Inspectierapport Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. incidenteel onderzoek
Toezichthouder: Opdrachtgever: Datum:
GGD Amsterdam, Mw. drs. G. Stelk Stadsdeel Zuidoost 28 maart 2013
Inhoudsopgave Algemene gegevens Kindercentrum......................................................................................................................4 Algemene gegevens toezicht.................................................................................................................................5 Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectie-domein ................................................................................6 Het inspectie-onderzoek: Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item ...........................................8 Beschouwing toezichthouder.................................................................................................................................16 Advies aan gemeente............................................................................................................................................16 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .............................................................................................................16
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
2
Inleiding Waarom toezicht? De rijksoverheid stelt aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen kwaliteitseisen op onder andere het gebied van: personeel, veiligheid en gezondheid, accommodatie en inrichting, groepsgrootte, beroepskrachtkind-ratio, pedagogisch beleid en pedagogische praktijk, ouderinspraak, klachten, voorschoolse educatie en aan de zorgplicht en taken van het gastouderbureau. Jonge kinderen zijn kwetsbaar. De kwaliteit van de eerste jaren van een kind heeft grote invloed op zijn latere ontwikkeling. Het aanbieden van verantwoorde kinderopvang in een gezonde en veilige omgeving is daarom belangrijk. Wie is waarvoor verantwoordelijk? Het kindercentrum, de peuterspeelzaal of de gastouder is verantwoordelijk voor het leveren van kwalitatief goede kinderopvang. Het gastouderbureau is verantwoordelijk voor de beleidsmatige zaken die kwalitatief goede kinderopvang mogelijk maken. De gemeente is verantwoordelijk voor het toezicht en de handhaving op die kwaliteit. In opdracht van de gemeente voert de GGD inspectieonderzoeken uit, waarbij zij beoordeelt of aan de gestelde eisen wordt voldaan. Zo nodig adviseert de GGD aan de gemeente om maatregelen te nemen. Waarop is het toezicht gebaseerd? Om de kwaliteit te kunnen beoordelen heeft de rijksoverheid onder meer regels in de ‘Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen’ (hierna: WKo), het ‘Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ (hierna: Besluit), ‘het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie’, en de ‘Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen’ (hierna: Regeling) geformuleerd. Om te kunnen beoordelen of aan deze regels wordt voldaan, werken alle toezichthouders in Nederland met dezelfde instrumenten, zoals vragenlijsten, om op een gestructureerde manier informatie te verzamelen tijdens een inspectiebezoek. Het toezicht door de GGD vindt risicogestuurd plaats. Dit houdt in dat minder toezicht gehouden wordt bij de kindercentra waar dat kan, en meer waar dat nodig is. Ieder gastouderbureau wordt jaarlijks geïnspecteerd; jaarlijks vindt bij een selectie van de gastouders toezicht plaats. Wat is het doel van het inspectierapport? De bevindingen van het inspectieonderzoek staan in dit inspectierapport. Het doel van dit rapport is: 1. Weergeven van het oordeel over het al dan niet voldoen aan de gestelde kwaliteitseisen. Het kan gaan om de eisen die gesteld worden aan kindercentra, het gastouderbureau, de gastouder en de peuterspeelzaal om in het landelijk register opgenomen te worden dan wel om eisen die aan kindercentra, gastouderbureaus, gastouders en peuterspeelzalen gesteld worden die al in exploitatie zijn. 2. Aan de gemeente rapporteren in hoeverre het kindercentrum, het gastouderbureau, de gastouder en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen voldoet en een advies uitbrengen over eventuele vervolgstappen. 3. De ouders informeren over de mate waarin het kindercentrum, het gastouderbureau en de peuterspeelzaal aan de kwaliteitseisen van de Wet kinderopvang en de Wet klachtrecht cliënten zorgsector voldoet. Leeswijzer Dit inspectierapport geeft een overzicht van de getoetste eisen en geeft hierbij aan wat de toezichthouder heeft geconstateerd en wat zijn beoordeling is. In het “Overzicht bevindingen” staan de bevindingen van de toezichthouder heel kort per inspectiedomein samengevat en in “Het inspectieonderzoek” staan ze per inspectie-item uitgewerkt. Een toezichthouder oordeelt of er aan de gestelde voorwaarde is voldaan (“ja”), of dit niet het geval is (“nee”), of dat hij niet tot een oordeel kon komen (“niet beoordeeld”). Om de gemeente van de benodigde informatie te voorzien om te kunnen bepalen of en in welke mate gehandhaafd dient te worden geeft de toezichthouder, indien op een domein niet aan alle voorwaarden is voldaan, een beschrijving van de context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is. Ook bevat het inspectierapport een beschouwing door de toezichthouder en het advies van de toezichthouder aan de gemeente met betrekking tot de handhaving. Daarnaast bevat het inspectierapport een aantal basisgegevens van het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal, de gemeente en de toezichthouder en, indien van toepassing, de zienswijze van de houder van het kindercentrum, het gastouderbureau of de peuterspeelzaal.
