Annemarie Huiberts Lex Lemmers
Handleiding Watdrinkjij.nl De achterkant van de jongerendrinktest en de toepassing in de praktijk
Trimbos-instuut, Utrecht, december 2009
Trimbos-instituut Da Costakade 45 Postbus 725 3500 AS Utrecht T: 030-2971100 F: 030-2971111 www.trimbos.nl © 2009, Trimbos-instituut, Utrecht. Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, zonder voorafgaande toestemming van het Trimbos-instituut.
Inhoud Voorwoord
5
DEEL A. PRAKTISCHE TOEPASSING WATDRINKJIJ.NL
7
1 1.1 1.2 1.3
Introductie Een alcohol advies-op-maat voor jongeren Onderzoek Leeswijzer
7 7 10 10
2 2.1 2.2
Praktische tips Met jongeren in gesprek Inhoudelijke voorbereiding
13 13 14
DEEL B. STRUCTUUR WATDRINKJIJ.NL
17
Sectie 1. Jouw alcoholgebruik 1.1 Theoretische achtergrond 1.2 Testvragen 1.3 Beslisregels en adviezen 1.3.1 Beslisregels en adviezen. Alcohol en jouw gezondheid 1.3.2 Beslisregels en adviezen. Hoe vaak drink jij? 1.3.3 Beslisregels en adviezen. Hoeveel drink jij?
17 17 18 18 18 21 22
Sectie 2. Het alcoholgebruik van jouw leeftijdsgenoten (niet on-line) 2.1 Theoretische achtergrond 2.2 Testvragen, beslisregels en adviezen 2.2.1 Basisschool 2.2.2 Voortgezet onderwijs jonger dan 14 jaar 2.2.3 Voortgezet onderwijs vanaf 14 jaar
25 25 25 26 27 28 29
Sectie 3. Waarom drink jij? 3.1 Theoretische achtergrond 3.2 Testvragen 3.3 Beslisregels en adviezen 3.3.1 Beslisregels en adviezen interne motieven 3.3.2 Besisregels en adviezen externe motieven
33 33 33 34 34 35
Sectie 4. Loop jij extra risico? 4.1 Theoretische achtergrond 4.2 Testvragen 4.3 Beslisregels en adviezen
37 37 38 39
Sectie 5. Jouw advies 5.1 Theoretische achtergrond 5.2 Testvragen, beslisregels en adviezen
43 43 43
Literatuur
45
TRIMBOS-INSTITUUT
3
Voorwoord Watdrinkjij.nl is een internet advies-op-maat voor jongeren. De site biedt jongeren de mogelijkheid om zelfstandig en in hun eigen tijd hun alcoholgebruik anoniem te testen. De drinktest voor jongeren kan ook ingezet worden als onderdeel van alcoholpreventieprojecten. Deze handleiding is bedoeld voor professionals die watdrinkjij.nl willen inzetten in hun eigen projecten. De handleiding beschrijft de theoretische achtergrond en inhoud van de website en hoe deze door intermediairen gebruikt kan worden tijdens de eigen werkzaamheden.
TRIMBOS-INSTITUUT
5
DEEL A. PRAKTISCHE TOEPASSING WATDRINKJIJ.NL 1
Introductie
1.1 Een alcohol advies-op-maat voor jongeren De jongerendrinktest www.watdrinkjij.nl is een digitaal advies-op-maat systeem. In een dergelijk systeem beantwoorden jongeren on-line een aantal vragen waarna zij automatisch op basis van de gegeven antwoorden een persoonlijk advies krijgen. De belangrijkste ingrediënten van een advies-op-maat systeem zijn: 1. Een vragenlijst 2. Een verzameling adviesteksten 3. Beslisregels die antwoordcombinaties koppelen aan adviesteksten De adviezen in de jongerendrinktest worden onder meer afgestemd op het geslacht, de leeftijd en het drinkgedrag van de jongere. Er zijn dus verschillende adviesteksten voor jongens en meisjes, voor jongeren die veel, weinig en niet drinken, en voor jongeren in verschillende leeftijdscategorieën. Iedere jongere krijgt alleen die adviesteksten die op hem of haar 1 van toepassing zijn. Daarom bevat voorlichting-op-maat in vergelijking tot algemeen voorlichtingsmateriaal meer relevante en minder overbodige informatie. De verwachting is dat zo de betrokkenheid van de ontvanger bij de voorlichtingsboodschap en daarmee de effectiviteit van de boodschap wordt vergroot (De Vries & Brug, 1999). Om de persoonlijke relevantie van de drinktest verder te verhogen is de test gepersonaliseerd. Bij de eerste vraag moeten jongeren hun voornaam invullen. In het advies dat zij krijgen worden zij vervolgens op verschillende plaatsen bij hun voornaam aangesproken.
Afbeelding 1. Openingspagina jongerendrinktest
1
Ter wille van de leesbaarheid wordt in het vervolg enkel de mannelijke vorm gebruikt.
TRIMBOS-INSTITUUT
7
Een advies-op-maat probeert gedragsdeterminanten en uiteindelijk gedrag te beïnvloeden in de gewenste richting (hier: minder alcohol drinken). Het is daarom belangrijk dat zowel de vragen als de adviezen in het advies-op-maat gebaseerd zijn op een theoretisch kader. De adviezen voor de jongerendrinktest zijn geschreven volgens de twee principes van de motiverende gespreksvoering: confrontatie en acceptatie (Miller & Rollnick, 2005). Enerzijds wordt de jongere geconfronteerd met objectieve informatie wanneer zijn verwachtingen onjuist zijn: Jij denkt, [naam]¸ dat jouw alcoholgebruik niet slecht is voor je gezondheid. Maar dat is het wel. Alcohol is een giftige stof die voor jongeren slechter is dan voor volwassenen. Anderzijds wordt de autonomie van de jongere gerespecteerd: In deze test heb je een aantal dingen over alcohol geleerd. Hierdoor kun je beter beslissen hoe vaak en hoeveel je wilt drinken. Gewenst gedrag wordt steeds positief bekrachtigd. Jij drinkt niet iedere week. Dat is heel verstandig. Naast motiverende gespreksvoering is gebruik gemaakt van een aantal (sociaal)psychologische theorieën over determinanten van alcoholgebruik (sociale norm, drinkmotieven). Deze komen aan bod in de vervolghoofdstukken. Usability watdrinkjij.nl De site www.watdrinkjij.nl is een rechtoe-rechtaan site die maar op één manier (van voor naar achter) kan worden doorlopen. De test is opgebouwd uit vijf secties. Iedere sectie bestaat uit één of meer pagina’s met vragen en wordt afgesloten door een adviespagina. De bezoeker maakt dus een aantal vragen en krijgt vervolgens één of meer adviesteksten op zijn scherm.
Afbeelding 2. Pagina met testvraag uit de jongerendrinktest
8
TRIMBOS-INSTITUUT
Op de adviespagina verschijnt rechts een menu met de titels van alle secties. De titel van de huidige sectie wordt wit weergegeven, de overige titels lichtroze. Hierdoor weet de jongere waar hij zich op dat moment in de test bevindt. Op het einde van de test, als alle secties zijn gemaakt, kan de jongere op de sectietitels klikken om eerdere adviezen nogmaals te lezen. Na iedere sectie bestaat de mogelijkheid om het advies te printen of naar zichzelf te mailen.
Afbeelding 3. Adviespagina uit de jongerendrinktest. De vragenlijst van de jongerendrinktest bestaat uit ruim 30 vragen. Niet iedere jongere krijgt alle vragen, omdat sommige vragen afhankelijk zijn van antwoorden op eerder gegeven vragen. Voorbeeld: een jongere die de vraag Heb jij het afgelopen jaar alcohol gedronken? ontkennend beantwoordt, krijgt daarna geen enkele vraag meer over zijn alcoholgebruik. Zodra de laatste vraag van een sectie is beantwoord en op de knop VERDER is gedrukt, worden de antwoorden definitief weggeschreven en wordt het advies getoond. Hoewel het mogelijk is om met de pijltoets naar links terug in de test te gaan en eerder gegeven antwoorden te veranderen, heeft dat geen invloed op het eerder verkregen sectieadvies. Dit wordt namelijk gegenereerd op basis van de eerste reeks antwoorden. Het stopbord rechts en de titel midden bovenin het scherm zijn beide een link naar de homepage. In het linkermenu zit een aantal knoppen waaronder een contactknop met de mogelijkheid via e-mail een vraag te stellen. In veel adviesteksten is een woord(groep) onderstreept. Wanneer hierop wordt geklikt verschijnt een uitklapvenster met achtergrondinformatie. Deze achtergrondinformatie is tamelijk uitgebreid en gebaseerd op de literatuurlijst die zich achter in deze handleiding bevindt.
TRIMBOS-INSTITUUT
9
1.2 Onderzoek De jongerendrinktest werd in 2008 door het Trimbos-instituut gebouwd binnen het kader van de jongerencampagne 'DRANK… maakt meer kapot dan je lief' is. Voordat de site in het voorjaar van 2009 on-line ging, werd eind 2008 een pilotonderzoek uitgevoerd door de Radboud Universiteit Nijmegen. Het belangrijkste doel van het onderzoek was om na te gaan wat het effect is van het advies-op-maat op het alcoholgebruik van jongeren en of normatieve feedback dit effect mogelijk vergroot. Normatieve feedback biedt jongeren een context om het eigen alcoholgebruik te evalueren doordat het alcoholgebruik van de jongere zowel wordt afgezet tegen de inschatting die de jongere maakt van het alcoholgebruik van leeftijdsgenoten als tegen het feitelijke alcoholgebruik van leeftijdsgenoten. Het onderzoek betrof een Randomized Controlled Trial (RCT) waarbij 320 jongeren uit een on-line panel willekeurig over drie condities werden verdeeld: een advies-op-maat conditie met normatieve feedback; een advies-op-maat conditie zonder normatieve feedback; een controleconditie zonder interventie. Op vier momenten moesten jongeren een on-line vragenlijst invullen: een maand vóór het onderzoek, direct na afloop van de interventie, en één maand en drie maanden na de interventie. Om mee te mogen doen moesten jongeren tussen de 15 en 20 jaar oud zijn en tenminste maandelijks (de 15-16 jarigen) of wekelijks (de 17-20 jarigen) binge-drinken. Op alcoholgebruik werd een significant effect gevonden. Eén maand na de interventie bleken jongeren in beide experimentele condities per week minder glazen alcohol te drinken dan de jongeren in de controlegroep. Dit gold echter alleen voor jongens. Meisjes in beide experimentele groepen dronken niet minder dan meisjes die geen interventie hadden gekregen. Drie maanden na de interventie was het effect van het advies-op-maat met normatieve feedback verdwenen. Het effect van het advies-op-maat zonder normatieve feedback bleef wel bestaan. De jongens in de advies-op-maat groep zonder normatieve feedback dronken dus drie maanden na de interventie nog steeds minder glazen alcohol per week dan de jongens in de controlegroep. De onderzoekers concluderen dat het alcohol advies-op-maat alleen effect heeft op het alcoholgebruik van jongens. Het geven van normatieve feedback heeft geen toegevoegde waarde en lijkt op termijn het effect van het advies-op-maat te verkleinen (Roek et al, submitted). De gevonden resultaten zijn hoopgevend, maar lastig te verklaren. In 2010-2013 gaat een nieuw onderzoek van start waarin gebruik zal worden gemaakt van meer geavanceerde analysemethodes (ZonMw project 200110012: Targeting young drinkers online: The effectiveness of a web-based brief alcohol intervention in preventing excessive drinking patterns among adolescents). Centraal staan de vragen voor welke groepen jonge drinkers een alcohol advies-op-maat werkt, en wat de werkzame elementen zijn.
