Het Persoonlijk Inburgeringsbudget (PIB) Ervaringen van zeven gemeenten
Het Persoonlijk Inburgeringsbudget (PIB) Ervaringen van zeven gemeenten
Deze publicatie is bedoeld voor gemeenten die overwegen het Persoonlijk Inburgeringsbudget (PIB) structureel in te bedden in hun inburgeringspraktijk. De ervaringen van de zeven gemeenten die in 2009 binnen het innovatietraject van het Deltaplan Inburgering hebben geëxperimenteerd liggen hier aan ten grondslag.
Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)l 1
Inhoud
Inleiding
4
1. Hoe wordt het PIB een succes?
6
2. Lessen uit de praktijk
8
3. ervaringen per gemeente
15
Resultaten van het innovatietraject Almere Breda Delft Haarlem ’s-Hertogenbosch Groningen Tilburg
15 16 16 17 18 20 21 22
2 | Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)
Inleiding Sinds 1 januari 2007 is de Wet Inburgering van kracht. In het huidige inburgeringsstelsel ligt de nadruk op de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar en op het behalen van het inburgeringsexamen. Het rijk streeft ernaar om ‘de kwaliteit van de inburgering te verbeteren, zodat meer mensen hun inburgering afronden met een hoger niveau en economisch, sociaal en cultureel participeren in de samenleving’. Het rijk heeft deze kwaliteitsverbetering onder andere willen realiseren met het innovatietraject Persoonlijk Inburgeringsbudget (PIB), waarbinnen gemeenten konden experimenteren met een aantal nieuwe instrumenten. Inburgeraars met speciale behoeften of wensen kunnen hiermee hun eigen inburgeringstraject vormgeven in plaats van het reguliere door de gemeente ingekochte traject te volgen. Zo kan een cursus korter of intensiever zijn omdat iemand snel kan leren, faciliteiten bieden voor een lichamelijke of psychische beperking of afgestemd zijn op ploegendiensten of de thuissituatie. Het doel blijft hetzelfde, namelijk het behalen van het inburgeringsexamen of een staatsexamen I of II, het werken aan participatie in de Nederlandse samenleving en/of reïntegratie. Door de invoering van de Wet Inburgering en de Regeling Vrijwillige Inburgering kunnen gemeenten al sinds 2007 een inburgeringsvoorziening aanbieden in de vorm van een persoonlijk budget. Maar in de praktijk maakten gemeenten daar in 2008 nog weinig gebruik van. Om het gebruik van het PIB te bevorderen, is deze mogelijkheid inmiddels expliciet in de wet- en regelgeving opgenomen.
De tekst van artikel 19 lid 2 van de Wet Inburgering luidt: “Indien de inburgeringsplichtige daarom verzoekt, kan de inburgeringsvoorziening, de taalkennisvoorziening of de inburgeringscomponent van de gecombineerde voorziening, bedoeld in artikel 20, eerste lid, worden aangeboden in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget” In artikel 24 lid 2 is geregeld dat ook vrijwillige inburgeraars een PIB kan worden aangeboden: “Indien de vrijwillige inburgeraar daarom verzoekt, kan de inburgeringsvoorziening, de taalkennisvoorziening of de inburgeringscomponent van de gecombineerde voorziening, bedoeld in artikel 24b, eerste lid, worden aangeboden in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget”
Het innovatietraject PIB zocht antwoord op vragen als: • Wat lever de inzet van het PIB op? • Waar moet een gemeente op letten wanneer zij het PIB wil invoeren? • Hoe kan het PIB worden ingebed in het werk van de gemeente? • Hoe kun je inburgeraars begeleiden bij het opstellen van een trajectplan? • Welke vormen zijn er voor de toekenning van een PIB? • Voor welke doelgroepen inburgeraars is het PIB geschikt? • Waar moeten gemeenten op letten bij het (laten) selecteren van aanbieders van individuele inburgeringstrajecten? Aan het innovatietraject PIB hebben Almere, Breda, Delft, Haarlem, Groningen, ’s-Hertogenbosch en Tilburg meegewerkt. Zij hebben ieder minstens 20 PIB’s toegekend aan inburgeraars. Ook hebben zij producten die zij daartoe hebben ontwikkeld, beschikbaar gesteld aan andere gemeenten. Deze zijn te vinden op de website van het ministerie van VROM (http://www.vrom.nl/pagina. html?id=48056). Uiteindelijk hebben de gemeenten tijdens het innovatietraject samen meer dan 200 PIB’s toegekend. Deze handreiking beschrijft hun ervaringen en praktische adviezen die door andere gemeenten kunnen worden overgenomen. In hoofdstuk drie vindt u de belangrijkste ervaringen en aanbevelingen per gemeente. Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)l 3
1
Hoe wordt het PIB een Succes?
Meerwaarde
Een succesvolle invoering
De zeven pilotgemeenten die deelnamen aan het innovatietraject zien het PIB als een verrrijking van het inburgeringsbeleid. Casemanagers kunnen hiermee aansluiten bij de persoonlijke behoeften en ambities van de klant. Alle gemeenten geven aan dat ze het PIB in hun gemeente blijven inzetten. Het PIB bleek zowel voor de inburgeraars als voor de gemeente een belangrijke meerwaarde te hebben. Het is nu mogelijk om aan iedereen een aanbod te doen, waarbij de resultaten, rendement en klanttevredenheid over het algemeen hoger zijn.
Ondanks lokale verschillen zijn er enkele algemene aandachtspunten van belang bij het invoeren van het PIB.
Wat levert het PIB een inburgeraar op? De inburgeraar kan met een PIB zelf een eigen traject vormgeven, op maat gesneden en naar eigen wens. Mensen met behoefte aan specifieke studieondersteuning (bijvoorbeeld visueel of auditief gehandicapten) kunnen precies díe aanbieder zoeken die biedt wat voor hen van belang is. Hoogopgeleiden kunnen sneller doorstromen naar het staatsexamen of een speciaal traject samenstellen. Het PIB biedt kansen voor ondernemers en werknemers die tijdens werkuren geen lessen kunnen volgen, voor mantelzorgers die behoefte hebben aan flexibele lestijden of lessen dicht bij huis en voor mensen die op afwijkende tijden of in ploegendiensten werken. En werknemers kunnen binnen een bedrijf een opleiding volgen, waarmee ze naar het inburgeringsexamen worden toegeleid en tegelijkertijd worden (bij)geschoold voor werkzaamheden in het bedrijf.
Wat levert het PIB een gemeente op? Gemeenten kunnen met het PIB alle inburgeraars een passend traject bieden. Het PIB doet een beroep op de eigen verantwoordelijkheid van inburgeraars. Door veel gemeenten wordt dat als een kernwaarde aan de inburgering verbonden. Omdat de inburgeraars de cursus zelf hebben samengesteld, zijn ze veel gemotiveerder. Dit kan leiden tot een hogere instroom van inburgeraars, een hoger succespercentage van trajecten en een betere doorstroom van inburgering naar participatie en werk. Ook stimuleert het PIB de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van inburgeraars. Ze leren hun behoeften benoemen en gaan zelf op zoek naar een geschikte aanbieder.
4 | Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)
• Bestuurders, beleidsmakers en uitvoerders moeten een consistent beeld hebben over doelstellingen en uitwerking ervan. Voor welke inburgeraars wordt het middel ingezet en welke verantwoordelijkheden krijgen zij? Wie beoordeelt de individuele trajectplannen? Welke criteria worden daarbij gehanteerd? Deze aspecten hebben gevolgen voor de belasting en de omvang van het uitvoeringsteam inburgering. • Ook in procedurele zin moet de gemeente een aantal zaken organiseren. Werkprocessen moeten duidelijk worden omschreven en het PIB moet juridisch worden ingepast in de lokale verordening. • Er moet budget worden gereserveerd en er moeten procedures worden opgesteld rond voorlichting, intake, beoordeling en begeleiding. • Het PIB moet worden ingepast in het klantvolgsysteem en in de financiële systemen, moeten er modelcontracten, -brieven en -beschikkingen worden opgesteld. • Er moet voorlichtingsmateriaal komen. Maatschappelijke organisaties, inburgeringsbedrijven, opleidingsinstellingen, re-integratiebedrijven en dergelijke moeten geïnformeerd worden. • Er moet aandacht zijn voor de ontwikkeling van de relevante competenties bij de uitvoerende medewerkers. Vaak is het aanbieden van een PIB een nieuw werkterrein voor de casemanager. Immers: de casemanager adviseert nu vraaggestuurd (‘hoe vertaalt de inburgeraar de ambitie in een passend PIB?’) in plaats van aanbodgericht (‘welk regulier aanbod past het beste bij de inburgeraar’).
