Fietsstad
2008 Houten: veiligste gemeente Houten combineert als geen andere gemeente verkeersveiligheid en fietsvriendelijkheid. Dat komt door de stedenbouwkundige opzet. Als fietser kom je bijna geen auto’s tegen.
Houten heeft de titel Fietsstad 2008 gewonnen. ‘Wij hebben recht op de titel Fietsstad 2008. Houten is gebouwd voor de fiets’, aldus wethouder Marianne Kallen van Houten. Tekst: Michiel Slütter Foto’s: Peter Arno Broer, Jan Willem van Vliet en Willem Mieras
VogelVrijeFietser
De verkiezing van de Fietsstad is gebaseerd op jarenlang onderzoek. Al sinds 2000 beoordeelt de Fietsersbond het fietsklimaat in Nederlandse gemeenten. Het meetteam legt onder andere vast hoe snel je als je fietser bent, of je veilig kunt fietsen en of er voldoende stallingmogelijkheden zijn. Het onderzoek heet de Fietsbalans en het uiteindelijke doel is dat gemeenten van elkaar leren. De Fietsbalans werkt goed. Gemeenten zijn blij met de rapportages van de Fietsersbond en gaan er nijver mee aan de slag. Bij twee eerdere verkiezingen wonnen Veenendaal en Groningen. Deze twee blinken ook nu weer uit. Verder zijn Goes, Houten, Nijmegen genomineerd voor de verkiezing Fietsstad 2008. Gemeenten zijn geselecteerd omdat ze het op een specifiek thema erg goed doen. De jury heeft uiteindelijk Houten tot winnaar gekozen. Waarom? ‘De jury heeft
12
in haar overwegingen zwaar laten wegen dat in de winnende gemeente de fiets echt centraal staat in het ruimtelijk en mobiliteitsbeleid’, zegt Jeltje van Nieuwenhoven, OV-ambassadeur en voorzitter van de jury Fietsstad 2008. Houten is volgens de jury dertig jaar geleden zo opgezet dat mensen verleid worden de fiets te pakken. Van Nieuwenhoven: ‘Het verkeer is zo veilig dat ook jonge kinderen massaal zelfstandig naar school, de bibliotheek, de muziekles en de sportvereniging fietsen.’ Ook prijzenswaardig vindt de jury het initiatief om stallingen met toezicht bij de twee stations te bouwen. Houten heeft gewonnen, maar natuurlijk hebben de andere vier genomineerde gemeenten ook veel voor hun fietsers gedaan. De wethouders en de plaatselijke afdelingen van alle genomineerde gemeenten vertellen over de resultaten, ambities en wensen.
Marianne Kallen, wethouder Infrastructuur en openbaar vervoer (VVD)
‘Dit is de derde Fietsstadnominatie. Driemaal is scheepsrecht: wij hebben recht op de titel Fietsstad 2008. Houten is gebouwd voor de fiets. Het is stedenbouwkundig zo vormgegeven dat de fiets het meest logische vervoermiddel is. Alleen met de fiets kun je dwars door Houten rijden naar een andere wijk. Een automobilist moet altijd weer terug naar de Rondweg om vervolgens weer in een andere wijk te kunnen ‘inprikken’ zoals wij dat noemen. Dit concept hebben wij ook weer neergelegd in de uitbreidingswijk Houten Zuid. Er wonen heel veel gezinnen met kinderen. En de kinderen kunnen er veilig fietsen. Fietsers hebben altijd voorrang en de enige auto’s die ze tegenkomen zijn
november | december 2008
bestemmingsverkeer. Ook willen we dat de inwoners gemakkelijk naar het station komen. Daarom bouwen we bij station Houten en Houten-Castellum grote fietsenstallingen met 2200 en 1700 plaatsen. Dat zijn gratis bewaakte stallingen. Natuurlijk zijn er ook altijd dingen die beter kunnen. Op de uitvalsroutes naar het buitengebied en naar Utrecht hebben we veel sluipverkeer. Daarover overleggen we met de provincies en omliggende gemeentes. Samen met de Fietsersbond willen we erop inzetten om de verbindingen goed te maken.’