1.3 Leeswijzer In deel B van deze handleiding worden achtereenvolgens de vijf secties van de jongerendrinktest behandeld. Ieder sectiehoofdstuk begint met een korte inhoudelijke verantwoording. Vervolgens komen de drie advies-op-maat elementen (vragen, beslisregels, adviesteksten) aan bod. De beslisregels worden op hoofdlijnen uitgelegd zodat duidelijk wordt wanneer een jongere een bepaalde adviestekst krijgt. Er wordt aangegeven van welke variabelen (de testvragen) de adviestekst over een bepaald onderwerp afhankelijk is. Stel bijvoorbeeld dat de adviestekst over het onderwerp groepsdruk afhankelijk is van twee variabelen: leeftijd (drie categorieën: < 16 jaar;16-17 jaar; 18 jaar en ouder) en geslacht (twee categorieën: jongen; meisje). Dan zijn er (maximaal) 3 x 2 = 6 verschil-
10
TRIMBOS-INSTITUUT
lende adviesteksten over groepsdruk. Meestal gaat het niet om zes drastisch verschillende teksten, maar om zes variaties op één basistekst. In de handleiding wordt van de meeste basisteksten één variant ter illustratie getoond. De sectiehoofdstukken zijn bedoeld om inzicht te geven in de achterkant van het adviesop-maat systeem. Eerst volgt echter een hoofdstuk gericht op de toepassing van watdrinkjij.nl in de voorlichtingspraktijk. Het bevat praktische tips om met jongeren in gesprek te gaan over hun alcoholgebruik aan de hand van het advies dat zij via de website hebben ontvangen.
TRIMBOS-INSTITUUT
11
2
Praktische tips
2.1 Met jongeren in gesprek Hulpverleners die met jongeren in gesprek gaan over hun alcoholgebruik wordt geadviseerd om de basisprincipes van de motiverende gespreksvoering toe te passen. Dit betekent dat je respect hebt voor de autonomie van de jongere en de jongere accepteert zoals hij is, maar dat je tegelijkertijd de jongere confronteert met objectieve gegevens en met (de gevolgen van) zijn gedrag (Miller & Rollnick, 2005). Respect hebben voor de autonomie van de jongere wil zeggen dat de beslissing om het alcoholgebruik te minderen bij de jongere zelf komt te liggen. Hierdoor wordt onnodige weerstand bij jongeren voorkomen. De hulpverlener helpt de jongere bij het bepalen van een eigen standpunt door open vragen te stellen, goed te luisteren, en feitelijke informatie te geven. Het is belangrijk voor een hulpverlener om zich bewust te zijn van de eigen mening en deze niet op de voorgrond te plaatsen. De hulpverlener moet zich juist openstellen voor de (afwijkende) mening van de jongere en hiervoor begrip tonen. Hier volgen enkele tips: • Benadruk van te voren dat het doen van de drinktest alleen zinvol is wanneer de jongere de vragen serieus beantwoordt. Leg uit dat het niet om kennisvragen gaat die je goed of fout kunt beantwoorden, maar om persoonlijke vragen die je altijd goed beantwoordt zolang je maar eerlijk bent. • Informeer bij ieder sectieadvies of de jongere het snapt. Controleer, zeker bij laagopgeleide jongeren, of het staafdiagram dan wel het taartdiagram uit de tweede sectie wordt begrepen. • Stel op het einde een aantal open vragen naar aanleiding van het advies, bijvoorbeeld: Zijn er nog dingen in het advies die je niet begrijpt? Wat vind je van dit advies? Heb je iets geleerd wat je nog niet wist, zo ja wat? Ben je het met alles eens, waarmee ben je het niet eens? Wat heeft de meeste indruk gemaakt op je, waarom? Zou je een vriend(in) willen aanraden om de test te maken, waarom wel/niet? Is er door deze test misschien al iets veranderd in hoe je tegen alcohol aankijkt? Kun je zeggen wat dat is? • Neem een positieve houding aan. Pubers zijn leuke, creatieve wezens vol talent. • Toon belangstelling voor andere zaken dan het alcoholgebruik. Stimuleer het oppakken van hobby's (bij voorkeur hobby’s die niets met alcohol te maken hebben). • Geef complimenten. Pubers kunnen dingen vaak goed verwoorden en hebben behoorlijk goed inzicht in de eigen en andermans motieven. Toon waardering voor de inzet en de openheid van de jongere in het gesprek. • Bedenk samen met jongeren hoe ze zonder alcohol aan hun zelfvertrouwen kunnen werken. Is het mogelijk om 'cool' te zijn zonder alcohol? Biedt alcohol niet slechts een schijnzekerheid? • Geef geen blijk van non-verbale afkeuring terwijl je tegelijkertijd andere, positieve dingen zegt. Dat hebben jongeren meteen door.
TRIMBOS-INSTITUUT
13
Voorlichting in een groep Wanneer je in een groep of in een klas de drinktest bespreekt, gelden dezelfde tips als hierboven. Daarnaast is het van belang om te zorgen voor een veilige sfeer. Spreek af dat niemand wordt uitgelachen om wat hij zegt, maar dat iedereen steeds gerespecteerd wordt. Maak ook de afspraak dat wat er in de groep besproken wordt, de groep niet zal verlaten. Bied jongeren de mogelijkheid om zaken die ze liever niet in de groep willen vertellen, na afloop van de bijeenkomst alleen met de hulpverlener te bespreken (Van Vlokhoven & Rensink, 2002).
2.2 Inhoudelijke voorbereiding Veel jongeren zullen geneigd zijn de feitelijke informatie over de nadelige gevolgen van overmatig alcoholgebruik voor hun gezondheid van tafel te vegen. Een goede inhoudelijke voorbereiding door de hulpverlener is daarom van belang. Het helpt om een paar concrete onderzoeksresultaten paraat te hebben. Hieronder wordt ter illustratie onderzoek naar de leer- en geheugenfuncties van ratten aan de hand van de Morris Maze test besproken. Het onderzoek is ontleend aan de rapporten van Boelema et al. (2009) en Verdurmen et al. (2006). Zowel wat betreft werking als structuur lijken de hersenen van ratten en muizen sterk op de hersenen van mensen. Het is dus waarschijnlijk dat onderstaande bevindingen uit dieronderzoek ook van toepassing zijn op mensen. Onderzoek bij ratten en muizen Bij de Morris Maze test moeten ratten in een bak met troebel water zwemmen waarin net onder de waterspiegel een platform ligt. Hierop kan de rat uitrusten. Door de bak rond te zwemmen komen de ratten toevallig bij het platform terecht. Na een paar keer traint de rat zijn geheugen, onthoudt waar het platform ligt en zwemt daar steeds sneller naartoe. Op basis van onderzoek met de Morris Maze test kunnen de volgende conclusies worden getrokken: 1. Adolescente ratten hebben bij een lagere alcoholdosering dan volwassen ratten last van een verminderde geheugenfunctie (dus meer tijd nodig om het platform terug te vinden). Een alcoholdosering van 1 gram/kilo lichaamsgewicht 2 verstoort bij adolescente ratten het geheugen, volwassen ratten kunnen bij die dosering het platform nog even snel terugvinden als nuchtere ratten. Volwassen ratten met een alcoholdosering vergelijkbaar met 12 biertjes bij mensen hadden wel meer moeite om het platform terug te vinden dan nuchtere ratten. Ander onderzoek (niet met de Morris Maze test) laat zien dat zelfs bij een dosering vergelijkbaar met 2 glazen bier voor mensen het geheugen van adolescente ratten al wordt aangetast. 2. Het effect bij adolescente ratten is niet alleen al bij een lage dosering zichtbaar, het blijft ook lang aanwezig. Dagelijks alcoholgebruik gedurende een relatief korte periode (8 weken) is na 3 maanden abstinentie nog steeds merkbaar. Want na 3 maanden zonder alcohol presteerden de alcoholratten nog steeds slechter op de Morris Maze test dan de ‘nuchtere’ ratten die gedurende de eerste 8 weken geen druppel alcohol hadden gedronken. 3. Ook intermitterend alcoholgebruik (3 dagen in de week veel alcohol, 4 dagen geen alcohol) heeft bij adolescente ratten een verslechtering in het werkgeheugen op de lange termijn tot gevolg. Veel adolescenten hebben dit patroon van intermitterend alcoholge2
1 gram alcohol per kilo lichaamsgewicht bij een rat komt overeen met 60 gram alcohol voor een mens van 60 kilo dat wil zeggen 6 standaardglazen bier; 2 gram per kilo bij een rat komt overeen met 12 glazen bier bij een mens van 60 kilo etc.
14
TRIMBOS-INSTITUUT
bruik (in het weekend veel drinken, doordeweeks niet). Hieruit kan worden geconcludeerd dat zij het risico lopen op een verslechtering van geheugenfuncties. Veel alcohol in korte tijd Hoe komt het dat een grote hoeveelheid alcohol in één keer slechter is dan iedere dag een beetje? Arts (2005) probeert hierop een antwoord te geven. Alcohol werkt in op verschillende receptoren in het menselijke brein. Deze receptoren zorgen ervoor dat de juiste hoeveelheid calcium nodig voor een optimale prikkeloverdracht wordt toegelaten in de hersencellen. Alcohol remt de werking van deze receptoren waardoor onvoldoende calcium wordt binnengelaten. Als gevolg hierop vormen de hersenen extra receptoren zodat opnieuw een optimaal evenwicht ontstaat. Als alle alcohol uit de hersenen is verdwenen en de receptoren niet langer gedempt worden, neemt de hoeveelheid calcium die in de hersenen wordt binnengelaten sterk toe. Dit kan leiden tot onomkeerbare schade aan de hersencellen, celdood en, als gevolg, cognitieve achteruitgang. Eén van de redenen voor de verhoogde schadelijkheid van binge-drinken is dus dat pieken in de alcoholconsumptie tijdens de daaropvolgende periode van alcoholontrekking een toegenomen instroom van calcium tot gevolg hebben, wat niet het geval is bij een geleidelijk consumptiepatroon. Onderzoek bij jongeren Experimenteel onderzoek onder mensen naar de gevolgen van alcohol op jonge leeftijd is om ethische redenen niet mogelijk. Het is niet verantwoord om twee groepen jongeren te maken, de ene groep op jonge leeftijd alcohol te geven en de andere groep helemaal niets te laten drinken, en dan vervolgens de verschillen tussen beide groepen te onderzoeken. In observationeel onderzoek heb je minder zekerheid over de oorzaak-gevolg relatie dan met experimenteel onderzoek. Maar ook het beschikbare observationeel onderzoek onder adolescenten wijst er op dat alcohol op jonge leeftijd een schadelijke invloed heeft.
