Inspectierapport BSO Borus (BSO) Deltaweg 115 2134XS HOOFDDORP Registratienummer 767113676
Toezichthouder: In opdracht van gemeente: Datum inspectie: Type onderzoek: Status:
GGD Kennemerland HAARLEMMERMEER 08-07-2014 Regulier onderzoek Definitief
Inhoudsopgave Het onderzoek .................................................................................................................... 3 Observaties en bevindingen .................................................................................................. 4 Pedagogisch klimaat ........................................................................................................ 4 Personeel en groepen ....................................................................................................... 6 Veiligheid en gezondheid .................................................................................................. 8 Inspectie-items ................................................................................................................... 9 Gegevens voorziening ......................................................................................................... 11 Gegevens toezicht .............................................................................................................. 11 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum ............................................................................. 12
2 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 3 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd regulier onderzoek. Beschouwing Op 8 juli 2014 heeft GGD Kennemerland, in opdracht van de gemeente Haarlemmermeer, een onaangekondigde inspectie uitgevoerd bij BSO Borus te Hoofddorp. Tijdens dit onaangekondigde risicogestuurde inspectiebezoek zijn enkele voorwaarden (welke verder zijn uitgewerkt in het rapport) uit de Wet Kinderopvang en de bijbehorend "Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" getoetst. Borus Kinderopvang is een kinderopvang organisatie die verschillende vormen van opvang verzorgt op diverse locaties in de Randstad. Buitenschoolse opvang Borus is gehuisvest in een eigen gebouw aan de Deltaweg in Hoofdorp en heeft 2 verdiepingen. Naast BSO Borus staat het gebouw waarin het kinderdagverblijf gehuisvest is. De beide locaties zijn aan elkaar gekoppeld door een buitenspeelruimte. BSO Borus heeft 6 basisgroepen verdeelt in 2 clusters. Een cluster voor de jongste kinderen met 3 basisgroepen voor maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 4 tot 6,5 jaar en een cluster voor de oudere kinderen met 3 basisgroepen voor maximaal 20 kinderen in de leeftijd van 6,5 tot 13 jaar. Iedere basisgroep beschikt over een eigen vaste groepsruimte . BSO Borus voldoet op dit moment aan de tijdens deze inspectie getoetste items en voorwaarden uit de Wet Kinderopvang en bijbehorend "Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen" en "Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen". De inspecteur heeft wel de volgende aandachtspunten geconstateerd ten aanzien van domein 2 Personeel en groepen, item 2.3 Opvang in groepen en item 2.4 Beroepskracht-kindratio; • Op woensdag en vrijdag worden er basisgroepen samengevoegd. Uit de roosters en de aanwezigheidslijsten blijkt niet hoe er samengevoegd wordt en op/in welke samengevoegde basisgroep de kinderen worden opgevangen. • Op het rooster staan de beroepskrachten ingeroosterd op hun eigen groep. Op woensdag en vrijdag staan bij alle groepen wel kinderen vermeld en op het rooster staat het aantal kinderen wat per basisgroep aanwezig is. Omdat het niet inzichtelijk is hoe er samengevoegd wordt, is het ook niet inzichtelijk door welke beroepskracht de kinderen worden opgevangen. De houder heeft gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen en deze is ongewijzigd toegevoegd aan het inspectierapport. Advies aan College van B&W Geen handhaving. Tijdens de inspectie heeft de inspecteur 2 aandachtspunten geconstateerd ten aanzien van item 2.3 Opvang in groepen en 2.4 Beroepskracht-kindratio. Zie voor een nadere toelichting in de beschouwing en het betreffende item in het inspectierapport.