2
Lessen Uit de praktijk
Lokale accenten
Vaardigheden casemanager
In de zeven gemeenten heeft het PIB, naast de reguliere inburgeringstrajecten, een blijvende plek gekregen. Iedere gemeente legt eigen accenten, bijvoorbeeld op ‘eigen verantwoordelijkheid’ of juist meer op ‘maatwerk’. Die keuzes klinken door in de verdere uitwerking van de projectplannen. Zo hebben gemeenten die nadruk leggen op eigen verantwoordelijkheid ervoor gekozen om PIB-inburgeraars slechts beperkte begeleiding te bieden bij het vinden van een passend traject of bij het schrijven van een trajectplan. Gemeenten die de nadruk leggen op ‘maatwerk’ kiezen voor meer begeleiding en leggen die bijvoorbeeld bij het casemanagement neer.
Het PIB vergt een aantal specifieke competenties van de casemanager. Bij de intake moet de casemanager alert zijn op de mogelijkheid dat een PIB passend is. Er moet een inschatting gemaakt worden van de zelfstandigheid en motivatie van de inburgeraar om met een PIB te gaan werken. Ook is van belang dat de casemanager in staat is de verantwoordelijkheid voor het traject bij de klant te leggen. Als de casemanager wordt ingezet om de PIB-inburgeraar gedurende het traject te begeleiden zijn coachingsvaardigheden van belang: de casemanager moet kunnen begeleiden, maar ook kunnen loslaten, hij of zij is adviseur, maar ook beoordelaar.
Personele inzet
Verder hebben alle casemanagers de volgende specifieke vaardigheden nodig: • intercultureel kunnen communiceren: etnische herkomst, sociale achtergrond en sekse van de inburgeraar hebben invloed op de manier waarop de inburgeraar zijn of haar doelen en behoeften kan aangeven en hoe hij of zij reageert op signalen van de casemanager; • in staat zijn om constructief commentaar te kunnen leveren op de PIB-aanvragen van inburgeraars, ook wanneer de casemanager van mening is dat de inburgeraar onrealistische verwachtingen heeft; • een balans weten te vinden tussen de wensen en ambities van de inburgeraar en de mogelijkheden van een duurzame inburgering, maar ook borgen dat inburgeraars binnen een redelijke termijn opgaan voor het inburgeringsexamen en toewerken naar actieve participatie of re-integratie naar werk.
In het volgende schema staat voor enkele gemeenten beschreven hoe ze het PIB in hun organisatie hebben ingevoerd. De uitvoering van het PIB vraagt extra inzet van het casemanagement. Die extra tijd zit vooral in aanvullende gesprekken met de inburgeraar om zijn wensen te achterhalen, samen de markt te verkennen en in begeleiding van de inburgeraar bij het schrijven van zijn trajectplan. Ook afstemming tussen casemanagers onderling of met andere afdelingen kan een extra tijdsinzet vergen. De mogelijkheid om deze extra tijd te nemen is vooral in de eerste maanden na invoering van het PIB van belang. De casemanagers leren immers vooral in de praktijk en van elkaar hoe het PIB het best kan worden ingezet.
Gemeente
Invoering PIB in de uitvoeringsorganisatie
Breda
Er zijn een projectleider en twee klantmanagers aangesteld om de intakes met PIB-kandidaten te doen.
Delft
Aanvankelijk werd ervoor gekozen om twee consulenten inburgering aan te wijzen als PIB-consulenten. Uiteindelijk heeft één consulent als zodanig gefunctioneerd.
’s-Hertogenbosch
Beleid en coördinatie van de uitvoering liggen in één hand. PIB werd door dezelfde persoon gecoördineerd. Alle casemanagers werden betrokken bij de inzet van het PIB.
Tilburg
Er is een projectleider PIB aangesteld. Zij heeft de intakers en casemanagers (in Tilburg zijn dit gescheiden functies) begeleid in het werken met PIB. Projectleider en intaker bespreken een potentiële kandidaat met elkaar.
Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)l 5
Wel of geen coördinator?
Nauwe samenwerking met andere afdelingen binnen de gemeente, vooral met Sociale Zaken of Werk en Inkomen, bleek waardevol. Hoewel er nog vrijwel geen PIB-trajecten binnen de korte looptijd van het innovatietraject werden afgerond, is de inschatting dat door nauwe samenwerking inburgeraars kunnen doorstromen naar werk of re-integratie.
Gemeenten hebben de wettelijke plicht om de verordening zo snel mogelijk aan te passen. Andere onderwerpen die in de verordening aan bod kunnen komen zijn: doelgroepen, hoogte van het budget, beoordelingscriteria, het uitvoeringsproces en wie het contract sluit/ ondertekent met de aanbieder: de inburgeraar, de gemeente, gezamenlijk of een andere partij. Voor deze onderwerpen kan bij de modelverordening (zie voorbeelden (http://www. vrom.nl/pagina.html?id=45160) worden aangesloten. Het is verstandig om te kiezen voor ruime formuleringen De gemeente heeft veel beleidsruimte om het instrument PIB naar eigen inzicht en behoefte in te vullen. De vorm van het PIB-contract is sterk afhankelijk van wat in de gemeente gebruikelijk is. Tijdens het innovatietraject kozen sommige gemeenten voor een driepuntscontract (tussen gemeente, aanbieder en inburgeraar) en anderen voor een formele overeenkomst tussen gemeente en aanbieder, terwijl de inburgeraar alleen zijn of haar trajectplan tekent. Geen van bovenstaande vormen leverde problemen op. Het is aanbevelingswaardig de inburgeraar op de één of andere manier ook tekenpartij te maken omdat dit zijn of haar motivatie en verantwoordelijkheidsgevoel kan versterken.
Wat doet de inburgeraar zelf?
Wel of niet aanbesteden?
Een voorziening in de vorm van een PIB kan door de gemeente worden aangeboden op verzoek van de inburgeraar. Hij of zij kan zelf op zoek gaan naar aanbieders en offertes aanvragen. Als de gemeente hiervoor kiest, kan de inburgeraar ook zelf een contract met een aanbieder afsluiten.
Als er binnen een gemeente meerdere PIB-voorzieningen worden verstrekt, moet er misschien worden aanbesteed. Neem het volgende als leidraad voor wel of niet aanbesteden: Check de eigen aanbestedingsverordening en inkoopregels op aanvullende voorwaarden voor aanbesteding; • Check de inhoud van gegunde aanbestedingen op het uitvoeren van het PIB buiten deze contracten. • Kijk of het PIB kan worden ondergebracht bij een aanbieder die onder de huidige aanbesteding valt. • Is er binnenkort een nieuwe aanbestedingsronde te verwachten? Als dat het geval is, kan het PIB expliciet worden uitgesloten. • Overweeg een andere contractpartner dan de gemeente, bijvoorbeeld de inburgeraar. In deze variant is er geen sprake van gemeentelijke inkoop..
Een aantal gemeenten heeft een PIB-coördinator of een speciale casemanager aangewezen om alle dossiers te beheren. Zij geven aan dat een centralisatie van kennis op korte termijn nuttig is, maar op lange termijn kwetsbaar. Ook vergt het veel afstemming. Ze zijn van plan in de toekomst alle casemanagers met het PIB te laten werken. Het benoemen van een PIB-coördinator heeft als voordeel dat deze - meer dan de casemanager - als ambassadeur kan optreden richting betrokkenen in het veld en andere gemeentelijke afdelingen. Ook kan de coördinator de casemanagers stimuleren en begeleiden in het werken met het PIB. Zo wordt het PIB als een krachtig instrument neergezet.