TRIMBOS-INSTITUUT
15
DEEL B. STRUCTUUR WATDRINKJIJ.NL Sectie 1. Jouw alcoholgebruik 1.1 Theoretische achtergrond In de eerste sectie van de jongerendrinktest staat de gezondheid van de jongere centraal. Gezondheid is geen thema dat jongeren sterk bezighoudt. Toch is gezondheid een onderwerp waar de jongerendrinktest niet omheen kan. De enige objectieve reden waarom volwassenen wel en jongeren geen alcohol mogen drinken is immers dat alcohol voor jongeren schadelijker is dan voor volwassenen. Jongeren zijn gevoeliger voor de negatieve effecten van alcohol dan volwassenen omdat hun hersenen nog in ontwikkeling zijn. Vóór het 24e levensjaar is er sprake van een instabiel en kwetsbaar systeem. De groei van de hersenen loopt van achteren naar voren. De voorste hersendelen, de frontale cortex, komen pas in de late adolescentie aan de beurt. In de frontale cortex zetelen cognitieve functies zoals organiseren, abstract denken en impulscontrole. Hierop heeft alcohol, ook bij volwassenen, een negatief effect. Maar omdat de frontale cortex bij jongeren nog volop in ontwikkeling is, kan overmatig alcoholgebruik op jonge leeftijd leiden tot blijvende veranderingen in de hersenen. Vaak gaan hieraan veranderingen in de persoonlijkheid gepaard zoals een gebrekkige wilskracht en een verminderd vermogen om controle uit te oefenen op impulsen. Jong beginnen met veel alcohol drinken is mede daardoor een belangrijke risicofactor voor alcoholmisbruik en verslaving op latere leeftijd (Boelema et al., 2009; Verdurmen et al., 2006). Behalve lange termijn effecten heeft alcohol ook een aantal negatieve gevolgen op de korte termijn. Door de ontremmende werking van de stof hebben drinkende jongeren een vergrote kans op risicovol seksueel gedrag, agressie en (verkeers)ongevallen (Boelema et al., 2009; Verdurmen et al., 2006). Deze korte termijn gevolgen vormen het grootste gezondheidsprobleem van drankgebruik onder jongeren. De Gezondheidsraad concludeert dat voor jongeren matig alcoholgebruik – ook al bij hoeveelheden die voor volwassenen als aanvaardbaar worden beschouwd – geassocieerd is met een licht verhoogd sterfterisico (Gezondheidsraad, 2006). Het drinkadvies voor jongeren vanaf 18 jaar is overgenomen van het rapport van de Gezondheidsraad (Gezondheidsraad, 2006). De jongerendrinktest adviseert jongeren onder de 16 om helemaal niet te drinken. Ook 16-17 jarigen worden in de drinktest geadviseerd nog geen alcohol te drinken. Wanneer zij dat toch willen, kunnen zij zich het beste beperken tot 1 à 2 glazen per keer. Jongeren van 16 jaar en ouder wordt daarnaast de grens gegeven van 4 glazen (meisjes) / 6 glazen (jongens) als een grens die beter niet overschreden kan worden. Tabel 1. Drinkadvies jongerendrinktest per leeftijdscategorie Leeftijd
Voorlichtingsboodschap
Onder de 16
Niet drinken
16-17 jaar
Niet drinken, als je toch drinkt weinig drinken (1 à 2 glazen per keer) 4 glazen (voor meisjes) en 6 glazen (voor jongens) per keer is zeker te veel
Vanaf 18
1 glas per dag voor vrouwen, 2 glazen per dag voor mannen (advies Gezondheidsraad) 4 glazen (voor vrouwen) en 6 glazen (voor mannen) per keer is zeker te veel
TRIMBOS-INSTITUUT
17
1.2
Testvragen
In de eerste sectie van de drinktest wordt gevraagd naar de voornaam, het geslacht, de leeftijd, het opleidingsniveau, het alcoholgebruik en de inschatting of het eigen alcoholgebruik slecht is voor de gezondheid. Het alcoholgebruik wordt op ongeveer dezelfde manier nagevraagd als in de Peilonderzoeken. Op basis van de alcoholvragen worden de volgende alcoholvariabelen berekend: • Alcoholgebruik afgelopen jaar: ja/nee. • Drinkhoeveelheid = aantal standaardglazen dat wordt gedronken op een drinkdag 3. • Drinkfrequentie = aantal drinkdagen doordeweeks + aantal drinkdagen in het weekeind. • Weekconsumptie = (aantal weekeinddagen x aantal standaardglazen weekeinddag) + (aantal doordeweekse dagen x aantal standaardglazen doordeweekse dag). • Binge-drinken afgelopen maand = nee/ 1 keer/ vaker dan 1 keer. Binge-drinken is gedefinieerd als het drinken van 4 glazen of meer bij één gelegenheid voor meisjes en 6 glazen of meer bij één gelegenheid voor jongens. Vraagafhankelijkheid Jongeren die afgelopen jaar geen alcohol hebben gedronken, hoeven de rest van de vragen uit de eerste sectie van de jongerendrinktest niet te beantwoorden. De binge-vraag 'Heb jij de afgelopen maand wel eens 4/6 glazen of meer bij één gelegenheid gedronken?' wordt alleen gesteld aan jongeren die zowel op doordeweekse dagen als op weekeinddagen minder dan 4 (meisjes) en minder dan 6 (jongens) glazen drinken.
1.3
Beslisregels en adviezen
Het advies van de sectie 'Jouw alcoholgebruik' is opgebouwd uit drie adviesblokken, die achtereenvolgens ingaan op de effecten van alcohol in het algemeen, het effect van drinkfrequentie en het effect van drinkhoeveelheid. Jongeren die geen alcohol drinken krijgen alleen het adviesblok over de gezondheidseffecten van alcohol in het algemeen (zie het eind van 1.3.1). 1.3.1
Beslisregels en adviezen. Alcohol en jouw gezondheid
Het eerste adviesblok haakt aan bij het antwoord dat jongeren gegeven hebben op de vraag of hun alcoholgebruik slecht is voor de eigen gezondheid. Daarnaast is het adviesblok afhankelijk van het alcoholgebruik, het geslacht en de leeftijd van de jongere. Bij de variabele leeftijd wordt de volgende indeling gehanteerd: • Jongeren onder de 16 • 16-17 jarigen • Jongeren vanaf 18
3 Is berekend als het maximum van aantal standaardglazen op een weekeinddag en het aantal standaardglazen op een doordeweekse dag. In de praktijk zal het dus vaak de hoeveelheid zijn die jongeren op een weekeinddag drinken.
18
TRIMBOS-INSTITUUT
Jongeren onder de 16 Jongeren onder de 16 krijgen de onderstaande basistekst, die varieert afhankelijk van het antwoord dat de jongere gekozen heeft op de vraag naar de relatie tussen het eigen alcoholgebruik en de gezondheid. Alcohol en jouw gezondheid Jij denkt, [naam]¸ dat jouw alcoholgebruik slecht is voor je gezondheid. Dat klopt. Alcohol is een giftige stof die voor jongeren slechter is dan voor volwassenen. Je hersenen zijn namelijk pas rond je 24e helemaal ontwikkeld. Tot die tijd is het gevaar extra groot dat je met (veel) alcohol je hersenen blijvend beschadigt. Het beste is dus om zo lang mogelijk helemaal geen alcohol te drinken. Op jouw leeftijd is elk glas er 1 te veel. 16-17 jarigen Jongeren van 16-17 jaar krijgen een vergelijkbare basistekst als jongeren onder de 16. In twee gevallen wordt de basistekst op het einde uitgebreid met een extra alinea. Voor jongeren die zich houden aan de norm verantwoord alcoholgebruik en de afgelopen maand maximaal één binge-sessie hebben gehad, wordt de voorlichtingsboodschap (voor een jongen) als volgt verzacht: Alcohol en jouw gezondheid Jij denkt, [naam]¸ dat jouw alcoholgebruik niet slecht is voor je gezondheid. Maar dat is het wel. Alcohol is een giftige stof die voor jongeren slechter is dan voor volwassenen. Je hersenen zijn namelijk pas rond je 24e helemaal ontwikkeld. Tot die tijd is het gevaar extra groot dat je met (veel) alcohol je hersenen blijvend beschadigt. Het beste is dus om zo lang mogelijk helemaal geen alcohol te drinken. Gelukkig drink jij normaal gesproken niet meer dan 2 glazen. Het risico op negatieve gevolgen is bij jou dus klein. Jongeren van 16-17 die meer dan 14 glazen (meisjes)/21 glazen (jongens) per week drinken krijgen juist een extra waarschuwing. Hieronder de adviestekst voor een meisje: Alcohol en jouw gezondheid Jij weet niet, [naam]¸ of jouw alcoholgebruik slecht is voor je gezondheid. Maar dat is het wel. Alcohol is een giftige stof die voor jongeren slechter is dan voor volwassenen. Je hersenen zijn namelijk pas rond je 24e helemaal ontwikkeld. Tot die tijd is het gevaar extra groot dat je met (veel) alcohol je hersenen blijvend beschadigt. Het beste is dus om zo lang mogelijk helemaal geen alcohol te drinken. In een normale week drink jij meer dan 14 glazen. Misschien ondervind je daarvan op dit moment nog weinig negatieve gevolgen. Maar als je zo door blijft drinken, zul je waarschijnlijk problemen gaan krijgen met je gezondheid, je geheugen, of met je resultaten op school of werk. Jongeren vanaf 18 jaar In de adviezen wordt het drinkgedrag van de jongere vergeleken met de richtlijn voor verantwoord alcoholgebruik (voor vrouwen 1 glas per dag, voor mannen 2 glazen per dag). De jongere krijgt dus normatieve feedback. Voor zeven drinkpatronen zijn basisteksten geschreven. Iedere basistekst heeft afhankelijk van het geslacht en van het ant-
TRIMBOS-INSTITUUT
19
woord op de vraag naar de relatie tussen alcoholgebruik en de eigen gezondheid 6 varianten. Hier wordt volstaan met drie voorbeelden. Voorbeeld 1. Een jongen die zowel op weekeinddagen als op doordeweekse dagen niet meer drinkt dan 2 standaardglazen en afgelopen maand maximaal 1 keer 6 standaardglazen of meer heeft gedronken, wordt bekrachtigd. Hij houdt zich immers aan de richtlijn voor verantwoord alcoholgebruik. Alcohol en jouw gezondheid Jij drinkt normaal gesproken niet meer dan 2 glazen per keer. Heel goed, [naam]. Die hoeveelheid is, precies zoals je zelf al denkt, niet slecht voor je gezondheid. Toch blijft voorzichtigheid geboden. Alcohol is namelijk een giftige stof die op jongvolwassen leeftijd schadelijker is dan op middelbare leeftijd. Maar gelukkig loop je met jouw alcoholgebruik nauwelijks enig risico. Voorbeeld 2. Een meisje dat gewend is om op zaterdagavond tussen de 11 en 14 glazen te drinken, ontvangt onderstaande adviestekst: Alcohol en jouw gezondheid Jij weet niet, [naam], of jouw alcoholgebruik slecht is voor jouw gezondheid. Maar dat is het wel. Normaal gesproken drink jij 11 glazen of meer bij één gelegenheid. Dat is ruim boven de dagelijkse hoeveelheid van 1 glas die voor volwassen vrouwen nog verantwoord wordt geacht. Bovendien is alcohol op jongvolwassen leeftijd schadelijker dan op middelbare leeftijd. Met jouw alcoholgebruik loop je dus een duidelijk gezondheidsrisico. Voorbeeld 3. Jongeren die meer dan 21 glazen (meisjes)/28 glazen (jongens) per week drinken, krijgen net als de 16-17 jarigen een serieuze waarschuwing. Merk op dat de grens (21 en 28 glazen) voor de waarschuwing hier wat hoger ligt dan bij de groep 16-17 jarigen (14 en 21 glazen voor meisjes respectievelijk jongens). Alcohol en jouw gezondheid Jij denkt, [naam], dat jouw alcoholgebruik slecht is voor je gezondheid. Dat klopt. In een normale week drink jij meer dan 28 glazen. Daarmee zit je ruim boven de dagelijkse hoeveelheid van 2 glazen die voor volwassen mannen nog verantwoord wordt geacht. Bovendien is alcohol op jongvolwassen leeftijd schadelijker dan op middelbare leeftijd. Jouw alcoholgebruik is dus zeker niet zonder risico. Misschien ondervind je op dit moment nog weinig negatieve gevolgen van je alcoholgebruik. Maar als je zo door blijft drinken, zul je waarschijnlijk problemen gaan krijgen met je gezondheid, je geheugen, of met je resultaten op school of werk. Adviezen voor geheelonthouders Jongeren die het afgelopen jaar geen alcohol hebben gedronken en jongeren die 0 glazen alcohol per week drinken, krijgen afhankelijk van hun leeftijd en opleiding (basisschool; voortgezet onderwijs) een variant van onderstaande basistekst. Het tweede en derde adviesblok uit de eerste sectie ('Hoe vaak drink jij’; 'Hoeveel drink jij') die hieronder worden beschreven, komen voor de groep niet-drinkende jongeren te vervallen.
20
TRIMBOS-INSTITUUT
Alcohol en jouw gezondheid Jij hebt het afgelopen jaar niet gedronken. Hartstikke goed, [naam], want alcohol is een giftige stof. Voor jongeren is alcohol zelfs nog slechter dan voor volwassenen. Dit komt omdat je hersenen pas rond je 24e helemaal zijn ontwikkeld. Tot die tijd is het gevaar extra groot dat je met (veel) alcohol je hersenen blijvend beschadigt. Het beste is dus om zo lang mogelijk helemaal geen alcohol te drinken, precies zoals je nu doet. Deze site is voor jongeren die soms of regelmatig alcohol drinken. Jij hoeft de test verder niet in te vullen. Het mag natuurlijk wel. 1.3.2
Beslisregels en adviezen. Hoe vaak drink jij?
