Handleiding Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas
Inhoud
1. Inleiding
3
M Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas M Zelfstandig werkkaarten M Nieuwswoorden en nieuwsplaatsen M Lesmateriaal op drie niveaus
2. Leveringen en informatie
4
M Leveringen M Nieuwsbrief M Website M Meer informatie
3. Didactiek
5
M Vaardigheid begrijpend lezen M Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas
- Kern- en tussendoelen SLO
- Leesstrategieën
- Instructie
- Toetsen
- Remediëren
M Zelfstandig werkkaarten M Nieuwswoorden en nieuwsplaatsen M Inplannen in lesrooster
4. Nieuw! Digitale onderwijsproducten
15
M Begrijpend Lezen Digitaal met Kidsweek in de Klas M Mediawijs met Kidsweek in de Klas
Bijlagen 16 Bijlage 1 Beoordeling Kidsweek in de Klas door SLO Bijlage 2 Referentieniveau 2F in leerlingentaal
-2-
1. Inleiding
Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas M De methode Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas verbindt de krant en actualiteit met de wereld van het onderwijs en sluit aan bij de kern- en tussendoelen van het basisonderwijs. In deze handleiding reiken wij u handvatten aan voor de toepassing van de lessen in uw groep.
Zeven strategieën vormen de rode draad door de methode. Een strategie is een plan waarmee een bepaalde taak wordt aangepakt. Bijvoorbeeld nieuwe kennis aan voorkennis koppelen of een tekst samenvatten. In de lesinstructies adviseren wij u hoe u de les het best kunt aanpakken. De Stichting Leerplanontwikkeling (SLO) heeft onze methode beoordeeld en laat weten dat Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas als een volledige methode kan worden ingezet.
Zelfstandig werkkaarten M Naast de les begrijpend lezen bieden wij u wekelijks drie zelfstandig werkkaarten aan voor wisselende vakgebieden, die uw leerlingen zelfstandig kunnen maken. Ze zijn gekoppeld aan artikelen uit Kidsweek en de kern- en tussendoelen van het betreffende vakgebied. Zo vergroten de leerlingen hun (achtergrond)kennis van de actualiteit. Op de achterkant van het lesboekje vindt u de nieuwspuzzel.
Nieuwswoorden en nieuwsplaatsen M In het lesboekje vindt u wekelijks actuele nieuwswoorden- en nieuwsplaatsen. Zo bouwen uw leerlingen in een schooljaar een woordenschat op van 200 woorden en kunnen ze 200 plaatsen vinden.
Lesmateriaal op drie niveaus M Het lesmateriaal wordt wekelijks op drie niveaus ontwikkeld, waardoor u ook makkelijk kunt differentiëren binnen uw groep:
M A: groep 5 M B: groep 6/7 M C: groep 8
-3-
2. Leveringen en informatie
Leveringen M Op donderdag of vrijdag worden de kranten door PostNL op school bezorgd. In de schoolvakanties houden wij rekening met de officiële regionale vakantiespreiding en ontvangt u geen kranten. Het leveringsschema van Kidsweek in de Klas vindt u op www.kidsweekindeklas.nl/jaarplanning.
Nieuwsbrief M Digitale nieuwsbrief Elke donderdag ontvangt u de digitale nieuwsbrief van Kidsweek in de Klas. Hierin vindt u naast belangrijke informatie ook de antwoordbladen en lesinstructies. Willen meer collega’s op uw school deze nieuwsbrief ontvangen, stuur een mail naar
[email protected].
M Schriftelijke nieuwsbrief Naast de digitale nieuwsbrief ontvangt u elke maand een schriftelijke nieuwsbrief bij uw kranten. Hierin vindt u informatie over de bezorging, het (extra) lesmateriaal en actuele lestips.
www.kidsweekindeklas.nl/lesmateriaal M Op donderdagmiddag staan vanaf 14.00 uur de lesinstructies en antwoordbladen voor u klaar op www.kidsweekindeklas.nl/lesmateriaal. U heeft inloggegevens nodig om deze te downloaden. De contactpersoon van uw school heeft een inlognaam en wachtwoord ontvangen. Deze contactpersoon kan zelf leerkrachten toevoegen die met Kidsweek werken. Zo kan elke leerkracht op uw school inloggen met zijn eigen inlognaam en wachtwoord.
Meer informatie M Voor al uw vragen over uw abonnement en/of het lesmateriaal kunt u terecht bij Lezersservice: e-mail
[email protected] telefoon 020-6304707 (bereikbaar ma t/m vrij van 09.00-13.00 uur)
M Voor inhoudelijke vragen over het lesmateriaal: e-mail
[email protected] telefoon 020 6353278 of 020 6353272 site
www.kidsweekindeklas.nl onder het kopje ‘contact’ vindt u een contactformulier.
twitter @KidsweekScholen Copyrght 2014 Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas hoort bij Kidsweek en is een uitgave van Uitgeverij Young & Connected BV. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van enige methode of vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming. Kidsweek in de Klas is auteursrechtelijk beschermd.
-4-
3 . Didactiek
Vaardigheid begrijpend lezen M Begrijpend lezen is een vaardigheid die cruciaal is voor de ontwikkeling van kinderen. Niet alleen in hun schoolloopbaan, maar ook lang daarna. Een volwassene moet een grote verscheidenheid aan teksten met gemak en interesse voor diverse doeleinden kunnen lezen. Zelfs moeilijke teksten en teksten waarin hij niet is geïnteresseerd. Om dit te realiseren is het van groot belang tijdig met leerlingen stil te staan bij de inhoud van een tekst. Begrijpend lezen is meer dan het resultaat van vlot kunnen lezen en woordenschat (Fielding en Pearson, 1994). Begrijpend lezen wordt ook door andere factoren beïnvloed, zoals (achtergrond)kennis en ervaring. In onderstaand schema is te zien wat voor complex proces begrijpend lezen is.
M mondelinge taalvaardigheid M levenservaring
Taal
M inhoudelijke kennis
M kennis structuur taal
88
M activeren voorkennis
M woordenschat M culturele invloeden
Begrijpend lezen
Kennis
Vlot lezen
88
88
M kennis van teksten
M goede toon
M geautomatiseerd/snelheid M motivatie & betrokkenheid M activerende leesstrategieën
88
M monitorende leesstrategieën M herstelstrategieën
Metacognitie
M nauwkeurigheid M decoderen M fonemisch bewustzijn
Bron: Dr. K. Vernooy
Wetenschappelijk onderzoek toont aan dat vaardigheden als woordenschat en vlot lezen van essentieel belang zijn voor begrijpend lezen. Dit betekent dat het negatieve gevolgen heeft voor (begrijpend) lezen als een leerling niet vlot en daardoor meestal niet met een goede intonatie kan lezen en niet beschikt over een goede woordenschat (Dr. K. Vernooy, Effectief leren werken met leesstrategieën).
-5-
Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas M Bij de methode Kidsweek in de Klas wordt gebruikgemaakt van teksten uit Kidsweek. Deze teksten worden geschreven vóór kinderen. Dit houdt in dat het taalgebruik simpel is, maar niet kinderachtig. Het maakt dat kinderen Pagina 16 Heksen bestaan niet
enthousiast zijn om de krant te lezen. 89% van de lezers geeft Kidsweek een rapportcijfer van een 8 of hoger. De onderwerpen worden gebaseerd op wat kinderen willen weten. Nieuws dat interessant, opvallend en begrijpelijk
WEEK
19
Pagina 12-13 Egel op reis 8 MEI 2014
5> Recordpoging: 190 uur radio maken • 9> Hond redt bij en • 10> Kikker in vis • 11> Racen zonder rij bewij s
www.kidsweek.nl
€2,10
Meer meesters, a.u.b!
KORT
Fopvogel De Afrikaanse treurdrongo is een meesterlijke jokkebrok. Dat
is. Door de hoge motivatie van leerlingen wordt zelfs de
hebben wetenschappers ontdekt. Het valse vogeltje heeft zichzelf aangeleerd om in meer dan vijftig verschillende dierentalen ‘PAS OP, GEVAAR!’ te roepen. Het resultaat? Andere vogels en zelfs stokstaartjes sprinten weg van hun eten om een schuilplaats te zoeken. De treurdrongo kan rustig de restjes opsmullen. Gefopt! Foto Johannes Abeling
les begrijpend lezen aantrekkelijk. Kidsweek kan worden
MOP VAN CAS
ingezet bij het voortgezet technisch lezen. Het maken
Jantje vertelt aan zijn moeder dat de burgemeester ’s ochtends bij hem op school was. ‘Oh wat leuk, had hij zijn ketting om?’ vraagt zijn moeder. ‘Nee,’ zegt Jantje, ‘hij
van leeskilometers helpt bij het vlot kunnen lezen. Dit
WEETJE
moeten ze kunnen voordat ze de leesstrategieën kunnen
De Paratarsotomus Macropalpis is het snelste landdier, zeggen biologen. Deze piepkleine mijt rent in verhouding twintig keer sneller dan een jachtluipaard.
liep gewoon los.’
SNELSTE LANDDIER
begrijpen en toepassen.
