Humane Wetenschappen-dag Journalist voor één dag Tijdens de Humane Watenschappen-dag van woensdag 11 maart 2015 in het Instituut Heilig Hart van Maria in Berlaar brachten elf leerlingen verslag uit van het hele gebeuren. Dat deden ze voor de workshop Journalist voor één dag, met de hulp van journalist Bert Provoost van Gazet van Antwerpen. De gelegenheidsjournalisten luisterden eerst geboeid naar gastsprekers Jan Leyers en Leen Diels, ‘s namiddags brachten ze een bezoekje aan de verschillende workshops. In hun artikels vertellen ze wat ze zelf écht onthouden hebben.
JAN LEYERS “Ik heb gependeld tussen villa’s en sloppenwijken” De groeiende ongelijkheid is vandaag de dag een probleem in heel de wereld. Concreet betekent dit dat de kloof tussen arm en rijk steeds groter wordt. Leyers zelf vond dit een interessant onderwerp om zijn nieuwe programma Arm en Rijk over te maken. Hij is gaan onderzoeken hoe ze in de rest van de wereld omgaan met dit probleem. Hij vertelt in zijn uiteenzetting over de extremen die hij meemaakt. “Het ene moment zat ik in een peperdure villa van een rijke Indiër waarin een ontelbare rijkdom aan kunst hing, terwijl ik een paar dagen later in één van de vuilste sloppenwijken van Johannesburg wandelde”, zei hij met een mooi beeld. Tijdens het maken van het programma verliep niet alles van een leien dakje. De overheden van de landen die hij wou bezoeken vormden een struikelblok. Er was weinig of zelfs geen medewerking. Dit kwam door de titel van zijn programma. “Landen hebben niet graag dat de armoede in hun land in kaart worden gebracht”, verklaart hij. De oplossing was een andere verwoording voor de motivatie van zijn bezoek. Hij ging het verwoorden als een onderzoek naar de globalisering van de economische omstandigheden. Hij merkt dat er een soort van universeel beeld is van een rijke persoon. “De rijken in India zijn bijna niet verschillend van die uit Amerika”, merkt Leyers op. “Allen dragen ze dezelfde merkkledij en rijden ze met hetzelfde soort wagen.” Ook leerde hij dingen over de mensen in het algemeen. We hebben volgens hem niet de neiging om aan herverdeling te doen maar om die status te bevestigen. Hij bedoelt dat we de rijken nog rijker maken en de armen arm houden. Dit illustreert hij met een voorbeeld van een feestje. “Als je naar het huwelijk gaat van een persoon die financieel sterk staat, nemen we een duur cadeau mee,
omdat we niet uit de toon willen vallen. Bij iets armere mensen zullen we ons cadeau in negatieve zin aanpassen.” In de westerse cultuur hebben we een wrang gevoel bij mensen die het minder hebben dan ons. Terwijl ze dat in India totaal niet hebben door het kastesysteem. “De armoede slaat je recht in het gezicht, mensen leven met hun kinderen in dozen. De mensen daar hebben geen probleem om dit te zien en gaan gewoon verder met het dagelijkse leven.“ Hij sluit zijn verhaal af met een goede raad. ”Vergelijk niet teveel met anderen. Er zullen altijd mensen zijn die meer hebben. Als je je geluk daardoor laat bepalen, zal je nooit gelukkig zijn. Terwijl dat toch één van de hoofddoelen in ons leven is.” Leyers heeft mijn blik op dit onderwerp verruimd. Dankzij zijn persoonlijke ervaringen en voorbeelden kon hij het onderwerp op een luchtige en amusante manier brengen. Hij heeft ervoor gezorgd dat ik andere maatschappijen ga appreciëren en niet veroordelen. (Sebastiaan Struyf – 5G2) “Elk individu is een klein bedrijfje” Jan Leyers vindt de keuzestress van de hedendaagse maatschappij te groot. De way of life is in vele landen aan het evolueren naar de westerse normen. Hij legt dit uit aan de hand van verschillende voorbeelden van andere, grotere maatschappijen. “We zijn allemaal steeds meer in de ban van geld”, zegt Leyers, “Iedereen heeft dezelfde dromen, droomt van dezelfde kleren, wagens, enzovoort.” Hiermee slaat Leyers de nagel op de kop. De way of thinking is overal ter wereld aan het evolueren naar de westerse maatschappij, maar dit gebeurt niet in alle landen op dezelfde manier. Vele landen hangen nog steeds vast aan hun aloude tradities en dit kan in uitmonden in armoede of honger. In Indië bijvoorbeeld is men er nog steeds van overtuigd dat het kastensysteem the way of life is. Men aanvaardt zijn maatschappelijke plaats in de samenleving en kijkt op naar de rijke mensen. Rijke mensen hebben zogezegd ook afgezien in hun vorige leven en krijgen dan nu hun beloning daarvoor. Deze manier van denken in