Het noorden kwijt wiskunde •
aardrijkskunde • biologie • techniek 1e graad secundair onderwijs
Het educatief pakket ‘TOP SECRET’ is een actie binnen het actieplan Wetenschapscommunicatie, een initiatief van de Vlaamse Overheid. Het educatief pakket ‘TOP SECRET’ werd gerealiseerd door Technopolis®, het Vlaamse doe-centrum voor wetenschap en technologie in Mechelen. Met Technopolis® brengt F.T.I vzw in opdracht van de Vlaamse Regering wetenschap en technologie dichter bij de mens. Voor meer informatie over het actieplan Wetenschapscommunicatie: www.ewi-vlaanderen.be/actieplan Wees altijd voorzichtig! Technopolis® kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor gebeurlijke schade of ongevallen tijdens het uitvoeren van de experimenten. Flanders Technology International vzw-2010- alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd zonder voorafgaandelijke schriftelijke toestemming van de uitgever. Verantwoordelijke uitgever: Erik Jacquemyn, Technologielaan, 2800 Mechelen.
Voorwoord Kruip in de huid van een spion en ontdek hoe je je vliegensvlug moet oriënteren, zodat je in alle situaties de beste vluchtweg kan kiezen. Aan de hand van dit educatief pakket ontdek je zelf hoe wetenschap en technologie op verbazingwekkende wijze toegepast worden in de spionagewereld. Dit educatief pakket is bedoeld voor de eerste graad van het secundair onderwijs. Het laat toe om op een speelse manier, met laagdrempelige proefjes en doe-opdrachten een aantal wetenschappelijke en technologische onderwerpen op een leuke manier in de klas te behandelen. Leerkrachten vinden in elke bundel een heleboel handige lestips en heel wat achtergrondinformatie. Achteraan elk hoofdstuk staat een overzicht van de eindtermen die dat hoofdstuk mee kan helpen realiseren. Naast dit deel Lokaliseren, dat zich specifiek op de les aardrijkskunde richt, bestaat het pakket nog uit de onderdelen Cryptografie, Identificeren en Beveiliging voor de vakken wiskunde, biologie (natuurwetenschappen) en techniek. Met behulp van het educatief pakket ‘TOP SECRET’, wordt het leven en werk van een spion ontmaskerd. De leerlingen worden ondergedompeld in de wereld van de spionage en contraspionage. Met behulp van deze vier bundels uit het educatieve pakket, kruipen de ze zelf in de huid van een echte spion.
Technopolis® • TOP SECRET >Voorwoord
We wensen jou en je leerlingen veel spionageplezier!
3
INHOUD Voorwoord
3
1. Wiskunde 1.1. Cryptografie 2. Aardrijkskunde 2.1. Het noorden kwijt Doe het zelf Leerkrachtenfiche
5 6 6 9
2.2. Een uitweg in je hoofd Doe het zelf Leerkrachtenfiche
12 12 15
3. Biologie 3.1. En de dader is … een kiwi 3.2. Wanneer is de moord gepleegd? 3.3 Verraden door je vingers 3.4. De laatste slok 3.5. Wie is er hier geweest? 4. Technologische opvoeding 4.1. Op heterdaad betrapt 4.2. Leerkrachtenfiche
4
>2. Aardrijkskunde Lokaliseren
5
>>2.1. Het noorden kwijt? Doe het zelf! Een kompas
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.1. Het noorden kwijt?
Waar is dat goed voor?
Stel, je moet je plotseling – en ongemerkt! – uit de voeten maken. Probleem: je weet niet goed waar je bent en kunt je dus moeilijk oriënteren. Ook zonder gps moet je jezelf kunnen redden! Het komt er dan op aan de windrichtingen in het landschap terug te kunnen vinden. Gewoonlijk zoeken we het noorden. Als je weet waar het noorden ligt, weet je ook de andere windrichtingen liggen. Het eenvoudigst werk je met een kompas. Dat is een toestelletje waarmee je heel nauwkeurig het noorden kunt terugvinden. Een kompas wijst namelijk altijd het noorden aan.