Bron: ScienceDaily
kent Door Bouwien Jansen - Je het vast van je eigen school: . meesters zijn in de minderheid En dat vinden ze niet leuk, . bleek deze week uit onderzoek l Meester Klaas van basisschoo snapt Amsterdam in de IJsbreker dat wel: ‘Ik ben altijd alleen tussen de juffen.’ ‘Ik ben de enige meester hier op school’, zegt meester Klaas van groep 4/5. ‘Maar ik mag niet mopperen. De juffen hier zijn best wel stoer. Ze praten vaker over voetbal dan ik!’ Klaas is niet enige man die in zijn uppie op een school werkt. De afgelopen tien jaar is het aantal meesters flink gedaald. Lerarenclub CNV heeft onderzocht
wat leerkrachten daar eigenlijk zelf van vinden. En wat bleek? Meer dan de helft van de meesters voelt zich soms eenzaam tussen de juffen. En bijna álle meesters zouden graag meer mannelijke collega’s willen. ‘Ik ook wel’, bekent meester Klaas. ‘Als het pauze is en de juffen maken grapjes, moet ik wel lachen hoor. Maar jongensgeintjes begrijp ik gewoon beter.’ De kinderen in de klas van Klaas hebben soms ook een beetje medelijden met hun meester. ‘Hij is de enige’, zegt Nikki (8). ‘Dat is best zielig.’ ‘Hij kan nooit eens over mannendingen praten’, zegt Matin (9). ‘Over motors of auto’s bijvoorbeeld.’ Zelf heeft Matin
trouwens bepaald geen behoefte aan meer meesters. ‘Juffen zijn leuker’, zegt hij. ‘Veel liever. Meesters zijn zo streng.’ ‘Klopt’, vindt Yasmin (9). ‘Als meester Klaas boos is, stuurt hij je meteen de klas uit. Een juf praat langer.’ Dilian (8) denkt er anders over. ‘Meesters zijn juist leuk. Als je gaat voetballen, kunnen ze meedoen. Juffen houden daar vaak niet van.’ ‘En als je valt,’ vult Matin aan, ‘zegt de meester: “Oh, da’s niet erg joh. Opstaan en doorgaan.” Juffen doen altijd zo overdreven.’ ‘Helemaal waar’, vindt meester Klaas. ‘Ik pak de kinderen wat harder aan. De juffen zijn zachter. Daarom is het zo goed om ze allebei op school te hebben.’
Week
Naam:
Bij het lesboekje vindt voorafgaand een instructieles
32
plaats. Deze les kunt u wekelijks downloaden op de website www.kidsweekindeklas.nl/lesmateriaal. De leesstrategieën worden aangeleerd via directe instructie.
Begrijpend lezen
Wereldoriëntatie
Rekenen
Strategie Begrijpend Lezen
Kidsweek in de Klas heeft er bewust voor gekozen te
Strategie 6
starten met begrijpend lezen in groep 5 en niet in groep 4.
Wat heb ik gelezen? • Tabel of schema: welke informatie haal ik hieruit?
Dit om reden dat bij niet vlotte lezers (groep 4) het
• Hoe kan ik een test samenvatten? • Wat zijn de sleutelwoorden? • Wat is het onderwerp van de tekst? • Wat is de hoofdgedachte van een tekst? • Schrijf een samenvatting.
korte termijngeheugen extra onder druk komt te staan
• Wat is het doel van de schrijver?
bij het werken met leesstrategieën. Hierdoor komt het
-2-
begrijpend lezen niet van de grond en kunnen leerlingen
Begrijpend Lezen
Niveau C
1 1Woordveld en mindmap maken Woordveld en mindmap maken
Stap 1: Bekijk pagina 3 van het lesboekje. Lees daarna het artikel ‘Wie was Wubbo?’ op pagina 5 van het lesboekje. Stap 1: Bekijk pagina 3 van het lesboekje. Lees daarna het artikel ‘Wie was Wubbo?’ op pagina 5 van het lesboekje. Stap 2: Wat is het onderwerp van het artikel? Schrijf het in het woordveld hiernaast.
geen succeservaring opdoen en raken dan gedemotiveerd
Stap 2: Wat is het onderwerp van het artikel? Schrijf het in het woordveld hiernaast. Stap 3: Schrijf daarna zes sleutelwoorden uit het artikel Stap 3: Schrijf daarna zes sleutelwoorden uit het artikel rondom rondom het onderwerp. het onderwerp.
Stap 4: Maak van elk sleutelwoord in het woordveld een
Stap 4: Maak van elk sleutelwoord in het woordveld een plaatje op
plaatje op een tekenblaadje. een tekenblaadje. Stap 5: Stap 5: Maak van deze plaatjes een mindmap. Maak van deze plaatjes een mindmap. Op pagina 3 zie je een voorbeeld van een mindmap. Op pagina 3 zie je een voorbeeld van een mindmap.
(Willingham, 2006/07). Aannemelijk is dat leerlingen in
Stap 6: Stap 6: Wat vind jij van jouw mindmap? Wat zou je de volgende keer anders doen? Wat vind jij van jouw mindmap? Wat zou je de volgende keer anders doen?
______________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………. ______________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
2 Stap voor stap een samenvatting schrijven
2 a Stap voor stap een samenvatting schrijven Lees ‘Overal Europa’ op pagina 5 van Kidsweek. Wat is het onderwerp? …………………………………………………………………………….….
groep 5 voldoende vlot technisch kunnen lezen om met de
a Lees ‘Overal Europa’ op pagina 5 van Kidsweek. Wat is het onderwerp?
b bWat is de hoofdgedachte? …………………………………………………………………………………………………………..…………………………………………. Wat is de hoofdgedachte?
Schrijf een samenvatting van de tekst op een oefenblaadje. c c Schrijf een samenvatting van de tekst op een oefenblaadje.
d Lees nu de samenvatting van een klasgenootje. Wat vond jij goed en minder goed aan de samenvatting van je
d Lees nu de samenvatting van een klasgenootje. Wat vond jij goed en minder goed aan de samenvatting van je klasgenootje?
leesstrategieën te starten.
klasgenootje?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………………… ___________________________________________________________________________________________________________________________________
-8
Er bestaat grote samenhang tussen achtergrondkennis en begrijpend lezen. Het lezen van Kidsweek zorgt voor zowel verdieping als verbreding van de algemene kennis
4 Lees ‘Kliederkampioen’ op pagina 11 van Kidsweek. Lees het artikel ‘Honderdvijftig windmolens op 33 Lees het artikel ‘Honderdvijftig 4 Lees ‘Kliederkampioen’ op pagina 11 van Kidsweek. windmolens volle zee’ op pagina 10 van het lesboekje. opvolle zee’ op de sleutelwoorden in het artikel. aa Onderstreep Onderstreep de sleutelwoorden in het artikel. 10 van het lesboekje. b Bekijk de tabel hieronder en vertel wat je ziet. a pagina Leg in je eigen woorden uit wat het woord a‘hoofdgedachte’ betekent. Leg in je eigen woorden uit wat het woord
betekent. hoofdgedachte ………………………………………………………………………………………..
________________________________________________________ ……………………………………………………………………………………….. ________________________________________________________ b Schrijf de sleutelwoorden per alinea op. b1 Schrijf de sleutelwoorden per alinea op.
3
tabel is nog niet helemaal ingevuld. Jij mag de tabel verder invullen. c c De De tabel is nog niet helemaal ingevuld. Jij mag de tabel verder invullen.
2010 2006 2002 1998
1 c2 Schrijf de hoofdgedachte per alinea op. ___________________________________________________ 3
___________________________________________________
………………………………………………………………………………………...
JeJe mag gebruikmaken van internet. mag gebruikmaken van internet.
2014
___________________________________________________
___________________________________________________ d Vertel nu in één zin waar het artikel over gaat.
………………………………………………………………………………………………………………………………….
_____________________________________________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________ ………………………………………………………………………………………………………………………………….
2 ___________________________________________________
d………………………………………………………………………………….…… Vertel nu in één zin waar het artikel over gaat.
-6-
c ___________________________________________________ Schrijf de hoofdgedachte per alinea op.
van het kind. Deze toename van algemene kennis zorgt
b Bekijk de tabel hieronder en vertel wat je ziet.
_____________________________________________________________________________________________
Gastland(en) Brazilië
Uitslag finale
2e plaats
?
?
Spanje Duitsland
Italië
1994 1990 1986
Wereldkampioen ?
Verenigde Staten
Frankrijk
Duitsland
3 – 0
Brazilië
West‐Duitsland 1 – 0 3 – 2
Mexico
Brazilië
1 – 0 2 – 0
Frankrijk
Argentinië West‐Duitsland
d Waarom staan er drie vraagtekens in de tabel? …………………………..………………………………. d Waarom staan er drie vraagtekens in de tabel? ………………………………………………………………………………………………………………………….………….. _____________________________________________________________________________________________
________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________
________________________________________________________
_____________________________________________________________________________________________
-7-
ervoor dat moeilijke teksten sneller begrepen worden. Het is aan te raden de leerlingen ook de zelfstandig werkkaarten in het lesboekje te laten maken om op die manier aan uitbreiding van hun algemene (achtergrond)kennis te werken.
Weekkrant voor jongeren
04
08
Moeizaam vredesoverleg voor Syrië
07
Dolfijnen gedood in Japanse baai 12
20
voor jongeren van 12 tot 17 jaar. Vaak wordt deze tekst ingezet als 22
Tips voor je playlist 24 januari 2014 week04
prijs € 2,25 • www.sevendays.nl • www.facebook.com/7daysnl • @7daysnl
‘Van mijn e-reader word ik slimmer’
Kostbare steen In Zuid-Afrika is een joekel van een blauwe diamant gevonden. De edelsteen van 29,6 karaat heeft een waarde van bijna vijftien miljoen euro. Dat liet mijnbedrijf Petra Diamonds woensdag weten. De ontdekking werd gedaan in de Cullinan-mijn vlakbij Pretoria. Daar zijn al honderden blauwe diamanten - van een zeldzame diamantsoort gevonden. Soms zit er een kanjer tussen. Vorig jaar werd er nog een exemplaar van 25,5 karaat verkocht voor 12,5 miljoen euro.
woorden, hebben een ingewikkelder zinsopbouw en behandelen vaak
andersoortige teksten, zoals verhalen en informatieve teksten.
