Voorbeeldexamen
Correctiemodel INFORMATIESYSTEMEN
Een vraag levert maximaal 1 punt op. De antwoorden worden automatisch, zonder tussenkomst van een corrector, beoordeeld. Bij het toekennen van punten gelden de volgende regels: Meerkeuzevraag waarbij één antwoord juist is: 1 punt per vraag. Een fout antwoord levert 0 punten op. Multiple select vraag waarbij meerdere antwoorden juist zijn: maximaal 1 punt per vraag of een deel daarvan. Als de kandidaat alle goede antwoorden heeft aangegeven, wordt 1 punt toegekend. Is een deel van de antwoorden goed, dan wordt een deel van 1 punt toegekend. Hotspotvraag waarbij de kandidaat een afbeelding aan moet wijzen: 1 punt per vraag. Sleepvraag waarbij de kandidaat de juiste antwoorden op de goede plek moet zetten: 1 punt per vraag en 0,5 punt per vraag wanneer deze half goed is. Rangschikvraag waarbij de kandidaat de juiste volgorde aan moet geven: 1 punt per vraag en een 0,5 punt per vraag wanneer deze half goed is. Invulvraag waarbij de kandidaat een woord of getal moet invullen: 1 punt per vraag. De scoringswijze staat per vraag aangegeven.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
1 / 26
Vraag 1
Toetsterm 2.1.2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de juiste definitie van Business Intelligence? a het snel kunnen vergaren, analyseren, interpreteren en communiceren van interne en externe informatie b het juiste beheer van bedrijfsgegevens en het omzetten ervan in bruikbare informatie voor de organisatie Juiste antwoord: a Feedback: a Juist, dit is de definitie van BI. b Onjuist, het beheer van bedrijfsgegevens en het omzetten ervan in bruikbare informatie is voor het nemen van beslissingen belangrijk, maar daarnaast is bij Business Intelligence (BI) het vergaren en communiceren essentieel.
Vraag 2
Toetsterm 2.2.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Er zijn diverse kwaliteitseisen die aan een informatiesysteem worden gesteld. Onder welke kwaliteitseis valt gebruiksvriendelijkheid? a b c d
betrouwbaarheid continuïteit effectiviteit efficiëntie
Juiste antwoord: d Feedback: a Onjuist, onder betrouwbaarheid verstaan we de zekerheid dat de verwerking van de gegevens juist, volledig, tijdig en geoorloofd gebeurt. b Onjuist, continuïteit omvat de maatregelen om in geval van calamiteiten voor de essentiële delen van het systeem te kunnen uitwijken naar andere computersystemen om daarmee de continuïteit te kunnen waarborgen. c Onjuist, de effectiviteit van de informatieverzorging geeft de mate aan waarin de informatieverzorging bijdraagt aan het bereiken van de bedrijfsdoelstellingen. d Juist, gebruiksvriendelijkheid is een onderdeel van Efficiëntie. Vraag 3
Toetsterm 2.2.5 - Beheersingsniveau: B - Aantal punten: 1 Bij een bank is een nieuw informatiesysteem in gebruik genomen voor het verhandelen van aandelen. In de praktijk is het al diverse keren voorgekomen dat grote partijen aandelen werden aangekocht tegen een hogere prijs dan het systeem vooraf aangaf, omdat de prijs inmiddels was gestegen. Aan welk kwaliteitscriterium voldoet dit nieuwe systeem niet? Juiste antwoord: actualiteit Ook goed rekenen: Aktualiteit, actueel, aktueel Feedback: Actualiteit betekent dat de informatie up-to-date moet zijn. In dit voorbeeld is juistheid een afgeleid begrip, een gevolg. In dit voorbeeld is snelheid een mogelijke oorzaak maar niet zeker, dus zeker niet het kwaliteitscriterium dat aansluit op de casustekst.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
2 / 26
Vraag 4
Toetsterm 2.2.6 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Er zijn diverse mogelijkheden om informatiesystemen te beveiligen. Welke maatregel wordt door de volgende tekst omschreven? “Technologie die gegevensbestanden bekijkt en online materiaal met een lage prioriteit filtert om bedrijfskritische bestanden een hogere prioriteit te geven.” a b c d
Firewall Deep Packet Inspection Digitale certificaten en public key encrypties Antivirus software
Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist, Firewalls voorkomen dat onbevoegden zich via internet toegang verschaffen tot een niet-openbaar netwerk. b Juist, DPI is een technologie die gegevensbestanden bekijkt en online materiaal met een lage prioriteit filtert om bedrijfskritische bestanden een hogere prioriteit te geven. c Onjuist, Digitale certificaten en public key encryptie bieden verdergaande bescherming van elektronische transacties door middel van authenticatie van de gebruikers te authentiseren. d Onjuist, Antivirus software controleert computersystemen op infecties door virussen en wormen en kan veelal ook dergelijk kwaadaardige software verwijderen. Vraag 5
Toetsterm 2.2.8 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Hieronder volgt een beschrijving van een aanpak voor het meten van de kwaliteit van een informatiesysteem: Een bespreking van een ontwerp of een programma door de betrokkenen met als doel het opsporen van fouten om de kwaliteit van het product te verhogen. Hoe wordt deze aanpak genoemd? a b c d
walkthrough testen review inspectie
