Handleiding Bedankt voor en gefeliciteerd met uw aankoop van de TDW-1 kaart van Roland. Alvorens deze kaart in te bouwen moet u “Veilig gebruik van dit apparaat” (blz. 2) en “Belangrijke opmerkingen” (blz. 4) lezen. Daar komt u namelijk te weten wat u wel en niet mag doen en hoe u de TDW-1 evenals de TD-10 op de juiste manier gebruikt. Verder verdient het aanbeveling om de handleiding in z’n geheel te lezen om alle functies te leren kennen. Bewaar de handleiding op een veilige plaats op, omdat u ze later beslist nog eens nodig hebt.
BELANGRIJK: De TDW-1 voorziet het TD-10-systeem van nieuwe klanken en nieuwe functies. Maak eerst een Backup van de interne TD-10-instellingen alvorens deze print te installeren. 02232545 ’00-12-AE2-21K
Tijdens het uitvoeren van de “Upgrade” worden alle interne instellingen van de TD-10 gewist. Schrijf die instellingen weg naar een RAM-kaart (M-512E) of archiveer ze met een externe sequencer (Bulk Dump). Zie blz. 6.
* Alle in deze handleiding vermelde product- of merknamen zijn eigendom van de betreffende bedrijven of rechtspersonen. 202
Copyright © 2000 ROLAND CORPORATION Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze handleiding mag worden gekopieerd, verveelvoudigd of op andere manieren openbaar worden gemaakt zonder de schriftelijke toestemming van ROLAND CORPORATION.
Veilig gebruik van dit apparaat
VEILIG GEBRUIK VAN DIT APPARAAT INSTRUCTIES VOOR HET VOORKOMEN VAN BRAND, ELEKTRISCHE SCHOKKEN EN VERWONDINGEN Over de
VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
en
LET OP
labels
Over de symbolen
Wijst de gebruiker op het risico op dodelijke ongevallen of zware verwondingen als gevolg van een fout gebruik van dit apparaat. Het foute gebruik van dit apparaat kan leiden tot verwondingen en of materiële schade.
LET OP!
* "Materiële" schade heeft betrekking op het beschadigen van het meubilair of andere huishoudelijke voorwerpen evenals huisdieren enz.
Een driehoek maakt de gebruiker attent op belangrijke instructies of waarschuwingen. De juiste betekenis van het symbool wordt bepaald door de tekening in de driehoek. Het links getoonde symbool wordt gebruikt voor algemene waarschuwingen of om de aandacht te vestigen op gevaar. Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die nooit mogen worden uitgevoerd. Wat nooit mag worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool wordt gebruikt om aan te geven dat het toestel nooit uit elkaar mag worden gehaald. Dit symbool maakt de gebruiker attent op dingen die moeten worden uitgevoerd. Wat er moet worden gedaan wordt aangegeven door de tekening in de cirkel. Het links getoonde symbool betekent dat de stekker van het stroomsnoer van de uitgang moet worden losgekoppeld.
HOUD ALTIJD HET VOLGENDE IN DE GATEN VOORZICHTIG
VOORZICHTIG
001
..........................................................................................................
• In gezinnen met kleine kinderen dient een volwassene toezicht te houden tot de kinderen in staat zijn om dit apparaat in overeenstemming met de veiligheidsvoorschriften te gebruiken. ..........................................................................................................
• Probeer nooit deze print zelf te herstellen of –op welke manier dan ook– te wijzigen.
• Bescherm de TDW-1 tegen overdreven schokken. (Laat hem nooit vallen!)
..........................................................................................................
..........................................................................................................
• Probeer nooit zelf de TDW-1 te herstellen (tenzij u in de handleiding uitdrukkelijke instructies vindt om dat wél te doen). Laat alle herstellings- en onderhoudswerken over aan een door Roland erkende technische dienst. ..........................................................................................................
• Alvorens de TDW-1 in te bouwen moet u de TD-10 uitschakelen en de aansluiting op het lichtnet verbreken.
• Lees eerst de volgende punten door en gebruik dan pas uw TDW-1. Zo bent u er zeker van dat u hem op de juiste manier gebruikt.
• Zet de TDW-1 nooit op plaatsen die de volgende kenmerken vertonen: • Plaatsen die onderhevig zijn aan sterke temperatuurschommelingen (bv. in het directe zonlicht), in een gesloten auto waar de zon op staat, in de buurt van een radiator of een airco-kanaal, op een warmtebron (stoof e.d.). • Op vochtige plaatsen (badkamer, wasruimte, op de natte grond, in de regen e.d.) • Op bijzonder stoffige plaatsen. • Op plaatsen die onderhevig zijn aan sterke trillingen. .......................................................................................................... • Zorg dat er tijdens de installatie van de TDW-1 geen kleine voorwerpen (metaal, brandbare stoffen, muntstukken, naalden e.d.) in het inwendige van de TD-10 terechtkomen. Plaats nooit glazen, koppen e.d. op de behuizing. ..........................................................................................................
2
LET OP • Ga nooit op de TDW-1 staan en plaats er geen zware voorwerpen op. .......................................................................................................... • De TDW-1 is uitsluitend geschikt voor de TD-10. Let er bovendien op enkel de schroeven te verwijderen die uitdrukkelijk in deze handleiding worden vermeld. ..........................................................................................................
Inhoud Veilig gebruik van dit apparaat..............................................................2 Voorbereidingen .....................................................................................4 Belangrijke opmerkingen .......................................................................................................................... 4 Gebruik van deze handleiding ................................................................................................................. 4 Belangrijkste kenmerken ........................................................................................................................... 4 Belangrijk ..................................................................................................................................................... 5 Compatibiliteit ............................................................................................................................................ 5
1. TD-10 uitbreiden..................................................................................6 Data opslaan alvorens de Upgrade uit te voeren .................................................................................. 6 TDW-1 in de TD-10 installeren................................................................................................................. 7 Systeemdata van de TDW-1 laden........................................................................................................... 8 Laden van uw eigen instellingen in de TD-10........................................................................................ 8
2. Verbeterde “triggering”......................................................................9 Trigger Bank en Trigger Type .................................................................................................................. 9 Betere respons op lichte slagen............................................................................................................... 10 Cross Stick-techniek ................................................................................................................................. 10 Positiedetectie voor alle Trigger Inputs ................................................................................................ 11 Foute triggers (overspraak) voorkomen ............................................................................................... 12
3. Een woordje over de V-cimbalen.....................................................13 Aansluiten en instellen van de Ride (CY-15R) ..................................................................................... 13
4. Nieuwe functies uitproberen............................................................14 Stickers op de juiste plaatsen kleven ..................................................................................................... 14 Nieuwe Shortcuts ..................................................................................................................................... 14 Trigger Chase Lock .................................................................................................................................. 14 Werken met de Group Fader-functie..................................................................................................... 15 Global Output/Pan .................................................................................................................................. 15 Pedal HiHat-volume instellen ................................................................................................................ 15 Verbeterde compressor............................................................................................................................ 16 Instrumenten aan de hand van groepen kiezen................................................................................... 17 Toonhoogte via het HiHat-pedaal beïnvloeden................................................................................... 17 Pad PTN Velo............................................................................................................................................ 17 Bulk Dump voor individuele Drum Kits .............................................................................................. 18 Hi-Hat Note Number Border.................................................................................................................. 18 4 nieuwe metronoomgeluiden................................................................................................................ 18 Master EQ “ON/OFF” op de DRUM KIT-pagina............................................................................... 18 Aanslagindicator op de TRIGGER ADVANCED-pagina................................................................... 18 Cimbaaliconen .......................................................................................................................................... 19
5. Tips voor gevorderden .....................................................................20 Overspraak voorkomen tussen pads en akoestische drums.............................................................. 20 ‘Tap’-patronen opnemen en weergeven ............................................................................................... 20 Metronoom via MIDI synchroniseren ................................................................................................... 21 Over Rim Shots ......................................................................................................................................... 21 Overzicht van de kopieerfuncties .......................................................................................................... 21
6. Appendix............................................................................................22 Overzicht van de instrumenten.............................................................................................................. 22 Overzicht van de Drum Kits................................................................................................................... 24 Percussion-groep ...................................................................................................................................... 25 Preset-patronen......................................................................................................................................... 25 Boodschappen in het display.................................................................................................................. 26
3
Voorbereidingen Belangrijke opmerkingen Lees naast “Veilig gebruik van dit apparaat” (blz. 2) ook de volgende punten even door alvorens de TDW-1 in de TD-10 in te bouwen: Om het risico op statische ontladingen en de daarmee gepaard gaande schade aan de TDW-1 zo klein mogelijk te houden moet u de volgende dingen in de gaten houden: • Alvorens de print vast te pakken raakt u het best een metalen voorwerp aan (bv. een waterleiding e.d.). Zo leidt u namelijk alle statische elektriciteit uit uw lichaam af. • Houd de print enkel aan de rand vast. Raak nooit de printbanen, contacten e.d. aan.
