HANDLEIDING COMPOSTSCHOLENACTIE 2014-2015 Inhoud 1. Inleiding 2. Zelfstandig composteren in de school 3. Schema aanpak compostscholenactie 4. Hoe kom je tot een succesvolle en duurzame compostscholenactie Verdeel verantwoordelijkheden Stel een actieplan op Zorg voor gedragenheid binnen het schoolteam Informeer het poets- en onderhoudspersoneel Informeer verenigingen, andere groepen die gebruik maken van de schoolaccommodatie Schakel hulp in 5. Wat is composteren? 6. Hoe kan je composteren? Compostsystemen Opstarten van een vat Onderhouden van een vat Compost oogsten Compost gebruiken Meer info 7. Composteren met kinderen op school De compostles Starten met een compostvat Inzamelen van compost – leerlingen aan het werk Compost oogsten Compost gebruiken Andere lesideeën Veel voorkomende problemen bij composteren op school Meer info 8. Ondersteuning door IVAREM Compostmeester Educatief materiaal Cursussen Houtsnippers -1-
1. Inleiding
Elk jaar nemen steeds meer scholen deel aan de compostscholenactie. De scholen halen daarbij prima resultaten. De ervaring leert dat het succes van de compostscholenactie vooral bepaald wordt door de motivatie van de school en een leerkrachten die de actie op school wil trekken. We hebben gemerkt dat niet goed weten hoe eraan te beginnen soms een drempel is om de compostscholenactie te organiseren. Daarom hebben we deze beknopte, overzichtelijke handleiding gemaakt. Hiermee is een leerkracht in staat om, met een minimum aan inspanningen, de compostscholenactie zonder problemen te organiseren, eventueel met ondersteuning van een compostmeester. Bij deze handleiding horen ook bestanden met foto’s, tekeningen, documenten, … over composteren en de OVAM-map ‘Composteren met kinderen’. Deze kan je opvragen door een mail te sturen naar
[email protected] (met vermelding van ‘documentatie handleiding compostscholenactie’: via WE TRANSFER kan je ze dan downloaden en digitaal opslagen. Bij IVAREM kan je steeds met vragen en opmerkingen over de compostscholenactie en andere thema’s rond afval voorkomen en zwerfvuil terecht. Ook educatief materiaal zoals bvb. de koffer composteren en het compostopolyspel kan je bij ons gratis uitlenen: zie ook op http://www.ivarem.be/afvalvoorkomen.html
We wensen jullie veel succes en plezier met jullie compostscholenactie!
-2-
2. Zelfstandig composteren in de school Composteren met kinderen in de school is niet moeilijk, maar wel leerrijk. Zorgen dat je in de school kan composteren, vraagt enige organisatie maar daar wil deze praktische leidraad bij helpen. Composteren is niet alleen leerrijk, maar ook goed voor het milieu en een gemakkelijke manier om veel afval te voorkomen. Daarom gaan we ervan uit dat er niet even rond composteren wordt gewerkt, maar dat er een heel schooljaar door de leerlingen wordt gecomposteerd. Er kan dus best in het begin van het schooljaar gestart worden met de eerste les over composteren
3. Schema aanpak compostscholenactie Stel het actieplan voor de compostscholenactie op: Welke leerkracht is verantwoordelijk? Welke klassen doen mee? Welke lessen worden er gegeven en wanneer? Hoe wordt het composteren met de leerlingen praktisch georganiseerd? Welk materiaal heb je allemaal nodig? … Hieronder staat slechts een voorstel van hoe je de compostscholenactie in de school kan aanpakken. Het gaat om een ‘minimumprogramma’:
sep
okt
nov
dec
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
Compostles (theorie) Opstarten compostvat (praktijkles) Inzamelen gft, onderhouden compostvat Compostles (theorie)
Compost oogsten Compost gebruiken
Groenten oogsten en gebruiken
Je kan de actie ook concentreren op het voorjaar en de winterperiode gebruiken om alles voor te bereiden zodat er vanaf de maand maart volop kan gestart worden.
-3-
4. Hoe kom je tot een succesvolle en duurzame compostscholenactie Samen met de leerlingen op school composteren is leuk. Anderzijds is het een vrij intensief project dat een gans schooljaar door loopt. Om dit te doen slagen, enkele tips:
Verdeel verantwoordelijkheden
De compostscholenactie wordt soms getrokken door één leerkracht. We merken al eens dat, wanneer de trekker wegvalt, alles wat in het verleden rond het compostverhaal is opgebouwd in de school, in elkaar zakt. Dit is uiteraard heel jammer. Daarom raden we aan om de verantwoordelijkheid voor de actie te delen onder leerkrachten. Zo kan je enerzijds op elkaar bouwen en beroep doen, anderzijds valt niet alle knowhow en kennis rond het composteren weg, moest iemand (tijdelijk) uitvallen. Hoe kan je tot een verdeling komen? o Je kan afspraken maken om met een beurtrol te werken vb. de ene week/maand is de ene leerkracht verantwoordelijk voor het opvolgen van het compostsysteem en het begeleiden van de leerlingen, de andere week/maand de andere leerkracht. o Je kan het bijhorende werk zoals het voorzien van hakselhout, compost oogsten, het compostvat heropstarten, in orde maken van de inzamelbakjes, theorieles aan de leerlingen, … verdelen onder verschillende leerkrachten. o Indien jullie een moestuin hebben, kan een van de twee zich verantwoordelijk stellen voor de moestuin. De andere volgt eerder het echte compostverhaal op. Uiteraard zorg je wel dat je van elkaars taak goed op de hoogte bent zodat je kan inspringen indien nodig.