Indië is in enorme strijd met de westerse manier van denken en zorgt daarom vaak voor confrontaties en conflicten. In Indië is er weinig keuzestress omdat iedereen leeft volgens zijn kaste. In de westerse wereld daarentegen hebben de mensen veel last van keuzestress. Elk van ons kan maximum één nacht hip zijn of het nieuwste model hebben. Er wordt zoveel nieuw uitgevonden, zoveel nieuw gemaakt dat men in deze maatschappij achter de uitvindingen aanloopt. “Het leven van elk individu is een klein bedrijfje geworden”, aldus Leyers. Leyers zelf wil dat de maatschappij terug een beetje Oosters-relax wordt. “Wil je een telefoon? Dan krijg je dezelfde grijze telefoon als je buurman, en zijn buurman, en zijn buurman”, stelt Leyers voor.
Hij mist de eenvoudigheid. Hij wil niet elke dag geconfronteerd worden met vragen als: ’Welk merk van kleding zou ik nu kopen?’, of ‘Wat zou die persoon vinden van mijn stijl?’ Het is extreem moeilijk om op elk vlak in de mode te zijn. “Eenvoudig is de maatschappij niet meer te noemen”, zei Leyers als afsluiter. Zelf merkte ik dat ik nauwelijks op de hoogte ben van andere maatschappijen. Jan Leyers wees me met de neus op de feiten. Deze uiteenzetting heeft me overhaald meer te weten te komen over andere landen. Je zal me nooit meer horen praten over een ‘minderwaardige’ maatschappij, maar over een ‘andere’ maatschappij. (Jasper Van den Broeck, 5G1) Onze obsessie voor geld ‘’Rijke mensen over heel de wereld denken hetzelfde, dragen dezelfde merken, rijden in dezelfde merken van auto’s’’, zei Jan Leyers. “Wij zijn veel materialistischer geworden dan vele jaren terug. Geld en rijkdom spelen een grote rol in onze samenleving. Zonder geld zijn we niet gelukkig. Maar dat is niet overal zo, leerde hij ons. Jan Leyers deelde enkele van zijn ervaringen tijdens de opnames van het programma Arm en Rijk met ons. In India bijvoorbeeld gelooft men in het kastensysteem. De kasten waarin een kind geboren wordt, is ook de kasten waarin hij sterft. Jan Leyers nam een interview af met een rijke man. Hij stelde de vraag hoe de man keek op armoede. Hij vertelde dat wij ons schuldig voelen tegen over de armen, dit is een typische westerse kijk op armoede. Wij denken dat mensen die in armoede leven niet gelukkig zijn, en in onze christelijk geïnspireerde cultuur willen we hier iets aan doen. In India, deels door hun religie, zijn de armen niet ongelukkig. Zij geloven dat ze worden herboren. Na hun leven in armoede volgt er een nieuw leven met rijkdom. Door deze overtuiging voelen de rijken hun niet schuldig tegen over de armen. Maar in andere landen gaat het er helemaal anders aan toe. Zoals bijvoorbeeld in Amerika. Hier wonen vele rijke mensen maar er heerst nog veel armoede. Jan Leyers vertelde dat hij een interview wilde afnemen bij een rijke diva. Zij wilde alleen deelnemen als ze hiervoor 250 euro kreeg. Omdat dit hun enige kans was om haar te interviewen gingen ze er maar op in. Even later waren ze aangekomen bij een dakloze die leefde onder de brug. Eén van de cameramannen zei dat ze deze vrouw ook iets moesten geven. De vraag was hoeveel. Iemand zei 20 euro en kreeg als reactie dat het toch wat veel was voor een dakloze. Door deze presentatie krijg je een heel andere kijk op armoede. Je gaat ook beginnen na denken over jouw levensstijl en hoe je iets kan doen om arme mensen te helpen. (Lies Van Gestel - 4G) “De rijke vroeg geld voor een interview”
Door de jaren heen is hoe we met geld omgaan, veel veranderd. Het is veel belangrijker geworden. Wat wel overal hetzelfde is, is dat elke rijke persoon er hetzelfde uitziet in elke cultuur en elk land. Ze rijden met hetzelfde merk van auto en dragen dezelfde kleren. “Ons idee van rijkdom is helemaal geglobaliseerd”, was de hoofdgedachte die Jan Leyers een paar keer aanhaalde. “Armoede kan je dan weer heel breed bekijken en is voor elk individu over heel de wereld anders. Wat voor de ene armoede betekent, is voor iemand anders misschien geen armoede.” Jan Leyers merkte ook dat rijk en vriendelijk niet altijd samen gaan. Ze wilden een rijke diva interviewen en zij vroeg hiervoor 250 euro als vergoeding. De volgende dag gingen ze een dakloze interviewen, zij vroeg helemaal niets. “Ze wilden dan toch iets geven aan de dakloze en iemand kwam af met het idee van 20 euro. Iemand vond dat veel te veel voor een dakloze, terwijl de dakloze veel beter af zou zijn met die 250 euro”, gaf Jan Leyers als voorbeeld.
