INCASSOPROCEDURE BPF GIL DECEMBER 2013
Pagina: Onze referentie: Datum:
2
Incassoprocedure December 2013
Inhoud Inleiding ................................................................................................................................................... 3 1. Verplichting werkgever om informatie te verstrekken ........................................................................ 3 1.1 Informatieplicht van de werkgever ................................................................................................ 3 1.2 Gevolgen bij niet nakoming informatieplicht ................................................................................. 4 1.3 Procedure bij niet nakoming informatieplicht ................................................................................ 4 2. Vaststelling premie .............................................................................................................................. 5 3. Teveel in rekening gebrachte premie .................................................................................................. 5 4. Overschrijding betalingstermijn ........................................................................................................... 6 4.1 Verzenden eerste rappel ................................................................................................................ 6 4.2 Verzenden tweede rappel .............................................................................................................. 7 4.3 Verzenden derde rappel (wettelijke aanmaning) ............................................................................ 7 4.4 Dwangbevel ................................................................................................................................... 7 4.5 Aanvraag faillissement ................................................................................................................... 7 5. Vrijstelling ............................................................................................................................................ 8 6. Geblokkeerde ondernemingen ............................................................................................................ 8 7. Betalingsregelingen ............................................................................................................................. 8 7.1 Algemene bepalingen .................................................................................................................... 8 7.2 Reguliere betalingsregelingen ....................................................................................................... 9 7.3 Betalingsregeling bij aansluiting met terugwerkende kracht ....................................................... 10 8. Melding betalingsonmacht ................................................................................................................ 12 9. Faillissement ...................................................................................................................................... 12 10. Melding aan deelnemersraad .......................................................................................................... 13 11. Onvoorziene gevallen ...................................................................................................................... 13
Pagina: Onze referentie: Datum:
3
Incassoprocedure December 2013
Inleiding De aansluitings- en incassocommissie ziet toe op naleving van de incassoprocedure door AZL. Hiertoe rapporteert AZL periodiek aan de aansluitings- en incassocommissie. Indien zich bijzonderheden voordoen, dan stelt de bestuursadviseur de aansluitings- en incassocommissie hiervan, indien noodzakelijk, tussentijds op de hoogte.
1. Verplichting werkgever om informatie te verstrekken 1.1 Informatieplicht van de werkgever 1. De aangesloten onderneming is verplicht om al zijn werknemers die aan de pensioenregeling van het fonds moeten deelnemen bij het fonds aan te melden. Daarbij dient de aangesloten onderneming ervoor te zorgen dat het fonds de beschikking krijgt over alle door het fonds nodig geoordeelde gegevens. Deze gegevens dienen op door het fonds vast te stellen tijdstippen en voor zover mogelijk via het werkgeversportaal te worden aangeleverd. 2. De aangesloten onderneming is verplicht aan een door het fonds aan te wijzen persoon inzage te verlenen in de administratie van de aangesloten onderneming met betrekking tot de zakelijke gegevens en bescheiden, waarvan de inzage door het fonds nodig wordt geoordeeld voor een goede uitvoering van de pensioenregeling. 3. De aangesloten onderneming dient ervoor te zorgen dat alle vereiste gegevens correct, volledig en tijdig worden verstrekt. Er is sprake van tijdige verstrekking indien de hierna omschreven omstandigheden binnen een maand, nadat deze zich hebben voorgedaan, bij het fonds zijn gemeld: a. initiële aanlevering van het totale deelnemersbestand na aansluiting; b. salariswijzigingen. Dit betreft de salarissen per 1 januari van enig jaar én eventuele salarisdalingen in de loop van een jaar; c. indiensttredingen. Ook werknemers die op het moment van indiensttreding de 21-jarige leeftijd nog niet hebben bereikt, dienen te worden aangemeld; d. uitdiensttreding van werknemers die deelnemer zijn in het fonds; e. wijzigingen in de persoonlijke gegevens van de deelnemers, zoals verandering van deeltijdpercentage, het opnemen van onbetaald verlof, overlijden, (deeltijd)pensionering en vervroegen of uitstellen van de pensioendatum; 4. De kosten die de aangesloten onderneming maakt voor het vergaren en aanleveren van de door het fonds benodigde gegevens op de door het fonds voorgeschreven wijze komen voor rekening van de aangesloten onderneming zelf.