6
Hoe dat werkt? Simpel: een kompas bestaat uit een magnetische naald, die in het midden vastzit maar heel soepel kan ronddraaien. Het magnetische veld van de aarde trekt de magnetische naald aan en die draait rond tot de ene kant naar de Noordpool en de andere naar de Zuidpool wijst. Op het toestel zijn vaak ook de andere windrichtingen aangebracht, maar voor de werking zijn die eigenlijk niet van belang. Handig om op zak te hebben dus, zo’n kompas! En als je er geen op zak hebt, kun je er zelf een maken. Je moet alleen het principe van het kompas nabootsen: een langwerpige magneet, die heel soepel kan ronddraaien. Langwerpige magneten lijken op het eerste gezicht moeilijk te vinden, maar je kunt die ook zelf maken: elk stuk staal (een spijker, een metaalboor, een naald …) kan magnetisch gemaakt worden. Daarvoor heb je dan wel een gewone magneet nodig, en die vind je ook snel : in elke elektromotor, elke transformator (gsm-lader, voeding van een iPod …) en elke luidspreker zit er bijvoorbeeld eentje. Ten slotte heb je ook nog een vloeistof nodig en iets om die in te doen, maar een gewone plas met regenwater of een toilet kunnen ook dienst doen. Laten we het eens uitproberen.
Handen uit de mouwen materiaal: x naald x magneet x schijfje kurk (of iets anders dat drijft, bv. een stukje hout of schors) x water x plastic bakje
Ook goed om te weten
Er zijn nog andere manieren om het noorden te vinden: 1. met het mos op boomstammen, dat duidelijk dikker groeit aan de noordkant; 2. met de Poolster, die pal boven het geografische noorden staat; 3. met herkenningspunten in het landschap en je kaart (als je er een hebt).
1.
Bomen zul je niet overal vinden en de methode is niet nauwkeurig genoeg. Ze kan je wel op weg helpen,
maar meer niet. Bovendien moet je er rekening mee houden dat op het zuidelijk halfrond het mos dikker staat aan de zuidkant. 2.
Grote Beer
Kleine Beer Poolster
werkwijze:
x Neem de naald stevig vast tussen duim en wijsvinger, aan de kant van het oog; x neem de magneet in de andere hand en wrijf er minstens 30 keer mee van het oog van de naald naar de punt; x steek de naald horizontaal door het schijfje kurk; x giet (genoeg) water in het bakje; x leg het schijfje kurk met de naald erdoor in het bakje. De punt (niet het oog!) wijst naar het magnetische noorden.
De Poolster is een prima manier om het noorden te vinden. Je gaat als volgt tewerk:
- je zoekt de Grote Beer, een sterrenbeeld van zeven
let op!
x Houd geen andere magneten, stukken metaal of batterijen in de buurt van je kompas, want die kunnen de naald beïnvloeden. Ook een elektrisch veld, zoals rond een buislamp, heeft zo’n effect. x Je naald blijft niet dagenlang magnetisch. Zodra je stopt met erover te wrijven, begint ze haar magnetisme te verliezen. Na enkele uren is ze al zoveel kracht kwijt dat ze niet meer bruikbaar is. Je kunt ze natuurlijk wel opnieuw magnetisch maken, zo vaak als je maar wilt.
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.1. Het noorden kwijt?
N
heldere sterren in de vorm van een vierhoek met een staart (zie afbeelding);
- je verlengt de afstand tussen de twee laatste sterren van het vierkant vijfmaal, daar staat de Poolster;
- van de Poolster loodrecht naar beneden ligt het geografische noorden op aarde.
Uiteraard kun je deze methode alleen ’s nachts bij
noordelijk halfrond zit. Ze helpt je dus niet altijd
helder weer toepassen én opnieuw als je op het
verder, maar het is een snelle methode en dus handig om te kennen.
7
s
niet georiënteerd
3.
georiënteerd
Een heel nauwkeurige manier om het noorden te
vinden, is jezelf oriënteren met je kaart. Zo weet je niet alleen het noorden liggen, maar ook meteen waar je zelf bent. De methode werkt als volgt :
- je zoekt twee opvallende punten in het landschap (een kerk, een berg, een watertoren, een bos in de verte …);
- je zoekt diezelfde punten op je kaart;
- je draait de kaart totdat je twee denkbeeldige rechte Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.1. Het noorden kwijt?
lijnen kunt trekken, vanuit de punten in werkelijkheid door de punten op je kaart. Waar de rechten elkaar kruisen, sta jij;
- de noordkant van je kaart (meestal de bovenkant) wijst naar het geografische noorden.