Kern- en tussendoelen
© AFP
Geen sloopkogel, halfnaakte dansers of andere poespas. Miley Cyrus geeft woensdag een akoestisch optreden voor MTV Unplugged. Volgens de muziekzender zal de superster totaal andere versies van haar hits We Can’t Stop en Wrecking Ball spelen.
Kiserian en Namunyak tonen trots hun e-reader
WWW.SEVENDAYS.NL /TOPOFFLOP
© JEROEN VAN LOON
Licht leren – Je sleept met gemak vierhonderd boeken mee in je tas, zoekt er eenvoudig een moeilijk woord mee op en er zitten ook nog spelletjes op. Scholieren in Kenia zijn niet meer weg te slaan bij hun e-readers.
Nooit meer bibberende kopjes in de kast. De moktrui houdt al je bekers warm.
Door Andrea Dijkstra
reportage
© BRON: ZOOVER
ISSN 1879-4254
Dalyan in Turkije. Vanwege het natuurreservaat, de rotsgraven en de vele schildpadden.
oefenmateriaal voor groep 8. De teksten bevatten meer moeilijke
een pittiger onderwerp. In andere weken wordt gebruikgemaakt van
Zonder poespas
Beste Europese badplaats
In het lesboekje vindt u af en toe een artikel uit 7Days, de weekkrant
Op het eerste gezicht lijkt de Intimigo-school in de groene bergen in West-Kenia op een normale Afrikaanse plattelandsschool. Leerlingen in schooluniform zingen er ’s ochtends het Keniaanse volkslied, in de klaslokalen staan ouderwetse houten schoolbankjes en aan de muur hangt een schoolbord. Maar in plaats van met schoolboeken wordt er lesgegeven met de Kindle. ‘Ook al heb je er vierhonderd boeken op staan, je tas blijft licht’, lacht Namunyak. De veertienjarige scholier is dol op haar e-reader. Zelfs in de pauze vind je haar nog met het grijze apparaat onder een boom, terwijl haar wijsvinger langs de regels gaat en ze de Engelse zinnen fluistert. ‘Eerst vond ik Engels heel moeilijk’, geeft ze verlegen toe. Thuis leerde ze Masaai en Kiswahili maar op school krijgt ze les in Engels, de tweede nationale taal van het land. ‘Maar als ik nu een woord niet ken, zoek ik het op in het woordenboek van
mijn e-reader. Hierdoor hoef ik het niet meer aan de lerares te vragen.’
Langzaam In Afrika zijn bijna geen bibliotheken. Ook hebben de meeste scholen - zo ook Intimigo - maar weinig schoolboeken, laat staan leesboeken. Het drukken en over slechte wegen vervoeren van de boeken kost veel geld. De hulporganisatie Worldreader besloot daarom e-readers uit te delen. De organisatie heeft projecten in negen landen: Ghana, Kenia, Malawi, Rwanda, Tanzania, Oeganda, Zuid-Afrika, Zambia en Zimbabwe. In Kenia hebben inmiddels 21 scholen Kindles. Helaas is internet op Namunyaks school nog erg langzaam. De schooldirecteur moet daarom nog naar de driehonderd kilometer verderop gelegen hoofdstad Nairobi om nieuwe e-boeken te downloaden. En zelfs daar duurt het drie dagen om vierhonderd boeken op honderd e-readers te krijgen.
Ook hadden ze tot twee maanden geleden geen stroom bij Intimigo en moest een (dure en milieuonvriendelijke) dieselgenerator worden aangezet om de Kindles te kunnen opladen.
Liever lezen Ondanks de problemen zijn de scholieren erg blij met hun e-readers. Zo vindt Kiserian, een klasgenoot van Namunyak, het leuk om er woord- en rekenspelletjes op te doen. ‘Onderling organiseren we competities’, zegt de veertienjarige scholier. Zijn favoriete boek is Juma the Hunter, over een plattelandsjongen die besluit naar de stad te lopen en daar met zijn speer per ongeluk een voetbal lek gooit. Kiserian, die zelf nog nooit in de stad is geweest, houdt ook van voetbal. Maar sinds ze op school e-readers hebben, gaat hij liever lezen. ‘Voetbal is leuk, maar door te lezen leer ik over de wereld en word ik slimmer. Belangrijk, want ik wil graag piloot worden.’
M De strategieën zijn gebaseerd op kern- en tussendoelen gerealiseerd door de Stichting Leerplan Ontwikkeling (SLO) in TULE (Tussendoelen en Leerlijnen). SLO heeft onze methode beoordeeld (bijlage 1) en te kennen gegeven dat de methode ingezet kan worden als volwaardige methode begrijpend lezen.
Op 1 augustus 2010 is de Wet referentieniveaus Nederlandse taal en rekenen van kracht geworden. Voor elk moment in de schoolloopbaan is in een doorlopende leerlijn aangegeven waaraan alle leerlingen op dat niveau zouden moeten voldoen, de referentieniveaus. De fundamentele niveaus worden aangeduid met (F). Er zijn streefniveaus geformuleerd als uitdaging voor leerlingen die meer aankunnen (S). Niveau 2F is aangeduid als het algemeen maatschappelijk functioneel niveau, het niveau waaraan elke Nederlander zou moeten voldoen. Uit onderzoek van het Kenniscentrum Leermiddelen (KCL) blijkt dat de bestaande methoden Taal en Rekenen in grote lijnen de leerstof aanbieden, die het referentiekader vereist. In bijlage 2 vindt u een overzicht, in leerlingentaal, hoe de leesstrategieën van Kidsweek in de Klas aansluiten op de referentieniveaus.
-7-
Leesstrategieën M Vernooy en vele andere onderwijskundigen pleiten voor het gebruik van een beperkt aantal strategieën, waarvan onderzoek heeft uitgewezen dat ze effectief zijn. Dit zijn evidence based leesstrategieën. Het Amerikaanse National Reading Panel (2008) noemt de volgende acht evidence based strategieën: 1. Samenvatten
5. Vragen beantwoorden
2. Vragen stellen
6. Graphic organizers
3. Tekststructuur
7. Schema of web maken
4. Monitoring
8. Voorkennis
M Kidsweek in de Klas heeft hieruit de volgende leesstrategieën samengesteld:
Strategie 1
M Wat is mijn leesdoel?
Strategie 2
M Wat voor soort tekst wil
Vul de zin aan: Ik wil …
M Over welk onderwerp wil
ik lezen?
onderwerp?
M Welke nieuwe informatie
kan ik zien wat voor
staat er in de tekst?
M Wat heeft de nieuwe
soort tekst dit is?
M Waar gaat deze tekst
informatie te maken met wat ik al wist?
over?
- Welk onderwerp heeft
Strategie 4
M Welke vragen heb ik over dit onderwerp?
M Welke antwoorden op mijn vragen vind ik in de tekst?
M Zijn er nog vragen onbeantwoord? Hoe kan ik verder zoeken?
deze tekst?
M Wat weet ik al van dit onderwerp?
M Aan welke kenmerken
ik lezen?
M Heb ik vragen over het
Strategie 3
- Kan ik voorspellen wat erin zal staan?
M Hoe kan ik iets opzoeken wat ik wil weten?
-8-
Strategie is een hulpmiddel
M ‘Strategieën, vaak weergegeven in stappenplannen, zijn bedoeld om leerlingen concrete hulpmiddelen te bieden bij het aanpakken van taaltaken. Ze moeten niet verworden tot ‘trucjes’ die het zicht ontnemen op de gehele taaltaak en op het communicatieve doel daarvan.’ (Martien de Boer: Concretisering van de kerndoelen Nederlands; Kerndoelen voor de onderbouw VO. Enschede SLO 2007). Strategieën zijn geen doel op zich, evenals het beantwoorden van vragen bij teksten. Voorop staat het doel van de lezer: wat wil hij te weten komen door een tekst te lezen? Het National Reading Panel vindt dat instructie van een combinatie van strategieën over het algemeen effectiever is dan instructie van afzonderlijke strategieën.
Met Kidsweek in de Klas maken de leerlingen zich de strategieën stapsgewijs - van eenvoudig naar complex - eigen. Of het nu gaat om het bepalen van een hoofdgedachte of het maken van een samenvatting.
.
Strategie 5
Strategie 6
Strategie 7
M Op www.kidsweek indeklas.nl/poster vindt u per strategiepoppetje een poster. Deze kunt u ophangen in uw klas, zodat de kinderen vertrouwd raken met de leesstrategieën.
M Voor de jaarplanning van de strategieën kijkt u op www.kidsweekindeklas.nl/
M Hoe komt het dat ik het niet meer snap?
M Ik weet niet wat een woord betekent.
M Deze tekst is veel te moeilijk voor mij.
M Ik weet niet waar een verwijswoord naar verwijst.
M Ik ben de draad kwijt.
M Tabel of schema; welke
M Heb ik mijn leesdoel
informatie haal je hieruit?
M Hoe kan ik deze tekst uittekenen?
M Hoe kan ik deze tekst samenvatten?
M Wat is de hoofdgedachte
bereikt?
M Ging de tekst over dit onderwerp?
M Zijn mijn vragen beantwoord?
M Wat kan ik verder doen?
van de schrijver?
M Wat is het doel van de schrijver?