Pagina: Onze referentie: Datum:
4
Incassoprocedure December 2013
1.2 Gevolgen bij niet nakoming informatieplicht 1. Indien de aangesloten onderneming niet binnen de gestelde termijn de gevraagde gegevens aanlevert, corrigeert of aanvult, zoals omschreven in het eerste tot en met het derde lid van het vorige artikel is het fonds bevoegd: a. de aangesloten onderneming een boete op te leggen. Deze boete bedraagt: (I) voor ondernemingen met minder dan 30 werknemers € 500,00 en; (II) voor ondernemingen met meer dan 30 medewerkers € 1.000,00; b. de nodige gegevens naar beste weten vast te stellen en te hanteren bij het vaststellen van de ambtshalve (verhoogde) voorschotnota en definitieve afrekening. De aangesloten onderneming is aan deze vaststelling gehouden. De aldus vastgestelde gegevens worden de nalatige per aangetekend schrijven medegedeeld. 2. Indien de onderneming niet op de in het vorige lid onder a genoemde boete reageert, kan de boete aan de deurwaarder worden overgedragen. 3. De betrokkene is bevoegd binnen 14 dagen na verzending van het in lid 1 onder b genoemde schrijven te bewijzen dat de vaststelling onjuist is en alsnog de verlangde gegevens te verstrekken. 4. Na verificatie van de verlangde gegevens wordt de vaststelling indien nodig gewijzigd. 5. Het bestuur kan bepalen dat een aangesloten onderneming een vergoeding verschuldigd is voor de extra kosten – waaronder begrepen renteverlies – die veroorzaakt zijn door het nalaten de gevraagde gegevens tijdig te verstrekken, of door het verstrekken van onjuiste gegevens.
1.3 Procedure bij niet nakoming informatieplicht Procedure bij initiële aanlevering deelnemersbestand na aansluiting 1. Nadat het bestuur van Bpf GIL heeft besloten dat een onderneming onder de verplichtstelling valt, ontvangt de betreffende onderneming een aansluitingsbrief. In deze brief wordt de onderneming geïnformeerd over zijn verplichting om binnen 1 maand na ontvangst van het besluit alle benodigde gegevens aan Bpf GIL te verstrekken; 2. 3 weken na de aansluitingsbrief wordt een eerste rappel verzonden; 3. 2 weken na het eerste rappel neemt de werkgeversafdeling telefonisch contact op met de onderneming; 4. 2 weken na het telefonisch rappel krijgt de onderneming de onder sub b van het vorige artikel genoemde boete opgelegd. Vooraf wordt de aansluitings- en incassocommissie hierover geïnformeerd. 5. 4 weken na het opleggen van de boete krijgt de onderneming een ambtshalve nota opgelegd. Het bedrag van deze ambtshalve nota wordt als volgt vastgesteld: Premiepercentage x maximale pensioengrondslag x aantal bij Bpf GIL bekende deelnemers x aantal jaren/maanden dat onderneming is aangesloten
Na vaststelling van de ambtshalve nota wordt de vanaf artikel 4 genoemde procedure doorlopen. Procedure jaarlijkse salarisaanlevering per 1 januari 1. Jaarlijks in het begin van de maand december ontvangt de aangesloten onderneming ter herinnering een brief waarin wordt verzocht om tijdige aanlevering van de salarissen per januari van het komende jaar; 2. Eind januari van het betreffende jaar wordt een eerste rappel verzonden;
Pagina: Onze referentie: Datum:
5
Incassoprocedure December 2013
3. 2 weken na het eerste rappel neemt de werkgeversafdeling telefonisch contact op met de onderneming; 4. 2 weken na het telefonisch rappel krijgt de onderneming de onder sub b van het vorige artikel genoemde boete opgelegd. Vooraf wordt de aansluitings- en incassocommissie hierover geïnformeerd. 5. 4 weken na het opleggen van de boete krijgt de onderneming een ambtshalve verhoogde voorschotnota opgelegd. Het bedrag van deze ambtshalve nota wordt in deze situatie als volgt vastgesteld: Bedrag reguliere voorschotnota x cao-loonstijging van betreffend jaar* *Voor de cao-loonstijging worden de in de cao Groothandel in Levensmiddelen genoemde percentages van de halfjaarlijkse structurele loonsverhogingen bij elkaar opgeteld. In cao-loze periodes wordt het jaarlijks door het CBS gepubliceerde percentage loonstijgingen, inclusief bijzondere beloningen, voor de bedrijfstak handel gehanteerd.
