Inspectierapport BSO Dommelrode (BSO) Mater Lemmensstraat 31 5492BJ SINT-OEDENRODE Registratienummer 162140654
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status: Datum vaststelling inspectierapport:
GGD Hart voor Brabant SINT-OEDENRODE 28-10-2014 Regulier onderzoek Definitief 11-11-2014
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Inspectie-items ................................................................................................................... 7 Gegevens voorziening .......................................................................................................... 9 Gegevens toezicht ............................................................................................................... 9 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 10
2 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 28-10-2014 BSO Dommelrode te SINT-OEDENRODE
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Buitenschoolse (BSO) Dommelrode is gevestigd samen met het kinderdagverblijf (KDV) Dommelrode in de basisschool Dommelrode. De opvang is met name gericht op kinderen van de genoemde basisschool. De groep bestaat uit maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Er wordt ook voorschoolse opvang geboden. In dit inspectierapport zijn niet alle items beoordeeld, omdat er sprake is van een zogeheten risico gestuurd toezicht (RGT). Met behulp van het model risicoprofiel zijn de inspectieactiviteiten bepaald. Deze inspectieactiviteiten richten zich primair op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. Overleg en overreding De houder heeft waar mogelijk in overleg met de inspecteur gebruik gemaakt van overleg en overreding. Dit houdt in dat de documenten die nog niet gereed of compleet waren binnen 1 week aangepast zijn en overlegd aan de toezichthouder. Dit is alleen mogelijk bij documenten die op afstand te beoordelen zijn. Hierdoor zijn diverse overtredingen voor het opstellen van het inspectierapport al verholpen. Daar waar dit van toepassing is staat het beschreven in de toelichting bij de betreffende domeinen. Zo zijn naar aanleiding van overleg en overreding de volgende punten al opgelost: geldige verklaring omtrent het gedrag van een inval pedagogisch medewerker diploma van inval pedagogisch medewerker arbeidscontract inval pedagogisch medewerker Historie van overtredingen Inspectie 2013; 1 overtreding namelijk het ontbreken van een oudercommissie, doordat de houder aantoonbaar inspanningen gepleegd heeft is handhaving niet gestart. Conclusie Er zijn geen overtredingen uit deze inspectie gekomen. Aan alle onderzochte voorwaarden wordt voldaan. De toelichting op de bevindingen van de toezichthouder kunt u lezen in het vervolg van dit rapport. Aan het einde van dit rapport treft u een overzicht aan van de inspectie-items die zijn beoordeeld. Advies aan College van B&W Geen handhaving.
3 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 28-10-2014 BSO Dommelrode te SINT-OEDENRODE
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot het pedagogisch klimaat. Binnen dit onderdeel zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: • • • •
Het bieden van een gevoel van emotionele veiligheid. De mogelijkheid bieden tot de ontwikkeling van persoonlijke competenties. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competenties. De mogelijkheid geven om normen en waarden eigen te maken.
Pedagogische praktijk Uitvoering pedagogisch beleidsplan Pedagogisch medewerkers zijn op de hoogte van het pedagogisch beleidsplan en handelen ernaar. Observatie d.d 28 oktober 2014 Tijdens de observaties van de pedagogische praktijk maakt de GGD gebruik van het veldinstrument observatie kindercentrum. Onderstaande beschrijvingen (cursief) zijn aan dat instrument ontleend en zijn tijdens het onderzoek onder andere op locatie geconstateerd. Na een beschrijving uit het veldinstrument volgt een voorbeeld uit de waargenomen praktijk. Er is een verdeling gemaakt per kerncompetentie. Waarborgen emotionele veiligheid De pedagogisch medewerkers communiceren met de kinderen. De pedagogisch medewerkers hebben korte gesprekjes met kinderen en gebruiken daarbij vragen die tot een nee/ja antwoord leiden of tot beperkte informatie-uitwisseling. De pedagogisch medewerkers kennen de kinderen bij naam. De pedagogisch medewerkers gedragen zich sensitief en responsief. Het moment van vertrek van een kind, verloopt rustig. De pedagogisch medewerker neemt afscheid van het kind met een persoonlijk opmerking. De pedagogisch medewerkers hebben een respectvolle houding naar de kinderen. De pedagogisch medewerkers laten merken dat ze de kinderen mogen, ze geven complimentjes of maken een grapje Pedagogisch medewerker reageert op een warme ondersteunende manier op de kinderen. Een kind vraagt of de pedagogisch medewerker wil helpen met het maken van de hoed. De pedagogisch medewerker gaat bij het kind zitten en helpt geduldig met het vastmaken van het elastiek. De interacties tussen de pedagogisch medewerkers en de kinderen zijn vriendelijke en hartelijk. Er heerst een open, ontspannen sfeer op de groep. Het dagschema biedt een balans tussen structuur en flexibiliteit, kinderen drinken eerst wat of eten wat later. Het eten vindt plaats op een vast tijdstip. Kinderen kunnen zelf bepalen wat zij willen doen aan activiteiten. De meeste kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de pedagogisch medewerker. Pedagogisch medewerker vraagt: ’wie gaat er mee naar buiten” “Ja” roepen de kinderen in koor. De sfeer in de groep is positief. Het welbevinden van de kinderen is goed. Tijdens het binnen spelen zijn de kinderen geconcentreerd bezig in de poppenhoek of maken een masker. Tijdens het buitenspelen rijden kinderen rond op fietsjes en spelen met elkaar. De kinderen reageren positief op elkaar. Zij hebben zichtbaar plezier met elkaar.