8
Deze methode lukt altijd – op voorwaarde dat je een
vinden zijn, natuurlijk.
kaart van de streek hebt en er oriëntatiepunten te
s = standplaats
Leerkrachtenfiche
x Zorg ervoor dat tijdens de proef altijd dezelfde werkwijze wordt gevolgd, opdat je zou weten welke kant van de naald het noorden aanwijst. Je kunt daarom beter de proef enkele keren oefenen. x Wil je vakoverschrijdend werken met bijvoorbeeld TO, dan kun je met de leerkracht TO afspreken om elke leerling een écht kompas te laten maken. De leerkracht TO moet dan een plastic behuizing voorzien die waterdicht kan worden afgesloten, alsook spijkertjes en zeer dunne staafmagneetjes (liefst zelfs blijvend magnetische naalden). In de les TO plaatsen de leerlingen een spijkertje dwars door het midden van de onderkant van de behuizing (afdichten met silicone). Dat is het ophangpunt. In de staaf-magneetjes moet – alweer perfect in het midden – een gaatje gemaakt worden. Daarna vullen de leerlingen de behuizing met aceton (smeermiddel om soepeler te draaien) en plaatsen ze de naald met het gaatje over de punt van het spijkertje. Dan wordt de behuizing gesloten (met lijm of silicone). In de les aardrijkskunde zetten de leerlingen met alcoholstift de windrichtingen op de juiste plaats van de behuizing. • Opgelet: aceton is een uitstekend oplosmiddel voor een hele reeks plastics. Eerst testen of je kompasbehuizing er tegen kan. x Houd je het liever binnen de les aardrijkskunde, dan speel je toch het best in op het netjes-werken. Op een echt kompas worden kleuren aangebracht: de noordkant wordt gewoonlijk zwart gemaakt, de zuidkant wit, rood of blauw. Soms staat er zelfs een windroos op, met de vier hoofd- en de vier belangrijkste tussenwindrichtingen (N, O, Z en W en NO, ZO, ZW en NW). Voor de werking van de naald speelt dat natuurlijk geen enkele rol, maar het kompas ziet er wel professioneler uit.
In de praktijk: • Snijd zelf vooraf schijfjes kurk en zorg ervoor dat die overal even dik zijn. • Zet per bank twee potjes verf klaar, een penseel, een spoelbakje voor het penseel en een vodje om het af te vegen, een schijfje kurk, een naald, een magneet, een (liefst doorzichtig) bakje, een flesje water en een wit blad papier. • Je legt je leerlingen uit wat je gaat doen en waarom, en hoe een kompas werkt (zie inleiding Waar is dat goed voor?). Je zorgt dat de stappen van de doe-fiche op het bord staan, of op een blad papier dat elke (groep) leerling(en) heeft gekregen. Je tekent best zelf een windroos op het bord. • Je verdeelt de taken. De proef kan gemakkelijk per twee worden gedaan: leerling A maakt de naald magnetisch, beschildert de kurk en bevestigt de magnetische naald. (De naald moet precies in het midden zitten, want zodra het kurkschijfje uit evenwicht is, werkt het kompas minder goed.) Leerling B tekent de windroos op het blad papier. Het bakje wordt op de windroos geplaatst en gevuld met water uit het flesje. Dan wordt het schijfje kurk met de naald voorzichtig in het water gelegd. • Jij loopt rond als moderator en laat elke groep zijn windroos oriënteren. Als afsluiter kun je de hele groep samen naar het noorden laten wijzen of hen vragen aan welke kant van het gebouw jouw lokaal is gelegen. • Als ergens in je klas of de school het noorden is aangegeven, controleer dan eerst of dat nog wel klopt.
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.1. Het noorden kwijt?
Didactische tips
9
x Je kunt gebruik maken van de volgende fiche om de leerlingen zichzelf te laten evalueren of om hen zelf te beoordelen. Je omcirkelt wat je van toepassing vindt (1 is zeer zwak, 5 zeer goed). Stappen
Ikzelf
Mijn leerkracht
Netjes?