Na vaststelling van de ambtshalve nota wordt de vanaf artikel 4 genoemde procedure doorlopen.
2. Vaststelling premie De kwartaalpremie per onderneming, die bij wijze van voorschot wordt vastgesteld, wordt door AZL aan de aangesloten ondernemingen doorgegeven. De voorschotnota wordt elk kwartaal op de laatste dag van de maand voorafgaand aan het nieuwe kwartaal verzonden. De vervaltermijn van deze kwartaalnota's bedraagt 30 werkdagen na de verzenddatum. Gelijktijdig met de voorschotnota wordt ook de afrekennota over het voorafgaande kwartaal verzonden. Vervolgens wordt periodiek een lijst afgedrukt van ondernemingen, die te laat zijn met betalen. Op basis van deze lijst worden (automatisch) het eerste, het tweede rappel en de wettelijke aanmaning (derde rappel) aangemaakt en verzonden. Wijzigingen in premiebedragen worden, voor zover mogelijk, per kwartaal door AZL aan de aangesloten onderneming doorgegeven.
3. Teveel in rekening gebrachte premie Indien Bpf GIL per abuis teveel premie bij een onderneming in rekening brengt en de onderneming deze ook betaald heeft, dan wordt de teveel in rekening gebrachte premie gerestitueerd mét een rentevergoeding conform handelstransacties (8,5% per 1 juli 2013). Dit percentage wordt halfjaarlijks aangepast per 1 januari en 1 juli. Indien de teveel in rekening gebrachte premie is veroorzaakt buiten de schuld van Bpf GIL om, wordt de premie gerestitueerd zonder rentevergoeding. Voordat wordt gerestitueerd vindt verrekening plaats met eventuele openstaande vorderingen. De rechtsvordering tot terugbetaling van onverschuldigd betaalde premie vervalt door verloop van vijf jaren sedert het einde van het boekjaar, waarover de premie is betaald.
Pagina: Onze referentie: Datum:
6
Incassoprocedure December 2013
4. Overschrijding betalingstermijn 1. Bij niet tijdige betaling van de verschuldigde premie, de opgelegde boete of het van hem gevorderde voorschot is de aangesloten onderneming door het enkele verloop van de termijn in verzuim. Het fonds is dan bevoegd van de aangesloten onderneming te vorderen: a. rente over het verschuldigde bedrag vanaf de dag dat het verschuldigde bedrag betaald had moeten zijn tot de dag van betaling; en b. een vergoeding voor de buitengerechtelijke invorderingskosten zoals bedoeld in artikel 6:96, lid 2 sub c, van het Burgerlijk Wetboek, onverminderd de overige kosten van vervolging verschuldigd volgens de wet. 2. Het rentepercentage als bedoeld in het vorige lid is gelijk aan de wettelijke rente inzake handelstransacties. Voor elke maand dat betaling later plaatsvindt dan op de vervaldatum van de betreffende kalendermaand, wordt het verschuldigde bedrag verhoogd met 1/365 van bedoeld percentage, tot in twee decimalen nauwkeurig en vermenigvuldigd met het aantal dagen liggende tussen de vervaldatum en de valutadatum van ontvangst. Verschuldigde rente wordt in beginsel gesaldeerd en aan het eind van het jaar in rekening gebracht. Echter, als in de loop van een kalenderjaar de rente is opgelopen tot € 1.000 wordt onmiddellijk de totaal verschuldigde rente in rekening gebracht. Vervolgens wordt de daarna verschuldigde rente weer gesaldeerd tot een maximum van € 1.000. 3. De vergoeding voor kosten als bedoeld in artikel 96 lid 2, onder c van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek, bedraagt op grond van het Besluit vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten: - 15% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de eerste € 2.500 van de vordering; - 10% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 2.500 van de vordering; - 5% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 5.000 van de vordering; - 1% van het bedrag van de hoofdsom van de vordering over de volgende € 190.000 van de vordering; - 0,5% over het meerdere van de hoofdsom met een maximum van € 6.775. 4. De in het vorige lid bedoelde vergoeding bedraagt ten minste de hoogte van het bedrag aan feitelijke deurwaarderskosten.