In het tweede adviesblok van de sectie Jouw alcoholgebruik ontvangen jongeren feedback over hoe vaak ze drinken. De adviezen hangen af van de leeftijd en de drinkfrequentie van de jongeren. De variabele drinkfrequentie heeft de volgende indeling: • Niet-wekelijks drinken = de jongere drinkt zowel op doordeweekse dagen als op weekeinddagen (meestal) niet. • Wekelijks drinken = de jongere drinkt (bijna) iedere week op 1 dag per week. • Regelmatig drinken = de jongere drinkt op meerdere dagen in de week. De variabele leeftijd wordt hier opgesplitst in vier categorieën: jongeren onder de 14; 14-15 jarigen; 16-17 jarigen; jongeren vanaf 18 jaar. Niet wekelijks drinken Jongeren onder de 16 worden ook als zij slechts incidenteel drinken geconfronteerd met de mogelijke gevolgen daarvan. De teksten voor jongeren onder de 14 en voor 14-15 jarigen zijn nagenoeg identiek. Hieronder volgt de adviestekst voor een jongen of meisje jonger dan 14 jaar. Hoe vaak drink jij? Jij drinkt af en toe alcohol. Hierdoor heb je meer kans om ooit in je leven een alcoholprobleem te krijgen dan jongeren die vóór hun 14e nog nooit alcohol hebben gedronken. Jongeren vanaf 16 die nog niet iedere week drinken, worden daarentegen positief bekrachtigd. Als voorbeeld wordt de adviestekst voor een 16 of 17-jarige gegeven; de adviestekst voor jongeren vanaf 18 bestaat uit de eerste twee zinnen hiervan. Hoe vaak drink jij? Jij drinkt niet iedere week. Dat is heel verstandig! Hoe langer je wacht met het regelmatig drinken van alcohol, hoe kleiner de kans dat je ooit in je leven een alcoholprobleem zult krijgen. Wekelijks drinken Jongeren van 16 en 17 jaar die al iedere week drinken worden nu evenals jongeren onder de 16 gewaarschuwd voor mogelijke negatieve consequenties. Ter illustratie de adviestekst voor een 16 of 17-jarige.
TRIMBOS-INSTITUUT
21
Hoe vaak drink jij? Jij drinkt (bijna) iedere week alcohol. Hierdoor heb je iets meer kans om ooit in je leven een alcoholprobleem te krijgen dan jongeren die pas op volwassen leeftijd regelmatig gaan drinken. De groep van 18 jaar en ouder die hooguit één of twee dagen per week drinkt krijgt daarvoor een compliment. Hoe vaak drink jij? Jij drinkt hooguit één of twee dagen per week. Het is heel verstandig om niet zo vaak te drinken. Regelmatig drinken De adviezen voor jongeren onder de 18 die regelmatig drinken blijven vanzelfsprekend waarschuwend van toon. Regelmatig drinkende jongeren van 18 jaar of ouder krijgen het advies om minstens 2 dagen in de week niet te drinken. Ter illustratie de adviestekst voor een 18-jarige die 4 dagen per week alcohol drinkt. Hoe vaak drink jij? Jij drinkt zeer regelmatig, maar niet iedere dag. Het is heel verstandig om minstens twee dagen in de week alcoholvrij te houden. Hierdoor voorkom je dat je ongemerkt steeds meer gaat drinken (en uiteindelijk zelfs een alcoholprobleem ontwikkelt). 1.3.3
Beslisregels en adviezen. Hoeveel drink jij?
Het derde en laatste adviesblok in de eerste sectie gaat over het aantal glazen dat jongeren per keer drinken. Behalve van het alcoholgebruik (aantal standaardglazen op een drinkdag; binge-drinken) is de adviestekst afhankelijk van geslacht en leeftijd. De adviesteksten voor jongeren onder de 16, waarin alleen de nadelige gevolgen van alcohol worden toegelicht, wijken af van de teksten voor jongeren van 16 jaar en ouder, waarin ook aandacht is voor de positieve effecten van alcohol. Jongeren onder de 16 Voor zeven drinkpatronen zijn basisteksten geschreven waarin het risico van het betreffende drinkpatroon wordt uitgelegd. Zo wordt een jongere die per keer 11 of meer glazen drinkt gewezen op het gevaar om in coma te raken. Iedere basistekst kent twee varianten: één voor jongens en één voor meisjes. Hieronder volgt een tweetal voorbeelden, beiden voor meisjes. Hoeveel drink jij? Jij drinkt normaal gesproken niet meer dan 1 glas alcohol per keer. Dat lijkt niet veel. Het gevaar is echter groot dat je al snel meer zult gaan drinken. Gemiddeld zit er maar anderhalf jaar zit tussen de eerste keer dat iemand alcohol drinkt en de eerste keer dat iemand dronken wordt. Bovendien loop je ook met weinig alcohol al een iets groter risico om bijvoorbeeld een (verkeers)ongeluk te krijgen. Niet drinken is het beste als je nog geen 16 bent!
22
TRIMBOS-INSTITUUT
Hoeveel drink jij? De afgelopen maand dronk jij wel eens 4 glazen alcohol of meer bij één gelegenheid. Voor een volwassen vrouw is het al slecht om zoveel alcohol ineens te drinken. Op jouw leeftijd is het dus zeker ongezond. Omdat je hersenen nog kwetsbaar zijn, zou je geheugenproblemen kunnen krijgen. Je kunt ook misselijk worden, of je gaan gedragen op een manier waar je later niet blij mee bent. Als je snel achter elkaar drinkt, merk je deze vervelende effecten van alcohol extra goed. Niet drinken is het beste als je nog geen 16 bent! Jongeren vanaf 16 Jongeren worden gestimuleerd om per keer niet meer dan 1 of 2 glazen alcohol te drinken. Afhankelijk van het eigen alcoholgebruik ontvangt de jongere één van de zes basisteksten. Er zijn opnieuw aparte adviesteksten voor jongens en meisjes. Hieronder volgen drie voorbeelden. De eerste adviestekst is voor een meisje dat verantwoord drinkt, de tweede voor een jongen die afgelopen maand ten minste één binge-sessie heeft gehad, en de derde tekst is voor een meisje dat op een avond minstens 11 glazen drinkt. Hoeveel drink jij? Jij drinkt meestal niet meer dan 2 glazen alcohol per keer. Het is slim om het daarbij te houden. Met 1 of 2 glazen op voel je je wat losser en vrolijker en heb je nog geen last van negatieve gevolgen zoals sufheid. De afgelopen maand dronk jij nooit 4 glazen of meer op één avond. Verstandig! Want na meer dan 2 glazen ga je merken dat alcohol een verdovend effect heeft. Hierdoor ga je je slaperig en sloom voelen en krijg je minder controle over je lichaam. Niet iedereen krijgt even snel last van deze nadelen van alcohol. Als meisje heb je hiervan eerder last dan als jongen. Hoeveel drink jij? Jij drinkt meestal meer dan 2 glazen alcohol per keer. Maar om je wat losser en vrolijker te voelen, is 2 glazen alcohol eigenlijk al voldoende. Wanneer je meer dan 2 glazen drinkt, merk je dat alcohol een verdovend effect heeft. Na verloop van tijd ga je je slaperig en sloom voelen en krijg je minder controle over je lichaam. Wanneer je licht bent, heb je hiervan eerder last dan wanneer je zwaar bent. De afgelopen maand dronk jij ook wel eens 6 glazen of meer op één avond. Waarschijnlijk kreeg je toen te maken met de nadelen van veel drinken, zoals een kater de volgende dag. Als je alleen de leuke effecten van alcohol wil, moet je dus niet te veel drinken. Hoeveel drink jij? Jij bent gewend om 11 glazen of meer ineens te drinken. Er is echter helemaal niet zoveel alcohol nodig voor een lekker gevoel. Met 2 glazen op voel je je al losser en vrolijker. Dit komt omdat alcohol als eerste je remmingen verdooft. Wanneer je meer dan 2 glazen drinkt, wordt het verdovend effect van alcohol ook gro-
TRIMBOS-INSTITUUT
23
ter. Na verloop van tijd ga je je slaperig en sloom voelen en krijg je minder controle over je lichaam. Als meisje heb je hiervan eerder last dan als jongen. Hoe meer je drinkt, hoe meer je te maken krijgt met de nadelen van drinken. In jouw geval kunnen die nadelen zeer ernstig zijn. Vooral als je veel alcohol snel achter elkaar drinkt, loop je het risico een keer in coma te raken. Jouw hersenen, die nog kwetsbaar zijn, krijgen dan een flinke klap. Als je alleen de leuke effecten van alcohol wil, moet je dus niet te veel drinken.
24
TRIMBOS-INSTITUUT
Sectie 2. Het alcoholgebruik van jouw leeftijdsgenoten (niet on-line) De tweede sectie van de jongerendrinktest is momenteel niet on-line vanwege de resultaten uit het pilotonderzoek (zie paragraaf 1.2). In 2010 – 2013 wordt de jongerendrinktest opnieuw door de Radboud Universiteit Nijmegen onderzocht (ZonMw project 200110012: Targeting young drinkers online: The effectiveness of a web-based brief alcohol intervention in preventing excessive drinking patterns among adolescents). Binnen dit onderzoek zal wederom het effect van normatieve feedback op het alcoholgebruik van jongeren worden vastgesteld. Afhankelijk van de onderzoeksresultaten wordt besloten om de sectie al dan niet in de toekomst te activeren.
2.1
Theoretische achtergrond
Jongeren zijn geneigd hun alcoholgebruik aan te passen aan hoeveel zij denken dat andere jongeren drinken. Veel jongeren schatten het alcoholgebruik van hun leeftijdsgenoten echter te hoog in. Het corrigeren van deze inschatting door informatie te geven over hoeveel andere jongeren werkelijk drinken, kan ervoor zorgen dat jongeren zelf minder gaan drinken (Borsari & Carey, 2001). De jongerendrinktest biedt gepersonaliseerde normatieve feedback. Dit betekent dat zowel het persoonlijke alcoholgebruik van jongeren als hun inschatting van het alcoholgebruik van leeftijdgenoten wordt vergeleken met het feitelijke alcoholgebruik van leeftijdsgenoten, de sociale norm (Lewis & Neighbors, 2006). De normatieve feedback voor jongeren onder de 18 jaar is gebaseerd op het meest recente Peilonderzoek (Monshouwer et al., 2008) en voor de groep 18-24 jarigen op het landelijke onderzoek naar probleemdrinken (Van Dijck & Knibbe, 2006). 4 Jongeren in het voortgezet onderwijs krijgen feedback over het aantal glazen alcohol dat hun leeftijdsgenoten gemiddeld per week drinken. De gemiddelden staan weergegeven in onderstaande tabel. Tussen haakjes staat het betrouwbaarheidsinterval. Een waarde die op de grens van het interval of daarbuiten valt, wijkt significant af van het gemiddelde. 5 Alleen onder de 12-13 jarigen bestaat geen verschil tussen jongens en meisjes, daarna drinken jongens systematisch meer dan meisjes. Tabel 2. Weekconsumptie in standaardglazen alcohol (betrouwbaarheidsinterval) van jongeren in het voortgezet onderwijs Jongens Meisjes 12-13 jaar
0.8 (0.5 – 1)
0.8 (0.5 – 1)
14-15 jaar
5 (4 – 6)
4 (3 – 4.5)
16-17 jaar
13 (11.5 – 15)
6 (5.5 – 7)
18-24 jaar
11 (8.5 – 13)
4 (3.5 – 5)
4
Door de onderzoekers zijn extra analyses verricht om de gemiddelde weekconsumptie te berekenen voor de leeftijdscategorieën in de drinktest. De gemiddelden zijn berekend op basis van de hele steekproef, dat wil zeggen inclusief geheelonthouders. 5 De grenzen van het betrouwbaarheidsinterval zijn om praktische redenen afgerond op hele of halve glazen.