Veenendaal: tevreden fietsers Veenendaal is gezegend met tevreden fietsers, blijkt uit de enquête van de Fietsbalans. Het geheim: langdurig en consequent goed fietsbeleid. Cees Sanders, wethouder Verkeer en Vervoer (PvdA)
Dick Veldkamp, afdeling Houten
‘Houten is van begin af aan zo ingericht dat je er goed en veilig kunt fietsen: auto- en fietsverkeer zijn binnen de bebouwde kom bijna volledig van elkaar gescheiden. We zijn eigenlijk verbaasd dat Houten de vorige keren niet tot fietsstad is gekozen. Want hoe kun je het nog beter doen dan in Houten? Bij de bouw zijn in één keer de goede keuzes gemaakt: met de auto moet je altijd omrijden, met de fiets kun je overal rechtstreeks naar toe. Wat mij verbaast, is dat het Houtense model niet meer navolging heeft gekregen. Vertegenwoordigers van de gemeente krijgen vaak verzoeken presentaties te geven, maar blijkbaar vindt men het moeilijk het Houtense systeem toe te passen in een bestaande situatie. Veel steden zitten, denk ik, met de erfenis van de jaren zestig, toen alles is opengelegd voor het autoverkeer. Aan de andere kant, er zijn de laatste jaren zoveel wijken bijgebouwd in Nederland. Daar had men zo het Houtense model kunnen kopiëren. We hebben hier overigens ook nog wel wensen: binnen Houten is bijna alles goed geregeld, maar in het buitengebied hebben fietsers te maken met sluipverkeer en gevaarlijke situaties.’
november | december 2008
‘Al in de jaren tachtig is besloten om bij alle uitbreidingen meteen goede fietsvoorzieningen aan te leggen. Daardoor hebben we nu alles goed voor elkaar. We zijn al 30 jaar bezig en dan krijg je meer oog voor comfort. Het fietsbeleid is door alle colleges consequent doorgezet. Ook nu weer. De laatste uitbreiding van Veenendaal ligt aan de oostkant. Om de rondweg te kunnen passeren leggen we zes fietstunnels aan. Dat is duur, maar wij kiezen altijd voor goede fietsvoorzieningen. We moeten ook wel, want onze schaal is niet toereikend voor stedelijk openbaar vervoer. Vanuit iedere uithoek kun je binnen 15 minuten naar het centrum fietsen. Dan heeft het geen zin geld in bussen te steken. Niet alles is perfect. Het is nu lastig om je fiets in het centrum kwijt te raken. We hebben het nog niet helemaal voor elkaar. Dat komt door bouwprojecten die langer duren. We werken onder andere aan een uitbreiding van het gemeentehuis met stallingplaatsen voor fietsen. Over het fietsparkeerplan moet de gemeenteraad nog een besluit nemen.’
13
VogelVrijeFietser
Ingrid Visser, afdeling Veenendaal
‘Ja, de Veenendaalse fietsers zijn tevreden en dat blijkt ook uit het aantal stemmen op www.fietsstad2008.nl. Eigenlijk wordt er heel lang veel gefietst in Veenendaal. Uit een Fietsbalans-onderzoek bleek al eens dat in kerkelijke gemeenten meer wordt gefietst. In Veenendaal is dat ook zo. Gelukkig is bij alle uitbreidingen – Veenendaal is enorm gegroeid de laatste decennia – altijd aandacht geweest voor goede fietsverbindingen. We hebben het daardoor wel wat gemakkelijker dan andere Fietsersbondafdelingen, maar we kunnen zeker niet achterover leunen. Ook in Veenendaal is er altijd een tegenstelling tussen de auto en de fiets. Daar moet je evenwicht in zien te vinden. Soms wint de auto, maar vaak de fiets. Op dit ogenblik speelt de kwestie van de Hoofdstraat in het centrum. Winkeliers willen die graag vrij van fietsers hebben. Daar zijn de fietsers en onze afdeling tegen. Winkeliers vergeten wel eens dat fietsers belangrijke klanten zijn die veel geld uitgeven. En uit onderzoeken blijkt dat voetgangers en fietsers prima samen gaan. We zijn benieuwd welk standpunt de gemeente gaat innemen. Ook proberen we de bewaakte stallingen weer terug te krijgen. Die zijn samen met de Melkertbanen verdwenen.’
Goes: onweerstaanbaar Goes heeft met gerichte maatregelen het fietsen onweerstaanbaar gemaakt. De fietser is daardoor sneller op zijn bestemming dan de automobilist. Resultaat: veel mensen zijn gaan fietsen en laten de auto staan.