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
Werkt mijn kompas?
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
Was mijn windroos goed georiënteerd?
1
2
3
4
5
1
2
3
4
5
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.1. Het noorden kwijt?
Achtergrondinformatie
10
x De magnetische naald van een kompas richt zich naar het magnetisch veld van de aarde en wijst dus het noorden en zuiden aan. Houd er echter rekening mee dat het geografische noorden/ zuiden en het magnetische noorden/zuiden niet helemaal overeenstemmen. Afhankelijk van waar ter wereld je je bevindt, kun je een afwijking krijgen van enkele graden oost- of westwaarts. De magnetische polen blijven namelijk een héél klein beetje achter op de omwenteling van de aarde en verschuiven dus langzaam maar zeker (zo’n 15 km per jaar). x Om de zoveel eeuwen slaan de magnetische polen zelfs helemaal om. Dat heeft men kunnen vaststellen door de ijzerpartikels in lava (dat is gestold magma) te onderzoeken. Als ijzer smelt, wordt het magnetisch. De druppeltjes richten zich dan naar het magnetisch veld van de aarde. Stolt het magma, dan kunnen de kleine magnetische ijzerpartikels zich niet meer bewegen, en zich dus niet meer richten naar het magnetisch aardveld op een later moment. Als we dus kijken hoe de magnetische ijzerpartikels in gestold magma georiënteerd zijn, dan weten we dus hoe het magnetisch aardveld lag toen het magma uit de aarde vloeide. Als we tenminste zeker zijn dat de aardlaag of het
rotsblok na het stollen niet weer verplaatst is. Maar hoe weten we hoe oud het magma is? In het midden van de Atlantische Oceaan ligt de MidAtlantische Rug. Dat is de plaats waar de continenten uit elkaar drijven en waar voortdurend magma naar boven komt. Aangezien men weet hoe snel de continenten uit elkaar drijven, weet men dus ook hoe oud het magma is op eender welke afstand van de Rug. Stel dat de jaarlijkse drift 4 cm bedraagt en men neemt een stuk lava op 400 m van de Rug, dan betekent dat dat die lava 10.000 jaar oud is (400 m of 40.000 cm gedeeld door 4 cm per jaar). En dankzij de oriëntatie van de ijzerpartikels in de lava, weten we hoe het magnetisch veld op aarde 10.000 jaar geleden erbij lag. Zo weten we dat de laatste ompoling ongeveer 780.000 jaar geleden is gebeurd. Welke gevolgen zoiets heeft, is onbekend, al zou er mogelijk een verband bestaan met de massale uitsterving tijdens het Perm- en het Krijt-tijdperk.
x Op de afbeelding hierboven zie je de magnetische noordpool de laatste vierhonderd jaar. Maar het magnetische veld verplaatst zich soms ook dage-
lijks. Zonnestormen (magnetisch geladen deeltjes die van de zon afkomstig zijn en in de dampkring terechtkomen, soms zichtbaar als noorderlicht) kunnen plotse schommelingen van 1° teweegbrengen. Het kompas kan dus binnen één en dezelfde dag in een lichtjes andere richting wijzen. In onze gebieden is dat verschil niet merkbaar, maar in erg noordelijk gelegen streken is de afwijking (of declinatie) tussen het geografische noorden (de Noordpool) en het magnetische noorden zo groot, dat een magnetisch kompas geen zin meer heeft.
Doelstellingen Eindtermen
2. De leerlingen kunnen kaarten en plattegronden lezen door gebruik te maken van legende, schaal en oriëntatie.
x Volgens het KMI zit België tot 2012 gebeiteld. In Oost-België zal de declinatie gelijk zijn aan 0°, in West-België slechts -1°. (Als de kompasnaald te veel naar het westen wijst, is de declinatie negatief. Als ze te veel naar het oosten wijst, is ze positief). In 1860 bedroeg de declinatie bij ons nog -17°. De voorspellingen tonen aan dat ze nu positiever zal worden met 0,12° per jaar.
