HR-toestel
6 720 648 053-00.2T
Installatiehandleiding
Voor de vakman
Vermogen 800 - 1200 kW
Voor installatie en onderhoud zorgvuldig lezen.
6 720 801 030 (2012/03) NL
Logano plus SB745
Inhoudsopgave
Inhoudsopgave 1
Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 1.1 Toelichting van de symbolen . . . . . . . . . . . 4 1.2 Veiligheidsaanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 5
2
Specificaties toestel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2.1 Type-overzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2.2 Reglementair gebruik . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2.3 Veiligheidstechnische uitrusting . . . . . . . . 6 2.4 CE-conformiteitsverklaring . . . . . . . . . . . . 6 2.5 Leveringsomvang . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 2.5.1 Meegeleverde toebehoren . . . . . . . . . . . . . 6 2.5.2 Noodzakelijke accessoire . . . . . . . . . . . . . 6 2.6 Gebruiksvoorwaarden . . . . . . . . . . . . . . . . 7 2.7 Bruikbare brandstoffen . . . . . . . . . . . . . . . 8 2.8 Typeplaatje . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2.9 Gereedschappen, materialen en hulpmiddelen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2.10 Productbeschrijving . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8 2.11 Afmetingen en technische gegevens . . . 10 2.11.1 Afmetingen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 10 2.11.2 Technische gegevens . . . . . . . . . . . . . . . 12 2.11.3 Waarden voor rookgasberekening . . . . . 12
3
Aanwijzingen betreffende de installatie en het bedrijf . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 3.1 Normen, voorschriften en richtlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 14 3.2 Goedkeurings- en informatieplicht . . . . . 14 3.3 Selectie brander en branderinstelling . . . 14 3.4 Eisen voor de opstellingsruimte . . . . . . . 14 3.5 Verbrandingsluchtkwaliteit . . . . . . . . . . . . 15 3.6 Kwaliteit van het cv-water . . . . . . . . . . . . 15 3.7 Toepassing van antivriesmiddelen . . . . . 15 3.8 Instelling van het regeltoestel . . . . . . . . . 16 3.9 Hydraulische koppeling in de cv-installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 18 3.10 Instelling van de minimaal- en maximaaldrukbegrenzer . . . . . . . . . . . . . . 19 3.11 Drukhouden . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 19
4
2
Transport . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 20 4.1 Toestel met een vorkheftruck, een hefwagen of transportrollen transporteren . . . . . . . . 20 4.1.1 Toestel met een kraan hijsen . . . . . . . . . . 20 4.1.2 Toestel met een vorkheftruck transporteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 21 4.1.3 Toestel met transportrollen transporteren . 21 4.1.4 Toestel met hefwagen transporteren . . . 22
5
Installatie . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 5.1 Toestel opstellen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 23 5.2 Geluidisolerende stroken monteren . . . . 24 5.3 Toestel uitlijnen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 25 5.4 CV-installatie aan de rookgas- en waterzijde aansluiten . . . . . . . . . . . . . . . . .25 5.4.1 Algemene eisen aan het rookgasafvoersysteem . . . . . . . . . . . . . . . .25 5.4.2 Afdichtmanchet aanbrengen (toebehoren) . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .26 5.4.3 Toestel op het leidingnet aansluiten. . . . . 26 5.4.4 Opmerkingen betreffende de condensafvoer . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .27 5.4.5 Toestel vullen en aansluitingen op dichtheid controleren . . . . . . . . . . . . . .27 5.5 Deur vuurhaard openen en ombouwen . . 28 5.5.1 Vuurhaarddeur openen en sluiten . . . . . . 28 5.5.2 Deuraanslag ombouwen . . . . . . . . . . . . . 28 5.6 Brander (accessoire) monteren . . . . . . . . 30 5.6.1 Branderplaat monteren . . . . . . . . . . . . . . 30 5.6.2 Brander op de branderplaat monteren . . 30 5.7 Frontplaat monteren en demonteren . . . . 31 5.8 Regeltoestel (accessoire) monteren . . . . 32 5.8.1 Regeltoestelhouder en kabelgoot monteren . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .32 5.8.2 Regeltoestel monteren . . . . . . . . . . . . . . . 32 5.8.3 Elektrische aansluiting tot stand brengen 33 5.9 Temperatuurvoeler monteren . . . . . . . . . . 34 5.10 Branderkabel plaatsen . . . . . . . . . . . . . . . 35
6
Inbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6.1 Verwarmingsinstallatie spoelen . . . . . . . . 6.2 Verwarmingsinstallatie vullen . . . . . . . . . . 6.3 CV-installatie gebruiksklaar maken . . . . . 6.4 Regeltoestel en brander in bedrijf stellen 6.5 Regeltoestel parametreren . . . . . . . . . . . . 6.6 Inbedrijfstellingsprotocol . . . . . . . . . . . . .
7
Buitenbedrijfstelling . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 40 7.1 CV-installatie buiten werking stellen . . . . 40 7.2 Verwarmingsinstallatie in geval van nood buiten werking stellen . . . . . . . . . . . . . . . .40
36 36 36 37 37 37 38
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inhoudsopgave
8
9
Inspectie en onderhoud . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.1 Algemene aanwijzingen . . . . . . . . . . . . . . . 8.2 Toestel voor inspectie en onderhoud voorbereiden. . . . . . . . . . . . . . 8.3 Toestel reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.1 Toestel voorbereiden voor reinigen met de borstels. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.2 Toestel met reinigingsborstels schoonmaken. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.3 Omkeerkamer reinigen . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.4 Pakking van de rookgascollector vervangen . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.3.5 Deksel op de rookgascollector en de omkeerkamer monteren . . . . . . . . . . . 8.3.6 Toestel nat reinigen . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4 Waterdruk controleren en corrigeren . . . . 8.4.1 Wanneer moet u de waterdruk van de verwarmingsinstallatie controleren? . . . . 8.4.2 Gesloten installaties . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.4.3 Installaties met automatisch drukhoudsysteem . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 8.5 Inspectie- en onderhoudsprotocollen . . .
41 41 41 41 41 41 42 43 43 44 45 45 45 46 47
Branderstoring opheffen . . . . . . . . . . . . . . . . 50
10 Milieubescherming/afvoeren . . . . . . . . . . . . 50
11 Installatievoorbeelden . . . . . . . . . . . . . . . . . . 51 11.1 Opstelling veiligheidstechnische minimale uitrusting conform DIN EN 12828; bedrijfstemperatuur ≤ 105 °C; uitschakeltemperatuur (STB) ≤ 110 °C . 51 Trefwoordenregister . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 52
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
3
1
Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen
1
Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen
1.1
Toelichting van de symbolen
Waarschuwingssymbolen Veiligheidsinstructies worden omkaderd en aangegeven met een uitroepteken in een gevarendriehoek met grijze achtergrond. Bij gevaar door elektriciteit wordt het uitroepteken in de gevarendriehoek vervangen door een bliksemsymbool. Signaalwoorden geven de soort en de mate van de gevolgen aan indien de maatregelen ter voorkoming van het gevaar niet worden nageleefd. • OPMERKING betekent dat materiële schade kan ontstaan. • VOORZICHTIG betekent dat licht tot middelzwaar lichamelijk letsel kan ontstaan. • WAARSCHUWING betekent dat zwaar lichamelijk letsel kan ontstaan. • GEVAAR betekent dat levensgevaar kan ontstaan. Informatiesymbool Belangrijke informatie zonder gevaar voor personen en materialen, wordt tussen twee lijnen geplaatst en aangegeven met een i-symbool in een vierkant. Aanvullende symbolen Symbool
Betekenis
B
Handeling
Æ
Verwijzing naar andere plaatsen in het document of naar andere documenten
•
Opsomming –
Opsomming (subniveau)
Tab. 1
4
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Uitleg van de symbolen en veiligheidsaanwijzingen
1.2
1
Veiligheidsaanwijzingen
Gevaar door het niet respecteren van de eigen veiligheid in noodsituaties, bijv. bij een brand. B Breng uzelf nooit in levensgevaar. De eigen veiligheid gaat altijd voor. Gevaar bij olielekkages B Bij gebruik van de brandstof olie is de gebruiker conform de nationale voorschriften verplicht, bij het constateren van olielekkage deze direct door een installateur te laten verhelpen! Bij gaslucht B Sluit de gaskraan. B Open de ramen. B Bedien geen elektrische schakelaars, ook geen telefoon, stekker of deurbel. B Open vuur doven. B Geen open vuur. B Niet roken. B Geen aansteker gebruiken. B Huisbewoners waarschuwen, maar niet aanbellen. B Waarschuw direct het gasbedrijf of een erkend installatiebedrijf. Gevaar bij rookgaslucht B Toestel uitschakelen. B Open vensters en deuren. B Neem contact op met een erkend installatiebedrijf. Gevaar door elektrocutie B Voordat u werkzaamheden aan de cv-installatie uitvoert, moet u de cv-installatie over alle polen stroomloos schakelen, bv. via de verwarmingsnoodschakelaar. Het volstaat niet om het regeltoestel uit te schakelen. B Beveilig de cv-installatie tegen onbedoeld opnieuw inschakelen. B Respecteer de nationale voorschriften en regelgeving bij de elektrische aansluiting, de eerste inbedrijfstelling, het onderhoud en de service.
Opstelling, ombouw Een ontoereikende luchttoevoer kan leiden tot het ontsnappen van gevaarlijke rookgassen. B Toestel alleen door een erkende installateur laten opstellen en ombouwen. B Rookgasafvoerende delen niet wijzigen. B Bij open bedrijf: be- en ontluchtingsopeningen in deuren, vensters en wanden niet afsluiten of verkleinen. Bij inbouw van kierdichte ramen verbrandingsluchttoevoer waarborgen. B Let erop dat de opstellingsruimte van het toestel vorstvrij blijft. B Neem voor de montage en de werking van de cv-installatie goed nota van de geldende regels van de techniek evenals van de bouwvoorschriften en wettelijke bepalingen. Thermische desinfectie B Verbrandingsgevaar! Bedrijf met temperaturen hoger dan 60 °C bewaken. Inspectie en onderhoud B Aanbeveling voor de gebruiker: sluit een onderhoudsen inspectiecontract af voor jaarlijkse inspectie en behoefte-afhankelijk onderhoud met een erkend installateur. B De gebruiker is verantwoordelijk voor de veiligheid en de milieuvriendelijke werking van de cv-installatie. B Verhelp gebreken onmiddellijk om schade aan de installatie te vermijden! B Gebruik alleen originele onderdelen van de producent. Voor schade die ontstaat door het niet gebruiken van door de producent geleverde reserveonderdelen en toebehoren, kan de producent niet aansprakelijk worden gesteld. Explosieve en licht ontvlambare materialen B Gebruik of bewaar licht ontvlambare materialen (papier, verdunningsmiddelen, verf enz.) niet in de directe nabijheid van het toestel. Verbrandings-/kamerlucht B De verbrandings-/kamerlucht vrij houden van agressieve stoffen (b.v. halogeenkoolwaterstoffen, die chloor- of fluorverbindingen bevatten). Corrosie wordt zo vermeden. B Houd de verbrandingslucht vrij van stof. Informatie aan de klant B Instrueer de klant over de werking en de bediening van het toestel. B Wijs de gebruiker erop, dat hijzelf geen wijzigingen of reparaties mag uitvoeren. Afval B Verwijder het verpakkingsmateriaal op een milieubewuste manier.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
5
2
Specificaties toestel
2
Specificaties toestel
2.1
Type-overzicht
2.4
Type
Vermogen
SB745
800 kW, 1000 kW, 1200 kW
Tab. 2 Type-overzicht
2.2
De conformiteitverklaring staat op Internet onder www.buderus.de ter beschikking of kan bij het betreffende Buderus-filiaal worden aangevraagd.
Reglementair gebruik
Het HR-toestel Logano plus SB745 is ontwikkeld voor het verwarmen van cv-water, bijv. voor wooncomplexen of industriële doeleinden. Er kunnen olie- of gasbranders conform EN 676 en EN 267 worden toegepast, wanneer het werkingsgebied daarvan overeenkomt met de technische gegevens van het toestel. Beproefde oliebranders conform EN267 kunnen worden gebruikt, wanneer deze door de leverancier voor zwavelarme stookolie (s < 50 ppm) zijn vrijgegeven en wanneer het werkingsgebied daarvan overeenkomt met de technische gegevens van het toestel. Er mogen alleen branders worden gebruikt, die voor wat betreft de elektromagnetische compatibiliteit (EMC) zijn beproefd en toegelaten. Bij deze toestellen worden de regeltoestellen Logamatic 4000 gebruikt. Meer informatie over het correcte gebruik Æ hoofdstuk 2.6, pagina 7, hoofdstuk 2.7, pagina 8 en hoofdstuk 3, pagina 14.
2.3
CE-conformiteitsverklaring
Dit product voldoet qua constructie en werking aan de betreffende Europese richtlijnen evenals aan de bijkomende nationale vereisten. De conformiteit werd aangetoond.
Veiligheidstechnische uitrusting
Voor een veilig bedrijf moeten de toestellen van de volgende veiligheidstechnische uitrusting worden voorzien: • De omvang van de veiligheidstechnische uitrusting moet minimaal aan EN 12828 voldoen. • Wanneer nationale voorschriften verdergaande eisen stellen, dan moeten deze worden gerespecteerd. • Wanneer de temperatuurgrens (STB 110 °C) nationaal gezien anders is, dan moet de nationale grenswaarde worden gerespecteerd.
2.5
Leveringsomvang
Het toestel wordt geleverd compleet met mantel. De frontplaat wordt afzonderlijk geleverd en moet nog worden gemonteerd. B Controleer bij levering de verpakking op beschadigingen. B Controleer de leveringsomvang op volledigheid. De leveringsomvang bestaat uit: • Toestel met mantel • Frontplaat 2.5.1 Meegeleverde toebehoren De volgende toebehoren worden meegeleverd en moeten worden gemonteerd: • • • • •
Regeltoestelhouder en kabelgoot (in vuurhaard) Geluidsisolerende stroken Sifon (in de vuurhaard) Isolatieringen voor branderbuis (in vuurhaard) Technische documenten
2.5.2 Noodzakelijke accessoire De volgende accessoires zijn niet meegeleverd maar voor het gebruik van het toestel nodig: • Brander • Branderplaat geperforeerd of niet geperforeerd • Aansluitbalk • Apparaten voor de veiligheidsuitrusting • Reinigingsborstels • Regeltoestel
Zie het hoofdstuk Bijlage, pagina 51, voor uitrustingsvoorbeelden. De onderdelen voor de veiligheidstechnische uitrusting zijn als accessoire leverbaar.
6
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Specificaties toestel
2.6
2
Gebruiksvoorwaarden Respecteer bij de montage en het gebruik van de cv-instllatie de nationale normen en richtlijnen! Respecteer de specificaties op de typeplaat van het toestel. Die zijn bepalend en hiervan moet absoluut goed nota worden genomen.