Samenwerking
Wat blijft de gemeente doen? Uiteindelijk komt een PIB tot stand in een dialoog tussen de casemanager, de inburgeraar en de aanbieder van een individueel traject. De casemanager adviseert en begeleidt de inburgeraar bij een goede invulling van het PIB, maar dient ook de belangen van de gemeente en bewaakt de financiële randvoorwaarden. De gemeente moet het programma uiteindelijk goedkeuren, omdat het toe moet leiden naar het inburgeringsexamen of het Staatsexamen. De bekostiging van het PIB verloopt voor de gemeente op dezelfde wijze als bij een ‘gewone’ inburgeringsvoorziening. De aanbieder wordt door de gemeente betaald. De financiële middelen voor het PIB komen dus niet in handen van de inburgeraar.
Wat wordt in de verordening geregeld? Op basis van de wijziging van de Wet Inburgering van 19 december 2009 en 1 januari 2010 moeten gemeenten, op grond van de artikelen 19, tweedelid, jo. vijfde lid, en 24a, tweede lid, jo. vijfde lid, bij verordening regels stellen over de procedure voor het doen van een aanbod voor een PIB en over de wijze waarop in overleg wordt getreden met de inburgeraar. 6 | Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)
Werving In deze tabel staat welke communicatiemiddelen Haarlem en Groningen inzetten: De overige gemeenten geven aan dat er voor het realiseren van twintig PIB’s per gemeente geen uitvoerige wervingscampagne nodig was om inburgeraars te vinden en geïnteresseerd te krijgen. In eerste instantie is het voldoende om het PIB te vermelden in de reguliere communicatiemiddelen, zoals een folder en de website. Eventueel kan er later een grotere wervingscampagne worden opgezet, waar mogelijk in samenwerking met partnerorganisaties.
Gemeente
Ingezette communicatiemiddelen PIB
Haarlem
Er is bewust geen uitvoerige campagne gevoerd. Hiervoor was de inzet van het PIB te kleinschalig. Wel is er een flyer ontwikkeld en informatie op de gemeentelijke website opgenomen. De instroom via het inburgeringsloket en via mond-tot-mond reclame was verder voldoende.
Groningen
Tijdens de pilot bleek dat er meer behoefte was aan externe werving. Vervolgens is een folder over het PIB opgesteld. Ook hebben alle bijstandgerechtigden informatie over het PIB ontvangen.
Intake en begeleiding In het volgende schema wordt beknopt weergegeven op welke wijze innovatiegemeenten de toekenning en begeleiding van een PIB hebben ingericht. Gemeente
Toekenningsproces
Almere
De klantmanager is het eerste aanspreekpunt en begeleidt de inburgeraar. Er is een modeltrajectplan ontwikkeld dat inburgeraars met een PIB als uitgangspunt kunnen nemen
Delft
In de praktijk droeg de reguliere consulent inburgering de potentiële PIB-inburgeraars niet altijd over naar de PIB-consulent. Voortaan wordt eerst een PIB overwogen en in tweede instantie pas een regulier traject. De inburgeraar schrijft zijn eigen trajectplan en kon aanvankelijk voor taalkundige ondersteuning een beroep doen op een extern bureau. Dit bleek weinig toegevoegde waarde te hebben. De consulent inburgering biedt nu taalkundig en vooral inhoudelijk ondersteuning.
Haarlem
De verantwoordelijkheid voor het herkennen van potentiële PIB-inburgeraars ligt bij het inburgeringsloket en bij de klantmanagers. Haarlem heeft gedurende het innovatietraject een toetsingscommissie ingesteld die de PIB-aanvragen beoordeelde. In het begin werden alle aanvragen beoordeeld, later alleen nog de ‘bijzondere gevallen’
Groningen
De verantwoordelijkheid voor het trajectplan ligt volledig bij de inburgeraar zelf. Wel is er een stappenplan en een format trajectplan opgesteld. In de praktijk blijkt dat PIB-inburgeraars hulp zoeken bij het schrijven van hun plan, vaak hun partner of een kennis. Voor de inhuur van een professionele schrijver is een budget van €750,beschikbaar. Deze kosten maken deel uit van het trajectbudget van de klant
De belangrijkste verschillen tussen de gemeenten zitten in de afweging tussen: • één of meerdere casemanagers die zich met het PIB bezighouden; • intern of extern beleggen van begeleiding; • het wel of niet instellen van een toetsingscommissie. Alle casemanagers moeten bij de uitvoering van het PIB worden betrokken. Ook is het aan te bevelen om het PIB altijd als optie te overwegen bij alle klanten die op intakegesprek komen, zodat er geen potentiële PIB-inburgeraars worden gemist. De casemanager moet goed op de verborgen talenten van mensen letten en ze aanspreken op hun zelfstandigheid en zelfredzaamheid.
Welke beoordelingscriteria worden gehanteerd? Iedere gemeente is vrij in het vaststellen van de doelgroep en van de daarbij behorende criteria. Uit het innovatietraject bleek dat inburgeraars met een intrinsieke motivatie en hoge mate van zelfstandigheid goed met een PIB uit de voeten kunnen. Als een gemeente bereid is te investeren in de begeleiding van de inburgeraar, extern of door de
casemanager, is het waarschijnlijk dat ook mensen die minder zelfstandig zijn goed met een PIB kunnen werken. Motivatie blijft ook dan een cruciale factor.
Begeleiding bij het opstellen van een trajectplan Het schrijven van een trajectplan blijkt voor PIBinburgeraars een behoorlijke opgave. Tijdens het innovatietraject is gebleken dat vrijwel alle PIB-inburgeraars een beroep doen op begeleiding. Meestal wordt deze door de casemanager geboden. Afgezien van de extra tijdsinzet die dit vergt, zijn hierbij geen problemen gerezen. Het risico is wel dat de casemanager teveel gaat overnemen. De primaire verantwoordelijkheid moet bij de inburgeraar liggen. Externe begeleiding is ook een mogelijkheid, maar moet meer behelzen dan alleen taalkundige ondersteuning. Anders moet de casemanager alsnog de inhoudelijke begeleiding bieden. Het ontwikkelen van een modeltrajectplan kan helpen om de PIB-inburgeraar op weg te helpen.
Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)l 7
Doelgroep PIB zoals vastgelegd in projectplan
Klantenkring PIB in de praktijk
Almere
Iedere inburgeraar die gemotiveerd en in staat is om de individuele inburgeringsdoelen te formuleren in een plan van aanpak. Geen analfabeten.
Hoogopgeleiden, mensen met (studie)beperkingen, mantelzorgers
Breda
In principe staat het PIB voor iedereen open
Hoogopgeleiden en mensen met een hoog leervermogen, mensen met (studie)beperkingen
Delft
In principe staat het PIB voor iedereen open
Hoogopgeleiden en mensen met een hoog leervermogen
Haarlem
In principe staat het PIB voor iedereen open
Hoogopgeleide nieuwkomers
’s-Hertogenbosch
In principe staat het PIB voor iedereen open
Hoogopgeleiden, mensen met (studie)beperkingen en nachtdienstwerkers
Groningen
In principe staat het PIB voor iedereen open, sterke voorkeur voor gemotiveerde en gealfabetiseerde inburgeraars
Hoog- en laagopgeleiden, vooral inburgeringsplichtigen, zowel wel- als niet-uitkeringsgerechtigden
Tilburg
Het PIB staat voor iedereen open, behalve voor analfabeten
Mensen met motivatie, zelfstandigheid en studieervaring, in werkverband ook mensen met weinig tot geen opleiding, mensen met afwijkende werktijden en ondernemers
Doelgroep De gemeenten formuleerden voor aanvang van het innovatietraject allemaal een vrij ruime definitie van de inburgeraars die een beroep konden doen op het PIB. Maar in de praktijk gaven slechts enkele groepen daar gehoor aan. In de praktijk bleek dat vooral hoogopgeleiden een beroep op het PIB deden. Deze groep kent bij de reguliere trajecten een relatief hoge uitval, omdat ze gedemotiveerd raken door het lage niveau. Tijdens de pilot werden vooral mensen met studie-ervaring op een PIB-traject gezet. Het einddoel was vaak het Staatsexamen. Omdat het PIB vooral aan deze groep werd aangeboden, kan het zijn dat het beeld enigszins is vertekend. Een aantal gemeenten geeft aan dat het PIB desondanks ook een goed instrument kan zijn voor minder hoogopgeleiden. Casemanagers moeten zich hiervan bewust zijn. Ook bij het ontwikkelen van wervingsmateriaal moet hiermee rekening worden gehouden. Een tweede groep klanten bestaat uit inburgeraars die extra ondersteuning nodig hebben bij het leren of die niet op de gebruikelijke tijden lessen kunnen volgen.