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.1. Het noorden kwijt?
x De laatste 150 jaar is het magnetisch veld ook 10 % zwakker geworden. Sommige wetenschappers beweren dat zulks een ompoling aankondigt, anderen zeggen dat het veld binnen 2000 jaar volledig zal zijn verdwenen. Maar eigenlijk weten we veel te weinig van het magnetisch veld om dergelijke grote theorieën te verkondigen. Zo zijn er plaatsen waar het veld veel zwakker is dan elders, zoals de zogenaamde South Atlantic Anomaly (boven het zuiden van de Atlantische Oceaan en een deel van Zuid-Amerika). Op die plaatsen kan schadelijke zonnestraling veel dieper in de atmosfeer doordringen en satellieten beschadigen. Wat die zwakke plek veroorzaakt? Geen flauw idee.
11
>>2.2. Een uitweg in je hoofd Doe het zelf!
Een mentale kaart van je omgeving
Waar is dat goed voor?
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.2. Je vluchtweg berekenen
In het vorige hoofdstuk leerde je jezelf te oriënteren. Die kennis komt je hier van pas: als geheim agent moet je altijd een uitweg voor ogen hebben. Je moet dus in staat zijn om heel snel een nauwkeurige mentale kaart van je omgeving in je hoofd te vormen. En daarbij zijn een aantal vaardigheden van essentieel belang. Eerst en vooral moet je afstanden kunnen inschatten. Zeker in lange gangen en slecht verlichte gebouwen heb je de neiging die te onderschatten. Je moet in je hoofd ook een soort grondplan opbouwen van het gebouw of de plaats waar je op dat moment bent. Daarop staan – bij wijze van spreken – de ont-
12
snappingsmogelijkheden met groen en de gevaarlijke punten met rood aangeduid. Dat betekent dus dat je zo precies mogelijk moet weten waar de mogelijke gevaren liggen. Wat is de functie van de kamers in het gebouw? Waar zit een hond? Welke ronde maakt de nachtwaker en waar zitten de gaten in het hek? Waar groeit een boom die sterk genoeg is om erin te klimmen en over de muur te geraken? Waar schakel je de alarminstallatie uit? Of … waar vind je wat je zoekt? Verhoudingen, verbanden en waarschijnlijkheden herkennen speelt een essentiële rol in de dagelijkse praktijk van een geheim agent. Het vergt jarenlange training om dat alles correct te leren. Best maar meteen beginnen dus.
Handen uit de mouwen
2. De gang naast de kamer lengte
breedte
hoogte
……… = ………%
……… = ………%
……… = ………%
schatting meting verschil
materiaal: x lintmeter, rolmeter, vouwmeter of maatstok x potlood (en gom) x ruitjespapier
werkwijze:
3. De omgeving
lengte
breedte
hoogte
……… = ………%
……… = ………%
……… = ………%
schatting meting
x Schat de afmetingen en vul ze in. x Meet daarna lengte, breedte en hoogte en vergelijk met je schatting. x Teken een plattegrond van de kamer op een ruitjesblad. x Uiteraard moet je verkleinen: een kamer is groter dan een blad papier. Kies dus een eenvoudige schaal in functie van je blad, zodat ook de langste zijde er netjes op kan en je er nog naast kunt schrijven. Kies een ronde schaalfactor, bv. 1: 100 (100 keer kleiner dan de werkelijkheid) of 1:50. Zo is het later veel eenvoudiger om de werkelijke afstanden te reconstrueren. Vermeld dus de schaal! x Duid de deuren en ramen aan op corresponderende grootte. Dat zijn mogelijke vlucht- ( of toegangs-)wegen. De hoogte geef je niet weer.
Heel belangrijke stap die zelfs door beroepsagenten vaak wordt vergeten: niet alleen het gebouw is van belang, ook de directe omgeving ervan. Wat heb je aan een ontsnapping uit het gebouw, als het hek eromheen onder hoogspanning staat? Waar zijn de in- en uitgangen? Hoe zijn ze bewaakt? Wanneer worden ze geopend? Waar staat de bediening van de poort? lengte
breedte
hoogte
……… = ………%
……… = ………%
……… = ………%
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.2. Je vluchtweg berekenen
1. De kamer waar je bent
verschil
x In de meeste officiële gebouwen liggen kamers aan een gang. Schat de lengte, breedte en hoogte van de gang in en vul ze in. x Meet daarna de gang op, vul in en vergelijk. x Maak van de gang een plattegrond op schaal. Vermeld de schaal! Duid aan welke deuren er vertrekken van de gang (op schaal) en noteer bij elke deur de functie van het lokaal dat erachter ligt. Zo leer je de gevaarlijke plaatsen kennen en de mogelijke uitgangen.
voorgevel linker zijgevel achtergevel rechter zijgevel verschil
x Schat de lengte van de gevels van het gebouw. Meet ze daarna op en vergelijk. x Teken de plattegrond op schaal. Vermeld de schaal! Duid op corresponderende grootte de deuren en ramen van de benedenverdieping aan. Dat zijn je vluchtwegen.
