Jaarverslag 2013
Ieder mens zou een rivier moeten zijn, komen zonder verlangen te blijven, gaan zonder heimwee. Rutger Kopland
Voorwoord Het eerste werkjaar in een nieuw decennium na 40 jaar Kliniek De Pelgrim stond voor een deel in het teken van de viering van 40 jaar De Pelgrim. Welke activiteiten zoal aan bod kwamen in het teken van 40 jaar De Pelgrim, worden vermeld in het jaarverslag. Bijzonder in 2013 was eveneens dat de verschillende reactienota’s op het auditverslag uit 2012 een positieve reactie kregen vanwege de overheid, zodat de erkenning van ontwenningskliniek De Pelgrim vlot kan doorgaan na 2013. Een eerste ervaring met het elektronisch patiëntendossier geeft ons de mogelijkheid om in dit jaarverslag enkele bevindingen neer te schrijven. Tenslotte ook enkele cijfergegevens in vergelijking met vorige jaren en verfijnd voor het kalenderjaar 2013. De Pelgrim zal zich in de komende jaren verder duidelijk positioneren binnen het landschap van de verslavingszorg. Een eerste aanzet hieromtrent werd reeds in 2013 gegeven, zowel in het directiecomité als binnen de inrichtende macht van De Pelgrim.
H. Van den Berge Directeur
Inhoudstafel 1
BELEID EN BESTUUR V.Z.W. DE PELGRIM
7
1.1 Visie/missie/waarden
7
1.1.1 Ziekenhuisbrede visie, missie en waarden
7
1.1.2 Visie op verslaving en behandeling
8
1.1.3 Visie op herval en hervalpreventie
8
1.2 Algemeen beleid – strategisch management
9
1.2.1 Naar een strategisch management
9
1.2.2 Vertaling, stappen en wisselwerking
naar een concreet actieplan
11
1.2.3 Organogram
13
1.2.4 Communicatiestructuur
13
1.3 Kwaliteitsbeleid
17
2
21
STRUCTUUR KLINIEK DE PELGRIM
2.1 Aanmelding / voorzorg
21
22
2.1.1 Aanmeldingsmodaliteiten
2.2 Opname en verblijf
22
2.2.1 Observatiefase
22
2.2.2 Oriëntatiefase
24
2.2.3 Behandelingsfase
25
2.2.4 Opnamemodaliteiten
28
2.2.5 Ontslagmodaliteiten
32
2.3 Nazorg
34
2.3.1 Ontslagmanagement
34
2.3.2 Intensive Casemanagement (ICM)
34
2.3.3 Nazorgmodaliteiten
34
3
HET ZORGAANBOD
36
3.1 Disciplines binnen de directe patiëntenzorg
36
3.2 Veranderingen binnen het zorgaanbod
42
3.2.1 Infomoment gezonde voeding
42
3.2.2 Psychodiagnostiek
42
3.2.3 Tabakologie
42
4.
de pelgrim - jaarverslag 2013
3.3 Het elektronisch patiëntendossier
43
3.3.1 Module aanmelding – voorzorg
43
3.3.2 Module zorgaanbod
44
4
TRANSMURALE SAMENWERKING
48
4.1 Participatie in transmurale overlegorganen
48
4.2 Transmurale samenwerkingsverbanden
51
5 PERSONEEL
54
5.1 Personeelsomkadering en personeelskosten
54
5.2 Bijzondere opleidingen
56
5.3 Arbeidsreglement
56
6
57
ALGEMENE CIJFERS
6.1 Erkenning
57
6.2 Ligdagprijs
57
6.3 Bezetting
57
6.4 Financiële resultaten
58
6.5 Gemiddelde verblijfsduur
58
6.6 Herkomst van de patiënt
58
7
61
JAARACTIVITEITEN 40 JAAR KLINIEK DE PELGRIM
7.1 Studienamiddagen
7.1.1 Intensive Casemanagement binnen de verslavingszorg:
61
een brug verder!?
61
7.1.2 Studienamiddag ‘Camerabewaking in ziekenhuizen'
62
7.2 Fototentoonstelling 40 jaar Kliniek De Pelgrim
62
7.3 Gordel rond Windeke
63
7.4 Badmintontornooi
64
7.5 Kompas
65
de pelgrim - jaarverslag 2013
.5
COLOFON © vzw Kliniek De Pelgrim, 2014 eindredactie: Hugo Van den Berge vormgeving en druk: www.studiostraid.be
Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de rechthebbende uitgever.
6.
de pelgrim - jaarverslag 2013
1
Beleid en bestuur v.z.w. de pelgrim
1.1 Visie/missie/waarden 1.1.1 Ziekenhuisbrede visie, missie en waarden In september 2009 besliste de Raad van Bestuur om een basisdocument te ontwikkelen i.v.m. de visie, missie en waarden van Kliniek De Pelgrim. Dit in het kader van de ontwikkeling van een eigen beleidsplan. Een overleg omtrent dit document met de stuurgroep Integrale Kwaliteitszorg (I.K.Z.), alsook met de Raad van Bestuur, zorgde voor een basisdocument visie-missie dat door de Algemene Vergadering en de Raad van Bestuur in december 2010 goedgekeurd werd. Het onderdeel waarden werd uiteindelijk in december 2012 goedgekeurd op de I.K.Z.-stuurgroep en leidde tot het finaliseren van het document visie-missie-waarden. VISIE Ontwenningskliniek De Pelgrim beoogt: • een kwaliteitsvolle behandeling van personen met een problematisch gebruik van legale en/of illegale drugs en betracht een succesvolle maatschappelijke re-integratie; • een duurzame en vooraanstaande rol te spelen binnen de verslavingszorg in Vlaanderen. MISSIE 1. Wij bieden aan elke zorgvrager het meest optimale en passende zorgaanbod. 2. Wij stemmen onze residentiële zorg af op de zorgbehoefte van elke individuele patiënt of elk koppel, ongeacht hun levensbeschouwelijke overtuiging.
3. Wij bieden een behandeling gericht op het herstel van de patiënt in zijn totaliteit en staan open voor innovatieve benaderingen. 4. Wij bieden de patiënt een ruimer inzicht in de complexiteit van de verslavingsproblematiek en de problemen die daarmee verband houden. Dit kan samen met zijn/haar familie of dichtbetrokkenen gebeuren. 5. Wij zorgen voor een drugsvrije en veilige therapeutische omgeving binnen een rustgevend en aangenaam kader. 6. Wij werken binnen een participatieve en dynamische organisatie en hebben aandacht voor de ontplooiing van de competenties van al onze medewerkers. 7. Wij ontwikkelen een regionaal netwerk met voorzieningen en partners uit de residentiële en ambulante zorg. 8. Wij wenden de middelen, die de overheid ons ter beschikking stelt, optimaal aan in een moderne infrastructuur. Wij engageren ons om deze visie en missie te vertalen in kritieke doelstellingen en actieprogramma’s, de uitvoering ervan op te volgen, te evalueren en bij te sturen. WAARDEN Bij de uitvoering van onze opdracht zijn onze belangrijkste waarden: • wij respecteren de patiënt zoals hij is, als individu • wij accepteren de patiënt zoals hij is, als individu • wij zetten ons onvoorwaardelijk in om onze doelstellingen te realiseren • wij zetten onze deskundigheid in met aandacht voor ethisch menselijke aspecten
de pelgrim - jaarverslag 2013
.7
• wij hebben aandacht voor een veilige leef- en werkomgeving • wij staan voor een continue verbetering van onze deskundigheid en zijn bereid hieraan te werken 1.1.2 Visie op verslaving en behandeling Verslaafd zijn tast snel het hele bestaan aan. In de eerste plaats dat van de verslaafde mens zelf. Geleidelijk verdwijnen alle belangrijke en waardevolle dingen uit het leven. Er is de aantasting van de gezondheid en het dreigend verlies van werk en bezittingen. Ook de omgang met andere mensen wordt ingrijpend beïnvloed. De relatie met partner, kinderen, familieleden, werkgever, collega’s en vrienden komt zwaar onder druk te staan. Dit zorgt ervoor dat zelfrespect en eigenwaarde snel verdwijnen. Deze neerwaartse spiraal eindigt niet zelden in een verregaand isolement. Onze behandeling richt zich op het herstel van de patiënt in zijn totaliteit, zowel lichamelijk, psychisch, relationeel als maatschappelijk. Om dit te realiseren hechten wij belang aan: • de eigenheid van de persoon en dit door zorg op maat te bieden. We vormen ons een genuanceerd beeld van de problemen die lijdensdruk veroorzaken en ook van de krachtbronnen waarover de persoon beschikt om zijn moeilijkheden het hoofd te bieden en zo de eigen levenskwaliteit en die van de omgeving te verbeteren. • de eigen verantwoordelijkheid om zo de zelfwerkzaamheid te versterken en die keuzes te leren maken die meer voldoening geven.
• een leefklimaat waar menselijke waardigheid en waarden de omgang bepalen; • een team van medewerkers van wie ieder vanuit eigen deskundigheid, dit veilige en ondersteunende leefklimaat draagt; • een medicamenteuze ondersteuning om lichamelijke of psychische ongemakken van de ontwenning te verlichten of op te heffen. Daarnaast wordt er volgens het motivationeel model gewerkt, waarbij de voortdurende wisselwerking tussen de patiënt en de hulpverleners de drijvende kracht vormt om een veranderingsproces op te starten en in de gewenste richting te sturen. De middelenabstinentie wordt als absolute conditie vooropgesteld om op een zinvolle en duurzame wijze iets te proberen doen aan de problemen. Het clean worden ten aanzien van het probleemmiddel is het eerste doel op zich en vormt de basis waarop mogelijke oplossingsstrategieën dienen geënt te worden. Het willen weerstand bieden aan potentiële verleidingen tot gebruik moet voldoende aanwezig zijn, zo niet zal al te vlug blijken dat de vrije kliniekstructuur niet kan tegemoetkomen aan de verwachtingen van de betrokkene. Er wordt zowel ‘evidence-based’ als ‘practicebased’ gewerkt. Alleen het hanteren van een breed spectrum van evidence-based en practicebased werken, gecombineerd met de klinische praktijkervaring van hulpverleners, kan recht doen aan de complexiteit van de verslavingsproblematiek en de veelvormigheid van de realiteit. 1.1.3 Visie op herval en hervalpreventie
Om dit doel te bereiken bieden wij: • een veilige omgeving waar je volledig kan stoppen met het gebruik van alcohol, drugs en medicatie;
8.
de pelgrim - jaarverslag 2013
In het kijken naar herval richten we onze blik op hoe we een terugval kunnen voorkomen. We ontwikkelden een belangrijke visie rond ‘terug-
valpreventie’. Motivatie en terugval zijn beiden onderdeel van het proces van gedragsverandering. Motivatiebevordering en terugvalpreventie zijn complementaire basisstrategieën die in het gehele hulpverleningsproces van essentieel belang zijn. Eenmaal gestopt met drinken of met het gebruik van illegale middelen zal de patiënt over vaardigheden moeten beschikken om effectiever om te gaan met situaties die een risico inhouden voor een terugval. Het succesvol hanteren van deze vaardigheden zal het competentiegevoel van de patiënt verhogen en zo zijn motivatie verstevigen. Terugvalpreventie wordt in de loop van de behandeling gaandeweg belangrijker om de zich ontwikkelde gedragsverandering te behouden. In de behandelingsfase is hervalpreventie zowel gericht op het vergroten van de mogelijkheden van de patiënt om risicosituaties aan te kunnen, als op het stabiliseren van de leefstijl door gedragsveranderingen. Binnen het huidig psychologisch groepsaanbod is er geen aparte groep hervalpreventie, maar wordt dit op individueel niveau opgenomen. Nazorg blijkt één van de belangrijkste voorspellers te zijn van gunstige behandeluitkomsten. De eerste drie maanden na afloop van een residentiële behandeling zijn cruciaal voor de preventie van herval. In Kliniek De Pelgrim wordt systematisch aan patiënten met een alcoholproblematiek informatie gegeven omtrent de mogelijkheden in zorg na opname. Voor patiënten met een illegale drugproblematiek gebeurt dit individueel. Daarnaast wordt aan elke patiënt gevraagd om tijdens opname een infomoment bij te wonen rond zelfhulpgroepen. Verder wordt individuele toelichting gegeven aan de patiënt omtrent nazorgmogelijkheden, voornamelijk vanuit de sociale dienst.
1.2 Algemeen beleid – strategisch management In januari 2012 werd door auditoren van zorginspectie een ziekenhuisbrede audit uitgevoerd. In het inspectieverslag werd als non-conformiteit aangegeven dat De Pelgrim niet over een strategisch beleidsplan beschikte. In functie van deze non-conformiteit werd het beleidsplan van 2009 herwerkt en werd extra aandacht besteed aan de formulering van strategische en operationele doelstellingen. Dit algemeen beleid – strategisch management vertrekt vanuit het in de gezondheidszorg vrij bekende EFQM-Model. Dit managementmodel is opgebouwd uit 9 aandachtsgebieden: leiderschap, medewerkers, beleid en strategie, partnerschap en middelen, processen, resultaten klanten, resultaten medewerkers, resultaten samenleving en resultaten sleutelactoren. 1.2.1 Naar een strategisch management Binnen een steeds veranderende omgeving is het noodzakelijk dat ons zorgaanbod zoveel mogelijk afgestemd is op de behoeften van de belanghebbenden en de maatschappij. Daarom zal de organisatie op middellange termijn dienen keuzes te maken en strategische en operationele doelstellingen dienen te formuleren. Uitgaande van de visie, missie en waarden, werden deze aandachtsgebieden uit het EFQM-model in een ordeningsmodel geplaatst en naar een strategiekaart (schema 1) vertaald. De strategiekaart geeft aan, aan welke strategische doelstellingen en kritische succesfactoren De Pelgrim de volgende jaren wil werken.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.9
10.
de pelgrim - jaarverslag 2013
COMPETENTIES & INNOVATIES
INTERNE PROCESSEN
SD1 We werken met deskundige, gemotiveerde en flexibele medewerkers en voeren een gericht medewerkersbeleid.
Continue aandacht voor opleiding en verbetering
Geïnformeerde, betrokken en geresponsabiliseerde medewerkers
Uitbouwen van een therapeutische relatie met de patiënt en/of zijn omgeving
KWALITEIT van de dienstverlening
SD3 We positioneren ons strategisch binnen het hulpverleningslandschap en engageren ons ten volle tot de voorbereiding op re-integratie.
Ontwikkeling van een regionaal netwerk
Verhoogde multidisciplinaire samenwerking
SD2 We streven naar een kwaliteitsvolle behandeling waarbij patiënten middelenabstinent zijn.
Nazorgbegeleiding
Borgen patiëntveiligheid
Maximale patiënttevredenheid
Zoveel mogelijk patiënten hebben ontslag met overleg en overeenkomst
Optimaal, passend zorgaanbod
Kliniek De Pelgrim
STRATEGIEKAART 2013-2017
RESULTATEN
Schema 1: Strategiekaart
SD4 We wenden onze middelen optimaal aan en voeren een gezond financieel beleid.
De automatisering veilig en performant houden
Budgettair evenwicht
Optimale aanwending der middelen
Strategische doelstellingen zijn concrete stappen op weg naar het realiseren van missie, visie en waarden. Het betreft belangrijke evoluties van de rol die de organisatie de komende jaren in zijn interne en externe omgeving wil realiseren. Kritische succesfactoren zijn vereiste voorwaarden om de strategische doelstellingen te bereiken. Kritische succesfactoren geven m.a.w. concreter weer hoe de strategie in elkaar steekt. In de strategiekaart worden deze kritische succesfactoren in 4 strategische perspectieven onderverdeeld: resultaten, kwaliteit van dienstverlening, interne processen en competenties en innovaties. Hierna vermelden we in eerste orde (punt 1-4) de strategische doelstellingen die werden weerhouden waarna de onderliggende kritische succesfactoren (per punt) eveneens worden vermeld. Strategische doelstelling 1. We werken met deskundige, gemotiveerde en flexibele medewerkers en voeren een gericht medewerkersbeleid. • Geïnformeerde, betrokken en geresponsabiliseerde medewerkers • Continue aandacht voor opleiding en verbetering Strategische doelstelling 2. We streven naar een kwaliteitsvolle behandeling waarbij patiënten middelenabstinent zijn en een zo hoog mogelijk aantal patiënten een ontslag met overleg en overeenkomst hebben (MOMO). • Uitbouwen van een therapeutische relatie met de patiënt en/of zijn omgeving • Maximale patiëntentevredenheid • Borgen van de patiëntveiligheid • Verhoogde multidisciplinaire samenwerking
Strategische doelstelling 3. We positioneren ons strategisch binnen het hulpverleningslandschap en engageren ons ten volle tot de voorbereiding op re-integratie. • Nazorgbegeleiding • Ontwikkelen van een regionaal netwerk met voorzieningen en partners uit de residentiële en ambulante zorg Strategische doelstelling 4. We wenden onze middelen optimaal aan en voeren een gezond financieel beleid. • Budgettair evenwicht • De automatisering veilig en performant houden 1.2.2 Vertaling stappen en wisselwerking naar een concreet actieplan Elk van de kritische succesfactoren bevat een aantal concrete operationele doelstellingen die gerealiseerd dienen te worden om deze kritische succesfactor te bereiken. Voorbeeld: − Operationele doelstelling 1: Kliniek De Pelgrim investeert op continue wijze in opleiding en verbetering. − Operationele doelstelling 2: De ondersteuning op de werkvloer gebeurt onder de vorm van evaluatiegesprekken, functioneringsgesprekken en informele gesprekken. − Kritische succesfactor: Continue aandacht voor opleiding en verbetering. − Strategische doelstelling: We werken met deskundige, gemotiveerde en flexibele medewerkers en voeren een gericht medewerkersbeleid. Bovenstaand voorbeeld toont aan dat er meerdere operationele doelstellingen gerealiseerd
de pelgrim - jaarverslag 2013
.11
12.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Medische dienst Apotheek
Geneesheer zkh-hygiënist
Zorgadviseur
Hoofdverpleegkundige
Medisch diensthoofd
Zorgadviseur
Hoofdverpleegkundige
Medisch diensthoofd
Middenkader
Behandeling Nazorg 2
Voorzorg Observatie Orriëntatie Nazorg 1
Multidisciplinair team
Multidisciplinair team
Nachtdienst Mobiele equipe Verpleegkundige ziekenhuishygiëne
FASE
FASE
Hoofd Departement Patiëntenzorg
Directiecomité
Bureau
Raad van Bestuur
Algemene Vergadering
De Pelgrim vzw
Keuken
Onderhoud
Administratie
Directeur
ORGANOGRAM 2013
Hoofdgeneesheer
Schema 2: Organogram De Pelgrim vzw
Interne Bewakingsdienst
Leidinggevende A (I.B.D.)