-9-
jaarplanning
Instructie M Inloggen De lesinstructies en antwoordbladen staan wekelijks op donderdag vanaf 14.00 uur voor u klaar op www.kidsweekindeklas.nl/lesmateriaal. U heeft inloggegevens nodig om deze te downloaden. De contactpersoon van uw school heeft een inlognaam en wachtwoord ontvangen. Deze contactpersoon kan zelf leerkrachten toevoegen die met Kidsweek werken. Zo kan elke leerkracht bij u op school inloggen met zijn eigen inlognaam en wachtwoord.
M Lesinstructie Instructie door de leerkracht is belangrijk om de strategieën goed aan te leren. Je mag er niet van uitgaan dat leerlingen vanzelf strategieën ontdekken, wanneer ze maar veel vragen en opdrachten maken. Modeling, hardop denkend voordoen, is een belangrijke instructievorm bij het aanleren van strategieën. De vragen die een ervaren lezer zichzelf stelt, soms onbewust, worden hierbij hardop uitgesproken. De leerkracht geeft de leerlingen als het ware een kijkje in zijn hoofd tijdens het denkproces. Leerlingen krijgen hierdoor een voorbeeld van hoe een goede lezer een tekst leest en omzet in het begrijpen van die tekst. Via modeling laat de leerkracht zien hoe achtergrondkennis en strategieën gebruikt worden bij moeilijke teksten. Door observatie krijgt de leerkracht inzicht in het denkproces van kinderen, zodat hij de ontwikkeling van hen beter kan monitoren en aansturen. Wanneer de leerkracht het lees- en denkproces van leerlingen niet goed begrijpt, is er geen effectief leesonderwijs en effectieve leeshulp mogelijk (Clay, 2001).
Toetsen M Inloggen In een schooljaar biedt de methode uw leerlingen vijf toetsen aan. Deze toetsen zullen bestaan uit multiplechoicevragen en reflectieve vragen. Op basis van deze uitkomst kunt u besluiten een diagnostisch gesprek te voeren met de leerlingen. Al pratend over leesstrategieën krijgt u een beter beeld van waar de leerlingen in het denkproces moeten worden bijgestuurd. Het toetsrooster vindt u in de jaarplanning op www.kidsweekindeklas.nl/jaarplanning.
- 10 -
M Cito Wij adviseren uw leerlingen om naast de toetsen van Kidsweek in de Klas ook te laten oefenen met Cito-toetsen. U zou hiervoor het Cito hulpboek Begrijpend lezen kunnen gebruiken.
Begrijpend Lezen
Niveau A
1 1Woordveld en mindmap maken Woordveld en mindmap maken
Stap 1: Bekijk pagina 3 van het lesboekje. Lees daarna het artikel ‘Wie was Wubbo?’ op pagina 5 van het lesboekje.
Stap 4: Maak van elk sleutelwoord in het woordveld een
Stap 6: Stap 6: Wat vind jij van jouw mindmap? Wat zou je de volgende keer anders doen? Wat vind jij van jouw mindmap? Wat zou je de volgende keer anders doen?
Remediëren
Stap 4: Maak van elk sleutelwoord in het woordveld een plaatje op
plaatje op een tekenblaadje. een tekenblaadje. Stap 5: Stap 5: Maak van deze plaatjes een mindmap. Maak van deze plaatjes een mindmap. Op pagina 3 zie je een voorbeeld van een mindmap. Op pagina 3 zie je een voorbeeld van een mindmap.
M Begrijpend lezen = woordenschat X technisch lezen X begrijpend
Stap 1: Bekijk pagina 3 van het lesboekje. Lees daarna het artikel ‘Wie was Wubbo?’ op pagina 5 van het lesboekje. Stap 2: Wat is het onderwerp van het artikel? Schrijf het in het woordveld hiernaast. Stap 2: Wat is het onderwerp van het artikel? Schrijf het in het woordveld hiernaast. Stap 3: Schrijf daarna zes sleutelwoorden uit het artikel Stap 3: Schrijf daarna zes sleutelwoorden uit het artikel rondom rondom het onderwerp. het onderwerp.
______________________________________________________________________________________________________________________________________________________ ……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
leesstrategieën
______________________________________________________________________________________________________________________________________________________
……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….
2 Stap voor stap een samenvatting schrijven
2 a Stap voor stap een samenvatting schrijven Lees ‘Overal Europa’ op pagina 5 van Kidsweek. Wat is het onderwerp? …………………………………………………………………………….….
a Lees ‘Overal Europa’ op pagina 5 van Kidsweek. Wat is het onderwerp?
b bWat is de hoofdgedachte? …………………………………………………………………………………………………………..…………………………………………. Wat is de hoofdgedachte?
Leerlingen die slecht presteren bij begrijpend lezen hebben vaak geen
Schrijf een samenvatting van de tekst op een oefenblaadje. c c Schrijf een samenvatting van de tekst op een oefenblaadje.
d Lees nu de samenvatting van een klasgenootje. Wat vond jij goed en minder goed aan de samenvatting van je
d Lees nu de samenvatting van een klasgenootje. Wat vond jij goed en minder goed aan de samenvatting van je klasgenootje?
klasgenootje?
………………………………………………………………………………………………………………………………………………………….…………………………………… ___________________________________________________________________________________________________________________________________
-4-
baat bij méér lessen begrijpend lezen. Eerst moet onderzocht worden wat de oorzaak is. Is de leerling de leestechniek niet voldoende machtig? Is de
woordenschat ontoereikend? Wanneer de oorzaak bekend is, kunnen effectieve stappen worden ondernomen om de leerling op de gewenste punten bij te spijkeren.
M Technisch lezen Leerlingen die uitvallen op het gebied van technisch lezen adviseren wij onder andere extra te laten lezen. Het hoeven niet altijd lange (voor hen meteen saaie) teksten te zijn, het gaat erom dat ze het ‘spelenderwijs’ leren en leuk (gaan) vinden. Begin bijvoorbeeld met de korte artikelen in Kidsweek, zelfs de moppen zijn een goed begin. Vaak vinden leerlingen lezen niet meer leuk omdat het zoveel inspanning kost. Belangrijk is dan om als eerste de leerlingen opnieuw te motiveren om te lezen.
M Woordenschat Leerlingen, die geen goede, gevarieerde woordenschat hebben adviseren wij onder andere extra te laten oefenen met de nieuwswoorden. Daarnaast werkt het goed om leerlingen in de artikelen moeilijke woorden te laten onderstrepen. Vervolgens gaan de leerlingen op zoek naar de juiste betekenis van deze woorden en schrijven ze op in hun eigen ‘woordenboekje’. Veel en vaak lezen over diverse onderwerpen vergroot ook de woordenschat.
M NIEUW! Ook digitaal kunnen uw leerlingen met woordenschat aan de slag. Wij hebben een speciale woordenschat-tool ontwikkeld, waar leerlingen kunnen oefenen met woordenschat. Ga naar www.kidsweekindeklas.nl/lesmateriaal en laat uw leerlingen hun woordenschat vergroten.
- 11 -
Zelfstandig werkkaarten M Naast de les begrijpend lezen ontvangt u drie zelfstandig werkkaarten, die uw leerlingen zelfstandig kunnen maken. Ze zijn gekoppeld aan artikelen uit Kidsweek en de kern- en tussendoelen van het betreffende vakgebied. Zo vergroten de leerlingen hun (achtergrond)kennis van de actualiteit. Wekelijks wordt een leskaart ontwikkeld voor wereldoriëntatie en een leskaart voor een wisselend vakgebied. Op de achterkant van het lesboekje vindt u de nieuwspuzzel.
M ZELFSTANDIG WERKKAART 1 - Wereldoriëntatie Het vakgebied wereldoriëntatie kan goed worden gekoppeld aan de krant. Elke week staan er artikelen in Kidsweek die gaan over wat er in de wereld gebeurt. Van aardbevingen en vulkaanuitbarstingen tot discriminatie en gezonde voeding.
M Kidsweek in de Klas maakt wereldoriëntatie actueel! Een ‘normale’ methode wereldoriëntatie heeft in zijn jaarplanning precies vaststaan welke onderwerpen aan bod komen. Bij de zelfstandig werkkaarten van Kidsweek in de
Zelfstandig werkkaart
Schrijf de antwoorden op een oefenblaadje!
A
Lees ‘Groene ideeën in GreenTech’ op pag. 19 van Kidsweek.
1) ‘Groene ideeën in GreenTech’ a) Wie is Charlie? b) Waar was Charlie op bezoek? c) Wat kan Charlie allemaal? d) Zou jij ook les van Charlie willen hebben? Leg uit waarom wel of waarom niet. 2) Lees tekst 1 op pagina 13 hiernaast. Wat weet jij allemaal over robots?Robots worden gemaakt door mensen. Het woord ‘robot’ betekent mens. Robots kun je van een afstandje besturen. Robots worden gemaakt door mensen. Het woord ‘robot’ betekent mens. Robots kun je van een afstandje besturen. 3) Lees tekst 2 op pagina 13 hiernaast. Wat weet jij allemaal over robots?Robots worden gemaakt door mensen. Het woord ‘robot’ betekent mens. Robots kun je van een afstandje besturen. Robots worden gemaakt door mensen. Het woord ‘robot’ betekent mens. Robots kun je van een afstandje besturen. Robots kun je van een afstandje besturen.
Klas is dat niet mogelijk, omdat wij de lessen koppelen aan de
B
Lees ‘Groene ideeën in GreenTech’ op pag. 19 van Kidsweek.