Stel een actieplan op
Het woord actieplan klinkt nogal zwaar. Toch is het goed om in het begin van het schooljaar het plan van aanpak te bepalen. Op pagina 4 vind je een schema met de belangrijkste mijlpalen. Uiteraard verfijn je het op maat van jullie school. Hieronder vind je een lijst met acties die je best op punt stelt: o Welke klas(sen) wordt bij de compostscholenactie betrokken en wat is hun rol? o Een systeem uitwerken voor het inzamelen van GFT-afval, het wegbrengen naar het compostsysteem, beluchten, toevoegen van hakselhout, …
-4-
o Concrete afspraken maken met jullie compostmeester rond het nieuwe schooljaar vb. hoe vaak treffen we elkaar, wie doet wat, concrete aanpak, wie neemt het initiatief tot contact. Noteer de afspraken op de ‘afsprakennota’ tussen school en compostmeester die je ook in bijlage hebt ontvangen. o Het schoolteam informeren over composteren (zie verder ‘Zorg voor gedragenheid binnen het schoolteam). o Ga na of er materiaal nodig is vb. een nieuw compostvat, beluchtingstok, hakselhout, inzamelbakjes, draadmanden, … en bepaal wanneer dit door wie wordt voorzien. Indien jullie pas starten met de actie kan het zijn dat jullie het vat of compostbak van het gemeentebestuur krijgen. Informeer bij de milieudienst. o Printen affiches van de bestanden die je via WE TRANSFER hebt gedownload bij deze handleiding uit, waarop staat wat wel en niet in het compostsysteem mag en zorg dat deze in alle klassen en het leraarslokaal worden opgehangen. Eventueel kan je ook een gelamineerd exemplaar in de buurt van het compostsysteem voorzien. o Bepaal wanneer de leerlingen de theorielessen krijgen en wie ze geeft. Bepaal ook wanneer de praktijklessen plaatsvinden en wat er juist zal gebeuren tijdens die les. o Leg vast wat jullie met de rijpe compost doen: gebruiken in de moestuin, gebruiken voor de bloembakken, meegeven met de kinderen naar huis, potgrond van maken die gebruikt wordt voor een plantje n.a.v. Moederdag, … Behalve wanneer compost tussen volwassen planten wordt uitgespreid, moet je tijd voorzien tussen de oogst en het gebruiken van de compost. Zo kan bijvoorbeeld heel jonge, nog niet rijpe compost die ingewerkt wordt in de grond waarin jonge zaailingen geplant worden de plantjes ‘verbranden’. Informatie over gebruik van compost vind je onder de titel ‘Gebruik van compost’. o Droge herfstbladeren kan je gebruiken als ‘bruin materiaal’ in het compostvat. Indien jullie bomen hebben op school, kan je de bladeren in de herfst verzamelen en bewaren in een draadmand. Als jullie dit willen doen, de nodige afspraken maken wanneer en met welke klassen dit zal doorgaan. o Als je aan de slag wil met de compostkoffer of het compostopolyspel van IVAREM, bepaal dan wanneer en met wie je dit gaat doen. Bekijk ook wie de reservatie van de materialen regelt. o Als jullie een moestuin hebben, leg je vast wat jullie in de tuin zullen doen. o Als je met de leerlingen een bezoek wil brengen aan de compostdemonstratieplaats van de gemeente, contacteer dan de gemeentelijke milieudienst en leg een datum vast. o Bekijk of het zinvol kan zijn om het compostverhaal te tonen op het schoolfeest, de opendeurdag, … Je kan bijvoorbeeld de ouders het compostplekje laten bezoeken, de moestuin openstellen, groenten uit de tuin serveren op het feest, … Zo toon je ouders dat jullie samen met de kinderen composteren en/of tuinieren. o … -5-
Zorg voor gedragenheid binnen het schoolteam
Het is belangrijk dat de directie volop achter het project staat en de nodige ondersteuning biedt om het mogelijk te maken. Dit is vaak een eerste vertrekpunt om te slagen. Informeer alle leerkrachten over de deelname van de school aan de compostscholenactie. Bezorg ze volgende info: o Geef het belang van de actie mee: leerlingen ontdekken de natuurlijke kringloop, minder afval op school door te composteren, onrechtstreeks ouders warm maken om thuis te composteren, link leggen met tuinieren, … o Hoe werkt het composteren: wat mag er wel en niet in, compostdiertjes, hoe zal compost gebruikt worden. o Hoe zal de actie concreet vorm krijgen op de school: hoe werkt het systeem van de inzameling van het gft, welke klas(sen) doen het afval naar het compostsysteem en hoe wordt dit aangepakt, welke leerkracht(en) trekken de actie, … o Geef het stramien van de compostscholenactie mee: theorielessen, praktijklessen, oogsten en gebruiken van de compost, jurering door compostmeesters in de maand mei en het bekomen van een goed compostrapport. o Indien er een compostmeester van IVAREM jullie school ondersteunt, is het fijn voor hem/haar dat alle leerkrachten weten wie hij/zij is zodat de compostmeester niet als een vreemde wordt beschouwd. Naar appreciatie is het ook altijd fijn dat hun naam gekend is en dat ze aangesproken worden. Zorg dat de leerkrachten hiervan op de hoogte zijn.
Informeer het poets- en onderhoudspersoneel
Het poets- en onderhoudspersoneel zijn vaak stille krachten op de school die, zonder het te beseffen, onrechtstreeks bij het composteren op school betrokken zijn. Het is belangrijk dat ze goed weten wat het composteren inhoudt en wat er wel en niet in het vat mag om problemen te voorkomen. Enkele voorbeelden: o De poetsvrouw veegt de speelplaats en doet, met de beste bedoelingen, het veegsel van bladeren mét zand in het compostvat. o Er belandt een verslenste plant met de kluit in het compostvat. o De klusjesman gooit grote, pas gesnoeide takken in het compostvat. o Overschotten van eten zoals boterhammen, hapjes van een receptie, … komen terecht in het compostvat. -6-
o De klusjesman doet al het grasmaaisel in het compostvat. Informeer hen daarom over composteren, wat er wel en niet bij mag, … Je kan hen ook betrekken bij het overleg met de leerkrachten zodat iedereen dezelfde info krijgt.
Informeer organisaties die gebruik maken van de schoolaccommodatie
Heel wat schoolaccommodatie wordt ’s avonds of tijdens het weekend gebruikt door organisaties als Centrum Volwassen Onderwijs, Chiro, lokaal verenigingsleven. Het is goed ook hen te betrekken in het verhaal en te informeren over het composteren op school, wat er wel en niet in mag en met hen de nodige afspraken te maken vb. of ze het compostvat mogen gebruiken, wat als blijkt dat er zaken inzitten die niet OK zijn, … Indien je in het verleden al pogingen hebt gedaan om het compostverhaal te bespreken met de betrokken organisaties en je merkt dat er toch zaken in het compostsysteem belanden die er niet in thuis horen, kies je best om het vat/de bak af te sluiten. Het is een vrij drastische beslissing, maar het werkt demotiverend voor de betrokken leerlingen als anderen het compostsysteem in de war sturen. Je kan een vat afsluiten door in het deksel gaatjes te boren en er een hangslot door te steken. Een compostbak sluit je af door er een grote plaat, een net, paletten over te leggen. Eventueel hang je dit ook vast met kettingen of grote fietssloten.
Schakel hulp in Je kan hier beroep doen op IVAREM. Indien er een compostmeester ter beschikking is, kan hij of zij jullie ondersteunen bij het vorm geven van de compostscholenactie. Indien er geen compostmeester ter beschikking is kan je volgende acties ondernemen:
Roep ouders en grootouders op om compostouder/ compostgrootouder te worden op jullie school. Indien jullie een moestuin hebben, kan je ook op zoek gaan naar een tuinmama, -papa, -oma -of opa. Misschien kan je wel beroep doen op een lokale vereniging vb. Landelijke Gilden, kwb, Okra, … om jullie te ondersteunen bij het vorm geven en onderhouden van de schoolmoestuin.
Nieuwe compostscholen die geen beroep kunnen doen op een vaste compostmeester gaan we het eerste jaar trachten intensiever te begeleiden, zodat ze nadien zelfstandiger kunnen blijven deelnemen.
