Inspectierapport Kindercrêche Zuid (KDV) Tafelbergstraat 135 5025HT Tilburg Registratienummer 523541478
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant Tilburg 30-07-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 31-08-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 10
2 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-07-2015 Kindercrêche Zuid te Tilburg
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Beschouwing Kinderdagverblijf kindercrèche Zuid is onderdeel van de Kinderopvanggroep BV. Het kinderdagverblijf is gehuisvest in een gebouw dat voorheen dienst heeft gedaan als basisschool. Het kinderdagverblijf beschikt over vier grote groepsruimtes en een centrale hal met keukenblok en grote eettafel. Er kunnen 64 kinderen worden opgevangen in 4 groepen met maximaal 16 kinderen in de leeftijd van 0-4 jaar. Inspectiegeschiedenis In 2013 werden overtredingen geconstateerd met betrekking tot de Voorschoolse educatie. Het betreft: - het werken met een niet erkend VVE (Voor- en Vroegschoolse Educatie) programma - het niet hebben van een VVE opleidingsplan In 2014 bleken deze overtredingen opgelost. Er wordt gewerkt met een erkend VVE programma (Piramide) en er is een opleidingsplan opgesteld. De beroepskrachten zijn in het bezit van een VVE certificaat en gaan komend schooljaar een module piramide volgen. Huidige inspectie Het opzetten en uitvoeren van het voorschoolse educatie traject heeft zich verder ontwikkeld. Recent hebben de vaste beroepskrachten en enkele invalkrachten de voorschoolse educatiescholing Piramide afgerond. Conclusie: Kindercrèche Zuid voldoet aan alle getoetste voorwaarden. De toelichting op de bevindingen van de inspecteur kunt u teruglezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-07-2015 Kindercrêche Zuid te Tilburg
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat De observatie en de beschrijving van de pedagogische praktijk richt zich op de doelen zoals vastgelegd in de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen: Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken. Pedagogische praktijk Uit de praktijk blijkt dat de beroepskrachten handelen conform de uitgangspunten en werkinstructies uit het pedagogisch locatiebeleid van Kindercentrum Zuid. Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de toezichthouder gebruik van het Veldinstrument observatie kindercentrum (GGD GHOR Nederland/ NJI, 2015). Onderstaande beschrijvingen zijn aan dat instrument ontleend, en tijdens het onderzoek op locatie geconstateerd. Na de beschrijving uit het veldinstrument volgt eventueel een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Op basis van de observatie kan geconcludeerd worden dat aan de genoemde competenties wordt voldaan. Emotionele veiligheid Er zijn vaste invallers aanwezig. Alle aanwezige beroepskrachten (vast en inval) kennen het dagprogramma, de kinderen en de werkwijze op de groep. Voorbeeld: Op de dag van de inspectie werkt er een invalkracht op de groep. De beroepskracht zit met de kinderen aan tafel en volgt de gebruikelijke werkwijze; een liedje zingen voor het eten, eerst wat eten en dan drinken inschenken. De invalkracht kent de kinderen bij naam en weet bijzonderheden van de kinderen te benoemen. Persoonlijke competentie De beroepskrachten ondersteunen en stimuleren de ontwikkeling van (individuele) kinderen. De beroepskrachten hebben een herkenbare dagindeling met programmaonderdelen, waarbij ruimte gemaakt kan worden voor leuke situaties die kansen bieden voor gesprek en leermomenten. Voorbeeld: Tijdens het buiten spelen begint het te regenen. Een van de kinderen merkt dit op. De beroepskracht vertelt dat ze gewoon buiten kunnen spelen, het is maar een klein beetje regen. Als het blijft regenen haalt de beroepskracht de parapluutjes. De kinderen lopen met het parapluutje nog enige tijd rond op de buitenruimte. Er is wederzijdse interactie tussen de beroepskrachten en individuele kinderen. De beroepskrachten tonen hun betrokkenheid door met aandacht naar individuele kinderen te luisteren en aan te sluiten op wat een kind vertelt. Zij houden intussen contact met de rest van de groep. Voorbeeld: Enkele kinderen zitten nog aan tafel, andere zijn op het toilet of worden verschoond. De kinderen die klaar zijn met eten en toiletronde zijn vrij aan het spelen in de groepsruimte. De beroepskrachten verdelen hun aandacht over de kinderen. Ze reageren op individuele kinderen door bijvoorbeeld te zeggen; 'wat heb je gezien? Zag je een politie auto' of 'heeft die stoute mug jou gestoken? Dat is niet fijn hè?' Sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in hun onderlinge interactie. De beroepskrachten grijpen adequaat in bij negatieve interacties tussen kinderen. Zij helpen om de betreffende situatie stop te zetten of op te lossen. 4 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-07-2015 Kindercrêche Zuid te Tilburg