Denk bijvoorbeeld aan mensen met een fysieke of psychische studiebeperking of aan mensen die de zorg hebben voor iemand met een beperking. Voor hen is het moeilijk een passend traject te vinden dat rekening houdt met studiehulpmiddelen of afwijkende tijden. Aan het begin van het innovatietraject was de verwachting dat ook gepardonneerden gebruik zouden maken van het PIB. Dit is niet gebeurd, mogelijk omdat een groot deel van die groep al in 2008 een traject is gestart. Een andere indruk die tijdens het traject ontstond, is dat het PIB interessant kan zijn voor ondernemers of voor mensen die in nachtdienst of ploegendienst werken. Zie het voorbeeld van Den Bosch in hoofdstuk 3.
Aanbieders Iedere gemeente is vrij in het stellen van criteria voor aanbieders. Tijdens het innovatietraject hebben zich geen knelpunten met aanbieders voorgedaan. Er is gewerkt met grote en kleine en wel en niet gecertificeerde aanbieders. Een inschrijving bij de Kamer van Koophandel is in de praktijk wel het minste vereiste. Het lijkt erop dat vooral kleinere aanbieders interesse hebben in het aanbieden van individuele trajecten. De gemeenten formuleerden de volgende voorwaarden:
Aanbieders PIB zoals vastgelegd in projectplan Almere
Alle aanbieders binnen en buiten Almere die bevoegd, verzekerd, financieel gezond en veilig zijn
Breda
Alle aanbieders die referenties en bewijs van bevoegdheid kunnen laten zien
Delft
Alle aanbieders die keurmerk, referenties, certificaten en accreditaties kunnen laten zien
Haarlem
Geen criteria gesteld
’s-Hertogenbosch
Alle aanbieders die rechtspersoon zijn, gecertificeerd zijn en continuïteit kunnen waarborgen
Groningen
Alle aanbieders die ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel
Tilburg
Alle financieel gezonde aanbieders met aantoonbare ervaring, behalve de vijf waarmee al een overeenkomst bestaat
8 | Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)
In een aantal gemeenten bleek dat het aanbod in de markt niet overeenkomt met de behoefte van de PIB-klanten. Het bleek belangrijk dat de casemanagers zelf zicht hebben op de markt zodat ze de klanten kunnen adviseren. Sommige gemeenten hebben zich verdiept in het bestaande aanbod in de markt om zo de klanten beter te kunnen bijstaan in hun zoekproces naar een passend traject. Er is dan een catalogus of informatiemap samengesteld met al het aanbod in de regio. Andere gemeenten nemen zich voor zo’n catalogus te ontwikkelen. Een aantal gemeenten geeft aan dat het van belang is ook richting aanbieders te communiceren over het PIB zodat zij aanbod kunnen ontwikkelen. Let er daarbij op dat de gecontracteerde aanbieders het PIB als aantasting kunnen zien van hun volumes. De gemeente Tilburg had tijdens het innovatietraject als enige de beperking gesteld om geen PIB’s in te kopen bij bedrijven waarmee al een overeenkomst bestaat. Dit leidde niet tot problemen. Een aantal gemeenten had vooraf in het projectplan vastgelegd dat PIB-inburgeraars meerdere offertes zouden moeten opvragen bij geschikte aanbieders. Dit bleek in de praktijk niet altijd te realiseren en soms niet eens nodig. Voor een slechtziende die met moeite een geschikte aanbieder heeft gevonden in een buurgemeente, is dit meestal niet haalbaar. Ook bleek dat sommige aanbieders na een paar keer niet meer wilden offreren voor een PIB-traject als ze het gevoel kregen een offerte als formaliteit te moeten opstellen.
De Diamantgroep De gemeente Tilburg heeft een alliantie gesloten met leerwerkbedrijf De Diamantgroep. Hier werken mensen met een Wet Sociale Werkvoorzieningindicatie. De Diamantgroep vond het als werkgever belangrijk voor hun werknemers om in te burgeren omdat hen dit verder zou brengen in hun arbeidsproces. Ook de gemeente Tilburg wilde graag een bijdrage leveren aan de inburgering en ontwikkeling van de werknemers. Na de intakegesprekken werd al snel duidelijk dat een regulier inburgeringstraject er niet in zat. WerkWinkel, een afdeling van de Diamantgroep, treedt nu op als trajectbegeleider van veertien werknemers die een persoonlijk traject volgen. Werk en inburgering zijn volkomen verweven. Deelnemers doen zoveel mogelijk trajectactiviteiten tijdens werktijd en op de werklocatie. Het taal- en portfoliogedeelte is gericht op werk en flexibel uit te voeren. Dit onderdeel wordt aangevuld met werknemersgerichte trainingen rondom de betekenis van werk, communicatie op het werk en ontwikkelingsmogelijkheden binnen het werk. De inburgeringstrajecten bij de Diamantgroep spelen in op de behoeften van iedere werknemer. Een deel van de lessen wordt klassikaal of in groepen gegeven, maar er is ook aandacht voor persoonlijke begeleiding, zowel door een werkbegeleider op de werkvloer als tijdens coachingsgesprekken.
Bewaking, voortgang en afronding Tijdens de pilotfase is vrijwel geen ervaring opgedaan met uitvallers of met de afronding en evaluatie van PIBtrajecten. In de meeste gemeenten worden de eerste trajecten pas in 2010 afgerond. In deze handreiking kan daar dan ook nog niet op worden ingegaan. Wel kan worden opgemerkt dat alle gemeenten de voortgang van de trajecten volgen tijdens de contactmomenten met de PIB-inburgeraars.
Allianties met werkgevers Een aantal gemeenten sloot tijdens het traject een alliantie met één of meerder werkgevers. Inburgeringsbehoeftige werknemers volgen dan op de werkplek en onder werktijd een inburgeringstraject met inzet van een PIB. De eerste ervaringen zijn positief. Als maatwerk nodig is om aan te sluiten bij de bedrijfssituatie of als een werknemer een ander soort traject nodig heeft, kan het PIB worden ingezet bij inburgering op de werkvloer voor één of meerdere werknemers. De inhoud van het traject kan worden afgestemd op de taal en de werksituatie. Het traject kan ook worden toegespitst op het werk dat de werknemer nu of later uitvoert. Een aandachts-
punt is wel in hoeverre in zo’n groepsaanpak het individuele karakter van het PIB overeind blijft. In bovenstaand voorbeeld werd daarom, naast de klassikale lessen, ook persoonlijke begeleiding gegeven.
Financieel en administratief Uit het innovatietraject bleek dat het PIB ook financieel interessant kan zijn. Binnen een PIB hoeft niet gewerkt te worden met vaste trajectprijzen. De kosten van een voorziening binnen het PIB zijn geheel afhankelijk van de inhoud van de voorziening. Een voorziening binnen het PIB is daarmee niet per definitie duurder dan een regulier traject. Een intensief, kortdurend traject kan goedkoper zijn dan een aanbesteed langdurig traject. Zo bleek in Delft dat PIB-trajecten gemiddeld minder kosten dan het reguliere inburgeringstraject. Gemeenten bepalen zelf hoeveel ze inzetten en reserveren voor het PIB. Het buiten de aanbestedingsprocedure houden van het PIB kan de mogelijkheden vergroten om de voorziening binnen het PIB écht volledig af te stemmen op de behoeften van de individuele inburgeraar.
Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)l 9
3
ervaringen per gemeente
Resultaten van het innovatietraject
Almere
Alle gemeenten (met uitzondering van Groningen) hebben het streefaantal van twintig PIB’s behaald. Almere, Haarlem en Tilburg hebben zelfs ruim meer inburgeraars een PIB verstrekt. Dit was ook hun ambitie in het projectplan. Daarmee zijn de streefaantallen grotendeels gehaald.
De gemeente Almere heeft overwegend positieve ervaringen met het PIB. Vooral hoogopgeleiden maakten er gebruik van. Een tweede groep inburgeraars die met het PIB goed geholpen blijkt, zijn mensen met een studiebeperking of mensen die de zorg hebben voor iemand met een beperking. Voor hen is het moeilijk een passend traject te vinden dat rekening houdt met studiehulpmiddelen of afwijkende tijden. Met het PIB kan de gemeente iedereen een passend aanbod doen.