Preventieadviseur Directiesecretaresse Stafmedew. log.dnstn.
dienen te worden om te voldoen aan de kritische succesfactor. Daar iedere strategische doelstelling uit meerdere kritische succesfactoren bestaat, dient aan elk van deze kritische succesfactoren – met onderliggende gerealiseerde operationele doelstellingen – voldaan te worden om tot de realisatie van de strategische doelstelling te komen. De operationele doelstellingen vormen de link tussen enerzijds het strategisch management en anderzijds het concrete actieplan. In dit actieplan wordt voor elke operationele doelstelling op het niveau van de I.K.Z.-stuurgroep bepaald wie verantwoordelijk is voor welke operationele doelstelling, tegen welke deadline deze geïmplementeerd dient te zijn en wat de huidige stand van zaken is. Uiteindelijk is het de bedoeling dat elk van de operationele doelstelling gerealiseerd wordt tegen eind 2017. Het algemeen beleid – strategisch management loop namelijk over de periode 2013-2017. Een aantal operationele doelstellingen kunnen naar kwaliteitsindicatoren worden vertaald. Zo wordt in het voorbeeld operationele doelstelling 1 opgevolgd door jaarlijks volgende indicatoren op te volgen: • Aantal opleidingsuren t.o.v. aantal werkuren • Opleidingskost t.o.v. het ter beschikking gestelde budget Voor elk van deze kwaliteitsindicatoren wordt er een streefwaarde vooropgesteld. Wanneer blijkt dat de reële waarde ver onder deze streefwaarde ligt of de streefwaarde enkele jaren niet behaald wordt, kan het aangewezen zijn om bij te sturen. Dit zou in het voorbeeld kunnen betekenen dat er op de IKZ-stuurgroep beslist wordt om prioriteit te geven aan de kritische succesfactor ‘continue aandacht voor opleiding en verbetering’.
1.2.3 Organogram Het organogram (schema 2) werd door de Algemene Vergadering van 8 december 2009 goedgekeurd. Enerzijds is het organogram gebaseerd op een aantal wettelijke verplichtingen vanuit de vzw-wetgeving en de ziekenhuiswetgeving, anderzijds is het organogram gebaseerd op een meer horizontale structuur. In tegenstelling tot het vorige organogram, werd het aantal direct leidinggevenden voor de verschillende logistieke departementen en disciplines beperkt. Er wordt meer verantwoordelijkheid toebedeeld aan het ontwikkelen van een organisatie bottom-up met in de directe patiëntenzorg een kern van 3 fasegebonden deskundige en ervaren medewerkers met een multidisciplinair team. Het geheel wordt aangestuurd door het hoofd departement patiëntenzorg, bijgestaan door het middenkader. De logistieke diensten worden rechtstreeks aangestuurd door de algemeen directeur, bijgestaan door de stafmedewerker logistieke diensten. Belangrijke beleidsbeslissingen worden binnen het organogram genomen op niveau van de Algemene Vergadering, de Raad van Bestuur en het Bureau. 1.2.4 Communicatiestructuur Nauw aansluitend bij het organogram werd er een communicatiestructuur uitgetekend, rekening houdend met de wettelijke verplichtingen als vzw en als ziekenhuis (schema 3). De samenstelling, de vergaderfrequentie, de opdracht, de communicatievorm en de communicatielijn werden vastgelegd voor elk van de in de communicatiestructuur opgenomen overlegorganen.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.13
De Algemene Vergadering Samenstelling De leden worden conform de statuten voorgedragen door de Raad van Bestuur en benoemd in de Algemene Vergadering. De voorzitter van de Raad van Bestuur zit de vergadering voor. De hoofdgeneesheer en directeur zijn geen lid, doch wonen de vergadering bij. Vergaderfrequentie 2x per jaar. Opdracht De wettelijke opdrachten zijn vastgelegd in wet op de vzw’s van 18 april 2002, art. 4. Communicatievorm Schriftelijk verslag, ondertekend door voorzitter en secretaris. Communicatielijn g alle leden Algemene Vergadering; i directeur, hoofdgeneesheer.
Bureau Samenstelling Voorzitter en secretaris Raad van Bestuur, directeur en hoofdgeneesheer. De voorzitter zit de vergadering voor. Vergaderfrequentie Minimaal 4x per jaar, 14 dagen vóór de Raad van Bestuur. Opdracht Legt dagorde vast van de Raad van Bestuur en bereidt deze inhoudelijk voor; houdt toezicht op en staat in voor uitvoering van specifieke opdrachten gedelegeerd vanuit de Raad van Bestuur. Communicatievorm Schriftelijk verslag opgemaakt door de directeur. Communicatielijn g alle leden bureau; h toelichting aan leden Raad van Bestuur.
Directiecomité Raad van Bestuur Samenstelling Bestuurders benoemd (voor onbepaalde duur) door de Algemene Vergadering. De directeur en hoofdgeneesheer wonen de vergadering bij, zonder stemrecht. De Raad van Bestuur kiest een voorzitter, ondervoorzitter en secretaris. Vergaderfrequentie 4x per jaar. Opdracht Wettelijke opdrachten vastgelegd in vzw-wetgeving en de in artikels 25 tot en met 27 van de statuten omschreven opdrachten. De Raad van Bestuur kan een deel van haar bevoegdheden delegeren aan het bureau, bestuurders of personen belast met het dagelijks bestuur. Communicatievorm Schriftelijk verslag ondertekend door voorzitter en secretaris. Communicatielijn g alle leden Raad van Bestuur; i directeur, hoofdgeneesheer.
14.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Samenstelling Directeur, hoofdgeneesheer en hoofd departement patiëntenzorg. De directeur zit de vergadering voor. Vergaderfrequentie Wekelijks. Opdracht Het directiecomité neemt collegiaal beslissingen m.b.t. de dagelijkse werking op vlak van de patiëntenzorg en personeel in de directe patiëntenzorg. De agenda wordt bepaald door adviesvragen van andere overlegorganen (bv. beleidsteam, comité ziekenhuishygiëne) en opdrachten vanwege het Bureau en/of Raad van Bestuur. Communicatievorm schriftelijk verslag opgemaakt door de directeur. Communicatielijn g alle leden; h toelichting aan leden Bureau.
Stuurgroep I.K.Z. Samenstelling 3 leden van de Raad van Bestuur, directeur, hoofd departement patiëntenzorg, middenkader, medische diensthoofden, zorgadviseurs en hoofdverpleegkundigen. Het middenkader zit de vergadering voor. Vergaderfrequentie 3-maandelijks. Opdracht De stuurgroep IKZ bespreekt alle aspecten in het kader van de kwaliteitszorg. Communicatievorm Schriftelijk verslag opgemaakt door het middenkader. Communicatielijn g alle leden stuurgroep IKZ; h toelichting aan leden Bureau en raad van bestuur.
Beleidsteam
Teamvergadering Samenstelling Behandelende artsen, hoofdverpleegkundige, zorgadviseur, en andere leden van het multidisciplinair team van de zorgvloer ad hoc. De behandelende arts(en) zit(ten) de vergadering voor. Vergaderfrequentie Wekelijks. Opdracht De teamvergadering is het casuïstisch overleg voor alle patiënten voorzien op de dagorde van het overleg. De teamvergadering stelt zich als doel het individuele behandelplan van de patiënten te bespreken, de nodige besluiten te formuleren met betrekking tot behandeling, ontslag en de taken te verdelen met betrekking tot de uitvoering van de besluitvorming. Communicatievorm Schriftelijk verslag in elektronisch patiënten dossier. Communicatielijn g alle leden van het multidisciplinair team.
Samenstelling Hoofd departement patiëntenzorg, medische diensthoofden, hoofdverpleegkundigen, zorgadviseurs. Het hoofd departement patiëntenzorg zit de vergadering voor. Vergaderfrequentie Maandelijks. Opdracht Het beleidsteam bespreekt beleidsaspecten m.b.t. zorgaanbod aangebracht vanuit het directiecomité, of vanuit het zorgvloeroverleg observatie / oriëntatie en behandeling. Communicatievorm Schriftelijk verslag opgemaakt door hoofd departement patiëntenzorg. Communicatielijn g alle leden beleidsteam; h leden directiecomité.
Dienstoverleg Logistieke Diensten Samenstelling Directeur en alle medewerkers binnen de respectievelijke dienst administratie, onderhoud, keuken. De directeur zit de vergadering voor. Vergaderfrequentie Maandelijks. Opdracht Het dienstoverleg bespreekt alle dienstgebonden agendapunten, vb. uurroosters, werkorganisatie,... Communicatievorm Schriftelijk verslag opgemaakt door de stafmedewerker logistieke diensten. Communicatielijn g alle medewerkers binnen de respectievelijke diensten.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.15
Schema 3: Communicatiestructuur
Algemene Vergadering Raad van Bestuur Bureau vertegenw. raad v. bestuur directeur leden beleidsteam middenkader
voorz.: hoofd dep. pat. zorg leden: medische diensthoofden hoofdverpleegkundigen zorgadviseurs ad hoc leden: medewerker(s) basisteam i.f.v. agenda
Stuurgroep I.K.Z.
Directiecomité
Beleidsteam Observatie / Oriëntatie Behandeling
Teamvergadering Observatie / Oriëntatie voorz.: behandelende arts(en) leden: hoofdverpleegkundige zorgadviseur ad hoc leden: medewerker(s) basisteam i.f.v. agenda
Dienstoverleg keuken administratie onderhoud
Teamvergadering Behandeling voorz.: behandelende arts(en) leden: hoofdverpleegkundige zorgadviseur ad hoc leden: medewerker(s) basisteam i.f.v. agenda
Naast deze overlegstructuur bestaan volgende overlegmomenten welke vanuit de wetgeving een verplicht karakter hebben: - Permanent overlegcomité geneesheren-inrichtende macht (P.O.C.) - Medische Raad - Comité voor ziekenhuishygiëne - Comité preventie en bescherming op het werk (C.P.B.W.) - Medisch-farmaceutisch comité - Comité voorgeneesmiddelen en medisch materiaal - Comité kwaliteit en patiëntveiligheid (C.K.P.) sinds 22.10.2012 - Commissie medische ethiek - Comité HACCP - Syndicaal overleg directie/vakbond - Associatiecomité ziekenhuisapotheek
16.
de pelgrim - jaarverslag 2013
1.3 Kwaliteitsbeleid Psycho-sociale arbeidsbelasting In februari 2012 werd door Securex ziekenhuisbreed een bevraging gehouden m.b.t. de psychosociale arbeidsbelasting. In deze bevraging werd rekening gehouden met de domeinen arbeidsinhoud, arbeidsverhoudingen, arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden. In de periode maart-april werden de bevindingen door Securex teruggekoppeld en op het bureau van 16/04/2012 en het directiecomité van 23/04/2012 werden deze resultaten besproken. In het directiecomité werd afgesproken dat de kwaliteitscoördinator deze resultaten ziekenhuisbreed a.d.h.v. een presentatie zou toelichten en disciplinegebonden besprekingen zou opstarten om aandachtsgebieden duidelijker bloot i.f.v. het formuleren van gerichte verbeteracties. De resultaten van de psychosociale arbeidsbelasting werden in mei ziekenhuisbreed toegelicht en van mei tot juli werden disciplinegebonden besprekingen gehouden om de aandachtsgebieden in kaart te brengen. Dit resulteerde tot de uitwerking van het syntheserapport psychosociale arbeidsbelasting dat op 30/07/2012 teruggekoppeld werd naar de directie. Op basis van dit document werden door de directeur en het hoofd departement patiëntenzorg actieplannen opgesteld voor de niet-directe en de directe patiëntenzorg. Het actieplan niet-directie patiëntenzorg werd door de directeur eind 2012 op het overleg logistieke diensten per discipline teruggekoppeld binnen de niet-directe patiëntenzorg. Het hoofd departement patiëntenzorg heeft haar actieplan niet rechtstreeks teruggekoppeld naar de directe patiëntenzorg, maar volgt dit uiteraard ook op. Daarnaast kwamen beide actieplannen ook aan bod op de I.K.Z.-stuurgroep van 11/03/2013 en 03/06/2013.
Hierna worden een aantal verbeteracties opgelijst die op discipline gebonden overlegmomenten aan bod zijn gekomen en waar acties rond werden ondernomen: Voorbeeld 1: Onduidelijkheid omtrent functiekaart verpleging Uitgevoerde Actie: Opmaak functiekaarten verpleegkundigen en hoofdverpleegkundigen. Voorbeeld 2: Geen duidelijke afspraken m.b.t. de verpleegkundige permanentie. Uitgevoerde Actie: Goedgekeurde visietekst omtrent verpleegkundige permanentie met hierin duidelijke afspraken. Voorbeeld 3: Het centraal behandelplan wordt uitsluitend door verpleging ingevuld en niet multidisciplinair. Uitgevoerde Actie: In Regas wordt het centraal behandelplan gebruikt als het registratieformulier voor het multidisciplinair overleg. Er is echter nog verbetering mogelijk m.b.t. het formuleren van concrete doelstelling, het multidisciplinair registreren van de teamvoorbereiding en het formuleren en evalueren van acties. Voorbeeld 4: De verslagen van de dienstoverlegvergadering worden niet tijdig afgeleverd. Uitgevoerde Actie: Medewerkers dienen het verslag van het dienstoverleg binnen de week te ontvangen.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.17
Tevredenheidsenquête programma-aanbod In 2012 werd een tevredenheidsenquête ontwikkeld m.b.t. het programma-aanbod. Bij de ontwikkeling van deze enquête werd rekening gehouden met de wensen van de directie en de medewerkers die instaan voor het programmaaanbod. Op vraag van de directie werd voor elk programma bevraagd hoe belangrijk de patiënt dit programma vond en hoe tevreden deze hierover was. Aanvullend werden disciplinegebonden, alsook open vragen toegevoegd. Er werd een afzonderlijke enquête ontwikkeld voor de oriëntatie- en voor de behandelingsfase. Na 3 volledige weken in elk van deze fasen, werd aan de patiënt gevraagd om de tevredenheidsenquête in te vullen. A.d.h.v. een draaiboek werd zeer duidelijk afgesproken voor welke stappen in het proces de kwaliteitscoördinator verantwoordelijk was en wat door de hoofdverpleegkundigen werd opgevolgd. Zo hield de kwaliteitscoördinator bij welke patiënt op welk moment een vragenlijst diende te ontvangen, maar was het de hoofdverpleging die de enquête aan de patiënt bezorgde. Dit om te vermijden dat de anonimiteit in het gedrang kwam. De vragenlijsten werden afgenomen van september tot december 2012 en de eerste maanden van 2013 verwerkt. In deze periode werden er 79 vragenlijsten verdeeld, waarvan 51 in oriëntatie en 19 in behandeling. 60.8% van de verdeelde vragenlijsten in oriëntatie en 67.9% van de vragenlijsten in behandeling, werden ingevuld terugbezorgd. Dit leverde een globale respons van 63.3%. Uit de verwerking blijkt dat binnen het oriëntatieprogramma de belangrijkheid schommelde tussen 63.2% (weekprogramma) en 84.6% (groepsgesprek psycholoog). De tevredenheid
18.