4.1 Verzenden eerste rappel Eén werkdag na de vervaldatum wordt het eerste rappel door AZL verzonden. Ondernemingen die de premie over het betreffende kwartaal niet hebben voldaan komen voor een eerste rappel in aanmerking. Deze ondernemingen worden verzocht per omgaande te betalen. Tevens wordt bij het eerste rappel vermeld dat er rente verschuldigd is over de periode vervaldatum tot en met betaaldatum. Daarbij wordt aangegeven, dat deze rentenota aan het eind van het jaar wordt berekend, mits de totale rente niet is opgelopen tot € 1.000, -. Bij elk volgend rappel zal deze mededeling worden herhaald. AZL bewaakt de ontvangst van de verschuldigde bedragen. De bestuursadviseur is bevoegd verschuldigde rente ten bedrage van maximaal € 100 kwijt te schelden, voor zover het de eerste keer in 2 jaar is dat de onderneming te laat betaalt.
Pagina: Onze referentie: Datum:
7
Incassoprocedure December 2013
4.2 Verzenden tweede rappel Het tweede rappel wordt door AZL verzonden 30 dagen na de vervaldatum. Gelijktijdig wordt door telefonisch gerappelleerd bij de ondernemingen. Ondernemingen die geen gehoor geven aan het eerste rappel komen hiervoor in aanmerking. AZL bewaakt de ontvangst van de verschuldigde bedragen.
4.3 Verzenden derde rappel (wettelijke aanmaning) Het derde rappel, de wettelijke aanmaning genoemd, wordt door AZL, verzonden, zodra de termijn van twee weken na verzending van het tweede rappel is verstreken. Het derde rappel wordt opgemaakt conform de vormvereisten wettelijke aanmaning zoals genoemd in artikel 21, tweede lid, Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. De onderneming moet binnen 30 dagen na datering aangetekende brief het verschuldigde bedrag hebben overgemaakt. AZL bewaakt de ontvangst van de verschuldigde bedragen.
4.4 Dwangbevel 1. Een week na de verzending van de wettelijke aanmaning neemt AZL telefonisch contact op met de betreffende onderneming. 2. Indien binnen 30 dagen na de verzending van de wettelijke aanmaning de onderneming nog steeds het verschuldigde bedrag niet of niet volledig heeft voldaan, informeert AZL in hoeverre de onderneming nog meer betalingsachterstanden bij andere partijen heeft met het oog op de mogelijkheid van een gezamenlijke faillissementsaanvraag. 3. Indien geen faillissementsaanvraag aan de orde is, geldt het volgende. AZL vraagt via de bestuursadviseur aan de aansluitings- en incassocommissie goedkeuring om een dwangbevel op te stellen. Voor het opstellen van een dwangbevel geldt een ondergrens van € 500. Na goedkeuring door de aansluitings- en incassocommissie stelt AZL een dwangbevel op, ter grootte van de vordering en vermeerderd met renten en buitengerechtelijke invorderingskosten. Het in te vorderen bedrag zal worden verhoogd met de rente tot aan acht dagen na de betekening van het dwangbevel. Het dwangbevel voldoet aan de vormvereisten van artikel 21, derde lid, Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000. AZL vraagt, door tussenkomst van de bestuursadviseur, de voorzitters van Bpf GIL om ondertekening van het dwangbevel. AZL zorgt ervoor dat het door de voorzitter en vicevoorzitter ondertekende dwangbevel aan de deurwaarder (Janssen & Janssen c.s. Incasso & Gerechtsdeurwaarders) wordt verstrekt. De kosten zijn voor rekening van de betreffende onderneming. 4. Voor vorderingen waarvan het totaalbedrag onder de € 500 uitkomt, beslist de aansluitings- en incassocommissie of deze vordering wordt overgedragen aan de deurwaarder.