Dit betekent dat tijdens het innovatietraject 78% van de aanvragen werd gehonoreerd, 13 procent van de aanvragen moest op het moment van schrijven nog worden behandeld, maar werd als veelbelovend beschouwd. Dit zou een percentage toekenningen van 91% betekenen. Dit hoge aantal kan worden verklaard door de manier van werven. In de meeste gemeenten is nog geen brede publiekscampagne rond het PIB opgezet maar is het instrument onderdeel van de reguliere intake van inburgeraars. Het PIB wordt alleen ter sprake gebracht of alleen aangevraagd als de casemanager inschat dat het PIB een goed instrument is. Het relatief hoge percentage afgewezen/ingetrokken aanvragen in Haarlem kan verklaard worden omdat de eerste intake wordt gedaan door een inburgeringsloket van waaruit wordt doorverwezen naar een klantmanager inburgering.
In Almere is de verordening aangepast aan het PIB. Er is geen aanvraagprocedure in vastgelegd omdat het PIB alleen op indicatie wordt verstrekt en niet op aanvraag. De gemeente sluit de individuele overeenkomst met de aanbieder en geeft een beschikking af aan de inburgeraar. De klantmanager is het eerste aanspreekpunt en begeleidt de inburgeraar in het vinden van een geschikte aanbieder. In Almere is een model trajectplan ontwikkeld dat inburgeraars met een PIB als uitgangspunt kunnen nemen. Klantmanagers en taalaanbieders zijn hier tevreden over. De gemeente wil in de toekomst de klantmanagers intensief laten begeleiden. Ook wil de gemeente Almere na een succesvolle pilot met WSW-bedrijf De Tomingroep meer gaan samenwerken met
Figuur 1: aantal PIB’s die zijn overwogen en/of toegekend in de innovatiegemeenten in 2009 Aantal intakes / aanvragen
Aantal toegekend
Aantal in behandeling
Aantal afgewezen/ ingetrokken
Aantal afgerond in 2009
Gestaakt of vertraagd
Almere
40
38
0
2
0
0
Breda
38
26
5
7
0
0
Delft
24
17
7
0
1
1
Haarlem
71
58
0
13
0
2
Groningen
16
5
9
2
0
2
’s-Hertogenbosch
30
23
7
0
1
2
Tilburg
45
38
7
0
0
0
TOTAAL
264
205
35
24
2
7
10 | Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)
werkgevers. Deze groepsgewijze aanpak biedt volgens de gemeente kansen. Zo zijn er ook gesprekken gevoerd met de Oostvaarderskliniek om te bezien of er daar patiënten groepsgewijs met een PIB kunnen starten. De gemeente bekijkt of aanbesteden in deze gevallen opportuun wordt. In Almere werd het PIB onder de aandacht van het publiek gebracht door middel van presentaties, de websites van inburgeringsbedrijven en lokale media. Externe partijen zoals het UWV reageerden hier enthousiast op. Het gros van de werving verliep echter via de algemene intake en via mond-tot-mond reclame. Er is nog geen PIB-folder ontwikkeld.
Aanbevelingen Almere: • Let op dat gevestigde bedrijven soms eerst volume nodig hebben om rendabel PIB’s aan te kunnen bieden. Dit druist in tegen de geest van het PIB. • Stel een interne PIB-ambassadeur die andere klantmanagers stimuleert het PIB te gebruiken. • Timmer niet alles dicht: het PIB is bedoeld als een flexibel instrument. • Bespreek de invoering van het PIB met gecontracteerde aanbieders. Gebruik PIB om buiten het bestaande aanbod te kijken wat er in de markt is. • Stel een keurmerk voor aanbieders niet verplicht. Hierdoor lopen gemeenten het risico op beperkingen in het aanbod bij PIB’s.
Breda In Breda zijn tijdens het innovatietraject alleen staatsexamentrajecten gestart. De PIB-inburgeraars waren over het algemeen zeer gemotiveerde cliënten die goed voor ogen hadden wat zij wilden: zo snel mogelijk de taal leren en dan verder met opleiding of werk. Er waren drie aanvragen van mensen met een fysieke of psychische belemmering. Eén was uiteindelijk te ziek, een ander is toch een regulier traject gaan volgen en naar een passend traject voor de derde wordt nog gezocht. In Breda is een projectleider PIB aangetrokken en twee klantmanagers aangesteld om de intakes met de PIBkandidaten te doen. Wel zijn alle reguliere klantmanagers geïnformeerd over het PIB. De reguliere klantmanagers verwezen potentiële PIB-inburgeraars door naar de klantmanagers. Ook de begeleiding werd door de klantmanager gedaan. Aanvankelijk was het idee daarvoor een extern bureau aan te trekken maar dat bleek niet nodig. In de praktijk wordt de begeleiding verzorgd door het eigen sociale netwerk van de klant of door de klantmanager, al dan niet in samenspraak met een onafhankelijk arbeidsmarktadviseur of de coördinator Leerwerkloket. De
klantmanagers zijn door middel van een training op deze taak voorbereid. De gemeente Breda heeft gedurende het innovatietraject een toetsingscommissie ingesteld. Daarin hadden de projectleider PIB, de klantmanagers PIB en het hoofd van het team Inburgering zitting, indien nodig aangevuld met andere expertise. De toetsingscommissie toetste het trajectplan op doelstelling, inhoud, de gekozen aanbieder, doorlooptijd en kosten. Het goedgekeurde trajectplan wordt ondertekend door gemeente en cliënt. Voor de staatsexamentrajecten heeft de gemeente ‘brieven akkoord scholingsverzoek’ vastgelegd tussen gemeente en aanbieder. De cliënt draagt zelf zorg voor inschrijving en aanmelding. Het team Inburgering werkte tijdens het innovatietraject nauw samen met klantmanagers van Wet Werk en Bijstand (WWB) en het Nuggersproject (NUG). PIB-inburgeraars die het vervolgtraject al helder in kaart hadden werden op die manier ‘warm’ overgedragen aan klantmanagers NUG of WWB. Zo krijgen zoveel mogelijk mensen een doorlopend traject. In Breda viel op dat veel PIB-inburgeraars lang hebben moeten wachten op een plaatsing omdat er in de eigen gemeente geen regulier aanbod is voor het staatsexamen I of II. Met het PIB wilden deze inburgeraars vervolgens naar de Universiteit van Tilburg of het ROC Kellebeek in Breda. De Universiteit van Tilburg start echter slechts tweemaal per jaar met een cursus en het ROC start pas als er vijftien deelnemers zijn. Om de wachttijd voor PIB-clienten te verkorten, heeft de gemeente Breda onderhandeld met het ROC om met een kleinere klas te starten met verschillende startniveaus. De prijs per traject is daardoor verhoogd. In 2010 wordt nader bekeken hoe de flexibele instroom van staatsexamenkandidaten kan worden vergroot. De gemeente creëerde samen met taalaanbieder Taalvakwerk en Scholle Europe B.V. tien duale PIB-trajecten op de werkvloer. Het is de vraag in hoeverre een dergelijke groepsmatige aanpak nog vanuit het PIB aangeboden kan worden. Deze tien inburgeraars zijn daarom niet meegerekend in de aantallen van Breda. De projectleider PIB informeerde een deel van het maatschappelijk middenveld over het PIB, zoals Taalcaochprojecten, Breda-Actief (1001 Kracht), SNV Brabant Centraal en zelforganisaties. Voor Breda bleek het PIB een wezenlijke aanvulling op het reguliere aanbod. Met het instrument kan de gemeente gemotiveerde cliënten bieden wat zij wensen. Ook de verbinding met het Nuggersproject was waardevol: zo kan een doorlopend traject worden aangeboden. De verwachHet persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)l 11
ting dat vooral gebruik gemaakt zou worden van duale trajecten is niet uitgekomen. Het PIB werd vooral ingezet voor snelle taaltrajecten met als vervolg een toeleidingstraject naar werk of opleiding. Het is nog onduidelijk of een PIB-groepstraject in samenwerking met een werkgever onder de vlag van PIB kan worden voortgezet.
Aanbevelingen Breda: • De verbinding van PIB met werk, re-integratie en aanpak Nuggers biedt meerwaarde. • Begeleiding van de inburgeraar kan het beste door de klantmanager worden gegeven.