de pelgrim - jaarverslag 2013
lag tussen 64.2% (weekprogramma) en 79.4% (infosessie Dr. Motte). In behandeling schommelde de belangrijkheid tussen 61% (weekprogramma) en 82.2% (groepsgesprek psycholoog) en de tevredenheid tussen 60% (weekprogramma) en 86.4% (vormingsactiviteit). Over alle activiteiten heen, werd aan het oriëntatieprogramma gemiddeld een belangrijkheid van 74% toegekend en een tevredenheid van 73%. Aan het behandelingsprogramma werd zowel voor belangrijkheid als voor tevredenheid een gemiddelde van 74% toegekend. De groepsgesprekken worden door de patiënt naar voor geschoven als het meest positieve aan het oriëntatie- én het behandelingsprogramma. Daarnaast wordt het ook geapprecieerd dat men naast het programma-aanbod nog voldoende tijd heeft om tot rust te komen. Haaks hiertegenover staat dat bij de vraag wat er aan het programmaaanbod verbeterd moet worden, gemeld wordt dat het oriëntatieprogramma veel dode momenten bevat en dus iets voller zou mogen zijn. Tot slot zei 83.9% van de patiënten binnen oriëntatie en 100% van de patiënten binnen behandeling dat zij op basis van het programma-aanbod Kliniek De Pelgrim waarschijnlijk wel of zeker zouden aanbevelen aan hun omgeving. De patiënten die rapporteerden dat zij het ziekenhuis niet zouden aanbevelen, doen dit louter omdat zij vinden dat hun verslavingsproblematiek te persoonlijk is om hier met hun omgeving over de praten. Wegens het beperkte aantal enquêtes diende er wel op gelet te worden dat er geen harde conclusies getrokken werden. Op de I.K.Z.-stuurgroep van 11 maart 2013 werd uiteindelijk beslist dat het aantal ontvangen vragenlijsten te beperkt was. Er werd afgesproken om een ziekenhuisbrede tevredenheidsenquête te ontwikkelen en
deze over een voldoende lange periode te laten lopen. Eind 2013 werd deze enquête op punt gesteld en in januari 2014 zal deze als proefproject aan de opgenomen patiënten worden verdeeld. Dit met als doel om na te gaan of de enquête goed in elkaar zit of, of er inhoudelijke bijsturing nodig is. Eenmaal er over de inhoud consensus is, zal deze enquête op continue of periodieke wijze worden afgenomen. Algemeen beleid – strategisch management Onder punt 1.2 werd reeds vermeld dat het beleidsplan van 2009 herwerkt werd naar aanleiding van de non-conformiteit in het inspectieverslag van de audit m.b.t. het ontbreken van een strategisch beleidsplan. Midden 2013 werd het algemeen beleid – strategisch management goedgekeurd en aan inspectie bezorgd. Deze non-conformiteit werd vervolgens geschrapt. De essentie van dit algemeen beleid – strategisch management werd reeds onder punt 1.2 toegelicht. Contract kwaliteit en patiëntveiligheid Een belangrijk onderdeel van het contract kwaliteit en patiëntveiligheid is het veiligheidsmanagementsysteem. In 2013 werden er 12 incidenten gemeld, waarvan 9 agressie-incidenten, 2 incidenten m.b.t. medicatieveiligheid en 1 incident m.b.t. een ongeval van een patiënt. Uiteindelijk werden 4 agressie-incidenten en 2 incidenten m.b.t. medicatieveiligheid retrospectief geanalyseerd. Bijkomend werd ook een prospectieve risicoanalyse uitgevoerd van het gehele medicatieproces om na te gaan waar er verbetering mogelijk is in de huidige geneesmiddelenflow. De voorbije jaren werden de verbeteracties van deze analyses telkens teruggekoppeld op
de I.K.Z.-stuurgroep. Omwille van de gevulde agenda van deze I.K.Z.-stuurgroep, kon er vaak onvoldoende aandacht geschonken worden aan de voorgestelde verbeteracties. Daar vanuit het contract kwaliteit en patiëntveiligheid ook werd aanbevolen om een apart comité op te richten, werd in oktober 2012 het comité kwaliteit en patiëntveiligheid in het leven geroepen. Voorgestelde verbeteracties worden op dit comité uitvoerig besproken en na goedkeuring worden deze vanuit dit comité ook verder opgevolgd tot effectieve implementatie. Enkele voorbeelden van verbeteracties die in 2013 werden teruggekoppeld naar het comité kwaliteit en patiëntveiligheid en die werden goedgekeurd om te worden geïmplementeerd: • goedkeuring van een vorming agressie in 2014 • afschaffen van de overzichtslijst met medicatie-wijzigingen • medicatieopdrachten uitsluitend door de artsen laten invoeren en verpleging altijd laten werken met voorlopige medicatieopdrachten • communiceren naar opvoedkundigen dat zij geen medicatie mogen toedienen Naast het melden, analyseren en opvolgen van de incidenten en de voorgestelde verbeteracties, werden de meldingsformulieren voor agressieincidenten en incidenten m.b.t. medicatieveiligheid vereenvoudigd. In 2014 zal dit nog gebeuren voor de andere meldformulieren. Binnen het transmurale luik van dit contract werd in het kader van het Intensive Casemanagement vijfmaal vergaderd tussen medewerkers van het P.C. Dr. Guislain en medewerkers van Kliniek De Pelgrim. De klemtoon lag het voorbije jaar vooral op het bevorderen van de samenwerkingsrelatie met externe psychologen.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.19
Zo werd voor het ICM-publiek contact gelegd met zelfstandige psychologen en werd hen gevraagd of zij bereid waren om met mensen met een alcoholprobleem te werken. Op basis van de respons werd een lijst opgesteld met bereidwillig gevonden zelfstandige psychologen. In deze lijst wordt de prijs per consult vermeld, de locatie, de vooropleiding van de psycholoog, de contactgegevens, etc. Wanneer blijkt dat patiënten geïnteresseerd zijn in verdere psychologische ondersteuning, worden zij, na bespreking team, via o.a. deze lijst geïnformeerd door de sociale dienst en de psychologische dienst. Zij dienen echter zelf contact op te nemen. Doelstelling is om dit in 2014 nog meer op punt te stellen en de brug tussen psychologische ondersteuning vanuit de 2e lijn naar de 1e lijn verder uit te bouwen. Verder gaand op dit transmurale luik, werden in 2013 ook 2 uitwisselingsmomenten georganiseerd tussen P.C. Dr. Guislain en Kliniek De Pelgrim betreffende kinderen van ouders met een afhankelijkheidsproblematiek (KOAP) en familiewerking. A.d.h.v. ervaringsuitwisseling rond deze thema’s, willen we als instellingen van elkaar leren. Een ander belangrijk punt is dat in 2013 ook een stappenplan werd opgesteld dat alle vereisten bevat om het meerjarenplan kwaliteit en patiëntveiligheid 2013-2017 te realiseren. Dit stappenplan is een vast punt op het comité kwaliteit en patiëntveiligheid en een beleidsinstrument om verbeteracties op te volgen. Visietekst i.v.m. therapeutisch aanbod Op de algemene vergadering van 11 december 2012 werd aandacht gevraagd voor het gehanteerde therapeutisch model. Kliniek De Pelgrim stelt namelijk in haar ziekenhuisbrede visie dat zij streeft naar het aanbieden van een kwali-
20.
de pelgrim - jaarverslag 2013
teitsvolle behandeling en dat zij een duurzame en vooraanstaande rol wil spelen binnen de verslavingszorg in Vlaanderen. Er werd voorgesteld om te evalueren in hoeverre deze doelstellingen uit de visie effectief zijn bereikt. De zorgadviseurs kregen de opdracht het therapeutisch model in De Pelgrim in kaart te brengen onder de vorm van een visietekst. Deze visietekst werd intussen uitgeschreven en wordt verder verfijnd en multidisciplinair gefinaliseerd binnen het beleidsteam.
2
Structuur Kliniek De Pelgrim
Het EFQM-model dat gebruikt werd als vertrekpunt om het algemeen beleid – strategisch management uit te werken, werd gehanteerd als inspiratiebron en open referentiekader voor het uittekenen van een eigen model van kwaliteit van management (schema 4) . Dit model biedt het kader voor de verdere concretisering van de 9 aandachtsgebieden van het EFQM-model. De werking van de kliniek is nauw verbonden met het fasegericht werken, zoals dit in het model van kwaliteit van management wordt weergegeven. 2.1 Aanmelding / voorzorg Een aanvraag tot opname (aanmelding) gebeurt altijd via een maatschappelijk werker. Belangrijk is dat de patiënt zelf het initiatief neemt. De patiënt moet zelf vinden dat de problemen met het middelenmisbruik van die aard zijn dat hij/ zij hulp nodig heeft bij de aanpak ervan.
Al naargelang de persoonlijke problematiek van de aanmelder, wordt beslist om deze eerst op voorzorg of onmiddellijk in opname te laten komen. De voorzorg bestaat uit een persoonlijk onderhoud met een geneesheer. Het is zowel informerend als explorerend en vormt de eigenlijke aanzet tot een opname. Dit moet toelaten om voldoende zicht te krijgen op de wederzijdse verwachtingen en betrachtingen. Als hierover een consensus wordt bereikt, is er een basis tot bespreking van de opnameaanvraag. Theoretisch kan elke opnamevraag voorafgegaan worden door een voorzorggesprek, hetzij op vraag van de patiënt of de verwijzende instantie, hetzij op voorstel of op verzoek van het opnameteam. Praktisch gezien gebeurt een voorzorggesprek in de volgende situaties: • altijd voor patiënten met een problematiek gerelateerd aan illegale drugs;
Schema 4: Model van kwaliteit van management Leiderschap
Personeel / beleid en strategie / partnerschip en middelen Processen Resultaat
ZORGFASEN
directe pat. zorg logistieke diensten stafmedewerkers comités resultaatsgebieden
VOORZORG
zorgprogramma
VERBLIJF
zorgprogramma
NAZORG
zorgprogramma
> observatie > oriëntatie > behandeling
de pelgrim - jaarverslag 2013
.21
• soms voor patiënten met een problematiek gerelateerd aan alcohol en/of medicatie; • altijd voor patiënten voor wie er bij opnameaanvraag onvoldoende duidelijkheid is of om na te gaan of de gestelde problematiek verslavingsgerelateerd is. De afspraken tot voorzorg worden gemaakt door de maatschappelijk werker. De uiteindelijke beslissing tot opname wordt genomen in gemeenschappelijk overleg binnen het opnameteam. Dit team bestaat uit de geneesheer, een maatschappelijk werker en een hoofdverpleegkundige. De beslissingsverantwoordelijkheid ligt bij de geneesheer.
fectieve opname. In 2013 ligt deze verhouding een stuk hoger. De daling van het aantal opnameaanvragen is mogelijks gelinkt aan de methode waarop deze opnamevragen worden geteld. 2013 is namelijk het eerste jaar waarvoor alle opnamevragen automatisch a.d.h.v. het elektronisch patiëntendossier werden berekend. Daar opnamevragen altijd in het EPD geregistreerd dienen te worden, bestaat de kans dat de maatschappelijk werkers dit nadrukkelijker bevragen alvorens zij overgaan tot een registratie in het elektronisch patiëntendossier. Dit is echter een veronderstelling, cijfers voor de komende jaren dienen uit te wijzen of deze trend zich verder zet. 2.2 Opname en verblijf
Sinds juni 2012 worden alle opnameaanvragen in het elektronisch patiëntendossier geregistreerd. A.d.h.v. deze registraties kan een overzicht worden opgeroepen met alle toekomstige voorzorgen en opnames. Onthaal gebruikt dit overzicht om na te kijken wie er vandaag op voorzorg en in opname komt. Facturatie hanteert deze overzichtslijst dan weer om bij de ingeplande voorzorgen na te gaan of er nog sprake is van een openstaande rekening. Daarnaast maakt het elektronisch patiëntendossier het ook gemakkelijker om een goede informatieoverdracht te garanderen tussen de maatschappelijk werkers onderling en tussen de maatschappelijk werkers en de geneesheren. Daarnaast kunnen er meer cijfergegevens verkregen worden van het luik aanmelding / voorzorg. 2.1.1 Aanmeldingsmodaliteiten Uit tabel 5 en grafiek 6 blijkt dat voor de periode 2009-2012 kan worden vastgesteld dat ongeveer 1/3e van de opnamevragen resulteert in een ef-
22.
de pelgrim - jaarverslag 2013
De behandeling van de patiënt verloopt in fasen. In alle verblijfsfasen wordt vanuit de verschillende disciplines een eigen programma aangeboden aangepast aan de mogelijkheden van de patiënt. 2.2.1 Observatiefase Tijdens de eerste dagen van het verblijf in de kliniek wordt de patiënt opgenomen op de observatieafdeling, een gesloten afdeling. In deze observatiefase wordt vooral volgens het medisch therapeutisch model gewerkt. In deze fase wordt tot de detoxificatie of de ontgifting overgegaan, al dan niet met medicamenteuze ondersteuning. Bij lichamelijke afhankelijkheid van alcohol wordt vooral gebruik gemaakt van benzodiazepines en een vitamine B complex. Indien sprake is van lichamelijke afhankelijkheid van illegale drugs, met name van heroïne en analogen, kan een methadon-afbouwschema worden gevolgd.
50 27 0 50 50 22 0 00 50 17 0 50 50 12 0 00 0 75 0 50 0 25 0
1020
2199
2009
647
1086
311 382
20092010
643
2059
1020
329 647 388 311 382
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
25 0
382
25
0
2010 2011
329
0
20112012 2010
0
353
350
2556
2175
542
2199
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25 0
2269
1007
2175 1134
0
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75
0 50 0
25
contacten
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
opnameaanvragen
25 0
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0 25 0
2269
811
2556
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
643
581
281 542 350 312 353 683 353 361
0
0
1086
25
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
2199
20122013
0
2175
2011
2011 2010 2009
361
25
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
2012
281
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
0
2011
0
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
2010
581
312
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
0
329 388
542
353
811
1134
353 361
0
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
2556
683
683
647
1134 312 683 353 353 1086 361 643 329 388
647
1007
312 353
811
25
0
2059 1020
542
1134
1020
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
311 382
2269
1007
1086
329 388
2556
2059 1007
311 388 382
2199
643
2175
25
2175
Grafiek 6: Aanmelding 1134 - voorzorg - opname 353 361
2013
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
opnames
2199
2012
1086
643
361 1086 329 643 388
2009
2009
311
2011
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
647
effectieve voorzorgen
353 2199
0
1020
2010 683
25
2010
0
0
2009 2059
683
2175
1134
2059
329 1020 388 contacten 647 opnameaanvragen 311 geplande 382 voorzorgen
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
643
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
0
2199
1086 - voorzorg - opname Tabel 5: Aanmelding
581
geplande voorzorgen
2012
2011
2012
2013
0
2013
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12
0
0
00
10
75
0 25 0
50
effectieve voorzorgen 2269 2556 281 opnames 811 1007 350 581 542 2175 2556 281 312 1134 1007 * Contacten: Contacten hebben betrekking op alle externe 350 telefonische contacten die de sociale 353 683 542 dienst voert. Het kan hierbij gaan om contacten met zorginstellingen, mutualiteiten, juridische 353 312 contacten familieleden van opgenomen patiënten, maar ook contacten i.v.m. informatie-inwininstanties, 361 353
ning voor eventuele opname en effectieve opnameaanvragen. opnameaanvragen geplande voorzorgen
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00
contacten
10
2269
opnames
2013 2012
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
281 350 542 312 353
0
0
581
geplande voorzorgen
25
50 27 00 25 50 22 00 20 50 17 00 15 50 12 00 10 0 75 0 50 0
25
811
effectieve voorzorgen
2269
opnames
2556
811
1007 581 2013
0
0
75
50
0 25 0
* Opnameaanvragen: Bij opnameaanvragen stelt de aanmelder een concrete vraag tot opname. effectieve voorzorgen opnameaanvragen Deze opname-aanvragen vormen een onderdeel van het totale aantal contacten.
281 350
de pelgrim - jaarverslag 2013
.23
Bij lichamelijke afhankelijkheid van psychotrope farmaca, vooral hypnosedativa, wordt via substitutie afgebouwd. 5 doelstellingen worden in deze fase vooropgesteld: • lichamelijke ontwenning, recuperatie al dan niet met behulp van medicatie in een drugsvrije (veilige) therapeutische omgeving. • aanbieden/inwinnen van noodzakelijke informatie betreffende de opname en het therapeutisch aanbod en oplossingsgericht werken aan acute problemen • tot rust komen van de patiënt • inschatten van de motivatie • het onderkennen van psychiatrische symptomen en opvangen van psycho-organische verwikkelingen Gedurende de observatiefase wordt vrijblijvend een dagprogramma aangeboden, waarbij men kennis kan maken met de verschillende disciplines. Dit programma kan bestaan uit een consult met de dokter, een consult met de sociale dienst, ergotherapie, een gesprek met de psychologische dienst, een wandeling met verpleging, relaxatie of een vormingsactiviteit. Alle consulten en therapieën gaan op de observatie-afdeling door. Enkel voor de wandeling mag de patiënt onder verpleegkundige begeleiding de observatie-afdeling verlaten. Eenmaal de patiënt geen dervingverschijnselen meer vertoont en bekwaam wordt geacht te participeren aan de activiteiten van de oriëntatiefase, verlaat deze de observatiefase. 2.2.2 Oriëntatiefase De oriëntatiefase heeft tot doel om te komen tot het ‘productief inzicht’, namelijk:
24.
de pelgrim - jaarverslag 2013
• het werken naar inzicht; • motivatie; • handelen m.b.t. de psychodynamische factoren die bepalend zijn geweest in het ontstaan van het verslavingsgedrag. Om dit doel te bereiken wordt er een gestructureerd programma aangeboden. De begeleiding verloopt zowel in groep als individueel. In deze fase is er geopteerd om een opsplitsing te doen in enerzijds een groep met alcohol- en/of medicatieproblemen en anderzijds een groep voor problematische gebruikers van illegale middelen. Een patiënt met alcohol- en/of medicatieproblemen zal de oriëntatiefase aanvatten in de motivatieverkennende groep (MV). Na een aantal weken kan de patiënt overgaan naar de motivatieversterkende groep (MVerst). Een patiënt met een illegale drugsproblematiek start de oriëntatiefase in de groep motivatieverkenning illegale drugs (MV-ID) en kan na een aantal weken overgaan naar de illegale druggroep (IDG). Zowel voor patiënten met een alcohol- en/of medicatieproblematiek, als voor patiënten met een illegale drug problematiek steunt het programma op 3 pijlers die het ‘denken’, ‘voelen’ en ‘handelen’ benaderen. Het programmagebeuren bestaat uit: • informatievergaderingen (psycho-educatie, themagesprekken, gezondheidsvoorlichting en opvoeding); • het psychotherapeutisch gebeuren (groepsgesprekken en sociale vaardigheidstraining); • het sociotherapeutisch gebeuren (ergotherapie, beweging, relaxatieoefeningen, kooktherapie, vorming).
Naast deze activiteiten worden de patiënten eveneens individueel begeleid door de behandelende geneesheer, de sociale dienst, verpleging en andere paramedische diensten. Contact met familie is zeer belangrijk tijdens deze fase.
pieën aangeboden maar verschilt het aandeel van de groepsgesprekken en de ergotherapie. De patiënt kiest in overleg met het team voor één van de drie groepen.
De oriëntatiefase duurt minimum 6 weken en wordt afgesloten met een teambespreking. Op basis van de verkregen informatie wordt er een behandelingsplan opgesteld. Op het einde van de oriëntatiefase volgt een grondige evaluatie door het team. De patiënt krijgt na deze fase een advies tot ontslag en nazorg of tot overgang naar de behandelingsfase.
