09
VAKBLAD VOOR MANAGERS VAN OPERATIEAFDELINGEN
GER CREEMERS (MÁXIMA MEDISCH CENTRUM)
GAAT NAAR AFGHANISTAN
IGZ-CONGRES: VEILIG OMGAAN MET MEDISCHE TECHNOLOGIE PROMOVENDUS MARIEKE ZEGERS OVER PATIËNTVEILIGHEID VMS VEILIGHEIDSPROGRAMMA: THEATER OVER DILLEMA’S SYMPOSIUM MEDIRISK: TOONT TUSSENSTAND OK-PROJECT OKM_03_2009.indd 1
17-09-2009 10:23:30
ProcedurePak® De handige en efficiënte oplossing op maat van uw OK
HiBi® Doeltreffend ontsmetten met langdurig effect
BARRIER® De optimale bescherming voor patiënt en zorgverlener
Biogel® De gouden standaard voor operatiehandschoenen
O
Mölnlycke Uw betrouwbare partner in de OK
Mölnlycke: expertise in de peri-operatieve zorg.
Mölnlycke Health Care BV, Postbus 3196 NL - 4800 DD Breda – Tel. 076 521 96 63, Fax 076 522 17 82 Mölnlycke Health Care NV, Berchemstadionstraat 72 bus 2 BE - 2600 Berchem – Tel. 03 286 89 50, Fax 03 286 89 52 De Mölnlycke Health Care naam, het Mölnlycke Health Care logo, Biogel®, HiBi®, ProcedurePak® en BARRIER® zijn gedeponeerde handelsmerken van Mölnlycke Health Care. www.molnlycke.com
OKM_03_2009.indd 2
17-09-2009 10:23:33
adv OK-ni ad
Snel op de hoogte met
OK nieuws.nl Ontwikkelingen in de wereld van de OK volgen elkaar in snel tempo op. Daarom vindt u op www.OKnieuws.nl dagelijks:
• het laatste nieuws • interessante achtergrondverhalen • agenda met vakevenementen • vacatures
Dé nieuwssite voor de OK: van operatieassistent tot anesthesiemedewerker en van OK-manager tot chirurg. OKM_03_2009.indd adv OK-nieuws.indd OK-nieuws indd 31
17-09-2009 4/27/09 10:23:36 2:46 PM
FOTO: FOTOTEAM-KENM.NL
VOORWOORD
Inspiratie In de zomer is het vaak komkommertijd in bedrijven. Belangrijke besluiten, bijzondere vergaderingen en niet-essentiële overlegvormen worden opgeschoven tot de vele collega’s zijn teruggekeerd. Ook in het ziekenhuis merkt u ongetwijfeld dat er minder te doen is. De OK draait met minder kamers, velen zijn afwezig door vakantie en het managementteam is ook niet compleet. Het gevolg is dat er wel getranspireerd wordt maar niet geïnspireerd. En dat is toch jammer, want het zie-
kenhuis in de zomer is toch hetzelfde als dat in andere tijden van het jaar. Juist in een rustige tijd zou meer ruimte moeten kunnen zijn voor reflectie, nadenken over de vele vragen die ons bezighouden, zoals: ‘Waarom doen we nu wat we doen?’ Ja, u snapt het al: dit wordt een filosofisch praatje. En daar is niets mis mee, want we nemen naar mijn idee veel te weinig tijd voor filosofische praatjes of voor momenten van nadenken, van omdenken misschien wel. Druk als we zijn, rennen we achter vele wanen van vele dagen aan. We weten dat het anders zou kunnen, maar zijn nu eenmaal grootgebracht met druk doen, druk zijn en druk maken. Onder druk wordt alles vloeibaar, ook uw energie, die vervolgens weglekt. Wat inspireert u eigenlijk in de zomertijd? Mogelijk bent u al bezig in de glazen bol te kijken die als naam ‘begroting 2010’ heeft gekregen. U telt de vele extra verrichtingen die u denkt te gaan faciliteren en rekent vervolgens uit hoeveel fte en hoeveel materiaal dit gaat kosten. Natuurlijk, dat is een essentieel onderdeel van
uw taak, toch? Hoeveel energie krijgt u ervan? Vooral als u denkt dat niet één begroting gehaald is de afgelopen jaren en u wel verantwoordelijk bent maar niet (voldoende) bevoegd. Mogelijk bent u bezig met nieuwe OK-schema’s, met het opruimen van uw kamer of van uw mailbox. Bent u ook bezig met uw eigen schema: wat ga ik eigenlijk doen komend seizoen? Met uw eigen begroting: hoe houd ik energie over? Met uw eigen mailbox (uw hoofd): neem ik de tijd voor inspiratie of heeft de transpiratie mij te pakken? Even stilstaan (ja, dezelfde Standortbestimmung als in mijn vorige stukje) is belangrijk, mensen. Neem de tijd of de tijd neemt u! Eduard Monteban Voorzitter NVLO
[email protected]
Nederlandse Vereniging Leidinggevenden Operatieafdeling
COLOFON OK Management is het vakblad voor het management in de operatiekamer. Het wordt gemaakt in nauwe samenwerking met de NVLO, de Nederlandse Vereniging Leidinggevenden Operatieafdeling en fungeert als forum en platform voor informatieuitwisseling tussen NVLO-leden. OK Management verschijnt vier keer per jaar. OK Management biedt nieuws over het management van de OK in de meest brede zin.
Uitgever: Ralf Beekveldt Bladmanager: Menno Goosen
[email protected] NVLO-coördinator: Annerieke de Vries
2e jaargang nummer 3-2009.
Vaste medewerkers: Corina de Feijter, Cindy Lammers, Astrid van Pelt, Marieke Los, Linda van Pelt, Leonore Pulleman, Pieter Pulleman, Stan Verhaag.
Redactieadres Y-Publicaties / OK Management Postbus 10208, 1001 EE Amsterdam Tel: 020-520 60 60 E-mail:
[email protected]
Eindredactie: Marloes van Hoorn Tekstcorrectie: Marijn Mostart Beeldredactie: Menno Goosen Vormgeving: Annelies van Turnhout Druk: BalMedia
Coverfoto: Johannes Abeling
Fotografen: Johannes Abeling, Dirk van Baren, Valentijn Brandt, Mona van de Berg, Robbert Hendriks, Nationale Beeldbank, Eric van Nieuwland, Stockxpert.com, Henk Veenstra (Henx), Edwin Wiekens en Ivonne Zijp. Advertenties: Cross Advertising Telefoon: 010-4090588 E-mail:
[email protected] Abonnementen en adreswijzigingen SP Abonneeservice Postbus 105, 2400 AC Alphen a/d Rijn Telefoon: 0172-476085 E-mail:
[email protected] Toezending van OK Management is voor NVLO-leden gratis onderdeel van hun lidmaatschap.
Voor niet-leden gelden de volgende abonnementsprijzen: Jaarabonnement: € 80 / Losse nummers: € 20 Abonnementen buiten Nederland: € 95 Alle prijzen zijn incl. btw en verzendkosten. Prijswijzigingen voorbehouden. Opzegging betaalde abonnementen: schriftelijk, uiterlijk twee maanden voor afloop van de abonnementsperiode. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch met een jaar verlengd. © 2009 OK Management Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van boekdruk, foto-offset, microfilm of welke methode dan ook zonder schriftelijke toestemming van de uitgever.
4 OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009
OKM_03_2009.indd 4
17-09-2009 10:23:38
INHOUD
10
14
22
18
26
10 IGZ-CONGRES MEDISCHE TECHNOLOGIE
18 ONDERZOEK PATIËNTVEILIGHEID
Het centrale thema van het afgelopen IGZ-congres was veilig omgaan met medische technologie. ‘Je bent pas bevoegd als je bekwaam bent.’
Een interview met Marieke Zegers, een van de onderzoekers die de patiëntveiligheid in Nederlandse ziekenhuizen in kaart brachten.
14 PORTRET: GER CREEMERS
22 CONFRONTEREND MEDISCH THEATER
Ger Creemers, Hoofd OK Chirurgie van het Máxima Medisch Centrum, wordt eind november uitgezonden naar Kamp Holland in Afghanistan om daar tien weken te werken.
Het VMS Veiligheidsprogramma wil incidenten in ziekenhuizen terugdringen. Een van de tools: theatervoorstelling ‘Dag & Nacht’.
26 OK-VANGNETTEN MediRisk presenteerde de tussenstand van zijn OK-project op een symposium. Over debriefing en de taal van je medewerkers.
EN VERDER: 04 COLUMN | 06 NIEUWS |30 BOEKEN De verschijning van OK Management wordt mede mogelijk gemaakt door de volgende Founding Fathers:
OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 5
OKM_03_2009.indd 5
17-09-2009 10:23:40
NIEUWS Tekst: Menno Goosen
CONSUMENTENBOND: VEILIGHEID PATIËNT IN ZIEKENHUIS NIET GOED Het zit nog niet goed met de veiligheid in ziekenhuizen. Dit blijkt uit een onderzoek door de Consumentenbond onder 670 verpleegkundigen. Ongeveer de helft van de ondervraagden geeft aan dat lang niet alle fouten en incidenten intern worden gemeld. Dat is ernstig, want niet melden vergroot de kans op herhaling. Ernstige missers waarbij patiënten overlijden of zwaar gedupeerd zijn, moeten bovendien gemeld worden aan de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ), maar ook dat schiet er vaak bij in. Verder geeft 22 procent van de verpleegkundigen aan dat er volgens hen op hun afdeling één of meerdere artsen werken
die slecht functioneren. Een ander opvallend cijfer: meer dan de helft van de verpleegkundigen moet regelmatig de emmer met sop ter hand nemen, omdat de schoonmaakploeg er te weinig is of zijn werk niet goed doet. Ruim 18 procent vindt dat door het gebrekkig schoonmaken van de kamers de patiëntveiligheid minimaal wekelijks in het geding is. Uit dezelfde enquête blijkt dat het door het beddentekort in ziekenhuizen regelmatig voorkomt dat patiënten op een verkeerde afdeling liggen. Zo kan iemand met een maagaandoening op de hartafdeling terechtkomen. Hierover zijn inmiddels Kamervragen gesteld.
FOTO: JOHANNES ABELING
INVOERING VMS KOMT OP GANG Het Veiligheidmanagementsysteem (VMS), dat moet bijdragen tot minder vermijdbare fouten en een grotere patiëntveiligheid, komt langzaam op gang. Dat concludeert de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ). Vooral het proactief signaleren van risico’s is naar de mening van de IGZ bij 10 van de 24 bezochte ziekenhuizen nog onvoldoende. Ook moet de betrokkenheid bij het VMS van arts-assistenten in alle ziekenhuizen veel groter zijn. Het leren van incidenten via het systeem van Veilig Incidenten Melden (VIM) per afdeling komt wel goed op gang. Bij het VIM staat centraal dat per afdeling incidenten worden gemeld en geanalyseerd, met als doel van onbedoelde fouten te leren en ze in de toekomst te voorkomen. Lees het IGZ-rapport op www.igz.nl/publicaties/rapporten/ 1772323/vms-ziekenhuizen.