-7-
5. Wat is composteren? Schimmels en bacteriën doen de cellenstructuur van groente-, fruit- en tuinafval (GFT) uiteenvallen. Pas dan kunnen compostdiertjes, zoals compostwormen, springstaartjes, duizendpoten, miljoenpoten en pissebedden het verder verteren. Het eindproduct is compost die gebruikt kan worden als bodemverbeteraar en plantenvoeding.
Compostvat vullen
Compostvat beluchten
Compost oogsten
Compost zeven
6. Hoe kan je composteren? Compostsystemen Afhankelijk van hoeveel GFT een school produceert, kies je voor een wormenbak, een compostvat of compostbakken. Een compostvat wordt het meest gebruikt door gezinnen en is daarom vanuit educatief oogpunt het interessantst. In deze leidraad gaan we uit van een compostscholenactie met 1 of meerdere compostvaten in de school. Weet je niet goed welk systeem je best kiest voor je school? Neem dan contact op met ik leef verstandig.
-8-
Opstarten van een vat
Zoek een plekje waar het compostvat minstens enkele uren per dag in de zon staat. Op volle grond plaats je negen tegels of een houten pallet, waar de bodem van het compostvat op komt. Het is vooral belangrijk dat de bodem ondersteund wordt en waterpas staat, zodat deze niet scheurt bij volle belasting. Tussen de tegels laat je een vingerdikte ruimte, zodat de compostdiertjes en lucht kunnen passeren. Vervolgens plaats je de mantel met deksel. Je start eerst met een laag van ongeveer 10 cm klein geknipte takjes (van 10 tot 15 cm) of 20 cm bruin materiaal (vb. houtschilfers). Deze laag voorkomt dichtslibben van de gaatjes in de bodemplaat en garandeert luchttoevoer.
Het onderhouden van het vat Vul het vat met GFT. Daarbij let je op het volgende: Zorg voor een goed mengsel van groen en bruin materiaal. Groen materiaal heeft weinig structuur, is vochtig en bevat veel voedingsstoffen (stikstof), bijvoorbeeld schillen, klokhuizen, theezakjes, gras, ... Bruin materiaal heeft meer structuur en is koolstofrijk, zoals gesnipperde takken, droge blaadjes, houtschilfers, haagscheersel, ... Nadat je groen materiaal in het vat hebt gedaan, doe je er best ook altijd bruin materiaal bij. Bedoeling is zo te komen tot verschillende laagjes, vergelijk het met lasagne. De meeste scholen zijn te voorzichtig met bruin materiaal. De inhoud van het vat mag gerust 1/8ste bruin materiaal bevatten! Zorg dat er alleen goed composteerbaar materiaal in het vat komt.
-9-
Belucht het vat 1 à 2 keer per week. Dat doe je door de beluchtingstok in het vat te steken, er een kwartslag mee te draaien (niet roeren dus) en het er terug uit te halen, en dit op een 5-tal plaatsen in het vat. Al deze zaken kan je door de leerlingen laten uitvoeren, onder begeleiding van een leerkracht.
De compost oogsten Indien het compostvat goed onderhouden wordt, is de compost onderaan in het vat rijp na ongeveer 6 vorstvrije maanden. Om compost te oogsten, haal je de mantel van het vat eraf. De inhoud blijft in een kegelvorm staan. Schep met een riek het bovenste deel op een plastiek zeil of iets dergelijks. Het onderste deel, dat homogeen is van kleur en waarin je niet meer ziet wat het vroeger was, is de compost. Deze compost is donkerbruin, ruikt naar bosgrond en bevat veel minder compostdiertjes dan de hogere lagen. Eventueel kan je de compost zeven om een mooi resultaat te krijgen. Gebruik daarvoor een zeef of een oude verenbodem van een bed. De rest kan terug in het vat nadat je de tegels terug goed hebt gelegd (niet meer ingezakt in de grond), de gaatjes in de bodem vrij hebt gemaakt (indien nodig) en terug een dikke laag takjes hebt aangebracht. Enkele aandachtspunten: Gebruik nooit de klep in de romp van het compostvat. Vaak krijg je deze niet meer goed dicht. Om te testen of de compost rijp is, doe je zuivere compost in een potje, en zaai je er tuinkers in. Als er na ongeveer 4 dagen mooie groene kiemen uit komt, is de compost rijp. Indien de compost nog niet rijp is, zullen de kiemen bleek zijn of niet schieten. De compost moet dan nog uitrijpen. Laat hem nog enkele weken afgedekt onder een zeiltje liggen vooraleer je hem gebruikt. Je test best opnieuw met de tuinkers. Lestip! Test samen met je leerlingen of de compost al rijp is (zie hierboven test met tuinkers). Dit is een makkelijk proefje dat niet veel tijd vraagt en zeer leuk is voor de kinderen.
- 10 -
Compost gebruiken Je kan de compost tussen de plantjes in de moes- of siertuin strooien. Hiervoor kan je ook ‘jonge’ compost gebruiken (= compost die volgens de tuinkerstest nog onrijp bleek). Voor plantenbakken gebruik je uitsluitend rijpe compost. Je zorgt voor een mengsel van 60 % aarde en 40 % compost. Zie ook p. 18 ‘Gebruik van compost’. Moederdagtip! Wil je je kinderen trots naar huis laten gaan met ‘hun’ compost? Geef dan voor moederdag een plantje mee, gezaaid in een mengsel van aarde en zelfgeoogste compost. Met de perspotjes uit de koffer composteren pres je het mengsel tot klompjes waarin je een zaadjes plant. De compostkoffer is gratis uitleenbaar bij IVAREM. Meer informatie vind je op www.ivarem.be of via onze gratis infolijn 0800 90 441 Meer info Meer info over composteren vind je in de brochure ‘Thuiscomposteren in de kringlooptuin’ van Vlaco. Deze brochure staat ook in de bestanden die ja via WE TRANSFER hebt ontvangen.
7. Composteren met kinderen op school De Compostles Hieronder staat hoe je een les over composteren in de klas kan geven. Het is een onderwijsleergesprek op basis van eenvoudige tekeningen die je op bord kan tekenen. Je kan ook de prentjes van de bestanden gebruiken die je op aanvraag via WE TRANSFER kan downloaden. Leerdoelen
De leerlingen weten hoe de natuur composteert. De leerlingen kennen enkele compostdiertjes. De leerlingen weten wat wel en niet in het compostvat mag. De leerlingen kennen het verschil tussen groen en bruin materiaal en kunnen enkele voorbeelden opsommen. De leerlingen weten dat ze in een compostvat groen en bruin materiaal moeten afwisselen. De leerlingen leren dat een afvalstof gebruikt kan worden als grondstof voor een nieuw product. Het cradle-to-cradle principe.