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
3
Algemene gegevens Kindercentrum NAW-gegevens kindercentrum Naam kindercentrum (locatie)
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V.
Adres
Bijlmerdreef 937
Postcode en plaats
1103 TW Amsterdam
Telefoon
020 6955965
Naam contactpersoon
De heer R. Mohamedjoesoef
E-mail
-
Website
www.het-vogeltje.nl
Kwaliteitssysteem
Nee
Ja, namelijk:
Lid brancheorganisatie
Nee
Ja, namelijk:
ZOVOG1
niet beoordeeld
Opvanggegevens Type opvang
Dagopvang
Aantal groepen
3
Aantal beroepskrachten
7 beroepskrachten, 2 beroepskrachten in opleiding en 4 stagiaires.
Aantal kindplaatsen
35
Openingsdagen/ tijden
Maandag t/m vrijdag van 07.15-18.00 uur.
Gesubsidieerde voorschoolse educatie
Nee
Ja
NAW-gegevens houder Naam houder
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V.
Adres
Gouden Leeuw 245
Postcode en plaats
1103 KE Amsterdam
Telefoon
020 3681137
E-mail
[email protected]
Website
www.joesboef.nl
Registergegevens kindercentrum Datum aanvraag registeropname
n.v.t.
Gegevens aanvraag conform de praktijk Toelichting Datum opname landelijk register
Nee
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
n.v.t.
01 januari 2010
Gegevens register conform de praktijk Toelichting
Ja
Nee
Ja
n.v.t. n.v.t.
-
4
Algemene gegevens toezicht Inspectiegegevens Type inspectie
Aangekondigd
Niet aangekondigd
Onderzoek na aanvraag Onderzoek na aanvangsdatum exploitatie Jaarlijks onderzoek
(op kernelementen)
Incidenteel onderzoek naar aanleiding van een aanwijzing afgegeven door het Bureau Handhaving Kinderopvang Datum inspectieonderzoek
28 maart 2013
Ontwerp inspectierapport verstuurd
16 april 2013
Hoor en wederhoor
07 mei 2013
Zienswijze houder
07 mei 2013
Inspectierapport vastgesteld
15 mei 2013
Inspectierapport verstuurd
15 mei 2013
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD
GGD Amsterdam Inspectie kinderopvang
Adres
Nieuwe Achtergracht 100 Postbus 2200
Postcode en plaats
1000 CE Amsterdam
Telefoon
020 555 55 75
E-mail
[email protected]
Website
www.gezond.amsterdam.nl
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam
Stadsdeel Zuidoost
Adres
Postbus 12491
Postcode en plaats
1100 AL Amsterdam
Telefoon
020 2525000
E-mail
[email protected]
Website
www.zuidoost.amsterdam.nl
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
5
Overzicht bevindingen toezichthouder per inspectiedomein 0. Kindercentrum in de zin van de Wet kinderopvang Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het starten van een kindercentrum dat bedrijfsmatig of anders dan om niet gedurende de opvang verzorging en opvoeding biedt aan kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de eerste dag van de maand waarop het voortgezet onderwijs voor die kinderen begint. Beoordeling toezichthouder Van de 5 voorwaarden van dit domein: - is aan 0 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 5 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
1. Ouders Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor het instellen van een oudercommissie, het reglement, de samenstelling en werkwijze van de oudercommissie, het adviesrecht van de oudercommissie en de informatieverstrekking aan ouders. Beoordeling toezichthouder Van de 20 voorwaarden van dit domein: - is aan 0 voorwaarde(n) voldaan - is aan 0 voorwaarde(n) niet voldaan - is/zijn 20 voorwaarde(n) niet beoordeeld.