Gebruik van deze handleiding
50 nieuwe Drum Kits (blz. 24) Aangezien ook de 50 Drum Kits in de TD-10 nog kunnen worden gebruikt, kunt u nu kiezen uit 100 voorgeprogrammeerde Kits.
Nieuwe Backing-patronen (blz. 25)
Nieuwe functies • “Fader Mode”-functie: het volume van de Toms en cimbalen kan apart worden ingesteld (blz. 15). • Globale instellingen voor de rechtstreekse uitgangen (blz. 15). • Het HiHat-controlepedaal kan nu ook voor buigingen van de toonhoogte (Pitch Bend) worden gebruikt (blz. 17). • Het volume van het Pedal HiHat-geluid is nu apart instelbaar (blz. 15). • Nieuwe, verbeterde compressor (blz. 16).
Deze handleiding bevat enkel de inlichtingen die u voor het werken met de TDW-1 nodig hebt. De overige gegevens i.v.m. de bediening van de TD-10 vindt u in diens handleiding. Trouwens verwijzen we hier en daar naar de (Engelse) TD-10-handleiding.
• Snellere klankkeuze dankzij de onderverdeling in instrumentgroepen (blz. 17).
* Wijzigingen van de specificaties en functies zonder voorafgaande kennisgeving voorbehouden.
• Alle ingangen kunnen nu rekening houden met de slagpositie (blz. 11).
* Deze handleiding bevat een reeks illustraties van gegevens die in het display van de TD-10 verschijnen. Die afbeeldingen zijn echter maar als voorbeelden bedoeld en komen dus niet altijd volledig overeen met de info die u in het display van uw TD-10 ziet.
Belangrijkste kenmerken Deze print voorziet de TD-10 van nieuwe klanken en functies.
• De Trigger Chase Lock-functie zorgt dat u tijdens het editen nooit meer de verkeerde klanken wijzigt (blz. 14). • Nieuwe “Short Cuts” (blz. 14).
• De indicator voor de velspanning is nu ook beschikbaar voor pads die niet als Snare worden gebruikt (blz. 11). • Bulk Dump-functie voor individuele Drum Kits (blz. 18). • De “Pad Pattern”-functie is nu ook aanslaggevoelig (blz. 17). • 4 nieuwe metronoomgeluiden (“Click”), samen dus 20 (blz. 18).
Verbeterde Trigger-respons en een nog natuurlijker spelgevoel
Nieuwe geluiden
• De gevoeligheid en dynamiek zijn nu nóg beter dan ze sowieso al waren.
360 nieuwe instrumenten (blz. 22)
• De respons op de signalen van de KD-120 (vooral dan bij zachte slagen) is nu veel beter dan ooit tevoren.
• Hierbij gaat het om volledig nieuwe klanken. • In het totaal bevat de print 14MB aan nieuwe geluiden: + 16 MB in de TD-10= 30 MB aan golfvormmateriaal * Als u dit naar het lineaire 16-bits formaat converteert. • Verbeterde HiHat-pedaalcontrole • De Toms en cimbalen klinken nu nog beter • Nieuwe V-Toms die eveneens het “Positional Sensing”principe ondersteunen (de plaats waar de stok het vel raakt is mede bepalend voor het geluid). * Sommige golfvormen op deze print werden in samenwerking met “Spectrasonics” ontwikkeld.
4
• De Cross Stick-techniek wordt nu eveneens ondersteund (blz. 10) en het volume van het Cross Stick-geluid kan apart worden ingesteld. • Betere Rim Shot-respons van de PD-120, PD-80R, PD-7/9. • De Trigger-parameter van de nieuwe pads (PD-80, PD-80R, KD-80 en KD-120) zijn nu eveneens beschikbaar (blz. 9).
Voorbereidingen
Volledige ondersteuning van de Roland V-Cymbals (CY-15R, CY-14C, CY-12H) • Trigger-bank 2 bevat nu de parameters voor de pas uitgekomen V-cimbalen van Roland (blz. 9). • De Trigger-types van de V-cimbalen (HH, CrA, CrB, RdA, RdB, CTR) zijn nu eveneens beschikbaar (blz. 9). • “Chokes”, rand- en belslagen (enkel CY-15R) worden nu eveneens ondersteund (blz. 13).
• De Preset-patronen zijn veranderd Sommige patronen zijn vervangen door nieuwe (blz. 25). In bepaalde gevallen heeft dit invloed op het patroon dat u via een pad start. OPGELET
De compressorinstellingen van een originele TD-10 worden tijdens het overhevelen naar een TD-10 met TDW-1systeem niet overgenomen.
• De drie triggermethoden van de CY-15R worden ondersteund (blz. 13). • Positional Sensing: de TDW-1 (en TD-10) ondersteunt de klankmatige verschillen die u verkrijgt door op verschillende plaatsen van een cimbaal te slaan (CY-15R, CY-14C, zie blz. 11).
Belangrijk • Tijdens het uitvoeren van de Upgrade worden alle data in het interne geheugen van de TD-10 gewist. Schrijf die dus eerst weg naar een RAM-kaart (M-512E) of archiveer ze met de Bulk Dump-functie. Eens de Upgrade volledig uitgevoerd is, kunt u die data dan weer naar het interne geheugen van de TD-10 overhevelen. (De instellingen van vóór de Upgrade worden, waar nodig, zonder problemen aangepast.) • De instellingen van een TD-10 met het nieuwe TDW-1systeem kunnen niet door een originele TD-10 (zonder Upgrade) worden gebruikt. • Als u de TDW-1 na de Upgrade van de TD-10 weer uitbouwt, dan werkt deze laatste niet meer naar behoren. • Van een “Expanded” TD-10 kunt u geen gewone TD-10 meer maken.
Compatibiliteit Drum Kits, instrumenten en een hele reeks functies zijn compatibel met een niet “uitgebreide” TD-10. De volgende dingen worden door een gewone TD-10 echter niet ondersteund: • Compressor De compressor van het nieuwe systeem kan nu veel intenser worden toegepast; bovendien zijn er duidelijk hoorbare verschillen tussen de verschillende instellingen (blz. 16). • Trigger-parameters Er is een Trigger-parameter bijgekomen, terwijl de betekenis van de mogelijke waarden veranderd is (blz. 9). • Percussion-groep 1 is veranderd Die groep bevat nu bijkomende instellingen (blz. 25).
5
1. TD-10 uitbreiden Data opslaan alvorens de Upgrade uit te voeren
Zie de TD-10-handleiding voor meer details (blz. 114 in de Engelstalige handleiding).
BELANGRIJK: Sla de interne instellingen van de TD-10 op alvorens de TDW-1 in te bouwen.
Indien nodig, kunt u ook maar enkele Kits naar de RAMkaart wegschrijven. Gebruik daar de “Copy”-functie voor (blz. 117 in de Engelstalige handleiding).
Tijdens het uitvoeren van de Upgrade worden alle data in het interne geheugen van de TD-10 gewist. Schrijf die dus eerst weg naar een RAM-kaart (M-512E) of archiveer ze met de Bulk Dump-functie. Eens de Upgrade volledig uitgevoerd is, kunt u die data dan weer naar het interne geheugen van de TD-10 overhevelen. (De instellingen van vóór de Upgrade worden, waar nodig, zonder problemen aangepast.).
De Preset Drum Kits van de TD-10 kunnen ook na uitvoeren van de Upgrade nog worden geladen. Die hoeft u dus niet extern te archiveren.
Data wegschrijven naar een RAMkaart 1. Druk op [SETUP] - [F4 (UTIL)] - [F1 (SAVE)].
Data via MIDI archiveren (Bulk Dump) 1. Sluit de MIDI OUT-connector van de TD-10 aan op de MIDI IN-connector van de sequencer e.d. 2. Druk op [SETUP] - [F2 (MIDI)] - [F4 (BULK)]. 3. Kies met [INC/DEC] of de VALUE-schijf “ALL”. 4. Start de opname van de sequencer of computer. 5. Druk op [F4 (EXEC)] om de dataoverdracht te starten.
Zie de TD-10-handleiding voor meer details (blz. 121 in de Engelstalige handleiding). OPGELET
2. Schuif het beschermingsnokje van de RAM-kaart in de “OFF”-stand.
• Originele TD-10-data kunt u niet één voor één van een RAM-kaart kopiëren. Enkel “LOAD ALL” wordt ondersteund.
3. Sluit de RAM-kaart aan op de MEMORY CARDpoort op het achterpaneel.
• Van een eenmal uitgebreide TD-10 kunt u geen gewone TD-10 meer maken (er is m.a.w. geen weg terug).