Bedrijfsomstandigheden
Stel de brander maximaal in op het op de typeplaat aangegeven verbrandingswarmtevermogen QN.
Eenheid
Waarde
Maximaal toegestane temperatuur veiligheidstemperatuurbegrenzer
°C
110
Maximale bedrijfsdruk
bar
6
per jaar
15 000
Maximaal aantal branderstarts Tab. 3 Bedrijfsomstandigheden Gebruiksvoorwaarden
Logano plus SB745
Logano plus SB745
Geen – In combinatie met een Logamatic-regeltoestel voor glijdend bedrijf.
Geen – In combinatie met een Logamatic-regeltoestel voor constante cv-watertemperaturen 4212 resp. uitgebreid met externe regeling.
CV-watervolumestroom Minimale cv-watertemperatuur Bedrijfsonderbreking (algehele uitschakeling van het cv-toestel) CV-circuitregeling met cv-mengklep Min. retourtemperatuur Overige
1) 2)
1)
Tab. 4 Gebruiksvoorwaarden 1) Maximaal 15.000 branderstarts per jaar Om het aantal branderstarts niet te overschrijden moeten de instructies betreffende de instelling van het regeltoestel en de brander in de ontwerpdocumentatie of de installatiehandleiding worden gerespecteerd. Wanneer deze waarde echter overschreden wordt, neem dan contact op met de servicedienst van de leverancier. 2) Om het maximaal aantal branderstarts per jaar niet te overschrijden, biedt de leverancier als alternatief voor 1) een volledige inbedrijfstelling voor Logamatic regeltoestellen met functiemodules, brander en cv-toestel. Eventueel aanwezige lokale fouten (bijv. verkeerde dimensionering of instelling van de installatiecomponenten) moeten door de leverancier van de installatie worden opgelost.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
7
2
2.7
Specificaties toestel
Bruikbare brandstoffen Het verbranden van biogassen is niet toegestaan!
Toegestane brandstoffen • Stookolie zwavelarm extra licht met een zwavelgehalte < 50 ppm en een bio-olie-aandeel (FAME) ≤ 10 %. • Aardgas uit het openbare gasnet overeenkomstig de nationale regelgeving met een totaal zwavelgehalte < 50 mg/m3. • Vloeibaar gas overeenkomstig nationale regelgeving met een gehalte elementair zwavel < 1,5 ppm en vluchtig zwavel < 50 ppm. Eventueel aanwezige resthoeveelheden stookolie met een zwavelgehalte > 50 ppm moeten worden afgepompt en de olietank moet worden gereinigd. Het toestel mag alleen met de gespecificeerde brandstoffen worden gebruikt. Er mogen alleen branders worden gebruikt, die voor de gespecificeerde brandstoffen geschikt zijn. Gebruikte oliebranders moeten geschikt zijn voor zwavelarme stookolie. De selectielijst voor oliebranders van de leverancier en de specificaties van de branderleverancier moeten worden aangehouden.
2.8
Typeplaatje Wanneer u bij vragen over dit product met de leverancier contact opneemt, noem dan altijd de specificaties op de typeplaat. Aan de hand daarvan kunnen wij snel en doelgericht reageren.
2.10 Productbeschrijving De Logano plus SB745 is een HR-toestel in smalle, compacte uitvoering met klein opstellingsvlak dankzij de bovenliggende vuurhaard en het onderliggende condensatieverwarmingsoppervlak. Deze wordt hierna SB745 of toestel genoemd. De SB745 heeft twee thermohydraulisch gescheiden retouraansluitingen voor hoge- en lagetemperatuur cv-circuits. Bij de toegelaten toestellen met interne condensatiewarmtewisselaar en CE-markering bestaan de onderdelen, die in aanraking komen met rookgas en condensaat uit RVS. De SB745 moet u uitrusten met een brander die bij het toestel past. Mogelijke accessoires vindt u in de totaalcatalogus. OPMERKING: Schade aan de installatie door verkeerde brander! B Gebruik alleen branders, die voldoen aan de technische eisen van het toestel (Æ hoofdstuk 2.11, pagina 10). De hoofdcomponenten van de SB745 zijn (Æ afb. 1, pagina 9): • Toestel [1] in combinatie met een brander Het toestelblok draagt de door de brander gegenereerde warmte over aan het cv-water. • Warmte-isolerende mantel Toestel mantel en warmte-isolatie verminderen het energieverlies. • Regeltoestel [8] (toebehoren) Het regeltoestel bewaakt en bestuurt alle elektrische onderdelen van het toestel.
De typeplaat bevindt zich aan de achterzijde op de toestelmantel. Daar vindt u informatie over het serienummer, vermogensspecificaties en toelatingsdata.
2.9
Gereedschappen, materialen en hulpmiddelen
Voor de montage en het onderhoud van het toestel zijn standaard gereedschappen nodig op het gebied van de cv-installatie en de gas-, water- en elektrische installatie.
8
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
2
Specificaties toestel
1 9 3 2 8
3
10
11
4 7
5
12 13
18
14
17 16 15
6
6 720 648 053-13.2T
Afb. 1 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18
Toesteloverzicht
Toestel Vuurhaarddeur Borgoog voor zekeren van de lading tijdens transport (geen hijsoog) Rookgascollector Condensaatafvoer, sifon Aftap Rail basisframe Regeltoestel (accessoire) Kabelgoot Rookgasaansluiting Inspectieopening, omkeerkamer Retour 1 (RK1), lagetemperatuurretour (hoofdretour) Retour 2 (RK 2), hogetemperatuurretour Waterzijdige inspectieopening (beide zijden) Aanvoer veiligheidsleiding CV-aanvoer Aansluitbalk (accessoire) Transportogen
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
9
2
Specificaties toestel
2.11 Afmetingen en technische gegevens B RG
L L BT
A2 VK
A3 VSL
A1
AAB
A4
A5 RK1
HEB ØDAAi
HK HBT
HRG AKO H GR
HAA
RK2 HRK1
EL
HRK2
HEL
HAKO
A7 LK
B GR
A6
LGR LRG
B
6 720 648 053-18.2T
Afb. 2
Toestel afmetingen 800 kW, 1000 kW, 1200 kW
2.11.1 Afmetingen Afkorting
Eenheid
Toestel type 800
1000
1200
Toestel grootte
−
kW
800
1000
1200
Lengte
L
mm
2545
2580
2580
LK
mm
2360
2395
2395
Lengte met brander
LBR
mm
Breedte
B
mm
960
1040
1040
Breedte met regeltoestel
BRG
mm
1220
1330
1330
Hoogte
HK
mm
2014
2192
2192
Hoogte basisframe1)
HGR
mm
Montageafstand regeltoestel, kabelgoot
LRG
mm
906
906
906
Montagehoogte regeltoestel
HRG
mm
1300
1300
1300
Inbrenglengte2)
−
mm
2405
2455
2455
Inbrengbreedte
B
mm
960
1040
1040
Afhankelijk van de betreffende brander
140
Tab. 5 Toestel afmetingen
10
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Specificaties toestel
Afkorting
Eenheid
Toestel type 800
1000
1200
Inbrenghoogte1)
HEB
mm
Opstellingsvlak basisframe
LGR
mm
BGR
mm
960
1040
1040
Ø DAAintern
mm
253
303
303
HAA
mm
1064
1193
1193
A4
mm
299
348
348
Lengte
mm
1904
1954
1954
Ø binnen
mm
630
688
688
LBT
mm
HBT
mm
Branderbuis
Minimale diepte
mm
CV-aanvoer3)
Ø VKPN6
DN
100
125
125
A2
mm
403
405
405
Ø RK1PN6
DN
100
125
125
HRK1
mm
1007
1148
1148
A5
mm
320
380
380
Ø RK2PN6
DN
80
100
100
HRK2
mm
300
263
263
A6
mm
320
390
390
Ø VSLPN16
DN
65
A3
mm
400
Ø AAB
“
G1
A1
mm
1200
1245
1245
Ø AKO
DN
40
40
40
HAKO
mm
180
180
180
A7
mm
71
70
70
Ø EL
“
HEL
mm
Uitlaat rookgas
Vuurhaard
Vuurhaarddeur
CV-retour toestel 13)
CV-retour toestel 3)
Aanvoer veiligheidsleiding3)
Aansluiting gasblok
Uitgang condenswater
Aftap
2
1874
2052
2052
2060
227 1508
1653
1653
210
R1 161
164
164
Tab. 5 Toestel afmetingen 1) Om de inbrenghoogte te reduceren, kunnen de basisframerails worden gedemonteerd. 2) Na de demontage van de deur vuurhaard 3) Flens conform EN 1092-1
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
11
2
Specificaties toestel
2.11.2 Technische gegevens Eenheid
Toestel type 800
1000
Toegestane aanvoertemperatuur1)
°C
110
Toegestane werkoverdruk
bar
6
CE-markering, product ID-nr.
1200
aangevraagd
Leeggewicht
netto
kg
1510
1760
1790
bruto
kg
2440
2960
2980
Waterinhoud
l
930
1200
1190
Stookgasvolume
l
1020
1310
1320
Volledige belasting, max.
kW
742
928
1114
Deellast 30 %
kW
223
278
334
2)
Bedrijfsgewicht
Verbrandingsvermogen [brandervermogen Qn (Hi)]
Vrije trek
Pa
Rookgaszijdige weerstand
mbar
Afhankelijk van betreffende brander (50)3) 6,4
6,5
7,5
Tab. 6 Technische gegevens 1) Beveiligingsgrens (veiligheidstemperatuurbegrenzer) Maximaal mogelijke aanvoertemperatuur = beveiligingsgrens (STB) − 18 K. Voorbeeld: beveiligingsgrens (STB) = 100 °C, maximaal mogelijke aanvoertemperatuur = 100 − 18 = 82 °C 2) Specificatie zonder brander 3) Waarde tussen haakjes is de aanbevolen trek.
2.11.3 Waarden voor rookgasberekening Waarde bij systeemtemperatuur 50/30 °C Eenheid
Toestel type 800
Nominaal warmtevermogen gas
1000
1200
Volledige belasting
kW
800
1000
1200
Deellast 30 %
kW
243
303
364
Volledige belasting
kW
770
962
1155
Deellast 30 %
kW
233
292
351
CO2-gehalte
Gas/olie
%
Rookgastemperatuur1)
Volledige belasting
°C
40
Deellast 30 %
°C
30
Nominaal warmtevermogen olie
10 / 13
Tab. 7 Systeemtemperatuur 50/30 °C
12
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Specificaties toestel
Eenheid
Toestel type 800
Rookgasvolumestroom
2
1000
1200
Volledige belasting
kg/s
0,300
0,375
0,451
Deellast 30 %
kg/s
0,089
0,112
0,134
Tab. 7 Systeemtemperatuur 50/30 °C 1) Rekenkundige rookgastemperatuur voor doorsnedeberekening conform DIN EN 13384 (gemiddelde waarde over de serie). Gemeten rookgastemperatuur kan afhankelijk van de branderinstelling en de werkelijke systeemtemperatuur daarvan afwijken.
Waarde bij systeemtemperatuur 80/60 °C Eenheid
Toestel type 800 906
1200
Nominaal warmtevermogen gas
Volledige belasting
kW
CO2-gehalte
Gas/olie
%
Rookgastemperatuur1)
Volledige belasting
°C
Deellast 30 %
°C
Volledige belasting
kg/s
0,316
0,395
0,475
Deellast 30 %
kg/s
0,095
0,118
0,142
Rookgasvolumestroom
725
1000
1090
10 / 13 66
66
66 36
Tab. 8 Systeemtemperatuur 80/60 °C 1) Rekenkundige rookgastemperatuur voor doorsnedeberekening conform DIN EN 13384 (gemiddelde waarde over de serie). Gemeten rookgastemperatuur kan afhankelijk van de branderinstelling en de werkelijke systeemtemperatuur daarvan afwijken.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
13
3
3
Aanwijzingen betreffende de installatie en het bedrijf
Aanwijzingen betreffende de installatie en het bedrijf Neem voor de montage en de werking van de cv-installatie goed nota van de nationale normen en richtlijnen! De specificaties op de typeplaat zijn maatgevend en moeten worden gerespecteerd.
3.1
Normen, voorschriften en richtlijnen
Bij de installatie en het bedrijf moeten de regels der techniek en de nationale voorschriften en normen worden aangehouden. Daarbij horen onder andere: • de lokale bouwvoorschriften betreffende de opstellingseisen, • de lokale bouwvoorschriften betreffende de verbrandingslucht- en afvoerluchtinrichtingen en de rookgasafvoeraansluiting, • de bepalingen voor de elektrische aansluiting op de voedingsspanning, • de technische regels van het gasbedrijf betreffende de aansluiting van de gasbrander op het plaatselijke gasnet, • de voorschriften en normen over de veiligheidstechnische uitrusting van de water-cv-installatie. De omvang van de veiligheidstechnische uitrusting moet minimaal voldoen aan EN 12828. Wanneer nationale voorschriften nog extra eisen stellen, moeten deze worden gerespecteerd.
3.2
Goedkeurings- en informatieplicht
• De installatie van een gastoestel moet bij het verantwoordelijke gasbedrijf worden gemeld en goedgekeurd • Waarborg, dat afhankelijk van de regio goedkeuringen nodig kunnen zijn voor de rookgasinstallatie en de condensaataansluiting op het openbare rioolnet • Informeer voor aanvang van de montage de verantwoordelijke autoriteiten en de afvalwaterautoriteiten.
3.3
Selectie brander en branderinstelling
De dimensionering en instelling van de brander heeft een wezenlijke invloed op de levensduur van de cv-installatie. Iedere belastingsverandering (brander aan/uit) veroorzaakt thermische spanningen (belastingen op het toestel). Daarom mag het aantal branderstarts per jaar niet meer zijn dan 15.000. De volgende aanbevelingen en instellingen zijn bedoeld, om aan dit criterium te voldoen (zie ook instructies betreffende de instelling van het regeltoestel en de hydraulische koppeling in de cv-installatie). Wanneer u niet kunt voldoen aan dit criterium, neem dan contact op met de verkoop- of service-afdeling van Buderus.
14
Het aantal branderstarts kan in de MEC (Æ hoofdstuk 3.8, pagina 16) worden afgelezen. • Brandervermogen zo laag mogelijk instellen. Stel de brander maximaal in op het op de typeplaat aangegeven verbrandingswarmtevermogen QN. CV-toestel niet overbelasten! 1400 kW 1200
Ketelvermogen bij 50/30° Kesselleistung bei 50/30° [kW] [kW] Verbrandingsvermogen [kW] Feuerungswärmeleistung [kW]
1000 800 600 400 200 0 0
20
40
60
80
%
100
6 720 648 053-28.1T
Afb. 3
Diagram
• Houd rekening met variërende verbrandingswaarden van het gas; vraag bij het gasbedrijf de maximale waarde op. • Gebruik alleen branders, die geschikt zijn voor de gespecificeerde brandstoffen. Let erop, dat de gebruikte oliebrander geschikt is voor zwavelarme stookolie (anders kan corrosie door metal dusting niet worden uitgesloten). De specificaties van de branderleverancier moeten worden gerespecteerd. • De brander mag alleen door vakspecialisten worden ingesteld!