TRIMBOS-INSTITUUT
25
Omdat de meerderheid van basisschoolleerlingen nog nooit heeft gedronken, krijgen kinderen op de basisschool feedback over het percentage leerlingen op de basisschool dat alcohol drinkt. Het percentage meisjes (75%) dat op de basisschool nog nooit gedronken heeft is hoger dan het percentage jongens (60%). Een kwart van de meisjes drinkt al wel: 20% drinkt per keer minder dan 1 glas en 5% drinkt per keer 1 glas of meer. Bij de jongens heeft 40% ervaring met alcohol: 30% drinkt minder dan 1 glas en 10% drinkt 1 glas of meer per keer.
2.2
Testvragen, beslisregels en adviezen
In de tweede sectie van de jongerendrinktest hoeft iedere jongere slechts 1 vraag te beantwoorden, namelijk de vraag hoeveel andere jongeren van dezelfde leeftijd drinken. De precieze vraagformulering hangt af van de leeftijd, het geslacht en het schooltype van de jongere. Er is gekozen voor de volgende indeling: • Jongeren in het basisonderwijs (BO) • Jongeren jonger dan 14 jaar in het voortgezet onderwijs (VO) • Jongeren van 14 jaar en ouder in het voortgezet onderwijs Behalve van hun leeftijd, geslacht en opleiding (BO; VO), is het advies dat jongeren in de tweede sectie krijgen afhankelijk van hun eigen alcoholgebruik en van hun inschatting van het alcoholgebruik van leeftijdsgenoten. Het advies vergelijkt zowel het alcoholgebruik van jongeren zelf als hun inschatting van het alcoholgebruik van leeftijdsgenoten met het feitelijke alcoholgebruik van leeftijdsgenoten. Voor jongeren in het VO worden deze vergelijkingen grafisch weergegeven in de vorm van een staafdiagram, voor jongeren in het BO in de vorm van een taartdiagram. De beslisregels hebben voor jongeren in alledrie de categorieën dezelfde logica. Alleen jongeren die het alcoholgebruik van hun leeftijdsgenoten overschatten ontvangen feedback over het feitelijke drinkgedrag van hun leeftijdsgenoten. Jongeren die het alcoholgebruik van hun leeftijdsgenoten te laag of correct inschatten, krijgen geen feedback over het werkelijke alcoholgebruik van hun leeftijdsgenoten. Zij lezen dat zij het alcoholgebruik juist hebben ingeschat, zonder dat dit wordt onderbouwd met cijfers of een grafische weergave. Op deze manier wordt voorkomen dat jongeren die onderschatten hoeveel andere jongeren drinken, worden gestimuleerd om zelf meer te gaan drinken. Er is één uitzondering op bovenstaande regel. Jongeren die zelf méér drinken dan hun leeftijdsgenoten krijgen ongeacht hun inschatting van het alcoholgebruik van hun leeftijdsgenoten altijd feedback aan de hand van een staafdiagram (VO) of taartdiagram (BO). Zo worden zij geconfronteerd met het feit dat zij méér drinken dan gemiddeld. In het staafdiagram voor de VO-jongeren is de kleur van de staaf die het eigen alcoholgebruik representeert afhankelijk van de hoogte van het eigen gebruik. Drinkt een jongere méér dan zijn leeftijdsgenoten, dan is de eigen staaf rood. Drinkt een jongere minder, dan is de eigen staaf groen. Wanneer een jongere evenveel drinkt als andere jongeren van zijn leeftijd, dan heeft de eigen staaf, net zoals de staaf die het gemiddelde gebruik weergeeft, een blauwe kleur. Het verschil zit in de schakering: de eigen staaf is lichtblauw en de gemiddelde staaf is donkerblauw.
26
TRIMBOS-INSTITUUT
2.2.1
Basisschool
Kinderen op de basisschool krijgen de volgende vraag (jongens en meisjes hebben ieder een eigen vraag): • Hoeveel standaardglazen alcohol drinken de meeste jongens (meisjes) uit groep 7 en 8 van de basisschool per keer? 1 standaardglas of meer minder dan 1 standaardglas 0 standaardglazen Het goede antwoord is zowel voor jongens als voor meisjes 0 standaardglazen omdat de meerderheid van de basisschoolleerlingen nog nooit alcohol gedronken heeft. Jongens en meisjes die denken dat kinderen uit groep 7 en 8 al wel (minder of meer dan een standaardglas) drinken, overschatten dus het alcoholgebruik van hun leeftijdsgenootjes. Jongeren die het alcoholgebruik van hun leeftijdsgenoten overschatten krijgen, ongeacht hun eigen alcoholgebruik, normatieve feedback in de vorm van een taartdiagram. Ter illustratie het advies voor een meisje dat zelf gewend is om 1 glas per keer te drinken en denkt dat haar leeftijdsgenootjes dat ook doen. Hoeveel drinken andere kinderen van jouw leeftijd? Jij denkt dat de meeste meisjes uit groep 7 en 8 van de basisschool per keer 1 glas alcohol of meer drinken. Zoals je in het plaatje kunt zien, [naam], klopt jouw antwoord niet. Je ziet een taart die verdeeld is in 3 ongelijke punten. De hele taart stelt een groep kinderen van de basisschool voor. Het is een groep 8 met alleen maar meisjes, 20 in totaal. In de grootste, groene taartpunt zitten de meisjes die nog nooit gedronken hebben. Dat zijn er 15. De middelste, oranje taartpunt is bijna 4 keer zo klein als de groene punt. Daar vind je de meisjes die per keer minder dan 1 glas drinken. Het gaat om 4 meisjes. Het kleine rode taartpuntje bevat maar 1 meisje. Dat meisje is de enige in de klas die per keer al minstens 1 glas drinkt. Het goede antwoord op de vraag is dus: de meeste meisjes drinken 0 glazen alcohol per keer. ZELF zit jij in de RODE TAARTPUNT. Bijna alle meisjes van jouw leeftijd drinken dus of minder dan jij, of nog helemaal niet.
TRIMBOS-INSTITUUT
27
Kinderen die denken dat basisschoolleerlingen niet drinken en dus het goede antwoord geven, maar die zelf wel al drinken, krijgen eveneens normatieve feedback inclusief taartdiagram (van deze basistekst wordt geen voorbeeld gegeven). Basisschoolkinderen tenslotte die zelf nog niet drinken en die verwachten dat andere kinderen dat ook niet zullen doen, krijgen onderstaande, korte adviestekst zonder taartdiagram. Hoeveel drinken andere kinderen van jouw leeftijd? Jouw antwoord op de vorige vraag klopt, [naam]. De meeste jongens uit groep 7 en 8 van de basisschool drinken 0 glazen alcohol per keer. Dat is logisch, want de meeste jongens drinken op deze leeftijd nog helemaal niet. Het is knap dat je het goede antwoord hebt gekozen. Veel mensen denken namelijk dat jongeren eerder gaan drinken dan zij in werkelijkheid doen. Dat komt omdat een klein deel van de Nederlandse jeugd inderdaad al vroeg begint met het drinken van alcohol. Gelukkig behoor jij tot de grote meerderheid van de Nederlandse jongens die op de basisschool nog niet drinkt. 2.2.2
Voortgezet onderwijs jonger dan 14 jaar
Jongens en meisjes van 12 en 13 uit het VO krijgen in de tweede sectie onderstaande vraag. Het juiste antwoord is het laatst genoemde antwoordalternatief (zie tabel 2). • Hoeveel standaardglazen alcohol denk jij dat jongeren van jouw leeftijd gemiddeld per week drinken? 6 glazen per week of meer 3-5 standaardglazen per week 2 standaardglazen per week 1 standaardglas per week minder dan 1 standaardglas per week Jongeren die een verkeerd antwoord kiezen en dus het alcoholgebruik van hun leeftijdgenoten overschatten, krijgen ongeacht hun eigen alcoholgebruik normatieve feedback aan de hand van een staafdiagram (van deze basistekst wordt geen voorbeeld gegeven). Jongeren die wel het goede antwoord kiezen maar zelf méér drinken dan 1 standaardglas per week krijgen eveneens normatieve feedback aan de hand van een staafdiagram. De volgende adviestekst is voor een jongen die terecht denkt dat zijn leeftijdsgenootjes minder dan 1 glas per week drinken maar die daar zelf met 5 glazen per week ruim boven zit. Hoeveel drinken jouw leeftijdsgenoten? In de gele kolom links, [naam], zie je het aantal glazen dat je bij de vorige vraag hebt ingevuld. Jij denkt dat jouw leeftijdsgenoten minder dan 1 glas alcohol per week drinken. Jouw inschatting klopt. De blauwe kolom in het midden laat zien dat jongeren van 12-13 jaar inderdaad net iets minder dan 1 glas per week drinken. In de rode kolom aan de rechterkant vind je het aantal glazen dat jijzelf in een normale week drinkt: 5 glazen per week. Jij drinkt dus meer dan gemiddeld.
28
TRIMBOS-INSTITUUT
Alleen jongeren die het juiste antwoord kiezen en zelf minder dan 1 glas per week drinken, krijgen een adviestekst zonder staafdiagram. De toon is positief. De jongeren krijgen complimenten omdat zij zelf weinig drinken en het juiste antwoord hebben gekozen (van deze basistekst wordt geen voorbeeld gegeven). 2.2.3
Voortgezet onderwijs vanaf 14 jaar
Jongeren in het VO vanaf 14 jaar kregen de volgende vraag voorgelegd. • Hoeveel standaardglazen alcohol denk jij dat jongens (meisjes) van jouw leeftijd GEMIDDELD PER WEEK drinken? Vul een heel getal in dat groter is dan 0. Het goede antwoord op deze vraag is afhankelijk van leeftijd en geslacht (zie Tabel 2). Jongeren die op de bovengrens van het betrouwbaarheidsinterval of daarboven zitten, hebben de vraag verkeerd beantwoord. Zij overschatten het alcoholgebruik van hun leeftijd- en seksegenoten. Zij krijgen normatieve feedback, ongeacht hun eigen alcoholgebruik. De meerderheid van de jongeren zal waarschijnlijk tot deze groep behoren. De onderstaande adviestekst is voor een 16-jarig meisje dat denkt dat andere meisjes van haar leeftijd 10 glazen per week drinken en dat zelf eveneens fors inneemt. Hoeveel drinken jouw leeftijdsgenoten? In de gele kolom links, [naam], zie je het aantal glazen dat je bij de vorige vraag hebt ingevuld. Jij denkt dat jouw leeftijdsgenoten ongeveer [10] glazen alcohol per week drinken. De blauwe kolom in het midden laat zien dat meisjes van 16-17 jaar in werkelijkheid gemiddeld minder drinken, namelijk 6 glazen per week. In de rode kolom aan de rechterkant vind je het aantal glazen dat jijzelf in een normale week drinkt: [8] glazen per week. Jij drinkt dus meer dan andere meisjes van jouw leeftijd.
TRIMBOS-INSTITUUT
29
Onderstaande adviestekst is voor een 15-jarige jongen die het alcoholgebruik van andere jongens overschat, ook al drinkt hij zelf minder dan gemiddeld. Hoeveel drinken jouw leeftijdsgenoten? In de gele kolom links, [naam], zie je het aantal glazen dat je bij de vorige vraag hebt ingevuld. Jij denkt dat jouw leeftijdsgenoten ongeveer [7] glazen alcohol per week drinken. De blauwe kolom in het midden laat zien dat jongens van 14-15 jaar in werkelijkheid gemiddeld minder drinken, namelijk 5 glazen per week. Volgens de groene kolom aan de rechterkant drink jijzelf in een normale week [3] glazen; minder dus dan gemiddeld. Prima dat je je eigen grens stelt!
Jongeren die binnen de grenzen van het interval antwoorden, hebben het gemiddelde alcoholgebruik juist ingeschat. Voor jongeren uit het VO ouder dan 14 is het ook mogelijk om het alcoholgebruik van hun leeftijdsgenoten te onderschatten. 6 Hun antwoord valt 6
Voor basisschoolleerlingen en leerlingen jonger dan 14 in het VO is onderschatting niet mogelijk omdat zij een gesloten vraag krijgen waarbij het laagste antwoord het juiste antwoord is.
