25-2-2013
Internationale handel – H7§1
Economie voor het vmbo (tot 8,35 m.)
Waar komt het vandaan?
Internationale handel Importeren = invoeren (betalen) Exporteren = uitvoeren (verdienen)
Waarom importeren: Meer keuze (welvaart) Ongunstig klimaat Buitenland is goedkoper Gebrek aan grondstoffen Kennis
1
25-2-2013
Waarom exporteren: Geld voor import!!! Afzetgebied vergroten (meer omzet)
Transitohandel = doorvoerhandel of wederhandel Rotterdam,
Schiphol
Importwaarde Ingevoerde hoeveelheid x prijs per eenheid (stuk) 50.000 auto’s x €26.000 = €1,3 miljard
Exportwaarde Geëxporteerde hoeveelheid x prijs per eenheid (stuk) 30.000 tv’s x €800 = €24 miljoen
Importquote De importwaarde in % van het Nationaal inkomen
Exportquote De exportwaarde in % van het Nationaal inkomen
2
25-2-2013
Rekenopdracht -
Gegevens: Importhoeveelheid Exporthoeveelheid Importprijs Exportprijs Nationaal inkomen
500 mln 600 mln € 20,- gemiddeld € 18,- gemiddeld 200 mld
Opdrachten: 1. Bereken de import- en exportwaarde 2. Bereken de import- en exportquote 3. Laat met een berekening zien of hier sprake is van een overschot of een tekort.?
Antwoorden Importwaarde: 500 mln x 20,- = € 10 miljard Exportwaarde: 600 mln x 18, - = € 10,8 mlijard
Importquote:
10 mld x 100 = 5% 200 mld
Exportquote:
10,8 mld x 100 = 5,4% 200 mld
Exportwaarde – importwaarde = overschot (10,8 – 10 = 0,8 mld euro)
Open economie Nederland
Gesloten economie Cuba, Noord-Korea
3
25-2-2013
Betalingsbalans Handelsbalans (goederenbalans) Dienstenbalans (ook toeristen)
Betalingsbalans Positief: overschot. exportwaarde > importwaarde
Negatief: tekort. exportwaarde < importwaarde
Extra opdracht Bereken de import- en exportquote als gegeven dat het nationaal inkomen 600 mld bedraagt. Is er sprake van een tekort of overschot. Hoeveel procent bedraagt dit van het nationaal inkomen?
4
25-2-2013
Antwoorden extra opdracht Importquote = 248,6 / 600 x 100 =41,4% Exportquote = 280,8 / 600 x 100 =46,8% 280,8 – 248,6 = 32,2 mld overschot
In procenten van ons nationaal inkomen: 32,2 / 600 x 100% = 5,4%
5
25-2-2013
Een sterk EU (§2)
Europese Unie (27 landen)
Hoofddoel: Vrij verkeer van goederen, diensten, personen en kapitaal (vrijhandel). Afspraken over: veiligheid, milieu, arbeidsomstandigheden. Voordelen: grotere afzetmarkt, voordelen consument EMU en centrale bank Landbouwbeleid Gevolgen van het landbouwbeleid
Europa beschermt (protectionisme):
omdat we minder afhankelijk van andere landen willen zijn (voedsel); om beter te kunnen concurreren met het buitenland om de werkgelegenheid en welvaart op peil te houden of te bevorderen.
1
25-2-2013
Hoe beschermt de EU? Invoerrechten
Contingentering
Exportsubsidies
Nadelen protectionisme
minder vrijhandel, getroffen landen gaan hun handel ook beschermen (handelsoorlog?) minder internationale arbeidsverdeling,
minder productie en minder werk,
minder keuze voor de consument,
derde wereldlanden zijn slachtoffer.
2
25-2-2013
Armoede H7§3 & 4 Ontwikkelingslanden
Indeling naar welvaart 1e wereld = het rijke westen 2e wereld = voormalige communistische landen 3e wereld = ontwikkelingslanden
Welvaart De mate waarin jij je behoefte kunt bevredigen. Moeilijk meetbaar want informele productie moet ook meetellen.
1
25-2-2013
Oorzaken armoede:
Natuurlijke hulpbronnen Scholing Infrastructuur Bevolkingsgroei Schulden Rampen
Medische zorg Politiek Concurrentie Monocultuur Verleden Klimaat
Ruilvoet De verhouding tussen de export- en importprijzen
2
25-2-2013
Vicieuze cirkel armoede: Gebrek aan geld Lage productiviteit
Slechte lichamelijke gesteldheid
Geen technische hulpmiddelen
Lage opbrengst
Honger
Onvoldoende voeding
Ontwikkelingshulp Noodhulp (tijdelijk) Structurele hulp (blijvend) Nederlandse overheid (bilaterale hulp) Samenwerking tussen meerdere landen (multilaterale hulp)
Vaste bron van inkomsten: Grondstofovereenkomsten Buffervoorraden
3
25-2-2013
Oplossingen internationaal? WTO (vrijhandel) en internationale arbeidsverdeling Fair trade (eerlijke prijzen, door minder schakels) Oxfam Novib (schulden)
4