3.4
Eisen voor de opstellingsruimte
De opstellingsruimte moet voldoen aan de volgende voorwaarden: • In de opstellingsruimte van het cv-toestel moet een omgevingstemperatuur zijn gewaarborgd tussen 0 °C en 35 °C. • De opstellingsruimte moet zijn voorzien van de nodige verbrandingsluchtopeningen naar de atmosfeer toe. • Voldoende toevoer van verse lucht moet zijn gewaarborgd. Voor het open bedrijf adviseren wij, de binnenwerkse maat van de verbrandingsluchtopening uit te voeren conform de volgende tabel. De specificaties gelden voor één toestel.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Aanwijzingen betreffende de installatie en het bedrijf
Met extra verbruikers van toevoerlucht (bijv compressoren) moet bij de dimensionering rekening worden gehouden.
HR-toestel
Binnenwerkse doorsnede van de opening in cm2
Logano plus SB745-800
2175
Logano plus SB745-1000
2675
Logano plus SB745-1200
3175
Tab. 9 Binnenwerkse doorsnede van de opening Afstemming van de grootte van de verbrandingsluchtopening met de verantwoordelijke goedkeurings- of bouwautoriteiten door de installateur van de installatie is absoluut noodzakelijk. B Installeer geen installatiedelen die vorstgevoelig zijn in de omgeving van de verbrandingsluchtopeningen. Neem eventueel maatregelen voor het voorverwarmen van de toevoerlucht (bijv. door verwarmingsregister in de verbrandingsluchtopening). B Plaats geen objecten voor deze openingen. De verbrandingsluchtopeningen moeten altijd vrij zijn. B Plaats geen ontbrandbare materialen of vloeistoffen in de directe nabijheid van de warmtebron.
3.5
Verbrandingsluchtkwaliteit
B Houd de verbrandingslucht vrij van agressieve stoffen (bijv. halogeenkoolwaterstoffen, die chloor- of fluorverbindingen bevatten). Corrosie wordt vermeden. B Geen chloorhoudende reinigingsmiddelen en halogeen-koolwaterstoffen (b.v. in spuitbussen, oplos- en reinigingsmiddelen, verf, lijm) in de opstellingsruimte gebruiken of opslaan. B Houd de verbrandingslucht vrij van stof. B Bij bouwwerkzaamheden in de opstellingsruimte met stofontwikkeling het cv-toestel uitschakelen. Als de brander vervuild werd tijdens de werkzaamheden, moet hij voor de inbedrijfstelling gereinigd worden.
3.6
3
Kwaliteit van het cv-water
De kwaliteit van het vul- en bijvulwater is een wezenlijke factor voor het verbeteren van het rendement, de functionele betrouwbaarheid, de levensduur en de bedrijfsgereedheid van een cv-installatie. Wanneer water met hoge calciumhardheid wordt gevuld, zet dit zich af op de warmtewisselaaroppervlakken en hindert de warmteoverdracht naar het cv-water. Als gevolg daarvan worden de wandtemperaturen van de RVS-warmtewisselaaroppervlakken hoger en nemen de thermische spanningen toe (belastingen op toestel). Daarom moet de kwaliteit van het vul- en bijvulwater voldoen aan de bepalingen conform het meegeleverde logboek en moet dit in het logboek worden gedocumenteerd. De bepalingen vereisen voor toestellen > 600 kW een algemene waterbehandeling onafhankelijk van de waterhardheid en de vul- en bijvulwaterhoeveelheid.
3.7
Toepassing van antivriesmiddelen Chemische additieven, die geen gebruikscertificaat van de leverancier hebben, mogen niet worden gebruikt.
Antivriesmiddelen op glycolbasis worden al tientallen jaren in cv-installaties gebruikt, zoals bijv. het middel Antifrogen N van de firma Clariant. Tegen gebruik van andere antivriesmiddelen bestaat geen bezwaar, wanneer het product gelijkwaardig is aan Antifrogen N. De instructies van de leverancier van het antivriesmiddel moeten worden gerespecteerd. De specificaties van de leverancier betreffende de mengverhoudingen moeten worden gerespecteerd. De specifieke warmtecapaciteit van het antivriesmiddel Antifrogen N is minder als de specifieke warmtecapaciteit van water. Om het gevraagde warmtevermogen over te dragen, moet de daarvoor benodigde volumestroom overeenkomstig worden verhoogd. Hiermee moet bij de dimensionering van de installatiecomponenten (bijv. pompen) en het leidingsysteem rekening worden gehouden. Omdat het warmtedragermedium een hogere viscositeit en dichtheid dan water heeft, moet met een hogere drukval bij het doorstromen van leidingen en andere installatiecomponenten rekening worden gehouden. De bestendigheid van alle componenten van de installatie van kunststof of niet-metalen materialen moet afzonderlijk worden gecontroleerd.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
15
3
3.8
Aanwijzingen betreffende de installatie en het bedrijf
Instelling van het regeltoestel
De maximale cv-watertemperatuur kan in het regeltoestel (MEC) in het menu "Toestel karakteristieken" onder het menupunt "Max. uitschakeltemperatuur" worden ingesteld.
Wij adviseren, een Buderus regeltoestel Logamatic uit de serie 4000 te gebruiken.
Doel van een optimaal ingestelde regeling is, lange branderlooptijden te bereiken en een snelle temperatuurvariatie in het toestel te vermijden. Soepele temperatuurovergangen hebben een langere levensduur van de cv-installatie tot gevolg. Daarom moet worden voorkomen, dat de regelstrategie van het regeltoestel zinloos wordt omdat de cv-waterregelaar de brander in- en uitschakelt.
B Stel de gewenste temperatuurwaarden van de cv-circuits zo laag mogelijk in. B CV-circuits (bijv. net starten in de ochtend) met tussenpozen van 5 minuten inschakelen. Wanneer het regeltoestel Buderus Logamatic 4000 wordt gebruikt, wordt de modulatie van de brander tijdens regulier bedrijf pas na 3 minuten vrijgegeven. Snel opmoduleren voorkomen.
B Respecteer de minimale afstand tussen de ingestelde uitschakeltemperatuur van de veiligheidstemperatuurbegrenzer, de temperatuurregelaar, de maximale cvwatertemperatuur en de maximale temperatuurvraag (Æ tab. 10). Instelparameter (max. temperatuur)
Logamatic 4321
Logamatic 4211
Veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB)1)
110 °C
110 °C ↓↑ min. 5 K ↓↑
Temperatuurregelaar (TR)1)
105 °C
90 °C ↓↑ min. 6 K ↓↑
Max. cv-watertemperatuur
99 °C
↑ min. 18 K ↓
84 °C ↓↑ min. 7 K ↓↑
Max. temperatuurvraag2) van CV3) en tapwater4)
92 °C
77 °C
Tab. 10 Instelparameters Logamatic 4321 en Logamatic 4211 1) STB en TR zo mogelijk hoog instellen, echter een minimale afstand van 5 K respecteren. 2) Beide temperatuurvragen moeten altijd met een afstand van minimaal 7 K onder de maximale cv-watertemperatuur liggen. 3) De temperatuurvraag van cv-circuits, die met een regelorgaan zijn uitgevoerd, is samengesteld uit de aanvoerstreeftemperatuur en de parameter "Verhoging toestel" in het menu cv-circuitgegevens. 4) De temperatuurvraag van de tapwatervoorziening is samengesteld uit de tapwaterstreeftemperatuur en de parameter "Toestel verhoging" in het menu tapwater.
Instelling cv-waterregelaar en maximale cv-watertemperatuur De cv-waterregelaar is er alleen voor bedoeld, bij een uitval van de regelelektronica een noodbedrijf met een instelbare cv-watertemperatuur te waarborgen. Tijdens normaal regelbedrijf wordt de functie van de cv-waterregelaar door de maximale cv-watertemperatuur overgenomen. De maximale cv-watertemperatuur kan in het regeltoestel in het menu "Toestel karakteristieken" onder het menupunt "Max. uitschakeltemperatuur" worden ingesteld.
16
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Aanwijzingen betreffende de installatie en het bedrijf
3
Instellingen op het regeltoestel
80
1
2
3 6 720 648 053-38.2T
Afb. 4 1 2 3
Instellingen op het regeltoestel
Veiligheidstemperatuurbegrenzer Temperatuurregelaar MEC
B Temperaturen (Æ tab. 10, pagina 16) op veiligheidstemperatuurbegrenzer [1] in het regeltoestel en op de temperatuurregelaar [2] instellen. B Maximale cv-watertemperatuur op MEC [3] instellen. De maximale temperatuurvraag is geen direct in te stellen waarde. De maximale temperatuurvraag wordt samengesteld uit de streeftemperatuur en de verhoging.
Voorbeeld tapwatervraag: Totaal van de streeftemperatuur tapwater (60 °C) en de parameter "cv-verhoging" (20 °C) in het menu "tapwater". 60 °C + 20 °C = maximale temperatuurvraag 80 °C Voorbeeld cv-circuits: Totaal van de streeftemperatuur van de gemengde cv-circuits met de hoogste gevraagde temperatuur (70 °C) en de parameter "Verhoging toestel (5 °C) in het menu "CVcircuit gegevens". 70 °C + 5 °C = maximale temperatuurvraag 75 °C Alle maximale temperatuurvragen moeten altijd 7 K onder de ingestelde maximale cv-watertemperatuur liggen. Instructies voor het instellen van externe regeltoestellen OPMERKING: Schade aan de installatie door verkeerde sensorpositie. De sensor van de veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) en de temperatuurregelaar (TR) moeten op de montageplaats (Æ afb. 23, [1], pagina 33) aan de bovenkant van het toestel worden gemonteerd. B Bij externe regeltoestellen de sensordompelhuls in diameter op de gebruikte sensor aanpassen. B Lengte van de dompelhuls niet veranderen. Respecteer de bedrijfsomstandigheden in hoofdstuk 2.6, pagina 7. Respecteer bij de sensormontage het hoofdstuk 5.9, pagina 34.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
17
3
Aanwijzingen betreffende de installatie en het bedrijf
• Het externe regeltoestel (gebouwautomatiseringssysteem of PLC) moet een interne maximale cv-watertemperatuur waarborgen, die voldoende afstand heeft tot de STB. Er moet ook worden gewaarborgd, dat de regelelektronica de brander in- en uitschakelt en niet de cv-waterregelaar. • De regeling moet waarborgen, dat voor het uitschakelen de brander in lage belasting wordt gebracht. Wanneer dat niet wordt gerespecteerd, kan activeren van de veiligheidsafsluitarmatuur (SAV) in het gasregeltraject optreden. • Kies de besturingsuitrusting zodanig, dat een soepel opstarten met tijdvertraging vanuit de koude toestand plaatsvindt. • Na de brandervraag moet bijv. een tijdautomaat de branderbelasting over een tijdsperiode van ca. 180 seconden begrenzen op lage belasting. Daardoor wordt bij begrensde warmtevraag een ongecontroleerd in- en uitschakelen van de brander voorkomen. • Op de gebruikte regeling moet het aantal branderstarts kunnen worden getoond. Eenheid
Waarde
Temperatuurregelaar
s
40
Maximaalthermostaat / begrenzer
s
40
Minimale afstand tussen branderin- en branderuitschakeltemperatuur
K
7
Een begrenzing van de temperatuurspreiding kan komen te vervallen, wanneer de installatie is uitgevoerd met een slibvanginrichting. B Dimensioneer de pomp correct. Hoge volumestromen en overgedimensioneerde pompen kunnen afzettingen in of dichtslibben van de warmtewisselaarvlakken tot gevolg hebben. B Voor aansluiting van het cv-toestel slib en vuil uit de cvinstallatie spoelen. B Waarborg, dat tijdens bedrijf geen zuurstof in het cvwater terecht komt. B CV-toestel alleen in gesloten installaties gebruiken. Wanneer het toestel afwijkend daarvan in open cv-installaties wordt toegepast, dan moeten extra maatregelen worden genomen voor corrosiebescherming en ter voorkoming van slibvorming in het toestel. Bovendien moeten de veiligheidstechnische inrichtingen (uitrusting en de instellingen) worden aangepast. B Neem contact op met de verkoop- of serviceafdeling van Buderus. Instructies bij cascadeschakeling: B Dimensioneer de circulatiepompen (debiet) conform het ingestelde toestelvermogen. B Bij parallelschakeling van het toestel, dezelfde temperatuurspreiding voor alle toestellen aanhouden.
Tab. 11 Bedrijfsomstandigheden
3.9
Hydraulische koppeling in de cv-installatie
B Gebruik voor verschillend hoge systeemtemperaturen de beide retouraansluitingen RK1 (boven) en RK2 (onder). B CV-circuits met hoge retourtemperaturen op de aansluiting RK2, cv-circuits met lage retourtemperaturen op de aansluiting RK1 aansluiten. Wij adviseren voor een optimaal energiegebruik via de aansluiting RK1 een volumestroom van > 10% van de totale nominale volumestroom met een retourtemperatuur onder het dauwpunt te leiden. Wanneer geen verschillende retourtemperaturen aanwezig zijn, hoeft alleen de retouraansluiting RK1 te worden aangesloten. B Watervolumestroom in het toestel op een temperatuurspreiding van minimaal 7 K begrenzen.
18
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Aanwijzingen betreffende de installatie en het bedrijf
3.10 Instelling van de minimaal- en maximaaldrukbegrenzer Maximaaldrukbegrenzer De maximaaldrukbegrenzer (niet meegeleverd) moet zodanig orden ingesteld, dat activeren van de veiligheidsklep wordt verhinderd. Daarvoor moet een veiligheidsafstand t.o.v. de beveiligingsdruk van de veiligheidsklep van 0,5 bar worden aangehouden. De maximale beveiligingsdruk van de veiligheidsklep bij de SB745 is 6 bar. Voorbeeld: Beveiligingsdruk van de veiligheidsklep: PSV = 5 bar Instelwaarde maximaaldrukbegrenzer: 5 bar − 0,5 bar = 4,5 bar De instelling van de maximaaldrukbegrenzer vindt u in de documentatie die bij de drukbegrenzer hoort. Minimaaldrukbegrenzer De minimaaldrukbegrenzer (niet meegeleverd) moet zodanig worden ingesteld, dat er in het toestel geen dampbellen worden gevormd en het toestel nog betrouwbaar werkt. De instelling is afhankelijk van de omstandigheden aan de installatiezijde en de opstellingssituatie van de toestelinstallatie. Voor de instelwaarde is de bij de instelwaarde van de veiligheidstemperatuurbegrenzer horende kookdruk (STB 110 °C komt overeen met 0,5 bar) en de geodatische hoogste verbruiker boven het toestel relevant.