AMSTERDAM AAN KOP MET ‘DURE DIRECTEUREN’ De interim-directeur die vorig jaar tien maanden lang het BovenIJ Ziekenhuis in Amsterdam leidde, kreeg hiervoor 488.000 euro betaald. Dit blijkt uit de top veertig van directiesalarissen die de SP onlangs publiceerde. Op nummer één staat een interim-directeur die zes maanden het Amphia Ziekenhuis in Breda leidde, tegen een betaling van 386.000 euro, wat op jaarbasis neerkomt
op 773.000 euro. Goede tweede zijn de IJsselmeerziekenhuizen in Flevoland, waar een tijdelijk ingehuurde directeur in drie maanden 155.000 euro kreeg; op jaarbasis is dat 620.000 euro. Amsterdamse ziekenhuisdirecteuren zijn met zes hoogbetaalde managers goed vertegenwoordigd in de lijst. Bij het OLVG verdienden twee directeuren beiden vier ton. Een van hen kreeg dit
voor acht maanden werk. AMC en VUmc zijn vertegenwoordigd met salarissen uiteenlopend van 270.000 euro tot drie ton. Twee van de drie directeuren verdienen nog steeds meer dan de norm van maximaal 240.000 euro die de directeurenvereniging NVDZ zelf heeft opgesteld. Vooral interimmers schieten daarboven uit. (Bron: Het Parool & Zorgpers)
6 OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009
OKM_03_2009.indd 6
17-09-2009 10:23:49
LEIDERSCHAP VAN ZIEKENHUISBESTUURDERS DOET ERTOE Een raad van bestuur van een ziekenhuis die uitstraalt dat kwaliteit belangrijk is, krijgt de medisch specialisten daarin mee. Dit blijkt uit een publicatie van onderzoekers van het NIVEL, de Universiteit Twente en EMGO Instituut, verschenen in het wetenschappelijk tijdschrift Health Policy. Een medisch specialist die merkt dat de raad van bestuur kwaliteitsverbetering daadwerkelijk stimuleert en die bovendien werkt in een omgeving waarin collega’s dat ook zo zien, spant zich meer in voor kwaliteitsverbetering. Het omgekeerde is ook het geval, stelt Cordula Wagner, programmaleider Kwaliteit en organisatie bij het NIVEL: als een directie onduidelijk is over het belang van kwaliteitsverbetering en dat is voor collega’s ook onduidelijk, dan werkt een arts minder vaak mee aan verbetertrajecten.
ADVERTENTIEFRAUDE EUREKA MEDIA Wij maken u attent op het volgende: het bedrijf Eureka Media stuurt faxformulieren rond voor herplaatsing van advertenties die uit de vakbladen OK Management en OK Operationeel (Uitgeverij Y-Publicaties) gehaald zijn. Deze advertenties worden echter NIET in OK Operationeel en OK Management geplaatst, maar in het blad Carrière Perspectief. Let u er daarom goed op dat u alleen plaatsingsopdrachten tekent die door Uitgeverij Y-Publicaties of ons acquisitiebureau Cross Advertising verstuurd zijn. Vorig jaar benadeelde Eureka Media Gelre Ziekenhuizen voor € 80.000. Het ziekenhuis spande toen een rechtszaak aan en werd in het gelijk gesteld. Het in Assen gevestigde bedrijf Eureka Media
moest het bedrag terugbetalen aan Gelre Ziekenhuizen. Eureka Media heeft zich volgens de rechter schuldig gemaakt aan advertentiefraude. Het bedrijf kopieerde personeelsadvertenties uit vakbladen en plaatste die door in het eigen blad Carrière Perspectief. Onder valse voorwendselen werd een plaatsingsovereenkomst verkregen. De rechtbank stelde verder dat Carrière Perspectief geen publiciteitswaarde heeft en daarmee voor adverteerders niet interessant is. Eureka Media doet aan zelfverrijking ten koste van anderen, zo staat in het vonnis. En ook: De opzet van het blad is om ‘bedrijven en instellingen geld uit de zak te kloppen zonder dat daar een reële tegenprestatie tegenover staat.’ Uitgeverij Y-Publicaties / Cross Advertising
ZGT REIKT KWALITEITSPRIJS UIT
GEZOCHT: COVERMODELLEN M/V
Heeft u nieuws? Mail naar okmanagement @y-publicaties.nl. OK Nieuws Het actueelste OK-nieuws vindt u op www.oknieuws.nl.
FOTO: ZGT
Voor de rubriek portret zijn we op zoek naar leidinggevenden van operatieafdelingen. Vind je het leuk om geïnterviewd én gefotografeerd te worden? Mail dan naar
[email protected]. Voor het eerst heeft ZGT, met ziekenhuizen in Almelo en Hengelo, de ZGT-Kwaliteitsprijs uitgereikt. De drie juryprijzen bestaan uit 2000, 1000 en 500 euro. Met het geld moet de kwaliteit van de patiëntenzorg worden bevorderd. De eerste prijs ging naar het Centrum voor Geriatrische Traumatologie. Sinds april 2008 krijgen patiënten van 65 jaar en ouder hier een multidisciplinaire behandeling van een traumachirurg, geriater en fysiotherapeut. Ook het verpleeghuis doet mee. De tweede prijs gaat naar het initiatief
voor een snellerherstelprogramma na darmchirurgie. Het snellere herstel wordt onder meer bereikt door een multidisciplinaire aanpak, toepassing van minimaal invasieve operatietechnieken, gerichte voedingsadviezen voor en na de operatie en coaching van de patiënt door speciale snellerherstelverpleegkundigen. De derde prijs gaat naar het short stay-beleid voor borstkankerpatiënten. Door een goede interne en externe afstemming in multidisciplinair verband worden meer patiënten geholpen en wordt de wachtlijst verkort. OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 7
OKM_03_2009.indd 7
17-09-2009 10:23:51
Durft u te spelen met Infectiepreventie? Speel geen blufpoker op uw werkvloer.
HARTMANN Risk Prevention!
Speelt u toch graag op uw werkvloer? Bestel dan de speelkaarten bij HARTMANN. Gaat u voor zekerheid? Vraag dan informatie aan over HARTMANN Risk Prevention. Paul Hartmann B.V. Eddy Kelderman-Verharen Product Manager Risk Prevention • e-mail:
[email protected] • Tel: 024-3723689 OKM_03_2009.indd 8
17-09-2009 10:23:52
NIEUWS ERVARINGEN MET HULPMIDDELEN ONVOLDOENDE GEMONITORD Fabrikanten van medische hulpmiddelen dienen voortdurend ervaringen van gebruikers te inventariseren om de risico’s van hun producten te verminderen. Op essentiële onderdelen gebeurt dit echter onvoldoende, waardoor de veiligheid van patiënten en gebruikers in het gedrang kan komen. Dit blijkt uit onderzoek van het RIVM in opdracht van de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Voor het onderzoek hebben fabrikanten enquêtes over deze continue cyclus van productverbetering ingevuld en procedures over onderdelen
hiervan verstrekt. Het gaat om fabrikanten van infuuspompen en van desinfecterende wasmachines voor flexibele endoscopen. Daarnaast zijn ook fabrikanten aangeschreven waarvan nieuwe hulpmiddelen, zoals stents, werden geevalueerd in een klinische studie. Voordat fabrikanten een hulpmiddel op de markt mogen brengen, moeten zij de risico’s ervan in kaart brengen en maatregelen nemen om deze uit te sluiten of te beperken. Na de introductie op de markt dienen zij systematisch en herhaaldelijk na te gaan of de risico-in-
KLINK VRAAGT UMCG UITLEG OVER INDIASE OPERATIE-ASSISTENTEN Minister Ab Klink van Volksgezondheid, Welzijn en Sport heeft in een brief aan het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) opheldering gevraagd over het werven van Indiase operatieassistenten. Met die informatie wil hij Kamervragen van de SP beantwoorden.
Het UMCG heeft afgelopen zomer veertien assistenten geworven in India, omdat er in Nederland een tekort is. Ontwikkelingsorganisatie Wemos uitte kritiek, omdat goed opgeleid medisch personeel uit India wordt weggelokt. (Bron: ANP)
WERK MEE AAN OKNIEUWS.NL Wil je meedoen en meedenken met een unieke website op het gebied van de OK? Of ken je iemand die dit interessant vindt? Y-Publicaties zoekt vrijwilligers-plus. Dit voorjaar is Y-Publicaties, uitgever van OK Operationeel en OK Management, een nieuwssite gestart op het gebied van de OK: oknieuws.nl. Wegens groot succes willen wij deze website verdiepen en verbreden. Hiervoor zoeken wij OK-medewerkers – operatie- en anesthesieassistenten, OK-managers, chirurgen, studenten – die: • een column of weblog willen schrijven om hun OK-belevenissen met ons te delen; • kennis hebben op het gebied van cao-ontwikkelingen; • kennis hebben op het gebied van studie en loopbaan; • kennis hebben op het gebied van protocollen en richtlijnen; • uitspraken op het gebied van medisch tuchtrecht willen volgen. Met vrijwilliger-plus bedoelen wij dat we geen salaris kunnen bieden, maar uiteraard wel een onkostenvergoeding plus een geringe vergoeding in andere vorm. Interesse? Stuur een e-mail naar
[email protected]. Vermeld daarbij je naam, telefoonnummer en functie en geef aan wat je wilt doen voor oknieuws.nl.
schatting en maatregelen nog acceptabel zijn. Het verzamelen van ervaringen met hulpmiddelen bleek te variëren van een onvoldoende, ‘passieve’ klachtenprocedure tot een adequate werkwijze waarin patiënten ‘actief’ worden gevolgd. Een veelvuldig geconstateerde tekortkoming is dat na een aanpassing van het medische hulpmiddel geen nieuwe risico-inschatting wordt gemaakt. Deze koppeling is cruciaal omdat productaanpassingen nieuwe risico’s met zich mee kunnen brengen.
BURN-OUT ONDER SPECIALISTEN IN OPLEIDING Binnen het UMCG ervaart 13 procent van de artsen in opleiding tot medisch specialist (AIOS) middelmatige tot ernstige burn-out. Landelijk blijkt 21,6 procent van de AIOS in Nederland burn-out te ervaren. Dit blijkt uit onderzoek van promovendus Jelle Prins van de Rijksuniversiteit Groningen. De relatie met de supervisor blijkt van directe invloed op burn-out onder AIOS. Zijn AIOS minder tevreden met de sociale steun die ze van hun supervisor ervaren, en ervaren ze minder reciprociteit in de relatie met de supervisor, dan heeft dat direct een negatief effect op burn-out. Jelle Prins heeft daarnaast de relatie aangetoond tussen burn-out en door de AIOS zelf gerapporteerde fouten in de patiëntenzorg. AIOS met burn-out blijken significant meer fouten te rapporteren dan collega’s die niet aan de criteria van burn-out voldeden. Ook blijkt dat AIOS die erg bevlogen zijn (11 procent van hen) minder fouten rapporteren dan minder bevlogen collega’s.
OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 9
OKM_03_2009.indd 9
17-09-2009 10:23:53
Veilig omgaan met medische technologie was het centrale thema van het zevende IGZcongres. Diverse deskundigen gaven op 11 juni in de Rotterdamse Doelen hun visie aan de hand van praktijkvoorbeelden. Aan het einde van de dag werd ook de IGZ ZorgVeiligPrijs uitgereikt. TEKST: LEONORE PULLEMAN | FOTO’S: ANNEKE ANEMA (IGZ)
IGZ-CONGRES:
‘Voor een veilig gebruik van medische technologie zul je moeten oefenen. Dit geldt van tillift tot stamcel’, argumenteerde veiligheidsdeskundige bij TU Eindhoven en cardiochirurg prof.dr. Bas de Mol in zijn toespraak.