3 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Tijdens de inspectie is de pedagogische praktijk getoetst. Pedagogische praktijk Er heeft een observatie van de pedagogische praktijk plaatsgevonden tijdens gestructureerde activiteiten (dieren maken van brood deeg, een bewegingsactiviteit en koekjes bakken) en het vrij spelen. Emotionele veiligheid. Participatie. De activiteiten passen in algemene zin bij de interesse en het ontwikkelingsniveau van de kinderen. De kinderen kunnen aangeven waar hun voorkeur naar uit gaat. Zij krijgen de gelegenheid om ook kenbaar te maken waar zij zelf zin in hebben. Er is een aanbod van gestructureerde activiteiten. Deze worden aangeboden afhankelijk van de leeftijd van de kinderen. Er is gedurende de zomervakantie een activiteiten aanbod van 6 weken aan de hand van het thema 'dieren'. Er is een aanbod voor de oudste en de jongste kinderen. De activiteiten van de hele zomervakantie hangen bij de groepsruimtes van de basisgroepen. Er is elke dag een aanbod van een activiteit, deze zijn divers zoals knutselen, koken of bakken, sport en spel en zo nu en dan een uitstapje. Op de groep voor de oudere kinderen worden dieren van brooddeeg gemaakt en alle kinderen doen mee. Op de groep voor de jongere kinderen wordt eerst een bewegingsspel gedaan. Daarna is er een groep kinderen die koekjes gaan bakken. De kinderen die niet mee willen doen, zijn aan het vrij spelen. Respectvolle houding. De meeste kinderen laten zich enthousiast maken en motiveren door de beroepskrachten. De meeste kinderen zijn rustig en ontspannen in het contact met de beroepskrachten. Ze schakelen de beroepskrachten in als ze hulp of steun nodig hebben. Tijdens de knutsel activiteit op de basisgroep voor de oudste kinderen geeft één van de kinderen aan dat hij niet weet wat hij wil maken. De beroepskracht gaat bij het kind zitten en geeft aan "je weet niet wat je kan maken?". Samen bekijken ze aan de hand van de voorbeelden die er zijn, wat hij kan maken. Een ander kind wil een uil maken van het brooddeeg en vraagt aan de beroepskracht hoe hij beginnen moet. De beroepskracht helpt hem op weg door uitleg te geven. Persoonlijke competentie. Eigen ervaring op doen. De meeste tentoongestelde knutsels in de groepsruimte zijn door de kinderen zelf gemaakt. Het spelmateriaal is zichtbaar en bereikbaar voor de kinderen. Het is mogelijk dat kinderen een eigen plekje zoeken of creëren in een rustig deel en waar ze kunnen spelen, zonder door anderen te worden gestoord. Er zijn diverse afgescheiden ruimtes waar kinderen kunnen spelen. Naast de groepsruimte voor de basisgroepen zijn er ruimtes zoals een multi media ruimte, een timmer ruimte en een gymzaal. Er is veel divers speelmateriaal zoals sport- en spelmateriaal, ballen, pionnen en matten, divers knutsel materiaal om hout te bewerken, maar ook wol, vilt en stof en schildermateriaal. Op de groepen hangen veel knutsels die de kinderen zelf gemaakt hebben. Zo hangen er schilderijtjes van hout en stoffen poppetjes en dieren. Interactie tussen beroepskracht en kind. De beroepskrachten geven duidelijke informatie over de start, verloop en einde een activiteit; de situatie is inzichtelijk voor de kinderen. Als afsluiting van de bewegingsactiviteiten, roept de beroepskracht alle kinderen bij haar en geeft aan dat de kinderen op de grond bij de deur mogen gaan zitten. Ze legt uit "we gaan heel zachtjes de schoenen aan doen en we wachten op elkaar totdat iedereen klaar is. Dan gaan we met zijn alle naar beneden. De kinderen die dat willen, mogen koekjes bakken. De andere kinderen mogen lekker gaan spelen". 4 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
Sociale competentie. Ondersteuning interactie. De beroepskrachten moedigen de interactie tussen groepsgenootjes aan. In veel gevallen helpen zij de kinderen om contact met elkaar te maken door ze op elkaar te richten. Ze bieden spel aan dat aanzet tot overleg, afstemmen en elkaar helpen. Op de groep voor de jongste kinderen worden diverse bewegingsactiviteiten gedaan. Er wordt onder andere een balspel gedaan waarbij de kinderen elkaar moeten 'aftikken'. De kinderen die af zijn, zitten op de bank te kijken naar het spel. Als er nog een paar kinderen in het veld staan geeft de beroepskracht aan "jongens, de halve finale!". De kinderen op de bank moedigen de overgebleven kinderen in het veld aan. Groepsgebeuren. De