Delft In Delft is al tijdens de looptijd van het innovatietraject een aantal wijzigingen in de aanpak doorgevoerd. Zo was het voor de gemeente Delft van belang dat de klant maximale ruimte zou krijgen binnen de randvoorwaarden van de gemeente. Zodoende zou de inburgeraar in Delft zich zelf oriënteren op de markt en het eigen PIB-trajectplan schrijven. Daarbij kon hij of zij een beroep doen op ondersteuning door een door de gemeente gecontracteerd extern bureau. Deze externe begeleiding bleek echter onvoldoende toegevoegde waarde te bieden, omdat die puur taalkundig van aard was. Er was nog steeds veel inhoudelijke afstemming nodig met de PIB-consulent. Vervolgens is besloten de externe begeleiding te beëindigen. De eerste twaalf PIB-inburgeraars hebben hiervan nog wel gebruik gemaakt. Ook werd er in Delft aanvankelijk voor gekozen om twee consulenten inburgering aan te wijzen als PIB-consulenten. Deze zouden de inburgeraars beoordelen op ambitie en motivatie, de informatie rond het PIB verzorgen en het PIB na goedkeuring van het trajectplan toekennen. Uiteindelijk heeft één consulent als zodanig gefunctioneerd. De ervaring leert nu dat de centralisatie van kennis voordelen biedt, maar tegelijk kwetsbaar is. Ook kost de overdracht veel coördinatietijd. Als in de toekomst de aantallen PIB’s groter worden, zullen alle consulenten inburgering in Delft daarmee gaan werken. Vooraf werd verwacht dat tijdens de intakegesprekken met inburgeraars door de consulent inburgering zou worden beoordeeld of de klant tot de doelgroep van het PIB behoorde. In dat geval zou de klant worden overgedragen aan de PIB-consulent. In de praktijk is gebleken dat dit overdragen vaak niet gebeurde, ook al was dit in sommige gevallen opportuun geweest. In de huidige procesbeschrijvingen wordt een regulier traject als eerste en het PIB als tweede optie gekozen. Aangezien een PIB goedkoper is gebleken en tot tevredenheid leidde, wordt in Delft in 2010 12 | Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)
gekeken of dit omgekeerd kan worden: eerst bekijken of een PIB een optie is en in tweede instantie een regulier traject aanbieden. Gemeente Delft geeft aan dat het PIB vooral wordt benut door inburgeraars die veel eigen initiatief en verantwoordelijkheidsgevoel tonen en die opgaan voor het staatsexamen. In het projectplan was de verwachting uitgesproken dat vooral inburgeraars met ideeën, initiatieven en ambities aanspraak zouden maken op een PIB. Deze uitgangspunten werden door de consulenten inburgering als beperkend ervaren. Terugkijkend wordt gesteld dat wat meer geëxpliciteerd had moeten worden dat het PIB ook open stond voor inburgeraars met een minder hoog leervermogen. In Delft werd in het kader van het PIB gewerkt met vier taalaanbieders. In de evaluatie geeft de gemeente aan het lage aantal van vier in verband met de aanbestedingsregels kwetsbaar te vinden, omdat de aanbestedingsgrenzen vrij snel bereikt worden. In 2009 leverde dat echter geen problemen op. Het bleek dat inburgeraars moeite hebben om zelf een geschikte aanbieder te vinden. In 2010 zal Delft een marktscan verrichten van alle taalaanbieders in een straal van 25 kilometer en daarvan een catalogus opstellen.
Aanbevelingen Delft: • Instrueer casemanagers om een brede blik te houden op mogelijke PIB-inburgeraars. • Kies alleen externe begeleiding als deze duidelijke meerwaarde heeft.
Haarlem De doelstelling voor de gemeente Haarlem was om vijftig inburgeraars een PIB toe te kennen. Haarlem heeft er bewust voor gekozen geen uitvoerige campagne te voeren. Hiervoor was de inzet van het PIB te kleinschalig. Er is wel een flyer ontwikkeld en informatie op de gemeentelijke website opgenomen. Ook hebben de inburgeringsambassadeurs en de projectmedewerker ‘Nuggers’ het PIB onder de aandacht gebracht van potentiële klanten. Om de instroom op een creatieve manier te stimuleren experimenteerde Haarlem met bonussen voor PIBinburgeraars. Twintig inburgeraars met een PIB konden naast het inburgeringstraject een bonus verdienen in natura tot maximaal €250,- aan vouchers. Deze vouchers kunnen gebruikt worden voor het volgen van een cursus persoonlijke ontwikkeling bij een gerenommeerde instelling. De gemeente had een shortlist opgesteld van cursussen en instellingen die hiervoor in aanmerking komen. Ook inburgeringsmakelaars maakten kans op een bonus in natura of in geld tot maximaal € 250,-. De bonussen werden
uitgereikt bij een door de gemeente goedgekeurd PIBtrajectplan en bij deelname aan het inburgeringstraject. In Haarlem waren tijdens de pilot drie gemeentelijke afdelingen bij het PIB betrokken. Dit waren de afdelingen Stadszaken, Dienstverlening en Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). De ervaring van SZW met de re-integratie van statushouders en gepardonneerden en met de uitvoering van de WWB diende als voorbeeld bij het vaststellen van de PIB-procedures. In Haarlem is de verordening niet aangepast. In Haarlem ligt de verantwoordelijkheid voor het herkennen van potentiële PIB-inburgeraars bij het inburgeringsloket en bij de klantmanagers. Tijdens de pilot bleek dat die herkenning goed verloopt. Het overgrote deel van de nieuwkomers die zich niet konden vinden in één van de percelen ontvingen en accepteerden een aanbod PIB. Wel vergt het PIB van de klantmanagers extra tijd om de competenties van de klant verder te verkennen, een goede plaatsing te vinden en het inburgeringsplan op te stellen. Ook is van belang dat klantmanagers binnen bepaalde kaders zelf beslissingen kunnen nemen. Klantmanager en inburgeraar stellen samen het Persoonlijk InburgeringsPlan (PIB) op. Dit wordt vastgelegd in een trajectplan, dat door klant en klantmanager wordt getekend. Op basis daarvan wordt door de gemeente een inburgeringsbeschikking afgegeven. De gemeente sluit op basis van een door de klant (op inhoud) en gemeente (op inhoud en middelen) goedgekeurde offerte een overeenkomst met de aanbieder.
Aanbevelingen Haarlem: • Ga uit van de wensen en mogelijkheden van de klant. Motivatie is een belangrijke factor voor het slagen van de missie. • Integratie is meer dan een inburgeringsopleiding. Klanten hebben behoefte aan perspectief dus maak gebruik van een integrale aanpak. • Het heeft de voorkeur om naast de taalvaardigheid en het leervermogen ook competenties te laten testen. • Experimenteer met het inkopen van trajecten. Verwacht niet dat ROC’s direct kunnen inspelen op de vraag. Zoek naar alternatieven. • Biedt de klantmanager autonomie en tijd om creatief en klantgericht te kunnen zijn; • Kleinschaligheid kan een succesfactor zijn. Maak het niet te gecompliceerd. • Duale trajecten kunnen over het algemeen pas worden ingezet zodra er sprake is van enig taalniveau. Creatief zoeken naar duale componenten is de uitdaging. • Samenwerking is van belang. Maak gebruik van bestaande netwerken en nieuwe partners.
’s-Hertogenbosch
De gemeente Haarlem heeft gedurende het innovatietraject een toetsingscommissie ingesteld die de PIB-aanvragen beoordeelde. In het begin werden alle aanvragen beoordeeld, later alleen nog de ‘bijzondere gevallen’.
In ’s-Hertogenbosch ligt het beleid en de coördinatie van de uitvoering bij dezelfde persoon. Deze is verantwoordelijk voor de uitvoering van het PIB. Hierdoor was er veel kennis aanwezig. In ’s-Hertogenbosch werden alle casemanagers betrokken bij de inzet van het PIB. Zij zijn geïnformeerd over het PIB in het werkoverleg. Relevante informatie is opgenomen in de handboeken en werkinstructies. De casemanagers delen hun ervaringen met het PIB met elkaar en zorgen zo voor verdere ontwikkeling van het instrument.