3
3.11 Drukhouden B Expansievaten correct dimensioneren. B Stel de voordrukken correct in. Bij toepassing van pompgeregelde drukhoudsystemen ontstaan drukvariaties, die afhankelijk van de uitvoering van de installatie en de instellingen van het toestel zeer vaak kunnen optreden. Ook wanneer deze drukvariaties klein lijken, kunnen deze bij vaak optreden aanmerkelijke schade aan het cv-toestel veroorzaken, omdat deze voor een overwegend statische drukbelasting is ontworpen. Ter bescherming tegen schade: B Waarborg, dat iedere warmtebron is uitgevoerd met een separaat expansievat. B Stel de voordruk van het expansievat correct in. Aanbevolen minimale volume van de expansievaten bij toepassing van pompgeregelde drukhoudsystemen:
HR-toestel
Expansievat inhoud in liter
Logano plus SB745-800
120
Logano plus SB745-1000
140
Logano plus SB745-1200
180
Tab. 12 Volume van de expansievaten
Voorbeeld: Toestel installatie met instelling STB = 110 °C Hoogste verbruiker boven het toestel = 12 m (10 m komt overeen met ca. 1 bar) Æ 1,2 bar Veiligheidsafstand = 0,2 bar (vaste waarde) Activeringsdruk Pmin = 0,5 bar + 1,2 bar + 0,2 bar = 1,9 bar De instelling van de minimaaldrukbegrenzer vindt u in de documentatie die bij de drukbegrenzer hoort.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
19
4
Transport
4
Transport GEVAAR: Levensgevaar door niet goed gezekerd toestel! B Gebruik voor het transport van het toestel geschikte transportmiddelen (bijv. meerdere hefwagens, vorkheftruck, kraan of rollen). B Borg het toestel tijdens het transport tegen vallen.
4.1
Toestel met een vorkheftruck, een hefwagen of transportrollen transporteren GEVAAR: Levensgevaar door vallende lasten! B Gewicht van het toestel bij het hijsen en transporteren gelijkmatig over de vorkheftruck/hefwagen verdelen. B Let op het gewicht van het toestel en het transportmiddel. B Borg het toestel tijdens het transport tegen vallen.
De inbrenghoogte kan worden gereduceerd door de basisframerails te demonteren (Æ afb. 1, [7], pagina 9).
OPMERKING: Schade aan de installatie door beschadigd toestel! Het toestel mag alleen met een vorkheftruck worden getransporteerd, wanneer de vorken van de vorkheftruck geheel onder het toestel zijn geplaatst.
Borgen lading Voor het borgen van de lading tijdens het transport: B Borgbanden (spanbanden, kettingen) [2] niet over de toestelisolatie [1] trekken. B Borgbanden alleen op de borgogen [3] bevestigen.
B Controleer voor het hijsen van het toestel of het toestel met de beide zijverstevigingen op de vorken van de vorkheftruck staat. B Toestel alleen via de verstevigingen van het basisframe, niet aan het toestel hijsen. B Keten vanaf de zijkant met de vorkheftruck transporteren.
De maximale spankracht per ketting is 2 kN.
1
Het toestel kan met een kraan, vorkheftruck, meerdere hefwagens of rollen worden getransporteerd. 4.1.1
1 2
25°
2 2
3
6 720 648 053-39.2T
Afb. 5 1 2 3
20
Ladingsborging aanbrengen
Borgogen Borgbanden (spanbanden, kettingen) Toestel isolatie
Toestel met een kraan hijsen GEVAAR: Levensgevaar door vallende lasten! B Uitsluitend even lange hijskabels gebruiken. B Uitsluitend hijskabels gebruiken die in optimale toestand verkeren. B Haken uitsluitend in de daarvoor bedoelde gaten aan de bovenzijde van het toestel hangen. B De haken niet in de ogen aan de voor- en achterkant van het toestel en op de aansluitingen hangen. B Toestel alleen met een kraan hijsen, wanneer een bijbehorende kwalificatie aanwezig is. B Toestel niet in liggende positie of verticaal hijsen.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
4
Transport
B Haak van de transportkabel in de gaten van de beide koppelingsplaten (Æ afb. 6, [2]) van het toestel inhangen. B Kraanhaak (Æ afb. 6, [1]) aan de transportkabel hangen.
4.1.2
Toestel met een vorkheftruck transporteren B Vork van de vorkheftruck door beide openingen van het basisframe plaatsen. B Maten van de transportopeningen respecteren.
De borgogen [3] mogen niet voor het hijsen worden gebruikt.
1 2
90°
3
C
3
A B
4
A
5 6 720 648 053-23.2T
6 5 4
Afb. 7
Toestel met een vorkheftruck transporteren
7
Afkorting
maten in mm
Breedte
A
200
Afstand
B
700
Hoogte
C
90
6 720 648 053-02.2T
Afb. 6 1 2 3 4 5 6 7
Toestel met een kraan hijsen
Haak van de kraan Transportogen Borgogen (niet voor kraantransport geschikt) Aanslagpunten voor kabel Aanslagpunten voor hijsen met krik Rail basisframe Aanslagpunten voor heffen met vorkheftruck
Tab. 13 Maten van de transportopening 4.1.3 Toestel met transportrollen transporteren B Plaats op iedere hoek een transportrol.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
21
4
Transport
4.1.4 Toestel met hefwagen transporteren B Telkens meerdere hefwagens onder het basisframe schuiven. B Til het toestel gelijkmatig op met de hefwagen.
6 720 648 053-35.2T
Afb. 8
Toestel met twee hefwagens transporteren Aansluitingen voor aftappen (Æ afb. 1, [6], pagina 9) en condensaatafvoer (Æ afb. 1, [5], pagina 9) respecteren.
22
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie
5
Installatie Voor installatie en bedrijf van de cv-installatie de nationale normen en richtlijnen respecteren! De specificaties op de typeplaat zijn maatgevend en moeten worden gerespecteerd.
5.1
5
Toestel opstellen GEVAAR: Levensgevaar door vergiftiging Onvoldoende luchttoevoer kan gevaarlijk vrijkomen van rookgas tot gevolg hebben! B Waarborg dat de toevoer- en afvoerluchtopeningen niet zijn verkleind of gesloten. B Wanneer het gebrek niet direct wordt opgeheven, mag het toestel niet worden gebruikt. B Wijs de gebruiker schriftelijk op het gebrek en het gevaar.
Minimale afstanden tot de wand Voor de funderingen of de opstellingsoppervlakken moeten de gespecificeerde minimale afstanden tot de wand worden gerespecteerd (Æ tab. 14, pagina 24 en afb. 9, pagina 23). Het opstellingsvlak moet voldoende sterk, effen en horizontaal zijn. De voorzijde van het toestel moet gelijk met de voorzijde van het fundament geplaatst worden. De deuraanslag van de vuurhaard kan van rechts naar links worden omgezet (Æ hoofdstuk 5.5 vanaf pagina 28). Specificaties betreffende de toestellengte L en toestelbreedte B Æ hoofdstuk 2.11, pagina 10. Bij de inbouw van een rookgasgeluiddemper de extra benodigde ruimte respecteren. Wanneer vanwege contactgeluid een ontkoppeling tussen opstellingslocatie en toestel nodig is, moeten geluiddempende maatregelen (bijv. geluidempend onderlaag) worden genomen voor het opstellen.
GEVAAR: Brandgevaar door ontbrandbare materialen of vloeistoffen! B Plaats geen ontbrandbare materialen of vloeistoffen in de directe nabijheid van de warmtebron. OPMERKING: Schade aan de installatie door vorst! B Plaats het toestel in een vorstvrije ruimte.
800 AH
B GR
De lokale voorschriften moeten worden gerespecteerd. L
Eisen aan de opstellingsruimte: • Het opstellingsvlak moet voldoende draagkracht en sterkte hebben. • De opstellingsruimte moet droog en vorstvrij zijn. • De afmetingen van de opstellingsruimte moet een correct bedrijf waarborgen.
400 (100)
906
AV
6 720 648 053-16.2T
Afb. 9
Opstellingsruimte met toestel (bij deuraanslag rechts)
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
23
5
Installatie
Toestel grootte AH in
5.2 800 kW
mm1)
AV in mm2)3)
1000 kW
Geluidisolerende stroken monteren
1200 kW
GEVAAR: Persoonlijk letsel door beknelling!
1000 (800) 1800 (900)
1800 (1100)
AS in mm
400 (50)
LBR in mm
Lengte van de brander + 200 (800)
Voor de geluidsreductie moeten de meegeleverde geluidsisolerende stroken vlak tegen begin en einde van het toestel onder het basisframe worden gelegd. B Toestel op de opstellingslocatie positioneren. B Geluidsisolerende stroken in de langsrichting op alle vier hoeken onder het toestelframe plaatsen. B Toestel voorzichtig neerzetten.
LRG in mm Montageafstand regeltoestel
Aanvullende geluidwerende maatregelen moeten voor het opstellen van het toestel worden uitgevoerd.
906
Kabelgoot Lengte (L) fundering Breedte (B) fundering
2300 1060
1140
Tab. 14 Gegeven wandafstanden (maten tussen haakjes zijn minimale afstanden) 1) Bij toepassing van een rookgasgeluiddemper moeten de inbouwmaten daarvan worden gerespecteerd. 2) Houd rekening met de maat LBR (lengte van de brander) afhankelijk van de branderbelasting 3) De maat is afhankelijk van de branderlengte.
1 1 1 6 720 648 053-26.2T
Afb. 10 Plaatsen van de geluidsisolerende stroken 1
24
Geluidsisolerende stroken
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie
5.3
Toestel uitlijnen
Om het ophopen van lucht in het toestel te voorkomen, moet het toestel horizontaal en verticaal worden uitgelijnd. Gebruik stroken plaatstaal, om het toestel uit te lijnen.
B Deur vuurhaard openen (Æ hoofdstuk 5.5.1, pagina 28). B Waterpas op de bodem van de vuurhaard leggen. B Toestel met behulp van de waterpas in de vuurhaard horizontaal uitlijnen.
5
5.4
CV-installatie aan de rookgas- en waterzijde aansluiten
5.4.1
Algemene eisen aan het rookgasafvoersysteem GEVAAR: Levensgevaar door vergiftiging Onvoldoende luchttoevoer kan gevaarlijk vrijkomen van rookgas tot gevolg hebben! B Waarborg dat de toevoer- en afvoerluchtopeningen niet zijn verkleind of gesloten. B Wanneer het gebrek niet direct wordt opgeheven, mag het toestel niet worden gebruikt. B Wijs de gebruiker schriftelijk op het gebrek en het gevaar.
De volgende aanbevelingen voor de uitvoering van rookgasinstallaties waarborgen een storingsvrij bedrijf van de stookinstallatie. Wanneer deze regels niet worden gerespecteerd, dan kunnen grotere problemen optreden tijdens het stoken, tot zelfs explosies toe. Dit zijn vaak akoestische storingen of invloeden op de verbrandingsstabiliteit of overmatige trillingen aan componenten resp. modules daarvan. Low-Nox verbrandingssystemen moeten vanwege de verbrandingsregeling met betrekking tot deze problemen als kritisch worden beschouwd. Het rookgasafvoersysteem moet daarom bijzonder zorgvuldig worden ontworpen en uitgevoerd. De rookgasinstallatie bestaat uit een verbindingsstuk tussen warmtebron en de verticale rookgasafvoerinstallatie zelf (schoorsteen).
1 Afb. 11 Toestel uitlijnen 1
Waterpas
6 720 648 053-25.2T
Bij de dimensionering en uitvoering van de rookgasafvoersystemen moeten de volgende eisen worden gerespecteerd: • Rookgasafvoersystemen moeten conform de nationale en lokale voorschriften en geldende normen worden ontworpen. • Om beschadiging of vervuiling van de installatiedelen die met het rookgas in aanraking komen te voorkomen, moet bij de materiaalkeuze van het rookgassysteem rekening worden gehouden met de samenstelling en de temperatuur van het rookgas. • Er mogen alleen rookgasafvoersystemen worden toegepast, die voor een rookgastemperatuur van minimaal 120 °C zijn toegelaten. • De rookgassen moeten direct aan de schoorsteen en stromingsgunstig (bijv. kort en stijgend, met weinig bochten) worden toegevoerd. Daarbij moet voor ieder toestel een afzonderlijk schoorsteenkanaal worden ingepland. Er moet rekening worden gehouden met de warmte-uitzetting van de installatie. • Richtingsveranderingen in de verbindingsstukken moeten stromingstechnisch gunstig met bochten of geleidingsplaten worden uitgevoerd.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
25
5
•
•
•
•
•
Installatie
Verbindingsstukken met meerdere richtingsveranderingen moeten worden vermeden, omdat dit lucht- en contactgeluiden en de startdrukstoot negatief kunnen beïnvloeden. Scherpe overgangen tussen rechthoekige aansluitflenzen en de verbindingsbuis moeten worden vermeden. Net zoals bij evt. benodigde reduceringen/expansie mag de overganghoek 30° niet worden overschreden. Verbindingsstukken moeten stromingsgunstig zo mogelijk stijgend de schoorsteen in worden geleid (onder een hoek van 45°). Eventueel aanwezige opbouw op schoorsteenuitmondingen moet een vrije uitstroom van de rookgas in de lucht waarborgen. Optredend condensaat moet over de gehele lengte ongehinderd kunnen wegstromen, conform de locale bepalingen worden behandeld en volgens de plaatselijke voorschriften worden afgevoerd. De inspectieopeningen moeten conform de lokale voorschriften worden uitgevoerd, eventueel in overleg met de verantwoordelijke autoriteiten. Om het contactgeluid te onderbreken, is een ontkoppeling van de schoorsteen (bijv. met een compensator) t.o.v. het toestel noodzakelijk. Bij de opname van een rookgasklep in het rookgasafvoersysteem moet een veiligheidsgerichte eindschakelaar "OPEN" in de toestelbesturing worden opgenomen. Het stoken mag pas beginnen, wanneer de terugmelding van de eindschakelaar betreffende een volledig geopende rookgasklep aanwezig is. Vanwege de steltijd van de klepaandrijving is een temperatuurval in het toestel mogelijk. De instelling van de eindstand "DICHT" op de rookgasklep moet zodanig worden uitgevoerd, dat de rookgasklep nooit geheel dicht sluit. Daardoor wordt schade vanwege optredende stuwwarmte aan de brander voorkomen.