1) Groene ideeën in GreenTech’ a) Wat is het onderwerp van deze stelling? b) Voor wie is de robot heel erg handig? c) Bedenk een situatie waarin robotleraar Charlie niet handig is. d) Zou jij ook les van Charlie willen hebben? Leg uit waarom wel of waarom niet. 2) Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. a) Leg uit wat het verschil is tussen een mens en een robot. b) Waarom is een robot heel handig als er veel dingen ingepakt moeten worden? c) Bedenk twee voorbeelden wanneer een robot nog meer heel handig is. 3) Lees tekst 2 en bekijk afbeelding 1 op pagina 15 hiernaast. a) Op welke planeet liep er een robotwagentje? b) Waarom denk jij dat er geen mens naar Mars is gegaan, maar wel een robot? c) Welk lichaamsdeel
Wereldoriëntatie C
wwLees ‘Groene ideeën in GreenTech’ op pag. 19 van Kidsweek.
1) ’Groene ideeën in GreenTech’ a) Wat is de aanleiding van deze stelling? b) Wat kan robotleraar Charlie allemaal? c) Ben jij het EENS of ONEENS met de stelling van Jelger. Leg uit waarom. 2) Lees tekst 1 en tekst 2 op pagina 15 hiernaast. a) Noem twee verschillen tussen een mens en een robot. b) Wat betekent het woord ‘emoties’? c) Bedenk een situatie waarin het handig is als een robot emoties herkent. 3) Lees tekst 3 en bekijk afbeelding 1 hiernaast. a) Hoe werken sensoren in een robot? b) Maak op een tekenvel twee vakken en maak daarin een tekening van je eigen arm en een robotarm. c) Geef een voorbeeld van een situatie waarin een robot nooit een mens zou kunnen vervangen. d) Wat is voor jou de ideale robot? Leg uit waarom.
- 12 -
actualiteit, het nieuws. Nieuws is er elke seconde van de dag. Kinderen lezen nieuws in kranten en op internet, zien nieuws op televisie en praten er thuis en in de klas over. Wekelijks wordt een actueel onderwerp uitgekozen, dat leerlingen aanspreekt. Bij Kidsweek in de Klas krijgen leerlingen een les over aardbevingen als er daadwerkelijk een aardbeving heeft plaatsgevonden. Dit zorgt ervoor dat kinderen extra betrokken zijn bij het onderwerp en nieuwsgierig zijn naar meer (achtergrond)informatie.
De actuele onderwerpen van artikelen worden gekoppeld aan de kern- tussendoelen voor het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld (ook wel Wereldoriëntatie genoemd). De 20 kerndoelen voor het leergebied Oriëntatie op jezelf en de wereld, horen bij de één van de vier domeinen: 1. Mens en samenleving
3. Ruimte
2. Natuur en techniek
4. Tijd
Wekelijks wordt er gekeken bij welk domein het onderwerp van het artikel het best past. Voor een uitgebreidere beschrijving van de vier domeinen en de kern- en tussendoelen wereldoriëntatie zie http://tule.slo.nl.
- 12 -
duurzaam
Zelfstandig werkkaart
Lees het artikel ‘Jelger over robotleraar Charlie’ op pag. 2 van Kidsweek.
1) ‘Jelger over robotleraar Charlie’ a) Wie is Charlie? b) Waar was Charlie op bezoek? c) Wat kan Charlie allemaal? d) Zou jij ook les van Charlie willen hebben? Leg uit waarom wel of waarom niet. 2) ‘Woordveld robots’ Wat weet jij allemaal over robots? Maak een woordveld. 3) Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. a) Waar worden robots voor gebruikt? b) Waar zou jij graag een robot voor willen hebben? c) Bedenk een verschil tussen een robot en een mens. 4) Zijn de zinnen WAAR of NIET WAAR? Robots worden gemaakt door mensen. Het woord ‘robot’ betekent mens. Robots kun je van een afstandje besturen. 5) ‘Robottekening’ Maak een tekening van jouw perfecte robot.
B
M ZELFSTANDIG WERKKAART 2 - Wisselend vakgebied
Allerlei
Schrijf de antwoorden op een oefenblaadje!
A
Lees het artikel ‘Jelger over robotleraar Charlie’ op pag. 2 van Kidsweek.
1) ’Jelger over robotleraar Charlie’ a) Wat is het onderwerp van deze stelling? b) Voor wie is de robot heel erg handig? c) Bedenk een situatie waarin robotleraar Charlie niet handig is. d) Zou jij ook les van Charlie willen hebben? Leg uit waarom wel of waarom niet. 2) Lees tekst 1 op pagina 15 hiernaast. a) Leg uit wat het verschil is tussen een mens en een robot. b) Waarom is een robot heel handig als er veel dingen ingepakt moeten worden? c) Bedenk twee voorbeelden wanneer een robot nog meer heel handig is. 3) Lees tekst 2 en bekijk afbeelding 1 op pagina 15 hiernaast. a) Op welke planeet liep er een robotwagentje? b) Waarom denk jij dat er geen mens naar Mars is gegaan, maar wel een robot? c) Welk lichaamsdeel van een mens zou de robot op afbeelding 1 kunnen vervangen? d) Noem één voordeel en één nadeel van een robot en leg uit waarom.
C
Lees het artikel ‘Jelger over robotleraar Charlie’ op pag. 2 van Kidsweek.
De wisselende leskaart betreft verschillende vakgebieden. De leskaarten
1) ’Jelger over robotleraar Charlie’ a) Wat is de aanleiding van deze stelling? b) Wat kan robotleraar Charlie allemaal? c) Ben jij het EENS of ONEENS met de stelling van Jelger. Leg uit waarom. 2) Lees tekst 1 en tekst 2 op pagina 15 hiernaast. a) Noem twee verschillen tussen een mens en een robot. b) Wat betekent het woord ‘emoties’? c) Bedenk een situatie waarin het handig is als een robot emoties herkent.
koppelen wij aan de kerndoelen behorende bij het vakgebied van de
3) Lees tekst 3 en bekijk afbeelding 1 hiernaast. a) Hoe werken sensoren in een robot? b) Maak op een tekenvel twee vakken en maak daarin een tekening van je eigen arm en een robotarm. c) Geef een voorbeeld van een situatie waarin een robot nooit een mens zou kunnen vervangen. d) Wat is voor jou de ideale robot? Leg uit waarom.
leskaart.
- 14 -
Tekst 1
Tekst 2
Wat zijn robots? Robots zijn machines die door de mens gemaakt worden. Ze kunnen dingen nadoen die mensen ook kunnen. Robots worden gebruikt m te werken voor mensen. Het woord ‘robot’ betekent dan ook werk en komt uit het land Tsjechië. Bij een robot denk je misschien aan en grote machine die eruit ziet als en mens. Maar er zijn robots in verschillende soorten en maten. Het grootste verschil tussen de mens en een robot is dat robots niet echt leven. Ze voelen geen pijn, ze hebben geen hersenen en kunnen niet echt nadenken. Een robot kan daarom TEKST 1 Wat zijn robots? nooit slimmer worden dan een mens. Robots kunnen wel duizenden dingen per dag inpakken zonder er moe van te Robots zijn machines die door de worden of het saai te vinden. mens gemaakt worden. Ze kunnen Robots kun je van een afstandje dingen nadoen die mensen ook besturen of leren automatisch te kunnen. Robots worden gebruikt werken.
• •
TEKST 2 AFBEELDING 1 1 Afbeelding TEKST 2
om te werken voor mensen. Het woord ‘robot’ betekent dan ook EN! werk en komt uit het land Tsjechië. OPLETT
Bij een robot denk je misschien aan een grote machine die eruit ziet als een mens. Maar er zijn robots in verschillende soorten en maten. Het grootste verschil tussen de mens en een robot is dat robots niet echt leven. Ze voelen geen pijn, ze hebben geen hersenen en kunnen niet echt nadenken. Een robot kan daarom nooit slimmer worden dan een mens. Robots kunnen wel duizenden dingen per dag inpakken zonder er moe van te worden of het saai te vinden. Robots kun je van een afstandje besturen of leren automatisch te werken.
De wisselende vakgebieden zijn:
Tekst 3
•
Bijzondere robots Er zijn robots die op plekken komen waar mensen niet kunnen komen. Op de planeet Mars liep een robotwagentje om onderzoek te doen. Er worden ook robots ontwikkeld voor mensen die geen benen of armen meer hebben. De robotarm of het robotbeen neemt dan de taken over. Ook worden er robots gemaakt die emoties (bijvoorbeeld blij, boos en verdrietig) van mensen herkennen of zelfs de emoties na kunnen doen.