13
4. Synthese De belangrijkste stap: voeg alle plattegronden samen tot een geheel. x Zorg dat alle schalen dezelfde zijn, herbereken dus indien nodig. x Nu volgt het denkwerk : waar zitten de gevaarlijke punten? Wat zijn logische ontsnappingsroutes? Vergeet niet eventuele bewakingssystemen te vermelden op je uiteindelijke plattegrond.
x Memoriseer het geheel zodat je in je geheugen een mentale kaart hebt, waarop je op elk moment een beroep kunt doen. x Oefen de verschillende onderdelen herhaaldelijk apart, tot ze als geheel in je hoofd samenvallen. Pas dan doe je dat soort dingen automatisch en heb je geen metingen meer nodig. Dát redt het leven van de beroeps-geheim-agent.
Denkoefening
x De eerstvolgende keer dat je in een openbaar gebouw bent, reproduceer je de weg die je genomen hebt vanaf je verblijfplaats. Je schat de afstanden van elke straat in en vult daarna deze fiche in.
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.2. Je vluchtweg berekenen
Straten
14
geschatte afstand
gemeten afstand
verschil
x Neem een kaart van de streek en meet de afstanden. Vul ze in en vergelijk. x Blijf dit oefenen tot je schatting accuraat is. Soms zul je een vluchtweg in tijd moeten kunnen berekenen en dan is een goede inschatting van afstanden nodig.
Leerkrachtenfiche
x Uiteraard is het inschatten van afstanden voor een niet-spion van minder belang, al heeft het wel zijn nut: ‘Kan ik nog oversteken voor die auto hier is?’ Maar het gaat hem natuurlijk vooral om het lezen van kaarten en plattegronden. De opdrachten die op de fiche staan, hebben daar dan ook alles mee te maken. Je benadrukt best dat kaarten en plattegronden een verkleinde weergave van de werkelijkheid zijn, van bovenuit gezien en met correcte onderlinge afstanden. Je legt dus uit wat een schaal is (‘de mate waarin de werkelijkheid verkleind is weergegeven’) en dat er regels zijn waaraan kaarten en plattegronden moeten voldoen, zoals afgesproken symbolen en kleuren. Je spreekt dan ook best symbolen voor deuren en ramen af. x Die opdrachten nemen te veel tijd in beslag als je de hele klas alle opdrachten wilt laten maken. Daarom is groepswerk een betere optie. Je stelt een termijn voorop, spreekt gedragsregels af en stuurt de groepen erop uit met hun opdracht. Bv. groep A meet gang A, groep B meet gang B, groep C de omgeving, groep D klaslokaal C7 en
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.2. Je vluchtweg berekenen
Didactische tips
groep E de refter. Als het aantal ramen te veel tijd in beslag neemt, beperk je dan tot de deuren. Je moet dat groepswerk grondig voorbereiden om tot een mooi resultaat te komen. Als je alle resultaten samenlegt, zou je bijvoorbeeld een plattegrond moeten kunnen bekomen van één vleugel van het schoolgebouw. Het heeft geen zin om een zeven verdiepingen tellende school helemaal op te meten, en de voetgangers in de drukke binnenstad hoeven ook niet geplaagd te worden door horden met meetstokken rondhollende jongeren. Het gaat om de vaardigheid, niet de locatie. Je kunt echter wel vragen om een gelijkaardige oefening te maken als huiswerk. x Wat de denkoefening betreft: de weg naar school kent iedereen normaal gesproken wel, zij het niet met de naam van elke straat. In dat geval werk je met nummers (straat 1 …). Je gebruikt ook de topografische kaart van je streek. Zijn er leerlingen die van te ver komen, dan laat je hen beginnen vanaf de rand van de kaart, waar hun reisweg die overschrijdt. Vervolgens geef je hen de kaarten mee en laat je hen de afstanden meten en vergelijken. Ook hier gaat het niet om het schatten, maar om het lezen van de topografische kaart. x Overlapping met het vorige hoofdstuk: • Geen plattegrond of kaart zonder noord-oriëntatie, dus die moet op de zelfgemaakte plannen ook aanwezig zijn. • Geen kompas bij de hand? Oriënteer jezelf met behulp van je zelfgemaakte kaart (op voorwaarde natuurlijk dat je weet wat de noordkant daarvan is). • Wat is de noordkant van het gebouw? Maak zelf een kompas en oriënteer je zelfgemaakte kaart.
