-vormige mestband in het mestkanaal met metalen driekant roosters op het mestkanaal biologisch luchtwassysteem 80% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie scharrel vleesvarkens



RAV-code D 3.3.1 D 3.3.2 D 3.100 E E1 E 1.1 E 1.2 E 1.3 E 1.4 E 1.5 E 1.5.1 E 1.5.2 E 1.5.3 E 1.5.4 E 1.5.5 E 1.6 E 1.7 E 1.8 E 1.8.1 E 1.8.2 E 1.8.3 E 1.8.3.1 E 1.8.3.2 E 1.8.4 E 1.8.5 E 1.9 E 1.10 E 1.11 E 1.12 E 1.13 E 1.100 E 1.101 E2 E 2.1 E 2.2 E 2.3 E 2.4 E 2.5 E 2.5.1 E 2.5.2 E 2.5.3 E 2.5.4 E 2.5.5

Omschrijving huisvesting beddenstal met maximaal 0,14 m² emitterend mestoppervlak per dier tot 50 kg levend gewicht en met maximaal 0,29 m² emitterend mestoppervlak per dier vanaf 50 kg levend gewicht overige huisvestingssystemen scharrel vleesvarkens overige huisvestingssystemen Hoofdcategorie kippen Maak voor diercategorie opfokhennen en hanen van legrassen; jonger dan 18 weken een keuze uit de codes E 1.1. t/m E 1.101 open mestopslag onder de batterij al dan niet voorzien van een mestschuif (flat-deck-kooien, trapkooien of compactkooien voor natte mest) mestbandbatterij voor natte mest met afvoer naar een gesloten opslag (minimaal 2 maal per week ontmesten) compactbatterij waarvan de natte mest 2 maal daags door middel van mestschuiven en een centrale mestband afgevoerd wordt naar een gesloten opslag batterij met geforceerde mestdroging (kanalenstal) mestbandbatterij met geforceerde mestdroging mestbandbatterij voor droge mest met geforceerde mestdroging mestbandbatterij met geforceerde mestdroging, belucht met 0,4 m³ lucht per opfokhen per uur; mestafdraaien per vijf dagen, de mest heeft dan een droge stofgehalte van minimaal 55% batterijhuisvesting volgens categorie E 1.5.1 met chemisch luchtwassysteem met 35% emissiereductie fijn stof (zie eindnoot 2) batterijhuisvesting volgens categorie E 1.5.2 met chemisch luchtwassysteem met 35% emissiereductie fijn stof (zie eindnoot 2) koloniehuisvesting met mestbandbeluchting (0,7 m3 per dier per uur) batterijsysteem met mestbandbeluchting en bovenliggende droogtunnel grondhuisvesting (strooiselvloer, roostervloer) volièrehuisvesting minimaal 50% van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages 65 - 70% van de leefruimte is rooster, met daaronder een mestband met 0,3 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages 45 - 55% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband, mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien met 0,1 m3 per dier per uur beluchting met 0,3 m3 per dier per uur beluchting 30 - 35% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband met 0,4 m³ per dier per uur beluchting, mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien 55 - 60% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband met 0,4 m³ per dier per uur beluchting, mestbanden minimaal éénmaal per week afdraaien chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren biofilter 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting Maak voor diercategorie legkippen en (groot-)ouderdieren van legrassen een keuze uit de codes E 2.1 t/m E 2.101 open mestopslag onder de batterij al dan niet voorzien van een mestschuif (flat-deck-kooien, trapkooien of compactkooien voor natte mest) mestbandbatterij voor natte mest met afvoer naar een gesloten opslag (minimaal 2 maal per week ontmesten) compactbatterij waarvan de natte mest 2 maal daags door middel van mestschuiven en een centrale mestband afgevoerd wordt naar een gesloten opslag batterij met geforceerde mestdroging (deeppitstal of highrisestal, kanalenstal) mestbandbatterij met geforceerde mestdroging mestbandbatterij voor droge mest met geforceerde mestdroging mestbandbatterij met geforceerde mestdroging, belucht met 0,7 m³ lucht per dier per uur. Mestafdraaien per vijf dagen; de mest heeft dan een droge stofgehalte van minimaal 55% batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.1 met chemisch luchtwassysteem met 35% emissiereductie fijn stof (zie eindnoot 2) batterijhuisvesting volgens categorie E 2.5.2 met chemisch luchtwassysteem met 35% emissiereductie fijn stof (zie eindnoot 2) verrijkte kooien met mestbandbeluchting (0,7 m³ per dier per uur)