2. Personeel Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor verklaringen omtrent het gedrag, passende beroepskwalificatie, de inzet van pedagogisch medewerkers in ontwikkeling en het gebruik van de Nederlandse taal. Beoordeling toezichthouder Van de 8 voorwaarden van dit domein: - is aan 1 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 7 voorwaarde(n) niet beoordeeld
3. Veiligheid en gezondheid Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de waarborging van de veiligheid en gezondheid van kinderen. De houder legt in een risico-inventarisatie schriftelijk vast welke risico’s de opvang van kinderen met zich meebrengt. Verder gelden normen voor de inhoud en uitvoering van de risico-inventarisatie. Beoordeling toezichthouder Van de 23 voorwaarden van dit domein: - is aan 3 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 20 voorwaarde(n) niet beoordeeld
4. Accommodatie en inrichting Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de accommodatie en inrichting van de binnenruimte, de slaapruimte voor baby’s en de buitenspeelruimte. Beoordeling toezichthouder Van de 10 voorwaarden van dit domein: - is aan 1 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 9 voorwaarde(n) niet beoordeeld
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
6
5. Groepsgrootte en beroepskracht-kind-ratio Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de groepsgrootte en de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en aantal kinderen (de beroepskracht-kind-ratio). Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: - is aan 0 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 12 voorwaarde(n) niet beoordeeld
6. Pedagogisch beleid en praktijk Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de aanwezigheid van een pedagogisch beleidsplan, de inhoud van een pedagogisch beleidsplan en de relatie van het beleidsplan met de praktijk. In de praktijk dienen voorwaarden te worden vervuld voor het waarborgen van de emotionele veiligheid van kinderen, de ontwikkeling van de persoonlijke en de sociale competentie van kinderen en de overdracht van normen en waarden. Beoordeling toezichthouder Van de 28 voorwaarden van dit domein: - is aan 1 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 27 voorwaarde(n) niet beoordeeld
7. Klachten De Wet klachtrecht cliënten zorgsector stelt eisen aan het kindercentrum. Het gaat hier om een klachtenregeling met waarborgen voor een onafhankelijke afhandeling en het vastleggen in een openbaar verslag. De Wet kinderopvang stelt eisen aan het treffen van een klachtenregeling voor oudercommissies. Beoordeling toezichthouder Van de 12 voorwaarden van dit domein: - is aan 1 voorwaarden voldaan - is aan 0 voorwaarden niet voldaan - is/zijn 11 voorwaarde(n) niet beoordeeld
8. Voorschoolse educatie Onder de Wet kinderopvang gelden normen voor de kwaliteit van voorschoolse educatie, indien dit wordt gesubsidieerd door de gemeente. Deze normen betreffen de minimale omvang van de voorschoolse educatie, het aantal beroepskrachten, de groepsgrootte, de kwaliteit van beroepskrachten en het voorschoolse educatieprogramma dat gebruikt wordt. Beoordeling toezichthouder Van de 7 voorwaarden van dit domein: - is aan 1 voorwaarde voldaan - is aan 1 voorwaarde niet voldaan - is/zijn 5 voorwaarde(n) niet beoordeeld Aan de volgende voorwaarde(n) is/zijn niet voldaan: - 8.3.2 2a Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF 2b De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. Beschrijving context van de voorwaarde(n) waaraan niet voldaan is: zie toelichting toezichthouder