CV-retour aansluiten Op het toestel zijn twee toevoermogelijkheden voor het retourwater aanwezig. Wanneer afzonderlijke installatieretouren voor verschillend hoge retourtemperaturen worden gebruikt (bijv. vloerverwarming, tapwatervoorziening), dan kunnen deze via afzonderlijke retouraansluitingen naar het toestel worden gevoerd. • RK1 = lage retourtemperatuur (bijv. vloerverwarming) • RK2 = hoge retourtemperatuur (bijv. tapwatervoorziening) De retour is bij uitlevering afgesloten met en blindflens. Bij gebruik van aansluiting RK2: B Blindflens verwijderen. Wanneer geen verschillende retourtemperaturen aanwezig zijn, wordt de retouraansluiting RK1 gebruikt. B Retour van het cv-systeem op de betreffende retouraansluiting van het toestel [5], [6] aansluiten
1
3
4 5
5.4.2 Afdichtmanchet aanbrengen (toebehoren) B Afdichtmanchet volgens de meegeleverde installatiehandleiding monteren. 5.4.3
2
6
Toestel op het leidingnet aansluiten. OPMERKING: Schade aan de installatie door lekkende aansluitingen! B Aansluitleidingen spanningsloos op de aansluitingen van het toestel installeren. Waterzijdige verontreinigingen in het toestel zijn niet toegestaan. Om vervuilingen te voorkomen moet, indien nodig, een slibvanginrichting in de retour van het toestel worden ingebouwd.
6 720 648 053-19.1T
Afb. 12 Toestel aansluitingen 1 2 3 4 5 6
Aansluiting gasblok Aansluiting aanvoer toestel Aansluiting aanvoerveiligheidsleiding (VSL) Aansluiting rookgasafvoerbuis Aansluiting toestelretour 1 (RK1) Aansluiting toestelretour 2 (RK2)
CV-aanvoerleiding aansluiten B Aanvoer van het cv-systeem op de aanvoeraansluiting van het toestel [2] aansluiten. Gasblok aansluiten B Armatuurbalk (accessoire) op de aansluiting armaturenbalk [1] aansluiten.
26
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie
Aanvoer veiligheidsleiding aansluiten OPMERKING: Schade aan de installatie door aansluiten van de verkeerde module op de aanvoer veiligheidsleiding. B Geen boilerverwarming of ander cv-circuit op de aanvoer veiligheidsleiding aansluiten. B Veiligheidsklep op de aansluiting aanvoer veiligheidsleiding (VSL) (Æ afb. 12, [3], pagina 26) aansluiten. 5.4.4
Opmerkingen betreffende de condensafvoer OPMERKING: Schade aan de installatie door condensaat! B Goede werking van de condensaatafvoer altijd in stand houden. B Waarborg, dat de condensaatafvoer goed werkt.
Het condensaat kan via de rookgasleiding in het toestel lopen. Wanneer dat niet mogelijk is, mogen in de afzonderlijke slangtoevoer alleen RVS of kunststof T-stukken worden gebruikt. Bij keramische rookgasafvoersystemen een slibopvang monteren. B Meegeleverde sifon (condensaatafvoer) op de aansluiting (Æ afb. 1, [5], pagina 9) op de rookgascollector schuiven. B Wartelmoer op sifon vastdraaien. B Afvoerslang op het aansluitstuk van de sifon met een slangeklem aansluiten.
5.4.5
5
Toestel vullen en aansluitingen op dichtheid controleren GEVAAR: Persoonlijk letsel en/of schade aan de installatie door overdruk bij de lekdichtheidstest! Druk-, regel-, of veiligheidscomponenten kunnen beschadigd worden bij te hoge druk. B Waarborg dat op het tijdstip van de dichtheidstest geen druk-, regel- of veiligheidsinrichtingen zijn gemonteerd, die t.o.v. de waterruimte van het toestel niet kunnen worden afgesloten. De hoogte van de testdruk is afhankelijk van de installatiecomponenten en het cv-net. De nationale normen en voorschriften moeten worden aangehouden.
De cv-installatie moet voor de inbedrijfstelling op dichtheid worden gecontroleerd, zodat er geen lekkage optreedt tijdens het gebruik van de cv-installatie. B CV-installatie met vulwater vullen (Æ hoofdstuk 6.1, pagina 36 en hoofdstuk 6.2, pagina 36). B Controleer de aansluitingen op dichtheid. B CV-installatie afpersen. B Dichtheid van de flensverbinding en toestelaansluitingen controleren. B Leidingsysteem op lekdichtheid controleren. B Na de dichtheidstest alle buiten werking gestelde onderdelen weer in werking stellen. B Waarborg dat alle druk-, regel- en veiligheidsinrichtingen correct werken.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
27
5
5.5
Installatie
Deur vuurhaard openen en ombouwen WAARSCHUWING: Gevaar voor lichamelijk letsel door vallende vuurhaarddeur! B In geen geval alle vier de moeren op de vuurhaarddeur losschroeven. B Twee weken na de inbedrijfstelling de moeren voor het bevestigen van de vuurhaarddeur natrekken.
De vuurhaarddeur draait standaard van links naar rechts (aanslag rechts). De volgende instructies gaan uit van de standaard draairichting. De vuurhaarddeur kan naar een aanslag links worden omgebouwd. 5.5.1 Vuurhaarddeur openen en sluiten Vuurhaarddeur openen B Vier schroeven van de vuurhaarddeur losmaken. B Vuurhaarddeur open draaien.
5.5.2
Deuraanslag ombouwen WAARSCHUWING: Persoonlijk letsel door vallende delen! De vuurhaarddeur kan bij de ombouw van de deuraanslag vallen. B Bouw de deuraanslag om voor de montage van de brander. B Waarborg, dat de vuurhaarddeur is gesloten en door vier schroeven is bevestigd.
De deur vuurhaard draait standaard open van links naar (aanslag rechts). De volgende instructie gaat van de standaarddraairichting uit. Wanneer het gezien de ruimte nodig is, kan de deur vuurhaard naar de linker aanslag worden omgebouwd. Voor aanvang van de werkzaamheden: B Vulringen uit de zak van de technische documenten klaarleggen. B Deur vuurhaard openen (Æ hoofdstuk 5.5.1, pagina 28). B Vulringen bij het sluiten van de vuurhaarddeur tussen de vuurhaarddeur en de linker onderste deurhouder schuiven. Waarborg, dat het gat voor de scharnierbouten in lijn licht met het gat van de vulring. B Vuurhaarddeur sluiten. B Vier schroeven van de vuurhaarddeur monteren. B Drukveer met inbusbout zo ver spannen, dat de hendel voor de scharnierbout speling heeft (Æ afb. 14, pagina 29). B Splitpen [2] op scharnierbout [1] verwijderen.
6 720648 053-04. 1T
Afb. 13 Vuurhaarddeur openen Vuurhaarddeur sluiten B Vuurhaarddeur dicht draaien. B Vier schroeven van de vuurhaarddeur met vulringen monteren. B Schroeven diagonaal met een draaimoment 40 Nm aantrekken.
28
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie
5
2 1
1
2
3
4 6 720 648 053-37.1T
6 720 648 053-31.1T
Afb. 14 Splitpen losmaken 1 2
Scharnierbouten Splitpen
B Scharnierbout (Æ afb. 14, [1]) naar boven uit het scharniergat trekken. B Hendel (Æ afb. 15, [3]) uithangen. B Drukveer (Æ afb. 15, [1]) met inbusbout (Æ afb. 15, [4]) ontspannen. B Drukveer demonteren. B Drukveer aan de linkerkant monteren. B Ring (Æ afb. 15, [2]) monteren. B Inbusbout monteren. B Inbusbout voorspannen, tot de ring een maat van 60 mm tot de toestelvoorwand heeft. B Hendel inhangen. B Hendel over de drukveer draaien.
Afb. 15 Montage 1 2 3 4
Veer Onderlegplaat Hendel Schroef
B Schroeven door de deurhouders aan de linkerkant iets losmaken, tot de deurhouders in het sleufgat kunnen worden verschoven. B Scharnierbouten aan de linkerkant van boven door de scharniergaten van de deurhouders en de deur tot aan de hendel doorschuiven. B Splitpen onder de onderste deurhouder op de scharnierbout monteren (Æ afb. 14). B Bovenste deurhouder aan de linkerzijde naar links schuiven en schroeven vastdraaien. B Onderste deurhouder aan de linkerzijde naar rechts schuiven en schroeven vastdraaien. De scharnierbout heeft geen speling meer en de vuurhaarddeur komt bij het openen niet naar beneden. B Vier deurschroeven uitdraaien. B Vuurhaarddeur met 90° open draaien. B Drukveer met inbusbout ontspannen, tot de scharnierbout in de onderste deurhouder tegen het voorste einde van het sleufgat aanligt. De vuurhaarddeur hangt in het scharnier.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
29
5
5.6
Installatie
Brander (accessoire) monteren
5.6.2
OPMERKING: Schade aan de installatie door verkeerde brander! B Gebruik alleen branders, die voldoen aan de technische eisen van de Logano plus SB745 (Æ hoofdstuk 2.11, pagina 10). 5.6.1
Branderplaat monteren Voorgeboorde en niet geboorde branderplaten zijn bij de leverancier verkrijgbaar (accessoire). De montage van de brander is van de gebruikte brander afhankelijk.
B Beschermplaat van de vuurhaarddeur verwijderen. B Branderplaat [3] met de pakking [2] op de vuurhaarddeur [1] met bouten en vulringen [4] bevestigen.
1 2 3 4
6 720 648 053-05.1T
Afb. 16 Branderplaat monteren 1 2 3 4
Vuurhaarddeur Afdichting Branderplaat Zeskantbouten en vulringen
Brander op de branderplaat monteren GEVAAR: Persoonlijk letsel/schade aan de installatie door te zware lasten! B Gebruik voor de montage van de brander een geschikte hefinrichting. WAARSCHUWING: Persoonlijk letsel door inademen van vezelstof! Bij het bewerken van de warmte-isolatie kan vezelstof worden ingeademd. B Draag een adermhalingsbeschermingsmasker bij het bewerken van de warmteisolatie. OPMERKING: Schade aan de installatie door verkeerde of niet gebruikte isolatieringen! B Gebruik alleen meegeleverde isolatieringen. Respecteer de installatiehandleiding van de betreffende brander bij de montage en het aansluiten.
De warmte-isolatie in de vuurhaarddeur heeft standaard een gat van 270 mm voor de branderbuis. Wanneer de branderbuis groter is dan deze diameter, dan de diameter tot max. 360 mm worden vergroot. Wanneer het gat in de warmte-isolatie van de vuurhaarddeur wordt vergroot, passen de meegeleverde isolatieringen (Æ afb. 18, [4], pagina 31) niet meer. Bij branderbuisdiameters groter dan 360 mm moet u contact opnemen met uw leverancier. Wanneer de lengte van de branderbuis niet tot aan de binnenkant van de warmte-isolatie doorloopt, kan op de warmte-isolatie een 45°-afschuining worden aangebracht. U moet de vuurhaarddeur openen, om de brander te kunnen monteren. B Deur vuurhaard openen (Æ hoofdstuk 5.5, pagina 28). B Pakking (Æ afb. 17, [2]) op de branderaansluiting schuiven.
30
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie
5.7
5
Frontplaat monteren en demonteren
B Onderste frontplaat [3] in de houders rechts en links op de toestelmantel hangen. B Rechter bovenste frontplaat [2] in de houders aan de toestelmantel hangen. B Linker bovenste frontplaat [1] in de houders aan de toestelmantel hangen.
1
1 2 6 720 648 053-06.1T
Afb. 17 Pakking monteren 1
Afdichting
B Brander op de branderplaat [2] schroeven. B Isolatieringen [4] overeenkomstig de diameter van de branderbuis [5] uitsnijden. B Resterende spleet aan de binnenkant van de vuurhaarddeur, tussen warmte-isolatie vuurhaarddeur [3] en branderbuis [5], met de aangepaste isolatieringen [4] opvullen.
2
3
3
6 720 648 053-34.2T
Afb. 19 Frontplaat monteren 1 2 3
270 mm
1
4
Bovenste, linker frontplaat Bovenste, rechter frontplaat Onderste frontplaat
Voor de demontage van de frontplaaten in omgekeerde volgorde te werk gaan.
5 6 720 648 053-29.1T
Afb. 18 Brander monteren 1 2 3 4 5
Brander Branderplaat Warmte-isolatie vuurhaarddeur Isolatieringen Branderbuis
B Vuurhaarddeur sluiten en zeskantbouten aantrekken (Æ hoofdstuk 5.5, pagina 28).
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
31
5
5.8
Installatie
Regeltoestel (accessoire) monteren Wij adviseren, het regeltoestel aan de zijde van de deuraanslag (af fabriek rechts) te monteren.
In dit hoofdstuk wordt verklaard, hoe u de regeltoestellen Logamatic 4211, 4212, 4321 en 4322 plus een temperatuursensorpakket van het toestel monteert.
B Regeltoestel voor met de inschuifhaken [4] in de gaten van de regeltoesteldrager plaatsen. B Trek het regeltoestel naar voren en kantel het dan naar achteren. De elastische haken [2] moeten in de openingen [3] borgen. B Sokkel van het regeltoestel met twee schroeven op de regeltoesteldrager bevestigen.
1
Het regeltoestel kan rechts of links op het toestel op een regeltoesteldrager worden gemonteerd. De regeltoestelhouder is meegeleverd. 5.8.1
Regeltoestelhouder en kabelgoot monteren Voor lokale kabels moeten afzonderlijke kabeldraagsystemen worden geïnstalleerd.
B Regeltoesteldrager op de montagehoogte (Æ afb. 2, tab. 5, pagina 10) aantekenen. B Kabelgoot inkorten en aftekenen (Æ afb. 2, pagina 10). B Gaten (Ø 5 mm) boren. B Kabelgoot met meegeleverde plaatschroeven bevestigen. B Regeltoesteldrager met meegeleverde plaatschroeven bevestigen.
2
7
6
5
4
3
6 720 615 362-18.2O
Afb. 21 regeltoestel 1 2 3 4 5 6 7
Afdekkap Elastische haken Rechthoekige openingen van de regeltoesteldrager Inschuifhaken Ovale gaten van de regeltoesteldrager Regeltoestel Boringen voor schroeven
6 720 648 053-07.1T
Afb. 20 Regeltoesteldrager monteren. 5.8.2 Regeltoestel monteren In afb. 21 zijn het regeltoestel en de voorste afdekkap [1] van achteren weergegeven. 6 720 648 053-08.1T
B Schroeven in de afdekkap [1] losmaken. B Afdekkap naar boven toe wegnemen.