beroepskrachten hebben een persoonlijke relatie met de kinderen. Er is zorg voor kinderen die buiten de groep vallen. Tijdens het vrij spelen, zijn de meeste kinderen met meerdere kinderen aan het spelen in één van de speelhoeken. De beroepskracht loopt rond en gaat even bij alle kinderen kijken en/of zitten. Eén van de kinderen zit al een tijdje alleen aan tafel. De beroepskracht gaat bij hem zitten en begint een gesprek met hem. Samen praten ze een tijdje over het WK en de knutsels die op de groep hangen. Normen en waarden. Afspraken, regels en omgangsvormen. Afspraken, regels en omgangsvormen zijn aanwezig. Op de groep hangen regels die betrekking hebben op omgangsvormen voor de kinderen. Bij een aantal ruimtes, zoals de timmer-ruimte en multi media ruimte, hangen regels en afspraken hoe kinderen om moeten gaan met het materiaal. De beroepskrachten spreken kinderen aan op de regels en afspraken. Als een paar kinderen in de multi media ruimte muziek aan het luisteren zijn en deze te hard staat, loopt de beroepskracht naar ze toe en herinnert ze aan de afspraak door aan te geven "kan het iets zachter meiden". Het goede voorbeeld. De beroepskrachten geven het goede voorbeeld in de omgang met de kinderen. Als de beroepskrachten iets willen of verwachten, praten ze op rustige en duidelijke toon. Ze spreken de kinderen aan met hun naam en zeggen "dank je wel" en "alsjeblieft". Tijdens het balspel, duwt één van de kinderen een ander kind om. De beroepskracht zet het spel stil en spreekt het kind aan en zegt "dat is niet zo aardig van jou V.". Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch werkplan (locatie specifiek BSO Borus)
5 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
Personeel en groepen BSO Borus heeft 2 clusters. Een cluster voor de jongere kinderen tot 6,5 jaar met 3 basisgroepen en een cluster voor de oudere kinderen vanaf 6,5 jaar met 3 basisgroepen. Er is een totale capaciteit van 156 kindplaatsen. De beroepskrachten werken volgens een vast werkrooster. Verklaring omtrent het gedrag De toetsing van de verklaringen omtrent het gedrag is gebaseerd op een steekproef. Alle medewerkers uit de steekproef, zowel beroepskrachten als het ondersteunende personeel, beschikken over een geldige verklaring omtrent het gedrag. Passende beroepskwalificatie De toetsing van de beroepskwalificatie is gebaseerd op een steekproef. Alle beroepskrachten uit de steekproef beschikken over een passende beroepskwalificatie. Opvang in groepen Er zijn 6 basisgroepen verdeelt in 2 clusters. Een cluster voor de jongste kinderen met 3 basisgroepen voor maximaal 20 kinderen per groep in de leeftijd van 4 tot 6,5 jaar en een cluster voor de oudste kinderen met 3 basisgroepen voor maximaal 20 kinderen per groep in de leeftijd van 6,5 tot 13 jaar. Uit de aanwezigheidslijsten van de kinderen van week 26 en 27 en de en bezettingsoverzichten van juni blijkt dat aan de gestelde eisen wordt voldaan. In het locatie specifieke pedagogische werkplan van BSO Borus wordt de werkwijze beschreven ten aanzien van de opvang van de kinderen in de basisgroep tijdens de eet- en drinkmomenten en de omgang met de kinderen tijdens de activiteiten en het vrij spelen. De inspecteur heeft het volgende aandachtspunten geconstateerd; • Op woensdag en vrijdag worden er basisgroepen samengevoegd. Uit de roosters en de aanwezigheidslijsten blijkt niet hoe er samengevoegd wordt en op/in welke samengevoegde basisgroep de kinderen worden opgevangen. Beroepskracht-kindratio Uit het personeelsrooster en de aanwezigheidslijsten van alle basisgroepen van week 26 en 27 blijkt dat er aan de eisen wordt voldaan. De inspecteur heeft de volgende aandachtspunten geconstateerd; • Op woensdag en vrijdag worden er basisgroepen samengevoegd. Uit de roosters en de aanwezigheidslijsten blijkt niet hoe er samengevoegd wordt en op/in welke samengevoegde basisgroep de kinderen worden opgevangen. • Op het rooster staan de beroepskrachten ingeroosterd op hun eigen groep. Op woensdag en vrijdag staan bij alle groepen wel kinderen vermeld en op het rooster staat het aantal kinderen wat per basisgroep aanwezig is. Omdat het niet inzichtelijk is hoe er samengevoegd wordt, is het ook niet inzichtelijk door welke beroepskracht de kinderen worden opgevangen. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Plaatsingslijsten (juni) Presentielijsten (week 26 en 27) Personeelsrooster (week 26 en 27) 6 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