De gemeente had geen aanleiding om tot aanbesteding over te gaan. Alle trajecten werden immers individueel ingekocht. In de toekomst kan dit veranderen als blijkt dat te veel trajecten bij een aanbieder worden gevolgd. Het voornemen is om naast de gebruikmaking van de individuele inkoop bij voldoende volume de meest voorkomende trajecten PIB op te nemen in het regulier aanbod. Haarlem signaleert ook dat niet alles vanuit het Participatiebudget aangekocht hoeft te worden. Voor het duale deel kan ook gebruik worden gemaakt van voorzieningen in de wijk, maatschappelijke organisaties of bedrijven.
In ’s-Hertogenbosch ontvangt iedere klant informatie over het PIB tijdens het eerste gesprek met de casemanager. De casemanager is nauw betrokken bij het tot stand komen van de aanvragen. Wijzigingen of afwijzingen vonden daarom niet of nauwelijks plaats. De casemanagers beoordelen ook zelf het trajectplan. Is het concreet, realistisch en doelgericht? De begeleiding van een PIB traject bleek de casemanager meer tijd te kosten dan een regulier traject. Onder andere door het verkennen van de specifieke behoeften, het zoeken naar de juiste aanbieder en een intensievere monitoring van de voortgang. In ’s-Hertogenbosch kwam het aanbod in de markt niet altijd overeen met de vraag van de PIB-klanten. De casemanagers hebben zich verdiept in het bestaande aanbod in de markt om zo de klanten beter te kunnen bijstaan in het zoekproces naar een passend traject. Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)l 13
De verordening van ´s-Hertogenbosch kende al de mogelijkheid van de individuele inkoop, waarbij de gemeente opdrachtgever is. De verordening hoefde dan ook niet verder aangepast te worden. Het inkoopcontract wordt getekend door de aanbieder en de gemeente. De inburgeraar tekent zijn trajectplan. ’s-Hertogenbosch ziet in de toekomst nog meer mogelijkheden om tot maatwerk te komen. Het PIB is daarvoor niet toereikend. De behoefte bestaat om snel trajecten te kunnen ontwikkelen naar behoefte. Ze denken dan ook een andere groep klanten te kunnen bedienen, bijvoorbeeld mensen die inburgering willen combineren met werk of stage in een bepaald vakgebied. Ook heeft deze gemeente door het innovatietraject een andere kijk op het inkoopbeleid ontwikkeld. Er wordt meer flexibel ingekocht.
Aanbevelingen ’s-Hertogenbosch: • Maak een handboek met relevante informatie en werkinstructies voor de casemanagers. Zij delen hun werkervaring met elkaar en zorgen zo voor de verdere ontwikkeling van het PIB als instrument. • Casemanagers moeten voldoende tijd krijgen om het PIB uit te voeren. Het is een tijdrovend product dat om de houding van een ondernemer vraagt. De casemanager moet kunnen experimenteren. Terugoppelen van ervaringen en het snel inspelen op vragen zijn belangrijk om de casemanager in de beginperiode te faciliteren. • Timmer het product niet teveel dicht via allerlei regels. Binnen het PIB kun je op zoek gaan naar de behoefte van de klant. Het is niet productief hier van tevoren allerlei beperkende voorwaarden aan te koppelen. • Offertes van de PIB aanbieders vragen extra aandacht. De onderhandelingspositie van de gemeente is minder sterk omdat de meeste aanbieders geen slagingsgarantie willen bieden en ook specifieke betalingseisen hanteren. Omdat het om een enkel traject gaat zijn zij vaak niet bereid om concessies te doen. Dit vraagt om goede afspraken met de aanbieder en monitoren van de voortgang.
Voor de uitvoering van het innovatietraject is een projectleider PIB ingezet. De PIB’s worden in de reguliere intakes geworven. De inburgeringsconsulenten maken de inschatting of een inburgeraar met een PIB kan inburgeren. Dat wordt vervolgens besproken met één van de twee PIBcoaches. Als een PIB aan de orde is, wordt het dossier overgedragen en doet de PIB-coach de verdere begeleiding. Alle consulenten moeten dus bekend zijn met het PIB. De projectleider PIB zorgt ervoor dat de ervaringen met het PIB met het hele team gedeeld worden. De PIB-coaches volgden een training om cliënten goed te kunnen begeleiden. In Groningen ligt de verantwoordelijkheid voor het schrijven van het trajectplan volledig bij de inburgeraar zelf. Er is een stappenplan en een format trajectplan opgesteld om de PIB-klant hiermee te helpen. In de praktijk blijkt dat PIB-inburgeraars hulp zoeken bij het schrijven van hun plan, vaak hun partner of een kennis. Het is mogelijk een professionele schrijver in te huren. Hiervoor is vanuit de gemeente een budget van €750,- beschikbaar. Deze kosten maken deel uit van het trajectbudget van de klant. Er zijn gemiddeld vijf (korte of langere) contactmomenten tussen PIB-coach en inburgeraar voordat het plan voltooid is. Deze oriëntatiefase duurt maximaal 12 weken. Er is een schema met criteria opgesteld aan de hand waarvan de PIB-coaches de plannen beoordelen. In de zomer van 2009 waren nog slechts vier inburgeraars met een PIB traject gestart. Uit evaluatie is gebleken dat de consulenten behoefte hadden aan een checklist en een folder om potentiële PIB-cliënten te informeren over de mogelijkheden. Deze zijn inmiddels opgesteld en verspreid. Ook bleek de richtlijn dat alleen duale trajecten met een PIB mochten worden ingekocht niet realistisch. Die eis is vervolgens komen te vervallen. Ten slotte bleek dat er meer behoefte was aan externe werving. Vervolgens is een folder over het PIB opgesteld. Ook alle bijstandsgerechtigden hebben informatie over het PIB ontvangen.
Groningen
In Groningen is het PIB verankerd in de gemeentelijke inburgeringsverordening, waarin is opgenomen dat het aanbod voor een inburgeringsvoorziening ook kan bestaan uit een PIB. In Groningen sluit de aanbieder een contract met de inburgeraar. De gemeente keurt de offertes goed en stuurt een beschikking naar de inburgeraar. De aanbieder krijgt een bevestigingsbrief. Betaling vindt plaats door de gemeente na toestemming van de PIB-inburgeraar. Op deze manier is een aanbesteding niet nodig.
Voor aanvang van de pilotfase stelde de gemeente Groningen een projectgroep samengesteld die de kaders heeft opstelde. Die projectgroep koos ervoor om met het innovatietraject te experimenteren met de eisen die gesteld worden aan een PIB. Deze moeten de zelfstandigheid van de inburgeraar prikkelen.
In Groningen was de verwachting dat vooral gepardonneerden gebruik zouden maken van het PIB. Dit is niet uitgekomen omdat het grootste deel van die groep al in 2008 aan een traject was begonnen. De verwachting is nu dat het PIB interessant kan zijn voor zelfstandigen. Hierover zijn door de projectleider PIB eind 2009 gesprekken gevoerd met
14 | Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)
afdeling Sociale Zaken. In 2010 wordt dit nader onderzocht. Op dit moment doet een brede groep inburgeraars een beroep op het PIB: zowel hoog- als laagopgeleiden en vooral inburgeringsplichtigen. Groningen heeft zo min mogelijk criteria opgesteld aan de aanbieders. Wel moeten zij ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel. Uitgangspunt is dat de inburgeraar zelf op onderzoek gaat en een aanbieder kiest. Daarvoor kan de inburgeraar zich wenden tot de PIB-coach, de onafhankelijk arbeidsadviseur en websites. Tijdens het innovatietraject zijn met deze beperkte criteria geen vervelende situaties ontstaan. In Groningen zoekt Stavoor voor de gemeente in de krachtwijken naar potentiële inburgeringsbehoeftigen. Stavoor is geïnformeerd over het PIB en heeft al enkele potentiële PIB-cliënten doorgestuurd. Het project Taalcoaches wordt in Groningen uitgevoerd door Humanitas. Ook zij zijn op de hoogte gebracht van het PIB.
behoefte aan ondersteuning door de werkgroep verdween echter. Er is daarnaast geïnvesteerd in directe samenwerking tussen de verschillende bij het PIB betrokken afdelingen binnen de gemeente, te weten Beleidsontwikkeling, Innovatie en Strategie en team Inburgering. In de gemeente Tilburg zijn nog geen wijzigingen doorgevoerd in de verordening. Dit zal gebeuren als alle veranderingen in de wet zijn vastgelegd. Met het PIB wordt zoveel mogelijk gewerkt binnen de werkwijze van afdeling Sociale Zaken. De inburgeraar tekent een inburgeringspolis met daarin de afspraken met de gemeente Tilburg. Het trajectplan wordt uiteindelijk door gemeente, inburgeraar en aanbieder getekend. Er zijn in de gemeente Tilburg geen aanbestedingsprocedures geweest omdat het steeds individuele contracten betreft. In de praktijk is gebleken dat één aanbieder erg veel PIB-trajecten deed. In 2010 wordt met de afdeling Inkoop bekeken of aanbesteden opportuun wordt.