Rinus Dieleman, wethouder Verkeer en Vervoer (CDA)
‘Goes is ideaal voor de fietser. Ik fiets zelf ook veel. Binnen tien minuten fiets ik van mijn woning naar het gemeentehuis. Op de fiets ben ik zeker sneller. Dat geldt voor de meeste inwoners van Goes. 51 procent van de verkeersbewegingen komt voor rekening van de fietser. Dat hoge aandeel vloeit voort uit het Gemeentelijk Verkeer en Vervoerplan (GVVP) uit 2005. Daarin staat dat fietsers en auto’s zoveel mogelijk gescheiden moeten worden. Dat is voor ons heel belangrijk. Auto’s moeten het liefst op de wegen blijven waar ze thuis horen. En voor de fietsers zijn er snelle verbindingen. Ik kijk regelmatig naar de doelstellingen van het GVVP om te zien of alles nog volgens plan verloopt. En anders herinnert de raad er mij wel aan. Inmiddels zijn alle grote punten uit het GVVP wel uitgevoerd of in voorbereiding. Ook het aanpakken van de gevaarlijke punten in de stad. Al blijven aanpassingen altijd nodig. Zo gaan we nu tunneltjes aanleggen onder een drukke rotonde, waar een dodelijk ongeval is geweest. Ook maken we een fietstunnel onder het spoor. Dat is kostbaar, maar gelukkig hebben ProRail en het ministerie er ook geld voor vrijgemaakt. En zo wordt er weer een barrière voor fietsers opgeheven.’
VogelVrijeFietser
14
november | december 2008
Groningen: perfect parkeerbeleid Fietsers willen niet alleen snel, veilig en comfortabel fietsen. Ze willen ook hun fiets dichtbij de bestemming veilig kunnen stallen. Groningen regelt dat perfect.
Karin Dekker, wethouder verkeer en vervoer (GroenLinks)
Adri van Oosten, afdeling Goes
‘In de pers en op internet was men sceptisch. Ik begrijp dat wel. Goes is genomineerd omdat er heel veel gefietst wordt. Twee onderzoeken, waarvan één van de Fietsersbond, bevestigen dat. De critici stellen dat er veel knelpunten zijn. Dat is waar. Maar ik denk niet dat er in vergelijkbare gemeenten minder knelpunten zijn. Het hoge fietsgebruik hangt samen met het Goese verkeersbeleid in het recente verleden. Dat komt er op neer dat er niet allemaal rondwegen en ontsluitingswegen zijn aangelegd. Hierdoor ben je vanuit de wijken op de fiets sneller in het centrum dan met de auto. Het fietsgebruik kan nog hoger als er meer barrières geslecht worden. Daar is de gemeente ook mee bezig, maar dat gaat wel even duren want dat vergt grote investeringen. Zo kosten tunnels onder het spoor miljoenen euro’s. De herinrichting van de binnenstad is ook belangrijk. De markt is na een discussie van 25 jaar autovrij en er zijn mooie en goede klemmen bij gekomen. Nu nog een gratis en bewaakte fietsenstalling in het centrum. Ook al zou Goes niet winnen, dan is de nominatie een opsteker voor de afdeling, de wethouder en de ambtenaren.’
november | december 2008
‘In Groningen hebben we heel veel geparkeerde fietsen. Soms staan ze hinderlijk geparkeerd, dat levert wel eens problemen op. Om die op te lossen, kiezen wij voor stimuleren en niet voor verbaliseren. Wij zoeken creatieve oplossingen waarmee je mensen stimuleert hun fiets op een goede plek te parkeren. Met de rode loper bijvoorbeeld. Daarop mag je je fiets echt niet neer zetten omdat je anders bijvoorbeeld de ingang van een winkel verspert. ’s Ochtends rollen we hem uit en ’s avonds rollen we hem weer op. We zijn overigens spaarzaam met de rode loper. Als je die teveel gebruikt, werkt het niet meer. En in het weekend zetten we spitsrekken in het centrum neer. De winkeliers steunen ons fietsvriendelijke beleid. Dat is ook niet vreemd, want als je winkel niet goed bereikbaar is per fiets, verlies je klandizie. Zo simpel is het. Wat ik wel opvallend vind, is dat op www. fietsstad2008.nl ook nog wel wordt geklaagd. Misschien realiseren mensen zich niet hoe goed het eigenlijk geregeld is.’