•
locatie specifieke pedagogische werkplan BSO Borus
7 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
Veiligheid en gezondheid Tijdens de inspectie is de meldcode kindermishandeling getoetst. Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld die voldoet aan de gestelde eisen. Er wordt gebruik gemaakt van de meldcode kindermishandeling opgesteld door de Branche organisatie Kinderopvang, versiedatum juli 2013. De houder heeft deze toegeschreven naar zijn eigen organisatie, Borus Kinderopvang. De beroepskrachten geven aan dat de meldcode in het handboek met diverse protocollen zit, deze is op alle groepen aanwezig. Tijdens het teamoverleg staat het handboek standaard op de agenda. Elke keer wordt er een protocol besproken. De beroepskrachten kunnen benoemen hoe te handelen bij een vermoeden van kindermishandeling. Ook hebben de beroepskrachten een cursus gevolgd met als thema 'kinderen met opvallend gedrag'. Gebruikte bronnen: Interview houder en/of locatieverantwoordelijke Interview anderen (beroepskrachten) Meldcode kindermishandeling
8 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 3 en 3.8g Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1, 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Opvang in groepen Ieder kind behoort bij een basisgroep. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
9 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 2 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar. - 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 3 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
OF De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 4 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio. (art 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 6 lid 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
Veiligheid en gezondheid Meldcode kindermishandeling De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2a Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen)
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode. (art 1.51a Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan. (art 1.51b en 1.51c Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen)
10 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening Website Aantal kindplaatsen
: BSO Borus : http://www.borus.nl : 156
Gegevens houder Naam houder Adres houder Postcode en plaats Website KvK nummer
: : : : :
Borus B.V. Zijdelveld 21 1421TG UITHOORN www.borus.nl 33294823
Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD Adres Postcode en plaats Telefoonnummer Onderzoek uitgevoerd door
: : : : :
GGD Kennemerland Postbus 5514 2000GM HAARLEM 023-7891613 P.R. Schurer
Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente Adres Postcode en plaats
: HAARLEMMERMEER : Postbus 250 : 2130AG HOOFDDORP
Gegevens toezicht
Planning Datum inspectie Opstellen concept inspectierapport Vaststelling inspectierapport Verzenden inspectierapport naar houder en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar gemeente Openbaar maken inspectierapport
: : : :
08-07-2014 07-08-2014 22-08-2014 22-08-2014
: 22-08-2014 : 22-08-2014
11 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. Zienswijze BORUS n.a.v. inspectie BSO d.d. 8-7-2014 te Hoofddorp Uit de inspectie van de GGD d.d. 8-7-2014 is een aandachtspunt gekomen. Dit punt betreft de wijze waarop in het rooster inzichtelijk wordt gemaakt op woensdag en vrijdag, voor wat betreft het samenvoegen van basisgroepen in de NSO. Borus heeft dit inmiddels verbeterd. Het pedagogisch werkplan beschrijft duidelijk dat er op woensdag en vrijdag wordt samengevoegd. Dit is zowel voor onze kinderen duidelijk als voor ouders. Op de groepen wordt gewerkt met deurplaten waarop aangegeven staat in welke ruimte de kinderen op die dagen opgevangen worden. In het rooster is dit inmiddels inzichtelijk gemaakt door te beschrijven in welke ruimtes de kinderen opgevangen worden en welke leidsters hierbij aanwezig zijn in die basisruimte. Ook de aanwezigheidslijsten van woensdag en vrijdag zijn hier inmiddels op aangepast zodat ook hierop inzichtelijk is welke pedagogisch medewerkers aanwezig zijn in de basisruimtes waar de kinderen opgevangen worden.
12 van 12 Inspectierapport buitenschoolse opvang regulier onderzoek 08-07-2014 BSO Borus te HOOFDDORP