30
TRIMBOS-INSTITUUT
dan op of onder de ondergrens van het betrouwbaarheidsinterval. Afhankelijk van het eigen alcoholgebruik, ontvangen jongeren die het alcoholgebruik goed of te laag inschatten normatieve feedback. Wanneer zij het alcoholgebruik van leeftijdsgenoten onderschatten of goed inschatten én zelf méér drinken dan gemiddeld, krijgen zij wel normatieve feedback. Onderstaande adviestekst is voor een 15-jarige jongen die het alcoholgebruik van andere jongens juist inschat op 5 glazen per week, terwijl hij zelf wekelijks 10 glazen drinkt. Hoeveel drinken jouw leeftijdsgenoten? In de gele kolom links, [naam], zie je het aantal glazen dat je bij de vorige vraag hebt ingevuld. Jij denkt dat jouw leeftijdsgenoten ongeveer [5] glazen alcohol per week drinken. Jouw inschatting klopt. De blauwe kolom in het midden laat zien dat jongens van 14-15 jaar inderdaad gemiddeld 5 glazen per week drinken. In de rode kolom aan de rechterkant vind je het aantal glazen dat jijzelf in een normale week drinkt: [10] glazen per week. Jij drinkt dus meer dan andere jongens van jouw leeftijd.
Wanneer jongeren tenslotte het alcoholgebruik van leeftijdsgenoten onderschatten of goed inschatten én zelf minder of evenveel drinken dan gemiddeld, verschijnt een variant van onderstaande basistekst. De volgende adviestekst is voor een meisje van 18 jaar of ouder. Hoeveel drinken jouw leeftijdsgenoten? Jij hebt goed ingeschat hoeveel vrouwen van jouw leeftijd gemiddeld per week drinken, [naam]. Dat is knap, want de meeste mensen denken dat jonge vrouwen méér drinken dan zij in werkelijkheid doen. Dat komt omdat een klein deel van de vrouwen tussen de 18 en 24 jaar inderdaad heel veel drinkt. Gelukkig behoor jij tot de meerderheid die niet zo veel drinkt.
TRIMBOS-INSTITUUT
31
Sectie 3. Waarom drink jij? 3.1
Theoretische achtergrond
In het model van Cooper (1994) dat gebaseerd is op de leertheorie worden vier drinkmotieven onderscheiden. Jongeren kunnen drinken omdat alcohol hen iets prettigs oplevert: in termen van de leertheorie is er sprak van positieve bekrachtiging. Wanneer jongeren alcohol gebruiken om iets onprettigs te vermijden wordt dat negatieve bekrachtiging genoemd. Het gedrag wordt beloond omdat iets vervelends, bijvoorbeeld een naar gevoel, wordt weggenomen. De motivatie kan verder intern of extern van aard zijn. Interne motivatie komt vanuit het individu zelf, bij externe motivatie is er een omgevingsprikkel die aanzet tot drinken (bijvoorbeeld een feestje). Op basis van de 2 dimensies bekrachtiging (positief, negatief) en motivatiebron (intern, extern) ontstaan de volgende vier motieven: Tabel 3. De vier drinkmotieven Positieve bekrachtiging
Negatieve bekrachtiging
Interne motivatie
opwindingsmotieven (enhancement)
copingmotieven
Externe motivatie
sociale motieven
aanpassingsmotieven (conformity)
Intern gemotiveerde jongeren gebruiken alcohol om een kick te krijgen (positieve bekrachtiging) of om problemen te vergeten (negatieve bekrachtiging). Extern gemotiveerde jongeren drinken om een feestje nog gezelliger te maken (positieve bekrachtiging) of om afwijzing te vermijden (negatieve bekrachtiging). Niet alle redenen om alcohol te drinken zijn even ‘gezond’. In het algemeen geldt: hoe sterker een bepaald motief, hoe meer iemand drinkt, hoe groter de kans op problematisch alcoholgebruik. Er bestaan dus indirecte verbanden tussen de drinkmotieven en alcoholproblemen die lopen via het alcoholgebruik. Tussen het copingmotief en problematisch alcoholgebruik bestaat echter ook een direct verband. Drinken om nare gevoelens kwijt te raken vergroot dus rechtstreeks de kans op alcoholproblemen. Iemand komt dan gemakkelijk in een vicieuze cirkel terecht, omdat veel alcohol drinken op termijn een depressieve stemming veroorzaakt, waardoor iemand nog meer gaat drinken (Cooper et al., 1995). Ook uit onderzoek onder adolescenten komen soortgelijke bevindingen naar voren. Met name een hoge score op het copingmotief is een teken van kwetsbaarheid. Jongeren die drinken als manier om met problemen om te gaan, vergroten het risico op toekomstige problemen omdat zij voor een verkeerde copingstrategie (alcohol) kiezen. Ook jongeren die drinken voor de kick, lopen risico. Omdat zij vaak veel drinken is bij hen de kans groter op problemen zoals betrokkenheid bij vechtpartijen en onveilige en ongewenste seks onder invloed van alcohol (Kuntsche et al., 2006; 2007).
3.2
Testvragen
De vier motieven zijn nagevraagd met een vertaalde, bewerkte en ingekorte versie van de Drinking-Motives-Questionnaire-Revised. Dit instrument werd begin jaren negentig ontwikkeld in Amerika en is recentelijk gevalideerd in Europa (Kuntsche et al., 2006). De
TRIMBOS-INSTITUUT
33
oorspronkelijke schaal telt 5 items voor ieder motief op een 6-punt schaal. Om de drinktest niet te lang te maken wordt hier ieder motief vastgesteld aan de hand van drie items met de antwoordcategorieën: nooit; soms; vaak. Opwindingsmotief: Waarom drink jij? • omdat ik me dan lekker voel • omdat het me een kick geeft • omdat ik me dan vrolijk voel Copingmotief: Waarom drink jij? • omdat het me helpt als ik me rol voel • om me beter te voelen als ik een slecht humeur heb • om mijn problemen te vergeten Sociaal motief: Waarom drink jij? • om van een feest te genieten • omdat alcohol uitgaan leuker maakt • om iets speciaals te vieren Aanpassingsmotief: Waarom drink jij? • zodat ik geen commentaar van mijn vrienden krijg omdat ik niet drink • om bij een groep te horen die ik leuk vind • om me niet buitengesloten te voelen
3.3
Beslisregels en adviezen
Het advies dat jongeren in de derde sectie ontvangen is vanzelfsprekend afhankelijk van de antwoorden op de motiefvragen. Een enkele adviestekst is daarnaast afhankelijk van het geslacht en de leeftijd. Het eigen drinkgedrag speelt geen rol bij het advies dat een jongere in deze sectie krijgt. 3.3.1
Beslisregels en adviezen interne motieven
Iedere jongere krijgt slechts één van drie mogelijke basisteksten: of de basistekst over het copingmotief (‘drinken om problemen te vergeten’); of de basistekst over het opwindingsmotief (‘drinken voor het lekkere gevoel’); of de basistekst bij afwezigheid van beide motieven (‘ook zonder alcohol voel jij je goed’). Door dit adviesblok te beperken tot één tekst wordt voorkomen dat het sectieadvies in zijn geheel te lang wordt. Vanwege het sterke en directe verband tussen het copingmotief en problematisch alcoholgebruik krijgt een jongere over dit drinkmotief feedback zodra niet alle drie de copingvragen met nooit beantwoord zijn. Er wordt met andere woorden voorrang gegeven aan het motief dat het sterkst alcoholproblemen voorspelt. Zodra een jongere bij ten minste één copingvraag heeft gekozen voor het antwoordalternatief ‘soms’ of ‘vaak’ krijgt hij de onderstaande adviestekst. De adviestekst gaat in op onjuiste alcoholverwachtingen, het risico van gewoontevorming en biedt een gedragsalternatief (vraag je sociale omgeving om hulp). Om problemen te vergeten Jij gebruikt alcohol wel eens om vervelende gevoelens weg te drinken, [naam]. Misschien denk je dat alcohol onplezierige gevoelens verandert in fijne gevoelens,
34
TRIMBOS-INSTITUUT
zoals kalmte en zelfvertrouwen. Dat is niet zo. Door de alcohol voel je alleen de scherpe kantjes even wat minder. Maar als de alcohol is uitgewerkt, is het probleem er nog steeds. Het is gevaarlijk om alcohol te drinken als je ergens over loopt te piekeren. Je raakt daar makkelijk aan gewend. Steeds als je je rot voelt, krijg je dan vanzelf zin in alcohol. Moeilijke situaties en vervelende gevoelens zul je altijd in je leven tegenkomen. Probeer deze vanuit jezelf op te lossen of met hulp van je ouders of vrienden. Jij hebt heus geen alcohol nodig. Een jongere die ten minste één van de drie opwindingsvragen met ‘vaak’ beantwoordt én alle copingvragen met 'nooit' heeft beantwoord, krijgt de basistekst over het opwindingsmotief. Deze basistekst is ook afhankelijk van leeftijd en geslacht. Hieronder volgt de adviestekst voor een meisje van 14 jaar of ouder, waarin gewezen wordt op het gevaar van ongewenste seks. Daarnaast wordt uitleg gegeven over de effecten van alcohol en wordt een gedragsalternatief (weinig drinken) geboden. Voor het lekkere gevoel Jij gebruikt vaak alcohol om een lekker gevoel te krijgen, [naam]. In reclames zie je inderdaad dat alcohol zorgt voor plezier en gezelligheid. Een klein beetje alcohol doet dat ook. Maar als je meer drinkt, veranderen de leuke effecten al snel in vervelende effecten. Van veel alcohol kun je overdreven emotioneel worden, of agressief, waardoor je sneller ruzie krijgt. Bovendien heb je meer kans op seks met een jongen die je eigenlijk helemaal niet leuk vindt. Die minder leuke kanten van alcohol krijg je in reclames nooit te zien. Bedenk dus dat het lekkere gevoel vooral komt doordat je alcohol meestal drinkt in leuke situaties, bijvoorbeeld op een feest of in een kroeg. Een beetje alcohol kan dat prettige gevoel versterken. Maar veel alcohol zorgt juist voor onprettige gevoelens, waaronder de kater de volgende dag. Tot slot zijn er jongeren bij wie geen van beide interne motieven in sterke mate aanwezig is. Jongeren die alledrie de copingvragen met 'nooit' hebben beantwoord én geen enkele keer 'vaak' hebben geantwoord op de opwindingsvragen, krijgen de volgende adviestekst. Ook zonder alcohol voel jij je goed! Jij gebruikt geen alcohol om je problemen te vergeten. Ook heb jij niet per se alcohol nodig om je lekker te voelen. Dat is positief. Want als je weinig redenen hebt om alcohol te drinken, zal alcohol ook niet snel een probleem voor je worden. 3.3.2
Besisregels en adviezen externe motieven
De beslisregels bij de externe motieven zijn hetzelfde als de beslisregels bij de interne motieven. Opnieuw krijgen jongeren slechts één adviestekst: de basistekst over het aanpassingsmotief (‘drinken om erbij te horen’), de basistekst over het sociale motief (‘drinken voor de gezelligheid’), of de basistekst over de afwezigheid van externe drinkmotieven (‘ook zonder alcohol heb jij het gezellig’). Net als bij de interne motieven krijgt feedback over verwachtingen van negatieve bekrachtiging (aanpassingsmotief) voorrang boven feedback over verwachtingen van positieve bekrachtiging (sociale motief).
