Hosea – Gods heilige liefde I I.
Hosea’s huwelijk: een openbaring van Gods hart - 1 - 3 II. Hosea’s boodschap: een openbaring van Gods karakter – 4 - 14
I. Hosea’s huwelijk: een openbaring van Gods hart – 1 - 3 • • • • • • •
Inleiding – zijn naam, tijd en omstandigheden A) De overspelige vrouw en haar trouwe echtgenoot – hoofdstuk 1 B) De gevaren van losbandigheid en de roep om herstel – hoofdstuk 2 C) De verlossing van Gomer en Israëls herstel – hoofdstuk 3
Inleiding • Zijn naam – Hosea = “verlossing” • Profeet = een geroepene van Godswege om als boodschapper te verkondigen dat wat vanuit de hemel door God tot mensen wordt gezegd. • 3de profeet tot Israel (10) – na Jona en Amos • • • •
Zijn tijd – 755 - 713 voor Chr. (Assyrische ballingschap 722) Uiterlijke godsdienst – II Kon. 15-17 Een kalf als afgod – I Kon. 12:32/Hosea 13:2 Heilige plaatsen werden plekken van boosheid!
I. Hosea’s huwelijk: een openbaring van Gods hart - 1 - 3 • A) de overspelige vrouw en haar trouwe echtgenoot - hoofdstuk 1 • 1. vers 1-2: Gods opdracht voor Hosea! • een pijnlijke ervaring, net zoals God dit ervaart! • Gods verwijt t.o.v. Israel – 2:2-5/3:3/4:10-19/5:3-4/6:10/9:1 • 2. vers 3-9: De bittere vruchten van overspel! • de namen als symbolische waarschuwing voor Israel! • • •
1) Jizreel – “God verstrooit/zaait” – God grijpt in! 2) Lo-ruchama – “geen ontferming/medelijden” – 3) Lo-ammi – “niet mijn volk” – allerlaatste waarschuwing!
• 3. vers 10-12: de triomf van Gods genade! • “Toch …. Zes specifieke zegeningen in de toekomst! • • • • • •
1) vs. 10a – toename van de Israëlieten (Gen. 22:17) 2) vs. 10b – geestelijke opleving 3) vs. 11a – nationale hereniging 4) vs. 11b – Messiaans leiderschap – 1 hoofd 5) vs. 11c – overwinning over de vijanden 6) vs. 12 - volledig herstel verbondsrelatie
• Wat een grote genade!! • Het tegenovergestelde van wat ze hebben verdient!!
• B) De gevaren van losbandigheid en de roep om • herstel – hoofdstuk 2 (inleiding op hfdst. 4-14) • Gods röntgenfoto van Israel! • 1. vers 1-4 – Israel aangeklaagd – Gods heiligheid! (hs.4-7) • een soort rechtszaal, insteek is herstel! • 2. vers 5-12 – Israel gestraft – Gods gerechtigheid! (hs.8-10) • “Daarom … vs.6+9! • 3. vers 13-22 – Israel vernieuwd en herstelt – Gods liefde • (hs.11-14) • God zal opnieuw tot haar hart spreken! • De tijd van correctie is achter de rug!
• C) Gomers verlossing en Israëls herstel – hfdst. 3 • Gods plannen m.b.t. de verlossing van de • verloren natie Israel: • * in het verleden – vers 1 • * in het heden – vers 2-4 • * in de toekomst – vers 5 • “Rozijnenkoeken” – symbool van Israëls rebellie! • Hosea kocht Gomer voor de halve prijs van een slaaf; 15 i.p.v. 30 zilverstukken + wat beestenvoer! • Het gevaar van wereldgelijkvormigheid! (Rom. 12:2)
Hosea – Gods heilige liefde II I. II.
Hosea’s huwelijk: een openbaring van Gods hart - 1 - 3 Hosea’s boodschap: een openbaring van Gods karakter – 4 - 14
Inleiding • Zijn naam – Hosea = “verlossing” • Profeet = een geroepene van Godswege om als boodschapper te verkondigen dat wat vanuit de hemel door God tot mensen wordt gezegd. • 3de profeet tot Israel (10) – na Jona en Amos • • • •
Zijn tijd – 755 - 713 voor Chr. (Assyrische ballingschap 722) Uiterlijke godsdienst – II Kon. 15-17 Een kalf als afgod – I Kon. 12:32/Hosea 13:2 Heilige plaatsen werden plekken van boosheid!
II. Hosea’s boodschap: een openbaring van Gods karakter – 4 - 14 Hfdst. 4-7: Gods heiligheid klaagt een onbekeerd Israel aan B. Hfdst. 8-10: Gods gerechtigheid straft een onbekeerd Israel C. Hfdst. 11-14: Gods liefde herstelt een bekeerd Israel A.