4. Druk op [F4 (SAVE)]. 5. Druk op [F4 (EXEC)] om de instellingen naar de geheugenkaart weg te schrijven.
• Eens u het nieuwe systeem in de TD-10 geladen hebt, mag u de TDW-1 niet meer uitbouwen, omdat de TD-10 anders niet meer werkt.
Preset Drum Kits: Drum Kits die u naar de User-geheugens kunt kopiëren en dan gebruiken/editen
User: Drum Kits die u tijdens het spelen kunt selecteren • Er zijn 50 User-geheugens die u tijdens het spelen kunt selecteren en gebruiken.
• De TDW-1 bevat 50 Presets en de TD-10 bevat er nog eens 50. Zo beschikt u dus over een ruimere keuze.
• Deze Drum Kits kunt u editen.
• Een Preset Kit kunt u pas gebruiken nadat u hem naar een User-geheugen hebt gekopieerd.
* Bij uitvoeren van de Upgrade worden de Preset Kits van de TDW-1 naar de User-geheugens gekopieerd.
TDW-1: 50 voorgeprogrammeerde Kits KIT 50
COPY ( [KIT] –> [TOOLS] –> [F1 (COPY)])
KIT 3 KIT 2 KIT 1
USER
Preset Drum Kits
CARD: Drum Kits die u naar een kaart weggeschreven hebt • Per kaart kunt u 50 Drum Kits wegschrijven. • Kits van een kaart moet u naar een User-geheugen kopiëren om ze te kunnen gebruiken. KIT 50
CARD (Memory Card; M-512E)
Drum Kit-data
6
KIT 50 KIT 3 KIT 2 KIT 1
TDW-1
User Drum Kit
KIT 3 KIT 2 KIT 1
COPY/ EXCHANGE
TD-10: nog eens 50 voorgeprogrammeerde Kits KIT 50 KIT 3 KIT 2 KIT 1
TD-10
Preset Drum Kits
1. TD-10 uitbreiden
TDW-1 in de TD-10 installeren
5. Gebruik de bij de TDW-1 geleverde plastic “pennendraier” om de houderpennen in de “VAST”-positie te zetten.
Aan de onderkant van de TD-10 bevindt zich (achter een afdekplaat) een connector waarop u de TDW-1 dient aan te sluiten. 1. Schakel de TD-10 uit en verbreek de aansluiting op het lichtnet alvorens de TDW-1 te installeren.
VAST
2. Draai de vier aangeduide schroeven los en haal de afdekplaat weg. Te verwijderen schroeven
OPGELET
Controleer nog een keer of u alle stappen naar behoren hebt uitgevoerd alvorens de afdekplaat weer vast te schroeven. 6. Breng de afdekplaat weer aan en draai de vier verwijderde schroeven weer vast. VOORZICHTIG 3. Draai de plastic houders in de hierna getoonde positie.
● Schakel de TD-10 in de volgende gevallen onmiddellijk uit en neem contact op met uw dealer: • Wanneer er een schroef of vloeistof in het inwendige van de TD-10 terecht is gekomen.
TDW-1
• Wanneer de TD-10 op een andere manier nat (of vocht) is geworden. Connector
• Als de TD-10 na de inbouw van de TDW-1 niet meer naar behoren lijkt te werken. ● Verwijder nooit de onderkant van de behuizing van de TD-10.
Plastic houders
● Om het risico op ontladingen van statische electriciteit te ontlopen moet u de volgende dingen in de gaten houden: • Alvorens de TDW-1 vast te pakken moet u eerst alle eventueel voorhanden statische elektriciteit uit uw lichaam afleiden door een metalen voorwerp (bv. een waterbuis e.d.) vast te pakken.
4. Houd de TDW-1 zo vast dat zich zijn openingen precies boven de houderpennen bevinden. Schuif hem vervolgens op de connector binnenin de TD-10.
• Houd het bord enkel bij de rand vast. Raak nooit de elektronische componenten of aansluitingen aan.
Controleer nog even of de TDW-1 volledig is aangesloten en of de houderpennen zich daadwerkelijk in de boringen van de TDW-1 bevinden. OPGELET
• Raak nooit de printbanen van de TDW-1 of de connector van de TD-10 aan. • Oefen tijdens de installatie geen geweld uit. De operatie zou van een leien dakje moeten lopen. Controleer de oriëntering van de TDW-1 als dat niet zo is.
7
1. TD-10 uitbreiden
Systeemdata van de TDW-1 laden Opgelet: eens u dit gedaan hebt is er geen weg terug. U kunt daarna dus niet meer het “originele” systeem van de TD-10 herstellen.
OPGELET
Eens de systeemdata van de TDW-1 geladen zijn, mag u deze niet meer verwijderen. De volgende keren dat u de TD-10 inschakelt, verschijnt de volgende pagina:
1. Schakel de TD-10 in. In het display verschijnt nu de “BOOT LOADER”-boodschap.
OPGELET
• Hebt u uw instellingen al extern opgeslagen? We hadden het er al over dat tijdens het upgraden van het systeem ALLE data in het interne geheugen van de TD-10 gewist worden. Schrijf die dus eerst weg naar een RAM-kaart (M-512E) of een externe MIDI-sequencer (Bulk Dump) alvorens de volgens stappen uit te voeren. Zie ook blz. 6. • De instellingen van een “Expanded” TD-10 kunnen niet door een “gewone” TD-10 worden gelezen.
Laden van uw eigen instellingen in de TD-10 Na het upgraden van het TD-10-systeem kunt u uw eigen instellingen weer van de RAM-kaart of via MIDI laden.
• Data van een RAM-kaart laden: → Zie blz. 116 in de Engelstalige handleiding. • Data via Bulk Dump laden: → Zie blz. 121 in de Engelstalige handleiding. 121) OPGELET
Als u de Upgrade toch niet wilt uitvoeren, moet u op [F1 (CANCEL)] drukken. 2. Druk op [F4 (LOAD)] om het nieuwe systeem naar de TD-10 over te hevelen. Dit duurt ongeveer 35 seconder. Schakel de TD-10 nooit uit zolang deze Upgrade niet voltooid is. 3. Wacht tot de volgende boodschap verschijnt en schakel de TD-10 vervolgens uit.
• “Oude” data op een RAM-kaart kunt u met het nieuwe systeem noch kopiëren (Copy), noch uitwisselen (Exchange). U kunt ze enkel als groep laden (LOAD ALL). • De Trigger-parameters en de structuur van de compressor zijn volledig vernieuwd en zijn niet meer compatibel met een niet uitgebreide TD-10. Tijdens het laden van “oude” TD-10-instellingen worden de Compressor- en Trigger-parameters dan ook genegeerd. Als er een foutmelding verschijnt:
4. Schakel de TD-10 weer in. Het display beeldt nu de volgende pagina af:
Deze boodschap betekent dat het om data van een “oude” TD-10 gaat. U kunt ze laden, maar sommige instellingen worden dan niet overgenomen. Druk op [F4 (ACCEPT)]. Deze boodschap verschijnt in de volgende gevallen: • Als u de TDW-1-Upgrade uitvoert, terwijl er zich nog een RAM-kaart in de poort bevindt.
5. Druk op [F4 (EXEC)]. De interne data worden geïnitialiseerd en de TD-10 laadt 50 nieuwe Drum Kits.
8
• Als u een RAM-kaart gebruikt, die instellingen van een “oude” TD-10 bevat. • Als u de TD-10 initialiseert, terwijl er zich een RAMkaart in de betreffende poort bevindt.
2. Verbeterde “triggering” De algoritmen i.v.m. de “triggering” zijn verbeterd en leveren dus een betere respons op, terwijl er ook een aantal functies bijgekomen zijn.
Trigger Bank en Trigger Type Na het initialiseren bevat de Trigger Bank alle instellingen van courante configuraties. Gebruikt u bv. PD-9 pads als cimbalen, dan kiest u het best voor Bank 1. Werkt u daarentegen met de V-cimbalen van de CY-serie, dan is Bank 2 aan te bevelen. Trigger Bank 1 Gebruik van PD-9 pads als cimbalen. Ingang
Trigger Bank 3 Voor een Drum Kit met V-cimbalen. Trigger Bank 4 Instellingen die ook de slagpositie (Positional Sensing) herkennen.
Instellingen van de Preset Trigger-banken laden 1. Druk op [SETUP] - [F1 (TRIG)] om naar de Triggerpagina te gaan. 2. Druk op [TOOLS] - [F1 (COPY)] om naar de pagina te gaan waar u Trigger-banken kunt kopiëren. 3. Kies de bank, die de benodigde instellingen bevat, en de bank van bestemming. Druk dan twee keer op [F4] om de data te kopiëren.