In het Hindoeïstisch geloof hangt armoede het dan weer vaak nog af in welke kaste je opgegroeid bent. De ploeg van Arm en Rijk was op een bepaald moment in een rijke wijk en men stelde de vraag wat ze van armoede vonden. Het antwoord van de rijke man was duidelijk: in hun reïncarnatie zullen de armen naar een hogere kaste gaan. Wij moeten ons helemaal niet schuldig voelen, vond de rijke sjeik in Delhi. “In Amerika zijn de verschillen nog groter. Het leven daar is erop of eronder. In Amerika durven ze te springen en keuzes maken. Als je pech hebt, kan je ook niet terugvallen op de steun van de overheid. Eens je daar bent begonnen willen ze ook tot het uiterste gaan. Vandaar dat het citaat The sky is the limit ook uit Amerika komt. Ze willen telkens maar meer en meer”, aldus Leyers. Ik denk dat het voor Jan Leyers heel confronterend was als hij terug thuiskwam in zijn luxeleven en pas gezien had hoe sommigen in de wereld in extreme armoede moesten leven. Het contrast kan niet groter zijn. (Myrthe Van Epperzeel - 4G)
LEEN DIELS “Het is niet gemakkelijk vrouw te zijn in Afrika”
Leen Diels, vroedvrouw bij Artsen Zonder Grenzen, kwam langs op onze school om een presentatie te geven over haar ervaringen. Ze is een vroedvrouw en gaf ons meer informatie over haar ervaringen als hulpverleenster en besnijdenis bij jonge meisjes. Als eerste nam ze ons mee op de plekken waar ze was geweest. Dit was vooral in Afrika. Haar verhaal begon in Sierra Leone meebepaald in Bo. Het was een bijzondere reis voor haar omdat het haar eerste keer was. Zes weken is ze er verbleven. Het was de perfecte stage na haar studies. De volgende bestemming was Serif Umra in Noord-Soedan. Daar werkte ze als lokale vroedvrouw om de vrouwen te helpen tijdens de bevalling. Ook had ze een persoonlijke tolk die haar hielp bij bevallingen, het enige nadeel was dat van de islam geen mannen waren toegelaten in de bevallingsruimte, waardoor de communicatie een stuk moeilijker verliep. Vervolgens nam ze ons mee naar Congo. Daar hielp ze vrouwen met fistels. “Dit komt vooral bij jonge meisjes voor omdat hun lichaam nog niet klaar is voor een zwangerschap”, vertelde ze ons. Het is een opening tussen klier en huid waardoor je constant urineverlies hebt. Als laatste nam ze ons mee naar Guinee waar ze bezig was met een hiv- en aidsproject. “Ik zorgde er vooral voor dat de mensen er goed op de hoogte waren van de overdraagbaarheid van aids van moeder op dochter.” Het tweede onderwerp dat ze aankaartte was meisjesbesnijdenis. “Het is niet makkelijk om vrouw te zijn in Afrika. De vrouwen zijn er nog steeds minderwaardig. De meeste vrouwelijke genitale verminking gebeuren in Afrika, maar het is nog steeds een probleem dat zich overal ter wereld voordoet. De besnijdenis wordt vooral uitgevoerd door vrouwen of door plaatselijke kappers.” Ik schrok ervan hoe weinig we wisten over de problematiek in Afrika. Ik vind Artsen Zonder Grenzen een heel mooi initiatief en ik ga het in de toekomst zeker steunen. (Charlotte Bats - 6G) “We moesten communiceren via een gordijn” Leen Diels is een vroedvrouw van opleiding en medewerkster van Artsen Zonder Grenzen. Ze heeft een hele tocht door Afrika gemaakt. Die ging van Sierra Leone over Congo tot Soedan. In NoordSoedan is er ooit na een lastige bevalling een kind naar haar vernoemd. “Onder lichte dwang van de andere vroedvrouwen, want ik vind het zelf geen al te mooie naam, maar ach. Ik was er wel trots op.” Leen haar eerste grote missie was er een die haar altijd zal bijblijven. Ze verbleef twee maanden in Noord-Soedan. Natuurlijk had ze een tolk nodig want Arabisch is een zeer