MEDISCHE TECHNOLOGIE, VEILIG VAN O
M
et een indrukwekkend filmpje opende hoofdinspecteur Jan Fesseur het IGZ-congres. Manager Johan Postma van Isala klinieken vertelde in de film open en eerlijk over een fout die is gemaakt in zijn ziekenhuis. Een medewerker diende te veel morfine toe aan een patiënt door diverse oorzaken: er was beslist de infuuspompen nog niet te vervangen door veiligere modellen; daarnaast was het dienstrooster aangepast en niet helemaal toereikend. De terminale patiënt overleed te vroeg door de te hoge dosering. Belangrijk was dat Postma ook zelf verantwoording nam en vond dat de fout in eerste instantie terug te leiden was tot het management. De collega die de fout had gemaakt, is ook niet uit het team gehaald, maar heeft wel de gelegenheid gekregen om zijn ervaringen met collega’s te delen.
ONVOLDOENDE TRAINING Inspecteur-generaal Gerrit van der Wal vulde het beeldende voorbeeld aan met andere ‘missers’ van de afgelopen tijd. Een niet voldoende gereinigde scoop leidde tot het terugroepen van patiënten. Elders werden prikpennen voor persoonlijk gebruik bij meerdere personen toegepast. Met Zweedse (onrust)banden werden fouten gemaakt en een maagsonde belandde abusievelijk in de longen van een patiënt. Diverse onderzoeken (zoals dat van Rein Willems in het kader van Sneller Beter en van EMGO/NIVEL naar patiëntveiligheid) lieten zien dat nog te veel patiënten overlijden door fouten. Volgens de onderzoekers is onvoldoende getraind personeel daarbij de grootste risicofactor. Van der Wal eindigde zijn voordracht met het standpunt: ‘Voor nieuwe medische technologie geldt: je bent pas bevoegd als je bekwaam bent.’
10 OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009
OKM_03_2009.indd 10
17-09-2009 10:23:55
Hoofdinspecteur IGZ Jan Vesseur opende het congres met een filmpje waarin Johan Postma van Isala Klinieken openlijk vertelde over een ernstige fout die is gemaakt in zijn ziekenhuis.
Prof.dr. Peter de Jaegere van het Erasmus Medisch Centrum sprak over opleiding/vaardigheidscertificering (het snijbewijs).
N ONTWERP TOT TOEPASSING GOED VOORBEELD DOET GOED VOLGEN Minister Ab Klink vertelde over het spoedinterventieteam van het Arnhemse Rijnstate Ziekenhuis. Dat ging kijken naar de veiligheidsmaatregelen in een marinebasis. Ze zagen de discipline, bekeken de simulatoren. Bij de marine is het gebruikelijk dat een ondergeschikte ook een hogere in rang bekritiseert. Alle meldingen moeten opgevolgd worden. Bij apparatuur is een tweede check van een collega, die eventueel wijst op wat fout gegaan is, van belang. ‘Durf ook in ziekenhuizen kritisch te zijn, want het doel is de veiligheid van de patiënt.’ Klink haalde aan dat helikopterpiloten een checklist afwerken voor ze opstijgen. In diverse ziekenhuizen is dit inmiddels ook opgepakt. Teams werken een lijstje af met zaken vóórdat een ingreep plaatsvindt. Hij voegde toe dat het uitreiken van
prijzen in de zorg ervoor zorgt dat goed voorbeeld goed doet volgen. Verder betoogde hij dat van goede instructies zowel de patiënt als de zorgverlener profijt heeft. ‘Dat geldt niet alleen voor hightech, ook voor het omgaan met bijvoorbeeld een tillift is het essentieel.’ De minister refereerde aan het rapport ‘Staat van de gezondheidszorg 2008’, dat alle deelnemers uitgereikt kregen. Dit rapport heeft als ondertitel: ‘Risico’s van medische technologie onderschat’. ‘De veiligheid is in eerste instantie de verantwoordelijkheid van de zorgverleners zelf. Wij ondersteunen initiatieven die erop gericht zijn de risico’s te beperken. De raad van bestuur van ziekenhuizen is eindverantwoordelijk voor aanschaf en onderhoud en bepaalt of een nieuwe aanschaf ook meerwaarde heeft. Vervolgens dient het gebruik periodiek geOK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 11
OKM_03_2009.indd 11
17-09-2009 10:23:59
De toespraak van minister Ab Klink opende met het voorbeeld van het spoedinterventieteam van het Arnhemse Rijnstaete Ziekenhuis dat ging kijken naar de veiligheidsmaatregelen in een marinebasis.
controleerd te worden en dienen de vaardigheden getraind te worden. Want elk type infuuspomp heeft een eigen gebruiksaanwijzing.’ Tot slot gaf Klink aan dat hij blij was met de grote opkomst op het congres. Omdat calamiteiten nog te weinig gemeld worden bij de Inspectie, was zijn afsluitende advies aan de aanwezigen verantwoording te nemen en vermijdbare fouten niet te accepteren.
DE TECHNIEK WERKT WÉL! ‘Oefening is de norm’, aldus veiligheidsdeskundige bij TU Eindhoven en cardiochirurg Bas de Mol. ‘Voor een veilig gebruik van medische technologie zul je moeten oefenen. Dit geldt van tillift tot stamcel.’ Na een korte check merkte hij op – met een knipoog – dat er veel te weinig zorgverleners en bestuurders in de zaal zaten. Zijn standpunten zette hij kort en bondig neer. ‘De techniek deugt wel, dat is niet het probleem. Het probleem ligt in het goed voorbereid zijn en de nazorg.’ Via zijn sheets toonde hij voorbeelden van percutane aortaklepimplantaten van twee verschillende firma’s. Het ene exemplaar diende retrograad transfemoraal en het andere anterograad transapicaal geïmplanteerd te worden. Hiermee wilde hij aantonen dat bij de keuze voor materialen niet alleen naar kosteneffectiviteit gekeken dient te worden. Het volgende punt was: hoe meet je veiligheid in de zorg? De Mol gaf aan dat hij het niet helemaal eens is met minister Klink. ‘Alleen kijken naar de industrie en oefenen is niet voldoende. Het kan toch misgaan. Een Russisch vliegtuig kan goed zijn, maar toch gaat de vlucht mis, door bijvoorbeeld een corrupte verkeersleiding, het ontbreken van een landingsbaan, aangelengde kerosine, onvoldoende onderhoud van de moto-
ren en een te lange vliegtijd van de piloot.’ Als top drie van bedreigingen benoemde hij: het ontbreken van deskundigheid in de bedrijfstak (‘ook ik ben niet deskundig’), de professionals first-techniek (te weinig kijken naar de patiënt) en ingewikkelde financiële processen en detachering (wie gaat het betalen?). De Mol ging door: ‘Oefenen helpt. Het overdragen gebeurt nog niet goed genoeg. Onderwijs is niet vrijblijvend, maar dient toetsbaar te zijn, gecertificeerd te worden. Ziekenhuizen moeten durven veranderen, net als andere bedrijfstakken doen.’
TER LERING Het congres bood niet alleen toespraken. Deelnemers konden ook nieuwe kennis opdoen door deel te nemen aan workshops. Vanzelfsprekend was veiligheid in alle workshops het centrale thema. De workshop van TNO, de NVKF en Florence Thuiszorg ging over risicomanagement voor infusietechnologie in zowel een intramurale als een extramurale setting. Carool Teirlinck van TNO benadrukte dat in het werkprogramma van TNO veel aandacht is voor veiligheid en risicomanagement bij dienstverlening rond medische thuistechnologie. Daarnaast is in samenwerking met de Nederlandse Vereniging voor Klinische Fysica (NVKF) een ‘risicoprofiel infuustechnologie’ opgesteld, gericht op toepassing in het ziekenhuis. Iemand van Florence Thuiszorg besprak een casus waarbij zeer duidelijk werd hoe verschillende samenvallende oorzaken tot bepaalde risico’s kunnen leiden. Denk aan een complex ziektebeeld, een onduidelijke aanvraag en problemen in het contact met de aanvrager. Dat vraagt veel improvisatie van de verpleegkundige. In groepsopdrachten werd de procedure rond aanvraag en ac-
12 OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009
OKM_03_2009.indd 12
17-09-2009 10:24:06
Inspecteur-generaal prof.dr. Gerrit van der Wal reikte de IGZ Zorgveiligprijs uit aan het Team Resource Management van het Oogziekenhuis Rotterdam. Dirk de Korne, beleidsadviseur en onderzoeker, nam de prijs in ontvangst.
ceptatie van infusieapparatuur in het ziekenhuis uitgewerkt. Ook werd gewerkt aan een beschrijving van het zorgproces bij een patiënt thuis waarbij veel instanties en partijen betrokken zijn. Na de workshops en de theepauze deelde hoofdinspecteur Geneesmiddelen en medische technologie J. Hansen haar inzichten over het belang van de veiligheid van medische technologie. Zij is belast met het toezicht op de veiligheid en kwaliteit van medische producten, waaronder geneesmiddelen, medische hulpmiddelen, bloed, weefsels en organen en Opiumwetmiddelen, en wist als geen ander het belang van veiligheid aan de hand van diverse voorbeelden uit te leggen.
