Inspectierapport
De Sport BSO (BSO) Rijneiland 7 3984MA ODIJK Registratienummer 192412693
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD regio Utrecht Bunnik 06-07-2015 Jaarlijks onderzoek Definitief 24-08-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................3 Observaties en bevindingen ...............................................................................................4 Pedagogisch klimaat .....................................................................................................4 Personeel en groepen....................................................................................................6 Inspectie-items................................................................................................................7 Gegevens voorziening.......................................................................................................9 Gegevens toezicht............................................................................................................9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum .......................................................................... 10
2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-07-2015 De Sport BSO te ODIJK
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Tijdens dit onderzoek zijn niet alle kwaliteitseisen beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risicogestuurd onderzoek. Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectie-activiteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk, aangevuld met aandachtspunten uit vorige inspecties. Beschouwing Inleiding De beschouwing beschrijft de resultaten bij de uitgevoerde inspectie. Na de feiten over het kindercentrum en de inspectiegeschiedenis, volgen de bevindingen op hoofdlijnen. Deze worden in het rapport per domein verder uitgewerkt. Algemene kenmerken Buitenschoolse opvang 'De Sport BSO' is gevestigd in het dorpshuis aan het Rijneiland 7 te Odijk. De locatie staat in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) geregistreerd met maximaal zestig kindplaatsen per dag en is geopend vanaf januari 2010. De locatie bestaat uit drie basisgroepen voor kinderen in de leeftijd van vier tot twaalf jaar. Er mag gebruik gemaakt worden van de sporthal in het dorpshuis. Naast de reguliere buitenschoolse activiteiten worden sportactiviteiten aangeboden. Kinderen komen in contact met verschillende sporten. Inspectiegeschiedenis Tijdens de jaarlijkse inspectie in 2013 en 2014 voldeed de locatie aan de onderzochte kwaliteitseisen. Bevindingen op hoofdlijnen Tijdens deze jaarlijkse inspectie zijn relevante kwaliteitseisen binnen onderstaande domeinen onderzocht:
‘Pedagogisch klimaat’; ‘Personeel en groepen’
Conclusie De houder voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang die tijdens dit jaarlijkse onderzoek zijn onderzocht. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-07-2015 De Sport BSO te ODIJK
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen het domein 'Pedagogisch klimaat' is een observatie uitgevoerd naar de uitvoering van de pedagogische praktijk. Tijdens de observatie van de pedagogische praktijk wordt gebruik gemaakt van het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’. Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd:
‘emotionele veiligheid’; ‘persoonlijke competentie’; ‘sociale competentie’; ‘overdracht van normen en waarden’.
Per competentie staat in het veldinstrument ‘observatie kindercentrum’ een aantal criteria waar de toezichthouder op let bij de observatie. Onder het kopje ‘pedagogische praktijk’ zijn een aantal observatiecriteria in de tekst cursief gezet. Pedagogische praktijk Inleiding Gedurende de volgende momenten heeft een pedagogische observatie plaatsgevonden:
binnenkomst kinderen vrij spel
Op het moment van de inspectie zijn twintig kinderen aanwezig met twee beroepskrachten en een stagiaire. De observatie heeft op de groep voor kinderen van zes jaar en ouder plaatsgevonden. Emotionele veiligheid Observatie-criterium uit het veldinstrument: ‘De beroepskrachten hebben een vertrouwde relatie met de kinderen.’ Observatie Ten tijde van de inspectie zit de beroepskracht in de groepsruimte van de kinderen van zes jaar en ouder. De beroepskracht tekent op de presentielijst aan wie er binnenkomt. Enkele kinderen die al binnen zijn hebben een activiteit gekozen en zijn met iets bezig. Andere kinderen die binnenkomen worden door de beroepskracht begroet. Zij gaan bij de beroepskracht zitten. De beroepskracht voert een gesprekje met de kinderen. Ze vragen zich af waar de tweede beroepskracht is. De beroepskracht geeft aan dat hij er zo aan komt. Er onstaat een gesprek tussen de beroepskracht en de kinderen. Tussendoor komt een ander kind vragen of ze met water gaan spelen. De beroepskracht maakt een grapje en zegt "Nee, want dan word je nat." Het kind lacht om het grapje. Conclusie De beroepskracht gaat op een ongedwongen manier met de kinderen om. De beroepskracht laat merken dat hij de kinderen accepteert zoals ze zijn. Normen en waarden Observatie-criterium uit het veldinstrument: ‘Afspraken, regels en omgangsvormen zijn herkenbaar aanwezig en worden toegepast.’ Observatie Tijdens de observatie gaat een meisje in de kantine op een tafel zitten. De beroepskracht ziet dit en zegt dat ze op de bank mag gaan zitten. Het meisje doet dit. Vervolgens gaat het meisje weer 4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-07-2015 De Sport BSO te ODIJK