- 11 -
Theorieles Inleiding Vandaag gaan we het hebben over composteren. Vragen die je kan stellen: Wie composteert er thuis? Wie heeft er een compostvat? Hebben we een compostvat op school? Het verhaal van de boom Wij leren composteren van de natuur. Vertel het verhaal van de boom. Teken de boomstam. Wat zit er nog aan een boom? Teken ook de takken, bladeren, wortels. Het is een appelboom, dus ook appels. Wie eet er van de boom? Mensen en dieren: appels, blaadjes, ... Wat gebeurt er in de herfst? De bladeren en appels vallen van de bomen. Ze vormen een strooisellaag onder de boom. Wat gebeurt er met de blaadjes en appels? Sommige appels worden opgegeten, andere vallen op de grond en vergaan Compostdiertjes Wat zit er tussen en onder de bladeren op de grond? Allemaal beestjes. Welke? Pissebedden, duizendpoten, wormen, ... Wat doen zij daar? Eten. Heeft een worm tanden? Nee. Daarom kan hij niet in de blaadjes en appels bijten. Ze moeten eerst zacht worden voor een worm ze kan opeten. Sommige diertjes (zoals de pissebed) kunnen wel hard plantaardig voedsel aan. Het eten wordt zacht tijdens het ontbinden. Bacteriën en schimmels zorgen hiervoor. Bacteriën zijn zo klein dat we ze niet kunnen zien. Schimmels zijn dunne witte draden (zwamvlok), waar soms paddenstoelen uit komen Pas daarna kunnen de meeste compostdiertjes beginnen eten. Welke diertjes zijn er allemaal?
- 12 -
Foto* Realistische tekening* Stripfiguur* Om zelf te tekenen* Compostworm: Ongeveer 7 cm lang. Voedt zich met (door bacteriën en schimmels) voorverteerde planten, dieren en uitwerpselen. Kruipt niet diep in de grond, maar blijft vlak onder de oppervlakte.
Pissebed: Ongeveer 1,5 cm groot. De pissebed is de enige kreeftachtige die op het land leeft en zit vooral op donkere, vochtige plekjes. De pissebed eet planten- en houtresten, dode dieren, uitwerpselen.
Duizendpoot: Ongeveer 6 cm groot. De duizendpoot heeft 1 paar poten per lichaamssegment. De duizendpoot is een vleeseter en eet kleine insecten, wormen en spinnen. Hoeveel poten een duizendpoot heeft hangt af van de soort, maar het zijn er minder dan 1000.
Miljoenpoot: 3 tot 20 cm groot afhankelijk van de soort. De miljoenpoot heeft 2 paar poten per lichaamssegment. Hoeveel poten in totaal hangt af van de soort. De meeste miljoenpoten zijn geen vleeseters. Ze zijn veel trager dan duizendpoten en rollen zich op bij gevaar.
Springstaartje: Meestal kleiner dan 0,1 cm. Met het blote oog zien ze er uit als witte stipjes of streepjes. De springstaart eet dode planten. Met hun staartje springen ze in het rond.
- 13 -
Mijt: Tussen de 0,01 en 0,3 cm groot. Een mijt is een spinachtige. Sommige mijten eten dode planten, roofmijten eten springstaartjes en andere diertjes. De kleur varieert van roodbruin tot bruin. Er bestaan ook grijze, zwarte en groene mijten.
Andere diertjes die we in de strooisellaag (en het compostvat) tegenkomen zijn spinnen, slakken, mieren, kevers, rupsen, ...
Compost Als de compostdiertjes hun werk gedaan hebben, blijft er compost over. Wat kunnen we met compost doen? Compost kan je gebruiken als plantenvoeding. Hoe? Dat zien we later, als we zelf compost hebben gemaakt met ons compostvat. Composteerbaar en niet-composteerbaar In een compostvat helpen we de natuur. Hoe ziet de bodem van een compostvat eruit? Er zitten allemaal gaatjes in. Door die gaatjes kunnen de compostdiertjes uit de grond in het vat kruipen. De gaatjes zorgen ook voor verluchting. Wat eten deze diertjes ook al weer? Blaadjes, klokhuizen, ... Lusten ze alles? Nee! Ze kunnen geen blikjes of plastiek eten. Maar er zijn nog dingen die ze niet graag eten: kaas, vlees, boterhammen, koekjes, gekookte groenten, vet, snoep, ... Dat mag allemaal niet in het compostvat! Groen en bruin materiaal Hoe zou het compostvat eruit zien van binnen als we er alleen maar rotte appels in gooien? Het wordt een vieze stinkende blubber. Appels, schillen, gras noemen we groen materiaal. Niet alle groen materiaal ziet er groen uit, bijvoorbeeld bananenschillen. Groen materiaal bevat veel vocht en is zacht. Als het verteert, wordt het een blubber. Om dat te vermijden gaan we ook takjes, houtschilfers of droge blaadjes in het vat doen. Dat noemen we bruin materiaal. Bruin materiaal is harder en droger. Het geeft structuur. Zo blijft het vat luchtiger en gaat het niet stinken. Een beetje bruin materiaal is niet genoeg. Daarom doen we ongeveer 1/8ste bruin materiaal en 7/8ste groen materiaal in het vat. We zorgen ook voor extra lucht door het vat met een beluchtingsstok te beluchten.
- 14 -
Bordschema COMPOSTEREN
COMPOSTDIERTJ ES compostworm
pissebed
COMPOSTEERBAAR fruit groenten (rauw) GROEN schillen materiaal theezakjes BRUIN koffiefilter materiaal plantjes gras takjes houtschilfers BRUIN haagscheersel materia droge bladeren al … duizendpoot miljoenpoot
NIETCOMPOSTEERB AAR brood koek vlees kaas gekookte groenten zand steen afval … springstaartje
Meer info Op de bestanden die je via WE TRANSFER kan downloaden vind je veel foto’s en tekeningen over composteren, compostdiertjes, composteerbaar materiaal, ... Je kan bij IVAREM ook gratis de koffer composteren uitlenen. Hierin vind je les- en speelmateriaal i.v.m. composteren. In de map ‘Composteren met kinderen’: Wat is composteren? PDF p. 26 (handleiding p. 25) Wat is composteerbaar? PDF p. 29 (handleiding p. 28) Het composteringsproces: PDF p. 30 (handleiding p. 29) Uitleg over compostdiertjes, bacteriën en schimmels: PDF p. 37 (handleiding p. 36) Inhoudstafel lesfiches eerste graad: PDF p. 54 (lespakket eerste graad p.1) Inhoudstafel lesfiches tweede graad: PDF p. 114 (lespakket tweede graad p.1) Inhoudstafel lesfiches derde graad: PDF p. 162 (lespakket derde graad p.1) Overzicht werkbladen en tekeningen: PDF p. 216
- 15 -
Starten met een compostvat