TRIMBOS-INSTITUUT
35
Zodra een jongere één van de drie aanpassingsvragen met 'soms' of met 'vaak' heeft beantwoord, krijgt hij feedback over het aanpassingsmotief. De adviestekst toont begrip voor de angst van de jongere om afgewezen te worden, en geeft tips om hem weerbaarder te maken: Om erbij te horen Jij drinkt af en toe alcohol omdat je bang bent dat je vrienden je anders niet meer aardig vinden. Dat is wel begrijpelijk. Soms is de druk om mee te drinken heel sterk. Je kunt je heel ongemakkelijk voelen wanneer je dan als enige een rondje overslaat, of zelfs helemaal niet drinkt. Maar je moet alleen alcohol gebruiken als je dat echt zelf wilt. Dat wil niet zeggen dat het makkelijk is om NEE te zeggen als je eigenlijk niet wilt drinken. Zeker niet als iemand blijft aandringen. Het lukt beter om een drankje te weigeren als je van te voren hebt bedacht wat je zult gaan zeggen (meer tips). Je zult merken dat je vrienden er heus wel aan gewend raken als jij voortaan niet meer (zoveel) drinkt. Wanneer een jongere één van de drie sociale vragen met vaak heeft beantwoord, volgt advies over het sociale motief. De basistekst bevat recente inzichten uit sociaal psychologisch onderzoek en moedigt de jongere aan om de eigen grens in de gaten te houden. De adviestekst is afhankelijk van geslacht. Hieronder de variant voor jongens: Voor de gezelligheid Jij drinkt vaak alcohol met je vrienden. Logisch, want met een beetje alcohol ontstaat er al snel een gezellige sfeer. In een groep moet je echter oppassen. Mensen zijn net kuddedieren. Dus drink je meer als je in een groep zit waarin veel wordt gedronken. Want als je iemand anders ziet drinken, krijg je zelf automatisch ook zin. Vooral jongens onder elkaar drinken veel en snel. Als er meisjes bij zijn, wordt er juist minder gedronken. Het werkt nu eenmaal zo in groepen. Houd daarom je eigen grens in de gaten. Spreek bijvoorbeeld van te voren met jezelf af hoeveel je wilt drinken. Jongeren die alle aanpassingsvragen met 'nooit' én geen enkele sociale vraag met 'vaak' hebben beantwoord, worden beschouwd als niet extern gemotiveerd. Zij ontvangen onderstaande adviestekst. Ook zonder alcohol heb jij het gezellig! Jij drinkt geen alcohol omdat je erbij wilt horen. En een feestje kan voor jou ook zonder alcohol leuk zijn. Heel goed, want alcohol drinken kan al snel een gewoonte worden waar je niet meer over nadenkt. Steeds als het gezellig is, krijg je dan vanzelf zin in alcohol. Maar voor jou geldt dat niet. Jij kiest steeds bewust of je wel of niet wilt drinken.
36
TRIMBOS-INSTITUUT
Sectie 4. Loop jij extra risico? 4.1
Theoretische achtergrond
Er bestaan individuele verschillen in de kwetsbaarheid voor de negatieve effecten van alcohol. Voor bepaalde groepen jongeren is het experimenteren met (fors) alcoholgebruik gevaarlijker dan voor andere groepen. Zo lopen kinderen met gedragsproblemen (impulsief gedrag, ADHD, agressie) een duidelijk verhoogd risico op het ontwikkelen van een langdurig alcoholprobleem. Veel jongeren weten niet dat zij een verhoogd risico lopen en denken dat het feit dat zij bijvoorbeeld goed tegen alcohol kunnen hen juist beschermt. De jongerendrinktest probeert dit misverstand weg te nemen om zo het bewustzijn van de eigen kwetsbaarheid bij jongeren te vergroten. In de cursus Leren Drinken die door de Universiteit Maastricht werd ontwikkeld voor de doelgroep veel drinkende jongeren, is dit met succes gebeurd. Na afloop hadden jongeren die aan de cursus hadden deelgenomen meer inzicht in de risicofactoren voor problematisch alcoholgebruik dan jongeren die niet hadden deelgenomen. Helaas bleek de cursus niet effectief in het verminderen van het alcoholgebruik (Thush et al., 2007). In de vierde sessie van de jongerendrinktest worden drie risicofactoren voor problematisch alcoholgebruik aan de orde gesteld, namelijk genetische kwetsbaarheid, een afwijkende lichamelijke reactie op alcohol en reeds aanwezige alcoholproblematiek. Eerder in de drinktest, in het adviesblok 'Hoe vaak drink jij?' uit de eerste sectie, kwam al een vierde risicofactor aan bod: jong beginnen met regelmatig alcohol drinken. Genetische kwetsbaarheid Kinderen van alcoholisten lopen een verhoogd risico omdat alle vormen van verslaving, inclusief alcoholverslaving, voor een groot deel genetisch bepaald zijn. Voor alcoholisme geldt dat ongeveer 50% bepaald wordt door genetische factoren en 50% door omgevingsfactoren (opvoeding, vrienden etc.). Kinderen van alcoholisten hebben daardoor ongeveer vier keer zoveel kans om ooit in hun leven een alcoholprobleem te krijgen dan kinderen van ouders zonder alcoholproblemen (Wiers, 2007). Een afwijkende lichamelijke reactie op alcohol De risicofactoren genetische kwetsbaarheid en een afwijkende lichamelijke reactie op alcohol hangen met elkaar samen. Kinderen van alcoholisten verdragen alcohol in het algemeen veel beter dan gemiddeld. Zij ervaren de positieve effecten van alcohol sterker en hebben minder last van de negatieve effecten. De positieve effecten van alcohol, aangename gevoelens van opwinding, treden direct na inname op als het alcoholpercentage in het bloed stijgt. Bij een afwijkende reactie op alcohol stijgt het alcoholpercentage in het bloed sneller dan normaal, wat wordt ervaren als een sterkere kick. De negatieve effecten van alcohol, gevoelens van moeheid en futloosheid, treden juist op wanneer het alcoholpercentage in het bloed gaat dalen. Ook deze daling verloopt bij een afwijkende reactie op alcohol sneller dan gemiddeld. Kinderen van alcoholisten zijn daardoor anderhalf uur na inname een stuk minder onder invloed dan andere kinderen. Er is geen één op één relatie tussen genetische kwetsbaarheid en een afwijkende lichamelijke reactie. Ook kinderen van ouders zonder alcoholproblemen kunnen een afwijkende reactie op alcohol hebben en omgekeerd hebben niet alle kinderen van ouders met alcoholisten deze afwijkende reactie (Wiers, 2007).
TRIMBOS-INSTITUUT
37
Beginnende alcoholproblemen De derde risicofactor, reeds aanwezige problemen, is een risicofactor die bij alle psychische stoornissen voorkomt en die berust op het gegeven dat een klein probleem makkelijk uitgroeit tot een groot probleem.
4.2
Testvragen
De risicofactoren afwijkende lichamelijke reactie en genetische kwetsbaarheid worden in de jongerendrinktest beiden vastgesteld met één vraag met de antwoordcategorieën: nee; ik weet niet; ja. De risicofactor wordt als aanwezig beschouwd wanneer een jongere het antwoord 'ja' kiest. De beide vragen komen niet uit een bestaande vragenlijst. Afwijkende lichamelijke reactie: • Ik kan meer alcohol drinken dan anderen, omdat ik minder last heb van de negatieve gevolgen (zoals moeheid, misselijkheid etc.). Genetische kwetsbaarheid: • Heeft jouw vader en/of jouw moeder op dit moment een alcoholprobleem of heeft jouw vader en/of jouw moeder vroeger ooit een alcoholprobleem gehad? Beginnende alcoholproblemen worden nagevraagd met de CRAFFT, een test die speciaal ontwikkeld werd voor adolescenten. CRAFFT is een acroniem van de beginletters van de 6 kernwoorden uit de test (in het Engels): Car, Relax, Alone, Forget, Friends, Trouble. De items worden gemeten op een dichotome schaal met de antwoordcategorieën: ja; nee. Beginnende alcoholproblemen (CRAFFT): • Heb je zelf wel eens onder invloed van alcohol een AUTO OF BROMMER bestuurd of in een auto of brommer gezeten die bestuurd werd door iemand die alcohol gedronken had? • Gebruik je wel eens alcohol om te ONTSPANNEN, je beter te voelen over jezelf of bij de groep te horen? • Gebruik je wel eens alcohol als je ALLEEN BENT? • Vergeet je wel eens wat je gedaan hebt nadat je alcohol hebt gebruikt? • Zeggen je familie of vrienden wel eens dat je minder zou moeten drinken? • Ben je wel eens in de problemen geraakt toen je alcohol had gebruikt? Problemen waar je mee te maken kunt krijgen als je te veel alcohol drinkt zijn bijvoorbeeld: van je fiets vallen; betrokken raken bij een vechtpartij; je portemonnee kwijtraken; aangehouden worden door de politie. De risicofactor beginnende problemen wordt in de jongerendrinktest aanwezig verondersteld wanneer een jongere ten minste twee van de zes CRAFFT items met ‘ja’ beantwoordt. Uit Amerikaans onderzoek onder 14-18 jarigen bleken bij deze cutt off score zowel de sensitiviteit (70%) als de specificiteit (94%) 7 voor het identificeren van probleemgebruikers 8 voldoende.
7
Een sensitiviteit van 70% betekent dat de test 70% van de probleemgebruikers ook daadwerkelijk identificeert als probleemgebruiker. 30% van de probleemgebruikers worden door de CRAFFT dus niet herkend als problematisch alcoholgebruiker ('false negatives'). De specificiteit van een test gaat over het aantal keer dat er volgens de test sprake is van probleemgebruik terwijl dat in de werkelijkheid niet het geval is ('false positives'). Bij 6 op de 100 jongeren gaat het mis. Volgens de test zijn zij probleemgebruiker, terwijl zij dat in werkelijkheid niet zijn. Bij de andere 94% van de jongeren zonder alcoholproblemen gaat het goed. 8 Probleemgebruik is een verzamelterm voor drie wederzijds uitsluitende categorieën: jongeren die voldoen aan de DSM-IV criteria voor alcoholmisbruik; jongeren die voldoen aan de DSM-IV criteria voor alcoholafhankelijk-
38
TRIMBOS-INSTITUUT
Vraagafhankelijkheid Jongeren die het afgelopen jaar geen alcohol hebben gedronken, hoeven de CRAFFT items in de drinktest niet te beantwoorden.
4.3
Beslisregels en adviezen
Het advies dat jongeren ontvangen in deze sectie is afhankelijk van de aanwezigheid van de drie risicofactoren. Daarnaast zijn sommige adviesteksten afhankelijk van geslacht, leeftijd en weekconsumptie. Jongeren zonder verhoogd risico Volgens de jongerendrinktest is er geen verhoogd risico op alcoholproblemen wanneer aan de volgende drie voorwaarden is voldaan: 1. De vraag naar een afwijkende lichamelijke reactie is met ‘nee’ of ‘ik weet niet’ beantwoord. 2. De vraag naar genetische kwetsbaarheid is met ‘nee’ of ‘ik weet niet’ beantwoord. 3. Maximaal 1 CRAFFT-vraag is met ‘ja’ beantwoord. Jongeren die aan deze voorwaarden voldoen krijgen, afhankelijk van hun leeftijd, geslacht en weekconsumptie, een variant van onderstaande basistekst. De volgende adviestekst is voor een meisje van 16 jaar of ouder die meer dan 7 glazen per week drinkt. Volgens deze test loop jij geen extra risico om een alcoholprobleem te krijgen, [naam]. Maar jij drinkt wel te veel. Ook zonder verhoogd risico kun je problemen krijgen. Wees dus voorzichtig. Jongeren met een verhoogd risico Het sectieadvies voor jongeren die op één of meer van de drie risicofactoren positief scoren, bestaat uit een intro gevolgd door een adviestekst voor iedere aanwezige risicofactor. In sommige gevallen besluit het sectieadvies met een aparte slottekst. De intro: Jij loopt extra risico om een alcoholprobleem te krijgen, [naam]. Dat heeft de volgende reden(en): De adviestekst voor genetische kwetsbaarheid: Erfelijke aanleg De kans dat jij ooit in je leven een alcoholprobleem krijgt is ongeveer 4 keer zo groot als normaal. Dat komt omdat jouw vader en/of jouw moeder een alcoholprobleem heeft (gehad). Op www.drankjewel.nl vind je meer informatie over de rol van erfelijkheid bij alcoholverslaving. Ook kun je er verhalen lezen van jongeren die net als jij een vader of moeder hebben met alcoholproblemen.
heid; jongeren die ten minste twee alcoholgerelateerde problemen ervaren zonder te voldoen aan de DSM-IV criteria voor misbruik of afhankelijkheid.