lastige taal om te leren. Het was vanzelfsprekend dat dit een vrouw zou worden omdat die tolk zeer vaak een bevalling moest bijwonen. Maar er was geen vrouw beschikbaar die dat kon doen aangezien vrouwen daar bijzonder weinig studeren. “Ik herinner me nog toen we aankwamen en ik het verloskamertje schrok ik me een hoedje. Het was er drie meter op vier meter en het was er altijd snikheet. Aangezien de tolk een man was moest zijn, is er een gordijn opgehangen zodat hij niet in contact zou komen met de vrouwen. Dat was best lastig aangezien ik moest communiceren via een gordijn”, vertelde Leen Diels.
Ze heeft ook wat verteld over vrouwenbesnijdenis. Ik had er nog nooit echt van gehoord en wist dus niet wat het inhield. Zo zijn er nu nog steeds 135 miljoen meisjes of vrouwen slachtoffer van dit gruwelijke fenomeen waarbij vrouwen vaak getraumatiseerd zijn voor de rest van hun verdere leven. Zo vertelde Leen een verhaal over een 60-jarige vrouw die een hele week moest stappen om bij een zorgcentrum te komen die een oplossing zouden hebben voor haar probleem waarbij urine langs haar benen naar beneden sijpelt. Toen dit zorgcentrum haar met succes had geopereerd, was ze hen eeuwig dankbaar. “Ze liep door de gangen met haar rok omhoog om aan te tonen dat ze genezen was”, zei Leen Diels. Haar reis naar Noord-Soedan is me het meeste bijgebleven, want je moet het maar volhouden om twee maanden buiten de beschaafde wereld te gaan leven. Dat zou ik zeer moeilijk kunnen volhouden om zo lang zonder luxe te leven die hier in België vanzelfsprekend is. Het stukje over vrouwenbesnijdenis vond ik iets minder interessant. Omdat ik er nooit heb bij stilgestaan en het niet zo dicht aanleunt bij mijn interesses. Ik vond het een zeer leerrijke ervaring waarbij mijn respect voor Artsen Zonder Grenzen alleen maar gegroeid is. (Jarne Nauwelaers - 3G1) “Besnijdenissen zijn een afschuwelijke traditie” Leen Diels, vroedvrouw bij Artsen Zonder Grenzen, kwam haar verhaal doen aan de leerlingen van het Instituut Heilig Hart Van Maria. Ze begon in Noord Soedan in Darfur en ging verder tot in Gogrial, het zuiden van Afrika. Ze werkte in deze landen als lokale vroedvrouw en zorgde voor medische hulp tijdens de bevalling. “Het was ten strengste verboden dat mannen tijdens de bevalling aanwezig mochten zijn”, vertelde Diels tijdens haar presentatie. Dit was een redelijk groot probleem, want zonder tolk kon ze de mensen niet begrijpen en vrouwelijke tolken waren nauwelijks in de aanbieding. Dit zorgde voor een minder goede communicatie.” Tijdens deze reis kwam ze in contact met vele mensen en heeft ze reeds vele bevallingen achter de rug gehad. Bij al de bevallingen kreeg ze te maken met de geboorte van een jongen. Dit veranderde tijdens de laatste bevalling, toen de moeder beviel van een meisje. Leen Diels was dan ook heel blij toen ze in haar armen het lichaam van een pasgeboren meisje vasthield, dat achteraf de naam ‘Leen’ kreeg toegewezen. Haar volgende stop zette ze in Congo. Ze vertelde ons dat er veel mensen te kampen hadden met fistels. Een fistel kan een opening zijn tussen een klier en de huid waardoor er voortdurend urineverlies is. Dit kon genezen worden doordat men zich liet behandelen in een ziekenhuis maar dit was voor velen ver stappen. Om haar verhaal te eindigen, vertelde ze ons nog over de meisjesbesnijdenis die zich nog in veel culturen voordoet. Deze besnijdenis is gelinkt aan religie, traditie en etnische redenen. “Dit is een zeer afschuwelijke traditie en vooral een onmenselijke ervaring voor deze kinderen. Of we er iets aan kunnen veranderen is een andere vraag”, vertelde ze.