EN DE IGZ ZORGVEILIGPRIJS GING NAAR … Daarna vond de prijsuitreiking van de IGZ ZorgVeiligPrijs plaats door inspecteur-generaal Van der Wal. De prijs heeft als doel het beste initiatief en de beste prestaties op het gebied van patiënt- en cliëntveiligheid in de Nederlandse zorg te belonen. Van de tien aangemelde projecten werden er in eerste instantie drie genomineerd: een nieuw elektronisch systeem voor het toedienen van een ruggenprik (Apad) van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in ’s-Hertogenbosch, het opleidingsprogramma Patiëntveiligheid van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein en het Team Resource Management van Het Oogziekenhuis Rotterdam. De jury bestond uit Wim Deetman (Raad van State), Lidy Hartemink (Univé), Harry Molendijk (Isala klinieken), Peter Holland (oud-voorzitter KNMG) en Rein Willems (CDA-fractie Eerste Kamer). De jury koos uiteindelijk het Team Resource Management (TRM) van Het Oogziekenhuis. Al sinds 2008 traint dit ziekenhuis alle operatieteams in teamresourcemanagement door het inzetten van luchtvaartdeskundigen. Deze experts op het
gebied van herkennen en erkennen van risico’s, hiërarchie en teamwork dragen hun kennis over aan de operatieteams. Tijdens de trainingen wordt ook gebruikgemaakt van vluchtsimulatorsessies. ‘Het Oogziekenhuis krijgt de prijs omdat het zo consequent bezig is met veiligheid en best practice bij de medewerkers brengt door kennisoverdracht vanuit een andere bedrijfstak’, aldus het juryrapport. Dirk de Korne, beleidsadviseur en onderzoeker van Het Oogziekenhuis Rotterdam, nam met blijdschap de prijs in ontvangst. ‘Het wegnemen van onnodige hiërarchie is van groot belang in het veiliger maken van de zorg. Artsen zijn door de teamresourcemanagementtraining bereid zich kwetsbaarder op te stellen. En verpleegkundigen geven aan dat ze meer gestimuleerd worden om aan de bel te trekken als ze denken dat iets bijna fout gaat’, zo vatte hij het succes van TRM samen. ■
OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 13
OKM_03_2009.indd 13
17-09-2009 10:24:12
GER CREEMERS:
OKM_03_2009.indd 14
17-09-2009 10:24:22
PORTRET
‘WE STAAN NOOIT STIL’ Hoofd OK Chirurgie van het Máxima Medisch Centrum in Eindhoven en Veldhoven Ger Creemers (42) wil niet stilstaan. ‘Ik heb een grote behoefte me te blijven ontwikkelen.’ In cycli van ongeveer vijf jaar zoekt Creemers steeds weer naar een nieuwe uitdaging. Eind november vertrekt hij naar Kamp Holland in Afghanistan om daar tien weken te werken. TEKST: MARIEKE LOS | FOTO’S: JOHANNES ABELING
‘E
igenlijk wilde ik eerste verpleegkundige worden. Tijdens mijn inserviceopleiding verpleegkunde in het toenmalige St. Jozefziekenhuis, nu Máxima Medisch Centrum, ontdekte ik al snel dat ik vooral interesse had in de technische kant. Ik dacht die interesse verder te kunnen ontwikkelen in het vak technische verpleegkunde. Maar er was in die tijd, eind jaren tachtig, geen plek in “mijn” ziekenhuis bij deze opleiding. Wel was er een opleidingsplek voor me als operatieassistent. Dat heb ik toen maar gedaan. Achteraf heb ik van die door het lot bepaalde beslissing geen seconde spijt gehad. Ik vind het fantastisch om op de OK te werken. Gezamenlijk in een klein team tot een prestatie komen trekt me aan. De hele sfeer op een OK, daar voel ik me thuis, die past bij mij. Maar ook de afwisseling en de steeds terugkerende uitdagingen maken het voor mij geweldig. Vanzelfsprekend spreekt het technische aspect van mijn werk me aan. De snelle ontwikkelingen, de innovatie: we staan nooit stil. Kijk naar de ontwikkelingen op het gebied van bijvoorbeeld laparoscopische ingrepen, traumatologie en protheses. Ook door de afwisseling tussen spoed- en geplande ingrepen is het werk nooit saai. Al snel nadat ik als operatieassistent was gediplomeerd, werd ik specialismeoudste urologie. Ik kreeg extra taakjes – kleine managementtaken – en fungeerde als aanspreekpunt. Toen is mijn interesse voor management geboren. Als ik zo’n vijf jaar hetzelfde heb gedaan, begint het bij mij te kriebelen. Ik moet weer verder, me nog meer ontwikkelen. In 1995 heb ik een middenkaderopleiding ge-
daan aan de Hogeschool Eindhoven. En – prachtig getimed – in 1997 kwam er een vacature voor hoofd OK Chirurgie in het Máxima Medisch Centrum. Ik kreeg de baan en heb hem nog steeds, alweer twaalf jaar.’
RESERVEOFFICIER ‘In die twaalf jaar gingen de vijfjaarscycli gewoon door, ja. In 2002 werd het weer tijd voor iets nieuws. Met een paar collega’s uit het ziekenhuis volgde ik zes weken een opleiding tot reserveofficier aan de Koninklijke Militaire Academie in Breda. We leerden daar de militaire basisvaardigheden en veel meer dan dat. Ik vond die weken ontzettend leerzaam. Vanuit een ziekenhuisperspectief bestudeerde ik de militaire cultuur. Ik zag dat we daar veel van konden leren. Wat bijvoorbeeld opviel was dat welke rang je ook hebt, je een andere militair erop aanspreekt als hij iets doet wat niet oké is, ook al is hij hoger in rang. Dat wordt niet alleen geaccepteerd, het wordt zelfs van je verwacht. De hiërarchie in het leger zit anders in elkaar dan die in het ziekenhuis, zeker in die tijd. Ik realiseerde me dat die cultuur ook voor het ziekenhuis een goede was, zeker wat betreft de veiligheid. De time-outprocedure is een goede stap in die richting. Momenteel loopt bij ons bij gynaecologie een pilot met deze procedure, bij orthopedie gaan we ermee starten. Uiteindelijk moet de time-outprocedure ziekenhuisbreed geïmplementeerd worden. Dan hebben we een grote stap gezet in het doorbreken van die hiërarchie voor een groOK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 15
OKM_03_2009.indd 15
17-09-2009 10:24:24
Nederland
Stryker schetst het complete plaatje. Welke hoek kiest u? VariAx™ polyaxiaal s 0OLYAXIALE HOEKSTABIELE EN STANDAARD SCHROEVEN s !NATOMISCH GEVORMDE PLATEN VOOR EEN OPTIMALE PASVORM s 3TERKER EN VERMINDERDE INGROEI DOOR TYPE )) GEANODISEERD TITANIUM
AxSOS™ monoaxiaal s -ONOAXIALE HOEKSTABIELE EN STANDAARD SCHROEVEN s !NATOMISCH GEVORMDE EN STANDAARD PLATEN VOOR EEN OPTIMALE PASVORM s %ENVOUDIG VERWIJDERBAAR DOOR UNIEK 263 LOCKING SCHROEFONTWERP
Dit document is uitsluitend bestemd voor professionals uit de gezondheidszorg. Bij het beslissen om een specifiek product te gebruiken voor de behandeling van een specifieke patiënt, moet de chirurg steeds voortgaan op zijn eigen professionele klinische oordeel. Stryker verstrekt geen medisch advies, maar geeft wel de raad om chirurgen voor elk specifiek product op te leiden alvorens ze dat product daadwerkelijk gebruiken bij een ingreep. De aangeboden informatie is bedoeld om de vele toepassingsmogelijkheden van het Stryker-product te presenteren. Alvorens een Stryker-product te gebruiken moet de chirurg steeds de bijsluiter, het productlabel en/of de gebruiksaanwijzing raadplegen. Hogervermelde producten dragen de CE-markering in overeenstemming met de Medical Device Directive 93/42/EEG.
OKM_03_2009.indd 16 2009 Stryker NL indd 1 advertentie OK management
17-09-2009 10:24:26 08-05-2009 11:38:02
tere veiligheid. Er is dan geen discussie meer: we hebben met elkaar afgesproken hoe het veiliger kan, en zo doen we het. Daar is wel een cultuuromslag voor nodig. Wat me ook opviel bij de militairen is dat ze daar oefenen, oefenen, oefenen. Om, mochten ze in een oorlogssituatie terechtkomen, hun “kunstje” perfect te kunnen doen. Wij zijn, gechargeerd, iedere dag in oorlogssituatie, waardoor dat oefenen er vaak bij inschiet. Dat vind ik niet goed voor de ontwikkeling van mijn mensen en niet goed voor de veiligheid, daar heb je hem weer. Dat moet dus beter. Voor de veiligheid wil ik nog veel verder gaan dan het implementeren van de time-outprocedure. Ik wil begin volgend jaar veel tijd en energie gaan steken in CRM, crewresourcemanagement. Dat is, zeg maar, de overtreffende trap van de timeoutprocedure. Het is een hiërarchiedoorbrekend programma met veel ingebouwde veiligheidsaspecten. Iedereen op de OK moet de vrijheid hebben te zeggen: stop. Daarbij moet het niet uitmaken welke “rang” je hebt. Veiligheid voorop. Daar wil ik mee aan de slag gaan.’
ken. Maar ook heel veel brandwonden. De slachtoffers hadden geen huis meer en woonden in tenten. ’s Nachts was het koud en stookten ze vuurtjes in hun tent. Dat ging vaak mis. Ook vlogen we met een helikopter naar afgelegen bergdorpjes om gewonden te zoeken. We vonden soms slachtoffers met botbreuken die verkeerd aangegroeid waren. We namen ze mee en opereerden ze in onze tent. Maar we hebben ook een baby ter wereld gebracht met een sectio. We maakten een couveuse van een kartonnen doos bekleed met watten. Waanzinnig om te zien hoe je met heel beperkte middelen heel veel kunt doen. Afghanistan zie ik als een “tussenuitdaging”. De grote uitdaging wacht als ik terugkom. De veiligheid verder waarborgen en het opbouwen van een goed managementteam, daar ga ik dan mee aan de slag. Ik heb nu tussen de tachtig en honderd mensen onder me. Dat is te veel als je zo veel wilt, de span of control is te groot. Met twee goede mensen naast me kunnen we er in het nieuwe jaar tegenaan. Oefenen, ontwikkelen, praten en leren over veiligheid. En zo staan we nooit stil. Mooi toch?’ ■
BEDRIJFSKUNDE ‘In 2005 ben ik bedrijfskunde gaan studeren. Ik wilde me als hoofd OK verder ontwikkelen, vooral op het terrein van de “harde kant” van de OK. Ik was financieel matig onderlegd. Dat vond ik een handicap, zeker met het oog op de ontwikkelingen rond de marktwerking in de zorg. De financiële kant is lastiger geworden. Vroeger werkten ziekenhuizen met een openeindfinanciering. Was er aan het eind te weinig geld, dan paste het Rijk dat bij. Nu moeten ziekenhuizen veel meer doen met veel minder geld. En dan moeten ze ook nog met elkaar concurreren. Mede onder invloed van deze ontwikkelingen evolueerde mijn functie door de jaren heen. Ik ben nu veel meer bezig met integraal management. Planning, personeelsmanagement, veiligheid, materiaalbeheer, nieuwe wet- en regelgeving, financiën: de baan is heel divers geworden. In de twee jaar bedrijfskunde leerde ik veel zaken die me nu heel goed van pas komen. Tja, die opleiding is ook alweer een aantal jaren geleden. De drang naar iets nieuws begon zich inderdaad weer aan te dienen. Een operatieteam van het Máxima Medisch Centrum, bestaande uit twee operatieassistenten, een anesthesist, een chirurg en een anesthesiemedewerker – allen ook militair – zou in november naar Afghanistan vertrekken. Een van de operatieassistenten kon echter niet mee. Daarvoor in de plaats ga ik. Als reserveofficier mag je niet naar oorlogsgebied, behalve om een officier te vervangen. Zodoende diende zich ineens de uitdaging aan.’