32
Afb. 22 Regeltoestel monteren
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie
5.8.3
5
Elektrische aansluiting tot stand brengen GEVAAR: Levensgevaar door elektrocutie! B Voordat het toestel wordt geopend, de cvinstallatie over alle polen spanningsloos schakelen en beveiligen tegen onbedoeld herinschakelen. B Kabels en capillaire leidingen zorgvuldig leggen. B Waarborg dat de capillairen niet knikken. B Elektrotechnische werkzaamheden alleen uitvoeren, wanneer u over de juiste kwalificatie voor deze werkzaamheden beschikt. Wanneer u geen overeenkomstige kwalificatie heeft, laat dan de elektrische aansluitingen uitvoeren door een installateur. B Respecteer de plaatselijke installatievoorschriften. B Een vaste elektrische aansluiting conform EN 50165/EN 60 335-2-102 of de geldende internationale installatienormen en lokale voorschriften uitvoeren. De positie van de klemmenstroken bij de regeltoestellen Logamatic verschillen. Nadat het regeltoestel Logamatic geopend wordt, is de klemmenstrook gemakkelijk te herkenen. De opschriften van de klemmenstrook is bij de verschillende regeltoestellen het zelfde.
B Uitbreekdelen, indien nodig, uit het achterwanddeel (Æ afb. 24, [1]) breken of uitsnijden. B Alle kabels voor de elektrische aansluiting van de temperatuursensor en veiligheidsinrichtingen via de kabelgoot naar de achterzijde van het regeltoestel installeren. B Alle lokale kabels naar het regeltoestel installeren. B Sensorkabels afzonderlijk van ander elektrische bekabeling installeren.
1 2 3
6 720 648 053-09.2T
Afb. 23 Kabelgoot op regeltoestel 1 2 3
Sensordompelhuls Kabelgoot Regeltoestel
B Verbind de stekkerverbindingen in het regeltoestel zoals aangegeven op de opschriften aan de klemmenstrook. B Branderkabel van onderen, achter de regeltoesteldrager, naar het regeltoestel installeren. B Sluit de branderkabel op het regeltoestel aan zoals aangegeven op de opschriften van de stekkerstrook. B Branderkabel met de afzonderlijke trekontlasting op de regeltoesteldrager borgen. B Lokale elektrische aansluitingen conform het aansluitschema op de steekverbindingen uitvoeren (Æ documenten bij het regeltoestel).
1 6 720 648 053-21.1T
Afb. 24 Kabeldoorgang voorbereiden 1
Achterwanddeel (Logamatic 4000)
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
33
5
Installatie
Alle kabels moeten met kabelklemmen (met regeltoestel meegeleverd) worden geborgd. Voor het borgen van de kabels de volgende stappen opvolgen: B Kabelklem met geplaatste kabel van boven in de sleuf van het klemframe plaatsen. B Kabelklem naar beneden schuiven. B Tegendrukken. B Hendel naar boven omzetten. B Achterwanddeel monteren. B Afdekkap (Æ afb. 21, pagina 32) weer op het regeltoestel monteren. B Afdekkap van het regeltoestel met de schroeven vastzetten (afb. 21, pagina 32).
Het meetpunt van het toestel bevindt zich op het toestel (Æ afb. 23, [1], pagina 33 ). B Diepte van de dompelhuls meten. B Dieptemaat op het temperatuursensorpakket (kabel) markeren. B Temperatuursensorpakket tot aan de aanslag (bodem) in het meetpunt steken. Via de markering controleren of de temperatuursensor correct is gemonteerd. B Temperatuursensorpakket met een sensorborging in het meetpunt borgen. De kunststof spiraal [2] voor het bij elkaar houden van de temperatuursensor schuift bij het insteken automatisch terug. Om het contact tussen de dompelhuls [4] en de sensorvlakken te waarborgen en zo een betrouwbare temperatuuroverdracht te waarborgen, moet de compensatieveer [1] tussen de temperatuursensoren zijn ingeschoven.
6 720 615 362-20.1SL
Afb. 25 Kabel met kabelklem borgen
1
5.9
2
Temperatuurvoeler monteren OPMERKING: Schade aan de installatie door beschadigde capillaire leidingen of verkeerde montage temperatuursensor! B Waarborg dat de capillaire leidingen bij het uitrollen en installeren niet worden geknikt of bekneld. B Temperatuursensor altijd tot op de bodem van de dompelhuls schuiven.
4
3
6720615883-32.1RS
Afb. 26 Kunststof spiraal in dompelhuls plaatsen OPMERKING: Schade aan de installatie door verkeerde sensorpositie. De sensor van de veiligheidstemperatuurbegrenzer (STB) en de temperatuurregelaar (TR) moeten op de montageplaats (Æ afb. 23, [1], pagina 33) aan de bovenkant van het toestel worden gemonteerd. B Bij externe regeltoestellen de sensordompelhuls in diameter op de gebruikte sensor aanpassen. B Lengte van de dompelhuls niet veranderen.
1 2 3 4
Compensatieveer Kunststof spiraal Voelerzekering Dompelhuls
B Overtollige lengte van de capillaire leidingen niet knikken. B Sensorleiding via de kabelgoot naar het regeltoestel installeren. B Sensorleiding op het regeltoestel aansluiten.
Standaard gebruikte dompelhuls: 3/4“
34
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatie
5
5.10 Branderkabel plaatsen De branderkabel moet aan de zijde van de deuraanslag (in de fabriek rechts aangebracht) gelegd worden. B Branderkabel [4] van onderen, achter de regeltoesteldrager, naar het regeltoestel installeren (Æ hoofdstuk 5.8.3, pagina 33). B Branderkabel [4] op het regeltoestel [3] aansluiten. B Branderkabel met de externe trekontlasting vastzetten. B Branderkabel van het regeltoestel naar de brander installeren. B Branderkabel [4] met branderaansluitstekker op de brander aansluiten.
1 2 3 4 5
6 720 648 053-10.2T
Afb. 27 Branderkabel monteren 1 2 3 4 5
Sensordompelhuls Kabelgoot Regeltoestel Trekontlasting Branderkabel
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
35
6
6
Inbedrijfstelling
Inbedrijfstelling OPMERKING: Schade aan het toestel door verontreinigde verbrandingslucht! B Toestel niet gebruiken bij veel stofvorming, bijv. bij bouwwerkzaamheden in de opstellingsruimte. B Waarborg voldoende luchttoevoer. B Geen chloorhoudende reinigingsmiddelen en halogeen-koolwaterstoffen (b.v. in spuitbussen, oplos- en reinigingsmiddelen, verf, lijm) in de opstellingsruimte gebruiken of opslaan. B Als de brander vervuild wordt tijdens de werkzaamheden, moet hij voor de inbedrijfstelling gereinigd worden.
B Inbedrijfstellingsprotocol invullen (Æ hoofdstuk 6.6, pagina 38).
6.1
Verwarmingsinstallatie spoelen Indien er meerdere cv-circuits zijn in de cv-installatie, moeten die na elkaar gespoeld worden.
Om verontreinigingen in het toestel te vermijden, moet de cv-installatie voor de inbedrijfstelling worden gespoeld. B Spoel de installatie voor de aansluiting op het toestel. -ofB CV-aanvoer en CV-retour op het toestel vastzetten. B CV-aanvoer op een wateraansluiting aansluiten. B Sluit de slang aan de cv-retour van de cv-installatie aan. B Leid de slang van de cv-retour naar een afvoer. B Open de aangesloten verbruiker (bv. radiatoren). B Spoel de cv-installatie met drinkwater, tot er proper water uit de cv-retour stroomt. B CV-installatie aftappen.
6.2
Verwarmingsinstallatie vullen
VOORZICHTIG: Gevaar voor de gezondheid door verontreiniging van het drinkwater. B Nationale voorschriften en normen ter voorkoming van verontreiniging van het drinkwater respecteren. Voor Europa de EN 1717 respecteren. Automatische be- en ontluchter alleen voor ontluchting kortstondig openen.
De kwaliteit van het vul- of bijvulwater moet aan de eisen conform het meegeleverde logboek voldoen. De pH-waarde in het cv-water neemt toe na het vullen van de cv-installatie. Na 3 – 6 maanden (bij het eerste onderhoud) controleren, of de pH-waarde in het cv-water is gestabiliseerd. B Voordruk van het expansievat op de noodzakelijke druk instellen (alleen bij gesloten installaties). B Open de meng- en afsluitkleppen aan toestelwaterzijde. B CV-installatie langzaam vullen, daarbij de drukindicatie in de gaten houden. B Ontlucht de cv-installatie via de ontluchtingskraantjes op de radiatoren. Wanneer de waterdruk door het ontluchten afneemt: B water bijvullen. B Voer de dichtheidstest uit conform de plaatselijke voorschriften. B Na de dichtheidstest alle buiten werking gestelde onderdelen weer in werking zetten. B Waarborg, dat alle druk-, regel- en veiligheidsinrichtingen correct functioneren. Wanneer het toestel op dichtheid is gecontroleerd en er geen lekkage aanwezig is: B Stel de correcte bedrijfsdruk in. B Sluit de automatische be- en ontluchter.
OPMERKING: Schade aan de installatie door temperatuurspanningen! B CV-installatie alleen in koude toestand vullen (de aanvoertemperatuur mag maximaal 40 °C zijn). B CV-installatie tijdens bedrijf uitsluitend via de vulkraan in het leidingsysteem (retour) van de cv-installatie vullen.
36
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inbedrijfstelling
6.3
B Vul de condensaatsifon.
CV-installatie gebruiksklaar maken Voor de dichtheid aan de rookgaszijde is een lekkage van 2 % van het rookgasdebiet toegestaan.
Conform de norm is aan lekkage aan de rookgaszijde van 2 % van de rookgasmassastroom toegestaan.
Bij de inbedrijfstelling moeten de volgende punten worden gerespecteerd:
6.4
B Voor de inbedrijfstelling van de cv-installatie via de ontluchtingsinrichting ontluchten. B Controleer of de inspectieopening op de rookgascollector is gesloten. B Controleer, of de vuurhaarddeur goed is gesloten. B Controleer de functionaliteit van de veiligheidsinrichtingen (bijv. veiligheidsklep, minimaal- en maximaaldrukbegrenzer, veiligheidstemperatuurbegrenzer, enz.). B Controleer of de benodigde bedrijfsdruk aanwezig is. B Lekdichtheid van de flensverbindingen en aansluitingen controleren. B Controleer de regeltoestelaansluitingen en de positie van de temperatuursensoren.
6.5
6
Regeltoestel en brander in bedrijf stellen
Met de inbedrijfname van het regeltoestel neemt u automatisch de brander in bedrijf. De brander kan uitsluitend via het regeltoestel gestart worden. Meer informatie vindt u in de installatiehandleiding van het betreffende regeltoestel of de betreffende brander. B Neem het toestel via het regeltoestel in bedrijf. B Regeltoestel parametreren (Æ hoofdstuk 6.5, pagina 37). B Eerste inbedrijfstellingstijden respecteren (Æ hoofdstuk 6.1, pagina 36) B Inbedrijfstellingsprotocol in de technische documenten van de brander invullen.
Regeltoestel parametreren
De in tab. 15 opgegeven regelaarinstellingen gelden voor de regeltoestellen Logamatic 4321 en 4322. Meer informatie over het instellen van het regeltoestel vindt u in hoofdstuk 3 vanaf pagina 14.
brander Brander voor één brandstof
Brander voor twee brandstoffen
Om te waarborgen dat bij het ingestelde brandertype "brander voor twee brandstoffen" de Logamatic goed werkt, moet een potentiaalvrij contact voor de brandstofomschakeling op de aansluitklem "ES" zijn aangesloten.
brander Brandertype bij brandstof Gas Stookolie modulerend 2-traps
Instelling regeltoestel
modulerend 2-traps modulerend 2-traps modulerend
modulerend modulerend 2-traps
2-traps
2-traps
In te stellen brandertype modulerend 2-traps
In te stellen brandstof Gas Gas
modulerend 2-traps
Stookolie Stookolie
modulerend Gas Niet mogelijk Brander voor twee Geen instelling nodig brandstoffen tweetraps Gas
Tab. 15 Regelaarinstellingen voor regeltoestellen Logamatic 4321 en 4322
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
37
6
6.6
Inbedrijfstelling
Inbedrijfstellingsprotocol
Het toestel kan met een olie- of gasbrander worden gebruikt.
B Inbedrijfstellingsprotocol voor de betreffende olie- of gasbrander zorgvuldig uitvoeren. B Plaats uw handtekening en de datum bij de uitgevoerde inbedrijfstellingswerkzaamheden.
Inbedrijfstellingswerkzaamheden
Pagina (afzonderlijke stappen)
1.
CV-installatie spoelen.
pagina 36
2.
CV-installatie met water vullen.
pagina 36
3.
Ontlucht de cv-installatie.
4.
Voer een dichtheidstest uit.
pagina 27
5.
Regeltoestel in bedrijf stellen
Zie de technische documenten van het regeltoestel, technische gegevens, hoofdstuk 3.8, pagina 16 en hoofdstuk 6.5, pagina 37.
B Toestel specifieke parameters ingesteld en gedocumenteerd.
6.
Goede werking van de veiligheidsinrichtingen waarborgen.
7.
Brandstofleiding op dichtheid controleren.
8.
Brander in bedrijf nemen.
9.
Brandermeetprotocol voor de afzonderlijke vermogensniveaus opstellen.
10.
Dichtheidstest aan stookgaszijde uitvoeren. Na een korte bedrijfstijd moeten de bouten van de vuurhaarddeur worden nagetrokken, om lekkage van de vuurhaarddeur door zettingsverschijnselen van het afdichtkoord te voorkomen.
11.
Flensverbindingen en koppelingen na het opwarmen controleren en natrekken.
12.
Rookgasweg op dichtheid controleren.
13.
Rookgastemperatuur controleren.
14.
Functionele test van de veiligheidsinrichtingen uitvoeren en protocolleren.
15.
Gebruiker instrueren en technische documenten overdragen.
16.
De gebruikte brandstof in de tabel invullen (Æ gebruikershandleiding "Algemeen").
Opmerkingen (handtekening)
Zie technische documenten brander.
Tab. 16 Inbedrijfstellingsprotocol
38
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inbedrijfstelling
Inbedrijfstellingswerkzaamheden 17.
Pagina (afzonderlijke stappen)
6
Opmerkingen (handtekening)
Deskundige inbedrijfname bevestigen.
Firmastempel / handtekening / datum Tab. 16 Inbedrijfstellingsprotocol
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
39
7
7
Buitenbedrijfstelling
Buitenbedrijfstelling OPMERKING: Schade aan de installatie door bevriezing. De cv-installatie kan bij vorst bevriezen, wanneer deze niet in bedrijf is bijv. door een storingsuitschakeling. B CV-installatie bij bevriezingsgevaar tegen bevriezing beschermen. B Wanneer de cv-installatie bij vorstgevaar vanwege een storingsuitschakeling meerdere dagen uitgeschakeld is: verwarmingswater via vul- en aftapkraan aftappen. Daarbij moet de ontluchter op het hoogste punt van de cv-installatie geopend zijn. OPMERKING: Schade aan de installatie door bevriezing. De cv-installatie kan na een netspanningsuitval of uitschakelen van de voedingsspanning bevriezen. B Functie "instellingen van het regeltoestel" controleren, zodat de cv-installatie in werking blijft (met name bij vorstgevaar).