Juiste antwoord: a Feedback: a Juist, een walkthrough is een bespreking van een ontwerp of een programma door de betrokkenen, veelal de projectleden of een werkgroep. Het doel is de mogelijke fouten op te sporen, waardoor de kwaliteit van het product kan worden verhoogd. In de bespreking gaat het niet om een beoordeling van het resultaat en de opsteller. b Onjuist, testen zijn de activiteiten die nodig zijn om ervoor te zorgen dat een product/systeem aan vooraf bepaalde kwaliteitseisen voldoet. Met andere woorden gericht op het product en niet op het (ontwikkel)proces. c Onjuist, een review is een bespreking van een ontwerp of een programma met een meer formeel karakter dan bij een walkthrough. Bovendien kunnen de bevindingen consequenties hebben voor de ontwikkelaar zelf. d Onjuist, een inspectie is een formele vorm van review van documenten met als doel fouten en inconsistenties te vinden ten opzichte van gerelateerde documenten. Veelal met als doel om het document formeel goed te keuren.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
3 / 26
Vraag 6
Toetsterm 2.3.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Binnen systeemontwikkeling wordt aangeraden een informatieanalyse uit te voeren. Welke 2 doelstellingen horen bij de fase van informatieanalyse? Let op, er zijn 2 antwoorden juist! a analyseren van het probleem dat een organisatie met het informatiesysteem wil oplossen. b analyseren of de organisatie de veranderingen die het informatiesysteem zal veroorzaken kan verwerken. c analyseren welke informatie nodig is om uitvoerverzamelingen te verkrijgen. d analyseren aan welke voorwaarden het systeem moet voldoen. e analyseren van de kwalitatieve en kwantitatieve eigenschappen van objecten. Juiste antwoord: c en e Twee goed Eén goed
1 punt 0,5 punt
Feedback: a Onjuist, dit behoort tot de veranderingsanalyse (b § 12.2). b Onjuist, dit behoort tot de veranderingsanalyse (b § 12.2). c Juist, dit zijn de zogenaamde informatie-eisen die uit deze fase volgen (b § 12.4). d Onjuist, dit behoort tot de activiteitenstudie (b § 12.3) blz 433. e Juist, van objecten dienen ook eigenschappen, zoals frequentie aantallen en informatievolgorde vastgelegd te worden (b § 12.4). Vraag 7
Toetsterm 2.3.3 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Hieronder staan een aantal beschrijvingen van datamodelleringstechnieken. Geef bij iedere beschrijving aan welke techniek het hier betreft. Sleep de technieken naar de juiste beschrijving. a b c d e
Entity Relationship Diagram (ERD) toestandsdiagram toegangspadanalyse normaliseren interactieanalyse Beschrijving
Techniek
Koppelen van het gegevensmodel aan het procesmodel Gegevensverzamelingen verfijnen en in groepen verdelen Beschrijven welke entiteittypen achtereenvolgens moeten worden benaderd om de gewenste informatie te verkrijgen Beschrijven van de samenhang tussen entiteiten
interactieanalyse
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
normaliseren toegangspadanalyse
Entity Relationship Diagram (ERD)
4 / 26
Modelleren van de levenscyclus van entiteittypen Geheel goed Half goed Vraag 8
toestandsdiagram
1 punt 0,5 punt
Toetsterm 2.3.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Langs welke stappen komt het gegevensontwerp tot stand? a procesanalyse, analyse gegevensstromen, analyse gegevensverzamelingen b procesanalyse, gegevensanalyse, interactieanalyse c objectenanalyse, relatieanalyse, attribuutanalyse Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist, dit is de omschrijving van het ontwerp van een data flow diagram (Derksen 13.1 blz. 448). b Juist, dit is het proces van gegevensontwerp (Derksen 14.10 blz. 533). c Onjuist, dit is het proces van gegevensanalyse dat leidt tot een gegevensmodel (Derksen 14.10 blz. 533).
Vraag 9
Toetsterm 2.3.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Van welke methode is sprake bij objectgeoriënteerd ontwerpen? a gestructureerde methode gericht op het modelleren van processen. b ontwerpmethode waarin processen en gegevens worden gecombineerd, zonder deze afzonderlijk te modelleren. c methode die gebruik maakt van structuurschema’s om het gehele systeem op een topdown manier in kaart te brengen. d methode om in een zeer korte tijd werkende systemen op te leveren. Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist, een objectgeoriënteerde methode richt zich op zowel het modelleren van processen als gegevens. (a § 12.2.4) b Juist, waar gestructureerde methoden processen en gegevens als aparte entiteiten worden gezien, worden deze bij objectgeoriënteerde methoden in objecten samengebracht en gemodelleerd. (a § 12.2.4) c Onjuist, structuurschema’s worden gebruikt binnen gestructureerde methodologieën. (a § 12.2.4) d Onjuist, dit is een generieke beschrijving van de term Rapid Application Development (RAD). (a § 12.4.1)
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
5 / 26
Vraag 10
Toetsterm 2.3.6 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Systeemontwikkeling bestaat uit een aantal fasen. Eén van deze fasen is het opstellen van een technisch ontwerp. Welke activiteit is onderdeel van de fase Technisch ontwerp? a b c d
ontwerpen van de gegevensstructuur ontwerpen van beeldscherm layouts bepalen systeemconcept creëren van databases
Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist, de informatiebehoefte wordt verder uitgewerkt in een gegevensstructuur. Dit vindt plaats in de fase Functioneel ontwerp. b Juist, de binnen de fase Functioneel ontwerp ontworpen dialogen worden in de fase Technisch ontwerp verder uitgewerkt. De definitieve layout en de technische specificaties van de in- en uitvoervelden worden hier vastgesteld. c Onjuist, het systeemconcept is een globale beschrijving van de werking van het system, wat wordt beschreven tijdens de fase Definitiestudie. d Onjuist, het bouwen van bestanden en databases vindt plaats tijdens de fase Implementatie. Vraag 11