TUSSENUITDAGING ‘Ik weet een beetje waar ik aan begin: in 2005 maakte ik ook een uitzending mee. Toen heb ik zes weken in Pakistan gewerkt na de aardbeving. Dat was ontzettend indrukwekkend. We hebben daar heel veel traumatologie gedaan, veel botbreuOK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 17
02
OKM_03_2009.indd 17
17-09-2009 10:24:30
MARIEKE ZEGERS OVER HET PATIËNTVEILIGHEIDSONDERZOEK:
‘DE ZIEKENHUIZEN WERKTEN G Marieke Zegers is een van de onderzoekers die de patiëntveiligheid in Nederlandse ziekenhuizen in kaart hebben gebracht. Afgelopen juni promoveerde ze op de resultaten en methodologische verantwoording van het dossieronderzoek uit 2007 naar onbedoelde schade in ziekenhuizen. TEKST: LINDA VAN PELT | FOTO: MONA VAN DEN BERG
G
ezondheidswetenschapper Marieke Zegers (31) specialiseerde zich tijdens haar studie in Maastricht in twee richtingen: biologische gezondheidskunde en beleid en beheer van de gezondheidszorg. Die combinatie van focus op ziektespecifieke aspecten en nadruk op organisatie en kwaliteit bleek de ideale mix toen Zegers in 2004 solliciteerde naar haar eerste baan: junior onderzoeker bij het interfacultaire onderzoeksinstituut EMGO (nu EMGO+, Institute for Health and Care Research) en het Nederlands instituut voor onderzoek van de gezondheidszorg NIVEL. ‘Promoveren was niet mijn eerste ambitie’, bekent Zegers. ‘Maar de zinsnede “met promotieambitie” bij de vacature gaf wel aan dat dit tot de mogelijkheden behoorde.’ Op 3 juni 2009 promoveerde Zegers inderdaad, aan het VU medisch centrum. Haar proefschrift gaat over het dossieronderzoek uit 2007 naar onbedoelde schade in Nederlandse ziekenhuizen. Dit onderzoek naar patiëntveiligheid werd uitgevoerd door het EMGO+ en het NIVEL, op initiatief van de Orde van Medisch Specialisten. In 2007 zijn de resultaten al aan het Nederlandse publiek gepubliceerd. Zegers’ proefschrift bevat de resultaten voor het internationale (wetenschappelijke) publiek en een uitgebreide methodologische verantwoording. De doelstelling van het onderzoek was het meten van de omvang, aard, vermijdbaarheid en ernst van de gevolgen van onbedoelde schade bij patiënten, en het analyseren van de variatie van onbedoelde schade tussen ziekenhuizen en ziekenhuisafdelingen.
21 ZIEKENHUIZEN Als eerste stap in het patiëntveiligheidsonderzoek werd een onderzoeksteam geformeerd, bestaande uit twaalf personen uit diverse disciplines. Vervolgens werden de taken verdeeld. Zegers omschrijft haar aandeel bescheiden als ‘het turven van onbedoelde schade’. Haar tweeledige wetenschappelijke achtergrond was een belangrijke meerwaarde om de beschikbare gegevens naar waarde te kunnen interpreteren. Tussen augustus 2005 en oktober 2006 werd dossieronderzoek verricht in 21 Nederlandse ziekenhuizen: vier academische, zes topklinische en elf algemene ziekenhuizen. Om een representatieve afspiegeling te krijgen van de ziekenhuizen is een zogeheten aselecte gestratificeerde steekproef getrokken. Zegers: ‘We hebben ziekenhuizen bewust niet de gelegenheid geboden zichzelf voor dit onderzoek aan te melden, want dan bestaat het gevaar dat alleen de best presterende hierop reageren. Dat zou natuurlijk een vertekend beeld geven.’
PRIVACYGARANTIE De geselecteerde ziekenhuizen ontvingen bij de officiële uitnodiging voor deelname aan het onderzoek een aanbevelingsbrief van de Orde van Medisch Specialisten. ‘Er was in die fase enige scepsis of ziekenhuizen wel bereid zouden zijn om hun deuren te openen voor zo’n grondige kijk achter de schermen en om openheid van zaken te geven. Maar dat viel alleszins mee. De toezeggingen tot medewerking kwamen soepel tot stand’, vervolgt Zegers.
18 OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009
OKM_03_2009.indd 18
17-09-2009 10:24:36
N GOED MEE’ Volgens haar heeft het grondige voorwerk van het onderzoeksteam hierbij een positieve rol gespeeld. ‘Er was een goed bruikbaar meetinstrument samengesteld, het beoordelingsformulier. Bovendien konden we garanderen dat de verzamelde gegevens op geen enkele wijze herleidbaar zouden zijn. Die waarborg voor privacy is bij zulk onderzoek uitermate belangrijk.’ Van in totaal 7926 aselect geselecteerde opnames in 2004 werden de dossiers bestudeerd: 3943 betroffen ontslagen patiënten en 3983 overleden patiënten. De dossiers werden systematisch in drie fasen beoordeeld door 66 verpleegkundigen en 55 artsen, die speciaal hiervoor getraind waren. Zij gebruikten hiervoor een gestandaardiseerd elektronisch beoordelingsformulier.
lijke factoren. De menselijke factoren werden in drie groepen onderverdeeld: vergissingen, tekort aan kennis en bewuste protocolafwijkingen. Ook omstandigheden of omgevingsfactoren kunnen de menselijke prestaties negatief beïnvloeden, zoals stress, vermoeidheid, informatieovervloed, frustraties, lawaai en interrupties.
IN ELK ZIEKENHUIS KAN HET BETER Het onderzoek leverde het volgende, inmiddels bekende beeld op: in 5,7 procent van de ziekenhuisopnames werd onbedoelde schade geconstateerd. Van deze onbedoelde schade werd 40 procent beoordeeld als potentieel vermijdbaar. Ruim de helft (54 procent) van de onbedoelde schade was gerelateerd aan chirurgische ingrepen, 17 procent aan niet-chirurgische ingrepen, 15 procent aan medicamenteuze behandeling en 6 procent aan het diagnostisch proces. Van alle onbedoelde schade blijkt 65 procent gerelateerd te zijn aan snijdende specialismen. Hieronder valt naast de operatie zelf bijvoorbeeld ook onvoldoende nazorg na een ingreep, een technisch mankement van apparatuur of bijwerking van medicatie. De onderzoekers constateerden verder dat de omvang, de vermijdbaarheid en de ernst van onbedoelde schade stijgt met de leeftijd van de patiënt. Ook toont het onderzoek aan dat de omvang van onbedoelde schade sterker verschilt tussen ziekenhuisafdelingen dan tussen ziekenhuizen onderling. Marieke Zegers: ‘Hieruit kun je concluderen dat ieder ziekenhuis goede en minder goede afdelingen heeft en dat het streven naar vergroting van de patiëntveiligheid voor ieder ziekenhuis een belangrijke opdracht is.’
TECHNISCH, ORGANISATORISCH, MENSELIJK De omvang van zorggerelateerde schade veroorzaakt door het falen van materiaal of technische apparatuur, lijkt de afgelopen decennia te zijn afgenomen ten opzichte van de omvang van onbedoelde schade door menselijke fouten. Ook onbedoelde schade veroorzaakt door organisatorische factoren komt minder vaak voor dan onbedoelde schade door menseOK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 19
OKM_03_2009.indd 19
17-09-2009 10:24:38
M e d e c o m a a kt z o r g b e t e r
www.medeco.nl OKM_03_2009.indd 20
Medeco B.V. Postbus 1555 | 3260 BB Oud-Beijerland | Alexander Flemingstraat 2 | 3261 MA Oud-Beijerland Telefoon (0186) 63 44 00 | Fax (0186) 61 68 93 |
[email protected] | www.medeco.nl
17-09-2009 10:24:40
VOORKOM SCHADE, WERK VEILIG
SCHADE BIJ SNIJDENDE SPECIALISMEN Van alle onbedoelde schade die patiënten oplopen in ziekenhuizen is 65 procent gerelateerd aan snijdende specialismen. Hiervan is 36,5 procent meer dan waarschijnlijk vermijdbaar en 4,3 procent zeker vermijdbaar. In 73 procent van de vermijdbare schade was de diagnose juist, maar was de ingreep of behandeling te laat of niet adequaat. Bij gemiddeld 5 procent van de patiënten met onbedoelde schade gerelateerd aan snijdende specialismen leidt deze tot permanente gezondheidsbeperkingen, zoals extreem lage bloeddruk na een operatie, met als gevolg een herseninfarct of schade aan de hartspier. Blijvende gezondheidsbeperkingen treden relatief vaak op binnen vaatchirurgie, gynaecologie, plastische chirurgie en anesthesiologie. Binnen de algemene chirurgie ontstond de meeste onbedoelde schade. Bij dit specialisme kreeg 2 procent van de patiënten te maken met onbedoelde schade; voor 8 procent van de patiënten met onbedoelde schade heeft het optreden hiervan mogelijk mede bijgedragen aan het voortijdig overlijden van deze patiënten. Het wordt geschat dat binnen de vaatchirurgie 14 procent van de onbedoelde schade bijdraagt aan het overlijden van de patiënt.
Naar aanleiding van het landelijke dossieronderzoek door het EMGO+ en het NIVEL is begin 2008 het veiligheidsmanagementprogramma ‘Voorkom schade, werk veilig’ van start gegaan. Dit initiatief van de brancheorganisaties van verpleegkundigen, medisch specialisten en ziekenhuizen heeft als doel om de patiëntveiligheid in de Nederlandse ziekenhuizen in vijf jaar tijd met 50 procent te verbeteren. Voor het veiligheidsprogramma zijn tien thema’s geformuleerd waarvan wordt verwacht dat ze de onbedoelde vermijdbare schade in ziekenhuizen terugdringen (zie www.vmszorg.nl). Voor ieder thema is een expertteam gevormd, bestaande uit inhoudelijk deskundigen (bijvoorbeeld leden van wetenschappelijke verenigingen, gespecialiseerde verpleegkundigen, medisch specialisten, ziekenhuisapothekers, diëtisten of ziekenhygiënisten, afhankelijk van het onderwerp). De expertteams leveren input aan ziekenhuisteams op basis van hun eigen ervaring en wetenschappelijk onderzoek. Centrale vragen daarbij zijn: welke interventies zijn bekende en bewezen good practices, hoe worden interventies geselecteerd, hoe kunnen interventies effectief worden toegepast, welke verbeteringen zijn haalbaar en wat is de beste methode om resultaten te meten? Zegers ziet een goede aanzet voor het verbeteren van de dagelijkse ziekenhuiszorg in het systematisch registreren en analyseren van incidenten en zorggerelateerde schade. ‘Zo’n analyse kan inzicht bieden in de basisoorzaken van schade.’ Het veilig melden van incidenten is naast de tien inhoudelijke thema’s ook een onderdeel van het veiligheidsprogramma ‘Voorkom schade, werk veilig’.
VERBORGEN FACTOREN
KANKERPATIËNTEN
‘Menselijke fouten in de gezondheidszorg kunnen niet altijd beschouwd worden als geïsoleerd falen’, vindt Marieke Zegers. ‘In de gezondheidszorg is teamwork immers belangrijk. In het zorg- en operatieproces spelen diverse disciplines een rol, die samen verantwoordelijk zijn voor het behalen van een optimaal resultaat. Al die verschillende schakels zijn hiervoor van elkaar afhankelijk.’ Ook de conclusie dat menselijk falen groeit ten opzichte van technische of organisatorische invloeden, wil Zegers graag nuanceren. ‘Technische en organisatorische aspecten zijn namelijk vaak niet terug te vinden in de dossiers. Deze algemene, overkoepelende informatie – zoals de onderhoudsstaat van de apparatuur, het operatieschema, de personele bezetting en de opleidingsgraad van de medewerkers – wordt niet in iedere individuele status vermeld. Al deze factoren spelen echter wel degelijk een rol van betekenis. Daarom wordt daar bij vervolgonderzoek ook aandacht aan besteed, bijvoorbeeld in persoonlijke interviews met zorgprofessionals, zoals verpleegkundigen en medisch specialisten.’ Marieke Zegers is zelf niet meer actief betrokken bij het vervolgonderzoek. ‘Opnieuw vijf jaar dossieronderzoek vind ik wat beperkend. Ik had behoefte aan iets nieuws’, vertelt ze eerlijk.