Met het oog op iedereen zijn/haar behoeften, probleemomschrijving, inzicht in de probleemen hulpverleningssituatie, eigen mogelijkheden en doelstellingen voor behandeling, wordt gestreefd naar een zo homogeen mogelijk samengestelde groep. De groep waar een patiënt uiteindelijk terechtkomt, is meestal het resultaat van een wisselwerking tussen patiënt en team en niet te vergeten, tussen patiënten onderling.
2.2.3 Behandelingsfase
B1 groep
De behandelingsfase is specifiek bedoeld voor patiënten die na afronding van de oriëntatiefase (of bij heropname na een kort tijdsinterval) aangeven nog niet klaar te zijn om de draad van hun leven terug op te nemen. Het zijn patiënten die maatschappelijk of persoonlijk herstel behoeven (rehabilitatie) of die hun levenskwaliteit willen verhogen. Maatschappelijk herstel kan gaan over het vinden van een woonst of werk en het aanpakken van sociaal-administratieve of gerechtelijke problemen tot het opnieuw aanknopen van zinvolle sociale relaties. Persoonlijk herstel kan gaan van het leren opnieuw nuchter te functioneren tot het behandelen van onderliggende psychische problemen. Het verhogen van de levenskwaliteit kan beoogd worden op uiteenlopende levensdomeinen, zoals woonst, werk, vrijetijdsbesteding, relaties, sociale contacten,…
Deze groep richt zich naar mensen die in eerste instantie nood hebben aan ervaringsgerichte vaardigheden. Het programma is zeer praktisch opgevat en sluit aan bij de dagdagelijkse realiteit. De nadruk ligt op concrete ervaringen i.v.m. koken, budgetteren, vrijetijdsbesteding, woonst, werk e.a. ontslagdoelen. De ergotherapie neemt een belangrijke plaats in het programma in. Het aantal groepsgesprekken is eerder beperkt: deze richten zich vooral op het helpen realiseren van die doelstellingen.
In de behandelingsfase worden drie multidisciplinaire groepsprogramma’s aangeboden aan patiënten die kiezen voor een langere opname: B1, B2 en B3. Er wordt geen onderscheid meer gemaakt tussen groepen voor legale en illegale middelen. In elke groep worden dezelfde thera-
B2 groep Deze groep helpt patiënten die een onderscheid kunnen maken tussen diverse probleemgebieden in hun leven en stimuleert ze om in sommige van die gebieden verandering aan te brengen. Op het vlak van relaties, gezin, werk is er nog wat te herstellen of op te bouwen. Het programma omvat een groepsdynamische aanpak, met vrij diepgaande psychotherapeutische gesprekken, maar toch ook voldoende activiteiten die praktisch opgevat zijn en een algemene vorming beogen.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.25
26.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Mverst MV-ID
IDG
Bewegingstherapeut
SVT
GroepsGroeps- gesprek gesprek
Weekprogramma
Basis
Ergotherapeut
Bewegingstherapie
GVO
WeekBewe- endGroeps- Psychogings- bespregesprek educatie therapie king
MV
ErgoErgo- therapie therapie
Psycholoog
17u
16u30
16u00
15u30
15u00
14u30
14u00
13u30
13u00
12u00
11u30
11u00
10u30
10u00
9u30
9u00
Basis
Maandag
Tabel 7: Oriëntatiefase
Mverst MV-ID
Ergotherapie
Verpleegkundige
Markt of booschappen
IDG
Hoofdgeneesheer
Groeps- Kookgesprek therapie
Info Kliniekwerking of rookErgo- stopklitherapie niek
Ergotherapie Groepsgesprek
Mverst MV-ID
Woensdag
Groepsgesprek
MV
Info Kliniek werking of rookstopkliniek
Basis
ORIËNTATIEFASE
Vormingswerker
Groeps- Bewegesprek gingsGroepstherapie gesprek
Bewegingstherapie
Groepsgesprek
IDG
ReGroepsSVT laxa gesprek tie
Info Dr Motte
Relaxatie
MV
Dinsdag Basis
Ergotherapie
Bewegingstherapie
Psychoeducatie
Groepsgesprek
Weekendbespreking
Ergotherapie
IDG
Groepsgesprek Themagesprek
Weekendbespre- Groepsking gesprek
Psychoeducatie
Mverst MV-ID
Donderdag
Groepsgesprek
MV
MV
Groepsbijeenkomst
Wandeling
Groepsgesprek
ErgoGroeps- therapie gesprek
Mverst MV-ID
Vrijdag
Weekendbespreking
Ergotherapie
Basis
Groepsgesprek
Beweging
Vorming
IDG
de pelgrim - jaarverslag 2013
.27
Psycholoog
16u30
16u00
15u30
15u00
14u30
14u00
13u30
13u00
12u00
11u30
11u00
10u30
10u00
9u30
9u00
Groepsgesprek
Weekprogramma
Groeps evaluatie
Groepsgesprek
B3
Ergotherapeut
Groepsevaluatie
Morgenbijeenkomst
B2
Bewegingstherapeut
Ergotherapie
Ergotherapie
B1
Maandag
Tabel 8 Behandelingsfase
Ergotherapie
Groepsgesprek
B2
Verpleegkundige
Vorming
Ergotherapie
Thema gesprek
Morgenbijeenkomst
Groeps evaluatie
Ergotherapie
B1
Dinsdag
Ergotherapie
Ergotherapie
B3
Kooktherapie
B1
B2
Donderdag
Groepsgesprek
Ergotherapie
Weekendbespreking
Bewegingstherapie Groepsgesprek
B3
Vorming
Bewegingstherapie
Morgenbijeenkomst
Bewegingstherapie
Groepsgesprek
ErgoBewegings- therapie therapie
Morgenbijeenkomst
B2
Woensdag
Bewegingstherapie
B1
Ergotherapie of markt
Vormingswerker
Groepsgesprek
Thema gesprek
Kooktherapie
B3
BEHANDELINGSFASE
Vorming
B2
Vrijdag
Keuzeprogramma
Groepsgesprek
Ergotherapie
Kooktherapie
Morgenbijeenkomst
Weekendbespreking
B1
Ergotherapie
Groepsgesprek
B3
B3 groep Deze groep is bedoeld voor mensen bij wie het oefenen in communicatie, in bijna dagelijkse psychotherapeutische bijeenkomsten, centraal staat. De groepsgesprekken vormen een instrument om verandering te brengen in problemen die verband houden met middelengebruik. De overige activiteiten zijn iets minder op de praktijk gericht dan in de groepen B1 en B2. Hier komt de wat meer intellectuele benadering aan bod en krijgen creativiteit, cultuur en meer abstracte invalshoeken een kans.
Gedurende een periode van 6 weken tot enkele maanden kan je je in de behandelingsfase voorbereiden op de re-integratie in de maatschappij. Naar het einde van de behandelingsfase wordt meer tijd voorzien voor de praktische voorbereiding van het ontslag en nazorg. 2.2.4 Opnamemodaliteiten Opname en heropname Bij de registratie van de opnames (tabel 9) wordt een onderscheid gemaakt tussen:
Tabel 9: Primaire, secundaire en administratieve opname volgens verhouding man/ vrouw primair medische opname totaal
secundair medische opname mannen
vrouwen
totaal
administratieve opname
mannen
vrouwen
mannen
vrouwen
totaal
2009
267
82
349
31
2
33
298
84
382
2010
268
82
350
28
10
38
296
92
388
2011
257
78
335
20
7
27
277
85
362
2012
246
78
324
24
5
29
270
83
353
2013
251
78
329
16
5
21
267
83
350
De primair medische opnames worden verder verfijnd op basis van eerste opname versus heropname, onderverdeeld naar mannen en vrouwen (tabel 10).
Tabel 10: Eerste opname/heropname volgens verhouding man/ vrouw eerste opname
heropname
totaal
mannen
vrouwen
totaal
mannen
vrouwen
totaal
mannen
vrouwen
2009
127
43
170
140
39
179
267
82
2010
138
51
189
130
31
161
268
82
2011
145
37
182
112
41
153
257
78
2012
123
42
165
123
36
159
246
78
2013
127
44
171
124
34
158
251
78
Binnen het totaal aan primair medische opnames schommelt de verhouding eerste versus heropnames rond de 50%. De laatste 3 jaar overstijgt het aantal eerste opnames licht het aantal heropnames. De verhouding man/vrouw blijft ongeveer 7% mannen en 25% vrouwen.
28.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Grafiek 11: Eerste opname/heropname versus man/vrouw eerste opname
eerste opname
170 personen 39 vrouwen
189 personen 31 vrouwen
127 mannen 140 mannen
138mannen 130 mannen
43 vrouwen
heropname
51 vrouwen
heropname
179 personen
161 personen
opnames 2009 (267 mannen, 82 vrouwen)
opnames 2010 (268 mannen, 82 vrouwen)
eerste opname
eerste opname
182 personen
165 personen 36 vrouwen
41 vrouwen 145 mannen
123 mannen 112 mannen
123 mannen 37 vrouwen
42 vrouwen
heropname
heropname
159 personen
153 personen
opnames 2011 (257 mannen, 78 vrouwen)
opnames 2012 (246 mannen, 78 vrouwen)
eerste opname 171 personen 34 vrouwen
eerste opname vrouwen 124 mannen 127 mannen
eerste opname mannen heropname vrouwen
44 vrouwen
heropname mannen
heropname 158 personen
opnames 2013 (251 mannen, 78 vrouwen)
de pelgrim - jaarverslag 2013
.29
• primair medische opname: opname, die als begin wordt beschouwd van een integraal therapeutisch programma, dat beëindigd wordt door een ontslagprocedure en waarbinnen eventueel één of meer tijdelijke onderbrekingen van het kliniekverblijf kunnen voorkomen; • secundair medische opname: heropname na een – al dan niet voorziene – onderbreking van het kliniekverblijf gedurende drie of meer kalenderdagen of na bv. een verblijf in een ander ziekenhuis. Opname volgens typologie Voor elke opname wordt de typologie geregistreerd, dit wil zeggen dat nagegaan wordt welk middel het meest in verband staat met de problematiek die aanleiding gaf tot de opnamevraag. Uiteraard kunnen ook meerdere middelen aan de basis liggen van de verslavingsproblematiek. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen legale middelen en illegale middelen. Binnen de legale middelen worden de volgende drie groepen onderscheiden:
• ALC: alcohol; • AHS: alcohol en medicatie, doorgaans hypnosedativa, type benzodiazepines; • TOX: de restgroep van middelen (exclusief ALC en AHS), bv. een uitsluitend aan benzodiazepine-abusus gerelateerde problematiek of bv. een polydrugmisbruik waarbij alle middelen equivalente problemen geven. De illegale middelen worden als één groep beschouwd: • ILL: het betreft meestal meerdere producten die samen gebruikt en/of misbruikt worden (polytoxicomanie). Het gaat om al dan niet een combinatie van heroïne, cocaïne, amfetamines, XTC, LSD, cannabis, enz. Niet zelden is er in deze groep tevens misbruik van en/of verslaving aan hypnosedativa, vooral benzodiazepines. Ook abusievelijk alcoholgebruik komt regelmatig voor. Op basis van deze indeling naar typologie geven we hierna enkele cijfergegevens waarbij typologie wordt gerelateerd naar eerste opname/her opname (tabel 12, grafiek 13).
Tabel 12: Typologie volgens legale/illegale middelen versus eerste opname/heropname eerste opname ALC
AHS
TOX
ILL
2009
67
3
5
95
2010
71
1
3
114
2011
61
3
6
112
2012
68
3
7
2013
79
4
5
totaal
heropname
totaal
ALC
AHS
TOX
ILL
totaal
170
54
9
6
110
179
349
189
55
3
7
96
161
350
182
51
5
5
92
153
335
87
165
59
9
2
89
159
324
83
171
51
5
3
99
158
329
Ruim de helft van alle opnames zijn mensen met problemen gerelateerd aan het gebruik van illegale middelen. Hoewel soms sterk uiteenlopend per jaar, maar steeds boven de 50%, stellen we vast dat gemiddeld over de laatste 5 jaar 56,0% van de eerste opnames en 60,0% van de heropnames gerelateerd zijn aan het gebruik van illegale middelen.
30.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Grafiek 13: Typologie volgens legale/illegale middelen versus eerste opname/heropname
eerste opname
eerste opname
170 personen 67ALC 3 AHS 5 TOX
110 ILL
9 AHS
189 personen
3 AHS
6 TOX
71 ALC 1 AHS 3 TOX
96 ILL
95 ILL
7 TOX 114 ILL
55 ALC
54 ALC
heropname
heropname
161 personen
179 personen
opnames 2009 (349 in totaal)
opnames 2010 (350 in totaal)
eerste opname
eerste opname
165 personen
182 personen 61 ALC 92 ILL
5 AHS
3 AHS
3 AHS
5 TOX 112 ILL
51 ALC
68 ALC
89 ILL 6 TOX
9 AHS
7 TOX
2 TOX 87 ILL 59 ALC
heropname
heropname
153 personen
159 personen
opnames 2011 (335 in totaal)
opnames 2012 (324 in totaal)
eerste opname 171 personen 79 ALC
99 ILL
4 AHS
5 AHS
3 TOX
5 TOX
eerste opname legaal eerste opname illegaal
83 ILL 51 ALC
heropname illegaal heropname legaal
heropname 158 personen
opnames 2013 (329 in totaal)
de pelgrim - jaarverslag 2013
.31
2.2.5 Ontslagmodaliteiten Om het ontslag te typeren maken we een onderscheid tussen primaire en secundair medisch ontslagen: • primair medisch ontslag: ontslag dat een definitief beëindigen van het kliniekverblijf impliceert; • secundair medisch ontslag: ontslag dat een onderbreking van het kliniekverblijf gedurende 3 of meer kalenderdagen impliceert (een verblijf in een ander ziekenhuis), waarna een terugkeer naar de kliniek voorzien is; een transfer naar een andere instelling van onbepaalde duur, valt ook onder de secundair medische ontslagen. Binnen de primair medische ontslagen registreren we ook de wijze waarop dit ontslag tot stand kwam (tabel 14, grafiek 15). We maken onderscheid tussen: • ontslag met overleg en overeenkomst (MOMO); • ontslag met overleg, maar zonder overeenkomst (MOZO); • ontslag zonder overleg en zonder overeenkomst (ZOZO); • verzocht de kliniek te verlaten (VKV). De MOMO-ontslagen zijn in 2013 (30%) licht gedaald t.o.v. 2012 (32%). De MOZO-ontslagen daarentegen, zijn in 2013 (41%) sterk gestegen t.o.v. 2012 (33%).
32.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Het aantal ZOZO-ontslagen is in 2013 licht gedaald (4%) in vergelijking met 2012 (6%). De VKVontslagen zijn in 2013 (25%) met 4% verminderd t.o.v. het voorgaande jaar. 70% van de patiënten krijgt geen MOMO-ontslag. Het grootste deel van deze patiënten wordt ontslagen in de eerste weken na opname. De analyse van de mogelijke variabelen laat echter geen eensluidende besluitvorming toe. Het belangrijkste aandeel dient toegekend te worden aan het groot aantal patiënten met een illegale drugproblematiek, die traditioneel vroegtijdiger de kliniek verlaten of frequenter verzocht worden om de kliniek te verlaten. Opportunistische motivaties tot opnamevraag – dikwijls resulterend in snel ontslag op eigen initiatief – en niet ingeloste verwachtingen betreffende structurele verblijfsmodaliteiten (zoals dagordening en programma-aanbod), liggen dikwijls aan de basis. Van de 83 patiënten die verzocht werden de kliniek te verlaten, behoren 75 patiënten (90%) tot de groep problematische gebruikers van illegale drugs. Deze kunnen/willen zich, dikwijls in het kader van een geëigende aanpassingsproblematiek, niet houden aan de regels en afspraken. Het therapeutisch klimaat en de vertrouwensrelatie worden hierdoor zodanig verstoord, dat een verder verblijf niet meer productief kan geacht worden en best tijdelijk opgeschort wordt ter motivationele herbronning.