Toetsterm 2.3.7 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 Een opstartende webwinkel voor schilderijen heeft een aantal eisen opgesteld waaraan de website moet voldoen. Een van de eisen is dat de klant een bestelling kan plaatsen via het winkelwagentje. Welke van onderstaande functionele specificaties beschrijft dit requirement correct? a
b
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
6 / 26
c
d
e
Juiste antwoord: d Feedback: a Onjuist, in deze situatie kan een artikel in slechts één order staan. b Onjuist, het relatietype tussen de groepen factuur en artikel is overtollig. Daarnaast heeft elke klant in deze situatie een order, wat een optionele relatie is. c Onjuist, in deze situatie kan een order geen artikelen bevatten d Juist, in deze situatie heeft een klant 0 of meer orders en staat een artikel in 0 of meer orders. Elke order bevat een artikel en heeft een factuur. Elke factuur hoort bij een order. e Onjuist, in deze situatie heeft een klant altijd een order, maar hoeft een order niet bij een klant te horen.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
7 / 26
Vraag 12
Toetsterm 2.3.8 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 De onderstaande ontwikkelaanpakken vallen onder de fast-cycletechnieken met als doel het systeemontwikkelproces te versnellen. Welke aanpak heeft de volgende kenmerken? definiëren van deelprojecten werken met korte iteraties gebruik van voortdurende feedback a b c d
Agile ontwikkeling Component-based Development Joint Application Development Rapid Application Development
Juiste antwoord: a Feedback: a Juist, Agile ontwikkeling kenmerkt zich door het opdelen van het project in deelprojecten, waarbij korte iteraties plaatsvinden en er voortdurend feedback gevraagd wordt. b Onjuist, een belangrijk kenmerk van Component-based Development is het definiëren van herbruikbare componenten om het systeemontwikkelproces te versnellen. c Onjuist, Joint Application Development richt zich met name op het samenbrengen van eindgebruikers en IT-specialisten om het ontwerp te bespreken. d Onjuist, bij Rapid Application Development worden vooral prototyping, visueel programmeren en 4GL programma’s gebruikt. Vraag 13
Toetsterm 2.4.1.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Vul het ontbrekende begrip in. Informatieplanning is het traject van beleids- en planvorming met betrekking tot de ………. Juiste antwoord: Informatieverzorging Ook goed: Informatievoorziening; IV; informatie verzorging; informatie voorziening Feedback: Informatieplanning is het traject van beleids- en planvorming met betrekking tot de informatieverzorging.
Vraag 14
Toetsterm 2.4.2.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Een ontwerpeis van een nieuw informatiesysteem is: een factuur moet binnen twee minuten kunnen worden afgedrukt. Wat voor type requirement(eis) is dit? a niet-functionele requirement b functionele requirement c kwantificering van een requirement Juiste antwoord: a Feedback:
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
8 / 26
a Juist, deze ontwerpeis is een performance-eis en deze zegt niets over de functies die het systeem dient te hebben: niet-functionele eis. b Onjuist, deze ontwerpeis is niet-functioneel. c Onjuist, Kwantificering betreft de eisen t.a.v. de te behalen doelen; het gaat hier echter om performance. Vraag 15
Toetsterm 2.4.2.6 - Beheersingsniveau: B - Aantal punten: 1 Een groothandel wil een online bestelsysteem laten bouwen voor een nieuwe vorm van dienstverlening waarmee winkels 24/7 orders kunnen doorgeven. Welke benadering is geschikt als uitgangspunt voor de ontwikkelmethode? a event-benadering b bottom-up benadering c data-benadering Juiste antwoord: a Feedback: a Juist, een event (bv een winkel wil een order doorgeven) is een gebeurtenis in de omgeving van het systeem waarop het systeem dient te reageren. De eventbenadering past het best bij de ontwikkelmethode. b Onjuist c Onjuist
Vraag 16
Toetsterm 2.4.2.10 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 Een verzekeraar wil een nieuw online front-office offertesysteem introduceren ter vervanging van de verwerking van papieren aanvragen. De directie wil inzicht krijgen in de kosten en opbrengsten van dit nieuwe systeem. Welk budgetteringsmodel zal de directie dit financiële inzicht geven? a TCO (Total Cost of Ownership) b ROI (Return On Investment) Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist, TCO analyse geeft slechts een deel van de informatie die nodig is voor het evalueren van een IT-investering omdat TCO de kosten berekent en niet de opbrengsten. b Juist, budgetteringsmodellen als ROI geven een raming van de kosten en opbrengsten zowel materieel als immaterieel.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
9 / 26
Vraag 17
Toetsterm 2.4.2.12 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 Een organisatie laat een aparte interface van het CRM systeem voor de klantenservice ontwikkelen. De specificaties van de schermen worden door middel van prototyping met de gebruikers vastgesteld. Het project staat onder grote tijdsdruk. Met welke verantwoorde maatregel van de projectleider kan het proces van prototyping binnen een week worden afgerond? a De projectleider schrapt de iteratieslagen. b De gebruiker beperkt het aantal gebruikers tot de paar meest deskundige. c De projectleider beperkt zich tot het demonstreren van de gespecificeerde interface aan de gebruikers. d De projectleider stelt de maximale tijd voor de gebruikers op maximaal 1 week en stopt dan. Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist, zonder iteratieslagen is het geen prototyping meer maar het verzamelen van requirements. b Juist, prototyping schrijft niet voor hoeveel gebruikers moeten participeren. Het toevoegen van meer gebruikers is doorgaans alleen voor het verkrijgen van meer draagvlak onder de gebruikers maar niet essentieel voor het proces van prototyping c Onjuist, als de gebruikers het prototype niet zelf gebruiken is het een presentatie, geen prototyping. d Onjuist, prototyping moet herhaald worden tot de laatste noemenswaardige onzekerheid over de functionele specificatie is weggenomen