4 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 28-10-2014 BSO Dommelrode te SINT-OEDENRODE
De kinderen worden uitgenodigd tot participatie De activiteiten die kinderen doen passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. Kinderen geven hun voorkeur aan bijvoorbeeld een hoedje knutselen. Kinderen hebben vaste beroepskrachten en bekende leeftijdsgenootjes om zich heen De groepssamenstelling is redelijk constant, de kinderen hebben meestal vaste pedagogisch medewerkers gedurende de week. In de groep is voor ieder kind een speelmaatje aanwezig, er zijn tweetallen of meertallen die met elkaar kunnen spelen. Er is informatieoverdracht tussen ouders en beroepskrachten Ouders mogen hun kinderen in de groepsruimte ophalen, er vindt een overdracht plaats. De mogelijkheid bieden tot ontwikkelen van persoonlijke competenties. Er is een goede interactie tussen pedagogisch medewerkers en individuele kinderen De pedagogisch medewerker geeft duidelijk informatie over start, verloop en einde van een activiteit en maakt een situatie hierdoor inzichtelijk. Bijvoorbeeld met het afronden van het spel wordt een liedje gezongen ter introductie om op te gaan ruimen en even later wordt de jas aangedaan en in de kring gewacht om gezamenlijk naar buiten te gaan. Dit is voor de kinderen duidelijk en herkenbaar. Kinderen hebben de mogelijkheid om eigen ervaringen op te doen middels spelmateriaal, activiteitenaanbod en inrichting. De meeste kinderen zijn vrijwel de gehele tijd intensief bezig, er is een grote mate van betrokkenheid bij het geen waarmee ze bezig zijn. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen. Er zijn zelfgemaakte werkjes van de kinderen opgehangen in de speelruimte die aansluiten bij het thema; Halloween/herfst. Er zijn diverse speelplekken voor de kinderen; zoals een tafel om te knutselen, poppenhoek enz. De kinderen gaan indien het weer het toelaat op een vast moment naar buiten. De ruimte bieden tot het ontwikkelen van sociale competentie De beroepskrachten ondersteunen de kinderen in de interactie tussen de kinderen onderling De pedagogisch medewerker benoemt actief de manier waarop een kind een (bijna) conflict oplost. Bijvoorbeeld bij het naar buiten gaan lopen de kinderen hand in hand. Een kind wil een ander kind vasthouden maar deze wil dat niet, dit levert een bijna conflict op. Pedagogisch medewerker reageert met: ‘hoe doen we dat nou”? Kindje zegt: “dan doe ik op de terugweg jouw hand vasthouden” Pedagogisch medewerker geeft een complimentje. De kinderen maken deel uit van het groepsgebeuren De pedagogisch medewerker hebben met de kinderen een goede relatie, dit is merkbaar door de gesprekjes die er gevoerd worden. Overdracht van normen en waarden Afspraken, regels en omgangsvormen zijn duidelijk en aanwezig. Er gelden regels die speels uitgevoerd worden zoals een liedje met het opruimen. op elkaar wachten met het naar buiten gaan en elkaar een handje geven bij het naar buiten gaan. Beroepskrachten geven zelf in hun spreken en handelen het goede voorbeeld Pedagogisch medewerkers geven het goede voorbeeld met betrekking tot sociale vaardigheden in de omgang met andere kinderen; ze zijn vriendelijk, luisteren en leven mee, troosten en werken samen. Pedagogisch medewerkers geven ook het goede voorbeeld in de omgang met andere volwassenen zoals ouders en collega’s. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (Pedagogisch medewerkers) Observaties (Tijdens de inspectie op de groep) Pedagogisch werkplan (Locatie specifiek beleid BSO Dommelrode School versie 25-08-2014) 5 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 28-10-2014 BSO Dommelrode te SINT-OEDENRODE