Leerdoelen De leerlingen weten hoe ze een compostvat moeten plaatsen De leerlingen kunnen het vat vullen De leerlingen weten wat wel en niet in het compostvat mag De leerlingen kunnen een compostvat beluchten Voorbereiding vooraf Zorg voor het volgende: een plek waar het compostvat op de volle grond kan staan, met enkele uren zon per dag een compostvat met bodem 9 tegels of een pallet een beluchtingstok een snoeischaar tuin- of werkhandschoenen, eventueel ook in kindermaatjes voldoende takjes voor een laag van 10-15 cm in het compostvat en om te mengen met het GFT Laat de leerlingen elk een zakje materiaal meebrengen van thuis waarvan ze denken dat het in het compostvat mag. Praktijkles Zorg tijdens de praktijkles dat alle leerlingen regelmatig aan de slag kunnen. Inleiding Vertel de leerlingen dat we nu gaan starten met composteren. Verwijs naar de theorieles die hierover werd gegeven. Hoe zit het compostvat in elkaar? Bekijk het compostvat: Waarvoor dienen die gaatjes in de bodem? Door de openingen kunnen de compostdiertjes in en uit. Het dient ook voor de verluchting. Welke kleur heeft de mantel? Het is een donkere kleur. Wat gebeurt ermee als de zon erop schijnt? Ze wordt warm. Compostdiertjes hebben het graag warm, dan kunnen ze beter composteren. Maar ook niet te warm, want dan drogen ze uit. Daarom zetten we het compostvat op een plek waar de zon enkele uren per dag op het vat kan schijnen. In de mantel zit een klep, waarvoor dient die? We kunnen de klep openen om te zien of de compost onderaan al klaar is. Maar we doen dat beter niet, omdat we de klep er daarna misschien niet meer op krijgen en de compost daar dan uitdroogt. We spreken af dat we de klep steeds dicht zullen laten. Bovenaan het vat zit een rond deksel, waarvoor gaan we dit gebruiken? Hierlangs vullen we het vat. We gebruiken het ook om te beluchten, maar daarover straks meer. - 16 -
Plaatsen van het vat Wat gebeurt er als we het vat op de grond plaatsen en we vullen het met misschien wel 100 kg GFT ? Het vat zal een beetje in de grond zakken, waardoor de gaatjes in de bodem zullen dichtgaan. We kunnen dit voorkomen door de bodem op 9 tegels (of een houten pallet) te plaatsen. Duid 9 leerlingen aan die elk een tegel mogen plaatsen. Voorkom schaafwonden aan de vingers door ze werkhandschoenen te geven en ze één voor één een tegel te laten plaatsen. Leg uit dat er tussen de tegels 2 cm speling moet zitten, anders kunnen de compostdiertjes niet naar de openingen van het compostvat. Plaats de bodem van het vat, en daarop de mantel. Zorg dat de mantel goed vast zit. Het compostvat vullen
Wie weet nog wat het verschil is tussen groen en bruin materiaal? … Waarmee vullen we het vat eerst: groen of bruin materiaal? Waarom? We beginnen met bruin materiaal. Groen materiaal is nat en wordt een blubber. Daardoor zullen de gaatjes onderaan dichtslibben. Daarom beginnen we met een dikke laag bruin materiaal: 10 tot 15 cm kortgeknipte takjes (of 20 cm houtschilfers). Laat de leerlingen takjes in stukken van ongeveer 10 à 15 cm lengte breken of dikkere takken op 5 cm lengte knippen met de snoeischaar. Dit mogen ze in het compostvat doen. Iedereen heeft een composteerbaar materiaal meegenomen van thuis. We gaan dat nu in het compostvat doen, maar we gaan eerst kijken of we geen dingen mee hebben die niet in het compostvat mogen.
Volgende dingen komen soms voor, die NIET in het compostvat mogen**: o stickertjes op fruitschillen o gekookte groenten o boterhammen o koek o kaas o vlees o elastiekjes (van rond de radijsjes bijvoorbeeld) o plastiek o mosselschelpen o ….. Deze dingen mogen dan weer WEL in het compostvat: o een beetje (kranten)papier (waar bvb. Aardappelschillen in werden verzameld) o schalen van noten o theezakjes o koffiefilters o ….. - 17 -
Leerlingen die hun zakje al hebben leeggemaakt, kunnen verder takjes knippen, zodat we het GFT van thuis (dat waarschijnlijk vooral groen materiaal bevat) kan afgewisseld worden met bruin materiaal (de takjes). Zorg dat er ongeveer evenveel bruin als groen materiaal in het vat komt. Het compostvat is sneller te nat dan je denkt! ** Eierschalen in stukjes zijn goed voor het composteren, maar de Europese wetgeving laat niet toe van eierschalen te composteren om de verspreiding van ziektekiemen te voorkomen. Het compostvat beluchten
Toon de beluchtingstok. Waarvoor zou deze dienen? We kunnen er het vat mee beluchten. We gaan er niet mee roeren, maar we maken er gangetjes mee in de compost. Deze schachten dienen voor de verluchting en laten de compostdiertjes toe om beter door het compostvat te kruipen. Doe het beluchten eerst voor met de nodige uitleg: Steek de stok recht naar beneden in het vat, draai er een kwartslag mee en trek de stok er terug uit. Dit doe je op meerdere plaatsen in het vat. Laat alle leerlingen het beluchten eens proberen. Indien het compostvat te hoog is voor de leerlingen om te kunnen beluchten, gebruik dan een trapje. Hoe vaak gaan we beluchten? Minstens één keer per week. We maken per keer een vijf-tal gangetjes.
Meer info In de map ‘Composteren met kinderen’: Een compostvat opzetten: PDF p. 158 (lespakket tweede graad p. 45)
Inzamelen van compost - leerlingen aan het werk
GFT-emmertjes Plaats op de speelplaats en in de refter GFT-emmertjes. Zorg dat in elke klas geleerd wordt wat er in welke vuilnisbak hoort. Zet de GFT-emmer STEEDS naast een restafvalbak, zodat de leerlingen niet in de verleiding komen om restafval in de GFT-bakjes te gooien. Je kan speciale GFT-bakjes kopen of een gewone emmer hiervoor gebruiken. Een emmer heeft als voordeel dat ook kleinere kinderen deze makkelijk naar het compostvat kunnen dragen. Markeer duidelijk welke vuilnisbak waarvoor dient. Je kan hiervoor bij IVAREM stickers bestellen. Dit kan op www.ivarem.be
Weerbestendige vuilbakstickers van 20 op 20 cm
- 18 -
Enkele voorbeelden om GFT-te verzamelen op je speelplaats
Beurtrol Laat elke week 2 andere leerlingen de GFT-emmertjes leegmaken in het compostvat, er ongeveer evenveel bruin materiaal aan toevoegen en het vat beluchten met de beluchtingstok. Je kan een compostpet/compostschort voorzien voor de leerlingen die ze kunnen aantrekken als ze ‘van dienst’ zijn. Zo voelen ze zich erkend in hun rol en zien ook andere leerlingen en leerkrachten dat ze verantwoordelijk zijn voor het composteren. Gebruik eventueel een kalender om de taakverdeling vast te leggen. Je kan wekelijks ook 2 leerlingen aanduiden die GFT van thuis meenemen, om te bespreken of alles wel in het compostvat mag.