Tabel 14: Primaire medische ontslagen primair medische ontslagen ontslag met overleg en overeenkomst (MOMO) ontslag met overleg, maar zonder overeenkomst (MOZO) ontslag zonder overleg en zonder overeenkomst (ZOZO) verzocht de kliniek te verlaten (VKV) totaal
2008
2009
2010
2011
2012
103 (30%) 134 (38%) 11 (3%) 101 (29%) 349 (100%)
102 (30%) 141 (41%) 17 (5%) 80 (24%) 340 (100%)
96 (29%) 140 (43%) 16 (5%) 76 (23%) 328 (100%)
105 (32%) 108 (33%) 19 (6%) 94 (29%) 326 (100%)
97 (30%) 133 (41%) 14 (4%) 83 (25%) 327 (100%)
Grafiek 15: Primaire medische ontslagen 50%
MOMO MOZO ZOZO
40%
VKV
30%
20%
10%
0% 2009
2010
2011
2012
2013
de pelgrim - jaarverslag 2013
.33
2.3 Nazorg Binnen de multidisciplinaire werking is er steeds aandacht voor resocialisatie en nazorg. Naar het einde toe van een opname wordt er individueel aandacht besteed aan het item nazorg en de individuele vraag van de patiënt. Kliniek De Pelgrim maakt op vlak van nazorg een onderscheid tussen het ontslagmanagement en het Intensive Casemanagement. 2.3.1 Ontslagmanagement Het project ontslagmanagement ging in 1998 van start. Het beoogt een opvolging van pa tiënten na ontslag d.m.v. mantelzorgoverleg en huisbezoeken. De organisatie en coördinatie van het ontslagmanagement gebeurt door een maatschappelijk werker. De doelstellingen zijn de volgende: • uitbouwen van een op de patiënt gericht interdisciplinair zorgmodel dat het systematisch gestructureerd ontslag naar huis beoogt van hoog risicopatiënten; • ontwikkelen van interdisciplinariteit tussen ziekenhuiswerkers, zorgverstrekkers en thuisdiensten; het beogen van zorgcontinuïteit in een geest van interdisciplinaire complementariteit; • vermijden van heropname en institutionalisering; • vooral complementair zijn en niet de plaats van verschillende ziekenhuiswerkers of thuiszorgwerkers innemen; 2.3.2 Intensive Casemanagement (ICM) In 2011 ging het Intensive Casemanagement project (ICM-project) van start. Intensive casemanagement wordt omschreven als een vorm van outreachende, laagdrempelige,
34.
de pelgrim - jaarverslag 2013
intensieve en geïndividualiseerde hulp, waarbij een hulpverlener gedurende een bepaalde periode instaat voor de opvolging en coördinatie van het hulpverleningsproces bij een beperkt aantal patiënten. De behandeling van een afhankelijkheidsproblematiek ligt niet exclusief op ‘genezen’, maar ook op ‘harm reduction’. Het hulpverleningsproces zal zich niet alleen concentreren op de afhankelijkheidsproblematiek, maar ook op belangrijke resocialisatiepijlers zoals context en omgeving, werk en vrije tijd, financiën, woonst, zingeving en het continueren van voorgaande. Een maatschappelijk werker neemt binnen het intensive casemanagement de rol van case manager op. 2.3.3 Nazorgmodaliteiten Om het effect van het Intensive Casemanagement op de populatie te kunnen observeren, werd het aantal dagen dat patiënten volledig residentieel opgenomen werden, vanaf 2011 per jaar geteld. In 2011 en 2012, de jaren voorafgaand aan het ICM-jaar, werd het aantal ligdagen berekend, rekening houdend met het aantal kalenderdagen. Tijdens het ICM-jaar (2013) werd de looptijd van het ICM-project gebruikt. Grafiek 16 toont aan dat het aantal ligdagen in het ICM-jaar in alle instellingen drastisch is gedaald ten opzichte van de voorgaande jaren. Totaal bedroeg het aantal ligdagen 2 jaar voor het ICM-jaar 5.774 dagen. 1 jaar voor het ICM-jaar bedroeg dit 12.042 dagen. Tijdens het ICM-jaar merken we dat het aantal ligdagen terugloopt tot 2.714 dagen. Om de maatschappelijke kost van het Intensive Casemanagement te berekenen, wordt even hypothetisch verondersteld dat het aantal lig-
Grafiek 16: Aantal ligdagen 15000
12000
9000
12000 P.C. Dr. Guislain Sint-Camillus
6000 12000 3000
0
Kliniek De Pelgrim
4177 735 862
12000
1825 473 416
Aantal ligdagen 2 jaar voor ICM (2011)
Aantal ligdagen 1 jaar voor ICM (2012)
ICM-jaar (2013)
dagen gelijk blijft met het jaar ervoor, mits ICM niet wordt opgestart. Uiteraard gaat het hier om een grove schatting van de realiteit. Het aantal ligdagen in het jaar voor het ICM-jaar bedroeg in totaal 12042. In het ICM-jaar bedroeg dit 2714. In het ICM-jaar wordt dus een daling van maar liefst 9328 ligdagen gerealiseerd. Er van uitgaande dat de maatschappelijke kost van een opname gemiddeld 200 euro per opnamedag bedraagt, werd met het ICM-project een besparing van maar liefst 1.865.600 euro gerealiseerd.
Uiteraard dienen ook de kosten van het project in mindering te worden gebracht (130.000 euro), wat nog altijd een maatschappelijke besparing van 1.735.600 euro betekent. Vertaald naar Kliniek De Pelgrim, werd een daling van 2453 ligdagen bekomen. In 2013 bedroeg de ligdagprijs 231,7 euro en de effectieve kost voor het intensive casemanagement 46.505 euro. Dit betekent dus voor Kliniek De Pelgrim een maatschappelijke besparing van 521.855 euro.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.35
3
Het zorgaanbod
Een multidisciplinair team staat in voor een zorgaanbod, gebaseerd op jarenlange ervaring in de verslavingszorg.
gevolgen op de lichamelijke gezondheid, de medicamenteuze behandelmogelijkheden… Verpleegkundige dienst
3.1 Disciplines binnen de directe patiëntenzorg Medische dienst De medische dienst bestaat uit twee psychiaters en een internist-consulent. Elke psychiater is behandelend arts voor een deel van de patiënten vanaf de opname tot aan het ontslag. De psychiaters werken overwegend vanuit een zowel theoretisch als praktisch biopsychosociaal model. Er wordt in dit model vanuit gegaan dat een verslaving niet enkel veroorzaakt wordt door chemische effecten op een biologisch lichaam, maar dat onder andere ook psychologische, sociale en omgevingsfactoren een rol spelen in het ontstaan en het in stand houden van een verslaving. Het voorschrijven van geneesmiddelen maakt een wezenlijk onderdeel uit van het behandelen van de verslavingsproblematiek, met dien verstande dat zoveel als mogelijk gestreefd wordt naar een drugvrij en dus ook medicatievrij leven. Binnen het therapieprogramma worden er door de hoofdgeneesheer wekelijks infosessies gegeven aan alle patiënten in de oriëntatiefase. In deze sessies ligt de nadruk op de medischsomatische en medisch-psychiatrische aspecten van problematisch druggebruik. Aan bod komen onder meer de definitie van een drug, het 3-M model, de vicieuze cirkels van de verslaving, de
36.
de pelgrim - jaarverslag 2013
De verpleegkundige dienst staat in voor de 24 uurscontinuïteit van de zorg. Zij zorgen voor de installatie van de patiënt op de observatieafdeling, ondersteunen mee het opnamegebeuren, staan in voor de verpleegtechnische zorg, observeren, rapporteren, hebben oog voor het dagelijkse leefklimaat, enz. Binnen de verpleegkundige dienst wordt er gewerkt met toewijsverpleegkundigen en dit zowel individu- als groepsgericht. De verpleegkundigen ondersteunen de patiënt in het behalen van doelstellingen, werken rond sociale omgangsvormen, risicosituaties, eigenwaarde, stimuleren tot zelfstandigheid, grensbewaking, enz. Binnen het therapieprogramma gebeurt dit a.d.h.v. groepsbijeenkomsten, themagesprekken, kooktherapie, weekendbespreking, groeps evaluaties en gezondheidsvoorlichting.
Sociale dienst
Observatiefase In de observatiefase staat de lichamelijke ontwenning van het product centraal. De psychologen bieden vrijblijvend ondersteunende gesprekken aan. Oriëntatiefase
De sociale dienst is het domein van de maatschappelijk werkers. De toewijzing van patiënten aan een maatschappelijk werker gebeurt op basis van verblijfsfase, aard problematiek en het gegeven of de patiënt al dan niet geïncludeerd is in een nazorgproject. Elk van de maatschappelijk werkers begeleidt een aantal patiënten individueel rond woonst, werk, sociale administratie, etc. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan een goede voorbereiding op het ontslag, ook binnen het therapieprogramma. Wanneer de motivatieversterkende groep afrondt, wordt door een maatschappelijk werker een infosessie gegeven omtrent nazorgmogelijkheden. Na ontslag worden een aantal patiënten ook verder opgevolgd binnen het ontslagmanagement of het Intensive Casemanagement. Een maatschappelijk werker fungeert als ontslagmanager.
In de motivatieverkennende groepsgesprekken zijn de psychotherapeutische interventies voornamelijk gericht op kennismaking, inventarisatie van de probleemgebieden, verkenning en inschatting van de motieven tot verandering en mandaatverwerving. In deze groepen wordt vooral individueel gewerkt, de interactie psycholooggroepslid heeft de bovenhand op interpersoonlijke interacties tussen groepsleden onderling. De motivatieverkennende groep is te beschouwen als een cognitief-gedragstherapeutische groep, waarbij de psycholoog maximaal gebruik maakt van motivationele interviewtechnieken. In de motivatieversterkende groepsgesprekken ligt het accent op gedragsverandering in het omgaan met (gevolgen van) alcohol- en medicatieafhankelijkheid. De groepsgesprekken omvatten o.a. psycho-educatie, (cognitief)-gedragstherapeutische elementen en het oefenen van vaardigheden. Via gerichte psychologische interventies leert de patiënt o.a. inzicht te krijgen in zijn gedrag en kan deze nieuw gedrag aanleren en uitproberen binnen de veilige context van de kliniek.
Psychologische discipline De psychologische discipline staat in voor de psychodiagnostiek, groeps- en individuele begeleiding van patiënten en is actief in de drie fasen van de opname.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.37
De groepsgesprekken binnen IDG focussen op het omgaan met (gevolgen van ) illegaal druggebruik en onderwerpen die hier nauw verband mee houden. Door een soms snel veranderende groepsdynamiek, eigen aan de drugproblematiek, is het ook een belangrijke taak van de psycholoog om deze groepsdynamiek zo optimaal mogelijk te houden doormiddel van directieve en orthopedagogische methodieken. In dat opzicht zijn de IDG-gesprekken een combinatie van een cognitief-gedragstherapeutische en een ondersteunende groep (conflicthantering, volhouden van abstinentie). Naast deze groepsgesprekken wordt er ook psycho-educatie en sociale vaardigheidstraining aangeboden. Psycho-educatie is erop gericht om patiënten meer inzicht te geven in de middelenproblematiek en de gevolgen ervan. In de sociale vaardigheidstrainingsgroepen wordt gepoogd om patiënten vaardigheden te leren of te versterken die hen in staat stellen om abstinentie van middelen te bereiken en vol te houden. Deze vaardigheden hebben zowel betrekking op het omgaan met een afhankelijkheidsprobleem op zich, als op het sociaal en psychisch nuchter functioneren in het algemeen. In combinatie met het groepsaanbod worden op vraag van de patiënt ook individuele gesprekken aangeboden. Tot slot gebeurt er een systematische screening van de patiënten. Patiënten worden gescreend op intelligentie, persoonlijkheidskenmerken en veranderingsbereidheid. Op indicatie en op aanvraag door de dokters of de psychologen, gebeuren er 3 soorten psychologisch onderzoek: intelligentieonderzoek, psycho-organisch onderzoek en persoonlijkheidsonderzoek.
38.
de pelgrim - jaarverslag 2013
In 2013 gebeurden er in totaal 170 psychologische onderzoeken: • • • •
161 screenings 1 intelligentieonderzoek 6 neuropsychologische onderzoeken 2 persoonlijkheidsonderzoeken.
Behandelingsfase In de groepsgesprekken van B1, B2 en B3 wordt eenzelfde methodiek toegepast, maar het aantal groepsgesprekken verschilt naargelang de groep. B1 heeft twee groepsgesprekken, B2 heeft er drie en B3 heeft er vier. In overleg met het team kiezen de patiënten voor één van de drie groepen. Argumenten die in hun keuze vaak een rol spelen zijn: veel of weinig groepsgesprekken willen, affiniteit met de leden die reeds deel uitmaken van de groep en de groepsgrootte. Patiënten op deze manier ‘vrij’ laten kiezen voor veel of weinig groepsgesprekken, genereert twee belangrijke effecten. Enerzijds kiezen de meest zelfreflectieve patiënten ‘automatisch’ voor B3 of B2. Patiënten die weinig verwachten van groepsgesprekken (of die juist veel verwachten van andere therapieën), kiezen in de regel voor B1. Anderzijds wordt er op die manier voor gezorgd dat de motivatie om tot een groep te behoren meteen goed zit. De groepsgesprekken van zowel B1, B2 als B3 zijn te beschouwen als interpersoonlijke procesgroepen: er wordt afwisselend gefocust op het psychologisch functioneren van elk groepslid, op het interpersoonlijk functioneren binnen de groep en op de groepsdynamiek zelf. De groepsgesprekken starten altijd met een open vraag: ‘Wat houdt er jullie vandaag bezig?
Wie heeft er een onderwerp voor vandaag?’ Op die manier wordt de verantwoordelijkheid voor het groepsthema bij de groep gelegd. De vrije interactie tussen groepsleden onderling wordt gestimuleerd en het gebeurt vaak dat in één groepsgesprek verschillende onderwerpen aan bod komen al naargelang de associaties die de groepsleden maken. De taken van de therapeut zijn onder meer: het actief betrekken van groepsleden in de interactie, het al dan niet stimuleren van de richting waarin het gesprek uitgaat, het – door het stellen van gerichte vragen – exploreren en uitdiepen van wat gezegd wordt, het leggen van verbanden met vorige groepsgesprekken, … . Daarbij wordt naast het inhoudelijke ook steeds gelet op het interpersoonlijke en het dynamische van de groep, het non-verbale en het subjectieve van elk groepslid. De psycholoog probeert zijn interventies zodanig te richten opdat de interactie zo veel mogelijk spontaan verloopt en psychotherapeutische diepgang krijgt. Dit alles situeert zich in een veilige groep waarin elk groepslid wordt aangespoord om zoveel mogelijk vanuit de eigen subjectieve waarheid te spreken. De gerichtheid van de psycholoog op het onderliggend proces in de gesprekken, brengt met zich mee dat de openlijke doelstellingen van patiënten om de Behandelingsfase aan te vatten niet de enige zijn waaraan tijdens de groepsgesprekken gewerkt kan worden. Het gebeurt niet zelden dat een patiënt die voor een langere opname kiest (omwille van het zoeken naar een nieuwe woonst, nieuw werk, etc..) door de techniek van de gesprekken botst op andere meer verborgen (of minder openlijk toegegeven) levensproblemen die verandering behoeven (bv. problemen in de partnerrelatie). Algemeen zorgt deze techniek er ook voor dat er aan fundamentelere proble-
matieken kan worden gewerkt, zoals persoonlijkheidsstoornissen, ontwikkelings- of identiteitsproblemen of klinische problemen (zoals depressie of angststoornissen), maar ook aan onderwerpen die kaderen in het tot stand brengen van een maatschappelijke rehabilitatie en in het verbeteren van de kwaliteit van leven. Ondertussen blijft er ook ruim aandacht voor het middelengebruik op zich (en dus voor hervalpreventie): dit kan immers steeds als thema ingebracht worden in de groep. Bovendien waakt de psycholoog erover dat dit thema niet te veel op de achtergrond verdwijnt. In combinatie met het groepsaanbod worden er, net zoals in de oriëntatiefase, individuele gesprekken aangeboden op vraag van de pa tiënt. Ergotherapie Binnen de observatie-, oriëntatie- en behandelingsfase wordt in het atelier een verscheiden aanbod aan activiteiten aangeboden, onder leiding van twee ervaren ergotherapeuten. Door de patiënt in contact te brengen met allerlei materialen, technieken, creatieve of praktische situaties krijgt deze de kans om opnieuw autonoom zijn/haar mogelijkheden te gebruiken of te ontdekken. Het verwerven van vaardigheden en het inoefenen van gedragingen tijdens de activiteiten (bv. het nemen van initiatief, een creatieve houding, verantwoordelijkheid dragen, een goede sociale omgang, …) kunnen de patiënt helpen om een levenswijze op te bouwen los van het middel. In de observatie- en de oriëntatiefase krijgen alle patiënten evenveel ergotherapie aangeboden. In de behandelingsfase kan de patiënt echter
de pelgrim - jaarverslag 2013
.39
de algemene fysieke conditie worden tevens zelfzekerheid, initiatiefname, positief zelfbeeld, oefenen van sociale vaardigheden, etc. als doelstellingen nagestreefd. De concrete invulling bestaat uit het grote gamma van bewegings vormen die te situeren zijn binnen de bewegingsopdrachten, spelsituaties en allerlei sporten. Relaxatie kan, door een diversiteit aan methodieken, instaan voor zowel fysieke als psychische ontspanning. Naast de progressieve relaxatie, de autogene training en de ademhalingsrelaxatie, komt ook de toegepaste relaxatievorm van Öst ruim aan bod.
zelf kiezen of deze meer of minder ergotherapie in het therapieprogramma wenst. In B1 worden vijf blokken ergotherapie aangeboden, in B2 vier blokken en in B3 twee blokken. Bewegingstherapie Een master in de motorische revalidatie en kinesitherapie staat in voor kinesitherapie en bewegingstherapie en biedt in de oriëntatiefase ook relaxatie aan. De bewegingstherapie richt de aandacht in de eerste plaats op het bewegen zelf, maar ook op hoe mensen zich bewegen ten opzichte van hun omgeving (relaties, activiteiten, verantwoordelijkheden,…). Het bewegen wordt als aanknopingspunt beschouwd om zowel motorische, cognitieve als emotionele aspecten van de persoon te beïnvloeden. Naast het verbeteren van
40.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Vormingswerk Via het vormingswerk wordt getracht om pa tiënten een bredere kijk te bieden op de samenleving en hun plaats daarin, alsook hen te begeleiden in het verhogen van de kwaliteit van hun vrijetijdsbesteding.
Diëtiek Om te voldoen aan de huidige normen inzake voedselhygiëne, houdt de diëtiste toezicht op de maaltijdbereidingen en -verstrekking. Met een gezonde voeding als basis, stelt zij het menu op. Hierbij wordt rekening gehouden met voldoende variatie, een volwaardige nutritionele samenstelling, de mening van de patiënten, budget en het huidige seizoen.
Dit gebeurt o.a. door het verstrekken van informatie, maar ook door het organiseren van vormingsactiviteiten met uiteenlopende onderwerpen, gaande van creativiteit en ontspanning tot kunst en cultuur, actualiteit en maatschappelijke thema’s.