Trigger Type
Pad
1/KICK
K12
KD-120
2/SNARE
12A
PD-120
3/TOM1
10A
PD-100
4/TOM2
10A
PD-100
5/TOM3
12A
PD-120
6/TOM4
12A
PD-120
7/HI-HAT
P7B
PD-7
8/CRASH1
P9B
PD-9
Het Trigger Type-menu bevat nu 30 verschillende pads e.d. (vroeger waren dat er 16).
9/CRASH2
P9B
PD-9
Trigger Types
10/RIDE
P9A
PD-9
P9B
PD-9
Trigger Type
Pad
11/AUX1
Rim (rand)
Positiegevoelig
12/AUX2
P9B
PD-9
12A
PD-120
o
o
Trigger Bank 2
12B
PD-120
o
Voor Drum Kits met V-cimbalen. Als u ook één of verschillende CY-15R’s bezit, kunt u gebruik maken van “3-weg triggering” (blz. 13).
10A
PD-100
10B
PD-100
Als uw Drum Kit andere pads bevat, moet u de juiste Trigger Types kiezen. Druk daarvoor op [SETUP] [F1 (TRIG)] - [F1 (BANK)].
Meer details hierover vindt u op blz. 108 in de Engelstalige handleiding.
o
8RA
PD-80R
o
Trigger Type
Pad
8RB
PD-80R
o
1/KICK
K12
KD-120
8A
PD-80
2/SNARE
12A
PD-120
8B
PD-80
3/TOM1
10A
PD-100
P9A
PD-9
o
4/TOM2
10A
PD-100
P9B
PD-9
o
5/TOM3
12A
PD-120
P7A
PD-7
o
6/TOM4
12A
PD-120
P7B
PD-7
o
7/HI-HAT
HH
CY-12H
PD5
PD-5
8/CRASH1
CrB
CY-14C
K12
KD-120
9/CRASH2
CrB
CY-14C
K80
KD-80
10/RIDE
RdA
CY-15R (BOW/BELL OUTPUT)
KD7
KD-7/KD-5
HH
CY-12H
o
11/AUX1
CTR
CY-15R (BOW/EDGE OUTPUT)
CrA
CY-14C
o
12/AUX2
CrB
CY-14C
CrB
CY-14C
o
RdA
CY-15R
o
Ingang
o
o
o
o
o
o
9
2. Verbeterde “triggering”
Trigger Type
Pad
Rim (rand)
RdB
CY-15R
o
CTR
CY-15R Control (3-weg trigger, blz. 13)
P1
Pad 1
P2
Pad 2
K1
Kick Pad 1
K2
Kick Pad 2
KIK
Kick (drumtrigger)
SNR
Snare (drumtrigger)
TOM
Tom (drumtrigger)
FLR
Floor Tom (drumtrigger)
Positiegevoelig
Cross Stick-techniek Bij gebruik van V-pads voor de Snare kunt u nu ook de Cross Stick-techniek hanteren. Cross Sticks zijn enkel onder de volgende omstandigheden mogelijk: • Sluit de pad aan op TRIGGER INPUT 2 (SNARE). • Kies (en gebruik) als Trigger Type “12A”, “12B”, “8RA” of “8RB” (blz. 9). • Schakel “X Stick SW” in (zie verderop). OPGELET
Als u een PD-120 of PD-80R gebruikt, moet u er bij Cross Sticks op letten dat uw hand op geen enkel moment het vel (gaas) raakt. Anders wordt de Cross Stick namelijk niet herkend. Rand
OPGELET
De geluiden van een TRIGGER INPUT waarvoor u “CTR” gekozen hebt kunnen enkel voor 3-weg triggering worden gebruikt.
Betere respons op lichte slagen De nieuwe systeemversie herkent lichte slagen (Ghost Notes e.d.) veel accurater dan de oorspronkelijke systeemversie. De resolutie van de Sensitivity- en Threshold-parameter omvat nu 32 stappen (i.p.v. 16 zoals vroeger). Sensitivity “3” in de oude TD-10-versie komt overeen met “6” in de TDW-1-versie enz.
In functie hiervan biedt het nieuwe systeem drie bijkomende parameters:
Cross Stick Switch De Cross Stick Switch-parameter kan voor elke Drum Kit apart worden in-/uitgeschakeld. Kies ON als u van de Cross Stick-techniek gebruik wilt maken. Werkwijze: druk op [KIT] - [F2 (FUNC)] - [F3 (STICKS)]. Parameter: X Stick SW (Cross Stick Switch): OFF, ON
Cross Stick Volume Ziehier het volume van het Cross Stick-geluid. Ook dit kunt u voor elke Drum Kit apart instellen. Werkwijze: druk op [KIT] - [F2 (FUNC)] - [F3 (STICKS)]. Parameter: X Stick Volume (Cross Stick Volume): 0~127
10
2. Verbeterde “triggering”
Cross Stick Threshold Met deze parameter bepaalt u de aanslagwaarde die als “overgang” fungeert tussen het Cross Stick- en het Rim shotgeluid. Deze instelling wordt in de gekozen Trigger Bank opgeslagen. Werkwijze: druk op [SETUP] - [F1 (TRIG)] - [F4 (OPTION)]. Parameter: Xstick Thrshld (Cross Stick Threshold): 0~127
Positiedetectie voor alle Trigger Inputs Vanaf de nieuwe (TDW-1) versie ondersteunen alle TRIGGER INPUT-aansluitingen “Positional Sensing”, d.w.z. dat het geluid verandert in functie van de plaats waar een stok de pad raakt. Hiervoor moet echter aan de volgende voorwaarden worden voldaan: • U moet een TRIGGER TYPE “∗∗A” kiezen (blz. 9). • U moet instrumenten (klanken) kiezen die de Positional Sensing-functie ondersteunen (blz. 22).
‘Stemmen’ van het vel
Hoog
Volume
In de nieuwe systeemversie is de display-pagina voor het ‘stemmen’ (opspannen) van het vel voor alle TRIGGER INPUTS beschikbaar. Als u met een “Mesh Head”-pad werkt (PD-80, PD-80R, PD-100, PD-120) en gebruik wilt maken van de Positional Sensing-functionaliteit, moet u het vel (gaas) goed opspannen.
Rim Shotgeluid Cross Stickgeluid
Aanslagwaarde
Laag Zacht
Hard
Cross Stick Threshold (0~127)
Alvorens verdere dingen in te stellen moet u kijken of aan de betreffende TRIGGER INPUT-aansluiting een pad van het Trigger Type “8 A”, “8RA”, “10A” of “12A” aangesloten is. Werkwijze: druk op [SETUP] - [F1 (TRIG)] - [F4 (OPTION)]. Parameter: Head Tension Adjustment: Loose, Normal, Tight
Meer details hierover vindt u op blz. 31 in de Engelstalige handleiding van de TD-10.
Position-commando (MIDI) Een TD-10 met een nieuwe versie kan de Positional Sensingwaarde ook in een MIDI-commando vertalen, wat voor een nóg natuurlijkere opname van sequences kan zorgen (met name voor Toms en cimbalen). Aanvankelijk wordt hiervoor het controlecommando CC16 gehanteerd. Werkwijze: druk op [SETUP] - [F2 (MIDI)] - [F2 (CTRL)]. Parameter: Zone CC: OFF, Modulation (1), General1 (16), General2 (17)
Dit CC-nummer geldt zowel voor het zenden als het ontvangen van Positional Sensing-data via MIDI.
11
2. Verbeterde “triggering”
de geluiden van de naburige pads weerklinken. OPGELET
Als u nog met een “oude” versie van de TD-10 een sequence opgenomen hebt en die nu –mét Positional Sensing– via een TDW-1-versie wilt weergeven, moet u voor de Positional Sensing-data eerst CC16 kiezen (d.w.z. de externe sequence editen). (Voor Bulk Dump-data of patronen, die u naar een RAM-kaart hebt weggeschreven, hoeft u dat niet te doen.)
Foute triggers (overspraak) voorkomen De nieuwe systeemversie bevat nu ook de volgende twee parameters:
Crosstalk Cancel Deze parameter kent u al van de oorspronkelijke TD-10-versie. Echt nieuw is hier alleen de resolutie: de overspraak kan in veel kleinere stappen worden ingesteld. Werkwijze: druk op [SETUP] - [F1 (TRIG)] - [F3 (ADVNCD)]. Parameter: Xtalk Cancel (Cross Talk Cancel): OFF, 5~80 (5 stappen).
Mount Type Om foute triggers door overspraak te voorkomen kunt u met deze parameter aangeven op wat voor soort stand u de betreffende pad gemonteerd hebt. Als u de betreffende pad daarna ergens anders monteert, moet u deze instelling meteen weer aanpassen.