RAV-code E 2.5.6 E 2.6 E 2.7 E 2.8 E 2.9 E 2.9.1 E 2.9.2 E 2.9.3 E 2.10 E 2.11 E 2.11.1 E 2.11.2 E 2.11.2.1 E 2.11.2.2 E 2.11.3 E 2.11.4 E 2.12 E 2.12.1 E 2.12.2 E 2.13 E 2.14 E 2.15 E 2.100 E 2.101 E3 E 3.1 E 3.2 E 3.3 E 3.4 E 3.5 E 3.6 E 3.7 E 3.8 E 3.100 E4 E 4.1 E 4.2 E 4.3 E 4.4 E 4.4.1 E 4.4.2 E 4.4.3 E 4.4.4 E 4.5 E 4.6 E 4.7 E 4.8 E 4.9 E 4.10 E 4.100 E5 E 5.1

Omschrijving huisvesting koloniehuisvesting met mestbandbeluchting (0,7 m³ per dier per uur) batterijsysteem met mestbandbeluchting en bovenliggende droogtunnel grondhuisvesting van legrassen (circa 1/3 strooiselvloer en circa 2/3 roostervloer) grondhuisvesting met beluchting onder gedeeltelijk verhoogde roostervloer (perfosysteem) grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun grondhuisvesting met enkele buis onder de beun aan weerszijden van het legnest grondhuisvesting met mestbeluchting door middel van verticale ventilatiekokers chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie volièrehuisvesting minimaal 50% van de leefruimte is rooster met daaronder een mestband. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. 45 - 55% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met beluchting. Mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. beluchtingcapaciteit minimaal 0,2 m³ per dier per uur beluchtingcapaciteit minimaal 0,5 m³ per dier per uur 30-35% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met 0,7 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. 55-60% van de leefruimte roosters met daaronder een mestband met 0,7 m3 per dier per uur mestbeluchting. Mestbanden minimaal eenmaal per week afdraaien. Roosters minimaal in twee etages. scharrelhuisvesting scharrelstal in twee verdiepingen met mestbanden onder de roosters (twee maal per week afdraaien), bezetting 9 dieren per m² scharrelhuisvesting met frequente mesten strooiselverwijdering biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie biofilter 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie overige huisvestingssystemen niet-batterijhuisvesting overige huisvestingssystemen batterijhuisvesting Maak voor diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens in opfok; jonger dan 19 weken een keuze uit de codes E 3.1 t/m E 3.100 chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met mixluchtventilatie stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren biofilter 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met indirect gestookte warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar overige huisvestingssystemen Maak voor diercategorie (groot-)ouderdieren van vleeskuikens een keuze uit de codes E 4.1 t/m E 4.100 groepskooi voorzien van mestband en geforceerde mestdroging volièrehuisvesting met geforceerde mestdroging volièrehuisvesting met geforceerde mesten strooiseldroging grondhuisvesting met mestbeluchting mestbeluchting van bovenaf mestbeluchting met verticale slangen in de mest grondhuisvesting met mestbeluchting via buizen onder de beun grondhuisvesting met mestbeluchting door middel van verticale ventilatiekokers perfosysteem op gedeeltelijk verhoogde roostervloer chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie grondhuisvesting, mestbanden onder de roosters, mestbanden minimaal tweemaal per week afdraaien biofilter 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie overige huisvestingssystemen Maak voor diercategorie vleeskuikens een keuze uit de codes E 5.1 t/m E 5.100 zwevende vloer met strooiseldroging



RAV-code E 5.2 E 5.3 E 5.4 E 5.5 E 5.6 E 5.7 E 5.8 E 5.9 E 5.9.1 E 5.9.1.1 E 5.9.1.1.1 E 5.9.1.1.2 E 5.9.1.1.3 E 5.9.1.1.4 E 5.9.1.1.100 E 5.9.1.2 E 5.9.1.2.1 E 5.9.1.2.2 E 5.9.1.2.3 E 5.9.1.2.4 E 5.9.1.2.100 E 5.10 E 5.11 E 5.12 E 5.13 E 5.14 E 5.100 F F1 F 1.1 F 1.2 F 1.3 F 1.4 F 1.5 F 1.6 F 1.7 F 1.100 F2 F 2.1 F 2.2 F 2.3 F 2.4 F 2.5 F 2.6 F 2.7 F 2.100

Omschrijving huisvesting geperforeerde vloer met strooiseldroging etagesysteem met volledige roostervloer en mestbandbeluchting chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling stal met mixluchtventilatie biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie etagesysteem met mestband en strooiseldroging uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens met aparte vervolghuisvesting uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens in etages met vervolghuisvesting uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.5 (grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling) uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.6 (stal met mixluchtventilatie) uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.8 (etagesysteem met mestband en strooiseldroging) uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.10 (stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren) uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 13 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.100 (overige huisvestingsystemen) uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.5 (grondhuisvesting met vloerverwarming en vloerkoeling) uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.6 (stal met mixluchtventilatie) uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.8 (etagesysteem met mestband en strooiseldroging) uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.10 (stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren) uitbroeden eieren en opfokken vleeskuikens tot 19 dagen in stal met etages en vervolghuisvesting in E 5.100 (overige huisvestingsystemen) stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar biofilter 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met indirect gestookte warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag overige huisvestingssystemen Hoofdcategorie kalkoenen Maak voor diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; tot 6 weken een keuze uit de codes F 1.1 t/m F 1.100 chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren biofilter 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met indirect gestookte warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar overige huisvestingssystemen Maak voor diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen in opfok; van 6 tot 30 weken een keuze uit de codes F 2.1 t/m F 2.100 chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren biofilter 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met indirect gestookte warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar overige huisvestingssystemen