4.5 Aanvraag faillissement Een voorstel voor een faillissementsaanvraag wordt door de bestuursadviseur voorgelegd aan de aansluitings- en incassocommissie. Indien de aansluitings- en incassocommissie instemt met het voorstel, geeft AZL opdracht aan de deurwaarder om het faillissement aan te vragen.
Pagina: Onze referentie: Datum:
8
Incassoprocedure December 2013
5. Vrijstelling De aanvraag tot vrijstelling door de onderneming is geen reden om de incassoprocedure te stoppen. Dit betekent dat de betreffende onderneming ook tijdens de afhandeling van zijn aanvraag geconfronteerd kan worden wordt met rappels en uiteindelijk een dwangbevel, indien de openstaande premie niet wordt voldaan. Voorkomende gevallen zullen door de bestuursadviseur ter besluitvorming worden voorgelegd aan de aansluitings- en incassocommissie.
6. Geblokkeerde ondernemingen Het blokkeren van de incassoprocedure heeft tot gevolg dat, tot aan het opheffen van de blokkade van de incassoprocedure, geen rappel(s) en dwangbevel mag worden verstuurd. In twee situaties kan een incassoprocedure worden geblokkeerd, te weten: •
•
Door AZL in de situatie dat een voorschotnota aangepast dient te worden aan de hand van door de werkgever aangeleverde deelnemersgegevens; er vindt blokkering plaats op het moment dat de werkgever daadwerkelijk gecorrigeerde deelnemersgegevens heeft aangeleverd; Op last van de bestuursadviseur, nadat deze daartoe expliciet toestemming van de aansluitingsen incassocommissie heeft verkregen.
AZL zal de geblokkeerde ondernemingen rapporteren in de incassorapportage. Daarnaast informeert AZL de werkgever dat de incassoprocedure tot nader bericht geblokkeerd is en geen verdere incassomaatregelen worden genomen. De bestuursadviseur meldt de aansluitings- en incassocommissie, indien noodzakelijk, voor welke ondernemingen de incassoprocedure is geblokkeerd, onder vermelding van de reden. Als de vordering wordt gedeblokkeerd, zal AZL de werkgever inlichten over de deblokkering en de vervolgstappen.
7. Betalingsregelingen 7.1 Algemene bepalingen Mandaten ten aanzien van goedkeuring betalingsregelingen De bestuursadviseur van AZL is door de aansluitings- en incassocommissie gemachtigd om een betalingsregeling voor maximaal een half jaar, zonder voorafgaande toestemming van de aansluitingsen incassocommissie, aan te bieden. Indien de onderneming een betalingstermijn over een langere periode dan een half jaar wenselijk acht, legt de bestuursadviseur dit verzoek voor aan de aansluitings- en incassocommissie. In afwachting van het akkoord van de aansluitings- en incassocommissie wordt de betalingsregeling onder voorbehoud goedgekeurd, zodat de eerste betaling al gedaan kan worden.
Pagina: Onze referentie: Datum:
9
Incassoprocedure December 2013
De aansluitings- en incassocommissie is, conform de “Taakomschrijving en mandaat van de aansluitings- en incassocommissie”, door het bestuur gemandateerd om voor vorderingen tot een bedrag aan € 100.000, - een betalingsregeling met een maximum looptijd van 2 jaar aan te bieden. In alle overige gevallen beslist het bestuur, na advies door de aansluitings- en incassocommissie.