Vraag 18
Toetsterm 2.4.3.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat wordt bij een regressietest gedaan? a beoordelen van de prestaties van het informatiesysteem bij verschillende werklasten b vergelijken van de testresultaten van vóór en ná het aanbrengen van wijzigingen c testen van de werking van de aangepaste onderdelen van de softwaremodules na onderhoud d testen van de belangrijkste functies van het informatiesysteem na onderhoud Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist b Juist, bij een regressietest worden de testresultaten vóór en ná het aanbrengen van wijzigingen met elkaar vergeleken. c Onjuist d Onjuist
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
10 / 26
Vraag 19
Toetsterm 2.1.1.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat zijn correcte voorbeelden van de begrippen Informatie en Data? Sleep de voorbeelden naar de juiste begrippen. Voorbeeld een serie van niet-willekeurige symbolen, getallen, waarden of woorden een telefoonboek een verzameling van niet-willekeurige feiten een opgeslagen gebeurtenis of feit verwerkte data die betekenisvol is geworden een opgeslagen serie feiten verkregen door observatie of door onderzoek gegevens die verwerkt zijn voor een doel gegevens die geïnterpreteerd en begrepen zijn door de ontvanger Geheel goed Half goed
Vraag 20
Informatie
Data X
X X X X X X X
1 punt 0,5 punt
Toetsterm 2.5.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Welke vorm van beheer is verantwoordelijk voor de instandhouding van de gegevensbestanden? a b c d
applicatiebeheer functioneel beheer informatiebeheer technisch beheer
Juiste antwoord: a Feedback: a Juist, applicatiebeheer is verantwoordelijk voor de instandhouding van de gegevensbestanden. b Onjuist, functioneel beheer is verantwoordelijk voor de instandhouding van de functionaliteit van het informatiesysteem c Onjuist, informatiebeheer hoort niet bij de drie beheervormen d Onjuist, technisch beheer is verantwoordelijk voor de instandhouding van het informatiesysteem
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
11 / 26
Vraag 21
Toetsterm 2.5.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Na implementatie worden in een rapport verkeerde bedragen afgedrukt. Welke vorm van onderhoud zorgt voor herstel hiervan? a b c d
adaptief onderhoud correctief onderhoud perfectief onderhoud preventief onderhoud
Juiste antwoord: b Feedback: a onjuist b Juist, correctief onderhoud richt zich op het herstel van fouten. c Onjuist d Onjuist Vraag 22
Toetsterm 2.5.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Het taakgebied functioneel onderhoud bestaat uit de taken met betrekking tot het onderhoud van procedures, specificaties en definities waarvoor de gebruiker zelf verantwoordelijk is. Welke 2 taakvelden zijn onderdeel van functioneel onderhoud? Let op, er zijn 2 antwoorden juist. a b c d e f
acceptatie functioneel systeembeheer gebruiksanalyse gegevensdefinitie beheer inhoudelijk beheer bedrijfsgegevens onderhoud handmatige procedures
Juiste antwoord: d en f Twee goed Eén goed
1 punt 0,5 punt
Feedback: a Onjuist, dit is een taakveld van het taakgebied operationele besturing. b Onjuist, dit is een taakveld van het taakgebied gebruiksbeheer. c Onjuist, dit is een taakveld van het taakgebied operationele besturing. d Juist, dit is een taakveld van het taakgebied functioneel onderhoud. e Onjuist, dit is een taakveld van het taakgebied gebruiksbeheer. f Juist, dit is een taakveld van het taakgebied functioneel onderhoud.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
12 / 26
Vraag 23
Toetsterm 2.5.10 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 De IT-afdeling meldt aan een helpdeskmedewerker dat een incident is opgelost. Wat is een correcte volgende actie van de helpdeskmedewerker? a het afsluiten van het incident b het controleren of de IT-afdeling het incident goed heeft opgelost c het terugkoppelen van de oplossing aan de aanmelder Juiste antwoord: c Feedback: a Onjuist, alleen de aanmelder kan aangeven of het incident gesloten kan worden. Het incident wordt afgesloten na terugkoppeling aan de aanmelder. b Onjuist, de aanmelder zal controleren of het incident goed is opgelost en of hij/zij akkoord gaat met de gekozen oplossing. c Juist, de helpdeskmedewerker koppelt de oplossing terug aan de aanmelder zodat deze de oplossing kan controleren en accepteren.
Vraag 24
Toetsterm 2.5.9 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 Hieronder staan enkele voorbeelden van vragen of problemen die gebruikers kunnen melden. Welke 2 vragen/problemen horen thuis bij gebruikersondersteuning? Let op, er zijn 2 antwoorden juist. a b c d e f
Bij het inloggen start mijn mailprogramma niet meer op. De printer op de vierde verdieping is vastgelopen. Het lijkt er op dat mijn computer hangt. Hoe kan ik het abonnement van een wanbetaler per direct beëindigen? Ik wil graag een nieuw scherm omdat die van mij van het bureau is gevallen. Kan ik een overzicht krijgen met cliënten, verdeeld naar leeftijd?