TRIMBOS-INSTITUUT
39
De adviestekst voor een afwijkende lichamelijke reactie: Lichamelijke reactie Jij denkt dat je beter dan je vrienden tegen alcohol kan. Als dat inderdaad klopt, is jouw lichaam goed in het verwerken van alcohol. Jij voelt de positieve effecten van alcohol sterker dan gemiddeld, en hebt veel minder last van de negatieve effecten. Dat lijkt een voordeel, maar dat is het niet. Want juist omdat jij alcohol zo lekker vindt, heb je meer kans om veel te gaan drinken. Wees dus extra voorzichtig met alcohol, zodat je niet verslaafd raakt. De adviestekst voor aanwezige alcoholproblematiek is afhankelijk van leeftijd, geslacht en weekconsumptie. Hieronder volgt de adviestekst voor een jongen van 18 jaar die meer dan 21 glazen per week drinkt en ten minste 2 CRAFFT vragen positief heeft beantwoord. Het advies sluit af met enkele concrete tips en verwijst naar mogelijkheden tot (zelf)hulp. Alcoholproblemen Jij gebruikt alcohol in situaties waarin je dat beter niet kunt doen, of je drinkt om de verkeerde reden. Bovendien drink je te veel. Misschien heb je dus al een alcoholprobleem. Het is in jouw geval zeker verstandig om wat aan je alcoholgebruik te veranderen. De volgende tips zijn misschien nuttig: Drink alleen in gezelschap Drink niet om je fijner te voelen, maar alleen omdat je het lekker vindt Bepaal het maximum aantal glazen dat je per keer wilt drinken. Drink een paar weken helemaal niet. Zo kom je erachter of je nog zonder alcohol kunt. Als je je zorgen maakt over je alcoholgebruik, kun je het beste eens gaan praten met iemand die je vertrouwt. Of bel naar de Alcohol Infolijn 0900 500 2021 (10 ct/min). Dan krijg je anoniem advies van een deskundige medewerker. Op www.minderdrinken.nl vind je een programma dat je kan helpen om minder te gaan drinken. Jongeren die positief scoren op genetische kwetsbaarheid en/of op afwijkende lichamelijke reactie maar bij wie geen sprake is van beginnende alcoholproblematiek, ontvangen een aparte slottekst. De basistekst varieert afhankelijk van leeftijd. De jongeren wordt aangeraden om vanwege hun verhoogde gevoeligheid extra voorzichtig te zijn met alcohol en verwijst door naar de Alcohol Infolijn. De tekst voor 18-plussers bevat daarnaast een verwijzing naar www.minderdrinken.nl. Hieronder volgt de adviestekst voor een jongere onder de 16. Wat kun je doen? Jij hebt waarschijnlijk aanleg om een alcoholprobleem te krijgen. Dat kun je vergelijken met de aanleg om bijvoorbeeld dik te worden. Niet alle jongeren met deze aanleg worden ook echt dik. Dat worden alleen de jongeren die veel snoepen en weinig bewegen. Op dezelfde manier krijgen niet alle jongeren die risico lopen op een alcoholprobleem, ook echt een probleem. Als je weet dat je risico loopt, kun je namelijk iets doen om het risico te verkleinen.
40
TRIMBOS-INSTITUUT
Het beste wat je op jouw leeftijd kunt doen is: helemaal niet drinken. Maak je je zorgen over je je alcoholgebruik? Ga praten met iemand die je vertrouwt. Of bel naar de Alcohol Infolijn 0900 500 2021 (10 ct/min). Dan krijg je anoniem advies van een deskundige medewerker.
TRIMBOS-INSTITUUT
41
Sectie 5. Jouw advies 5.1
Theoretische achtergrond
Het alcoholgebruik van jongeren wordt door vele factoren beïnvloed: bewuste cognitieve processen, onbewuste processen, omgevingsfactoren in de directe sociale omgeving en omgevingsfactoren in de maatschappij (Wiers, 2007). De jongerendrinktest is gericht op factoren uit de eerste categorie en wil de motivatie van jongeren om niet of slechts weinig te drinken versterken. Daarom worden jongeren in de laatste sectie uitgenodigd om nogmaals over hun alcoholgebruik na te denken. Er wordt in deze sectie geen nieuwe informatie meer gegeven.
5.2
Testvragen, beslisregels en adviezen
Op het einde van de test worden jongeren uitgedaagd opnieuw hun standpunt ten opzicht van alcohol te bepalen aan de hand van de volgende vraag: • Jongere A zegt: "Ik wil op ieder moment net zoveel kunnen drinken als ik wil. Ik wil niet nadenken over mijn gezondheid." Jongere B zegt: "Ik vind het belangrijk om steeds bewust te kiezen of ik wel of niet drink. Ik wil rekening houden met mijn gezondheid." Op wie lijk jij het meest? Antwoord 1 = Ik lijk het meest op A. Antwoord 2 = Ik lijk evenveel op A als op B Antwoord 3 = Ik lijk het meest op B Het advies dat een jongere krijgt is afhankelijk van het antwoord op bovenstaande vraag en van de leeftijd (jonger dan 16; 16-17 jaar; 18 jaar en ouder). In totaal zijn er dus (3x3=) 9 adviesteksten. Hieronder volgen drie voorbeelden waarin zowel iedere antwoordcategorie als iedere leeftijdscategorie aan bod komt. Voorbeeld 1. Adviestekst voor een jonger onder de 16 die kiest voor het eerste antwoord (hij lijkt het meest op de jongere die niet aan zijn gezondheid wil denken). Je wilt niet te veel nadenken over je gezondheid. Toch heb je de moeite genomen om deze test helemaal te maken. Heel goed, [naam]. In deze test heb je een aantal dingen over alcohol geleerd. Hierdoor kun je beter beslissen hoe vaak en hoeveel je wilt drinken. Op jouw leeftijd is het het veiligste om helemaal niet te drinken. Deze keus is bovendien lekker duidelijk. Je drinkt gewoon niet. Dus daar hoef je ook niet meer over na te denken! Voorbeeld 2. Adviestekst voor een jongere van 16 of 17 die kiest voor antwoord twee (hij lijkt evenveel op de jongere die niet aan zijn gezondheid wil denken, als op de jongere die dat wel wil doen). In deze test heb je een aantal dingen over alcohol geleerd, [naam]. Hierdoor kun je beter beslissen wanneer je (veel) wilt drinken en wanneer je aan je gezondheid wilt denken. Het is in ieder geval belangrijk om te weten dat je her-
TRIMBOS-INSTITUUT
43
senen pas rond je 24e volledig zijn ontwikkeld. Tot die tijd is het gevaar extra groot dat je met (veel) alcohol je hersenen blijvend beschadigt. Ook al mag jij wettelijk gezien alcohol kopen, alcohol is op jouw leeftijd nog steeds schadelijk! Het beste is dus om zolang mogelijk helemaal niet of maar weinig te drinken. Helemaal niet drinken is lekker duidelijk. Je drinkt gewoon niet. Dus daar hoef je ook niet meer over na te denken! Een goed alternatief is om maar weinig te drinken. Misschien kunnen onze drinktips je daarbij helpen. Voorbeeld 3. Adviestekst voor een jongere van 18 jaar of ouder die kiest voor antwoord drie (hij lijkt het meest op de jongere die rekening wil houden met de effecten van alcohol op zijn gezondheid). Jij wilt op een bewuste manier met alcohol omgaan, [naam]. Dat is heel verstandig! Je hebt in deze test een aantal dingen over alcohol geleerd. Hierdoor kun je beter beslissen hoe vaak en hoeveel jij wilt drinken. Het is in ieder geval belangrijk om te weten dat je hersenen pas rond je 24e volledig zijn ontwikkeld. Tot die tijd is het gevaar extra groot dat je met veel alcohol je hersenen blijvend beschadigt. Het beste is dus om zolang mogelijk niet of maar weinig te drinken. Helemaal niet drinken is lekker duidelijk. Je drinkt gewoon niet. Dus daar hoef je ook niet meer over na te denken! Een goed alternatief is om je zoveel mogelijk te houden aan de richtlijnen voor verantwoord alcoholgebruik. Misschien kunnen onze drinktips je daarbij helpen.
44
TRIMBOS-INSTITUUT
Literatuur Arts, N. J. M. (2005). Alcohol en het brein (2): dempende effecten en afhankelijkheid. Patient Care / Neuropsychiatrie & Gedragsneurologie, 4, 67-75. Boelema, S., Ter Bogt, T., van den Eijnden, R., & Verdurmen, J. (2009). Fysieke, functionele en gedragsmatige effecten van alcoholgebruik op de ontwikkeling van 16-18 jarigen. Utrecht: Trimbos-instituut. Borsari, B. & Carey, K. B. (2001). Peer influences on college drinking: A review of the research. Journal of Substance Abuse, 13, 391-424. Cooper, M. L. (1994). Motivations for alcohol use among adolescents: Development and validation of a four-factor model. Psychological Assessment, 6, 117-128. Cooper, M. L., Frone, M. R., Russell, M., & Mudar, P. (1995). Drinking to regulate positive and negative emotions: a motivational model of alcohol use. Journal of Personality and Social Psychology, 69, 990-1005. De Vries, H. & Brug, J. (1999). Computer-tailored interventions motivating people to adopt health promoting behaviours: Introduction to a new approach. Patient Education and Counseling, 36, 99-105. Gezondheidsraad (2009). Richtlijnen goede voeding 2006. Den Haag: Gezondheidsraad. Kuntsche, E., Knibbe, R. A., Gmel, G., & Engels, R. (2006). Replication and validation of the Drinking Motive Questionnaire Revised (DMQ-R, Cooper, 1994) among adolescents in Switzerland. European Addiction Research, 12, 161-168. Kuntsche, E., Knibbe, R. A., Engels, R., & Gmel, G. (2007). Bullying and fighting among adolescents - Do drinking motives and alcohol use matter? Addictive Behaviors, 32, 3131-3135. Lewis, M. A. & Neighbors, C. (2006). Social norms approaches using descriptive drinking norms education: A review of the research on personalized normative feedback. Journal of American College Health, 54, 213-218. Miller, W. R. & Rollnick, S. (2009). Motiverende gespreksvoering. Gorinchem: Ekklesia. Monshouwer, K., Verdurmen, J., Van Dorsselaer, S., Smit, E., Gorter, A., & Vollebergh, W. (2008). Jeugd en riskant gedrag 2007. Kerngegevens uit het peilstationsonderzoek scholieren. Utrecht: Trimbos-instituut. Roek, M. A. E., Spijkerman, R., Vermulst, A., Lemmers, L., Huiberts, A., & Engels, R. C. M. E. (submitted). The effectiveness of a web-based brief alcohol intervention in reducing underage drinking and the added value of normative feedback. Journal of Medical Internet Research.
TRIMBOS-INSTITUUT
45
Thush, C., Wiers, R., Theunissen, N., Van den Bosch, J., Opdenacker, J., Van Empelen, P. et al. (2007). A randomized clinical trial of a targeted intervention to moderate alcohol use and alcohol-related problems in at-risk adolescents. Pharmacology Biochemistry and Behavior, 86, 368-376. Van Dijck, D. & Knibbe, R. A. (2006). De incidentie, remissie en chroniciteit van probleemdrinken in de algemene Nederlandse bevolking. Maastricht: Universiteit Maastricht. Van Vlokhoven, B. & Rensink, H. (2002). De Gezonde school en genotmiddelen. Docentenhandleiding 'Wat uw leerlingen kunnen verwachten van alcohol'. (2 ed.) Utrecht: Trimbos-instituut. Verdurmen, J., Abraham, M., Planije, M., Monshouwer, K., Van Dorsselaer, S., Schulten, I. et al. (2009). Alcoholgebruik en jongeren onder de 16 jaar. Schadelijke effecten en effectiviteit van alcoholinterventies Utrecht: Trimbos-instituut. Wiers, R. (2007). Slaaf van het onbewuste. Amsterdam: Bert Bakker.
46
TRIMBOS-INSTITUUT