7.2 Reguliere betalingsregelingen Een verzoek van een onderneming tot uitstel van betaling of een betalingsregeling wordt pas in behandeling genomen indien: • duidelijk vastligt in/op welke termijn(en) de openstaande vordering wordt betaald. Een voorstel hiertoe dient de onderneming zelf op te stellen. Als uitgangspunt geldt dat de vordering uiterlijk binnen een half jaar na de vervaldatum moet worden betaald. De betalingen kunnen zowel maandelijks als wekelijks worden verricht; • de werkgever een automatische incassomachtiging afgeeft voor de betalingsregeling; • de werkgever tevens een automatische incassomachtiging afgeeft voor alle andere facturen gedurende de looptijd van de betalingsregeling. Als aandachtspunt hierbij geldt dat de werkgever over deze werkwijze en de gevolgen hiervan goed geïnformeerd moet worden; • rente in rekening gebracht wordt over de looptijd van de overeengekomen regeling. Deze rente is gelijk aan de rentevergoeding conform handelstransacties (8,5% per 1 juli 2013). Hierbij hanteert Bpf GIL de dagrente die geldt op de dag dat de betalingsregeling aanvangt. Na goedkeuring door de bestuursadviseur, dan wel de aansluitings- en incassocommissie of het bestuur, wordt de onderneming door AZL op de hoogte gesteld van het akkoord. Hierbij wordt tevens vermeld dat rente in rekening wordt gebracht over de looptijd van de betalingsregeling. Niet nakoming betalingsregeling Bij het niet nakomen van een betalingsregeling gelden de hiernavolgende bepalingen: • Indien de onderneming een betaling storneert, dan wordt direct telefonisch contact opgenomen met de onderneming met het verzoek om betaling binnen twee dagen. Daarbij zal worden gemeld dat de betalingsregeling zal worden beëindigd als de betaling niet tijdig is ontvangen en dat het restant van de vordering direct opeisbaar wordt. • De gemaakte afspraken worden per e-mail aan de onderneming bevestigd. • Bij het niet voldoen aan de betalingsverplichting zal de onderneming na akkoord van de aansluitings- en incassocommissie schriftelijk worden geïnformeerd over de beëindiging van de betalingsregeling. Voorts wordt vermeld dat het restant van de vordering binnen 5 dagen geheel moet worden voldaan en dat in alle andere gevallen de vordering wordt overgedragen naar de deurwaarder. • De aansluitings- en incassocommissie wordt op de hoogte gebracht op het moment dat de vordering aan de deurwaarder wordt overgedragen.
Pagina: Onze referentie: Datum:
10
Incassoprocedure December 2013
7.3 Betalingsregeling bij aansluiting met terugwerkende kracht Indien een onderneming aansluit met terugwerkende kracht en verzoekt om een betalingsregeling voor de pensioenpremie over voorgaande kalenderjaren, dan gelden in aanvulling op het vorige lid de volgende bepalingen: Bpf GIL begeleidt werkgevers die aangeven de nota niet te kunnen voldoen proactief en informeert hen vooraf duidelijk over het fondsbeleid, waarbij de volgende stappen worden gevolgd:
− − −
−
−
− •
•
− • • − • •
1. Informeren Van het verleggen van de aansluitdatum kan geen sprake zijn, werknemers kunnen volgens jurisprudentie namelijk ook dan mogelijk aanspraken claimen. Van kwijtschelden werknemersdeel van de premie kan geen sprake zijn, dan zou deze namelijk door andere werkgevers / werknemers voldaan moeten worden. Een betalingsregeling voor de premie over het verleden is bespreekbaar, deze kan echter pas getroffen worden als de aansluiting niet (langer) wordt betwist, de premie naar de toekomst wordt voldaan en alle gegevens over het verleden bekend zijn. Er wordt een contactpersoon toegewezen bij de werkgeversadministratie voor een snelle afhandeling van de gegevensintake. De werkgever kan voor de daadwerkelijke aanlevering van deelnemergegevens een indruk van de premie krijgen m.b.v. een Excel-sheet (welke AZL blanco kan verstrekken), dat hij zelf kan invullen. AZL maakt zelf namelijk geen losse berekeningen, de werkgever kan de deelnemergegevens opgeven in het Werkgeversportaal. Een eenmaal lopende betalingsregeling wordt jaarlijks bekeken aan de hand van de jaarcijfers van de onderneming. 