Juiste antwoord: d en f Twee goed Eén goed
1 punt 0,5 punt
Feedback: a Onjuist, dit is een probleem voor technisch beheer. b Onjuist, dit is een probleem voor technisch beheer of de afdeling facility management. c Onjuist, dit is een probleem voor technisch beheer. d Juist, dit is een vraag voor gebruikersondersteuning. e Onjuist, dit is een vraag voor technisch beheer of de afdeling facility management f Juist, dit is een vraag voor gebruikersondersteuning.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
13 / 26
Vraag 25
Toetsterm 2.5.7 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Er zijn verschillende methodieken om wijzigingsbeheer in te richten. Welke 3 van onderstaande methodieken is hiervoor geschikt? Let op, er zijn 3 antwoorden juist. a b c d e f
ASL ISO 20000 ISO 38500 ITIL INK ISO 9001
Juiste antwoord: a, b en d Drie goed Twee goed Eén goed
1 punt 0,66 punt 0,33 punt
Feedback: a Juist, ASL kent een proces wijzigingenbeheer en is met name geschikt voor applicatiebeheer. b Juist, ISO 20000 kent een proces wijzigingsbeheer en is met name geschikt voor IT service management. c Onjuist, ISO 38500 is een norm voor de governance van IT en kent geen proces wijzigingsbeheer. d Juist, ITIL kent een proces wijzigingsbeheer en is met name geschikt voor technisch beheer en IT service management. e Onjuist f Onjuist Vraag 26
Toetsterm 2.4.2.13 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 In welke eenheid wordt in de systeemontwikkeling de kwaliteit van software uitgedrukt? a b c d
aantal testruns per acceptatietest aantal foutmeldingen gedeeld door het totaal aantal gebruikers (aantal licenties) gebruikerstevredenheid (gemeten op een schaal van 0-100) aantal fouten per duizend regels code
Juiste antwoord: d Feedback: a Onjuist b Onjuist c Onjuist d Juist, een veel gebruikte eenheid is aantal fouten per duizend regels code.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
14 / 26
Vraag 27
Toetsterm 2.4.3.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 In het V-model voor systeemontwikkeling worden analyse en ontwerpactiviteiten gerelateerd aan testactiviteiten. Plaats de activiteiten (gebruikers)acceptatietest, systeemtest en unittest op de juiste plaats in het V-model. Juiste antwoord:
Geheel goed Half goed Vraag 28
1 punt 0,5 punt
Toetsterm 2.4.4.4 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de functie van middleware? a Het corrigeren bij onjuiste invoer van gegevens. b Het onderhouden van gegevens in databases. c Het faciliteren van de communicatie tussen applicaties. Juiste antwoord: c Feedback: a Onjuist b Onjuist c Juist, Middleware is software die de communicatie faciliteert tussen applicaties, inclusief data transfer en controle.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
15 / 26
Vraag 29
Toetsterm 2.4.4.8 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Grote informatiesystemen worden opgebouwd uit vele software modules tijdens de implementatiefase. Hoe heet het proces van het samenvoegen van object modules? a b c d
Change Compile Build Release
Juiste antwoord: c Feedback: a Onjuist b Onjuist c Juist, het proces van het aaneenvoegen van de gecompileerde versies van software code modules noemt men linking of build proces. Hiermee worden executables gemaakt. d Onjuist Vraag 30
Toetsterm 2.4.4.7 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Gedurende de ontwikkeling van informatiesystemen komen bij verschillende testen allerlei fouten aan het licht. Welke werkwijze voorkomt dat elke fout leidt tot herstelwerkzaamheden aan het informatiesysteem? a b c d
inrichten van wijzigingenbeheer classificeren van fouten wijzigingen uitleveren in releases fouten uitleveren in patches
Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist b Juist, door classificatie van de problemen worden beslissingen ondersteund om problemen op basis van hun ernst te escaleren naar het juiste niveau voor een gepaste vervolgactie. c Onjuist d Onjuist
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
16 / 26
Vraag 31
Toetsterm 2.4.2.7 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 Een verzekeraar heeft concrete plannen om een nieuw pakket aan verzekeringen in de markt te zetten. Hiervoor is het noodzakelijk op korte termijn een nieuw front office offertesysteem operationeel te hebben. De concurrent zit de betreffende verzekeraar op de hielen. Het management twijfelt nog over de keuze van de methode voor de ontwikkeling van het front office offertesysteem. Welke 2 eigenschappen van RAD maakt deze methode bijzonder geschikt voor de ontwikkeling van het front office offertesysteem? Let op, er zijn 2 antwoorden juist. a Verbetering of toevoeging van functionaliteit vindt plaats binnen een volgende iteratie. b Betrokkenen worden gestimuleerd om samen te werken en snelle en effectieve beslissingen te nemen. c Objecten worden gegroepeerd in reeksen softwarecomponenten die worden gecombineerd tot de applicatie. d Workflows worden gereorganiseerd en er worden stappen gecombineerd om dubbele taken te elimineren. Juiste antwoord: a en b Twee goed Eén goed
1 punt 0,5 punt
Feedback: a en b zijn juist. RAD (Rapid Application Development) is een methode die prototyping inzet om eindgebruikers beter te betrekken en een snellere ontwikkeling mogelijk maakt in vergelijking met traditionele methodes zoals SSADM. Vraag 32