A. Hosea 4-7: Gods heiligheid klaagt een onbekeerd Israel aan • Verdere uitwerking van Hosea 2: 1-4 • Hosea 4: 1 – “De Heere heeft een rechtszaak… • (Sinai verbond – Ex. 24: 3-7) • • • • •
1) Onderwerpen v/d aanklacht – Hosea 4 2) Onontkoombaarheid v/h oordeel – Hosea 5 3) Oproep tot totale bekering – Hosea 5:16-6:3 4) Onmogelijkheid van onmiddellijk herstel – Hosea 6:4-7:19
1. Onderwerpen v/d aanklacht – Hosea 4 • A. M.b.t. het volk 4: 1-3 (b. m.b.t. de leiders) • 1. zonden van nalatigheid: (3x geen!) *geen trouw – ‘EMETH’= stabiliteit/zekerheid • •
waarheid/betrouwbaar *geen goedertierenheid – ‘CHECHED’= vriendelijkheid/goedheid in actie *geen kennis van God – ‘DAHATH’= kennis/weten
1. Onderwerpen v/d aanklacht – Hosea 4 • A. M.b.t. het volk 4: 1-3 • 2. zonden van misdaden: (5x wel!) • * zweren – ‘ALAH’= bezweren/vervloeken • * liegen – ‘KACHASH’= onwaar/liegen • * moorden – ‘RATSACH’= moorden/doden • * stelen – ‘GANAB’= dieven/misleiden • * overspel – ‘NA’APH= overspel plegen/ • afvallig worden • Bloedbad op bloedbad – Schepping zucht! 4:3
1. Onderwerpen v/d aanklacht – Hosea 4 • B. m.b.t. de leiders 4: 4-19 • 1. de priesters – ontrouw – nalaten van het • onderwijzen van Gods Wet/Woord • vs. 6 – “omdat u de kennis verworpen hebt” • 2. de profeten – vals – toegelaten om eigen • woorden te spreken • vs. 5 – “zelfs de profeet zal ‘s nachts met u • struikelen” • vs. 18 – de leiders hebben niet beschermd • leiders=‘MAGEN’= schilden!!
2. Onontkoombaarheid v/h oordeel – Hosea 5: 1-14 • A. vanwege Israëls hoererij – 5: 1-7 (4-5!) • 3 groepen genoemd: * de priesters • * het volk • * het koningshuis • gericht/oordeel = ‘MISHPAT’= verbonds• breuk • vermaning = ‘MUSAR’= instructie met het • oog op volledige verlossing
2. Onontkoombaarheid v/h oordeel – Hosea 5: 1-14 • B. vanwege Gods heiligheid – 5: 8-14 • De Heilige kan niet langer bij het volk zijn • vs. 15 – “Ik ga en keer terug naar Mijn ….” • totdat zij zich schuldig weten en • Mijn aangezicht zoeken” • De Heere is enig, uniek, afgezonderd, de • totaal andere!
3. Oproep tot totale bekering Hosea 5: 15-6:3 • Vs. 15 – “In hun benauwdheid zullen zij Mij • ernstig zoeken” • Hosea profeteert het toekomstige antwoord in • de verzen 1 t/m 3 van Hosea 6 • * “op de derde dag” – het plotselinge ervan • Ezechiël 37
4. Onmogelijkheid van een onmiddellijk herstel – Hosea 6:4-7:16 • • • • • • • • •
A. vanwege hun onwil – Hosea 6: 4-11 “Wat zal Ik u doen”? er is een chronisch gebrek aan gewilligheid B. vanwege hun onbeleden zonden – Hosea 7: 1-7 “Niemand roept tot Mij” nieuwe moraal C. vanwege hun onheilig handelen – Hosea 7: 8-16 Israël geroepen om heilig te leven - vermengd
Hosea – Gods heilige liefde III I.
Hosea’s huwelijk: een openbaring van Gods hart - 1 - 3 II. Hosea’s boodschap: een openbaring van Gods karakter – 4 - 14
Inleiding • Zijn naam – Hosea = “verlossing” • Profeet = een geroepene van Godswege om als boodschapper te verkondigen dat wat vanuit de hemel door God tot mensen wordt gezegd. • 3de profeet tot Israel (10) – na Jona en Amos • • • •
Zijn tijd – 755 - 713 voor Chr. (Assyrische ballingschap 722) Uiterlijke godsdienst – II Kon. 15-17 Een kalf als afgod – I Kon. 12:32/Hosea 13:2 Heilige plaatsen werden plekken van boosheid!
II. Hosea’s boodschap: een openbaring van Gods karakter – 4 - 14 Hfdst. 4-7: Gods heiligheid klaagt een onbekeerd Israel aan B. Hfdst. 8-10: Gods gerechtigheid straft een onbekeerd Israel C. Hfdst. 11-14: Gods liefde herstelt een bekeerd Israel A.