7.1
CV-installatie buiten werking stellen
Stel de cv-installatie met behulp van het regeltoestel buiten werking. Als het regeltoestel uitgeschakeld wordt, wordt de brander automatisch ook uitgeschakeld. B Bedrijfsschakelaar van het regeltoestel in stand "0" (UIT) zetten. B Sluit de brandstoftoevoer af.
7.2
Verwarmingsinstallatie in geval van nood buiten werking stellen Schakel de cv-installatie alleen in noodgevallen uit via de zekering van de stookruimte of de cv-noodschakelaar.
B In gevaarlijke situaties direct de brandstofhoofdafsluiter sluiten en de cv-installatie via de zekering van de stookruimte of via de cv-noodschakelaar spanningsloos schakelen. B Sluit de brandstoftoevoer af. B Breng uzelf nooit in levensgevaar. De eigen veiligheid gaat vóór alles.
40
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inspectie en onderhoud
8
Inspectie en onderhoud
8.1
Algemene aanwijzingen OPMERKING: Schade aan de installatie door gebrekkige reiniging en onderhoud! B De reiniging en het onderhoud dienen minimaal eenmaal per jaar te worden uitgevoerd! Daarbij de gehele cv-installatie op goed functioneren controleren. B Gebreken direct verhelpen, om schade aan de installatie te voorkomen. De jaarlijkse inspectie en onderhoud zijn onderdeel van de garantiebepalingen.
Voor het openen van de vuurhaarddeur: B Algemene toestand van de cv-installatie controleren. B Visuele en functiecontrole van de cv-installatie uitvoeren. B Brandstof- en watertransporterende installatiecomponenten op dichtheid en zichtbare corrosie controleren. B Deur vuurhaard openen (Æ hoofdstuk 5.5.1, pagina 30).
8.3
Toestel reinigen
8.3.1
Toestel voorbereiden voor reinigen met de borstels. VOORZICHTIG: Gevaar voor lichamelijk letsel door vallende delen! B Waarborg voor het openen van de deuren, dat de scharnierbout op de vuurhaarddeur juist is gemonteerd en geborgd door een veerring.
Gebruik alleen originele onderdelen van de producent. Reserve-onderdelen kunnen via de reserve-onderdelencatalogus van de leverancier worden besteld. Biedt uw klant een jaarlijks inspectiecontract en een behoefte-afhankelijk onderhouds- en inspectiecontract aan. Welke taken in een overeenkomst moeten zijn opgenomen, kunt u nalezen in het hoofdstuk 8.5 "Inspectie- en onderhoudsprotocollen", pagina 47.
8.2
Toestel voor inspectie en onderhoud voorbereiden. GEVAAR: Levensgevaar door elektrocutie bij geopende cv-installatie! B Voor het openen van de cv-installatie: cvinstallatie met de verwarmingsnoodschakelaar spanningsloos schakelen of via de bijbehorende huiszekering van het net scheiden. B Beveilig de cv-installatie tegen onbedoeld opnieuw inschakelen. GEVAAR: Levensgevaar door explosie van brandbare gassen! B Voer enkel werkzaamheden aan de gasvoerende componten uit als u beschikt over een daarvoor geldende erkenning. Wanneer gasleidingen van de gasbrander losgemaakt moeten worden, mag de vuurhaarddeur uitsluitend door een installateur worden geopend.
8
B B B B B
Frontplaat wegnemen (Æhoofdstuk 5.7, pagina 31). Brander demonteren. Deur vuurhaard openen (Æ hoofdstuk 5.5, pagina 28). Reinig de vuurhaard en de verwarmingsoppervlakken. Deksel van de rookgascollector openen (Æ hoofdstuk 8.3.5, pagina 43). B Deksel van de omkeerkamer openen (Æ hoofdstuk 8.3.5, pagina 43). B Rookgascollector en condensaatafvoer controleren en eventueel via de inspectieopening reinigen. 8.3.2
Toestel met reinigingsborstels schoonmaken. WAARSCHUWING: Schade aan de installatie door verkeerd reinigingsapparaat! B Gebruik voor de borstelreiniging alleen de originele borstels van de leverancier. B Voor het reinigen alleen borstels van nylon of RVS met stangen van RVS gebruiken.
B Verwarmingsoppervlakken van de vuurhaard (Æ afb. 28, [1], pagina 42) met de reinigingsborstels (Æ afb. 28, [2], pagina 42) reinigen. B Eventuele reinigingsresten met de stofzuiger verwijderen. B Pakkingen op de toesteldeur, omkeerkamer en rookgascollector controleren en indien nodig vervangen. B Vuurhaarddeur sluiten en vastschroeven.
B CV-installatie buiten bedrijf stellen (Æ hoofdstuk 7.1, pagina 40).
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
41
8
Inspectie en onderhoud
1
2 6 720 648 053-11.1T
Afb. 28 Verwarmingsoppervlakken reinigen 1 2
8.3.3
1
Verbrandingsruimte (verwarmingsoppervlakken verbrandingsruimte) Reinigingsborstel
Omkeerkamer reinigen bij het toestel moeten manteldelen worden gedemonteerd, omdat het reinigingsdeksel daaronder ligt. Wanneer u het borsteldeel van de reinigingsborstel niet geheel door de verwarmingsbuis schuift, kunt u slechts moeilijk de reinigingsborstel weer uit de buis trekken. B Borsteldeel van de reinigingsborstel door de gehele verwarmingsbuis schuiven, tot het borsteldeel aan het andere uiteinde naar buiten komt.
6 720 648 053-17.1T
Afb. 29 Deksel omkeerkamer verwijderen 1
Deksel omkeerkamer
B Moeren en vulringen van het deksel van de rookgascollector afschroeven. B Neem het deksel weg. B Verwarmingsbuizen met een borstel reinigen (Æ afb. 30, pagina 42). B Losgemaakte verbrandingsresten uit de vuurhaard (Æ afb. 28, [1]), de rookgaskanalen en de omkeerkamer (Æ afb. 29, [1]) verwijderen.
Om de verbrandingsresten uit de omkeerkamer te kunnen verwijderen, moet u het deksel van de omkeerkamer verwijderen. Deze bevindt zich aan de achterzijde van het toestel. B Mantel en isolatie afschroeven. B Moeren en vulringen van de deksel van de omkeerkamer afschroeven. B Deksel van de omkeerkamer afnemen.
42
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inspectie en onderhoud
8.3.5
8
Deksel op de rookgascollector en de omkeerkamer monteren GEVAAR: Vergiftigingsgevaar door ontsnappend gas! Wanneer rookgascollector en condensafvoer niet correct zijn afgesloten, kunnen tijdens bedrijf rookgassen ontsnappen. B Rookgascollector met inspectiedeksel en de condensafvoer met de sifon en waterbuffer zorgvuldig sluiten.
B Pakking van de omkeerkamer controleren op beschadigingen en evt. vervangen. B Deksel van de rookgascollector plaatsen. B Moeren met een draaimoment van 15 Nm aantrekken. B Deksel op de omkeerkamer plaatsen en dichtschroeven. B Isolatiedeken bevestigen. B Monteren brander. B Frontplaat monteren B Stel de cv-installatie weer in werking.
1
6 720 648 053-33.2T
Afb. 30 Rookgascollector reinigen 1
8.3.4
Reinigingsborstel
Pakking van de rookgascollector vervangen Bij het jaarlijks onderhoud moet de pakking van het deksel van de rookgascollector worden vervangen.
B Oude pakking en lijmresten verwijderen. B Nieuwe pakking inkorten. B Nieuwe pakking op de rand van de rookgascollector lijmen. B Uiteinden laten overlappen. B Uiteinden in 45°-hoek afsnijden. B Schuine randen zonder spleet tegen elkaar drukken.
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
43
8
8.3.6
Inspectie en onderhoud
Toestel nat reinigen OPMERKING: Schade aan de installatie door vocht in het regeltoestel! Wanneer vochtigheid in het regeltoestel binnendringt, wordt deze beschadigd. Er mag geen sproeinevel binnendringen in het regeltoestel!
1
B Reinigingsmiddel alleen op de verwarmingsoppervlakken van de rookgaskanalen en de verbrandingsruimte sproeien. OPMERKING: Schade aan de installatie door reinigingsmiddel in de aangesloten componenten! Wanneer met reinigingsmiddel belaste vloeistoffen door aangesloten componenten, bijv. sifon, enz. wordt gestuurd dan kunnen deze buiten werking worden gesteld of beschadigd raken. B Aangesloten componenten beschermen of demonteren. Voor de natte reiniging (chemische reiniging) de bedieningshandleiding en de veiligheidsinstructies van het reinigingsapparaat en het reinigingsmiddel respecteren. Bij natte reiniging erop letten, dat de reiniging vrij is van chloride. B Veiligheidsinstructies van de reiniger respecteren.
2
6 720 648 053-03.2T
Afb. 31 Reinigingsafloop openen / sluiten 1 2
Afsluitkap van de reinigingsafvoer Reinigingsafvoer
Na afronden van de reiniging: B Condensaatafvoer weer herstellen. B Condensaataansluiting weer herstellen. B Pakkingen op de vuurhaarddeur en de rookgascollector controleren en indien nodig vervangen (Æ hoofdstuk 8.3.4 en hoofdstuk 8.3.5, pagina 43). B Vuurhaarddeur sluiten en vastschroeven. B Rookgascollector sluiten en dichtschroeven (Æ hoofdstuk 8.3.4 en hoofdstuk 8.3.5, pagina 43). B Ventileer de plaatsingsruimte nog steeds goed. B Folie van regeltoestel verwijderen. B Stel de cv-installatie weer in werking.
Gebruik bij de chemische reiniging een reinigingsmiddel dat aan de graad van vervuiling is aangepast. Ga bij een natte reiniging te werk volgens de specificaties van de leverancier. Vloeibare reinigingsresten kunnen door de condensaatafvoer naar de rookgascollector worden afgevoerd. B B B B
Schakel de cv-installatie stroomloos. Brandstoftoevoer sluiten. Sifon voor de natte reiniging losmaken. Regeltoestel met folie afdekken, zodat geen sproeinevel in het regeltoestel terecht kan komen. B Toestel reinigen volgens de specificatie van de leverancier.
44
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inspectie en onderhoud
8.4
Waterdruk controleren en corrigeren
Om de goede werking van de cv-installatie te waarborgen, moet er voldoende water in de cv-installatie aanwezig zijn. B Wanneer de waterdruk in de cv-installatie te laag is, de cv-installatie met bijvulwater bijvullen. B Waterdruk eenmaal per maand controleren. 8.4.1
Wanneer moet u de waterdruk van de verwarmingsinstallatie controleren? De kwaliteit van het vul- of bijvulwater moet aan de eisen conform het meegeleverde logboek voldoen. Wanneer het vul- of bijvulwater uitgast, kunnen in de cv-installatie luchtophopingen ontstaan. B CV-installatie ontluchten (b.v. aan de radiatoren) verwarmingslichaam. B Indien nodig bijvulwater navullen.
Het nieuwe vul- of bijvulwater verliest in de eerste dagen veel aan volume, omdat het sterk ontgast. Controleer daarom bij nieuw gevulde installaties de waterdruk van het cv-water eerst dagelijks en dan met steeds groter wordende tussenpozen. • Wanneer het cv-water nauwelijks nog aan volume verliest, hoeft u de waterdruk van het cv-water nog maar eenmaal per maand te controleren. In het algemeen wordt er een onderscheid gemaakt tussen open en gesloten installaties. Open installaties worden in de praktijk bijna niet meer geïnstalleerd. Daarom wordt aan de hand van een voorbeeld met een gesloten cv-installatie uitgelegd, hoe u de waterdruk kan controleren. Alle voorinstellingen werden door de vakman bij de eerste inbedrijfstelling reeds uitgevoerd.
8.4.2
8
Gesloten installaties OPMERKING: Schade aan de installatie door veelvuldig bijvullen! De cv-installatie kan afhankelijk van de waterkwaliteit worden beschadigd door corrosie en ketelsteen. B Zorg ervoor, dat de cv-installatie ontlucht is. B CV-installatie op lekdichtheid controleren en het expansievat op goede werking controleren. B Specificaties betreffende de waterkwaliteit respecteren (zie logboek). B Bij vaak voorkomend waterverlies oorzaak bepalen en direct oplossen. OPMERKING: Schade aan de installatie door temperatuurspanningen! B CV-installatie alleen in koude toestand vullen (de aanvoertemperatuur mag maximaal 40 °C zijn). B CV-installatie tijdens bedrijf uitsluitend via de vulkraan in het leidingsysteem (retour) van de cv-installatie vullen.
Bij gesloten installaties moet de manometerwijzer [3] binnen de groene markering [2] staan. De rode wijzer [1] van de manometer moet op de voor de cv-installatie noodzakelijke druk ingesteld zijn. B Controleer de waterdruk van de cv-installatie. B Wanneer de manometerwijzer [3] de groene markering [2] onderschrijdt: bijvulwater bijvullen. B Bijvulwater via de vulkraan in het leidingsysteem van de cv-installatie vullen. B Ontlucht de cv-installatie. B Waterdruk opnieuw controleren
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
45
8
Inspectie en onderhoud
2
1
3
6 720 648 053-30.1T
Afb. 32 Manometer voor gesloten installaties 1 2 3
Rode wijzer Groene markering Manometerwijzer
8.4.3
Installaties met automatisch drukhoudsysteem Bij installaties, waarin een automatisch drukhoudsysteem is ingebouwd, moeten de specificaties van de leverancier worden gerespecteerd. Ook hier gelden de eisen aan de waterkwaliteit (Æ hoofdstuk 8.4.1, pagina 45).
46
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inspectie en onderhoud
8.5
8
Inspectie- en onderhoudsprotocollen
Met de inspectie- en onderhoudsprotocollen krijgt u een overzicht van de uit te voeren inspectie- en onderhoudswerkzaamheden, die jaarlijks moeten worden uitgevoerd.
Vul het protocol bij elke inspectie en elk onderhoud in. Het protocol is ook bedoeld als kopieerblad. B Na de inspectiewerkzaamheden moet u het protocol ondertekenen en de datum invullen.
Garantie: jaarlijkse inspectie en onderhoud zijn onderdeel van de garantiebepalingen.
Inspectiewerkzaamheden 1.
Algemene toestand van de cv-installatie controleren (visuele inspectie).
2.
Werking van de cv-installatie controleren.
3.
Brandstof- en watervoerende installatiedelen controleren op:
Pagina (afzonderlijke stappen)
Opmerkingen
• lekdichtheid • zichtbare corrosie • slijtageverschijnselen 4.