Toetsterm 2.4.3.5 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 In het testplan voor een bepaalde applicatie staan de moduletesten beschreven. Er is een outputvoorspelling voor de printmodule gemaakt. Bij het testen van deze printmodule gebruikt men een testset die men zelf mag samenstellen. Bij het uitvoeren van de test blijkt dat de outputvoorspelling geheel uitkomt. Is met deze uitkomst aangetoond dat de printmodule de gewenste uitwerking heeft? a Ja, omdat bij het samenstellen van de testset alle bekende varianten zijn meegenomen. b Nee, omdat bij het samenstellen van de testset alleen bekende varianten zijn meegenomen. Juiste antwoord: a Feedback: a Juist, bij een moduletest beperk je je tot een enkele module waarbij je bepaalt of deze voldoet aan de specificaties in het detailontwerp. b Onjuist
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
17 / 26
Vraag 33
Toetsterm 2.4.4.2 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 Een groothandel heeft een nieuwe logistiek systeem voor magazijnbeheer laten ontwikkelen. In het nieuwe volledig geautomatiseerde magazijn worden de goederen bij binnenkomst met een QR code gelabeld waardoor deze bij de orderverzameling automatisch kunnen worden gevolgd. Het MT heeft als eis dat zijn klanten geen last van de invoering mogen ondervinden. Wat is voor deze groothandel een geschikte strategie voor de invoering van het logistieke systeem? a Een directe overgang naar het nieuwe systeem. Ter voorbereiding moeten alle inkomende goederen worden gelabeld. b Een parallelle overgang naar het nieuwe systeem. Ter voorbereiding moeten alle inkomende goederen worden gelabeld. c Een gefaseerde overgang naar het nieuwe systeem. Bepaalde productgroepen worden voorzien van de labels. Juiste antwoord: c Feedback: a Onjuist b Onjuist c Juist, bij een gefaseerde implementatie wordt het risico op ernstige fouten zoals bij directe overgang vermeden. Bij een business re-enginering project zoals dit is parallelle invoering ongeschikt.
Vraag 34
Toetsterm 2.4.1.3 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Hoe worden de kosten en baten van een systeemontwikkelingsproject in een informatieplan beschreven? a gedetailleerd b globaal Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist b Juist, in het informatieplan worden de kosten en baten zeer globaal beschreven. Vaak zijn de baten niet concreet in geld of uren uit te drukken maar zijn deze meer kwalitatief van aard, zoals ‘flexibel systeem’ of ‘gebruikersvriendelijkheid’.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
18 / 26
Vraag 35
Toetsterm 2.4.2.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Voorafgaand aan de start van een nieuw systeemontwikkelingsproject wordt een vooronderzoek uitgevoerd. Op welke vraag wordt in het vooronderzoek onder meer een antwoord gezocht? a b c d
Welke architectuurprincipes liggen ten grondslag aan het informatiesysteem? Welk probleem lost dit project op? Welke eisen stellen de gebruikers aan formulieren en beeldschermindeling? Welke functies zullen met de hand worden uitgevoerd en welke worden geautomatiseerd?
Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist b Juist, in het vooronderzoek worden antwoorden gevonden op vragen als: Welk probleem lost dit automatiseringsproject op? Wat is de kans van slagen? Hoe ziet de oplossing er in grote lijnen uit? Hoeveel gaat het kosten? c Onjuist d Onjuist Vraag 36
Toetsterm 2.1.1.9 - Beheersingsniveau: B - Aantal punten: 1 Een apotheker wil een informatiesysteem waarmee etiketten gemaakt kunnen worden die op te verstrekken medicijnen geplakt kunnen worden.Op deze etiketten worden onder meer verstrekkingsdatum, patiëntnaam, dosering en uiterste houdbaarheidsdatum afgedrukt. Welke 2 onderdelen moet dit informatiesysteem bevatten? Let op, er zijn 2 antwoorden juist. a b c d e
invoerfunctie patiëntgegevens invoerfunctie medicijngegevens mutatiefunctie patiënt- en medicijngegevens invoerfunctie medicijnverstrekking printer voor het afdrukken van etiketten
Juiste antwoord: d en e Twee goed Eén goed
1 punt 0,5 punt
Feedback: a Onjuist, dit is een functie voor de patiëntenadministratie dat ook een separaat systeem kan zijn. b Onjuist, dit is een functie voor de medicijnenadministratie dat ook een separaat systeem kan zijn. c Onjuist, dit is een functie voor de patiënten- en medicijnenadministratie dat ook een separaat systeem kan zijn. d Juist, deze gegevens hebben betrekking op de levering van medicijnen in relatie tot het etiket. Ze moeten tot het systeem behoren wil het werken. e Juist, deze hardware maakt onderdeel uit van het informatiesysteem. Het moet tot het systeem behoren wil het werken.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
19 / 26
Vraag 37
Toetsterm 2.1.1.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Er zijn drie activiteiten binnen een informatiesysteem die samen de informatie produceren die organisaties nodig hebben. Wat zijn deze 3 basisactiviteiten? Let op, er zijn 3 antwoorden juist. a b c d e f
input output communicatie analyse verwerking evaluatie
Juiste antwoord: a, b en e Drie goed Twee goed Eén goed
1 punt 0,66 punt 0,33 punt
Feedback: a, b en e zijn juist. Input, verwerking en output zijn de drie basisactiviteiten binnen een informatiesysteem. Input moet geëvalueerd worden, maar evaluatie is geen basisactiviteit. Communicatie is belangrijk, maar geen basisactiviteit. De drie basisactiviteiten Input, verwerking en output zijn onder meer nodig om een analyse van problemen te kunnen maken.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
20 / 26
Vraag 38
Toetsterm 2.1.1.7 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Om informatiesystemen volledig te kunnen gebruiken moet een manager alle dimensies begrijpen met betrekking tot drie aspecten van informatiesystemen. Welk aspect ontbreekt in dit figuur? Vul het ontbrekende aspect in.