Binnen het therapieprogramma werd vroeger een infomoment i.v.m. gezonde voeding voorzien. De diëtiste had dit graag opnieuw opgestart. Op het beleidsteam van maart 2013 werd dit punt besproken. Er werd beslist om binnen het therapieprogramma van de behandelingsfase, binnen het keuzeprogramma een vrijblijvend infomoment te voorzien. Tijdens dit infomoment kunnen de patiënten meer inzicht krijgen in gezonde eetgewoonten. Ook individuele voeding- en dieetbegeleiding is soms wenselijk en dus mogelijk.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.41
3.2 Veranderingen binnen het zorgaanbod 3.2.1 Infomoment gezonde voeding Tijdens het infomoment gezonde voeding kunnen allerhande voedingsgerelateerde vragen van de patiënt aan bod komen. Tevens worden diverse thema’s uitgediept. Dit kan gaan van het overlopen van de voedingsdriehoek, tot concrete en praktische tips die aangewend kunnen worden in het dagelijks leven. Aspecten van de voedingsdriehoek die overlopen worden zijn beweging, water, groenten, fruit, graanproducten, melkproducten, vlees en vervangproducten, vetstoffen en de restgroep (zoete en hartige snacks). Andere concrete onderwerpen zijn de stappen die ervoor zorgen dat een gezonde maaltijd kan worden genuttigd. Enkele voorbeelden zijn het opstellen van een gezond menu, een boodschappenlijstje opmaken, het lezen van etiketten en verpakkingen van voedingsmiddelen, letten op de valkuilen van reclame, gezonde bereidingstechnieken toepassen, etc.. Bepaalde doelgroepen kunnen ook aan bod komen zoals voeding en sport, voeding en zwangerschap, kindvriendelijke voeding. Tot slot leert de voedingsvoorlichting dat een gezonde voeding kan bijdragen tot de basis van een gezonde levensstijl. 3.2.2 Psychodiagnostiek Tijdens de opleiding postgraduaat psychodiagnostiek van mevr. Anneli Loterman, werd binnen Kliniek De Pelgrim de bestaande screeningsbatterij herwerkt en finaal vastgelegd op basis van relevante literatuur. De opleiding droeg eveneens bij tot een meer kritische en weten-
42.
de pelgrim - jaarverslag 2013
schappelijke benadering. De finale versie van de screeningsbatterij werd voorgesteld op het beleidsteam eind 2012 en is operationeel vanaf 1 januari 2013. De nieuwe screeningsbatterij bestaat uit de Nederlandse Leestest voor Volwassenen (NLV), de Symptom Checklist 90 (SCL-90-R), de Standardised Assessment of Personality Abbreviated Scale (SAPAS) en de Readiness to Change Questionnaire (RCQ-D). • De NLV geeft een indicatieve IQ-schatting, waarbij het gaat om het premorbide niveau van intelligentie. • De SCL-90-R is een multidimensionale klachtenlijst met 90 items, gebaseerd op de zelfbeoordeling van de patiënt. Het is een screeningsinstrument voor een algemene vaststelling van as-I symptomen. • De SAPAS is een kort interviewgebaseerd instrument dat gebruikt wordt in het screenen van persoonlijkheidsstoornissen. Ze is valide voor een persoonlijkheidsstoornis indien deze dimensioneel wordt beoordeeld. • De RCQ-D is een zelfbeoordelingsvragenlijst die steunt op het model van verandering van Prochaska en DiClemente. De vragenlijst bevat 12 vragen waarbij elke vraag verwijst naar de aard van de veranderingsprocessen die actief zijn bij een persoon op vlak van gebruik. 3.2.3 Tabakologie Sinds 22 oktober 2013 is Kliniek De Pelgrim lid van het Netwerk van Rookvrije Ziekenhuizen (NRZ). Binnen dit netwerk wordt gestreefd naar: a) promotie en ondersteuning van een optimaal rookbeleid in de gezondheidsinstellingen b) gezondheidspromotie, preventie en hulp aan gezondheidsinstellingen inzake rookbeleid
Enkele maanden eerder, in februari 2013, werd gestart met rookstopkliniek. Deze kliniek bestaat uit een infosessie, drie individuele sessies, drie groepssessies en één consult bij de arts. Mevr. Véronique Coppin staat als erkend tabakologe in voor deze sessies. De infosessie wordt om de 14 dagen gegeven en dient verplicht te worden bijgewoond door alle patiënten van basis, MV en MV-ID. Tijdens de individuele sessies wordt een rookstopprofiel opgesteld, wordt de motivatie onderzocht om te stoppen met roken en wordt de Fagerströmtest, een nicotine verslavingstest, afgenomen. Gedurende de verdere individuele follow-up kunnen zaken besproken worden zoals individuele gedragswijzigingen, therapietrouw, aandachtspunten, motivatie en voordelen van rookstop. Het consult bij de arts bestaat uit een lichamelijk en klinisch onderzoek. Bijkomend wordt uitleg gegeven omtrent farmacologische hulp en worden mogelijke comorbiditeiten opgespoord. Tot slot gaat er om de 14 dagen ook een groepssessie door. Gedurende drie sessies worden thema’s zoals stressbeheer, sociale druk, gewichtscontrole, … besproken a.d.h.v. rookstoptips en -tricks. 3.3 Het elektronisch patiëntendossier (EPD) Na een voorbereiding van ongeveer 3 jaar, werd in september 2011 een contract afgesloten tussen 7 psychiatrische ziekenhuizen, waaronder Kliniek De Pelgrim; de leverancier van het elektronisch patiëntendossier (Regas®) en intermediair en facilitator (Partezis). De EPZAM-groep, bestaande uit de 7 psychiatrische instellingen,
werd opgestart en een concrete planning voor het invoeren van het elektronisch patiëntendossier (EPD) werd opgesteld. 3.3.1 Module aanmelding – voorzorg In juni 2012 werd in Kliniek De Pelgrim van start gegaan met de module aanmelding/voorzorg. Deze module wordt door de sociale dienst en de artsen gebruikt om alle opnameaanvragen en alle voorzorggesprekken in te registreren. Voor deze module werden ook een aantal overzichtsrapporten opgesteld, zodat snel een overzicht verkregen kan worden van wie er besproken dient te worden en wie vandaag of verder in de toekomst ingepland staat voor een voorzorggesprek of een opname. Naast de sociale dienst en de artsen, kunnen ook het onthaal en de boekhouding van deze overzichtsrapporten gebruik maken. In de eerste maanden na de opstart bleek door het gebruik van deze module dat er nog een aantal kleine aanpassingen noodzakelijk waren. Intussen is deze module echter volledig geïntegreerd in de dagelijkse werking, wat leidt tot een eenvoudige communicatie-overdracht en een vlottere workflow van het volledige proces van aanmelding tot opname. In 2013 was er dan ook geen verdere bijsturing noodzakelijk. Daar met deze module van start werd gegaan in juni 2012, is 2013 het eerste kalenderjaar waarvoor via het EPD automatisch het aantal opnameaanvragen, het aantal geplande voorzorgen en het aantal effectieve voorzorgen kan worden opgevraagd. Bovendien kunnen ook andere gegevens worden verkregen. Zo kan de looptijd van het aanmeldingsproces worden berekend en worden onderverdeeld in aantal weken. Bovendien kan hierin een onderscheid worden gemaakt naargelang de problematiek van de aanmelder.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.43
3.3.2 Module zorgaanbod Na de opstart van de module aanmelding – voorzorg, werd in de zomermaanden van 2012 gestart met de uitwerking van de module zorgaanbod. In deze module dienden alle zorgprocessen van opname tot ontslag te worden geïntegreerd, zodat alle info op de daarvoor bestemde plaats in het EPD kan worden geregistreerd. Bij de bouw van de module zorgaanbod werd – naast de bestaande zorgprocessen – extra aandacht aan volgende punten geschonken: • Meer multidisciplinaire betrokkenheid van de medewerkers en meer meedenken in het behandelproces van de patiënt, in het bijzonder m.b.t. het centraal behandelplan. • Het zorgtraject binnen de fasen en de doelstellingen per fase duidelijker vastleggen. Naast deze doelstellingen dienen op team ook acties vastgelegd en geëvalueerd te worden. • Optimalisatie van de organisatie van de zorg door in het EPD te streven naar vlotte communicatie-overdracht a.d.h.v. briefings, multidisciplinaire formulieren, eindevaluaties, etc..
Na maanden van uitvoerig multidisciplinair overleg en bouwen en aanpassen van formulieren, stond de structuur en de inhoud van het EPD eind 2012 zo goed als op punt. De eerste maanden van 2013 werden alle medewerkers binnen de directe patiëntenzorg opgeleid omtrent het werken met het Regas-programma. Op 16 april
44.
de pelgrim - jaarverslag 2013
ging Kliniek De Pelgrim volledig over van een papieren naar een elektronisch patiëntendossier, een mooie mijlpaal in het 40 jarige bestaan van de kliniek. Structureel bestaat het EPD uit een gemeenschappelijk gedeelte en een discipline gebonden gedeelte. In het gemeenschappelijke gedeelte is er een map observatie, oriëntatie en behandeling aanwezig, alsook een map somatische zorg. In het discipline gebonden gedeelte beschikt elke discipline over een eigen map. Wat betreft de gemeenschappelijke, fase gebonden mappen, geeft de map observatie een overzicht van het volledige opnamegebeuren. Dit maakt het mogelijk om registraties bij opname van de behandelende arts, de maatschappelijk werker en de verpleegkundige te consulteren. Onder de mappen oriëntatie en behandeling zit per fase een centraal behandelplan (CBP) dat in multidisciplinair overleg op team oriëntatie/ behandeling wordt ingevuld. In dit CBP kunnen per fase doelstellingen van de patiënt worden ingevuld, een teamvoorbereiding worden geregistreerd, alsook de neerslag van het teamoverleg, de inhoud van de patiëntenbespreking op het teamoverleg, de acties waartoe het team besluit, alsook de evaluatie van deze acties. Deze aspecten zijn belangrijk binnen de indicator ‘gedeelde besluitvorming’ in de Balanced Scorecard. Bovendien neemt Kliniek De Pelgrim op nationaal niveau een voortrekkersrol binnen het QIP (Quality Indicator Project) project van ICURO, de koepel van Vlaamse ziekenhuizen met publieke partners. Door het feit dat de implementatie van de indicator ‘gedeelde besluitvorming’ in het EPD zo goed als afgerond is, trachten we medewerkers te overtuigen deze methodiek te laten hanteren binnen hun dagdagelijkse werking.
Iedere discipline beschikt over een discipline gebonden map waarin dagelijkse rapportages kunnen worden neergeschreven en waaronder eindevaluaties in bijlage kunnen worden geplaatst. In de afbeelding hieronder kunt u een visualisatie terugvinden van de boomstructuur in Regas®. Deze opbouw is hiërarchisch en chronologisch zoals hierboven werd beschreven. Kort samengevat bevat het patiëntendossier een hoofdstructuur, het zorgaanbod met daaronder fasegebonden mappen. In elk van deze mappen is er een volgfiche. In de observatiefase maakt men gebruik van het opnameformulier. Uit dit formulier stroomt er informatie door naar on-
derliggende formulieren. Onder de hoofdmappen is er ruimte voorzien om disciplinegebonden registraties toe te laten. Afhankelijk van de leesen schrijfrechten is het mogelijk om het dossier te consulteren. Zo heeft bijvoorbeeld een arts veel meer inzage (recht) tot het patiëntendossier dan een stagiair verpleegkunde. Tot slot werd in het najaar 2013 een map nazorg geïmplementeerd om tegemoet te komen aan de registratienoden vanuit het ICM project en het ontslagmanagement in het kader van een ‘outreachende aanpak’. Deze map blijft open staan na ontslag en biedt de casemanager, naast het zuivere rapportagewerk, de mogelijkheid om screenings te registreren en op te volgen. De ‘RCQ-D alcohol- en MANSA schalen werden geïnformatiseerd. Er werd bovendien een tabblad aan het formulier gekoppeld die een automatisch telling van het aantal contactmomenten toelaat. In volgende screenshots krijgt u een overzicht van de rapportagemogelijkheden en functionaliteiten van het Intensive Casemanagement formulier.
Screenshot boomstructuur in Regas®
de pelgrim - jaarverslag 2013
.45
Op het eerste tabblad van het Intensive Casemanagementformulier kan de casemanager zijn/ haar bevindingen rapporteren. Op basis van een keuzemogelijkheid wordt er in dit subformulier bij ‘onderwerp’ van het aantal contactmomenten automatisch een telling uitgevoerd.
Screenshot registratieformulier icm
Deze telling van het aantal contactmomenten wordt onder het luik ‘overzicht’ automatisch weergegeven. Screenshot onderdeel van de geautomatiseerde RCQ-D alcohol schaal
Het vierde tabblad laat de eindegebruiker toe om de MANSA schaal elektronisch af te nemen. Deze is opgebouwd volgens hetzelfde principe. Er wordt efficiënter gewerkt doordat deze aspecten elektronisch worden geregistreerd en automatisch berekend worden.
Screenshot automatische teller van het aantal contactmomenten
De geautomatiseerde RCQ-D alcohol schaal laat de eindgebruiker toe om elektronisch de vragenlijst af te nemen. Onderaan het meetinstrument krijgt men onmiddellijk de somscores van de precontemplatie-, contemplatie- en actiefase gevisualiseerd.
Screenshot onderdeel van de geautomatiseerde MANSA Schaal
46.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Elk (reken) veld laat de eindverantwoordelijke toe om overzichtstabellen aan te maken. Men kan steeds een handig overzicht genereren van bijvoorbeeld het aantal geregistreerde contactmomenten binnen het Intensive casemanagementprogramma. Hieronder kunt u een overzichtstabel terugvinden van het aantal geregistreerde contactmomenten sinds aanvang van de elektronische rapportage. Deze tabel heeft betrekking op de openstaande dossiers vanaf 2013. Uit deze tabel kan men afleiden dat voor de openstaande dossiers er reeds 148 contactmomenten werden geregistreerd (gecorrigeerd naar 145 registraties omdat er 3 velden leeg zijn).
Het formulier ontslagmanagement biedt de maatschappelijk medewerker de mogelijkheid zijn/haar bevindingen te noteren.
Grafiek 17: Screenshot tabel contactmomenten ICM programma 0 Leeg
10
50
60
32
Professioneel netwerk
31
Sms contact
Telefonisch contact
40
7
Huisbezoek
Teamvoorbereiding
30
3
Familiaal netwerk
Teambespreking
20
9 5 4 57
de pelgrim - jaarverslag 2013
.47
4
Transmurale samenwerking
4.1 Participatie in transmurale overlegorganen Netwerkcomité zorgcircuit middelenmisbruik Kliniek De Pelgrim participeert in het netwerkcomité zorgcircuit middelenmisbruik, dat werd opgericht in de schoot van POPOV GGZ, het overlegplatform voor de geestelijke gezondheidszorg in Oost-Vlaanderen. Dit netwerkcomité vergadert een 5-tal keer per jaar met de OostVlaamse voorzieningen die een zorgprogramma aanbieden aan mensen met een problematiek rond misbruik van illegale middelen. Verschillende thema’s worden op het netwerkcomité besproken, waaronder wijzigingen in zorgaanbod, ondersteuning van projecten, samenwerking tussen verschillende partners en knelpunten in het zorgaanbod. Er wordt getracht om zo in overleg tot een betere afstemming te komen in het zorgaanbod voor deze specifieke doelgroep tussen de ambulante en de residentiële sector. Transmuraal overleg binnen het contract kwaliteit en patiëntveiligheid
In 2013 lagen de accenten op volgende onderdelen: • verhogen van de samenwerking met psychologen • integratie van het Intensive Casemanagement als nazorgmodule in het elektronisch patiëntendossier • verbeteren van ondersteuningstools voor de patiënt, zoals het crisisplan EPZAM-groep In functie van het elektronisch patiëntendossier (Regas), neemt het ziekenhuis een 3-tal keer per jaar deel aan overleg met de EPZAM-groep. Deze groep verenigt 7 psychiatrische ziekenhuizen die samen met Regas overleggen rond knelpunten en nieuwe functionaliteiten. Daarnaast wordt er binnen deze EPZAM-groep en met de voorzieningen van de Broeders van Liefde ook samengewerkt om een aantal gemeenschappelijke modules uit te werken i.f.v. implementatie in Regas. Enkele voorbeelden zijn de module rond gedwongen opname, de module m.b.t. DSM-IV, de module rond metabool syndroom en de module voor afzonderingen. Spes et Fides
In het kader van het contract kwaliteit en pa tiëntveiligheid met de Federale Overheid, dient Kliniek De Pelgrim extra aandacht te schenken aan transmurale samenwerking. Binnen het thema transmurale zorg wordt er een 5-tal keer vergaderd tussen medewerkers van P.C. Dr. Guislain en Kliniek De Pelgrim om na te denken hoe het Intensive Casemanagement verder op punt kan worden gesteld.
48.
de pelgrim - jaarverslag 2013
In het kader van haar wettelijke verplichtingen maakt Kliniek De Pelgrim samen met 7 andere psychiatrische instellingen deel uit van de Commissie voor Medische Ethiek ‘Spes et Fides’. Deze commissie geeft adviezen op ethische vragen van de ledeninstellingen. De commissie geeft in haar jaarverslag aanbevelingen t.a.v. de aangesloten instellingen.
Clusteroverleg alcohol en medicatie
Vlaams indicatorenproject GGZ
Het clusteroverleg alcohol en medicatie verenigt voorzieningen uit de geestelijke gezondheidszorg regio Gent – Eeklo, die een specifiek aanbod hebben voor deze problematiek.
Net als de algemene ziekenhuizen en de woonzorgcentra, gaan ook de psychiatrische ziekenhuizen, de psychiatrische afdelingen van algemene ziekenhuizen, de centra voor geestelijke gezondheidszorg, beschut wonen en de psychiatrische verzorgingstehuizen met de ontwikkeling van kwaliteitsindicatoren starten.