Voorbeeld: Kind X laat merken dat ze de benadering van kind Y niet fijn vindt. De beroepskracht loopt naar de kinderen toe en legt uit aan Y dat X het niet leuk vindt. Tegen X zegt ze dat ze het mag zeggen tegen Y als ze iets niet leuk vindt. De beroepskrachten begeleiden (positieve) interacties tussen kinderen. Zij helpen de kinderen actief om sociale vaardigheden met leeftijdsgenootjes te ontwikkelen. Voorbeeld: De kinderen leren op elkaar te wachten. Na het eten worden de kinderen verschoond en gaan naar het toilet. De kinderen die nog niet aan de beurt zijn moeten weven wachten. Tegen een kind dat naar het toilet is geweest en een groepsgenootje zoekt zegt de beroepskracht; ga X maar vragen of hij ook komt plassen. Bij het buiten spelen zorgt de beroepskracht voor voldoende materiaal. Als enkele kinderen op hetzelfde fietsje willen, laat de beroepskracht zien dat er ook andere fietsjes zijn of maakt de afspraak om de beurt op de fiets te gaan. Overdracht van normen en waarden Oefenen van gedeelde verantwoordelijkheid en respectvol samenzijn. Kinderen reageren positief op andere kinderen. Er is belangstelling naar wat anderen kinderen doen en kunnen. Kinderen hebben plezier met elkaar, zonder andere stelselmatig uit te sluiten. Voorbeeld: Tijdens het vrij spel zoeken de kinderen elkaar op. Enkele kinderen kruipen elkaar als tijgertjes achterna. Als een van de kinderen uitglijdt, lopen enkele andere kinderen naar dit kind toe om te gaan troosten. Voorschoolse educatie Kindercrèche Zuid biedt VVE (voor- en vroegschoolse educatie) aan in alle groepen. Het dagelijkse programma wordt ondersteund door de methode Piramide en bevat activiteiten gericht op de voorschoolse educatie. Er wordt spelenderwijs aandacht besteed aan taalontwikkeling, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling (minimaal 10 uur per week). In 2014 is Kindercrèche Zuid overgestapt van de methode T3 naar de methode Piramide. Volgens het opleidingsplan 2014/2015 hebben de beroepskrachten een scholing gevolgd om de methode Piramide toe te kunnen passen in de praktijk. In juni 2015 hebben de vaste beroepskrachten een Piramide scholing afgerond en wordt de methode stapsgewijs ingevoerd. Voor schooljaar 2015/2016 is, onder andere, een analyse gemaakt van de stand van zaken met betrekking tot de taaltoetsen en taalscholing van pedagogisch medewerkers. Op basis van de analyse is een plan van aanpak gemaakt samen met Agens (organisatie voor taalscholing) om pedagogisch medewerkers die nog een of meerdere onderdelen moeten halen een nieuw opleidingstraject aan te bieden. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke (Vervangend locatie directeur) Interview anderen (Beroepskrachten) Pedagogisch werkplan (Pedagogisch locatiebeleid Kindercentrum Zuid maart 2015 en borgdocument Kindercrèche Zuid mei 2015) VVE-certificaten Opleidingsplan voorschoolse educatie (offertes en toelichting voor scholingsplan 2015/2016)
5 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-07-2015 Kindercrêche Zuid te Tilburg
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag De VOG's van de medewerkers voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Kindercrèche Zuid staat in het LRKP (Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen) geregistreerd voor de opvang van 64 kinderen. De
volgende groepen worden opgevangen: Trompet, met maximaal 16 kinderen (leeftijd 0-4 jaar) Trommel, met maximaal 16 kinderen (leeftijd 0-4 jaar) Gitaar, met maximaal 16 kinderen (leeftijd 0-4 jaar) Piano, mogelijkheid tot opvang van maximaal 16 kinderen maar momenteel gesloten
Beroepskracht-kindratio Op de dag van de inspectie en op de dagen van de steekproef wordt voldaan aan de beroepskracht-kind-ratio. De afwijkende inzet van beroepskrachten blijft binnen de maximale toegestane tijd. De afwijkende inzet vindt plaats tijdens de start van de opvang, aan het einde van de opvang en tijdens de middagpauze. Dit voldoet aan de voorwaarden. Gebruikte bronnen: Interview anderen (Beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten (week 31) Personeelsrooster (week 31)
6 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-07-2015 Kindercrêche Zuid te Tilburg
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Voorschoolse educatie De voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 2 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van: Een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s. OF Een erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EG-beroepskwalificaties. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie. OF De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
7 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-07-2015 Kindercrêche Zuid te Tilburg
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 4 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt dat op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling. (art 1.50b Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. (art 1.50 lid 3 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht, vrijwilliger, is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9, art 1.57 lid 1, 2, 3 en 5 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 10 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-07-2015 Kindercrêche Zuid te Tilburg
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen Gesubsidieerde voorschoolse educatie
: : : :
Kindercrêche Zuid http://www.kindercreche.nl 64 Ja
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
Kindercrèche Zuid B.V. Piushaven 6 5017AN Tilburg 62841416
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 B van Dommelen
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Tilburg : Postbus 90155 : 5000LH TILBURG
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
30-07-2015 27-08-2015 Niet van toepassing 31-08-2015 01-09-2015 01-09-2015
: 22-09-2015
9 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-07-2015 Kindercrêche Zuid te Tilburg
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10 Definitief inspectierapport dagopvang jaarlijks onderzoek 30-07-2015 Kindercrêche Zuid te Tilburg