- 19 -
Compost oogsten
Compost oogst je door nog niet de mantel gecomposteerd van het vat te nemen (de halfrijpe inhoud zal compost netjes blijven staan) en met een riek alles van de bodem van het compostvat te compost scheppen en op een plastic folie te leggen. Alleen het onderste gedeelte is jonge compost. Die kan je eventueel zeven om nog onverteerde plantenresten eruit te Rijpe halen. Zeven kan met kleine zeefbakjes of met een verenbodem van een oudcompost bed (zie foto’s).
Gebruik van compost
Moestuin of plantenbakken Het is leuk en leerrijk om de compost te gebruiken in de school. In de schoolmoestuin kan je het gebruiken als plantenvoeding en bodemverbeteraar, maar ook zonder echte moestuin kan je de compost gebruiken in plantenbakken of in de siertuin. Compost strooi je tussen de planten. Om plantenbakken te vullen, neem je 40% compost en 60% aarde. Vierkantemetertuin Belangrijk om te weten als je compost gebruikt: wanneer compost klaar is om te gebruiken en hoe je dit ziet waarvoor je gezeefde compost gebruikt hoe je potgrond kan maken met compost
Is de compost klaar? Of je nu een composthoop, een compostbak, een compostvat of nog iets anders hebt, je zal altijd een onderscheid kunnen maken tussen jonge compost en rijpe compost.
- 20 -
Jonge compost bevat nog halfverteerd blad en ander zacht materiaal dat niet volledig door de compostwormen is verwerkt. Je vindt de wormen er nog in volle activiteit terug. Jonge compost stimuleert het bodemleven en wordt vooral als mulchlaag (bodembedekker) gebruikt. In rijpe compost is vrijwel niets meer van het oorspronkelijke materiaal te herkennen. De compost is dan meestal al 6 à 9 maanden oud en 1 of 2 keer omgezet als je in bakken werkt. Als je in een compostvat werkt, reken dan 9 maanden en belucht heel regelmatig met de beluchtingstok. In rijpe compost vind je bijna geen compostwormen meer. Jouw compost is nu kruimelig van structuur en ruikt niet of naar bosgrond. Sommige grondstoffen (vooral bruin materiaal) zijn nog wel te herkennen: notendoppen, stukjes snoeihout, … Deze compost is een stabiele humusgrond met langzaam werkende meststoffen, een onovertroffen bodemverbeteraar die het bodemleven stimuleert, het waterhoudend vermogen bevordert, ziekten voorkomt en de plant voedt. Noot: In compost die langer dan een jaar is uitgerijpt, is al veel van het organische materiaal omgezet tot koolzuurgas. Deze compost is nog wel interessant voor de bereiding van potgrond,maar eigenlijk is het zonde dat je het organische materiaal niet aan het bodemleven ten goede liet komen. Hou deze compost bedekt om te voorkomen dat de voedingsstoffen verder wegspoelen.
Het verschil tussen jonge compost (l) en rijpe compost (r) Ben je wel goed bezig? Hoe test ik het? Er zijn een aantal trucjes en testjes om te weten of de compostering goed verloopt en of je compost van een goede kwaliteit is:
De knijptest Het vochtgehalte van composterend materiaal kan je eenvoudig bepalen met de knijptest (of vuisttest). Let wel: het heeft geen zin deze test toe te passen op verse keuken- en tuinresten; het composteringsproces moet al enige tijd aan de gang zijn vooraleer je deze test kunt toepassen, en de vertering is reeds een eindje opgeschoten.
- 21 -
Neem een hoeveelheid composterend materiaal in je hand en pers het samen in jouw vuist. Knijp stevig. Er kunnen nu drie zaken gebeuren: Tijdens het samenpersen knijp je de massa tussen jouw vingers naar buiten. Het materiaal is dan duidelijk te nat. Maar vooral: er zit te weinig structuurmateriaal tussen. Bruin materiaal toevoegen is de boodschap. Tijdens het persen zie je geen enkele druppel vocht verschijnen en wanneer je jouw hand opent, volstaat een lichte druk op het composterend materiaal om deze volledig te laten openvallen. Het composterend materiaal is te droog. Voeg water toe of voeg – bij het begin van het verteringsproces – extra groen materiaal toe. Gaat het om afgewerkte gebruiksklare compost, dan mag die best droog zijn. Tijdens het samenpersen zie je geen of hooguit een paar waterdruppels tussen je vingers verschijnen. Met een beetje ervaring en begrip van het composteringsproces zal je leren hoeveel druppels dat best zijn. Om je een idee te geven: o Je ziet geen vocht verschijnen: het composterend materiaal is eerder droog. Geen probleem bij (bijna) verteerde compost, anders zal je waarschijnlijk water moeten toe voegen. o Je ziet enkele druppels verschijnen: uw composterend materiaal is vrij vochtig. Als je nog moet omzetten en een temperatuursstijging verwacht, is er geen probleem. o Je kunt meer dan een paar druppels water uit jouw composterend materiaal persen: jouw materiaal is behoorlijk nat. Extra bruin materiaal, een extra omzetbeurt en afdekken zijn de boodschap. o Wanneer je jouw vuist opent, blijft het composterend materiaal in een samengeperste bal op uw hand liggen maar je kunt die gemakkelijk in enkele kleinere stukken verbrokkelen. In dit geval is de structuur van het composterend materiaal in orde. De kijk- en ruik-test Neem in de loop van het composteringsproces en op het einde regelmatig wat composterend materiaal in je hand en observeer. Zie je veel leven in het materiaal, dan ben je goed bezig. Wormen, pissebedden, springstaarten en mijten maar ook witte schimmeldraden wijzen op een gezonde afbraakactiviteit. Controleer de homogeniteit van de compost. Zitten er nog pakken halfverteerde bladeren, klitten grasmaaisel of samengekoekte aardappelschillen tussen dan moet je vaker omzetten en/of beluchten. Naarmate de compost veroudert, wordt hij kruimeliger. Gebruiksklare compost is een mengsel van halfverteerde stukjes hout en blad met heel fijn kruimelig materiaal, de uitwerpselen van de wormen en andere compostorganismen. Composterend materiaal met een onaangename geur (weeïg, muf, beerput- of rioolachtig, …) bevat onvoldoende zuurstof om een goede compostering mogelijk te maken. De geur geeft aan dat er iets mis is.