De algemene doelstellingen zijn drievoudig: a) inventarisatie van het bestaande residentiële en ambulante hulpverleningsaanbod b) vertaling van het aanbod op een gestructureerde en gebruiksvriendelijke wijze in een database c) lacunes binnen het aanbod in kaart brengen en met alle betrokken voorzieningen aanpakken. Ten slotte is er een streven naar het optimaliseren van de zorgcontinuïteit en de onderlinge communicatie, het afstemmen van verslavingszorg binnen de regio Gent – Eeklo en een vlottere doorstroming van patiënten. Lokaal Overleg Drugs (LOD) In de politiezone Rhode-Schelde, met de gemeenten Oosterzele, Merelbeke, Melle en Destelbergen, wordt op regelmatige tijdstippen overleg gepleegd tussen alle actoren die werkzaam zijn in de sfeer van preventie en begeleiding van mensen met afhankelijkheidsproblemen t.a.v. legale of illegale drugs. De drugpreventiedienst van de politiezone Rhode & Schelde neemt het voortouw om sensibiliseringsacties te ontwikkelen en actoren rond de tafel te verzamelen. Kliniek De Pelgrim is op dit overleg aanwezig en draagt bij tot het ontwikkelen en realiseren van acties en initiatieven naar diverse doelgroepen o.a. scholen, jeugdbewegingen, jeugdclubs, enz.
Kwaliteitsindicatoren leveren cijfergegevens over die deelaspecten van zorg die meetbaar zijn. Ze meten een welbepaald element uit de kwaliteit van zorg, zonder een uitspraak te doen over de gehele kwaliteit van zorg. Dit Quality Indicator Project (QIP) wil indicatoren uitwerken voor de brede geestelijke gezondheidzorg. In 2013 werd een eerste basisset aan proces- en outcome-indicatoren gedefinieerd door 5 ontwikkelingsgroepen: • continuïteit en coördinatie van zorg • patiëntveiligheid • patiëntenparticipatie • gedragsstoornissen bij kinderen en jongeren • depressie bij volwassenen Vanuit Kliniek De Pelgrim werd door de kwaliteitscoördinator deelgenomen aan de ontwikkelingsgroepen patiëntveiligheid en patiëntenparticipatie. In 2014 gaan de indicatoren uit de basisset worden gevalideerd en zal worden nagegaan hoe de noodzakelijke gegevens kunnen worden geregistreerd of geabstraheerd. Er zal daarbij ook verder worden gewerkt aan de uitbreiding en/of aanpassing van de basisset. Intensive Casemanagement (ICM) Het Intensive Casemanagement is ontstaan uit een pilootproject tussen P.C. Dr. Guislain, SintCamillus en Kliniek De Pelgrim. Tussen deze 3
de pelgrim - jaarverslag 2013
.49
ziekenhuizen wordt driemaandelijks een intervisie georganiseerd om het project te bespreken en ervaringen uit te wisselen in geval van moeilijke individuele casussen. Daarnaast is er een structurerend overleg tussen de 3 psychiatrische instellingen, in aanwezigheid van de projectcoördinator, de algemeen directeurs, de hoofdgeneesheren en de casemanagers. Op dit structurerend overleg wordt het jaaractiviteitenrapport besproken, alsook de stand van zaken en verdere continuering van het ICM-project.
sloten in de werkgroep psychiatrie, ontstaan binnen het regionaal overlegplatform ziekenhuishygiëne Oost-Vlaanderen. Financieel-economisch overleg met directeurs Oost-Vlaanderen
De kwaliteitscoördinatoren van alle psychiatrische ziekenhuizen van Oost-Vlaanderen komen 2x per jaar samen. Dit overleg wordt georganiseerd om elkaar op de hoogte te houden van nieuwe ontwikkelingen in het eigen psychiatrische ziekenhuis en in de (geestelijke) gezondheidszorg in het algemeen. Daarnaast wordt uiteraard ook aan ervaringsuitwisseling gedaan en wordt getracht elkaar verder te helpen wanneer men rond een bepaald kwaliteitsthema vast zit.
In oktober 2013 werd door de financieel-logistiek directeur van P.C. Caritas het initiatief genomen om op regelmatige basis een overleg te organiseren met de administratieve directeurs van de psychiatrische Oost-Vlaamse ziekenhuizen. De agenda wordt bepaald door de deelnemend directies en zijn gelinkt aan vrij concrete vragen en dossiers binnen de financieel-economische departementen van de verschillende ziekenhuizen. Deze vergaderingen worden telkens op een verschillende locatie georganiseerd, waarbij de gastheer een korte voorstelling geeft van de eigen instelling. Een boeiend en constructief overleg met een meerwaarde voor elke deelnemende instelling. De verslaggeving wordt ter beschikking gesteld van de deelnemende instellingen. De directeur van De Pelgrim participeert als verantwoordelijke van het financieel-economisch departement aan elk overleg.
VEPAD overleg
Stuurgroep artikel 107
Tweemaandelijks vindt er een overlegmoment plaatst tussen alle verpleegkundige en paramedische directeurs (VEPAD-overleg). Alle psychiatrische ziekenhuizen van Oost-Vlaanderen zijn op dit overleg aanwezig om aan ervaringsuitwisseling te doen en indien nodig bepaalde thema’s te bespreken.
Na de opstart van een samenwerkingsovereenkomst van het netwerk geestelijke gezondheidszorg in de Gentse en Noord-Gentse regio en de regio Aalst/Dendermonde/Sint-Niklaas werd ook van de regio Zuid-Oost Vlaanderen door enkele actoren binnen deze regio het initiatief genomen om een werking voor deze regio uit te bouwen in het kader van artikel 107.
Overleg kwaliteitscoördinatoren
Overlegplatform ziekenhuishygiëne Kliniek De Pelgrim participeert in het overlegplatform ziekenhuishygiëne van Vlaams-Brabant. Sinds mei 2013 is de kliniek ook aange-
50.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Diverse vergaderingen van het ‘opstartcomité’ en een tijdelijke werkgroep resulteerden in een officiële vraag van de regio Zuid-Oost Vlaanderen om aan te sluiten bij het netwerkcomité
Gent-Eeklo. Het is de bedoeling in 2014 het overleg met de actoren verder te zetten om tot een meer concrete invulling te komen van de verschillende functies vastgelegd in artikel 11 en artikel 107 van de wet op de ziekenhuizen en verzorgingsinrichtingen. De expertise van De Pelgrim inzake verslavingszorg biedt zowel voor het overleg als voor de verder in te vullen werking binnen de verschillende functies een opportuniteit voor dit samenwerkingsmodel.
PC Sint Franciscus - Velzeke Op vlak van informatica werd de samenwerking met PC Sint-Franciscus de voorbije jaren geïntensifieerd. Met het centraliseren van de data van Kliniek De Pelgrim op de centrale server in PC Sint-Franciscus en het installeren van clients in Kliniek De Pelgrim i.p.v. pc’s, wordt ervoor gezorgd dat de opvolging van problemen, errors, enz. van op afstand kunnen worden opgevolgd en verholpen. Dit komt ten goede aan een veiliger IT-netwerk en zorgt voor minder interventies ter plaatse.
4.2 Transmurale samenwerkingsverbanden PZ Sint-Jan - Eeklo Vereniging voor Alcohol en andere Drugproblemen (VAD) Jaarlijks ontvangt Kliniek De Pelgrim een groep van hulpverleners die een tweejaarlijkse opleiding volgen die georganiseerd en gegeven wordt door medewerkers van de VAD. De VAD laat één van de supervisiemomenten binnen de opleiding in Kliniek De Pelgrim doorgaan. Vanuit het ziekenhuis wordt een ruimte voorzien en wordt de werking toegelicht en een korte rondleiding gegeven. Daarnaast neemt Kliniek De Pelgrim ook steeds deel aan de jaarlijkse studiedag van de VAD in november. Hiervoor wordt getracht om met een multidisciplinair team aanwezig te zijn. AZ Sint-Elisabeth - Zottegem Betreffende de somatische zorg zijn er afspraken met het AZ Sint-Elisabeth in Zottegem vastgelegd. Deze zorgafspraken faciliteren de afsprakenregeling voor patiënten vanuit Kliniek De Pelgrim. Dit met het oog op een brede somatische zorg en een vlotte opvolging van de facturatie van deze somatische zorg.
Kliniek De Pelgrim heeft een associatieovereenkomst met PZ Sint-Jan in Eeklo betreffende de uitbating van het geneesmiddelendepot. Met een eigen transparante procedure qua geneesmiddelenflow en een correcte service vanwege de apothekers van PZ Sint-Jan Eeklo, wordt het farmaceutisch aanbod in goede banen geleid. Beschut wonen – Vlaamse Ardennen Kliniek De Pelgrim heeft sinds het begin van de jaren 90 een erkenning voor 6 plaatsen Beschut Wonen. Deze 6 plaatsen werden aanvankelijk uitgebaat in een samenwerking binnen de vzw Odysseus en gingen later over in een ruimer samenwerkingsverband binnen de vzw DOMOS. In 2012 nam de Raad van Bestuur de beslissing om deze 6 plaatsen voor Beschut Wonen te integreren in een regio met hoge nood en beperkte beschikbare plaatsen, namelijk de regio ZuidOost Vlaanderen. Om dit te realiseren, werd een protocolakkoord opgesteld met Beschut Wonen Vlaamse Ardennen. Hierdoor werd het aantal erkende plaatsen in de regio Zuid-Oost Vlaanderen verhoogd naar 36 plaatsen, verdeeld over wonin-
de pelgrim - jaarverslag 2013
.51
gen in de gemeenten Oudenaarde, Zottegem en Geraardsbergen. De overdracht had plaats op 31 december 2012, zodat deze samenwerking op 1 januari 2013 effectief van start ging. In 2013 waren er 3 aanvragen voor Beschut Wonen. Elke aanvraag kon worden gerealiseerd als effectief verblijf in Beschut Wonen Vlaamse Ardennen.
Contract kwaliteit en patiëntveiligheid Sinds 2007 tekent Kliniek De Pelgrim jaarlijks in op het contract kwaliteit en patiëntveiligheid van de FOD. In 2013 is een nieuw meerjarencontract van start gegaan t.e.m. 2017. Gedurende de looptijd van dit contract dient Kliniek De Pelgrim te voldoen aan een aantal inhoudelijke kwaliteitsvereisten. De thema’s waarop dient te worden ingezet zijn de volgende:
Treatment Demand Indicator (TDI) Sinds maart 2011 neemt Kliniek De Pelgrim deel aan het pilootproject ‘Registratie van de treatment demand indicator in de algemene en psychiatrische ziekenhuizen (TDI)’. Deze TDIregistratie gaat uit van de Federale Overheid en kadert binnen een Europese verplichting om enkele algemene persoonsgegevens en middelenspecifieke gegevens te verzamelen. Na mondelinge toelichting en schriftelijk akkoord van de patiënt, worden doormiddel van de TDI-vragenlijst de noodzakelijke gegevens verzameld. Het doel van deze TDI-registratie is dat de Federale Overheid o.a. zicht krijgt op het aantal mensen dat in behandeling is voor een middelengerelateerd probleem, hoelang mensen een middel gebruiken voor zij in behandeling gaan en welke middelen het meest worden gebruikt. Dit project liep oorspronkelijk van maart 2011 t.e.m. augustus 2012. Hierna werd dit contract verlengd t.e.m. december 2013. Naar de toekomst toe zal dit pilootproject waarschijnlijk een verplichting worden voor alle ziekenhuizen die mensen behandelen met een verslavingsproblematiek.
52.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Generieke thema’s: • het veiligheidsmanagementsysteem • leiderschap • communicatie • patiënt en familie empowerment Specifieke thema’s: • hoog risico medicatie • identitovigilantie • transmurale zorg Hogescholen / Universiteiten Kliniek De Pelgrim heeft heel wat contacten met stagecoördinatoren. Hieronder volgt een overzicht van de verschillende hogescholen en universiteiten waarmee Kliniek De Pelgrim contacten onderhoudt. Voor de verpleegkundige dienst is er contact met: • het Instituut voor Verpleegkunde Sint Vincentius (Campus Guislain) - Gent • het Sint Augustinus Instituut in Aalst • de Hogeschool Gent • de Arteveldehogeschool in Gent • het Vesaliusinstituut in Gent
Daarnaast zijn er contacten met: • het IPSOC in Kortrijk (psychologische dienst) • de Arteveldehogeschool in Gent (sociale dienst) • de Hogeschool Gent (ergotherapie) • de Universiteit Gent (bewegingstherapie) Alle stage-aanvragen en contacten verlopen via het hoofd departement patiëntenzorg. Elke aanvraag zal individueel worden bekeken en met de betrokken dienst worden besproken.
de pelgrim - jaarverslag 2013
.53
5
Personeel
5.1 Personeelsomkadering en personeelskosten
financieringsbronnen naast de ligdagprijs en de behoeften aan personeelsomkadering binnen de logistieke diensten.
Het voltallige personeelskader wordt jaarlijks in de begroting vastgelegd. Deze personeelsequivalenten zijn gebaseerd op de opgelegde normen in de directe patiëntenzorg, de extra
Tabel 18 geeft een beeld van de evolutie betreffende de personeelsomkadering voor de jaren 2009-2013.
Tabel 18: Evolutie betreffende personeelsomkadering voor de periode 2009-2013 2009 Administratie Onderhoud Keuken Verpleging
effectief
begroting
effectief
begroting
effectief
6,23
6,25
3,73
3,91
4,05
4,07
10,66
10,96
10,05
9,31
10,76
9,25
5,16
4,80
5,50
5,48
5,50
5,67
22,11
20,88
22,97
20,78
22,97
20,60
-
-
5,05
3,77
5,05
4,30
12,43
11,35
9,56
9,96
10,86
10,50
-
-
1,58
-
-
-
56,59
54,24
58,44
53,21
59,19
54,40
Reserve Totaal
2012
2013
begroting
effectief
begroting
effectief
4,20
4,07
4,10
3,91
Onderhoud
8,92
8,50
9,26
9,67
Keuken
6,20
6,19
6,36
5,57
23,57
21,56
23,53
22,23
4,95
3,99
5,95
5,76
11,00
11,63
10,80
10,93
-
-
58,84
55,94
60,00
58,17
Administratie
Verpleging Directie/staf Paramedici
Reserve Totaal
2011
begroting
Directie/staf Paramedici
2010
Uit deze tabel merken we dat er de laatste 5 jaar een gemiddelde van 58,61 voltijdsequivalenten werden begroot. Hiervan werd gemiddeld 55,19 voltijdsequivalenten of 94% ingevuld.
54.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Wanneer deze personeelsomkadering wordt vertaald naar de effectieve personeelskost, krijgen we een beeld van de evolutie van de personeelskost. Tabel 19 geeft deze evolutie weer voor de laatste 5 jaar. De personeelskosten worden vanuit verschillende financieringsbronnen gefinancierd.
Het jaarlijks neerleggen van de sociale balans geeft de mogelijkheid om enkele relevante cijfergegevens te vermelden in verband met het personeelsbeleid.
Tabel 19: Evolutie betreffende personeelskosten voor de periode 2009-2013: 2009 begroting
effectief
2010 begroting
2011
effectief
begroting
effectief
Administratie
391.630
381.175
192.284
191.895
215.269
208.101
Onderhoud
359.658
390.363
374.860
350.947
407.425
357.873
Keuken
207.200
218.654
228.007
215.791
231.929
235.139
Verpleging
1.330.115
1.245.659
1.330.182
1.141.227
1.301.487
1.251.947
Directie/staf Paramedici
-
-
380.855
258.619
333.210
316.556
732.587
610.617
584.089
663.588
703.740
668.354
-
-
78.434
-
-
-
3.021.190
2.846.469
3.168.712
2.822.069
3.193.060
3.037.970
Reserve Totaal
2012
2013
begroting
effectief
begroting
effectief
Administratie
226.940
216.793
225.000
217.953,38
Onderhoud
342.135
301.052
337.000
352.342,11
Keuken
270.126
258.534
273.000
252.775,45
Verpleging
1.356.065
1.337.569
1.456.000
1.410.821,18
Directie/staf
371.159
320.411
454.000
440.019,95
Paramedici
710.610
746.749
651.000
692.087,85
-
-
-
3.277.035
3.181.108
3.396.000
Reserve Totaal
3.365.999,92
De gemiddelde personeelskost evolueerde de laatste jaren als volgt: Jaar Gemiddelde loonkost
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
49.464,52
51.971,54
52.479,14
53.036,43
55.845,03
56.866,43
57.864,88
de pelgrim - jaarverslag 2013
.55
Vanuit de financiële middelen wordt in de ligdagprijs jaarlijks een bedrag vastgelegd dat besteed kan worden aan opleiding van medewerkers. Het hiernavolgend schema geeft ons een idee van het bedrag dat hiervoor werd voorzien in vergelijking met de reële kost van opleidingen (tabel 20).
Tabel 20: Middelen/kosten opleiding medewerkers middelen
aantal werknemers
gevolgde opleidingsuren
totale kost
2009
40.618
64
695
30.856
2010
41.766
45
888
35.176
2011
42.787
68
1.015
32.478
2012
44.071
51
969
31.726
2013
44.952
62
1.083
35.589,17
* gegevens m.b.t. opleidingen worden sinds 2009 opgenomen in de sociale balans Met het invoeren van het nieuwe organogram op 1 januari 2010 werden volgende functies ingevuld: • Op 1 augustus 2010 werd de functie van hoofd departement patiëntenzorg ingevuld door een voltijds medewerker. Dit gebeurde op aanbeveling van het auditteam van zorginspectie. Een aantal taken en verantwoordelijkheden, waargenomen door de directeur, werden hierdoor overgedragen. Bij de aanwerving werd een functiekaart opgesteld. De directie en het Bureau werden hierin begeleid door een externe deskundige (dhr. Jan Steel). • De aanwerving van een 2e hoofdverpleegkundige en een middenkader met opdrachten als kwaliteitscoördinator gebeurden eveneens in 2010. Hiervoor werden ook functiekaarten opgemaakt. • Door het nieuwe organogram werden in 2010 ook een aantal functies herschikt. Twee psychologen kregen een aangepaste functiekaart met opdrachten als zorgadviseur, dit met de bedoeling dat deze twee medewerkers – naast hun uitvoerende taken als psycholoog – ruimte zouden hebben om via persoonlijke kennisverwerving en opleiding extra kennis te verwerven om fasegebonden de kwaliteit van zorg te verhogen.