Voor de gemeente Groningen betekende het innovatietraject een heel nieuwe manier van werken: de grote mate van zelfstandigheid die van de inburgeraar verwacht wordt vraagt een andere rol van de consulenten inburgering en werk. In Groningen is het PIB dan ook nog niet door iedereen in het hart gesloten. Het instrument zal zich de komende tijd moeten bewijzen. De PIB-coaches zijn wel erg enthousiast over de mogelijkheden die het PIB biedt.
Er is in Tilburg ook nog geen publiekscampagne opgezet. Wel is er een folder voor inburgeraars ontwikkeld (Zelf Inburgeren) en zijn er artikelen in de Tilburgse Koerier verschenen. De projectleider PIB heeft presentaties gehouden en informatie verstrekt aan andere gemeenten. Aanvragen voor het PIB komen vooralsnog via de reguliere intake of via partnerorganisaties of aanbieders binnen. In Tilburg zijn bovendien twee trajecten met een werkgever in gang gezet om een hele groep inburgeraars te bereiken.
Aanbevelingen Groningen: • Een belangrijke keuze is in hoeverre de regie bij de PIB-inburgeraar komt te liggen. Dit betekent een meer coachende rol voor de consulenten. Hier moet aandacht en ruimte voor zijn. Ook kan er training nodig zijn. • Niet te strak vasthouden aan het inkopen van louter duale trajecten met een PIB. Dit leverde in Groningen te weinig instroom op. • Maak werk van de externe werving en communicatie over het PIB, bijvoorbeeld door een folder voor inburgeraars.
In Tilburg is de casemanager nauw betrokken bij de ontwikkeling van het inburgeringstraject. De klant wordt begeleid in de zoektocht naar een geschikte aanbieder, die ook uiteindelijk het trajectplan opstelt. In de praktijk is gebleken dat er maar een hele kleine groep is die het zelf kan. Dit zijn mensen die intrinsiek gemotiveerd en zelfstandig zijn, en die studie-ervaring hebben. De casemanagers hebben in de meeste gevallen mee moeten zoeken naar een geschikt traject.
Tilburg De gemeente Tilburg heeft een projectleider PIB aangesteld. Zij heeft de intakers en casemanagers (in Tilburg zijn dit gescheiden functies) begeleid in het werken met het PIB. Ook is er een hand-out en werkbeschrijving gemaakt voor medewerkers. Projectleider en intaker bespreken een potentiële kandidaat samen. Die samenwerking verloopt goed. In Tilburg is aanvankelijk een ambtelijke werkgroep ingesteld, die begin 2009 enkele keren bijeen is geweest. De
De gemeente Tilburg hanteert als stelregel: als het past, volgt de cliënt een regulier traject (eventueel met aanpassingen) en anders een PIB. De reguliere trajecten waren dus het uitgangspunt. Omdat de gemeente Tilburg in 2009 is overgestapt van een aanbodstelsel naar een vaststellingstelsel (niet alleen de inburgeringsplicht wordt opgelegd, maar ook de verplichting om een inburgeringstraject te volgen) is de mogelijkheid maatwerk te bieden nog belangrijker geworden. Tijdens de pilot zijn alleen mensen die motivatie, zelfstandigheid en studie-ervaring hadden op een PIB-traject gezet. In gemeente Tilburg zijn de intakers zelf op zoek gegaan naar geschikte aanbieders. Er zijn gesprekken gevoerd met Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)l 15
aanbieders om het PIB onder de aandacht te brengen. Hiervan is een informatiemap gemaakt. De beperking om geen PIB’s in te kopen bij bedrijven waarmee al een overeenkomst bestaat, heeft niet tot problemen geleid. In Tilburg werd ingezet op het aanvragen van twee offertes. Dit bleek in de praktijk niet altijd te realiseren. Vaak is het al moeilijk één geschikte aanbieder te vinden. Wel wordt deze regel aan de cliënten verteld, om ronselpraktijken door aanbieders te voorkomen en om de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar te stimuleren. Maar in de praktijk wordt hier dus vaak vanaf geweken. De aanbieders werken vervolgens met het format van de gemeente voor het opstellen van een trajectplan. In Tilburg is met twee werkgevers een samenwerking aangegaan: de Diamantgroep (veertien personen) en Bakkersland (vijf personen). Ook hier worden de lessen onder werktijd en op de werkvloer gegeven. In 2010 wordt verder naar deze verbinding met werkgevers gekeken. De service sector punten, de matchingsunit, het werkplein en de afdeling Innovatie en Strategie hebben veel contact met werkgevers. Inburgering wordt steeds meer een onderwerp van aandacht in die gesprekken. In Tilburg heeft de projectleider PIB zich verdiept in de verbinding tussen 1001 Kracht en het PIB. Dit is niet eenvoudig. Eind 2009 zijn gesprekken gevoerd met lokale partners om te zien hoe de afdeling Inburgering van de gemeente Tilburg en Contour (1001 Kracht en taalcoaches) elkaar meer kunnen opzoeken in 2010. Ook zijn gesprekken gevoerd met Centrum Buitenlandse Vrouwen en Stichting Nieuwkomers en Vluchtelingenwerk. In 2010 zal Tilburg zich met het PIB meer richten op de andere inburgeringbevorderende trajecten van de Taal- en Participatieladder. In Tilburg wordt voor het PIB niet gewerkt met een standaard budget. De hoogte van het PIB is gerelateerd aan de trajectprijs van een vergelijkbaar gemeentelijke inburgeringsvoorziening bij een van de zes standaard ingekochte trajecten. De Tiwi-toets is dus leidend voor de hoogte van het budget. De uitbetaling gebeurt in Tilburg altijd gestaffeld (35 procent / 50 procent / 15 procent) en rechtstreeks aan de trajectaanbieder. Voor een aantal aanbieders is gestaffelde uitbetaling een probleem (bijvoorbeeld de Universiteit van Tilburg en kleine aanbieders). Hier wordt in 2010 verder naar gekeken.
16 | Het persoonlijk inburgeringsbudget (PIB)
Gemeente Tilburg geeft aan zeer positief te zijn over het PIB vanwege de vrijheid die het inburgeraars biedt. Ook blijkt het PIB een uitkomst voor mensen die in eerste instantie zeer negatief zijn over inburgering. Door de vele mogelijkheden en de flexibele en coöperatieve houding van de gemeente worden ze een stuk gemotiveerder. In 2010 wordt in Tilburg nog een aantal zaken uitgewerkt en concreet gemaakt. Bijvoorbeeld de werkgeversbenadering, een eventuele aanbestedingsronde, contracten en communicatiemiddelen richting aanbieders en werkgevers.
Aanbevelingen Tilburg: • Het kost tijd om PIB echt neer te zetten. Het is verstandig eerst alles eromheen te regelen en dan pas de medewerkers ermee te laten werken. Het is wel belangrijk de uitvoering bij de plannen te betrekken. En steeds toetsen aan de praktijk wat werkt en wat niet. • PIB inburgeraars zijn bijna nooit in staat om zelf te zoeken naar een geschikte uitvoerder. Houd dus rekening met extra tijdsinzet van de casemanager voor begeleiding hierin. • Het was zeer nuttig dat de casemanagers zich in de markt hadden verdiept. Het verplicht stellen van meerdere offertes bleek niet realistisch. • Maak vooraf afspraken met de aanbieder over uitbetaling, als staffeling een probleem blijkt. • Het PIB is geen wondermiddel. Mensen die ernstige lichamelijke beperkingen hebben, in 5-ploegendienst werken of 60 uur per week werken in hun eigen zaak zijn ook met een PIB niet geholpen.
VROM 0255 | september 2010
Dit is een publicatie van: Ministerie van VROM Rijnstraat 8 | 2515 XP Den Haag | www.vrom.nl