Inmiddels is Zegers een geheel nieuwe weg ingeslagen, die van het in kaart brengen van ervaringen en behoeften van (ex-)kankerpatiënten. ‘Met behulp van vragenlijsten ga ik de patiënten vragen naar hun ervaringen met hun aandoening en de behandeling ervan, maar ook naar de kwaliteit van hun leven. Momenteel zijn we bezig met het ontwerpen van een goede vragenlijst en methode om personen hiervoor te selecteren. We streven wederom naar een representatieve doelgroep, waarbij liefst alle achttien tumorsoorten aan de orde komen. We worden wel geremd door intermenselijk respect: kun je iemand met een slecht perspectief nog wel lastigvallen met een vragenlijst?’ ■
MAATREGELEN VOOR MEER VEILIGHEID • Tijdig hulp inroepen van collega-chirurgen. • Betere supervisie van artsen in opleiding. • Betere training van artsen in opleiding. • Je niet laten opjagen door tijdnood en druk. (Bron: Nederlands tijdschrift voor geneeskunde 2009, 58(3):332)
OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 21
OKM_03_2009.indd 21
17-09-2009 10:24:42
VOORSTELLING OVER PATIËNTVEILIGE CULTUUR
‘CONFRONTEREND EN H Angst voor imagoschade, geen aanspreekcultuur, hoge werkdruk, overmoed en steeds hogere kwaliteitseisen. Incidenten zijn in ziekenhuizen zo ontstaan. Het VMS Veiligheidsprogramma wil ze terugdringen. Een van de tools: theatervoorstelling ‘Dag & Nacht’. TEKST: CINDY LAMMERS | FOTO’S: RENÉ VERLEG
Pieter van der Sman, vaste acteur bij het Nationaal Toneel, speelt vaatchirurg Floris Hesselink. OKM_03_2009.indd 22
17-09-2009 10:24:43
N HERKENBAAR’
P
remières zijn altijd leuk om voor uitgenodigd te worden. De reden van de festiviteit hoeft niet eens zo bijzonder te zijn. Alleen het kijken naar bekendheden, hun outfits en uitsloverij voor de camera’s is al een avond vermaak op zich. Maar op 18 mei is het anders. Geen limousines, geen rode loper, geen BN’ers bij het Compagnietheater in Amsterdam. Wel serieus kijkende genodigden, de meesten van hen afkomstig uit de ziekenhuishoek. In de lobby is er koffie en koek. Aan de statafels wordt gedempt gepraat. Over het vak. En over de theatervoorstelling die ze zo gaan zien: Dag & Nacht. Niemand weet wat hij zich er precies bij moet voorstellen, maar iedereen weet dat het onderwerp snijdt en wringt: patiëntveiligheid in ziekenhuizen, een hot maar moeilijk item. Niet voor niets werd vorig jaar het VMS Veiligheidsprogramma van de grond getild, een gezamenlijk initiatief van de NVZ vereniging van ziekenhuizen, de Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU), de Orde van Medisch Specialisten, het Landelijk Expertisecentrum Verpleging & Verzorging (LEVV) en Verpleegkundigen & Verzorgenden Nederland (V&VN). Hun doel: de patiëntveiligheid in ziekenhuizen verbeteren, door de ‘vermijdbare onbedoelde schade met 50 procent te reduceren’.
DILEMMA’S Om dit doel te bereiken heeft het Veiligheidsprogramma allerhande tools. Een daarvan is Dag & Nacht van theatergroep Plezant, een voorstelling voor artsen en verpleegkundigen om de heersende ziekenhuiscultuur rondom patiëntveiligheid bespreekbaar te maken. Want die cultuur verdient aandacht, bleek uit onderzoek. Artsen zijn bang voor imagoschade, dus houden ze hun mond; verpleegkundigen willen wel praten maar weten niet hoe, want in veel ziekenhuizen is het elkaar-aanspreken-op not done. Wil je de ‘vermijdbare onbedoelde schade’ beperken en voorkomen, dan zul je iets aan die cultuur moeten doen,
stelt Walter Supèr, schrijver en regisseur van Plezant. ‘De theatervoorstelling helpt daarbij, door dilemma’s bloot te leggen in de zoektocht naar een patiëntveilige ziekenhuiscultuur. Door te benoemen, te confronteren en een dialoog los te maken: welk klimaat is nodig om een goede prestatie neer te zetten?’ Dat kan, meent hij, omdat je met theater mensen kunt raken en zo in beweging kunt brengen. Supèr ging vorig jaar met de voorbereiding voor Dag & Nacht aan de slag. Hij had tal van gesprekken met allerlei mensen uit diverse ziekenhuizen. ‘Eén persoon zei tegen me: “Dit gesprek zoals wij dat nu voeren, zouden we ook in ons ziekenhuis moeten hebben.” Vond ik wel veelzeggend. Ik werd oprecht geraakt door alle verhalen. Dat gevoel zit in de voorstelling verwerkt.’
HOORZITTING We zijn benieuwd. Nog een slok koffie, en iedereen kan OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 23
OKM_03_2009.indd 23
17-09-2009 10:24:46
Dr. Hesselink met Karlijn Stelwagen, de vrouw van de overleden patiënt.
de zaal in. Schuifelend en zoekend naar een plek. Het is er tamelijk donker, afgezien van het blauw uitgelichte decor met wachtkamerbankje in het midden en vijf muzikantenplekken in een halve cirkel eromheen. Voor het begint, krijgt de zaal nog een opdracht mee: ‘Wat u ermee doet, doet er nu even niet toe. Wel wat het u doet. Daarom aan u de vraag na afloop een minuut stil te zijn. Gewoon, om het op u in te laten werken.’ Dan start de tachtig minuten durende voorstelling. Ontmoet Floris Hesselink, 43 jaar, vaatchirurg. Hij wordt gespeeld door Pieter van der Sman, vaste acteur bij het Nationaal Toneel. Hesselink komt een uur te vroeg op zijn hoorzitting en heeft hierdoor onverwacht tijd om te reflecteren op wat zijn leven onlangs totaal overhoopgooide. Op de patiënt die door zijn schuld overleden is – of niet, want dat is juist de vraag. Is hij feilbaar of niet? Zijn de verwachtingen wellicht te hoog? Welke rol spelen zijn collega’s? Je bent immers een schakel in een keten van gebeurtenissen, en welke schakel is goed, welke fout? Van welke collega heeft hij het vertrouwen, wie mag hem wel en wie niet (‘we hebben laatst nog zo leuk over onze skivakanties gepraat’)? Dokter Hesselink noemt drie collega’s bij naam: verpleegkundige Marjolein Visser, internist Vera Wiegersma en senior cardioloog Hans Limmen. Daarnaast Karlijn Stelwagen, de vrouw van de overleden patiënt. Alle vier komen ze aan het woord via de bijna-monoloog van de vaatchirurg en symboliseren ze de dilemma’s in de zoektocht naar een veilige ziekenhuiscultuur. In het theaterboekje staan die dilemma’s mooi met quotes aangeduid. Verpleegkundige Visser: ‘Ik wil gewoon zeker weten dat er door mijn toedoen niets fataals gebeurt. Ik weet niet of ik daarna nog wel kan werken. Dat is mijn grote angst.’ En cardioloog Limmen: ‘Ik heb inderdaad de dissectie van de aorta als serieuze optie genoemd. Jij hebt daar niks mee gedaan en dat is jouw verantwoordelijkheid.’
VILLA INSANIA Hesselink zelf: ‘Ik doe mijn best. Denk je dat er een dag is geweest dat ik moedwillig dacht: ik ga vandaag niet mijn best doen? Dan mogen ze mij nu op staande voet ontslaan.’ Geen speld tussen te krijgen. De voorstelling laat echter ook zien dat er zoiets bestaat als werkdruk, 24/7 alertheid en overmoed, waardoor incidenten onvermijdbaar lijken. In de liedjes, gezongen door toetsenist en componist Tom Meulman tussen het relaas van Hesselink door, komen dergelijke thema’s aan de orde. Fraaie composities en teksten, zoals in ‘Welkom in Villa Insania’: ‘Waar het leven en de dood slapen op hetzelfde kussen. Waar succes of falen in een seconde wordt bepaald. Waar reputaties bloeien of onderuit worden gehaald.’ Of in het lied ‘Had ik nog’: ‘Ik ken de theorie en de praktijk. Maar het is zo veel en tegelijk. Het gaat meestal automatisch goed. De verleiding van de overmoed.’ Terwijl Hesselink worstelt met de schuldig-of-nietvraag, probeert de weduwe Stelwagen (gespeeld door Yora Rienstra) met hem in contact te komen. De vaatchirurg houdt de boot voortdurend af. Tot het eind. Tot zij zijn verlossing blijkt te zijn: ‘Ik
OKM_03_2009.indd 24
17-09-2009 10:24:50
De reacties van de zaal waren heel persoonlijk: ‘Het is moeilijke materie, dat heeft de voorstelling buitengewoon goed duidelijk gemaakt’, ‘Je beseft dat je kwetsbaar bent als mens en kwetsbaar in je vak’ ‘Zeer herkenbaar, vanuit de arts, maar ook vanuit verpleegkundigen en assistenten’.
kom hier niet voor een schuldvraag. Ik wil alleen weten wat er precies gebeurd is. Ik wil de waarheid.’ Wat rest is het overduidelijke gevoel van de noodzaak dat hij, de verpleegkundigen, artsen en directie het echt anders moeten gaan aanpakken. Gedurende de voorstelling verandert Hesselink van een enigszins arrogante arts in een mens van vlees en bloed voor wie je sympathie gaat voelen. Van der Sman speelt de rol prachtig. Zelfs ik, als redelijke buitenstaander, word geraakt door het spel en het verhaal. Ook moet ik af en toe lachen om de grappen in de voorstelling. Ik vat die maar op als momenten van ontlading en zelfrelativering, ook al blijft de zaal vrij serieus. Tachtig minuten lang kun je een speld horen vallen.
KWETSBAAR Dan dooft de muziek uit. De minuut stilte gaat in. En stil is het. Daarna geen plenaire evaluatie. Wel een groot en terecht applaus voor de spelers. Terug in de lobby vertrouwt iemand mij toe dat men bij de try-outs wel op weerstand is gestuit. De voorstelling zou te hard zijn, te confronterend, en ‘in het echt is het niet zo’. Een contradictie in feite, want iets wat confronterend is, bestaat wel degelijk. Wat in elk geval duidelijk is: de reacties op Dag & Nacht zijn heel persoonlijk. Dit laatste blijkt ook uit de officiële mededelingen van de betrokken partijen. Plezant tekende reacties op van zowel artsen en verpleegkundigen als mensen buiten het ziekenhuis: ‘Ik ben geraakt’, ‘De voorstelling kwam heel dichtbij’, ‘Ik denk dat dit een belangrijke discussie zal losmaken’, ‘Zeer herkenbaar, vanuit de arts, maar ook vanuit verpleegkundigen en assistenten’, ‘Het is moeilijke materie, dat heeft de voorstelling buitengewoon goed duidelijk gemaakt’, ‘Je beseft dat je
kwetsbaar bent als mens en kwetsbaar in je vak. Ik zie in mijn werk veel omtrekkende bewegingen en hoor veel excuses. De voorstelling maakt de achterliggende redenen hiervan duidelijk’. Nu is het hopen voor VMS Veiligheidsprogramma dat ziekenhuizen in de praktijk met de dilemma’s aan de slag gaan. Het instellen van een ‘incidentenprotocol’, zoals al in menig ziekenhuis gebeurt, is een stap vooruit, maar een cultuur veranderen is toch wel even andere koek. VMS had in mei en juni al medewerkers van ziekenhuizen uitgenodigd om Dag & Nacht te gaan zien en daarna een training te volgen. Op dit moment kunnen ziekenhuizen de voorstelling zelf boeken, inclusief promotie- en trainingsmateriaal en/of een vervolgprogramma om ‘daadwerkelijk aan de slag te gaan met de cultuur in de eigen werkomgeving’. ■ Voor meer informatie, foto’s en een filmpje van ‘Dag & Nacht’, zie: www.vmszorg.nl/8827/Theatervoorstelling-DAG-en-NACHT. html en www.plezant.nl.
OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 25
OKM_03_2009.indd 25
17-09-2009 10:24:54
SYMPOSIUM MEDIRISK
GROTE BETROKKENHEID BIJ OK- V MediRisk presenteerde de tussenstand van het OK-project tijdens het symposium ‘Op elke plek een check!’. Meer dan honderd leidinggevenden OK en kwaliteitsmedewerkers kregen 16 juni handvatten aangereikt voor het voeren van interne audits, het verbeteren van de medicatieveiligheid, het tellen en wegen van materialen en het veranderen van de cultuur. Een impressie. TEKST EN FOTO’S: MARE BERGSMA (MEDIRISK)
‘I
Iedereen aanwezig? Ja? Check. Geen gevaarlijke zaken onder de stoel? Mooi, ook gecheckt.’ Frits van den Wildenberg, chirurg in het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen, nam zijn taak als middagvoorzitter van het symposium uitermate serieus. Het OK-project van MediRisk is de laatste fase ingegaan en de ziekenhuizen zijn via actieplannen aan de slag gegaan met het invoeren van de vangnetten. Met succes: negen ziekenhuizen hebben alle vangnetten inmiddels ingevoerd en in de andere lidinstellingen zijn veel verbeteracties ingezet. Toch zijn er nog steeds aandachtspunten, zo bleek tijdens het symposium. Met name structurele dubbelchecks van medicatiebereiding, onderhoud aan apparatuur en inzicht in de controle op naleving van afspraken zijn nog niet overal ingeburgerd. Uit de plenaire discussie met het deskundigenpanel – met vertegenwoordigers van de Inspectie voor de Gezondheidszorg, het Nederlands Instituut voor Accreditatie in de Zorg (NIAZ), het VMS Veiligheidsprogramma, de Nederlandse
26 OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009
OKM_03_2009.indd 26
17-09-2009 10:24:59
Vereniging Leidinggevenden Operatieafdeling (NVLO), een OKmanager uit een van de MediRisk-ziekenhuizen en een beleidsmedewerker van MediRisk – kwam naar voren dat het voor de ziekenhuizen niet altijd gemakkelijk is om te voldoen aan alle eisen en regels die deze partijen stellen. De Inspectie let bijvoorbeeld op kledingvoorschriften en de luchtbehandeling, terwijl MediRisk hier geen focus op legt omdat relatief weinig claims worden gemeld. Duidelijk werd dat de instanties hun eisen beter op elkaar kunnen en moeten afstemmen en dat ziekenhuizen op korte termijn meer initiatief en verantwoordelijkheid moeten nemen. Samenwerking en cultuurverandering speelt daarbij een sleutelrol.
door te spreken. Met een dagelijkse evaluatieve checklist zou je dit mogelijk kunnen maken. Debriefing werkt stimulerend: door zo’n lijst iedere dag weer te gebruiken, word je je ervan bewust waar verbeterpunten liggen.’
BETER AFSTEMMEN Anesthesiemedewerker Lisette Berghuijs en OK/chirurgieleidinggevende Anneloes ten Brink van het Spaarne Ziekenhuis in Hoofddorp bezochten allebei een andere workshop. Anneloes: ‘De workshop OK-simulatie leverde nuttige tips op over
INTERNE AUDIT Tijdens het symposium werden vier workshops georganiseerd. Daarbij kregen de deelnemers handvatten aangereikt voor het implementeren van de OK-vangnetten. Henri de Wit, projectleider Veiligheid in het St. Anna Ziekenhuis te Geldrop, volgde de workshop Interne Audit. ‘Ik heb veel zinvolle tips gekregen. Bijvoorbeeld dat je een interne audit altijd breed moet opzetten. Met mensen van binnen de organisatie, maar ook van daarbuiten. Vreemde ogen dwingen immers. Ook moet je auditrapporten begrijpelijk houden. Je moet concreet zijn, de taal van je medewerkers spreken. Geef aan hoeveel medewerkers zich niet aan het kledingreglement of hygiënevoorschift houden en op welke concrete punten ze dat niet doen. Houd
- VANGNETTEN het niet bij algemeenheden en rapporttaal, want dan blijven de uitkomsten van een audit alleen iets voor managers. Mensen van de werkvloer bij audits betrekken is daarom cruciaal: ga met ze in gesprek en probeer erachter te komen waarom iemand een afspraak niet naleeft: is de regel te complex of niet voldoende toepasbaar in de praktijk? Daar ga ik zeker mee aan de slag in ons ziekenhuis.’
STIMULEREND: DEBRIEFING Tijdens de Workshop OK-simulatie ontdekte Willem Poldervaart, OK-manager Flevoziekenhuis Almere, de voordelen van debriefing: ‘Door een debriefing te houden en met vaste teams te werken kun je een operatiedag beter evalueren. En dan niet alleen de patiëntenzorg, maar vooral ook hoe je met elkaar samenwerkt en hoe de procedures zijn verlopen. Was iedereen op tijd op de OK? Hoe kon het dat de operatie te lang duurde? Was je ergens onzeker over? Zo’n evaluatie moet kort en krachtig zijn. Chirurgen hebben immers vaak weinig tijd om zaken OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 27
OKM_03_2009.indd 27
17-09-2009 10:25:01
PleuraSeal™ is the first TRUE sealant for lung tissue. Easy to see, PleuraSeal™ is BLUE.
Not Available for Sale in the United States. NS, IMPORTANT: PLEASE REFER TO THE PACKAGE INSERT FOR COMPLETE INSTRUCTIONS, INDICATIONS, CONTRAINDICATIONS, WARNINGS AND PRECAUTIONS.
S-BG-P-PleuraSeal/GB
Covidien Nederland B.V. Hogeweg 105, 5301 LL Zaltbommel | Postbus 2205 2205, 5300 CE Zaltbommel Telefoon +31 (0) 418 57 6600 | Fax +31 (0) 418 57 6793
[email protected] | www.covidien.nl 93 | infoNL@covidi
OKM_03_2009.indd 28
17-09-2009 10:25:04
debriefing. Maar die gaven geen antwoord op mijn vraag hoe je iedereen binnen een team zover krijgt dat hij of zij de toegevoegde waarde en daarmee het belang inziet van debriefing. Nu kost het veel extra tijd en energie om vooral specialisten en anesthesiologen te overtuigen.’ Lisette: ‘Ik wilde tijdens de workshop over medicatieveiligheid graag tips krijgen om de dubbelcheck in ons ziekenhuis te implementeren. Wat mij opviel, is dat niemand het ei van Columbus heeft. Er zou meer uniformiteit en eenduidigheid moeten zijn tussen de ziekenhuizen.’ Anneloes: ‘Ik vraag me af of de eisende instanties hun doel wel bereiken als ieder ziekenhuis het anders doet op het gebied van medicatieveiligheid. Lisette: ‘Daarom wil ik pleiten voor een algemene, gezamenlijke richtlijn vanuit instanties als NIAZ, IGZ, VMS Veiligheidsprogramma en MediRisk. Zij rekenen ons hierop af. Als deze partijen nauwer samenwerken en in afstemming met de beroepsvereniging met een landelijke medicatierichtlijn komen, zouden we erg geholpen zijn.’
ONNODIG WORSTELEN Annerieke de Vries (NVLO) gaf de workshop Tellen en Wegen. ‘Als interim-manager OK werk ik in verschillende ziekenhuizen. Wat mij altijd opvalt, is dat ze in het ene ziekenhuis al jaren zeer gedisciplineerd een tel- en weegprocedure uitvoeren terwijl ze in het andere ziekenhuis worstelen met de vraag hoe ze zoiets moeten aanpakken. Mijn advies is om te focussen op het verbeteren van de cultuur en de mensen aan te spreken op hun verantwoordelijkheid. Of dat nu een specialist of OKassistent is. Een protocol moet je implementeren, daar valt niet over te discussiëren. Steun vanuit de Raad van Bestuur
en de directie is daarbij van groot belang. Ook is het goed om medisch specialisten te betrekken bij een cultuurverandering. Het is dus én én.’
WIJZEN NAAR DE ANDER
PRIMEUR: LVO-RICHTLIJN De LVO presenteerde tijdens de workshop over tellen en wegen haar conceptrichtlijn om onbedoeld achterblijven van materialen te voorkomen. De richtlijn is evidence-based en zal in oktober 2009 worden gepresenteerd. De MediRisk-vangnetten waren de aanzet om de richtlijn te ontwikkelen. Ook de LVO zag dat er knelpunten zaten in de controle op de compleetheid van het instrumentarium en disposables. Nietsdoen was geen optie, en daarom heeft zij onderzocht welke risicofactoren van invloed zijn op het onbedoeld achterblijven van operatiemateriaal. De wetenschappelijke richtlijn zal handvatten en praktische tips bevatten, zoals een landelijke checklist die helpt bij het opstellen of veranderen van protocollen voor het tellen en wegen van operatiemateriaal.
Lilian Knol, riskmanager en projectleider OK-project, was erg tevreden met de opkomst op het symposium en de betrokkenheid bij de OK-vangnetten: ‘Wat ons opviel tijdens de discussie is dat iedereen enthousiast en betrokken is, maar vooral lijkt te wijzen naar de andere partij, instantie of beroepsgroep. Hierdoor dreigt een verlammend vacuüm te ontstaan waarin de betrokken partijen moeizaam tot vooruitgang komen.’ ‘MediRisk laat zijn leden zien waar de risico’s zitten. De OKvangnetten bieden ziekenhuizen een houvast bij het afdekken van deze risico’s. Het is ook een primaire verantwoordelijkheid van de ziekenhuizen en de beroepsgroepen zelf om het belang van de vangnetten bij de betrokken beroepsbeoefenaren onder de aandacht te brengen. De landelijke richtlijn Achtergebleven materialen, waarmee de LVO komt, is daarvan een mooi resultaat. MediRisk ondersteunt van harte dergelijke initiatieven. Daarom maken we ons op landelijk niveau sterk om vermijdbare risico’s bespreekbaar te maken via overleg met de specialistenorganisaties en medisch-wetenschappelijke en beroepsverenigingen.’ ■
Dit artikel is eerder verschenen in de Alert van juli 2009. OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 29
OKM_03_2009.indd 29
17-09-2009 10:25:05
Tekst: Menno Goosen
‘Boeken!’ besteedt aandacht aan uitgaven op het gebied van chirurgie, coaching, team- en managementvaardigheden en de gezondheidszorg in het algemeen. Recensie-exemplaren kunt u samen met een persbericht sturen naar: OK Management, Postbus 10208, 1001 EE Amsterdam.