RAV-code F3 F 3.1 F 3.2 F 3.3 F 3.4 F 3.100 F4 F 4.1 F 4.2 F 4.3 F 4.4 F 4.5 F 4.6 F 4.7 F 4.8 F 4.9 F 4.100 G G1 G 1.1 G 1.2 G 1.3 G 1.4 G 1.100 G2 G 2.1 G 2.1.1 G 2.1.2 G 2.1.3 G 2.1.4 G 2.1.100 G 2.2

Omschrijving huisvesting Maak voor diercategorie ouderdieren van vleeskalkoenen van 30 weken en ouder een keuze uit de codes F 3.1 t/m F 3.100 chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie biofilter 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie overige huisvestingssystemen Maak voor diercategorie vleeskalkoenen een keuze uit de codes F 4.1 t/m F 4.100 gedeeltelijk verhoogde strooiselvloer chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie mechanisch geventileerde stal met frequente strooiselverwijdering biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met verwarmingssysteem met warmteheaters en ventilatoren biofilter 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie stal met indirect gestookte warmteheaters met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag stal met luchtmengsysteem voor droging strooisellaag in combinatie met een warmtewisselaar overige huisvestingssystemen Hoofdcategorie eenden Maak voor diercategorie ouderdieren van vleeseenden tot 24 maanden een keuze uit de codes G 1.1 t/m G 1.100 chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie biofilter 70% emissiereductie overig huisvestingssystemen Maak voor diercategorie vleeseenden een keuze uit de codes G 2.1 t/m G 2.2 binnen mesten chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie biofilter 70% emissiereductie overig huisvestingssystemen buiten mesten (per afgeleverde eend)



Tabel 7b Overzicht additionele technieken U heeft deze tabel nodig bij het invullen van de kolommen additionele (nageschakelde) technieken (Rav-code) voor het formulier opgave Huisvesting bij de Gecombineerde opgave 2015. De kolommen additionele technieken kunnen alléén worden ingevuld voor varkens, kippen, eenden en kalkoenen. RAV-code D D4 D 4.1 E E6 E 6.1 E 6.2 E 6.3 E 6.4 E 6.4.1 E 6.4.2 E 6.5 E 6.6 E 6.7 E 6.100 E7 E 7.1 E 7.2 E 7.3 E 7.4 E 7.5 E 7.6 E 7.7 F F6 F 6.1 F 6.2 F 6.3 F 6.4 F 6.5 F 6.6 G G4 G 4.1 G 4.2 G 4.3 G 4.4 G 4.5

Omschrijving huisvesting Hoofdcategorie varkens Additionele technieken drijvende ballen in de mest Hoofdcategorie kippen Maak voor additionele technieken voor mestbewerking en mestopslag een keuze uit de codes E 6.1 t/m E 6.100 mestdroogsystemen met geperforeerde doek droogtunnel met oppervlaktedroging (dichte banden) lucht uit een composteringsunit met chemische luchtwassing droogtunnel droogtunnel met geperforeerde banden droogtunnel met geperforeerde metalen platen mestopslagloods met biologisch luchtwassysteem 70% emissiereductie mestopslagloods met chemisch luchtwassysteem 70% emissiereductie mestopslagloods met chemisch luchtwassysteem 90% emissiereductie overige opslag van mest Maak voor additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof een keuze uit de codes E 7.1 t/m E 7.7 oliefilmsysteem met drukleidingen; 54% emissiereductie fijn stof ionisatiesysteem met negatieve coronadraden; 49% emissiereductie fijn stof water luchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof warmtewisselaar; 31% emissiereductie fijn stof warmtewisselaar; 13% emissiereductie fijn stof Hoofdcategorie kalkoenen Maak voor additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof een keuze uit de codes F 6.1 t/m F 6.6 oliefilmsysteem met drukleidingen; 54% emissiereductie fijn stof water luchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof warmtewisselaar; 31% emissiereductie fijn stof warmtewisselaar; 13% emissiereductie fijn stof Hoofdcategorie eenden Maak voor additionele technieken voor emissiereductie van fijn stof een keuze uit de codes G 4.1 t/m G 4.5 water luchtwassysteem; 33% emissiereductie fijn stof droogfilterwand; 40% emissiereductie fijn stof ionisatiefilter; 57% emissiereductie fijn stof warmtewisselaar; 31% emissiereductie fijn stof warmtewisselaar; 13% emissiereductie fijn stof



Toelichting bij de Gecombineerde opgave Rijksdienst voor Ondernemend Nederland

Recommend Documents