2. Inventariseren Heeft de werkgever een eigen regeling? Ja, dan tot einde uitvoeringsovereenkomst premie betaald te worden aan de oude uitvoerder, en is er geen incasso vanuit Bpf GIL. Indien nodig (als de regeling niet gelijkwaardig blijkt) zal een inkoopsom berekend moeten worden om de regeling gelijkwaardig te maken. Nee, dan direct alle huidige en toekomstige werknemers opgeven aan Bpf GIL. Bij nieuwe achterstanden in de toekomst is een betalingsregeling onbespreekbaar, die vordering dient op de reguliere wijze conform de incassoprocedure betaald te worden. 3. Premie (of inkoopsom) over verleden vaststellen Zijn alle deelnemer- & salarisgegevens over oude jaren opgegeven? Ja, dan geen incasso vanuit Bpf GIL op oude jaren, totdat de betalingsregeling is getroffen. Nee, dan loopt de premie-incasso over het verleden door. Een betalingsregeling is niet bespreekbaar zolang de exacte premie niet bekend is. Zijn de gegevens voor berekening van de inkoopsom bekend en werkt de werkgever mee? Ja, dan geen incasso vanuit Bpf GIL op oude jaren, totdat de betalingsregeling is getroffen. Het kan helaas enige tijd duren om zaken vanuit de verzekeraar bekend te krijgen. Nee, dan geldt het volgende: Er wordt iedere 3 maanden gerappelleerd. Als de werkgever niet actief meewerkt (kan aantonen dat hij de verzekeraar rappelleert & achterna zit voor de gegevens) wordt na 6 maanden de incasso weer gestart. Indien de werkgever wel actief meewerkt, dan wordt na 6 maanden aan de werkgever en verzekeraar aangekondigd dat na maximaal 9 maanden
Pagina: Onze referentie: Datum:
11
Incassoprocedure December 2013
de incasso weer start. Tevens wordt de verzekeraar op de hoogte gesteld van het feit dat melding aan DNB zal volgen, aangezien het fonds haar taak niet kan uitvoeren door de weigering de voor het vrijstellingsverzoek benodigde gegevens tijdig te overleggen.
•
•
•
• •
− • •
• •
•
4. Financiële gegevens & betalingsvoorstel verzamelen a) Wat kan volgens de werkgever betaald worden, naast de premie over de toekomst? De werkgever dient hiervoor zelf een voorstel te doen (Bpf GIL geeft vooraf geen termijn voor de betalingsregeling aan). Indien de werkgever voorstelt om de aflossing binnen een jaar geheel te voldoen, zijn geen nadere stukken vereist, waaruit de financiële situatie van de onderneming kan worden opgemaakt. Indien de werkgever meer dan 1 jaar voorstelt, dient aangegeven te worden dat het fondsbeleid is dat de aflossing binnen 1 jaar geheel moet worden voldaan. Indien het voorstel binnen die termijn van 1 jaar blijft, dan gelden de onder het vorige punt genoemde bepalingen. Bij langer lopende regelingen dienen de onder 4b genoemde stukken overlegd te worden, waaruit de financiële situatie van de onderneming kan worden opgemaakt. Indien de werkgever een betalingsregeling van meer dan 3 jaar voorstelt, dan wordt de werkgever uitgenodigd om ter vergadering van de aansluitings- en incassocommissie zijn voorstel toe te lichten en te bespreken. b) Hoe wordt de financiële situatie van de onderneming geschat? De werkgever dient de jaarrekening over het afgelopen jaar en de begroting voor het huidige jaar te overleggen. • De werkgever dient een accountantsverklaring te overleggen, waaruit blijkt dat hij aan de voorgestelde betalingsregeling kan voldoen. . 5. Administratieve afhandeling Jaarlijks wordt de financiële positie van de werkgever geëvalueerd Aan de hand van de jaarcijfers kan de aflossing mogelijk worden verhoogd of verlaagd. De nakoming van de betalingsregeling wordt gerapporteerd in de incasso-rapportage. 6. Rente en kosten Als een betalingsregeling binnen een jaar geheel wordt nagekomen, dan worden geen rente en/of kosten in rekening gebracht. Bij langer lopende regelingen of bij niet nakoming van regelingen worden wel rente en kosten in rekening gebracht. De rente is gelijk aan de wettelijke rente voor consumententransacties (3% per 1 juli 2013). Hierbij hanteert Bpf GIL de dagrente die geldt op de dag dat de betalingsregeling aanvangt. Indien langer lopende regelingen goed worden nagekomen, dan overweegt de aansluitings- en incassocommissie aan het einde van de looptijd om geen rente en kosten in rekening te brengen.