Fabrieksinstellingen voor TRIGGER BANK 1 INPUT
Pad
Mount Type
1/KICK
KD-120
Separate
2/SNARE
PD-120
Separate
3/TOM1
PD-100
PadMount
4/TOM2
PD-100
PadMount
5/TOM3
PD-120
PadMount
6/TOM4
PD-120
PadMount
7/HI-HAT
PD-7
CymMount
8/CRASH1
PD-9
CymMount
9/CRASH2
PD-9
CymMount
10/RIDE
PD-9
CymMount
11/AUX1
PD-7
CymMount
12/AUX2
PD-7
CymMount
Als u de op TRIGGER INPUT 2 aangesloten (en als Snare fungerende) pad direct aan de stand bevestigt (bv. door een PD-80R op de Snare-positie van een MDS-8 te zetten), moet u “PadMount” kiezen. Zo bent u er zeker van dat de trillingen van het meppen van op de Snare er niet voor zorgen dat ook
12
Werkwijze: druk op [SETUP] - [F1 (TRIG)] - [F3 (ADVNCD)]. Parameter: MountType: Separate, PadMount (Pad Mount), CymMount (Cymbal Mount)
Voor pads, die niet rechtstreeks aan de drumstand bevestigd zijn, kiest u het best “Separate”.
3. Een woordje over de V-cimbalen Als u met V-cimbalen werkt, mag u niet vergeten daarvoor het juiste Trigger Type in te stellen. Er zijn verschillende Vcimbalen: Ride CY-15R, Crash CY-14C en HiHat CY-12H. (Als u bv. met een CY-12H werkt, moet u als Trigger Type “HH” kiezen.), TRIGGER BANK 2 bevat al geschikte instellen, zodat u daar misschien mee zou kunnen beginnen. De V-cimbalen laten verschillende speltechnieken toe. Slaat u op de rand (“Edge Shot”), dan hoort u het cimbaalgeluid dat aan de rand (vergelijkbaar met een Rim van een Pad) toegewezen is. Bovendien kunt u de cimbaalgeluiden afdempen door de rand vast te pakken na op de cimbaalpad gemept te hebben (“Choke”). De CY-15R ondersteunt bovendien het Positional Sensing-procédé, zodat het geluid in functie kan staan van de plaats waar u op de pad slaat. Nóg meer details over de speltechnieken e.d. vindt u in de handleiding bij de V-cimbalen.
Aansluiten en instellen van de Ride (CY-15R) De CY-15R is voorzien van twee uitgangen. De keuze van de uitgang verschilt naar gelang de manier waarop u deze Vcimbaalpad wilt gebruiken.
Boog- en belslagen Verbind de “BOW/BELL OUTPUT” van de CY-15R met TRIGGER INPUT “10/RIDE” op de TD-10. Kies als Trigger Type voor deze ingang “RdA”. Nu fungeert het Rim-geluid (R) als “bel”.
Welke TRIG INPUT ontvangt welke signalen? Techniek
Trigger Input
Geluid
Bow Shot
10/RIDE HEAD
Boog-geluid van de Ride
Bell Shot
10/RIDE RIM
Belgeluid van de Ride
Edge Shot
11/AUX 1 RIM
Randgeluid van de Ride
OPGELET
Als u de CY-15R via één enkele kabel aansluit, moet u als Trigger Type “RdA” (of RdB) kiezen. Kiest u als Trigger Type “CTR”, terwijl u maar één kabel gebruikt, dan hoort u het geluid niet. OPGELET
Als u twee kabels gebruikt voor het aansluiten van de CY-15R op de TD-10, en niet “CTR” kiest, hoort u bij het slaan op de boog (of rand) zowel de Bow- als de Edgeklank. Bovendien werkt ook de Trigger Chase-faciliteit niet naar behoren. 3-weg triggering is maar mogelijk, wanneer u zowel het “CTR” en het “RdA” Trigger Type gebruikt. “CTR” werkt alleen voor 3-weg triggering-toepassingen met een CY-15R.
Bel- en randslagen Verbind de “BOW/EDGE OUTPUT” van de CY-15R met TRIGGER INPUT “10/RIDE” op de TD-10. Kies als Trigger Type voor deze ingang “RdA”. Nu fungeert het Rim-geluid (R) als “rand”.
3-weg triggering Het is ook mogelijk om beide uitgangen van een CY-15R op de TD-10 aan te sluiten. Op die manier beschikt u over drie triggermogelijkheden (dat verklaart meteen de term “3weg”): boog, bel en rand.
OPGELET
Er kan telkens maar één CY-15R voor deze 3-weg triggering worden gebruikt. Meteen weet u dat u “CTR” maar voor één TRIGGER INPUT mag kiezen. Bovendien mag u maar één RdA (of RdB) kiezen. Wijst u “CTR” aan twee of meer pads toe, dan beeldt het display voor alle pads met een groter nummer dan de kleinste “CTR”-pad “---” af (die pads sturen dan ook geen geluid aan).
Aansluitingsvoorbeeld: CY-15Ruitgang
TRIG INPUT op de TD-10
Padtype
BOW/BELL
10/RIDE
RdA (CY-15R)
BOW/EDGE
11/AUX 1
CTR (CY-15R CONTROL)
Dit zijn meteen de voorgeprogrammeerde instellingen van de TDW-1 voor TRIGGER BANK 2 (blz. 9).
13
4. Nieuwe functies uitproberen Stickers op de juiste plaatsen kleven Om de bediening nóg intuïtiever te laten verlopen, verdient het aanbeveling om de bijgeleverde stickers op de volgende plaatsen te kleven:
Nieuwe Shortcuts
Trigger Chase Lock
Vanaf nu kunt u ook de volgende display-pagina’s via korte knoppencombinaties oproepen:
Tijdens het afregelen van de geluiden en triggerinstellingen is het vaak handig als het display (bv. tijdens het vergelijken van twee toms) niet telkens verspringt, wat ertoe zou kunnen leiden dat u de parameters van de verkeerde pad edit. Daarom is er een Trigger Chase Lock-functie die u in dat geval kunt inschakelen.
Display-pagina
Combinatie
INST LIST
[SHIFT (KIT)] + [LIST (INST)].
AMBIENCE SEND
[SHIFT (KIT)] + [AMBSND (STUDIO)]
MIXER
[SHIFT (KIT)] + [MIXER (CONTROL ROOM)]
TRIGGER BASIC
[SHIFT (KIT)] + [SETUP]
De woorden tussen “(haakjes)” slaan op de benamingen die in het oranje op de TD-10 staan vermeld.
Inschakelen van Trigger Chase Lock Sla op de pad wiens instellingen u wilt editen en druk dan op [SHIFT (KIT)] + [LOCK (12)]. Het puntje helemaal links in het LE-display licht nu op.
Na Trigger Chase Lock ingeschakeld te hebben kunt u toch nog andere pads kiezen (om daarvoor bv. iets aan te passen) door [PREVIEW] ingedrukt te houden, terwijl u op de betreffende pad slaat. Zo bent u altijd “bewust” aan het editen.
Uitschakelen van Trigger Chase Lock Druk op [SHIFT (KIT)] + [UNLOCK (1)]. De woorden tussen “(haakjes)” slaan op de benamingen die in het oranje op de TD-10 staan vermeld.
14
4. Nieuwe functies uitproberen
Werken met de Group Fader-functie Het volume van de cimbalen en toms kan nu apart worden ingesteld. Gebruik hiervoor de 3 rechter Faders (wier functie u kunt wijzigen): MODE 1 (“oude” TD-10-versie)
OTHERS
BACKING
CLICK
MODE 2 (bijkomende functie)
TOMS
CRASH
RIDE
Zolang Global Output/Pan ingeschakeld is, houdt de TD-10 geen rekening met de voor de individuele Drum Kits gemaakte instellingen.
Global Output/Pan= OFF Eventuele Pan- en uitgangswijzigingen gelden enkel voor de op dat moment gekozen Drum Kit. Linksboven in het display ziet u dan ook “PAN” c.q. “OUTPUT”. KIT 50
Werkwijze: Druk op [SHIFT (KIT)] + [FADER MODE (TOOLS)].
KIT 3 KIT 2 KIT 1
• De woorden tussen “(haakjes)” slaan op de benamingen die in het oranje op de TD-10 staan vermeld. • Als u MODE 2 kiest, licht het puntje helemaal rechts in het LE-display op.
PAN
OUTPUT
• Tijdens het kiezen van de “andere” mode blijven de in de vorige mode gemaakte instellingen behouden.
Pedal HiHat-volume instellen
OPGELET
Na het instellen van de gewenste tom-, Crash- en Ridebalans in MODE 2 verdient het aanbeveling om de OTHERS-instelling (MODE 1) niet meer te wijzigen, omdat u de MODE 2-balans daarmee teniet doet.