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
7
Uitwerking beoordeling toezichthouder per inspectie-item Domein 2: Personeel
2.1 Verklaring omtrent het gedrag Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 Personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het 1 gedrag. (art 1.50 lid 3 WKo;)
2 De verklaring omtrent het gedrag is vóór aanvang van de werkzaamheden bij 7, het kindercentrum overgelegd. 2 (art 1.50 lid 3, 4 en 6 WKo;)
3 De verklaring omtrent het gedrag is bij overleggen niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 3, 4 en 6 WKo;)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectieonderzoek d.d. 23 februari 2012 is geconstateerd dat de verklaring omtrent het gedrag (VOG) niet was overgelegd voor aanvang van de werkzaamheden. Tijdens het huidige inspectieonderzoek heeft de toezichthouder beoordeeld dat de VOG van de beroepskrachten die sinds het laatste inspectieonderzoek in dienst zijn getreden voor aanvang van de werkzaamheden is overgelegd. Gebruikte bronnen Afschriften van verklaringen omtrent het gedrag en inspectieonderzoek.
1
Deze verplichting geldt voor de houder, bestuurders, werknemers met een arbeidsovereenkomst (waaronder kantoorpersoneel), beroepskrachten in opleiding, stagiair(e)s, uitzendkrachten en vrijwilligers (zoals in de Wet kinderopvang gedefinieerd). Het gaat hierbij om alle bestuurders, dus ook om leden van een stichtingsbestuur. Voor de bestuurder die deel uitmaakt van een rechtspersoon volstaat overlegging van de VOG voor rechtspersonen of van een VOG voor natuurlijke personen. Bij wisseling van bestuurders maar instandhouding van de rechtspersoon, dient de nieuwe bestuurder een VOG voor natuurlijke personen te overleggen. 2 Conform artikel 1.50 lid 6 van de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen dienen uitzendkrachten en stagiair(e)s een verklaring omtrent het gedrag te overleggen de eerste keer dat zij de werkzaamheden op een kindercentrum aanvangen. De VOG mag op dat moment niet ouder zijn dan twee maanden. Voor uitzendkrachten is het uitzendbureau de instantie die de VOG verlangt. Voor stagiair(e)s kan dit zowel de onderwijsinstelling als de stageverlenende instantie zijn.
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
8
Domein 3: Veiligheid en gezondheid
3.1.2 Uitvoering beleid veiligheid Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 Regeling)
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. (art 1.50 lid 2 en 1.51 WKo; art 2 lid 1 sub b Besluit)
3 De houder draagt zorg voor uitvoering van het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 sub b en lid 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectieonderzoek d.d. 23 februari 2012 is er geconstateerd dat risico’s onvoldoende worden gereduceerd door (preventieve) maatregelen en dat de houder onvoldoende zorg draagt voor de uitvoering van het plan van aanpak. De toezichthouder constateert tijdens het huidige inspectieonderzoek dat risico’s met betrekking tot bijvoorbeeld beknelling en valongevallen voldoende gereduceerd worden door preventieve maatregelen. Zo zijn bijvoorbeeld de vingerstrips in goede staat en vindt er een volledige registratie van ongevallen plaats. De toezichthouder constateert tevens dat het plan van aanpak voldoende uitvoerbaar is, doordat de werkinstructies nu voldoende duidelijk zijn voor de beroepskrachten. Gebruikte bronnen Plan van aanpak veiligheid ontvangen op 5 december 2012 en inspectieonderzoek.