Vuurhaard en verwarmingsoppervlakken controleren op vervuiling en reinigen. Daarvoor de cv-installatie buiten werking stellen
5.
Pakkingen/afdichtkoorden op de vuurhaarddeur controleren en evt. vervangen.
6.
Brander controleren en reinigen. B Optische controle en aanwezige vervuiling verwijderen. B Veiligheidsinrichtingen controleren (veiligheidsuitschakeling). B Functietest B Rookgasanalyse met meetprotocol per vermogensniveau.
pagina 41
Zie techn. documentatie brander.
7.
Werking en veiligheid van de rookgasafvoer controleren.
Zie techn. documentatie brander.
8.
Waterbuffer van de condensaatsifon controleren en evt. bijvullen.
9.
Waterdruk en voordruk van het expansievat controleren.
pagina 45
10.
Evt. boiler en magnesiumanode op goede werking controleren.
Zie techn. documentatie boiler.
11.
Goede instellingen van het regeltoestel controleren en evt. instellen.
Zie technische documenten regeltoestel.
Tab. 17 Inspectieprotocol
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
47
8
Inspectie en onderhoud
Pagina (afzonderlijke stappen)
Inspectiewerkzaamheden 12.
Veiligheidsinrichtingen (veiligheidsuitschakeling) testen en documenteren. Bijvoorbeeld: B B B B
13.
Veiligheidstemperatuurbegrenzer Drukbegrenzer min. Drukbegrenzer max. (indien aanwezig) Overige veiligheidsinrichtingen.
Wateranalyse uitvoeren en in logboek documenteren: B B B B B B B
14.
Opmerkingen
pH-waarde Resthardheid Zuurstofbindmiddel Fosfaat Elektrische geleidbaarheid Uiterlijk Waterregistraties (bijv. bijvulhoeveelheden) in het logboek controleren.
Eindcontrole en inspectiewerkzaamheden, daarvoor meten en de meet- en testresultaten documenteren.
Tab. 17 Inspectieprotocol Deskundige inspectie met handtekening, datum en stempel bevestigen.
Tab. 18
48
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Inspectie en onderhoud
Behoefteafhankelijke onderhoudswerkzaamheden
Pagina (afzonderlijke stappen)
1.
Stel de cv-installatie buiten bedrijf.
pagina 40
2.
Vuurhaard reinigen.
pagina 41
3.
Rookgaskanalen (verwarmingsoppervlakken) reinigen
pagina 41
4.
Pakkingen/afdichtkoorden op de vuurhaarddeur, de inspectieopening van de omkeerkamer en de rookgascollector controleren en evt. vervangen.
5.
Controleer of de condensaatafvoer schoon is en met een waterbuffer is gevuld.
6.
CV-installatie in bedrijf stellen.
pagina 36
7.
Eindcontrole onderhoud, daarvoor meten en de meet- en testresultaten documenteren.
Zie techn. documentatie brander.
8.
Werking en veiligheid tijdens bedrijf controleren (veiligheidsinrichtingen).
8
Opmerkingen
Tab. 19 Onderhoudsprotocol cv-installatie Deskundig onderhoud met handtekening, datum en stempel bevestigen.
Tab. 20
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
49
9
9
Branderstoring opheffen
Branderstoring opheffen OPMERKING: Schade aan de installatie door bevriezing. De cv-installatie kan bij vorst bevriezen, wanneer deze niet in bedrijf is bijv. door een storingsuitschakeling. B Wanneer de cv-installatie bij vorstgevaar vanwege een storingsuitschakeling meerdere dagen uitgeschakeld is: verwarmingswater via vul- en aftapkraan aftappen. Daarbij moet de automatische ontluchter op het hoogste punt van de cvinstallatie geopend zijn. OPMERKING: Schade aan de installatie door te vaak indrukken van de resettoets! De ontstekingstrafo van de brander kan beschadigd raken. B Resettoets ten hoogste driemaal direct na elkaar indrukken.
Het display geeft de storingen van de cv-installatie weer. Meer informatie over de storingsmeldingen vindt u in de servicehandleiding van het betreffende regeltoestel. Bovendien wordt de branderstoring via een storingslamp op de brander gesignaleerd.
10
Milieubescherming/afvoeren
Milieubescherming is een ondernemingsprincipe van de Bosch-groep. Kwaliteit van de producten, rendement en milieubescherming zijn voor ons gelijkwaardige doelstellingen. Wetgeving en voorschriften voor milieubescherming worden strikt nageleefd. Ter bescherming van het milieu gebruiken wij, rekening houdend met bedrijfseconomische gezichtspunten, de best mogelijke techniek en materialen. Verpakking Voor wat de verpakking betreft, nemen wij deel aan de nationale verwerkingssystemen, die een optimale recycling waarborgen. Alle gebruikte verpakkingsmaterialen zijn milieuvriendelijk en kunnen worden hergebruikt. Oud apparaat Oude apparaten bevatten materialen, die hergebruikt kunnen worden. De modules kunnen gemakkelijk worden gescheiden en de kunststoffen zijn gemarkeerd. Daardoor kunnen de verschillende componenten worden gesorteerd en voor recycling of afvoeren worden aangeboden.
B Resettoets van de brander indrukken (zie handleiding van de brander). Wanneer ook na drie pogingen de brander niet start, neem dan contact op met een installateur.
50
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Installatievoorbeelden
11
11
Installatievoorbeelden
11.1 Opstelling veiligheidstechnische minimale uitrusting conform DIN EN 12828; bedrijfstemperatuur ≤ 105 °C; uitschakeltemperatuur (STB) ≤ 110 °C De afbeelding toont schematisch de veiligheidstechnische minimale uitrusting conform DIN EN 12828 voor de hier beschreven installatie-uitvoeringen, zonder aanspraak op volledigheid te maken. Voor de praktische uitvoering gelden de betreffende regels der techniek. Toestel > 300 kW; bedrijfstemperatuur ≤ 105 °C; uitschakeltemperatuur (STB) ≤ 110 °C VK 2 0,5 %
51)
11
6/7 8
15
10 9 P 17
31) 41) 1 > 300 kW 14
12
15
13
16 17 2
Legenda bij afb. 33: RK Retour VK Aanvoer cv-toestel 1 Warmteproducent 2 Afsluitventiel aanvoer/retour 3 Temperatuurregelaar 4 Veiligheidstemperatuurbegrenzer 5 Temperatuurmeetsysteem 6 Membraanveiligheidsklep 2,5 bar/3 bar of 7 Slagveer-veiligheidsklep = > 2,5 bar 8 Ontspanningspot in installaties > 300 kW; niet nodig, wanneer in plaats daarvan een STB met uitschakeltemperatuur ≤ 110 °C en een maximaaldrukbegrenzer per toestel extra wordt uitgevoerd. 9 Maximaaldrukbegrenzer 10 Drukmeetinstrument 11 Beveiliging tegen watertekort Als alternatief per toestel een minimaaldrukbegrenzer of een door de leverancier vrijgegeven vervangende maatregel. 12 Terugslagventiel 13 Vul- en aftapkraan 14 Expansieleiding 15 Afsluitarmatuur, geborgd tegen onbedoeld sluiten (bijv. door verzegeld kapventiel). 16 Aftap voor expansievat 17 Expansievat (conform DIN EN 13831)
13 1) De basisuitrusting van het regeltoestel: de maximaal bereikbare aanvoertemperatuur in combinatie met Logamatic-regeltoestellen
RK
is ca. 18 K onder de uitschakeltemperatuur (STB).
Afb. 33 Veiligheidstechnische uitrusting conform DIN EN 12828 voor toestellen > 300 kW met STB ≤ 110 °C (directe verwarming)
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
51
Trefwoordenregister
Trefwoordenregister A Aanbevolen afstanden tot de wand.................................. Aansluiting rookgas- en waterzijde................................... Aansluitingen op dichtheid controleren........................... Aanvoer cv-toestel................................................................ Aanvoer veiligheidsleiding .................................................. Afdichtmanchet voor de rookgasleiding.......................... Afmetingen ............................................................................. Afvoer ......................................................................................
23 25 27 26 27 26 10 50
B Brander ................................................................................... 30 Brander in bedrijf nemen. ................................................... 37 Brander monteren................................................................. 30 Brander op de branderplaat monteren ............................ 30 Branderkabel ......................................................................... 35 Branderkabel plaatsen......................................................... 35 Branderplaat .......................................................................... 30 Branderplaat monteren........................................................ 30 Brandstoffen ............................................................................ 8 Buitenbedrijfstelling.............................................................. 40 CV-installatie buiten werking stellen ........................... 40 verwarmingsinstallatie in noodgeval buiten werking stellen ................................................................................. 40 C CE-conformiteitsverklaring ................................................... 6 CV-installatie aan de rookgas- en waterzijde aansluiten........................................................................... 25 CV-installatie buiten werking stellen ................................ 40 CV-installatie voorbereiden ................................................ 37 CV-toestel aan het leidingennet aansluiten .................... 26 CV-toestel opstellen ............................................................ 23 CV-toestel vullen................................................................... 27 E Elektrische aansluiting ......................................................... 33 Elektrische aansluiting tot stand brengen....................... 33 G Gebruiksvoorwaarden ........................................................... 7 Gegevens betreffende het toestel...................................... 6 CE-conformiteitsverklaring .............................................. 6 Gebruiksvoorwaarden ...................................................... 7 Leveringsomvang............................................................... 6 Overzicht van de bruikbare brandstoffen ..................... 8 Reglementair gebruik........................................................ 6 Toestelbeschrijving............................................................ 8 Geluidisolerende matten..................................................... 24 Gereedschap........................................................................... 8
52
H Hulpmiddelen ........................................................................... 8 I Inbedrijfname brander in bedrijf nemen................................................ 37 Inbedrijfstelling .............................................................. 36–37 CV-installatie voorbereiden ........................................... 37 verwarmingsinstallatie spoelen..................................... 36 verwarmingsinstallatie vullen......................................... 36 Inbedrijfstellingsprotocol..................................................... 38 Inspectie ................................................................................. 41 Inspectie en onderhoud ...................................................... 41 algemene instructies....................................................... 41 CV-toestel nat reinigen................................................... 44 CV-toestel reinigen ......................................................... 41 CV-toestel voorbereiden................................................ 41 Reinigingsdeksel monteren........................................... 43 Rookgascollector reinigen............................................. 42 Verwarmingsoppervlakken en turbulatoren met reinigingsborstels reinigen ............................................ 41 Waterdruk controleren en corrigeren ......................... 45 waterdruk gesloten installaties controleren en corrigeren .......................................................................... 45 Inspectiedeksel ..................................................................... 43 Inspectieprotocol.................................................................. 47 Inspectieprotocollen ............................................................ 47 Installatievoorbeelden.......................................................... 51 L Leveringsomvang..................................................................... 6 M Milieubescherming ............................................................... 50 Minimale afstanden tot de wand ....................................... 23 Montage.................................................................................. 23 Aanbevolen afstanden tot de wand............................. 23 Aansluitingen op dichtheid controleren...................... 27 Aanvoer cv-toestel........................................................... 26 Aanvoerveiligheidsleiding .............................................. 27 Brander monteren ........................................................... 30 brander op de branderplaat monteren........................ 30 Branderkabel plaatsen ................................................... 35 Branderplaat monteren .................................................. 30 CV-installatie aan de rookgas- en waterzijde aansluiten. ......................................................................... 25 CV-toestel aan het leidingennet aansluiten ............... 26 CV-toestel opstellen ....................................................... 23 CV-toestel vullen.............................................................. 27 Elektrische aansluiting tot stand brengen.................. 33 Geluidisolerende matten................................................ 24 Regeltoestel monteren ................................................... 32 Retour cv-toestel ............................................................. 26 Sensor monteren ............................................................. 34 Toestel uitlijnen ................................................................ 25 Voorste toestelafdekkap monteren.............................. 31
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Trefwoordenregister
N Neutralisatie ........................................................................... 27 Normen ................................................................................... 14 O Onderh. ................................................................................... 41 Onderhoudsprotocol ........................................................... 47 Onderhoudsprotocollen ...................................................... 47 Opstelling ............................................................................... 23 Oud apparaat ........................................................................ 50 Overzicht Logano Plus SB745............................................ 9 P Parametrering ........................................................................ 37 Productbeschrijving ............................................................... 8 R Recyclage............................................................................... 50 Regeltoestel........................................................................... 32 Regeltoestel in bedrijf nemen ............................................ 37 Regeltoestel monteren ........................................................ 32 Reglementair gebruik............................................................. 6 Reiniging................................................................................. 41 Retour cv-toestel................................................................... 26 Richtlijnen ............................................................................... 14 Rookgascollector.................................................................. 42
V Veiligheidsaanwijzingen ......................................................... 5 Veiligheidstechnische uitrusting .......................................... 6 Verpakking ............................................................................. 50 Verwarmingsinstallatie in noodgeval buiten werking stellen ................................................................................. 40 Verwarmingsinstallatie spoelen......................................... 36 Verwarmingsinstallatie vullen ............................................. 36 Voor de inbedrijfstelling Deur vuurhaard ombouwen........................................... 28 Vuurhaarddeur openen................................................... 28 Voorschriften ......................................................................... 14 Voorste toestelafdekkap monteren................................... 31 Vuurhaarddeur....................................................................... 28 W Waterdruk .............................................................................. 45 Waterdruk controleren en corrigeren .............................. 45 bij gesloten installaties ................................................... 45
S Sensor monteren .................................................................. 34 T Technische gegevens................................................... 10, 12 Afmetingen ........................................................................ 10 Specificaties ..................................................................... 12 Temperatuursensoren.......................................................... 34 Toebehoren.............................................................................. 6 Toelichting van de symbolen................................................ 4 Toestel afdekkap................................................................... 31 Toestel uitlijnen ..................................................................... 25 Toestelbeschrijving................................................................. 8 Transport ................................................................................ 20 Met een kraan hijsen ....................................................... 20 Met een vorkheftruck transporteren .................... 20–21 Met twee hefwagens transporteren...................... 20, 22 Transportrollen ................................................................. 21 Type-overzicht ......................................................................... 6 Typeplaatje ............................................................................... 8 U Uitlijnen ................................................................................... 25
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
53
Notities
54
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
Notities
Logano plus SB745 - Wijzigingen op basis van technische verbeteringen voorbehouden!
55
Nederland Nefit B.V. Postbus 3 7400 AA Deventer Buderus Infolijn: 0570 - 602200 Fax: 0570 - 602299 www.buderus.nl
[email protected] België Bosch Thermotechnology n.v./s.a. Buderus Ambachtenlaan 42a 3001 Heverlee Tél.: 0032 70 246 071 Fax: 0032 16 400 406 www.buderus.be
[email protected] Belgien: Deutsche Fassung auf Anfrage erhältlich.