Voor elke Drum Kit kunt u vanaf nu ook het volume van de Pedal HiHat-klank regelen. Werkwijze: [KIT] - [F2 (FUNC)] - [F2 (HI-HAT)]. Parameter: Pedal HI-HAT Volume: 0~127
Global Output/Pan De TD-10 bevat nu een functie waarmee u de Output- en Pan-waarden voor alle Drum Kits samen kunt instellen. Meer bepaald gaat het om een schakelaar die u moet activeren (ON) om van deze globale wijzigingen te kunnen profiteren. Werkwijze: druk op [SETUP] - [F3 (CTRL)] - [F4 (OPTION)]. Parameter: Global Output/Pan: OFF, ON
Global Output/Pan= ON Pan- en uitgangsinstellingen gelden voor alle Drum Kits. Linksboven in het display verschijnt de boodschap “GLOBAL PAN” of “GLOBAL OUT”. Global-instellingen (voor alle Drum Kits)
PAN
OUTPUT
15
4. Nieuwe functies uitproberen
Verbeterde compressor De “nieuwe” compressor kan nu veel intenser worden toegepast (en als “effect” worden gebruikt). Bovendien hebben de waarden een andere betekenis gekregen.
Instellingsvoorbeeld Ziehier de waarden die u moet kiezen om volumeverschillen tussen de instrumenten zo goed mogelijk te voorkomen. Dat laat namelijk toe om een hoger uitgangsvolume te kiezen. 1. Schakel het AMBIENCE-effect uit en het COMP-effect in (via FX SW). 2. Zet de parameters op de compressor-pagina op de volgende waarden: Ratio= “∞:1”, ATTACK= “0.05 (minimum)”, RELEASE= “25”. 3. Sla “normaal” op de pad en verminder de Thresholdwaarde zo ver tot u merkt dat het volume begint af te nemen (voorbeeld: –30). 0
Threshold
-10
5. Stel “ATTACK” zo in dat de geluiden echt beginnen te “knallen” (dus een kleine waarde om te zorgen dat enkel de mep niet door de compressor wordt bewerkt); voorbeeld: 1 ms).
ATTACK: Met deze parameter stelt u in hoe lang het na spelen van een noot duurt alvorens de compressor begint te werken. Dus zelfs als u al aan het begin boven de Thresholdwaarde zit, wordt het volume gedurende deze periode niet afgezwakt. 0.05~50 (ms)
RELEAS: Met deze parameter bepaalt u hoe snel de compressor stopt met werken eens het volume onder de Thresholdwaarde komt te liggen. Al te grote waarden kunnen ervoor zorgen dat de “knal” aan het begin van snel op elkaar volgende noten niet meer opvalt. Een te kleine waarde zorgt er dan weer voor dat de compressor begint te “pompen”. 0.05~2000 (ms) 6. Stel het “OUTPUT”-niveau van de compressor in. Schakel de “COMP SW” afwisselend in en uit, terwijl u de “OUTPUT”-waarde zo instelt dat er bijna geen verschil meer is tussen “met” en “zonder” compressor.
-20
Volume
-30
Welke geluid wilt u? -45
Zacht
Medium Slagkracht
-60
Hard
4. Zet “Ratio” op een waarde tussen “2:1” en “8:1” om te bepalen hoe sterk te hoge volumewaarden mogen worden afgezwakt.
1:1
2:1 4:1 Volume
∞:1
Zacht
16
In de nieuwe systeemversie bedraagt het instelbereik van OUTPUT –48~+24.
Medium Slagkracht
Hard
Ziehier een paar typische instellingen: Threshold
Ratio
ATTACK
RELEASE
Limiter
–10 ~–20
∞:1~ 8:1
0.05
25
Compressor
–20~–40
8:1~2:1
1.0
25
“Vlakkere” respons
–40~–60
2:1~4:1
0.05~10.0
25
4. Nieuwe functies uitproberen
Instrumenten aan de hand van groepen kiezen
Toonhoogte via het HiHatpedaal beïnvloeden
De instrumenten van de TD-10/TDW-1 kunnen nu ook via categorieën (of “Groups”) worden geselecteerd, zodat u sneller bij de benodigde klank zou moeten uitkomen. De groepsnamen van de TDW-1 worden voorafgegaan door “EXP”.
Met PEDAL PITCH kunt u zorgen dat een HiHat-controlepedaal (FD-7) voor het sturen van de toonhoogte dient. Bovendien kunt u (in stappen van halve tonen) het bereik vastleggen waarbinnen de toonhoogte via het pedaal kan worden gewijzigd.
“INST”-pagina
Werkwijze: druk op [INST] - [F4 (CTRL )] - [F2 (PITCH)]. Parameter: PEDAL PITCH CTRL RANGE: –24~0~+24
Breng de cursor naar de Group-parameter en kies de naam van de groep waaruit u een klank wilt kiezen. Met [F3 (IN EX)] kunt u heel snel van de INT-familie (oude TD-10-klanken) naar de EXP-familie (TDW-1-klanken) gaan en vice versa.
Als u het pedaalgeluid van de HiHat tijdens het sturen van de toonhoogte niet wilt horen, moet u “Pedal Hi-Hat Volume” op “0” zetten (blz. 15).
“INST LIST”-pagina Als de toonhoogte in duidelijk hoorbare stappen verandert, moet u op [SETUP] - [F2 (MIDI)] - [F1 (GLOBAL)] drukken en “Pedal Data Thin” op “OFF” zetten.
Kies de naam van de benodigde groep met [F1 (GROUP of [F2 (GROUP
)]
)].
Met [F3 (IN EX)] kunt u heel snel van de INT-familie (oude TD-10-klanken) naar de EXP-familie (TDW-1-klanken) gaan en vice versa.
Pad PTN Velo Indien nodig, kunt u nu ook zorgen dat het volume van een via een pad gestart patroon varieert naar gelang de kracht waarmee u op de pad mept. Werkwijze: druk op [INST] - [F4 (CTRL Parameter: Pad PTN Velo: OFF, ON
)] - [F3 (PATERN)].
Onder “Overzicht van de instrumenten” (blz. 22) komt u te weten welke groepen er zijn.
17
4. Nieuwe functies uitproberen
Bulk Dump voor individuele Drum Kits
4 nieuwe metronoomgeluiden
De Bulk Dump-functie laat nu ook toe om individuele Drum Kits te via MIDI te archiveren.
De TDW-1 voegt vier bijkomende Click-geluiden (metronoom) bij het interne arsenaal.
Druk op [SETUP] - [F2 (MIDI)] - [F4 (BULK)] en zet “Transmit Data” op “ONE DRUM KIT”. Kies vervolgens de te archiveren Drum Kit en druk op [F4 (EXEC)].
Werkwijze: druk op [CLICK] - [F2 (INST)]. Overzicht: Voice, Click, Beep +, Metronome +, Claves, Wood Block, Sticks +, Cross Stick +, Triangle, Cowbell, Conga, Talking Drum, Maracas, Cabasa, Cuica, Agogo, Tambourine, Snaps, 909 Snare, 808 Cowbell (“+” slaat op de nieuwe klanken).
Master EQ “ON/OFF” op de DRUM KIT-pagina Hi-Hat Note Number Border Deze instelling heeft enkel betrekking op de MIDI-data die tijdens het spelen op de pads verzonden worden. Als u de TD-10 niet via MIDI gebruikt, hoeft u dit dus zelfs niet te lezen. Met deze parameter bepaalt u onrechtstreeks welk nootnummer er wordt verzonden, wanneer u op de HiHat-pad slaat. Dat is op zijn beurt afhankelijk van de stand van het HiHatcontrolepedaal (FD-7) op dat moment. “Hi-Hat Note Number Border” dient dan ook voor het instellen van de waarde (0~127) die als overgang fungeert tussen “open” (één nootnummer) en “gesloten” (ander nootnummer). De fabrieksinstelling (127) betekent dat het nootnummer van de gesloten HiHat enkel wordt verzonden, als u het pedaal helemaal intrapt, terwijl u op de betreffende pad mept. Als u de gewoonte hebt om het pedaal niet helemaal in te trappen, zou u het eens met een waarde zoals “90” kunnen proberen.
OPGELET
Drastische wijzigingen van deze waarde kunnen ervoor zorgen dat de patronen van de interne sequencer plots anders klinken dan verwacht. (De sequencer werkt namelijk eveneens met MIDI-data). Werkwijze: druk op [SETUP] - [F2 (MIDI)] - [F1 (GLOBAL)].
18
Voortaan kunt u ook op de DRUM KIT-pagina nagaan of de Master EQ al dan niet ingeschakeld is: let gewoon op het “MAS EQ”-icoontje.