- 22 -
De zaaitest De ultieme test om te weten of je compost helemaal uitgerijpt is, is de zaaitest. Heel geschikt voor een zaaitest is tuinkers. Het zaad kiemt snel en is erg gevoelig voor te hoge zoutconcentratie in onrijpe compost. Neem een platte schaal die je vult met vochtige compost. Zaai een gekend aantal zaadjes (bv. 100). Zaai een gelijk aantal zaadjes in een schaal met tuingrond. Tel van beiden na enkele dagen het aantal tuinkerskiemplantjes. Vergelijk het resultaat. Een merkelijk lagere opkomst (10 à 20 % minder) in de compost wijst op onrijpe compost. Gezeefde of ongezeefde compost? Of je de compost vóór gebruik zeeft of niet, hangt af van de grofheid van het ingangsmateriaal, van de toepassing en vooral van jouw eigen appreciatie. Het grofste hout kan je meestal gewoon manueel uit de compost halen tijdens het uitspreiden in de (school)tuin. Zal je de compost oppervlakkig in de bodem inwerken of voor de bereiding van potgrond gebruiken, dan kan je beter zeven. Een zeef met een maaswijdte van 2 cm levert compost op met nog kleine stukjes hout. Deze compost is best geschikt als bodembedekking. Kies voor een maaswijdte van 1 cm als je de compost oppervlakkig wil inwerken of gebruiken voor potgrond. Een zeef met maaswijdte 0,5 cm het zogenaamde assenzeefje - levert compost op die je als zaaigrond kan gebruiken of voor het maken van perspotjes. De grove fractie - d.i. wat niet door de mazen van de zeef valt – hergebruik je als bruin materiaal in uw nieuwe compost of breng je als bodembedekking aan tussen struiken en vaste planten. Hoe maak je potgrond? Voor een zaadje of een stekje moet de potgrond het water vasthouden maar toch luchtig zijn zodat het zaadje goed kan ‘ademen’ en het stekje goed kan wortelen. De eenvoudigste manier is grond uit de tuin te gebruiken en te mengen met 20 % compost. Als de tuingrond zwaar is, meng je die eerst nog met 40 % rijnzand. Is de tuingrond zeer licht dan meng je er zelfs 30 % compost door. Je kan ook standaard-potgrond nemen en die aanlengen met 20 % compost. Denk er aan dat turf een zeer goed product is, maar wel een primaire delfstof waarvoor vele ecologisch waardevolle gebieden moeten sneuvelen. Kokosvezel is een optie, maar ook bij dit product is de ecologische voetafdruk niet min. Meng ook hier 20 % compost en 20 % rijnzand door. Kokosvezel heeft soms de neiging om in te klinken (dicht te slaan). Je kan kiezen voor ‘gemakkelijke’ groenten die bijna steeds goede resultaten opleveren, zoals radijsjes, raap of aardappelen. Met een juiste keuze van snelgroeiende groenten kan je nog voor de grote vakantie oogsten. Met de groenten kan je verder aan de slag, door er met de leerlingen bijvoorbeeld soep van te maken. De leerlingen kunnen natuurlijk ook gewoon de groenten mee naar huis nemen. Gemakkelijke groenten die bijna steeds goede resultaten opleveren - 23 -
Gewassen Koolgewassen
Kiemsnelheid
Zaaien
Oogsten
Receptideetjes
Radijs
4-8 dagen
begin maart-half april
eind april-begin juni
Boterham met een dikke laag platte kaas met daarop radijsjes met een beetje zout er op. Radijsjes met een dipsausje.
Snijsla
8 dagen
begin maart-eind april
begin mei-begin juni
Pluksla
8 dagen
begin maart-eind mei
begin juni-eind juli
Tuinkers
2-5 dagen
eind oktober-eind maart (binnen)
eind oktober-eind maart (binnen)
Als groene op-te-eten versiering bij een sausje, op een koude schotel, enzovoort.
Warmoes
8-10 dagen
half april-half juli
eind mei-eind oktober
Lekker gestoofd: het zachte bladgedeelte als spinazie. De hardere stengels in stukjes van 4 cm en aanstoven in boter tot ze bijtgaar zijn + kruiden.
Snijselder
20 dagen
half april-eind juli
begin augustus-eind april
Lekker bij de soep maar ook de spaghettisaus wordt opgekikkerd met enkele fijngesneden stengels selder.
half augustus-half september
begin januari-eind maart
Dé slasoort voor de winter. Ook lekker als je de rauwe postelein toevoegt aan aardappelpuree.
eind april-eind mei (binnen) half mei-eind juni (uitplanten)
begin juli-begin oktober
Ook de bloemen kan je eten! Je kan ze zelfs frituren en opdienen. Gegrilde courgetten: courgette overlangs in dunne schijven snijden. Even door olijfolie halen en grillen in een hete grillpan. Zorg dat je mooie roostertjes krijgt op de twee kanten. Leg op
Bladgewassen
Winterpostelein
Vruchtgewassen Courgette
6 dagen
- 24 -
Pompoen kleinvruchtig
6 dagen
Wortelgewassen Rode biet
Pastinaak
tot 30 dagen
eind april-eind mei (binnen) half mei-eind juni (uitplanten)
begin september-half oktober
half april-begin juli
begin oktober-half oktober
half april-half mei
half september-half oktober / begin januarieind maart
‘premières’ eind maart
juni
een schotel en bestrooi met zout + druppel er citroensap over. Klassiek is de soep maar ook lekker zijn pompoenbeignets en pompoencake en –taart.
Salade van 2 rode bieten met 2 appels (appel verzacht de typische aardesmaak van de biet). Voor sausje: meng 2 el mayonaise - 2 el yoghurt - 1 el gesnipperde bieslook. Rasp biet en appels en meng met de saus. Kan geserveerd worden als hapje op een witloofblad. Schep hiervoor met een ijslepel een bolletje salade op een blad. Lekker in soep, in aardappelpuree en hutsepot.
Aardappelen Aardappel
Frietjes! Zijn de patatjes wat klein, kook ze dan in de schil en serveer met kruidenboter. Meng zachte boter met een beetje citroensap, een teentje look en enkele verse tuinkruiden afhankelijk van wat je in je moestuin hebt geteeld: peterselie, dille, salie, bieslook, lavas, oregano, dragon, marjolein.
Meer info Werkboek vergroening het basisonderwijs van VELT-WWF. Je vindt dit digitaal de bestanden die je via WE TRANSFER kan downloaden.
- 25 -
Andere lesideeën Kijk zeker in de OVAM-map ‘composteren met kinderen’. Je vindt deze map ook in de bestanden die je via WE transfer kan downmoaden. Leen de compostkoffer van ik leef verstandig uit. Hierin vind je praktisch materiaal zoals vergrootglazen, loupepotjes en prespotjes. Tijdens een bezoek aan het park of het bos in de herfst kan je met de leerlingen wat van de strooisellaag onder de bomen meenemen en analyseren in de klas. Knutsel met de leerlingen mooie borden die boven de GFT-emmertjes gehangen kunnen worden. Maak met de leerlingen een grote affiche waarop staat wat er wel en niet in het compostvat mag. Dat kan met tekeningen, foto’s uit tijdschriften of van internet. Speel het compostopolyspel van IVAREM. Als je school het spel niet bezit, kan je het gratis uitlenen: zie op www.ivarem.be ...