Juiste antwoord: Informatietechnologie Ook goed: Technologie, informatie technologie Feedback: Om informatiesystemen goed te kunnen gebruiken moet je de organisatie, het management en de informatietechnologie begrijpen die de systemen vormgeven. Vraag 39
Toetsterm 2.1.1.3 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Welke actoren horen bij de hieronder genoemde systemen? Sleep elke actor naar het juiste systeem. Actoren: Sociale actor Rationele actor Formele actor Systeem B-systeem I-systeem D-systeem
Geheel goed Half goed
Actor Sociale actor Rationele actor Formele actor
1 punt 0,5 punt
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
21 / 26
Vraag 40
Toetsterm 2.2.7 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 In een organisatie wordt gewerkt met zeer vertrouwelijke gegevens. Men wil voorkomen dat ongeautoriseerde medewerkers toegang krijgen tot deze gegevens. Welke 3 maatregelen helpen om de informatiesystemen te beveiligen tegen deze bedreiging? Let op, er zijn 3 antwoorden juist. a b c d e f
analyse van logfiles authenticatie encryptie firewall inbraakdetectiesysteem off-site back-up opslag
Juiste antwoord: b, d en e Drie goed Twee goed Eén goed
1 punt 0,66 punt 0,33 punt
Feedback: a Onjuist, Logfiles worden periodiek nagelopen op onregelmatigheden. b Juist, Authenticatie helpt wel: het controleert of de persoon is wie hij beweert te zijn en houdt ongeautoriseerde medewerkers buiten. c Onjuist, deze wordt ongedaan gemaakt als men eenmaal toegang heeft tot het systeem. d Juist, een interne firewall kan juist wel helpen ongeautoriseerde gebruikers te verhinderen toegang te krijgen. e Juist, een inbraakdetectiesysteem helpt wel: het detecteert pogingen om met een vals wachtwoord het systeem binnen te dringen. f Onjuist, Off-site opslag van back-ups is een tegenmaatregel in het kader van continuïteit. Vraag 41
Toetsterm 2.2.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is de definitie van het kwaliteitsaspect betrouwbaarheid binnen de informatieverzorging? a Het beperken van raadplegen of muteren van gegevens of programmatuur tot personen die daartoe bevoegd zijn. b Het juist, volledig, tijdig en geoorloofd verwerken van gegevens. c Tegen zo min mogelijk inspanningen (kosten) het gewenste resultaat bereiken. d Er zorg voor dragen dat de informatieverzorging optimaal bijdraagt aan het bereiken van de bedrijfsdoelstellingen. Juiste antwoord: b Feedback: a Onjuist, dit is geoorloofdheid. b Juist, dit is de definitie van betrouwbaarheid volgens Laudon en Laudon. c Onjuist, dit is efficiëntie. d Onjuist, dit is effectiviteit.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
22 / 26
Vraag 42
Toetsterm 2.1.2.6 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is OLAP? a een hulpmiddel voor de analyse en interpretatie van gegevens in een datawarehouse b een datawarehouse met gegevens uit diverse bronsystemen afkomstig c een manier om queries en rapportages te maken op ad hoc basis Juiste antwoord: a Feedback: a Juist, OLAP is een hulpmiddel voor de analyse en interpretatie van gegevens in een datawarehouse b Onjuist, een datawarehouse is waar OLAP plaats kan vinden c Onjuist, deze zijn vooral bedoeld om op ad hoc basis eenvoudige vragen te stellen, de resultaten te analyseren en te rapporteren, niet speciaal voor datawarehouse.