Wordt dat icoontje niet afgebeeld, dan is de Master EQ uit.
Aanslagindicator op de TRIGGER ADVANCED-pagina Op de TRIGGER ADVANCED-pagina wordt voortaan een grafiek afgebeeld die u op de hoogte houdt van de slagkracht.
4. Nieuwe functies uitproberen
Cimbaaliconen Op de betreffende editpagina’s ziet u voortaan nieuwe cimbaaliconen.
19
5. Tips voor gevorderden Overspraak voorkomen tussen pads en akoestische drums
6. Als de overspraak daardoor niet volledig kan worden onderdrukt, moet u een grotere “Threshold”-waarde instellen.
Meer details over “Threshold” vindt u op blz. 109 in de Engelstalige handleiding van de TD-10.
‘Tap’-patronen opnemen en weergeven Zoals u weet, bestaat er een functie die toelaat om een patroon naar keuze stap voor stap af te spelen door de weergave met de Pad Pattern-functie te starten en daarvoor de Tap-mode te kiezen. Met de komst van de nieuwe versie kunt u met Pad Pattern Velocity bovendien zorgen dat het volume van de patroonnoten in functie staat van de kracht waarmee u op de toegewezen pad slaat.
Als u naast de Roland V-pads ook akoestische toms gebruikt, kan het bij het meppen op een “echte” tom of Snare wel eens gebeuren dat ook de klank van een naburige pad wordt gestart. Dat fenomeen heet “overspraak” – en dat kunt u op de volgende manier voorkomen. Voor het gemak gaan we er hier van uit dat het probleem bij gebruik van een akoestische Snare optreedt: 1. Installeer een drumtrigger op de Snare:
1. Neem het patroon op dat u voor de Tap-weergave wilt gebruiken. Voor een feilloze bruikbaarheid van dergelijke patronen activeert u het best de Quantize-functie om te zorgen dat elke noot precies op de juiste plaats belandt. Meer details over het opnemen van patronen vindt u op blz. 101 in de Engelstalige handleiding.
Voor het inspelen van de begeleidingspartijen (Backing) gebruikt u het best een extern MIDI-klavier. Bepaal zelf of u de Melody- of de Chord-functie wilt gebruiken. 2. Kies de weergavemethode voor het zopas opgenomen patroon. • Druk op [PATTERN] - [F2 (FUNC)] - [F3 (TYPE)]. • Zet “Play Type” op “TAP”.
Deze kabel mag de ketel enz. niet raken 2. Sluit die trigger via een geschikte kabel aan op een Trigger Input-connector van de TD-10 (bv. AUX 1) 3. Kies als Trigger Type “SNR” en als Mount Type “CymMount” voor deze ingang. 4. Eigenlijk is het niet de bedoeling om de signalen van deze trigger actief te gebruiken. Kies daarom als instrument “600 OFF” of “960 EXP OFF”.
Als u dat te omslachtig vindt, kunt u het volume van het betreffende instrument ook gewoon op “0” zetten ([CONTROL ROOM] - [MIXER]). 5. Stel “Crosstalk Cancel” voor de “gestoorde” pad zo in dat het bijbehorende instrument niet meer klinkt, wanneer u op de Snare slaat (blz. 12).
20
3. Stel de Pad Pattern- en Pad Pattern Velocity-parameter naar wens in. • Druk op [INST] - [F4 (CTRL
)] - [F3 (PATERN)].
• Zie ook “Pad Pattern Velocity” (blz. 17). Kies het daarnet opgenomen patroon. OPGELET
Als u aan verschillende pads patronen toewijst, gebeurt het soms dat het geluid even wegvalt. Dat is met name het geval, wanneer de patronen niet dezelfde klanken gebruiken.
5. Tips voor gevorderden
Metronoom via MIDI synchroniseren
Overzicht van de kopieerfuncties
Soms kan het handig zijn om de metronoom met het tempo van een externe MIDI-sequencer te synchroniseren (wat niet noodzakelijk hoeft te betekenen dat ook de interne sequencer synchroon loopt).
Ziehier welke parameters er allemaal kunnen worden gekopieerd. Op de hierna vermelde pagina’s kunt u naar de COPY-functie springen door op [TOOLS] - [F1 (COPY)] te drukken.
1. Sluit de MIDI IN-connector van de TD-10 aan op de MIDI OUT-connector van de sequencer e.d.
Screen
Parameters die gekopieerd worden
Bestemming
2. Druk op [PATTERN] - [F2 (FUNC)] - [F1 (GLOBAL)].
“DRUM KIT”
Drum Kit-parameters
Drum Kit
3. Zet “Sync Mode” op “MIDI → Delay”.
“PERC GROUP”
Percussion Groupparameters
Percussion-groep
“INST”
Instrument-parameters
Zelfde triggers als bij de andere Drum Kit
“STUDIO”
Studio-parameters
Drum Kit
“CONTROL ROOM”
Control Room-parameters
Drum Kit
“MIXER”
Mixer-instellingen
Drum Kit
“COMP”
Compressor-instellingen (Trigger Inputs 1~10)
Drum Kit
“EQ”
Equalizer-instellingen (Trigger Inputs 1~10)
Drum Kit Drum Kit
4. Druk op [KIT]. 5. Druk op [CLICK]. (Zie ook blz. 129 in de Engelstalige handleiding).
Over Rim Shots Rim Shots zijn met een PD-120 of PD-80R pad enkel mogelijk, wanneer u hem op TRIGGER INPUT 2 (SNARE) aansluit. PD-7/9 Rim Shot
PD-120/PD-80R Rim Shot
1/KICK
O
X
“EFFECT”
Effectinstellingen
2/SNARE
O
O
3/TOM1
O
X
“TRIGGER BANK”
Trigger Bank-instellin- Trigger Bank gen
4/TOM2
O
X
5/TOM3
O
X
6/TOM4
O
X
7/HI-HAT
O
X
8/CRASH1
O
X
9/CRASH2
O
X
10/RIDE
O
X
11/AUX1
O
X
12/AUX2
O
X
OPGELET
Instellingen van een niet uitgebreide (originele) TD-10 kunt u echter niet kopiëren (bv. van een RAM-kaart). Voor dergelijke instellingen is enkel “LOAD ALL” beschikbaar.
O= ja/X= nee OPGELET
Indien nodig, kunt u een “Y”-kabel (PCS-31) gebruiken om twee pads op één TRIGGER INPUT aan te sluiten (deze twee pads hebben dan echter geen Rim-functie meer).
21
6. Appendix Overzicht van de instrumenten Nr. Naam
Opmerk.