15
VogelVrijeFietser
Foppe Nieuwenhuis, afdeling Groningen
‘Wat fietsparkeren betreft torent Groningen mijlenver boven iedereen uit. Tenminste dat vertelt iedereen mij. Voor ons is het gewoon. Uit de Fietsbalans blijkt dat de stad goed bezig is met spitsrekken, het Stadsbalkon (de grote stalling bij het station, red.) en gratis bewaakte stallingen. Toch zien wij wel problemen, vooral met de kwaliteit van de fietsrekken. Die moeten gebruiksvriendelijker worden. En het nieuwe Stadsbalkon puilt nu al weer uit, waardoor de tijdelijke fietsflat toch maar in gebruik moet blijven. Maar natuurlijk vinden we het heel mooi dat Groningen genomineerd is. Het is een goede aanzet, maar we zijn er nog niet. In ons persbericht zeiden we: adel verplicht. Wij willen graag dat er meer stallingen in de binnenstad komen. Er staan er al wel een paar, maar dat is nog lang niet genoeg. Ook willen we graag meer en betere rekken bij sportvoorzieningen en winkels. En we maken ons zorgen over de 50 kilometer wegen in Groningen. Daar moeten fietspaden komen. Nu heb je soms levensgevaarlijke situaties met langsrijdende auto’s. En we willen snellere en veiligere hoofdfietsroutes, met weinig gelijkvloerse kruisingen en verkeerslichten die voor fietser gunstig zijn afgesteld.’
VogelVrijeFietser
16
Nijmegen: snelle verbetering In 2000 scoorde Nijmegen matig in de Fietsbalans. Vervolgens investeerde de gemeente fors in het fietsnetwerk. Het fietsklimaat verbeterde sterk. Jan van der Meer, wethouder Mobiliteit (GroenLinks)
‘Na het eerste Fietsbalansonderzoek hebben wij behoorlijk geïnvesteerd. En dat blijkt zijn vruchten af te werpen. De snelfietsroutes zijn verbeterd. Op de route naar de campus kom je nog maar twee stoplichten tegen. En we hebben een fietsbrug gebouwd over de Waal: de Snelbinder. Dat is de parel van ons fietsklimaat. Daarnaast hebben we ook een snelfietsroute van het centrum naar Wijchen aangelegd, want we willen de fiets sneller en aantrekkelijker maken dan de auto. Op Vinex-locaties is wat dat betreft nog veel winst te boeken. Volgend jaar begint de aanleg van fietstunnels onder de A325 en het spoor, die nu de nieuwbouwwijk feitelijk in
tweeën snijden. Ook zijn we bezig met fietsmiles. Dat houdt in dat je beloond wordt als je de fiets pakt in plaats van de auto. Met een chip en een lezer kun je meten hoe vaak mensen fietsen en dan krijgen ze daar een beloning voor. We gaan kijken of we dit systeem kunnen invoeren als filebestrijdingsmaatregel. En bij het station werken we aan meer stallingplekken. Wat we gebouwd hadden, liep meteen vol. Nu komen er 1200 plekken bij in een parkeergarage, maar dat is ook niet genoeg. Het groeit maar door en het groeit maar door. Ik vind dat je eigenlijk geen ‘nee’ mag verkopen aan mensen die met de fiets komen. We moeten telkens nieuwe oplossingen bedenken.’
november | december 2008
Rooms fietsen
‘De nominatie is verdiend. De stad heeft veel geïnvesteerd in snelfietsroutes en parkeervoorzieningen. Dat is fantastisch. Echt heel mooi. Maar Nijmegen is er wat ons betreft nog niet helemaal. Er zijn in Nijmegen heel veel 50 kilometerwegen waar er voor de fietsers alleen smalle fietsstrookjes zijn. Dat levert gevaarlijke situaties op. Op de Postweg hebben we daar actie over gevoerd, met een filmpje op YouTube. De beelden van bijna-ongelukken waren angstaanjagend. De gemeente gaat dat nu veranderen. Dat is heel mooi, maar er zijn nog veel van dat soort wegen in Nijmegen. Wij vinden dat daar maatregelen moeten worden genomen, zoals de aanleg van vrijliggende fietspaden. Of het moeten 30 kilometerwegen worden. Als de gemeente dit zou regelen, kunnen kwetsbare groepen als ouderen en kinderen er ook veilig fietsen. Dan zou Nijmegen de titel Fietsstad 2008 zeker verdienen.’