Vraag 43
Toetsterm 2.5.10 - Beheersingsniveau: T - Aantal punten: 1 Een gebruiker belt de helpdesk: een door de gebruiker regelmatig gebruikte applicatie wil niet meer starten. De helpdeskmedewerker voert de gegevens van de gebruiker, de applicatie en het probleem in zijn helpdesksysteem in. Welke van de volgende acties van de helpdeskmedewerker is de juiste? a b c d
de gebruiker vertellen dat de melding direct wordt opgelost doorsturen van de melding naar de IT-afdeling oplossen van de melding urgentie van de melding bepalen
Juiste antwoord: d Feedback: a Onjuist b Onjuist c Onjuist d Juist, eerst moet de melding geclassificeerd en geprioriteerd worden (urgentie bepalen), daarna is duidelijk of de melding door de IT-afdeling opgelost moet worden. Vraag 44
Toetsterm 2.5.3 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is een doelstelling van functioneel beheer voor de korte termijn? a b c d
dat de capaciteit van het systeem voldoet aan de eisen van de organisatie dat overlappende applicaties uitgefaseerd worden dat gebruikers optimaal gebruik kunnen maken van de informatiesystemen dat een release wordt afgerond met bijbehorende informatie over de wijziging
Juiste antwoord: c Feedback: a Onjuist, dit is een doelstelling van technisch beheer voor de korte termijn. b Onjuist, dit is een doelstelling van functioneel en applicatiebeheer voor de middellange termijn. c Juist, dit is een doelstelling van functioneel beheer voor de korte termijn. d Onjuist, dit is een doelstelling van applicatiebeheer voor de korte termijn.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
23 / 26
Vraag 45
Toetsterm 2.5.6 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat zijn 2 activiteiten van het proces wijzigingsbeheer zoals uitgevoerd door functioneel beheer? a b c d e f
het aanbrengen van wijzigingen voor de oplossing van problemen het monitoren van de uitvoering van wijzigingen het wijzigen van IT-diensten, inclusief architectuur, processen, beleid en documenten het plannen van wijzigingen in releases het programmeren van wijzigingen in de functionaliteit het registreren van verstoringen in de werking van het informatiesysteem die kunnen leiden tot wijzigingsverzoeken
Juiste antwoord: b en d Twee goed Eén goed
1 punt 0,5 punt
Feedback: a Onjuist, dit is een activiteit van realisatie. b Juist, dit is een activiteit van wijzigingsbeheer. c Onjuist, dit is een beschrijving van de fase service design van ITIL v3. d Juist, dit is een activiteit van wijzigingsbeheer. e Onjuist, dit is een activiteit van het proces realisatie volgens ASL. f Onjuist, dit is een activiteit van incidentbeheer/management. Vraag 46
Toetsterm 2.1.2.5 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Bij welke software kan men op afstand meetings houden en schermen delen? a b c d e
enterprise systeem multimedia systeem productivity tool supply chain management system utility programma
Juiste antwoord: c Feedback: a Onjuist, een enterprise systeem is een veelal grootschalig systeem voor de ondersteuning van de verschillende bedrijfsprocessen van een organisatie b Onjuist, een multimedia systeem zorgt voor de integratie van tekst, beeld en geluid. c Juist, een tool waarmee men teleconferences kan houden, gericht op de productiviteitsverbetering van een organisatie. d Onjuist, Supply chain management systemen zijn ter ondersteuning van de logistiek. e Onjuist, een utility programma is een systeemondersteunend programma.
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
24 / 26
Vraag 47
Toetsterm 2.1.2.8 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Hieronder staan een aantal generaties en programmeertalen. Sleep de programmeertalen naar de juiste generatie. Programmeertalen: 1 Assembleertalen 2 Component baseddevelopment 3 Hogere programmeertalen 4 Object oriented Juiste antwoord: Generatie Tweede generatie Derde generatie Vijfde generatie Zesde generatie Geheel goed Half goed
Vraag 48
Programmeertaal Assembleertalen Hogere programmeertalen Object oriented Component baseddevelopment 1 punt 0,5 punt
Toetsterm 2.1.2.6 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Wat is een functie van de Supply Chain Management systemen? a b c d e
toegang geven tot de verschillende gekoppelde apparaten ondersteunen van de samenwerking en de communicatie tussen medewerkers plannen van de logistiek naar afnemers buiten de eigen organisatie plannen van mensen en machines in een productiebedrijf sturen van dossiers en bijbehorende taken door een organisatie
Juiste antwoord: c Feedback: a Onjuist, dit is een functie van het I/O-management. b Onjuist, dit is een functie van Groupware software. c Juist, dit is een functie van Supply Chain Management. d Onjuist, dit is een functie van Enterprise Resource Planning systemen. e Onjuist, dit is een functie van workflow systemen. Vraag 49
Toetsterm 2.1.2.1 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 De directeur van een groothandel in levensmiddelen heeft een webshop laten bouwen waarop cateringbedrijven hun bestellingen kunnen plaatsen. Medewerkers van de groothandel voeren aanvullende gegevens in en maken de bestellingen klaar. Daarna wordt de informatie doorgezet naar het systeem van de gecontracteerde vervoerder die de distributie verzorgt. Wat zijn de 2 rollen van het vervoersbedrijf ten aanzien van het informatiesysteem van de webshop? Let op: er zijn 2 antwoorden juist. a belanghebbende b eigenaar c gebruiker
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
25 / 26
d klant Juiste antwoord: a en c Twee goed Eén goed
1 punt 0,5 punt
Feedback: a Juist, het vervoersbedrijf is belanghebbende van het systeem, evenals alle andere betrokken partijen. b Onjuist, de directeur is eigenaar van het systeem. c Juist, het vervoerbedrijf is gebruiker van de output van het systeem. Andere gebruikers zijn de cateringbedrijven en de medewerkers van de groothandel. d Onjuist, de cateringbedrijven hebben de klant-rol in het informatiesysteem. Vraag 50
Toetsterm 2.1.2.2 - Beheersingsniveau: K - Aantal punten: 1 Een keten met drie kledingzaken wil diverse informatiesystemen invoeren, waaronder een webshop en een financieel pakket. Men heeft echter niet de ruimte en de kennis om een server te plaatsen en te beheren. Van welke technologieën kan de organisatie gebruik maken om de gewenste systemen in te voeren? Let op: er zijn 2 antwoorden juist. a b c d e f
client / server netwerk cloud computing grid computing software as a service service oriented architecture virtualisatie
Juiste antwoord: b en d Twee goed Eén goed
1 punt 0,5 punt
Feedback: b en d zijn juist. Cloud computing stelt rekenkracht en softwaretoepassingen beschikbaar aan afnemers. Software as a service levert platformen via internet aan afnemers Einde examen
Voorbeeldexamen Informatiesystemen
26 / 26