Hoe ziet een robot eruit? Aan de buitenkant heeft de robot vaak armen, of sensoren. Met de sensoren kan de robot horen, zien of voelen wat er om hem heen gebeurt. Aan de binnenkant van de robot zitten allemaal schroefjes en draadjes. Een robot heeft ook een ‘programma’. Dat zijn eigenlijk de hersenen van de robot. Het programma vertelt heel nauwkeurig wat de robot moet doen, want de robot kan zelf niet nadenken. Hij kan alleen maar doen wat het programma hem vertelt. Het programma van de robot die potten pasta vult zegt bijvoorbeeld: ‘elke 10 seconden moet je 500 gram pasta spuiten. Je kunt je voorstellen dat TEKST 3 Hoe ziet een robot eruit? het erg belangrijk is dat er iedere 10 seconden lege pot voor de een nieuwe, robot staat.Aan de buitenkant heeft de robot vaak armen, Ook moet de pot op exact de juiste plaats staan, want of sensoren. Met de sensoren kan de robot de robot kan zelf niet zien of er een pot horen, zien of voelen wat er om hem heen staat, en of die pot vol of leeg gebeurt. Aan de binnenkant van de robot zitten is, want deze robot heeft geenallemaal schroefjes en draadjes. oogsensoren. Vaak heeft een fabriek dan weer andere robots, om ervoor Een robot heeft ook een 'programma'. Dat zijn te zorgen dat er inderdaad eigenlijk de hersenen van de robot. Het iedere 10 seconden een nieuweprogramma vertelt heel nauwkeurig wat de pot staat.
robot moet doen, want de robot kan zelf niet nadenken. Hij kan alleen maar doen wat het programma hem vertelt. Het programma van TEKST 2 de robot die potten pasta vult zegt bijvoorbeeld: 'elke 10 seconden moet je 500 Er zijn robots die op plekken komen waar mensen gram pasta spuiten. Je kunt je voorstellen dat niet kunnen komen. Op de planeet Mars liep een het erg belangrijk is dat er iedere 10 seconden robotwagentje om onderzoek te doen. een nieuwe, lege pot voor de robot staat. Ook Er worden ook robots ontwikkeld voor mensen moet de pot op exact de juiste plaats staan, die geen benen of armen meer hebben. De want de robot kan zelf niet zien of er een pot robotarm of het robotbeen neemt dan de staat, en of die pot vol of leeg is, want deze taken over. robot heeft geen oogsensoren. Vaak heeft een Ook worden er robots gemaakt die fabriek dan weer andere robots, om ervoor te Horizontaal emoties (bijvoorbeeld blij, boos en Horizontaal 4. Welke dier heeft acht armen enzorgen dat er inderdaad iedere 10 seconden honderden zuignappen? (p.9) verdrietig) van mensen herkennen of 4. Welke dier heeft acht armen en honderden zuignappen? (p.9) 6. Bosnië en Servië vechten tegeneen nieuwe pot staat. het ... (p.6/7) 6. Bosnië en Servië vechten tegen het ... (p.6/7) zelfs de emoties na kunnen doen. 7. Op welk eiland zijn er zeepaddenstoelen aangespoeld? (p.6) Bijzondere robots
Muziek
Topografie
Spelling
Geschiedenis
Creatief
Overig
- 15 -
Nieuwspuzzel
Bron: www.schooltv.nl
Natuur Rekenen Taal
7. Op welk eiland zijn er zeepaddenstoelen aangespoeld? (p.6) Pippa en IJsbrand bedachten een lichtgevend … voor het Bron: www.kids.kennisnet.nl programPippa en IJsbrand bedachten een lichtgevend … voor het ma9 GreenTech. (p.19) 11. Welkeprogramma GreenTech. (p.19) beschilderde dieren liepen er afgelopen week in China rond? 11. Welke beschilderde dieren liepen er afgelopen week in China rond? (p.10) (p.10) 12. De … op Antarctica smelten nu twee keer zo snel als vijf jaar 12. De … op Antarctica smelten nu twee keer zo snel als vijf jaar geleden. (p.6) 9
geleden. (p.6)
Verticaal Verticaal 1. Tien proefden vrijdag in het Amsterdamse 1. Kidsweeklezers Tien Kidsweeklezers proefden vrijdag in het Amsterdamse Fifteen Fifteenhun zelfbedachte … (p.4) hun zelfbedachte … (p.4) 2. Rangers in het Afrikaanse land Kenia stuitten vorige 2. Rangers in het Afrikaanse land Kenia stuitten vorige week op een week op een vastberaden … van vijf maanden oud. (p.9) vastberaden … van vijf maanden oud. (p.9) 3. Wat de naam van de onderwijsrobot? (p.2) 3. isWat is de naam van de onderwijsrobot? (p.2) 5. Voor nieuwe dagelijkse serie … kruipen Britt (17), Niek (16) en 5. de Voor de nieuwe dagelijkse serie … kruipen Britt (17), Niek (16) Chloë (14) in de huid van drie brugpiepers (p.18) en Chloë (14) in de huid van drie brugpiepers (p.18) 8. Camiel liep tien kilometer extra omdat hij de bordjes naar de … niet 8. Camiel liep tien kilometer extra omdat hij de bordjes naar de … niet had (p.11) gezien. had gezien. (p.11) 10. Wubbo Ockels ging als eerste Nederlander de … in. (p.5) 10. Wubbo Ockels ging als eerste Nederlander de … in. (p.5)
M ZELFSTANDIG WERKKAART 3 - Nieuwspuzzel De nieuwspuzzel is een kruiswoordpuzzel waarbij de kinderen vragen moeten beantwoorden over artikelen uit Kidsweek. Hierbij leren kinderen om snel en doelgericht te zoeken in de krant.
Jaargang 5, week 21, 22 mei 2014 Kidsweek in de Klas hoort bij Kidsweek en is een uitgave van Uitgeverij Young & Connected BV. Redactieadres
Jaargang 5, week 21, 22 mei 2014 Kidsweek in de Klas hoort bij Kidsweek en is een uitgave van Uitgeverij Young & Connected BV. Redactieadres Meeuwenlaan 98-100, 1021 JL Amsterdam Directeur Y&C Mark Termeer Meeuwenlaan 98‐100, 1021 JL Amsterdam Directeur Y&C Mark Termeer Redactie Jolien Huis in ’t Veld, Marieke Rikken Operations Angela Kokshoorn Redactie Jolien Huis in ’t Veld, Marieke Rikken Operations Angela Kokshoorn Contact mail naar
[email protected] of bel met de Lezersservice 020-6304707 van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 13.00 uur. Druk Dijkman Print, Diemen Bezorging PostNL Copyright 2014, Kidsweek in de Klas. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van enige methode of vorm dan ook, zonder schriftelijke Contact mail naar
[email protected] of bel met de Lezersservice 020‐6304707 van maandag tot en met vrijdag tussen 9.00 uur en 13.00 uur. toestemming van de directeur. De inhoud van Kidsweek in de Klas is auteursrechtelijk beschermd. Eventuele rechthebbenden die wij niet hebben kunnen achterhalen, verzoeken wij contact op te nemen met de directeur.
Druk Dijkman Print, Diemen Bezorging PostNL Copyright 2014, Kidsweek in de Klas. Niets uit deze uitgave mag worden gereproduceerd door middel van enige methode of vorm dan ook, zonder schriftelijke toestemming van de directeur. De inhoud van Kidsweek in de Klas is auteursrechtelijk beschermd. Eventuele rechthebbenden die wij niet hebben kunnen achterhalen, verzoeken wij contact op te nemen met de directeur.
- 16 -
Nieuwswoorden Nieuwswoorden
Nieuwsplaatsen
Nieuwsplaatsen
Eindhoven is dat is een plaats in Noord‐Brabant. duurzaam iets lang meegaat. Eindhoven is een plaats in Noord-Brabant. Eindhoven is een plaats in Noord‐Brabant. ‘Deze week was hij al op bezoek bij groep 7 van ‘Maar voor een echt duurzame toekomst zijn veel is dat iets lang meegaat. Eindhoven is een plaats in Noord‐Brabant. ‘Deze week was hij al op bezoek ‘Deze week was hij al op bezoek bij groep 7 van basisschool ’t Slingertouw in Eindhoven.’ (pag.2) slimmere plannen nodig.’ (pag.18/19) bij groep 7 van basisschool ‘Deze week was hij al op bezoek bij groep 7 van ‘Maar voor een echt duurzame toekomst zijn basisschool ’t Slingertouw in Eindhoven.’ (pag.2) ’t Slingertouw in Eindhoven.’ (pag.2) veel slimmere plannen nodig.’ (pag.18/19) basisschool ’t Slingertouw in Eindhoven.’ (pag.2) is een gemeente in Noord‐Holland. onderwijsrobot is een robot die ingezet kan worden in de onderwijsrobot een robot dieis een gemeente in Noord‐Holland. ingezet kan worden in de Naarden is Naarden onderwijsrobot is een robot die ingezet kan worden in de ‘Eigenlijk zou Camiel (7) één rondje van 4,5 kilometer klas om dingen‘Eigenlijk zou Camiel (7) één rondje van 4,5 kilometer uit te leggen. Naarden is een gemeente in Noord-Holland. Naarden is een gemeente in Noord‐Holland. klas om dingen uit te leggen. is een robot die ingezet kan worden in de klas om dingen uit te leggen. onderwijsrobot lopen tijdens een hardloopwedstrijd in Naarden.’ (pag.11) ‘Eigenlijk zou Camiel (7) één rondje van 4,5 kilometer ‘Omdat Charlie nooit boos of ongeduldig is, is de ‘Eigenlijk zou Camiel (7) één rondje ‘Omdat Charlie nooit boos of ongeduldig is, is lopen tijdens een hardloopwedstrijd in Naarden.’ (pag.11) klas om dingen uit te leggen. ‘Omdat Charlie nooit boos of ongeduldig is, is lopen tijdens een hardloopwedstrijd in Naarden.’ (pag.11) onderwijsrobot erg van 4,5 kilometer lopen tijdens een de onderwijsrobot erg handig voor kinderen die handig voor kinderen die niet ‘Omdat Charlie nooit boos of ongeduldig is, is de onderwijsrobot erg handig voor kinderen die zo makkelijk leren.’ (pag.2) hardloopwedstrijd in Naarden.’ (pag.11) niet zo makkelijk leren.’ (pag.2) de onderwijsrobot erg handig voor kinderen die niet zo makkelijk leren.’ (pag.2) niet zo makkelijk leren.’ (pag.2) slacklinen is een sport die lijkt op koorddansen, alleen Bosnië is een land in het zuidoosten van slacklinen is een sport die lijkt op koorddansen, is een sport die lijkt op koorddansen, Bosnië is een land in het zuidoosten van Bosnië is een land in het zuidoosten van slacklinen staat een ‘slackline’ niet strak maar veert Europa. slacklinen is een sport die lijkt op koorddansen, Bosnië is een land in het zuidoosten van alleen staat een ‘slackline’ niet strak alleen staat een ‘slackline’ niet strak Europa. ‘Bosnië en Servië vechten tegen Europa. ‘Bosnië en Servië vechten tegen mee. alleen staat een ‘slackline’ niet strak ‘Bosnië en Servië vechten tegen het Europa. ‘Bosnië en Servië vechten tegen maar veert mee. maar veert mee. het water.’ (pag.7) ‘Met deze nieuwe stunt verbrak Lewis hethet water.’ (pag.7) record water.’ (pag.7) ‘Met deze nieuwe stunt verbrak Lewis het maar veert mee. het water.’ (pag.7) ‘Met deze nieuwe stunt verbrak Lewis het voor afstand ooit gelopen opBelgië een ‘Met deze nieuwe stunt verbrak Lewis het langste is een land in het westen van Europa, België is een land in het westen van Europa, record voor langste afstand ooit gelopen op record voor langste afstand ooit gelopen op ‘slackline’.’ (pag.10) België is is een land in het westen van Europa, een land in het westen van Europa, België record voor langste afstand ooit gelopen op ‘Tijdens het EK grenzend aan Nederland. een ‘slackline’.’ (pag.10) ‘Tijdens het EK grenzend aan Nederland. een ‘slackline’.’ (pag.10) grenzend aan Nederland. ‘Tijdens het EK grenzend aan Nederland. een ‘slackline’.’ (pag.10) in België won Nederland alle wedstrijden.’ in België won Nederland alle wedstrijden.’ octopus is een weekdier met acht armen(tentakels) ‘ Tijdens het EK in België won Nederland in België won Nederland alle wedstrijden.’ octopus is een weekdier met acht armen (pag.11) (pag.11) octopus is een weekdier met acht armen (pag.11) (pag.11) en honderden kleefnappen. ‘Een octopus heeft alle wedstrijden.’ octopus is een weekdier met acht armen (tentakels) en honderden kleefnappen. (tentakels) en honderden kleefnappen. acht en honderden kleefnappen.’ (pag.9) armen (tentakels) en honderden kleefnappen. ‘Een octopus heeft acht armen en honderden ‘Een octopus heeft acht armen en honderden Kenia is een land in het oosten van Afrika. Kenia is een land in het oosten van Afrika. ‘Een octopus heeft acht armen en honderden Kenia is een land in het oosten van Afrika. kleefnappen.’ (pag.9) Kenia is een land in het oosten van Afrika. kleefnappen.’ (pag.9) astronaut is iemand die in‘Rangers in het Afrikaanse land Kenia stuitten een ruimtevaartuig of een ‘Rangers in het Afrikaanse land Kenia kleefnappen.’ (pag.9) ‘Rangers in het Afrikaanse land Kenia stuitten ‘Rangers in het Afrikaanse land Kenia stuitten vliegtuig door de ruimte reist of gereisd stuitten vorige week op een vastberaden vorige week op een vastberaden olifantje van astronaut is iemand die in een ruimtevaartuig of een vorige week op een vastberaden olifantje van vorige week op een vastberaden olifantje van heeft. olifantje van vijf maanden oud.’ (pag.9) is iemand die in een ruimtevaartuig of een vijf maanden oud.’ (pag.9) astronaut is iemand die in een ruimtevaartuig of een astronaut vliegtuig door de ruimte reist of gereisd .’ (pag.9) vijf maanden oud vijf maanden oud.’ (pag.9) ‘Astronaut André Kuipers wist daardoor dat hij vliegtuig door de ruimte reist of gereisd vliegtuig door de ruimte reist of gereisd heeft. het misschien ooit zou kunnen, eenruimtereis Californië is een staat aan de westkust van de Californië is een staat aan de westkust van de heeft. ook ‘Astronaut André Kuipers wist daardoor dat hij heeft. Californië is een staat aan de westkust van de Californië maken.’ is een staat aan de westkust van de (pag.5) Verenigde Staten. ‘Al ruim een week Verenigde Staten. ‘Al ruim een week ‘Astronaut André Kuipers wist daardoor dat hij ‘Astronaut André Kuipers wist daardoor dat hij het misschien ook ooit zou kunnen, een Verenigde Staten. ‘Al ruim een week ‘Al ruim een week Verenigde Staten. woeden er grote bosbranden in het woeden er grote bosbranden in het zuiden het misschien ook ooit zou kunnen, een het misschien ook ooit zou kunnen, een ruimtereis maken.’ (pag.5) woeden er grote bosbranden in het zuiden woeden er grote bosbranden in het zuiden van Californië.’ (pag.6) zuiden van Californië.’ (pag.6) ruimtereis maken.’ (pag.5) ruimtereis maken.’ (pag.5) van Californië.’ (pag.6) van Californië.’ (pag.6)
is dat iets lang meegaat.
duurzaam is dat iets lang meegaat. ‘Maar voor een echt duurzame toekomst zijn duurzaam ‘Maar voor een echt duurzame toekomst zijn veel slimmere plannen nodig.’ (pag.18/19) veel slimmere plannen nodig.’ (pag.18/19)
- 11 -
Nieuwswoorden en nieuwsplaatsen M Elke week selecteren wij voor u en uw leerlingen actuele nieuwswoorden en nieuwsplaatsen. Zo bouwen uw leerlingen in een schooljaar een woordenschat op van 200 nieuwswoorden en kunnen ze 200 nieuwsplaatsen op de wereldkaart vinden.
- 13 -
Inplannen Kidsweek in de Klas in het lesrooster M Het lesmateriaal van Kidsweek in de Klas is flexibel inzetbaar. Toch willen wij u in deze handleiding enige handvatten bieden, zodat u weet hoe u Begrijpend Lezen met Kidsweek in de Klas mogelijk zou kunnen inzetten.
M Begrijpend lezen Introductie + klassikale instructie
± 30 minuten
Zelfstandige verwerking
± 20 minuten
Afsluiting/evaluatie
± 10 minuten
De les begrijpend lezen duurt ± 60 minuten. Hoe de leerkracht deze 60 minuten in de lesweek inzet is aan de leerkracht zelf. Hieronder drie mogelijke opties: 1 dag
2 dagen
3 dagen
Ik kies ervoor om de les in één
Ik kies ervoor om de les in
Ik kies ervoor om de les in drieën
keer op één dag aan te bieden.
tweeën te splitsen en de les op
te splitsen en de les op drie
twee dagen aan te bieden.
dagen aan te bieden.
Lesduur:
Lesduur:
Lesduur:
Dag 1: 60 minuten
Dag 1: 30 minuten
Dag 1: 30 minuten
(Introductie + klassikale instructie
(Introductie + klassikale instructie)
(Introductie + klassikale instructie)
+ zelfstandige verwerking +
Dag 2: 30 minuten
Dag 2: 20 minuten
afsluiting)
(zelfstandige verwerking +
(Zelfstandige verwerking)
afsluiting)
Dag 2: 10 minuten (Afsluiting)
Hiernaast kunt u voor leerlingen die moeite hebben met begrijpend lezen tijd vrijmaken voor pré-teaching. Hierbij kunt u de moeilijke woorden verduidelijken en eventueel de strategie voorbereiden. Ook raden wij u aan de leesstrategie gedurende de week toe te passen bij zaakvakken en andere teksten. De verwerking in het lesboekje, tezamen met de zelfstandig werkkaarten kunt u desgewenst extra toevoegen aan de weektaak van de leerlingen.
M Zelfstandig werkkaarten De zelfstandig werkkaarten kunnen de kinderen zelfstandig maken. Het maken van één leskaart duurt ± 40 minuten.
M Nieuwswoorden en nieuwsplaatsen Het behandelen van de nieuwswoorden en plaatsen kost u ± 15 minuten.
- 14 -
4. Nieuw! Digitale onderwijsproducten
Kidsweek in de Klas heeft twee digitale onderwijsproducten gelanceerd: Begrijpend Lezen Digitaal met Kidsweek in de Klas M Naast onze bestaande methode voor begrijpend lezen kunt u vanaf dit schooljaar ook kiezen voor een digitale variant. Niet alleen kunnen leerlingen hier opdrachten digitaal maken, u kunt als leerkracht ook met een volledig digitale (digibord) les aan de slag. Als Kidsweek in de Klas-abonnee kunt u voordelig een licentie afsluiten op deze volledig digitale methode, namelijk voor slechts € 3,00 per leerling per jaar i.p.v. € 4,75,- per leerling per jaar. Bent u nieuwsgierig geworden naar deze digitale mogelijkheid voor begrijpend lezen, bekijk dan de proefles op www.kidsweekindeklas.nl/digitaleproefles.
Mediawijs met Kidsweek in de Klas M Mediawijs met Kidsweek in de Klas is een methode voor mediawijsheid en biedt u in een schooljaar tien digitale lessen, waarin telkens één van de tien competenties van Mediawijzer.net wordt behandeld. Door middel van een klassikale digibordles en digitale verwerkingsopdrachten, die ook printbaar zijn, leren uw leerlingen de regels en vaardigheden om op de juiste manier met (nieuwe) media om te gaan. De verwerkingsopdrachten worden op 2 niveaus aangeboden: niveau 1 voor groep 5/6 en niveau 2 voor groep 7/8. De maandelijkse lessen worden afgestemd op de actuele ontwikkelingen en bieden u de mogelijkheid om mediawijsheid een vaste plek te geven in uw lesprogramma. Op www.kidsweekindeklas.nl/digitaleproefles kunt u een digitale les Mediawijs met Kidsweek in de Klas bekijken.