56.
de pelgrim - jaarverslag 2013
5.2 Bijzondere opleidingen • Mevr. Leen Demoor (verpleegkundige) heeft de brugopleiding ‘Bachelor in de verpleegkunde’ in juni 2013 succesvol beëindigd. • Mevr. Isabel Destoop en mevr. Inge Blanchaert (verpleegkundigen) volgen beide de brugopleiding ‘Bachelor in de verpleegkunde’. • Mevr. Inge Baeyens (psychologe) volgt momenteel aan de UG faculteit psychologie en pedagogische wetenschappen de driejarige opleiding ‘Gedragstherapie – volwassenen’. Inge zal deze opleiding in 2014 afronden. 5.3 Arbeidsreglement Op 20 december 2013 werd het nieuwe arbeidsreglement goedgekeurd dat in voege gaat op 1 januari 2014. Het nieuwe arbeidsreglement is het resultaat van 2 jaar overleg met de vakbondsdelegatie. Als belangrijke accenten in het arbeidsreglement kunnen vermeld worden: het principe van het variabel uurrooster, uniformisering van de uurroosters op basis van dagactiviteiten naar rato van 8u., 7,6 u., 4u. en 3,8 u. en jobequivalenten van 40%, 50%, 60%, 75%, 80% en 100%.
6
Algemene cijfers
6.1 Erkenning
Dit resulteert in de ligdagprijs die in tabel 21 wordt weergegeven.
In januari 2012 vond een erkenningsbezoek plaats. Na het erkenningsbezoek werd een nieuwe erkenningsperiode vastgelegd tot 31 december 2013. Intussen werd verwacht dat tussentijdse statusrapporten worden opgemaakt als antwoord op aanbevelingen en tekortkomingen. Het eerste statusrapport werd in 2012 ingediend en kreeg een positief antwoord. De volgende statusrapporten werd in 2013 ingediend, met het oog op verlenging van erkenning vanaf 1 januari 2014. Bevestiging van verlenging erkenning werd dan ook eind 2013 medegedeeld.
Tabel 21: Ligdagprijs 2013 1/01/2013
1/07/2013
A1
356.762,01
322.724,09
A2
19.521,79
19.569,73
B1
1.261.122,73
1.267.960,92
B2
1.966.645,94
1.982.858,73
B4
251.730,45
252.979,83
B5
26.755,35
26.975,92
B9
244.996,57
262.171,18
C1
18.089,72
11.695,00
C2
-73.505,45
-61.312,24
C4
-3.801,53
-35.703,25
4.068.317,58
4.049.919,91
6.2 Ligdagprijs Na controle door de diensten boekhouding en beheer van het Federale Ministerie van Sociale Zaken werd het jaarbudget van Kliniek De Pelgrim vastgelegd.
6.3 Bezetting De bezetting voor 2013 ligt met 82.6% boven het gebudgetteerde cijfer van 80%. Tabel 22 toont de evolutie per maand gedurende de laatste 5 jaar.
Tabel 22: Bezettingsgraad 2009-2013 2009
2010
2011
2012
2013
Januari
1.685
1.659
1.537
1.627
1.556
Februari
1.355
1.535
1.541
1.520
1.408
Maart
1.456
1.704
1.745
1.738
1.561
April
1.434
1.466
1.351
1.592
1.511
Mei
1.592
1.599
1.468
1.407
1.368
Juni
1.469
1.675
1.398
1.479
1.309
Juli
1.318
1.526
1.646
1.598
1.616
Augustus
1.560
1.530
1.233
1.591
1.606
September
1.446
1.295
1.405
1.488
1.508
Oktober
1.397
1.545
1.499
1.714
1.646
November
1.377
1.351
1.551
1.458
1.593
December
Totaal Bezettingspercentage
1.536
1.653
1.654
1.409
1.414
17.625
18.538
18.028
18.621
18.096
80,48%
84,65%
82,32%
84,80%
82,60%
de pelgrim - jaarverslag 2013
.57
6.4 Financiële resultaten De financiële situatie van De Pelgrim is na 40 jaar werking een financieel gezonde situatie. Bij de start had de vzw op het einde van het eerste boekjaar een eigen vermogen van € 50.714,- en een negatief resultaat van € 116.038,-. Het eigen vermogen bedroeg 8,7 % van de totale passiva. In de loop van de 40 jaar zien we een gestage stijging van het eigen vermogen als gevolg van de jaarlijkse resultaten en de aangelegde reserves. Van de 40 exploitatiejaren sloten 9 jaren af met een exploitatieverlies. Het laatste exploitatieverlies dateert van 2004 en ook 2013 sluit af met een verlies. De balans toont op vlak van eigen middelen samengesteld uit eigen vermogen, overgedragen resultaat en reserves een totaal van € 7.655.799,20 op 31/12/2012 en dit tegenover een totaal passief van € 11.956.316,47 of 64,03 % van het totaal passief is eigen vermogen. Een financieel gunstige situatie met enige garantie op verdere financiële stabiliteit.
6.5 Gemiddelde verblijfsduur
Tabel 23: Gemiddelde verblijfsduur 2009
2010
2011
2012
2013
17.625
18.538
18.028
18.621
18.096
primaire medische opnames
349
350
335
324
323
gemiddelde verblijfsduur
50,5
52,97
53,81
57,89
57,57
totaal ligdagen
6.6 Herkomst van de patiënt
Tabel 24: Provincie van herkomst 2010/1
2010/2
2011/1
2011/2
2012/1
2012/2
2013/1
2013/2
13
15
16
16
21
18
25
21
4
2
1
4
4
3
1
1
Vlaams Brabant
12
16
9
13
13
14
22
11
West-Vlaanderen
19
27
16
25
22
32
33
24
Oost-Vlaanderen
Antwerpen Brussel hoofdstad
142
147
133
129
126
128
108
125
Henegouwen
0
1
0
0
1
0
2
2
Limburg
6
7
6
10
4
2
2
7
Luik
0
0
0
0
0
0
1
0
Namen
0
0
0
0
0
1
0
0
Waals Brabant
0
0
0
0
0
2
1
1
14
20
26
29
16
16
19
16
210
235
207
226
207
216
214
208
onbekend/buitenland Totaal
58.
de pelgrim - jaarverslag 2013
De sommatie van tellingen per semester is afwijkend van het totaal aantal opnames op pagina 23 – tabel 5. Dit komt doordat deze gegevens verkregen worden uit de MPG-registratie. Deze MPG-registratie dient zesmaandelijks naar de Federale Overheid te worden verstuurd. Concreet betekent dit dat er gegevens verkregen worden voor het 1e semester (1 januari t.e.m. 30 juni) en voor het 2e semester (1 juli t.e.m. 31 december). Dit wil zeggen dat alle patiënten die op 1 januari en op 1 juli in opname zijn, tweemaal in bovenstaande tabel worden geteld.
Tabel 25: Verdeling naar arrondissement binnen de provincie Oost-Vlaanderen 2010/1
2010/2
2011/1
2011/2
2012/1
2012/2
2013/1
2013/2
Aalst
48
38
35
34
39
45
40
52
Dendermonde
10
14
15
10
11
11
10
9
Eeklo
2
4
4
1
5
3
4
4
Gent
66
72
58
57
48
49
40
42
Oudenaarde
10
13
6
11
13
12
8
12
Sint-Niklaas
6
6
15
16
10
8
6
6
142
147
133
129
126
128
108
125
Totaal
Op onderstaande kaart wordt voor de voorbije 3 jaar het aantal opnames weergegeven per arrondissement van herkomst voor de provincie Oost-Vlaanderen. Naast de onderverdeling per arrondissement, werden op deze kaart ook de regio’s binnen Oost-Vlaanderen in kleur aangeduid.
Kaart 26: Verdeling naar arrondissement binnen de provincie Oost-Vlaanderen Regio Meetjesland
Regio Reinaert Arrondissement Eeklo (27)
Arrondissement Gent (432)
Regio Deinze-Aalter
Arrondissement Oudenaarde (85)
Arrondissement Sint-Niklaas (73)
Regio Waas & Dender Arrondissement Dendermonde (90)
Arrondissement Aalst (331)
Regio Vlaamse Ardennen
de pelgrim - jaarverslag 2013
.59
Regio Meetjesland
Regio Reinaert Sint-Laureins Beveren SintGillisWaas
Assenede Kaprijke
Maldegem
Stekene
Zelzate
Eeklo
Wachtebeke
Moerbeke Sint-Niklaas
Waarschoot Evergem
Knesselare
Zomergem Lovendegem
Aalter
Lokeren
Lochristi
Waasmunster
Hamme
Regio Deinze-Aalter
Deinze
Zele
Destelbergen
Gent
Nevele
SintMartensLatem
Melle
De Pinte
Laarne
Berlare
Wetteren
Merelbeke
Gavere
Kruishoutem
Aalst
Sint-LievensHoutem Erpe-Mere
Zingem
Zwalm WortegemPetegem
Oudenaarde
Haaltert Zottegem
Maarkedal
Denderleeuw
Herzele
Horebeke
Kluisbergen
Buggenhout Lebbeke
Lede
Oosterzele
Ninove Brakel
Lierde Geraardsbergen
Ronse
Regio Vlaamse Ardennen
60.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Regio Waas & Dender
Dendermonde
Wichelen
Nazareth Zulte
Kruibeke Temse
7
Jaaractiviteiten 40 jaar Kliniek De Pelgrim
7.1 Studienamiddagen
ICM = SAMEN binden en verbinden, samen een brug verder gaan!
7.1.1 Intensive Casemanagement binnen de verslavingszorg: een brug verder!? Vanaf 1 januari 2011 nemen Kliniek De Pelgrim, P.C. Dr. Guislain en Sint-Camillus deel aan het door de overheid gesubsidieerd pilootproject Intensive Casemanagement. Enkele jaren later en vele ervaringen rijker, stelt zich de vraag of – in het kader van de vermaatschappelijking van de zorg (Artikel 107) – een verdere integratie van deze methodiek in de bestaande kliniekwerking wenselijk is. Kan de integratie van de ICM-methodiek in de residentiële verslavingszorg de slaagkansen verhogen voor een bepaalde groep patiënten in de overgang van een kliniekopname naar geschikte nazorg in de eigen leefwereld? ICM, een brug verder? Deze vraag stond centraal op deze studienamiddag en werd belicht vanuit verschillende invalshoeken. Vanuit Kliniek De Pelgrim bracht mevr. Evy De Rouck als casemanager de levensverhalen van een aantal ICM patiënten. A.d.h.v. een aantal verhalen uit de praktijk, werd de ICM-methodiek geïllustreerd met zijn doelstellingen, mogelijkheden en valkuilen. Hierbij werd het belang van netwerkontwikkeling en de samenwerking met het team benadrukt. Vanuit Evy haar betoog werd het accent gelegd op het samen met ‘moeilijk’ resocialiseerbare patiënten op pad te gaan en op zoek te gaan naar hun sterktes en mogelijkheden om samen bruggen te bouwen. Evy rondde haar betoog af met volgende slotzin:
Programma studienamiddag: • 13.30u Onthaal • 14.00u Verwelkoming Dr. Dany Motte, psychiater / hoofdgeneesheer Kliniek De Pelgrim • 14.05u 40 jaar Ontwenningskliniek De Pelgrim Dhr. Hugo Van de Berge, algemeen directeur Kliniek De Pelgrim • 14.20u Intensive Casemanagement: verleden, heden en toekomst Dhr. Jürgen Magerman, afdelings hoofd opname 3 campus Sint-Alfons, P.C. Dr. Guislain / coordinator ICM • 14.50u Do’s en don’ts bij de toepassing van casemanagement in de verslavingszorg Prof. Dr. Wouter Vanderplasschen, docent orthopedagogiek Universiteit Gent • 15.20u Koffiepauze
de pelgrim - jaarverslag 2013
.61
• 16.00u Kwaliteit van leven: een zinvol concept in de verslavingszorg?! Dr. Jessica De Maeyer, lector HoGent – onderzoeker E-QUAL (expertisecentrum Quality of Life) • 16.30u ICM in de praktijk: binden of verbinden? Mevr. Evy De Rouck, casemanager Kliniek De Pelgrim • 17.00u Vragen en discussie Dr. Dany Motte, moderator • 17.30u Receptie
Diverse sprekers gaven toelichting bij diverse aspecten i.v.m. camerabewaking en gaven vanuit hun expertise antwoord op de meest uiteenlopende vragen. Een geslaagde studienamiddag voor de specialisten uit de sector.
7.1.2 S tudienamiddag ‘Camerabewaking in Ziekenhuizen’ Als lid van PSA (Private Security Association) was De Pelgrim in het kader van het 40-jarig bestaan gastheer voor de organisatie. In het ontmoetingscentrum ‘De Kluize’ werd in de voormiddag de algemene vergadering georganiseerd en ging in de namiddag een studienamiddag door met als thema ‘Camerabewaking’.
62.
de pelgrim - jaarverslag 2013
7.2 Fototentoonstelling 40 jaar Kliniek De Pelgrim Van 4 tot 30 november 2013 vond in de gemeentelijke bibliotheek in Scheldewindeke een fototentoonstelling plaats ter gelegenheid van het 40-jarige bestaan van Kliniek De Pelgrim.
gesteld en verwijderd. Met de hulp van talrijke patiënten, konden twintig panelen en honderd kaders met glas, passe-partout en bijhorend schilderwerk, worden tentoongesteld.
De tentoonstelling omvatte 3 luiken. Enerzijds wou de tentoonstelling weergeven hoe het landschap waarop Kliniek De Pelgrim gelegen is, er de voorbije eeuwen uitzag. Hiervoor werd een beroep gedaan op Lucien Desmet, een plaatselijke heemkundige. Voor het 2e luik, het ontstaan van het sanatorium Betlehem in 1907 tot de afbraak en nieuwbouw van Kliniek De Pelgrim, kon worden geput uit het archief van de vormingswerker. Het 3e luik omvatte een keuze uit werken die door de patiënten gedurende de voorbije 40 jaar werden gemaakt.
De hele tentoonstelling werd volledig op panelen in de ergo samengesteld, zodat deze vrij gemakkelijk in de bibliotheek kon worden op-
De tentoonstelling kreeg vrij veel bezoekers over de vloer. Er was eveneens belangstelling van het lokaal televisiestation voor een deel van regio Oost-Vlaanderen AVS die hieraan een nieuwsoverzicht weidden. 7.3 Gordel rond Windeke De 26ste Gordel rond Windeke is een mooi succes geworden. De 7, 12, 25 en 50 km wandel-, jog- en fietsroutes konden door de meer dan 500 deelnemers in zeer gunstige weeromstandigheden afgehaspeld worden.
Na de Gordel genoten de deelnemers in de sporthal De Kluize in Scheldewindeke van pannenkoeken en verfrissende dranken. Dit jaar werd in de marge van de gordel een tentoonstelling georganiseerd met als thema ‘Noord helpt Zuid’. Er werd toelichting gegeven over voornamelijk Afrikaanse projecten. De lokale GROS-afdeling en de dienst voor ontwikkelingssamenwerking van de provincie Oost-Vlaanderen steunden het initiatief. De opbrengst van de Gordel rond Windeke gaat naar onze vereniging en Child Help. Het is
de pelgrim - jaarverslag 2013
.63
een Belgische vereniging die hulp biedt aan kinderen met een open rug en een waterhoofd in ontwikkelingslanden.
wagen. Met zware verwondingen werd hij overgebracht naar het ziekenhuis in Zottegem waar hij de dag erna overleed aan zijn verwondingen. Wij betuigen dan ook ons medeleven aan de familie Gelas – De Ganck en aan de medewerkers van De Pelgrim. 7.4 Badmintontornooi OP 23 mei organiseerde de Pelgrim, in samenwerking met PSYLOS, het jaarlijks badmintontornooi.
De 26ste editie van de Gordel rond Windeke kwam tot stand dankzij de onbaatzuchtige inzet van veel medewerkers en vrijwilligers van kliniek De Pelgrim, onze eigen vereniging en vrienden en sympathisanten van de Gordel. Deze succesvolle editie eindigde jammer genoeg in mineur. Bij opruimingswerken viel de 18-jarige Mike Gelas, jobstudent in De Pelgrim en vrijwillige medewerker van de Gordel, van een aanhang-
64.
de pelgrim - jaarverslag 2013
Een 40-tal heren en 20-tal dames uit 6 verschillende ploegen, streden voor de medailles en de ploegbeker.
loep genomen en de ombudsman blikte terug op zijn carrière in De Pelgrim. Ondertussen bereidde de redactie zich voor op het nakende nummer 150, dat in 2014 zal verschijnen.
De Pelgrim deed het in 2013 uitzonderlijk goed en veroverde bij de heren alle medailles. In combinatie met de damesrangschikking leverde dat ook nog eens de ploegbeker op. Alle deelnemers werden daarenboven op een ijsje getrakteerd om het 40-jarige bestaan van de Pelgrim ook op een sportieve manier in de kijker te zetten. 7.5 Kompas Het contact- en informatieblad “Kompas” verscheen zoals gewoonlijk vier keer. Dit jaar werd er, naast de gebruikelijke thema’s, wat meer aandacht besteed aan enkele historische aspecten van de kliniek, ter gelegenheid van het veertigjarig bestaan. Zo werden enkele anciens onder het personeel bevraagd naar hun ervaringen in De Pelgrim. Tevens kwamen de activiteiten die speciaal dit jaar georganiseerd werden, aan bod. De rookstoprubriek werd gelanceerd, het elektronisch patiëntendossier werd kritisch onder de
de pelgrim - jaarverslag 2013
.65
Spiegel 15 9860 Oosterzele-Scheldewindeke +32 (0) 9 362 69 11
[email protected] www.kliniekdepelgrim.be
68.
de pelgrim - jaarverslag 2013