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
9
3.2.2 Uitvoering beleid gezondheid Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De geïnventariseerde risico’s zijn compleet en komen overeen met de risico’s in de praktijk. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit art 2 Regeling)
2 Risico’s worden gereduceerd door het nemen van preventieve maatregelen die effectief en adequaat zijn. (art 1.50 lid 2 en 1.51 WKo; art 2 lid 1 sub b Besluit)
3 De houder draagt zorg voor uitvoering van plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 sub b en lid 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
4 Beroepskrachten zijn op de hoogte van de risico’s en de aanpak daarvan. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
5 Beroepskrachten handelen conform het plan van aanpak. (art 1.50 lid 2 en art 1.51 WKo; art 2 lid 1 en 3 Besluit; art 2 lid 4 Regeling)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectieonderzoek d.d. 23 februari 2012 is geconstateerd dat de houder onvoldoende zorg draagt voor de uitvoering van het plan van aanpak, doordat bijvoorbeeld de werkinstructies onvoldoende concreet zijn geformuleerd. Tijdens het huidige inspectieonderzoek is gebleken dat de werkinstructies zijn aangepast. Zo is nu duidelijk beschreven wanneer en hoe vaak de beroepskrachten dienen te ventileren. Het beleid blijkt tevens in het werkoverleg te zijn besproken. Gebruikte bronnen Plan van aanpak gezondheid ontvangen op 5 december 2012 en inspectieonderzoek.
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
10
Domein 4: Accommodatie en inrichting
4.3 Buitenspeelruimte Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3m² buitenspeelruimte beschikbaar. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 10 lid 1 Regeling)
2 De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 10 lid 1 Regeling)
3 De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 10 lid 1 Regeling)
4 De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid. (art 1.50 lid 2 WKo; art 6 Besluit; art 10 lid 1 Regeling)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectieonderzoek d.d. 23 februari 2012 is geconstateerd dat de buitenspeelruimte niet in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen is ingericht. Het aanwezige spelmateriaal is onvoldoende voor het aantal kinderen dat gebruikmaakt van de buitenspeelruimte. Tijdens het huidige inspectieonderzoek is gebleken dat er een speeltoestel is geplaatst in de buitenspeelruimte. Aan het speeltoestel is een glijbaan bevestigd. Verder biedt het speeltoestel klimmogelijkheden. Daarnaast zijn er twee wipkippen in de buitenspeelruimte en is er los spelmateriaal aanwezig, waaronder een paar fietsjes, een wipje, ballen en auto’s. Dit is voldoende. Gebruikte bronnen inspectieonderzoek
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
11
Domein 6: Pedagogisch beleid
6.3 Persoonlijke competentie Indicatoren
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De beroepskracht ondersteunt en stimuleert individuele kinderen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
2 Er is een goede interactie tussen beroepskracht en individuele kinderen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
3 Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
4 Er is aandacht voor leermomenten. Hierbij is taal en motorisch spel van jonge kinderen belangrijk. (art 1.49 en 1.50 lid 2 WKo; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit; art 7 lid 1 sub a Regeling)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectieonderzoek d.d. 23 februari 2012 is geconstateerd dat er op de babygroep onvoldoende gecommuniceerd wordt met de kinderen. Tijdens het huidige inspectieonderzoek is gebleken dat de beroepskrachten op alle groepen voldoende communiceren met de kinderen. Tevens wordt adequaat gereageerd op de emoties van de kinderen. Wanneer de toezichthouder arriveert op de babygroep, zit één beroepskracht op de grond tussen de baby’s in en geeft de fles aan een van hen. Wanneer een van de kinderen naar de verschoontafel loopt, vraagt een van de beroepskrachten of hij misschien een nieuwe luier wil. Ook wordt aan een van de kinderen gevraagd of hij de beroepskracht wil helpen. Wanneer het kind dit doet, ontvangt hij veel complimentjes van beide beroepskrachten. De beroepskrachten geven aan dat het kind nog niet praat, maar wel goed begrijpt wat er gezegd wordt. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en gesprek met de beroepskrachten.