A. Hosea 8-10: Gods gerechtigheid straft een onbekeerd Israel • Verdere uitwerking van Hosea 2: 5-12 • Hosea 8: 7 – “Israel had wind (onrecht) gezaaid, ze zou storm (oordeel) oogsten” • Gods gerechtigheid moest worden • gehandhaafd ….. Deut. 28:15 – 68! • 1) Onontkoombaar is de straf – Hosea 8 • 2) Onafwendbaar is het oordeel – Hosea 9 - 10
Gerechtigheid • • • • • • • • • •
1) m.b.t. God: = “de perfecte overeenkomst tussen Gods wezen en Zijn werken”. 2) m.b.t. Gods volk (Israel): = “dat wat beantwoordt aan Gods oorspronkelijke bedoeling met heel Zijn Schepping en met al het leven”. (gedrag) Dus recht doen aan Zijn regels! Gods rechten! 544x Bijbel – O.T. 313x / N.T. 231x
1. Onontkoombaar is de straf Hosea 8 • Vanwege Gods gerechtigheid en omdat Israel heeft verworpen: • A. Gods goedheid – 8: 1-3 • B. Gods soevereiniteit – 8: 4 • C. Gods aanbidding – 8: 5-7 • D. Gods almacht – 8: 8-10 • E. Gods geboden – 8: 11-14
A. Gods goedheid – 8:1-3 • • • • •
Goed = ‘TOV’ Gods karakter is goed! Amos 5:14/Micha 6:8 De duivel ontkent dit! Zie Gen. 3! Gods verbond met Israel daad v. goedheid - 3:5 8:1 – de bazuin – een abrupt begin van oordeel
• 8:2 – Zij roepen: “Mijn God! Wij Israel kennen U!” maar vrome woorden alleen keren het oordeel niet.
B. Gods soevereiniteit – 8:4 • • • • • • • •
Door het aanstellen van valse koningen! Jerobeam I – I Kon. 12:19-20 16 Zijn koningschap was de breuk – II Sam. 7:13, Vanaf Jerobeam I 10 dynastieën binnen 200 jr. Met hen kwam de afgoderij binnen: * te Dan en Bethel - I Kon.12:28-31 * de wet verbood dit! – Ex.20:3-6/34:17 Lev. 19:4
C. Gods aanbidding – 8:5-7 • Alleen aan Israel was de kennis v/d ware God toevertrouwd – Gen. 32:28/Ex. 19:4-6 • Die kennis ingewisseld voor een leugen! Kalf! • 8:6 – “een god is het niet” • 8:7 – de climax m.b.t. oordeel over het niet aanbidden van de ware God. • 2 eeuwen zonder ware aanbidding zou leiden tot 20 eeuwen ballingschap! • Oorzaak en gevolg!
D. Gods almacht – 8:8-10 • Israel verwierp Gods bescherming! • Geroepen om Hem te dienen afgescheiden van de volkeren – Ex. 19:5/Deut. 10:15/14:12. • Ze zoeken bij Assyrie veiligheid! • 8:8 - Hun gedrag werd gelijk aan dat v/d volken en raakten zo de reden van hun bestaan kwijt! • Eigen voordeel stond centraal – egoïsme!
E. Gods geboden – 8:11-14 • Valse altaren werden opgericht! • 8:12 - De TORAH met de complete openbaring die Gods karakter toont is hen vreemd • 8:11 - Zij vereerden op zelfgekozen wijze en plaatsen tegen Gods gebod - Deut.12:13-14 • 8:13 – de priesters dachten alleen aan zichzelf • 8:14 – grote bouwwerken, de leegte vullen met ruimte! - “Israel vergat Zijn Maker”
2. Onafwendbaar is het oordeel Hosea 9 - 10 • Vanwege Gods gerechtigheid en daarom komt het oordeel door: • • • •
A. Zorgen – 9: 1-2 B. Ballingschap – 9: 3-9 C. Dood – 9: 10-17 D. Angst – 10
A. Zorgen – 9: 1-2 • Gods oordeel komt en is de vervulling van het zaaien/oogsten principe – Gal. 6:8 • De oogst mislukt! • Gods antwoord aan Israel die nu de vruchtbaarheid van de Baal verwacht! • OK, laat die nu maar voor jullie zorgen – zij zijn overgegeven aan zichzelf!
B. Ballingschap 9: 3-9 • Goddelijke ironie: “Jullie zoeken hulp bij Assyrie, nu dan breng Ik jullie daar wel heen” • 9: 3 – “eten wat onrein is” – Israel oogsten hun loon, zij waren Gods wet vergeten. • 9: 7-9 - benadrukt de snelheid waarmee het gaat gebeuren!
C. Dood – 9: 10-17 • De ballingschap brengt de dood, gebrokenheid • • • •
Drie teugblikken in de geschiedenis: 1) 9:10a – God vond Israel in de woestijn 2) 9:10b – Moab’s afgoden – Num. 25:1-9 3) 9:15 – Gilgal – rebellie tegen God – instelling menselijke monarchie – I Sam. 11: 14-15 • 9: 15 – God zal hen uitdrijven = gelijk aan: • Adam en Eva Gen. 3:24 • Kaïn – Gen. 4: 14
D. Angst - 10 • De overvloed maakte hen overmoedig en trots • 10:2 – hun hart is verdeeld – CHALAQ= traag, bedrieglijk, verdeeld. • 10:8 – ze zullen roepen in hun angst: “bergen bedek ons”. 700 jaar later – Luc. 23:30! • 10:12 – het is tijd om de Here te zoeken en te zaaien in gerechtigheid totdat Hij komt en het gerechtigheid lat regenen. (2de komst!)