Veel voorkomende problemen bij het composteren in de school Het compostvat stinkt, er zitten veel vliegjes in, de inhoud is een vieze blubber Het compostvat is te nat. In de meeste scholen komt er erg veel groen, vochtig composteerbaar materiaal in het vat en haast geen bruin, droog materiaal. Zelfs als de school bruin materiaal toevoegt, is dit vaak te weinig. Zorg dat er meer bruin materiaal in het vat komt, ongeveer 1/8 ste van de inhoud. Dat is vaker aanwezig in de school dan je denkt. Op de volgende manieren kan je zorgen voor voldoende bruin materiaal: Gebruik haagscheersel. Verzamel in de herfst de gevallen blaadjes in een draadbak, zo kan je het erg lang buiten bewaren voor gebruik tijdens het schooljaar. Haal houtsnippers op het containerpark. Ook regelmatig het vat beluchten en af en toe het deksel open laten (pas op voor uitdroging) helpt. Je hebt minder last van fruitvliegjes als je de bovenste laag afdekt met bijvoorbeeld houtsnippers of nat krantenpapier, zodat de vliegjes niet meer aan het fruit kunnen. Er komt te veel afval in het compostvat terecht Zo kan je voorkomen dat er te veel verkeerde dingen in de GFT-emmertjes terecht komen: Markeer ze duidelijk bijvoorbeeld door er een sticker op te kleven waarop staat wat er in mag. Plaats ze steeds in de buurt van een restafvalbak, zodat ‘luie’ leerlingen de emmertjes niet als restafvalbak gaan gebruiken. - 26 -
Zorg dat iedereen goed weet wat in welke bak terecht komt, ook de leerlingen van de andere klassen. De leerlingen die verantwoordelijk zijn voor het ophalen van de GFTemmertjes halen wat er niet in thuis hoort eruit. Het compostvat zelf wordt soms ook gevuld met niet-composteerbaar materiaal. Bijvoorbeeld in het weekend door onbekenden, door een keukenafdeling enzovoort. Vaak gaat het om etensresten (vlees, gekookte groenten, ...). Met volgende maatregelen kan je dit voorkomen: Spreek met de keukenafdeling af wat er wel en niet in het vat mag. Hang in de keuken bij de GFT-emmer een affiche waarop staat wat er wel en niet in mag. Je kan hiervoor de bestanden van de cd-rom gebruiken. Vaak denkt men onterecht dat alle etensresten in het compostvat mogen. Zorg dat het compostvat niet zichtbaar is van buiten de school, zodat buitenstaanders niet in de verleiding komen om er allerlei dingen in te gooien. Sluit het tuintje waar het vat staat af als het omrasterd is, of maak gaatjes in het deksel van het vat zodat je het kan afsluiten met een kettinkje en hangslot. Er is niemand tijdens de zomermaanden om voor het compostvat te zorgen Dat is geen probleem. Het compostvat regelt zichzelf. Als de compostdiertjes te weinig eten hebben of het te warm is, kruipen ze terug in de grond. Het niet beluchten van het vat vertraagt het composteren, maar legt het niet stil. Als het vat te veel zon krijgt kan het wel uitdrogen. Een goede plaatsing kan dit voorkomen. Het compostvat lokt ratten Dit probleem komt zelden voor. Een compostvat lokt normaal gezien geen muizen en ratten. Als er geen vleesresten, koekjes, boterhammen of vetten in het vat terecht komen. Als het vat dikwijls belucht wordt en de kleppen goed gesloten blijven, zullen er geen muizen of ratten hun weg zoeken naar het compostvat.
Meer info
In de map ‘Composteren met kinderen’ van OVAM vind je een uitgebreide handleiding en heel veel lesfiches per graad om in de klas rond het thema composteren te werken. Deze map kan je ook op aanvraag via WE TRANSFER downloaden.
- 27 -
Werkboek ‘Vergroening van de schoolomgeving’ van VELT-WWF. Je vindt dit terug in de bestanden die je op aanvraag via WE TRANSFER kan downloaden.
Meer info over composteren vind je in de Vlaco-brochures ‘Thuiscomposteren in de kringlooptuin’ en ‘Snoeihout verwerken in de kringlooptuin’. Deze brochures staan ook in de bestanden die je via WE TRANSFER kan downloaden
Digitaal vind je ook informatie bij Vlaco (Vlaamse compostorganisatie) op www.vlaco.be
8. Ondersteuning door IVAREM
Compostmeester Indien gewenst kan ik leef verstandig op zoek gaan naar een compostmeester die advies kan geven bij het composteren. De compostmeester geeft in principe geen lessen en is ook geen werkman voor de school. Wel is hij/zij een ervaringsdeskundige en geeft advies op maat bij de compostsituatie in de school.
Educatief materiaal Educatieve koffers en spelen Scholen kunnen bij ik leef verstandig gratis educatieve koffers ontlenen met leuke materialen om concreet rond composteren aan de slag te gaan. De koffers worden gratis geleverd en terug opgehaald. Je betaalt enkel een waarborg van € 25 per koffer. Wil je met kleuters aan de slag? Dan is er de koffer ‘Afval voorkomen voor kleuters’. Voor het lager onderwijs is er de koffer ‘Composteren’ Ook het compostopolyspel kan gratis uitgeleend worden. Dit kan zowel in het lager als secundair onderwijs gebruikt worden. Alle info vind je op http://www.ivarem.be/Uitleen-materiaal.html
Brochures De lesmap ‘Composteren met kinderen’ van OVAM vind je in de koffer ‘Composteren’ van IVAREM. Op de site van Vlaco kan je ook andere brochures over composteren downloaden. Tekeningen, foto’s, affiches Deze kan je op aanvraag via WE TRANSFER downloaden. Een mailtje naar
[email protected] met vermelding van ‘documentatie handleiding compostscholenactie’ volstaat.
- 28 -
Je ontvangt een schat aan visueel materiaal waarmee je zelf aan de slag kan: foto’s, tekeningen, documenten, brochures, een stripverhaaltje, affiches … Cursussen Snelcursus composteren Leerkrachten en compost(groot)ouders hebben de mogelijkheid om gratis een snelcursus ‘composteren’ te volgen. Tijdens een halve dag maak je kennis met de theoretische basis van het composteren. Deze cursus wordt ingericht bij voldoende interesse. Als je zin hebt om de cursus te volgen, geef dan een seintje via
[email protected].
Moestuincursus Scholen ondervinden vaak problemen bij het gebruik van de geoogste compost. Een schoolmoestuin kan een oplossing bieden, maar hoe begin je daaraan? Met de moestuincursus doet de leerkracht praktijkervaring op: Hoe onderhoud je een tuintje met de kinderen? Welke teelten zijn ‘schoolvriendelijk’?, … Bij voldoende interesse wordt een moestuincursus gepland. Als je zin hebt om de cursus te volgen, geef dan een seintje via
[email protected].
Houtsnippers Scholen kunnen op de containerparken van IVAREM een beperkte hoeveelheid houtschilfers halen als aanvullend bruin materiaal voor in het compostsysteem. Dit kan met de badge die de school heeft voor het containerpark. Wil je graag weten of er hakselhout ter beschikking is? Bel dan met de gratis infolijn van IVAREM op het gratis nummer 0800 90 441. Ze kunnen je vertellen waar er hakselhout voorradig is.
Nog vragen of inschrijven? Neem contact op: IVAREM, Schoutetstraat 2, 2800 Mechelen www.ivarem.be
[email protected] gratis infolijn 0800 90 441 - 29 -