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
12
Domein 7: Klachten
7.1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector Voorwaarden
Ja
Nee
Niet beoordeeld
1 De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten die voldoet aan 3 de beschreven eisen. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
2 De houder brengt de regeling op passende wijze onder de aandacht van ouders. (art 2 lid 1 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
3 De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie werkt met een reglement. (art 2 lid 3 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
4 De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar 4 aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie. (art 2 lid 5 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
5 De houder leeft geheimhoudingsplicht na. (art 2 lid 4 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
6 De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar verslag wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen worden 5 aangegeven. (art 2 lid 7 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
7 De houder zendt het verslag voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD. (art 2 lid 9 Wet klachtrecht cliënten zorgsector)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectieonderzoek d.d. 23 februari 2012 is geconstateerd dat de regeling niet op passende wijze onder de aandacht werd gebracht bij de ouders. Tijdens het huidige inspectieonderzoek is gebleken dat de houder de klachtenregeling op passende wijze onder de aandacht van de ouders brengt door middel van de website. De regeling geeft duidelijk weer dat een ouder zich te allen tijde tot de onafhankelijke klachtencommissie kan richten. Gebruikte bronnen Website www.het-vogeltje.nl en inspectieonderzoek.
3 Door of namens een cliënt kan bij de klachtencommissie een klacht tegen een zorgaanbieder worden ingediend over een gedraging van hem of van voor hem werkzame personen jegens de cliënt. Klachten van cliënten worden behandeld door een klachtencommissie (min. 3 leden, voorzitter klachtencommissie niet in dienst bij de organisatie, persoon waarover geklaagd wordt, mag niet in de commissie zitten). Binnen een afgesproken termijn moeten klager, degene over wie geklaagd is en houder schriftelijk en met redenen omkleed in kennis worden gesteld van het oordeel (gegrondheid en evt. aanbevelingen). Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden). Klager en degene over wie geklaagd is worden in de gelegenheid gesteld om gehoord te worden (schriftelijk of mondeling). Klager en beklaagde mogen zich laten bijstaan. 4
De houder deelt de klager en de klachtencommissie, binnen een maand na ontvangst van het oordeel van de klachtencommissie schriftelijk mede of hij naar aanleiding van dat oordeel maatregelen zal nemen en zo ja, welke. Als de termijn wordt overschreden, worden betrokkenen ingelicht (met reden) en wordt er een nieuwe termijn afgesproken.
5
Het openbaar verslag bevat de volgende onderdelen: beknopte beschrijving van de regeling, de wijze waarop de houder de regeling onder de aandacht heeft gebracht, de samenstelling van de klachtencommissie, in welke mate de klachtencommissie haar werkzaamheden heeft kunnen verrichten, het aantal en de aard van de door de klachtencommissie behandelde klachten, de strekking van de oordelen en de aanbevelingen en de aard van de maatregelen.
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
13
8. Voorschoolse educatie6
8.1 Omvang voorschoolse educatie7 Voorwaarde 1
Ja
Nee
Niet beoordeeld
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b WKo; art 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectieonderzoek d.d. 23 februari 2012 is geconstateerd dat er gemiddeld vijf dagdelen van anderhalf uur per week aan voorschoolse educatie wordt aangeboden aan de kinderen. Dit is onvoldoende. Tijdens het huidige inspectieonderzoek is gebleken dat de beroepskrachten voorschoolse educatie aanbieden volgens een tijdschema. In de ochtend wordt er op de dreumes- en peutergroep anderhalf uur aan voorschoolse educatie aangeboden en in de middag anderhalf uur. Hiermee is het totaal aantal uren dat per week voorschoolse educatie wordt aangeboden voldoende. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek, gesprek met de leidinggevende en de beroepskrachten.
6
Dit domein geldt alleen voor kindercentra die door de gemeente gesubsidieerde voorschoolse educatie aanbieden.
7
Voor dit item geldt een overgangsbepaling tot 1 augustus 2011 in gemeenten die geen decentralisatie-uitkering kregen of krijgen.