november | december 2008
17
kort nieuws
column
Ellen Mastenbroek, afdeling Nijmegen
Niet snel zal ik de zaterdagmiddag vergeten waarop mijn toen nog zeer minderjarige zoontje en ik de eeuwige stad Rome binnenfietsten. Ik maakte me daar verschrikkelijke zorgen over. Op zaterdagmiddag! Op de fiets! Met een kind! In Rome! Zijn fietsje hadden we een paar dagen eerder gekocht in de buurt van Siena. Het was geel, het had het formaat van een autoped, het telde maar liefst drie versnellingen, en het allerbelangrijkste was: het had een krom stuur. Bovendien beweerde de man die ons het fietsje verkocht dat hij de broer was van Gino Bartali, een van de allerbeste wielrenners die ooit in Italië werd geboren. En tevens de meest rooms-katholieke. Waar zijn toenmalige tegenstrever Fausto Coppi bekend stond om een gezond wellustige levenswandel, bezocht de man naar wie het fietsje inderdaad vernoemd was drie maal daags de Heilige Mis en slikte hij bij voortduring hosties. De toenmalige Paus van Rome zegende hem en zijn racefiets voor elke belangrijke ronde. Kortom: zodra Fausto Coppi lek reed of in het gebergte op achterstand raakte, barstte het Vaticaan los in triomfantelijke kerkgezangen. Maar als Bartali een etappe op banddikte van hem verloor, weende de clerus en weerklonk de sombere doodszang van het dies irae tot in de Sixtijnse kapel. Misschien was dat wel de voornaamste reden waarom we besloten om tot Rome door te gaan fietsen. Als we dan toch over een paaps kinderfietsje beschikten, dan moesten we daar ook maar mee op bezoek gaan bij de Heilige Vader. Ergens in de buurt van het Trasimeense Meer begon ik onrustig te worden. Rome binnenrijden met een jongen op een peuterfietsje, al had dat dan ook een racestuur? Stond dat niet gelijk aan kindermoord? Dagen later reden we de stad binnen via een rijkbebeeldhouwde brug over de Tiber. Dat ging allemaal nog wel. Ik meen me zelfs iets te herinneren dat op een fietspad leek. Daarna zou het ons overspoelen. Het totaal verzenuwde autoverkeer van Rome. Het nietsontziende weggebruik van de doorsnee Italiaanse automobilist. En het woeste getoeter dat ons duidelijk ging maken dat de stad van de keizers en de pausen op veel gebouwd is maar niet op fietsverkeer. Voor de zekerheid legde ik mijn hand stevig in de nek van mijn zoontje. Ik gebood hem geen centimeter van mij te wijken. Al vrij gauw kwamen we op de Via Veneto, de allerduurste winkelstraat van Rome. Uitgestorven. We zoefden in dolle vaart richting het Stazione Termini. Geen auto te bekennen. We draaiden soepel de Via Nazionale op. Doodstil. We raceten door tot waar we ons hotel vermoedden. Geen voertuig dat ons hinderde. Het leek erop alsof te Rome zojuist de builenpest was uitgebroken, zo stil was het op straat. Pas toen begreep ik het: siësta! We waren Rome binnengefietst op het ogenblik waarop een beetje Romein ofwel in een restaurant vol overgave aan de spaghetti en de rode wijn zit ofwel thuis in diepe slaap de vermoeienissen van de nacht daarvoor wegwerkt. We kwamen nauwelijks nog bij van het lachen. Rome! Fietsstad numero uno! Dat wil zeggen, op zaterdagmiddag tussen twee en vier. Tegen half vijf namen de zenuwen bezit van de stad. Maar toen stonden onze fietsen al hoog en droog op de overloop in een veilig hotel, van waaruit we de stad te voet doorkruisten. Helaas. We moesten ook weer uit Rome weg. Dat deden we de woensdag daarop. Naar het zuiden, had ik besloten. Via de Via Appia. Daar aangekomen merkten we het verschil tussen een oude Romeinse straatweg en een modern fietspad. Mijn hemel! De stenen waaruit de Via Appia is opgetrokken lagen schots en scheef door elkaar, ze waren zo groot als de betonblokkern die Greenpeace tegenwoordig in zee kiepert. De weg bleek uitermate geschikt voor vervoer per paard en wagen, maar niet voor een knalgeel kinderfietsje. Zelfs niet als dat de zegen had van Gino Bartali. En nu, bijna een halve eeuw later, sta ik weer op die Via Appia. In de stad Rome zelf ben ik amper een fietser tegengekomen. Uit de verte zie ik een vader aan komen fietsen. Met zijn zoontje. Nederlanders vanzelfsprekend. Ik zwaai ze na. En de God van Rome ziet dat het goed was. Gerard van Westerloo
rare fratsen
column dna fietsvraag
producten brieven
colofon
Tekst: Gerard van Westerloo
VogelVrijeFietser