PATIËNTVEILIGHEID SYSTEMATISCHE INCIDENT RECONSTRUCTIE EN EVALUATIE
(TOE)ZICHT OP ZIEKENHUIZEN VIJF JAAR PRESTEREN MET INDICATOREN
I.P. Leistikow,
Jan Maarten van den Berg,
COËLHO, ZAKWOORDENBOEK DER GENEESKUNDE
BEDRIJFSKUNDIGE ASPECTEN IN DE ZORG Gijs Hilterman,
K. den Ridder, B. de Vries.
Jan Haeck, Maaike van der Kolk
Divers
Redactie: Monica Grummels
Elsevier Gezondheidszorg.
Redactie: Lya den Ouden
Reed Business
Elsevier Gezondheidszorg
€ 38,00
De Tijdstroom
€ 32,95
€ 35,00
ISBN: 9789035230798
€ 26,00
ISBN: 9789062287550
ISBN: 9789035230637
Al ruim zestig jaar is het Zakwoordenboek der Geneeskunde, ook wel Coëlho of ‘het rode boekje’ genoemd, hét woordenboek op medisch gebied. Het zakwoordenboek biedt: verklaringen van circa 35.000 alfabetisch gerangschikte termen en afkortingen uit de medische en aanverwante vakgebieden; duidelijke en beknopte omschrijvingen; veel afkortingen, waaronder ook Engelse; voorschriften voor de juiste spelling en beschrijvingen van vrijwel alle ziekteprocessen en aandoeningen. De 29ste druk bevat tweeduizend extra medische termen en afkortingen. Veel nieuwe begrippen hebben betrekking op de zorg voor ouderen. Bestaande omschrijvingen zijn geactualiseerd. Van veel trefwoordomschrijvingen is de leesbaarheid verbeterd. Het woordenboek is ook verkrijgbaar op pda, op cd-rom en als netwerkversie voor meerdere gebruikers.
Managers in zorginstellingen zijn vaak vakinhoudelijk deskundig op één of twee gebieden. Daarnaast hebben zij inzicht nodig in alle bedrijfskundige aspecten van de organisatie. Een optimale bedrijfsvoering vraagt om een brede oriëntatie. Bedrijfskundige aspecten in de zorg biedt managers informatie over de verschillende besturingsaspecten waarmee zij dagelijks te maken hebben. Het boek is toegankelijk en to the point, en helpt managers om zowel mensen als processen beter aan te sturen. Na een inleidend hoofdstuk over de trends in de zorgsector volgen acht hoofdstukken, over strategie, marketing, financieel management, organiseren en management, humanresourcesmanagement, informatie- en communicatietechnologie, logistiek management, en leiderschap en zelfmanagement. Al deze hoofdstukken zijn specifiek toegespitst op de zorg.
ISBN: 9789058981516
Als een patiënt onbedoeld schade oploopt, kan hierop op twee manieren worden gereageerd: iemand de schuld geven of ervan leren. Systematische Incident Reconstructie en Evaluatie (SIRE) gaat uit van het laatste. SIRE (in het Engels: Root Cause Analysis) wordt wereldwijd gebruikt om te leren van fouten in de gezondheidszorg. Het is een praktische methode om een incident te reconstrueren en op rechtvaardige wijze de bijdrage van de betrokkenen in een juiste context te plaatsen. Dat leidt tot zinvolle aanbevelingen waarmee een vergelijkbaar incident in de toekomst kan worden voorkomen. In Patiëntveiligheid wordt de filosofie van SIRE stapsgewijs en met praktijkvoorbeelden uitgelegd, inclusief valkuilen en praktische tips. In deze nieuwe, tweede druk hebben de auteurs de ervaringen verwerkt die zij sinds de eerste druk hebben opgedaan bij het uitvoeren en onderwijzen van SIRE.
Aanleiding voor de publicatie van (Toe)zicht op ziekenhuizen is het vijfjarige bestaan van de prestatieindicatoren voor de ziekenhuizen. Prestatie-indicatoren zijn vaste sets van vragen die de Inspectie stelt aan alle ziekenhuizen over de zorg die zij verlenen, vragen die een zo representatief mogelijk beeld geven van de kwaliteit van ziekenhuizen. Dit boek bevat zes hoofdstukken die uitleg geven over de manier waarop de Inspectie met prestatieindicatoren werkt en die het proces beschrijven vanaf het allereerste gebruik tot aan het toekomstige gebruik van de indicatoren. Verspreid over de hoofdstukken is een twintigtal interviews opgenomen met personen die in de loop der jaren bij de indicatoren betrokken waren, ervan gebruikmaakten of er voor- of nadelen van ondervonden. De Inspectie geeft u met dit boek een kijkje in de eigen keuken en in die van ziekenhuizen.
30 OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009
OKM_03_2009.indd 30
17-09-2009 10:25:07
BOEKEN
HET BREINBOEK VOOR MANAGERS WAT JE MOET WETEN VAN DENKEN EN GEDRAG Paul Postma
STRATEGISCH MANAGEMENT VOOR NON-PROFITORGANISATIES KOERSBEPALING, PROCESREGIE EN METABESTURING
Business Contact
STRATEGISCHE PLANNING VOOR DE MODERNE NON-PROFITORGANISATIE
ALLES IS ANDERS IN DE ZORG OVER BIZARRE REGELS, PERVERSE BUDGETTEN EN PRIMA DONNA’S
C.A.M. Mouwen
Jaap Maljers, Willem Wansink
Van Gorcum
Bert Bakker
€ 22,50
F. Joldersma, C.A.M. Mouwen,
€ 32,60
€ 17,95
ISBN: 9789047001133
M.M. Otto, J.L.A. Geurts
ISBN: 9789023240440
ISBN: 9789035133433
In de moderne non-profitorganisatie komen vele maatschappelijke ontwikkelingen samen, inclusief de daarmee verbonden krachten, machten en belangen. Het is de boeiende uitdaging voor de moderne bestuurder en manager in deze sector om een heldere strategische positie en koers te bepalen voor de organisatie waaraan zij leidinggeven. In het Nederlandse taalgebied is dit het eerste, speciaal vanuit en voor de non-profitsector geschreven boek over strategische planning, bedoeld om dit complexe keuzeproces te ondersteunen. Gebaseerd op de modernste wetenschappelijke inzichten behandelt het vanuit een integrale visie alle relevante aspecten van strategische planning en brengt die ten slotte samen in één overzichtelijk model. Prof.dr.ir. Kees A.M. Mouwen is vicevoorzitter van het college van bestuur van Universiteit Tilburg en hoogleraar strategie en innovatie voor de nonprofitsector.
Wie op vakantie gaat, een auto koopt of een staafmixer aanschaft, verdiept zich in de kwaliteit en de prijs. Hoe anders is dat in de Nederlandse gezondheidszorg. Daar levert de burger zich zonder meer over aan de specialist. Tienduizenden burgers laten zich elk jaar opereren of volstoppen met gevaarlijke pillen door de eerste de beste figuur in een witte jas. Is iedereen bang? Of worden dokters – ten onrechte – mythische gaven toegedicht? Autoschadeverzekeraars proberen schadebedrijven te selecteren op prijs en kwaliteit. Niet goed en te duur betekent: geen contract. In de gezondheidszorg krijgt vrijwel iedere zorgverlener een contract. Hoe is dat mogelijk? Jaap Maljers en Willem Wansink verbazen zich over de gang van zaken in de zorg. Ze komen tot opzienbarende analyses, onverwachte observaties en soms verdrietige conclusies. Ze pellen de ui die zorg heet en gaan het debat aan met invloedrijke spelers uit de sector, de politiek en de wetenschap.
Van Gorcum € 19,00
Paul Postma behandelt in dit boek het brein als biologisch orgaan, als supercomputer, als gereedschapskist van de evolutie en als bemiddelaar tussen jezelf en je omgeving. Hij onthult op grond van die inzichten hoe je medewerkers, maar ook je baas, collega’s en klanten, denken en handelen, en waarom ze dat zo doen. Even verrassend als gênant, zowel voor jezelf als voor je omgeving. Ontdek hoe je beter je werk kunt doen, effectief oplossingen kunt realiseren en meer van je medewerkers gedaan kunt krijgen. Postma vertelt hoe ons onderbewuste (onze onveranderlijke wensen en drijfveren) en ons bewuste (onze rationalisering van die wensen en drijfveren) elkaar dwarszitten bij samenwerking, besluitvorming en werkprocessen. Hij legt vanuit de (neuro)psychologie uit hoe de taken en hiërarchie in organisaties beïnvloed worden door die ‘strijd’ en leert managers te focussen op het onderbewuste en de rationalisering te omzeilen.
ISBN: 9789023243090
Dit boek laat zien dat bij strategisch management voor non-profitorganisaties altijd drie dimensies centraal staan: inhoudelijke koersbepaling, procesregie en metabesturing. Zonder inhoudelijke koers vaart niemand wel. Maar ook regie over het proces is nodig om de communicatie en verwachtingen in goede banen te leiden. Steeds moeten we ons daarbij de vraag stellen: kunnen we zo verder of moeten we de koers verleggen en bijsturen? De praktische uitwerking van deze drie dimensies biedt de bestuurder/manager bouwstenen voor het ontwikkelen van een eigen aanpak voor strategisch management. De auteurs hebben vanuit verschillende functies, zoals bestuurder/ manager, wetenschapper, adviseur en politicus, expertise opgebouwd in strategisch managen van nonprofitorganisaties.
OK MANAGEMENT 3, OKTOBER 2009 31
OKM_03_2009.indd 31
17-09-2009 10:25:13
HighCare Interim & Advies De ideale basis voor resultaatgerichte interim-leidinggevenden, projectleiders en adviseurs in de zorgsector Als ervaren leidinggevende in de zorg kent u de uitdagingen waar de zorgsector op dit moment voor staat. Meer dan ooit telt het resultaat. Dit stelt bijzondere eisen aan leidinggevenden. Bent u een resultaatgerichte afdelings- of clustermanager die zorgorganisaties door een praktische benadering en het behalen van aantoonbare en dus meetbare resultaten verder kan helpen? Als u hier bevestigend op kunt antwoorden is een dienstverband bij HighCare Interim & Advies voor u de weg naar interessante en uitdagende opdrachten in de zorg. HighCare Interim & Advies biedt u zeer goede primaire en secundaire arbeidsvoorwaarden en is een solide basis voor uw verdere ontwikkeling als interim-leidinggevende, projectleider of organisatieadviseur. Naast ervaren leidinggevenden zijn wij op zoek naar collega’s met leidinggevend talent, maar die nog niet de kans hebben gehad dit in een leidinggevende functie te laten zien. Bent u geïnteresseerd, neem dan contact met ons op voor een vrijblijvend gesprek.
Meer weten? Kijk op www.highcareinterim.nl of neem contact op met Kars Tolsma, directeur HighCare Interim & Advies. Dit kan via
[email protected] of door een telefoontje te richten aan 010 225 11 13 of 06 122 42 655.
I n ter im & Adv i e s
Hoofdkantoor Rotterdam I Postbus 25011 I 3001 HA Rotterdam I Westersingel 103 I 3015 LD Rotterdam
OKM_03_2009.indd 32 AW 6944 HGC advariatiesopnieuw.indd 3
17-09-2009 10:25:20 15-04-2009 10:06:42