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
14
8
8.3 Kwaliteit van beroepskrachten Voorwaarden 1
Ja
Nee
Niet beoordeeld
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij 9 ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. (art 1.50b WKo; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
2a Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF 2b De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b WKo; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
3
10
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
(art 1.50b WKo; art 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Toelichting toezichthouder Tijdens het inspectiebezoek d.d. 23 februari 2012 is geconstateerd dat een aantal beroepskrachten niet beschikken over een afschrift waaruit blijkt dat met gunstig gevolg scholing is afgerond op het gebied van voorschoolse educatie. Tijdens het huidige inspectieonderzoek is gebleken dat alle beroepskrachten werkzaam op de dreumes- en peutergroep in het bezit zijn van een certificaat voor het VVE-programma dat wordt gebruikt. Twee beroepskrachten werkzaam op de babygroep volgen echter nog scholing voor het programma dat op de locatie gebruikt wordt. Mogelijke maatregel(en) Zorg dat alle beroepskrachten gekwalificeerd zijn voor het verzorgen van voorschoolse educatie. Gebruikte bronnen Inspectieonderzoek en documenten aangeleverd door de houder d.d. 05 december 2012.
8 Voor dit item geldt een overgangsbepaling tot 1 augustus 2011 voor gemeenten buiten de G4. Deze overgangsbepaling geldt voor beroepskrachten die op 1 augustus 2010 reeds belast waren met voorschoolse educatie. 9 Deze voorwaarde voor voorschoolse educatie is inhoudelijk gelijk aan item 2.2, voorwaarde 1 van dit toetsingskader. 10 In dit opleidingsplan komt tot uitdrukking op welke wijze de kennis en de vaardigheden van alle beroepskrachten voorschoolse educatie in het vroegtijdig bestrijden van achterstanden door middel van voorschoolse educatie worden onderhouden.
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
15
Beschouwing toezichthouder Op donderdag 28 maart 2013 heeft er van 14.30 – 16.30 uur een inspectieonderzoek naar aanleiding van een handhavingsprocedure plaatsgevonden bij kinderdagverblijf ’t Vogeltje.
Advies aan gemeente Overzicht voorwaarden waar niet aan is voldaan - 8.3.2
2a Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF 2b De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
Advies met betrekking tot gemeentelijk ingrijpen Niet handhaven Handhaven conform handhavingsbeleid, hierbij rekeninghoudend met de verzwarende en verzachtende omstandigheden Opmerkingen toezichthouder: De toezichthouder adviseert om voor de voorwaarden waar de houder niet aan heeft voldaan handhavend op te treden. Mogelijk te nemen maatregelen: - Zorg dat alle beroepskrachten gekwalificeerd zijn voor het verzorgen van voorschoolse educatie.
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum GGD Amsterdam Inspectie Kinderopvang Postbus 2200 1000 CE AMSTERDAM Amsterdam, 7 mei 2013 Betreft: Zienswijze Ontwerprapport inspectie bezoek 28 maart 2013 KDV ’t Vogeltje BV. Geachte mevrouw Stelk, Naar aanleiding van het ontwerprapport van 28 maart 2013 deel ik u hierbij het volgende. Alle leidsters volgen de VVE training, die in oktober dit jaar zal worden afgerond. Deze training, die in 2012 is gestart duurt twee jaar en in oktober 2013 zullen alle leidsters gecertificeerd zijn. De training bestaat uit modules die in één keer zal worden uitgereikt in oktober dit jaar. Dit geldt ook voor de leidsters E.R. Noordpool en D. Segura Gonzalez. Tevens hebben wij de trainers ook gevraagd om een tussentijds verslag te doen. Zodra wij dit in ons bezit hebben, zullen wij u dit toesturen. Ik vertrouw erop dat ik u voldoende heb geïnformeerd. Met vriendelijke groet, Achfaag Mohamedjoesoef (Algemeen directeur)
Kinderdagverblijf 't Vogeltje B.V. d.d. 28 maart 2013
16