- 15 -
Bijlage 1
SLO-analyse Kidsweek in de Klas (juli 2012)
1. In hoeverre wordt aan de kerndoelen (versie herziening 2006) voldaan? M Toelichting Bij het analyseren van de methoden Nederlands op de kerndoelen is door SLO uitgegaan van de versie herziening 2006.
Een aspect van de kerndoelen dat in dit instrument (nog) buiten beschouwing is gelaten, is het cumulatieve karakter van deze generatie kerndoelen. Ook de andere vakgebieden bevatten kerndoelen die mogelijk relevant zijn voor Nederlands. Deze zijn in eerste instantie buiten beschouwing gelaten.
M Kerndoelen Nederlands De overheid heeft voor het vak Nederlandse taal 12 kerndoelen (herziening 2006) geformuleerd, verdeeld over drie domeinen. Voor begrijpend lezen zijn de volgende vijf kerndoelen (gedeeltelijk) relevant:
Domein B Schriftelijk taalonderwijs M Kerndoel 4 De leerlingen leren informatie te achterhalen in informatieve en instructieve teksten, waaronder schema’s, tabellen en digitale bronnen.
M Kerndoel 6 De leerlingen leren informatie en meningen te ordenen bij het lezen van school- en studieteksten en andere instructieve teksten, bij systematisch geordende bronnen, waaronder digitale.
M Kerndoel 7 De leerlingen leren informatie en meningen te vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten.
M Kerndoel 9 De leerlingen krijgen plezier in het lezen en schrijven van voor hen bestemde verhalen, gedichten en informatieve teksten.
- 16 -
Domein C Taalbeschouwing, waaronder strategieën M Kerndoel 10 De leerlingen leren bij de doelen onder ‘mondeling taalonderwijs’ en ‘schriftelijk taalonderwijs’ strategieën te herkennen, te verwoorden, te gebruiken en te beoordelen.
M Analyseresultaten kerndoelen Met betrekking tot de nieuwe kerndoelen (herziening 2006) voldoet de methode Kidsweek in de Klas (Uitgeverij Young & Connected BV) aan alle vijf voor begrijpend lezen relevante kerndoelen (kerndoelen 4, 6, 7, 9 en 10) volledig.
Kidsweek in de Klas is een methode waarvoor wekelijks actuele lessen verschijnen. Voor de analyse zijn de lessen bekeken van het jaargang 2011/2012. De resultaten hebben in principe betrekking op de geanalyseerde jaargang. Maar de methode is ook geanalyseerd in 2010 en ook toen voldeed deze aan de kerndoelen
2. In welke kerninhouden worden de kerndoelen in de methode uitgewerkt? M Toelichting Om aan te kunnen geven op welke wijze methoden de kerndoelen concretiseren is door SLO een nadere uitwerking van de kerndoelen in kerninhouden (indicatoren en specificaties) gemaakt. Bij de uitwerking is ook de tekst van de karakteristiek bij het vakgebied meegenomen. De kerndoelen Nederlands zijn door SLO vertaald in drieëntwintig indicatoren en vervolgens verder uitgewerkt in (deel)specificaties. Er is getracht deze zo zorgvuldig mogelijk te formuleren. Deze uitwerking is gemaakt in overleg met de Inspectie van het Onderwijs.
M Overzicht van aangetroffen kerninhouden In de tabel is aangegeven welke specificaties in de methode Kidsweek in de Klas aan de orde komen en welke niet. Hierbij zijn alleen de voor begrijpend lezen relevante kerndoelen betrokken.
- 17 -
Kerndoel
Indicator SLO
Specificatie SLO
A
4. De leerlingen leren
4.1 Achterhalen van informatie
4.1.1 Kennis hebben van
M
informatie te achterhalen in
in informatieve en
informatieve teksten en/of
informatieve en instructieve
instructieve teksten.
bronnen.
teksten, waaronder
4.1.2 Kennis hebben van
schema’s, tabellen en
M
instructieve teksten en/of
digitale bronnen.
bronnen. 4.1.3 Gericht naar informatie
M
zoeken. 4.1.4 Het selecteren van
M
informatie.
6. De leerlingen leren informatie en meningen te
6.1 Ordenen van informatie en meningen.
6.1.1 Informatie ordenen bij
M
instructieve teksten.
ordenen bij het lezen van
6.1.2 Informatie ordenen bij
school- en studieteksten en
systematisch geordende
andere instructieve teksten,
bronnen.
bij systematisch geordende
6.1.3 Feiten van meningen
bronnen, waaronder
M
M
onderscheiden.
digitale. 7. De leerlingen leren informatie en meningen te
7.1 Informatie en meningen vergelijken.
7.1.2 Informatie en meningen
vergelijken en te beoordelen in verschillende teksten.
7.1.1 Kritisch lezen.
M M
met elkaar vergelijken 7.2 Informatie en meningen beoordelen.
7.2.1 Teksten op waarde
M
(betrouwbaarheid) beoordelen.
9. De leerlingen krijgen plezier
9.1 Het ontwikkelen van
in het lezen en schrijven
een positieve lees- cq
van voor hen bestemde
schrijfattitude.
7.2.2 Vormen van oordeel.
M
9.1.1 Positieve leesattitude.
M
9.1.2 Positieve schrijfattitude.
n.v.t.
verhalen, gedichten en informatieve teksten. 10. De leerlingen leren bij de
10.1 Luisterstrategieën.
n.v.t.
doelen onder ‘mondeling
10.2 Spreekstrategieën.
n.v.t.
taalonderwijs’ en ‘schriftelijk
10.3 Leesstrategieën.
10.3.1 Herkennen.
taalonderwijs’ strategieën te
10.3.2 Verwoorden.
herkennen, te verwoorden,
10.3.3 Gebruiken.
te gebruiken en te
10.3.4 Beoordelen.
M M M M
beoordelen. © Stichting leerplanontwikkeling (SLO), Enschede, juli 2012
Legenda: A = analyseresultaat
M = aanwezig
n.v.t. = niet van toepassing
- 18 -
Bijlage 2 Referentieniveau 2F in leerlingentaal
M Algemene omschrijving
M Ik kan teksten lezen over onderwerpen die ik interessant vind. M Ik kan teksten van andere vakken lezen.
Bij welke strategie wordt dit aangeleerd bij Kidsweek in de Klas?
De inhoud van teksten
M Tekstkenmerken
M Ik kan teksten lezen met plaatjes, tussenkopjes. Dat zijn
M Strategie 2 + 6
teksten met een duidelijke alinea-indeling. Alles wordt goed uitgelegd met verhaaltjes en voorbeelden. Deze teksten hebben tussenkopjes en plaatjes.
M Tekstsoorten
M Ik kan de informatie uit schoolboeken begrijpen en onthouden. M Ik kan informatie halen uit tijdschriften, formulieren,
M Alle strategieën M Alle strategieën
mailberichten en teksten van internet.
M Ik snap teksten die een instructie geven, zoals opdrachten in
M Strategie 2
schoolboeken, recepten en gebruiksaanwijzingen.
M Ik weet waarvan de schrijver in een reclametekst, folder of
M Strategie 6
brochure me probeert te overtuigen.
M Ik kan artikelen begrijpen uit tijdschriften die een mening
M Strategie 2
geven.
M Ik kan de informatie uit een tabel, grafiek of plaatje halen. M Ik kan uitleggen wat een grafiek, tabel of plaatje met de tekst
M Strategie 6 M Strategie 6
te maken heeft. Hoe lees ik de teksten
M Woordenschat
M Ik ken voldoende woorden om de meeste teksten te begrijpen. M Ik kan zelf bedenken wat een woord ongeveer betekent als
M Strategie 5 M Strategie 5
ik kijk naar hoe het woord gevormd is of hoe het in de tekst wordt gebruikt.
M Begrijpen: kunnen navertellen
M Woorden die ik niet ken, kan ik opzoeken of navragen. M Ik kan de hoofdgedachte van de tekst weergeven. M Ik weet wat de hoofdzaken en de bijzaken zijn. M Ik kan aanwijzen wat de inleiding, de kern en het slot is in
M Strategie 2 M Strategie 6 M Strategie 6 M Strategie 2 + 6
een tekst.
M Ik kan verbanden in de tekst herkennen en benoemen.
M Strategie 4 + 5
Daarbij gebruik ik ook signaalwoorden als: die, voordat, want, omdat, terwijl.
M Ik begrijp figuurlijk taalgebruik in een tekst (grapjes, spot,
M Strategie 2, 3 en 5
ironie, spreekwoorden)
M Begrijpen: verwerken van de informatie
M Ik maak gebruik van wat ik al van het onderwerp weet als ik
M Strategie 3
een tekst lees.
M Ik begrip de zinnen in de tekst en kan ze uitleggen in eigen
M Strategie 6
woorden.
M Terugkijken
M Ik kan de bedoeling van de schrijver uitleggen. M Ik kan een eigen mening geven over de tekst. M Ik kan de hele tekst in eigen woorden samenvatten. M Ik kan handig met goede trefwoorden op internet zoeken.
M Strategie 6 M Strategie 2 M Strategie 6 M Strategie 2 Bron: www.taalenrekenen.nl
- 19 -
Meeuwenlaan 98-100 1021 JL Amsterdam www.kidsweekindeklas.nl
M Lezersservice 020 6303707 (ma t/m vrij 09.00-13.00 uur)
[email protected]
M Onderwijsredactie 020 6353278 of 020 6353272
[email protected]
- 20 -