Ik zou het zeker een uitdaging vinden om dit soort werk uit te voeren, hoewel het er soms heftig aan toe kan gaan. We zijn ons nu meer bewust van de gruwel die zich in deze wereld afspeelt. Het is nu alleen nog aan ons om dit te veranderen! (Eline Lacroix - 6G)
WORKSHOPS Ook gingen we een kijkje nemen bij de verschillende andere workshops in onze school. De ene workshop bleek al wat actiever dan de andere. Klankreis
De eerste workshop die we bezochten was de klankreis gebracht door Maarten Adriaenssens en Nicolas Mortelmans. We werden meteen verwelkomd door een uitgesproken geur van wierook. De hoofdgedachte van het ligconcert was het maken van een reis doorheen jezelf. Met de ogen gesloten liet men de klanken op de geest inwerken om zo de gevoelswaarde van de instrumenten te ervaren. Elk instrument op zich brengt andere emoties en gedachten te weeg. Deze workshop was een perfecte gelegenheid om de alledaagse drukte en stress achterwege te laten en je innerlijke zelf te laten spreken. Poëzie
In de workshop poëzie lag de nadruk vooral op het schrijven en ervaren van gedichten. Zo kregen de aanwezige humane wetenschappers bijvoorbeeld de opdracht om alles op te schrijven waar ze aan dachten bij een filmpje dat getoond werd. Hiermee moesten ze aan de slag gaan om een persoonlijk gedicht tot stand te brengen. Opera
Een aantal leerlingen werden door Herlinde Van Den Bossche meegenomen op een reis doorheen de geschiedenis van opera. Van het ontstaan tot wat het eigenlijk inhoudt: de opera heeft geen geheimen meer voor deze leerlingen. Ook de verschillende eigenschappen van de letters van het alfabet kwamen aan bod. Op het einde van de workshop waren de leerlingen bijvoorbeeld in staat om de verschillende zangstemmen te herkennen. Documentaire
De leerlingen die voor deze workshop gekozen hadden, kregen een documentaire voorgeschoteld over de confrontatie tussen Israëli’s en Palestijnen. Speciaal aan deze documentaire was dat het verhaal vanuit het standpunt van de lokale kinderen verteld werd: hoe zij het ervaren, met de situatie omgaan, welke psychische gevolgen het voor hen heeft, enzovoort. “Het is echt gek hoe agressief sommige kinderen reageren op deze oorlogssituatie”, aldus Nicholas Van Gulck. Boysproject
Een andere interessante workshop gebracht door Jasper Kerremans ging over mannen in de prostitutie. Boysproject, dat gevestigd is in Antwerpen, is een organisatie die deze mannen probeert te integreren in de maatschappij en hen probeert te helpen met hun individuele of collectieve problemen. In 2014 is er een groot aantal sekswerkers bijgekomen. Opvallend is ook dat 27 procent van de mannen in de prostitutie transgenders zijn. Tijdens deze workshop kwamen de leerlingen meer te weten over een minder gekend maatschappelijk probleem. Afrikaans koken
De laatste workshop die we bezochten prikkelde meteen onze zintuigen. De deelnemende leerlingen bereidden een traditionele stoofschotel onder leiding van de Senegalese kok Joe Dioh. Hij beheerste de Nederlandse taal niet volledig, maar dit was voor de leerlingen amper een obstakel. Koken doe je immers met al je zintuigen. (Sharona Frederickx, Elien Van der Auweraert, Marjolein Geeraerts - 6G)