Personeel en groepen Het kindercentrum voldoet aan de onderzochte voorwaarden met betrekking tot personeel en stamgroepen. Binnen dit onderdeel zijn de pedagogisch medewerkers gecontroleerd op een passende beroepskwalificatie en een geldige verklaring omtrent het gedrag. De beroepskracht-kind ratio en de opvang in groepen zijn gecontroleerd door middel van roosters, presentielijsten en bezettingslijsten. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag en beroepskwalificaties is gebaseerd op een steekproef. De steekproef bestond uit twee pedagogisch medewerkers die op dat moment aanwezig waren. Van een pedagogisch medewerker (inval) was geen verklaring omtrent het gedrag aanwezig. Hiervoor is de mogelijkheid geboden tot overleg en overreding. De verklaring omtrent het gedrag is op 3 november 2014 nagestuurd en in orde bevonden. Alle onderzochte pedagogisch medewerkers beschikken over een verklaring omtrent het gedrag, die voldoen aan de wettelijke eisen. Passende beroepskwalificatie De (aanwezige) beroepskrachten beschikken over een passende beroepskwalificatie. Ook hier was van een pedagogisch medewerker (inval) geen kopie diploma aanwezig op locatie. Hiervoor is de mogelijkheid tot overleg en overreding geboden. Op 3 november 2014 is een kopie diploma nagestuurd en in orde bevonden. Opvang in groepen Er wordt opvang geboden aan maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4-12 jaar. Beroepskracht-kindratio Op de dag van inspectie (28 oktober 2014) zijn 17 kinderen aanwezig die opgevangen worden door 2 beroepskrachten, dit voldoet aan de voorwaarden. Uit een steekproef willekeurig van een drietal dagen in oktober 2014 blijkt dat aan de beroepskracht-kind-ratio wordt voldaan. Tijdelijke afwijking van de beroepskracht-kind-ratio komt nauwelijks voor. Er wordt gezamenlijk afgesloten en in vakanties wordt er een half uur de helft van het aantal pedagogisch medewerkers ingezet, echter het aantal kinderen is dan ook beperkt waardoor de beroepskracht-kind-ratio voldoet. Gebruikte bronnen: Verklaringen omtrent het gedrag (van 2 aanwezige pedagogisch medewerkers) Diploma's beroepskrachten (van 2 aanwezige pedagogisch medewerkers) Arbeidscontracten (van een pedagogisch medewerker) Plaatsingslijsten (20 oktober, 23 oktober, 27 oktober en 28 oktober 2014) Presentielijsten (20 oktober, 23 oktober, 27 oktober en 28 oktober 2014) Personeelsrooster (20 oktober, 23 oktober, 27 oktober en 28 oktober 2014)
6 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 28-10-2014 BSO Dommelrode te SINT-OEDENRODE
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
7 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 28-10-2014 BSO Dommelrode te SINT-OEDENRODE
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt tenminste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
8 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 28-10-2014 BSO Dommelrode te SINT-OEDENRODE
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Dommelrode : http://www.deverbinding-sintoedenrode.nl : 20
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats KvK nummer
: : : :
De Verbinding B.V. Oranje Nassaulaan 106 5491HL SINT-OEDENRODE 16084721
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Hart voor Brabant Postbus 3024 5003DA TILBURG 073-6404515 C. van Hulst
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: SINT-OEDENRODE : Postbus 44 : 5490AA SINT-OEDENRODE
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Zienswijze houder Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : : :
28-10-2014 09-11-2014 Niet van toepassing 11-11-2014 11-11-2014
: 11-11-2014 : 02-12-2014
9 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 28-10-2014 BSO Dommelrode te SINT-OEDENRODE
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen.
10 van 10 Definitief inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 28-10-2014 BSO Dommelrode te SINT-OEDENRODE