15
Doelstellingen Eindtermen
Technopolis® • TOP SECRET >2. Aardrijkskunde >>2.2. Je vluchtweg berekenen
2. De leerlingen kunnen kaarten en plattegronden lezen door gebruik te maken van legende, schaal en oriëntatie. 3. De leerlingen kunnen een kaart en een aardrijkskundig element in een atlas (c.q. topografische kaart) vinden en lokaliseren aan de hand van de inhoudstafel en het namenregister (c.q. de legende).
16
Met dank aan:
Dries Remeysen : tekst x Paul Hoskens : tekeningen p. 7 en p. 8 Corbis Belgium : foto’s p. 6, 12, 13, 15; Paul Hoskens : foto p. 7; Volkssterrenwacht Urania (www.urania.be) : foto p. 10
x x
Technopolis®, waar experimenteren fun is! Fietsen op een kabel op 5 meter hoogte? Zelf een vliegtuig aan de grond zetten? In een superzeepbel staan? Een dutje doen op een spijkerbed? … Je kunt het zo gek niet bedenken of je beleeft het in Technopolis®, het Vlaamse doe-centrum voor wetenschap en technologie.
Technopolis® is geen gewoon museum, maar een doe-centrum, waar je je uitleeft in meer dan 280 experimenten.
Kinderen tussen 4 en 8 jaar kunnen zich uitleven in het Kinder-doe-centrum, waar 90 bijkomende interactieve opstellingen werden aangebracht op kindermaat en aangepast aan hun leefwereld. En in de Doe-tuin kun je zelfs in openlucht experimenteren.
Je mag hier overal je neus insteken: je voelt, probeert en experimenteert zelf. Zo begrijp je de dingen beter en
sneller en leer je op een toffe en spannende manier iets bij over wetenschap en technologie. Je zult merken dat wetenschap allesbehalve saai is!
Spannende shows en toffe demo’s maken je bezoek aan Technopolis® extra leuk. Edutainers, Technopolis®
medewerkers, laten je tijdens zo’n show of demo op een leuke manier kennismaken met wetenschap. Zo kun je
bijvoorbeeld je haren rechtop laten zetten aan de Van de Graaff-generator. Niet met gel of haarlak maar … met elektriciteit! Regelmatig staan er nieuwe shows en demo’s op het programma.
Technopolis® trekt er ook regelmatig op uit! Kinderhappenings, beurzen, evenementen voor het grote publiek ... Afhankelijk van het soort evenement, zijn we aanwezig met een stand, een wetenschappelijke doe-hoek, opstellingen met experimenten, de TechnoVelo® of de wetenschapstruck MysteriX® .
Voor scholen heeft Technopolis® een uitgebreid educatief aanbod. Educatieve pakketten en werkboekjes, educatieve parcours, wetenschapstheater, een wetenschapstruck … Leerkrachten uit zowel het basis- als het secundair
onderwijs gebruiken het educatief materiaal van Technopolis® om de wetenschappelijke of technologische lessen aantrekkelijker te maken. Op www.technopolis.be vind je gratis downloadbaar educatief materiaal en meer informatie over het educatieve aanbod van Technopolis®.
Wil je nog meer experimenteren? Neem dan een kijkje op www.experimenteer.be. Je vindt er heel wat leuke
proefjes die je thuis of in de klas zelf kunt doen.
Meer info? Surf: www.technopolis.be of bel: 015 / 34 20 00. Technopolis®, Technologielaan, 2800 Mechelen