Pagina: Onze referentie: Datum:
12
Incassoprocedure December 2013
8. Melding betalingsonmacht Als een onderneming niet tot betaling in staat is, is de bestuurder van die onderneming wettelijk verplicht dit onverwijld (uiterlijk 14 kalenderdagen na de dag waarop de bijdrage had moeten zijn voldaan) aan het fonds te melden (artikel 23 Wet Bpf 2000). Na ontvangst van de melding betalingsonmacht stuurt AZL een ontvangstbevestiging naar de onderneming. Voldoet een bestuurder niet aan deze meldingsplicht dan is deze hoofdelijk aansprakelijk 1. Indien bij een faillissement blijkt dat het fonds geen melding heeft ontvangen van betalingsonmacht en er sprake is van een totale premie achterstand vanaf € 10.000 dan kan de aansluitings- en incassocommissie besluiten dat de bestuurders van de betreffende onderneming aansprakelijk worden gesteld. De aansprakelijkheid zal alleen worden gevorderd voor dat deel van de totale vordering, dat niet kan worden ingediend bij het UWW. Dit betreft vorderingen die betrekking hebben op premies ouder dan 1 jaar voor beëindiging dienstverband. Deze procedure geldt eveneens in het geval een onderneming surseance van betaling aanvraagt.
9. Faillissement Na melding (door de curator of de onderneming) bij Bpf GIL dat een aangesloten onderneming in staat van faillissement is gesteld, wordt binnen 2 weken een voorlopige vordering ingediend bij de curator. In de brief aan de curator wordt vermeld dat de definitieve bedragen pas na ontvangst en verwerking van de ontslagdata van UWV ingediend kunnen worden, zodat in ieder geval tijdig, dus binnen de verificatieperiode, een vordering is ingediend. Nadat de ontslagdata van UWV zijn ontvangen, wordt de definitieve vordering berekend. Bij het vaststellen van deze vordering dient onderscheid te worden gemaakt in hoofdvordering, renten en kosten én in de vordering die verschuldigd is over tijdvakken tot de dag van faillietverklaring en die vanaf de dag van faillietverklaring. De vordering vanaf de faillissementsdatum, dus als de curator de bedrijfsvoering voortzet, is een boedelschuld en gaat vóór vorderingen van UWV of de fiscus. Indiening vordering UWV Op grond van de artikelen 61 en 64 WW worden de pensioenpremies, verschuldigd over tijdvakken gelegen één jaar voor het beëindigen van de arbeidsovereenkomst van de werknemers, ingediend bij UWV. Dit is mogelijk voor de werknemers die zich bij UWV gemeld hebben met het verzoek tot een uitkering wegens betalingsonmacht, oftewel een faillissementsuitkering. UWV kan in dat geval bij de afwerking van het faillissement in plaats van Bpf GIL als schuldeiser optreden. Indiening vordering Curator Bij de curator wordt de totale definitief vastgestelde vordering ingediend. Hierbij wordt aangegeven, dat de vordering eveneens (voor een deel) bij UWV is ingediend.
1
Hof Leeuwarden 28 februari 2012, LJN BV7210
Pagina: Onze referentie: Datum:
13
Incassoprocedure December 2013
Overig De aansluitings- en incassocommissie wordt in de incassorapportage geïnformeerd over het verloop van de procedure. Na beëindiging van de arbeidsovereenkomst worden de opgebouwde aanspraken tot einde dienstverband premievrij gemaakt.
10. Melding aan deelnemersraad 1. Het bestuur informeert elk kwartaal schriftelijk de deelnemersraad indien sprake is van een premieachterstand ter grootte van vijf procent (5%) van de totale door het fonds te ontvangen jaarpremie en tevens niet voldaan wordt aan de bij of krachtens artikel 131 van de Pensioenwet geldende eisen inzake het minimaal vereist eigen vermogen. 2. Het bestuur informeert, indien sprake is van de hiervoor bedoelde situatie, ook elk kwartaal de ondernemingsraad van een bepaalde onderneming die nog premie aan het fonds verschuldigd is.
11. Onvoorziene gevallen Bij twijfel over het te hanteren beleid ingevolge deze procedure wordt het incassodossier via de bestuursadviseur voorgelegd aan de aansluitings- en incassocommissie.
Aldus vastgesteld en ondertekend door het bestuur van Stichting Bedrijfstakpensioenfonds voor de Groothandel in Levensmiddelen te Utrecht, d.d. 2 december 2013.
------------------------------------------Dhr. B.P. Heineman, plaatsvervangend werkgeversvoorzitter
------------------------------------------mw J. Bergervoet werknemersvoorzitter