op de tafel zitten. De beroepskracht vraagt het meisje nogmaals op de bank te gaan zitten met als commentaar dat ze thuis waarschijnlijk ook niet op de tafel mag zitten. Het meisje gaat vervolgens weer op de bank zitten. Conclusie De beroepskracht hanteert de afspraken, regels en omgangsvormen op eenduidige en consequente manier. Uit het interview met de houder komt naar voren dat enkele beroepskrachten een bijscholing pedagogische interactievaardigheden hebben gevolgd. De beroepskrachten die deze bijscholing nog niet hebben gevolgd, zullen dit nog gaan doen. Conclusie Uit de observaties en de interviews met de beroepskrachten komt naar voren dat de houder zorg draagt voor de uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. Het pedagogische beleidsplan wordt herhaaldelijk besproken met de beroepskrachten tijdens de teamvergaderingen. De uitvoering van de pedagogische praktijk voldoet aan de eisen uit de Wet kinderopvang. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Observaties Pedagogisch beleidsplan
5 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-07-2015 De Sport BSO te ODIJK
Personeel en groepen
Verklaring omtrent het gedrag Tijdens de inspectie zijn de verklaringen omtrent het gedrag van de aanwezige beroepskrachten en de stagiaire gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie De verklaringen omtrent het gedrag zijn geldig en op tijd aangevraagd. Passende beroepskwalificatie Tijdens de inspectie zijn de diploma's van de aanwezige beroepskrachten gecontroleerd. Het aanwezige personeel vormt de steekproef voor dit onderzoek. Conclusie De beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie zoals deze in de cao kinderopvang is opgenomen. Opvang in groepen Binnen de buitenschoolse opvang De Sport BSO zijn ten tijde van de inspectie drie basisgroepen:
groep één: voor maximaal twintig kinderen in de leeftijd van vier tot zes jaar; groep twee: voor maximaal twintig kinderen in de leeftijd van zes tot acht jaar; groep drie: voor maximaal twintig kinderen in de leeftijd van acht tot twaalf jaar
Conclusie Ieder kind behoort bij een basisgroep die voldoet aan de gestelde eisen.
Beroepskracht-kindratio Op basis van een steekproef van de aanwezigheidslijsten en roosters blijkt dat de verhouding tussen het aantal beroepskrachten en de aanwezige kinderen (beroepskracht-kindratio) in overeenstemming is met de daaraan gestelde eisen. Conclusie Voor het aantal aanwezige kinderen en hun leeftijden worden er voldoende beroepskrachten ingezet. Gebruikte bronnen: Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster
6 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-07-2015 De Sport BSO te ODIJK
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag De houder en personen werkzaam bij de onderneming waarmee de houder het kindercentrum exploiteert zijn in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die is afgegeven na 1 maart 2013. Indien een verklaring omtrent het gedrag is afgegeven vóór 1 maart 2013 dan is deze niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en art 3.8g lid 1 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-07-2015 De Sport BSO te ODIJK
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
(art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-07-2015 De Sport BSO te ODIJK
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: De Sport BSO : http://www.desportbso.com : 60
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
De Andere BSO, De Sport BSO Sleedoorn 4 3984AS ODIJK www.desportbso.com 53090772
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD regio Utrecht Postbus 51 3700AB ZEIST 030-6086086 E. Hendricks
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: Bunnik : Postbus 5 : 3980CA BUNNIK
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : : :
06-07-2015 20-07-2015 24-08-2015 24-08-2015 25-08-2015 25-08-2015
: 25-08-2015
9 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-07-2015 De Sport BSO te ODIJK
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Bedankt voor het opsturen van de conceptrapportage. In de rapportage herkennen wij onze visie en werkwijze en wij vinden dat de observaties een reëel beeld geven van het handelen van onze medewerkers en de sfeer op onze BSO. Vriendelijke groet, team de Sport BSO Odijk
10 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang jaarlijks onderzoek 06-07-2015 De Sport BSO te ODIJK