EXP V-KICK 601 602 603 604 605 606 607 608 609 610 611 612 613 614 615 616 617 618 619 620 621 622 623 624 625 626 627
Ballad K Swing K 60's K HevyAtkK Pop K Booth K Soul K Disco K PileDrvK LARock K Custom K Oldies K Beech K Ebony K MahognyK AcrylicK LoBoostK Solid3 K Dry 2 K Buzz 1 K Buzz 2 K Amb 1 K Amb 2 K Wood 4 K MdVrb2 K Ninja K Boomy K
EXP KICK 628 629 630 631 632 633 634 635 636 637 638 639 640 641 642 643
ThinHedK StandrdK Power K Jazz 3 K ElBend K ElBend2K Elec 2 K Plastk1K Plastk2K Plastk3K Gabba K Gabba2 K Tail K Jungle K HipHop K LoFi K
EXP V-SNARE 644 645 646 647 648 649 650 651 652 653 654 655 656 657 658 659 660 661 662 663 664 665
Ballad2S Bld2RimS Swing S SwngRimS 60's S 60'sRimS Heavy S HevyRimS Pop S Pop RimS Studio S StdoRimS Custom S CstmRimS Dirty S DrtyRimS 12" S 12" RimS Birch S BrchRimS Booth S BothRimS
EXP V-TOM *p *x *p *x *p *x *p *x *p *x *p *x *p *x *p *x *p *x *x *x *p *x
EXP SNARE 666 667 668 669 670 671 672 673 674 675 676 677 678 679 680 681 682 683 684 685 686 687 688 689 690 691 692 693 694 695
Snappy S SnpyRimS Brush3 S MIDIBr3S Bronze2S Brz2RimS 10" S Stndrd1S Stndrd2S Stndrd3S Jazz 2 S FatBladS DncClapS ElecPwrS ElcPwr2S Real808S Real909S ElBend2S Elec 2 S HipHop2S LoFi S LoFiRimS Radio S CrsStk 7 CrsStk 8 CrsStk 9 CrsStk10 CrsStk11 CrsStk12 CrsStk13
*b
*x *x *x *x *x *x *x *x *x
*x
696 697 698 699 700 701 702 703 704 705 706 707 708 709 710 711 712 713 714 715 716 717 718 719 720 721 722 723 724 725 726 727 728 729 730 731 732 733 734 735 736 737 738 739 740 741 742 743 744 745 746 747 748 749 750 751
BalladT1 BalladT2 BalladT3 BalladT4 Swing T1 Swing T2 Swing T3 Swing T4 60's T1 60's T2 60's T3 60's T4 Heavy T1 Heavy T2 Heavy T3 Heavy T4 Pop T1 Pop T2 Pop T3 Pop T4 OldiesT1 OldiesT2 OldiesT3 OldiesT4 MahgnyT1 MahgnyT2 MahgnyT3 MahgnyT4 Stage T1 Stage T2 Stage T3 Stage T4 OysterT1 OysterT2 OysterT3 OysterT4 Comp T1 Comp T2 Comp T3 Comp T4 Dry2 T1 Dry2 T2 Dry2 T3 Dry2 T4 Rose T1 Rose T2 Rose T3 Rose T4 Jazz2 T1 Jazz2 T2 Jazz2 T3 Jazz2 T4 Balsa T1 Balsa T2 Balsa T3 Balsa T4
EXP TOM *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p *p
752 753 754 755 756 757 758 759 760 761 762 763 764 765 766 767 768 769 770 771 772 773 774 775
StndrdT1 StndrdT2 StndrdT3 StndrdT4 ElcPwrT1 ElcPwrT2 ElcPwrT3 ElcPwrT4 ElBendT1 ElBendT2 ElBendT3 ElBendT4 ElBnd2T1 ElBnd2T2 ElBnd2T3 ElBnd2T4 ElDualT1 ElDualT2 ElDualT3 ElDualT4 Elec2 T1 Elec2 T2 Elec2 T3 Elec2 T4
EXP HI-HAT 776 777 778 779 780 781 782 783 784 785 786 787 788 789 790 791 792 793 794 795 796 797 798 799
BalladHH Bld EgHH Swing HH SwngEgHH 60's HH 60'sEgHH Heavy2HH Hvy2EgHH GroovyHH GrvyEgHH PureEgHH BritEgHH JazzEgHH ThinEgHH Pop EgHH HevyEgHH DarkEgHH LiteEgHH 12" EgHH 13" EgHH 14" EgHH 15" EgHH TechnoHH Voice HH
*p: Ondersteunt Positional Sensing (blz. 11). *x: Ondersteunt de cross Stick-techniek. Als u dat niet nodig hebt, moet u die functie uitschakelen (blz. 10). *b: Ondersteunt “Sweeps” of “Swishes”.
“Edge”-geluid van de HiHat Er zijn nieuwe klanken voor de rand van een HiHat-cimbaal. Die herkent u aan de “Eg” in de naam. HH: HiHat-geluid EgHH: HiHat-geluid als u op de rand van de Hat slaat. * De TDW-1 bevat tevens passende Eg-geluiden voor de interne TD-10-klanken. Voorbeeld: 786: PureEgHH (TDW-1) is het rand-geluid voor 316: Pure HH (TD-10).
22
6. Appendix
Nr. Naam EXP CRASH 800 801 802 803 804 805 806 807 808 809 810 811 812 813 814 815 816 817 818 819 820 821 822 823 824 825 826 827 828 829 830 831 832 833 834 835 836 837 838
Blad18Cr Bl18BwCr Bl18EgCr Blad16Cr Bl16BwCr Bl16EgCr Hard16Cr Hd16BwCr Hd16EgCr Hard14Cr Hd14BwCr Hd14EgCr Swng18Cr Sw18EgCr Swng16Cr Sw16EgCr LAJz Cr LAJzEgCr Paper Cr PaprEgCr Thin16Cr Thin18Cr MalletCr Splsh 6" Cup 6" HdSpl10" FsnSplsh BldSplsh RokChina JazChina FsnChina MinChina PgyCrsh7 PgyCrsh8 PgChina1 PgChina2 PgChina3 Elec Cr TR808 Cr
Opmerk.
EXP RIDE 839 840 841 842 843 844 845 846 847 848 849 850 851 852 853 854 855 856 857 858 859 860 861 862 863 864 865 866 867 868
BaladRd BaladRdB BaladRdX SwingRd SwingRdB SwingRdE SwingRdX LAJazRd LAJazRdB LAJazRdX HeavyRd HeavyRdB Fusn Rd Fusn RdB PrgJzRd PrgJzRdE JzSzlRd JzSzlRdB RkSzlRd RkSzlRdB CrashRd CrashRdE Crash2Rd Flat1 Rd Flat2 Rd Jazz RdE Pop RdE Rock RdE Lite RdE MalletRd
EXP PERC 869 870 871 872 873 874 875 876 877 878
Bongo2Hi Bongo2Lo Conga2Mt Conga2Sl Conga2Op Conga2Lo CngMt VS CngSl VS Tmbl3 Hi Tmbl3 Rm
*p *p *p
*p *p *p *p *p
*p *p *p
879 880 881 882 883 884 885 886 887 888 889 890 891 892 893 894 895 896 897 898 899 900 901
Tmbl3 Lo Paila PotDrmOp PotDrmMt PotDrmAc PotDrmUp TrkDrmOp TrkDrmUp ThaiGong Wa-Daiko TreeChim CncrtBD2 ConBD Mt TimpaniG TimpaniC PercHit2 Orch Maj Orch Min Orch Dim Kick/Rol Kick/Cym Hit Roll Finale
EXP OTHER *p *p
902 903 904 905 906 907 908 909 910 911 912 913 914 915 916 917 918 919 920
909Clap Clap Bendor Thunder Bomb Beep MetroBel MetroClk Sticks Tamb FX Tek Clik Random DynScrch Phil Hit LoFi Hit ChoVoice Atmspher Ring FX JungleCr
921 922 923 924 925 926 927 928 929 930 931 932 933 934 935 936 937 938 939 940 941
Laser Tekno FX Bend Up TeknoBrd Scrape Nantoka! TeknoHit FunkHit1 FunkHit2 FunkHit3 Vocoder1 Vocoder2 OhYear! Hooh! Voice K Voice S Voice T1 Voice T2 Voice T3 Voice T4 Voice Cr
EXP FIXED HI-HAT 942 943 944 945 946 947 948 949 950 951 952 953 954 955 956 957 958 959
Pure CH Pure ECH Pure OH Jazz CH Jazz ECH Jazz OH Thin CH Thin ECH Thin OH Hevy CH Hevy ECH Hevy OH BalladCH BaladECH BalladOH Swing CH SwingECH Swing OH
EXP OFF 960
EXP OFF
Instrumenten voor het Crash-cimbaal De TDW-1 bevat verschillende nieuwe Crash-“types”. Cr: Gewone Crash met natuurlijke klankveranderingen. BwCr: Geluid van het slaan op de bel. EgCr: Geluid van het slaan op de rand van een Crash. * Wijs een “BwCr”-klank aan het slagvlak (H) toe en “EgCr” aan de rand (R) om over beide geluiden te kunnen beschikken.
Instrumenten voor het Ride-cimbaal De TDW-1 bevat verschillende nieuwe Ride-“types”. Rd: Gewone Ride-klank van het slaan op de “boog”. RdB: Bel-geluid Rdx: Boog bij zachte aanslag, bel bij harde aanslag. RdE: Geluid van het slaan op de Ride-rand. * Wijs een “Rd”-instrument aan het slagvlak (H) toe en “RdB” aan de rand (R) om over het bel- en het booggeluid te kunnen beschikken.
Over de instrumentgroep “Fixed Hi-Hat” Sommige drummers gebruiken nog een tweede HiHat. De “Fixed Hi-Hat”-instrumenten houden geen rekening met de stand van het HiHatcontrolepedaal. CH: Gesloten HiHat. ECH: Gesloten HiHat. De stok raakt de rand ervan. OH: Half open HiHat-geluid. * Met de “DECAY”-parameter kunt u bepalen hoe “open” de HiHat moet zijn.
23
6. Appendix
Overzicht van de Drum Kits TDW-1 Preset Drum Kits Ziehier de nieuwe Drum Kits van de TDW-1. Deze 50 Kits worden tijdens de Upgrade naar het interne geheugen gekopieerd.
Nr.
Naam
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25
TDW-1 FunkSeq Ballad Pop NeoJazz Rocker 60'sRock Phase! Egad Brushes2 Caliente Techno TimpBend JHThang GateKepr Buzzz.. Break>it ToP Voices Backbeat Realdeal HipBop Custom Loopy Stage!
*x: *b: *pitch: *seq: *tap:
Opmerking
Nr.
Naam
*x *x *seq *x *x *x *x *x
26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
5thElmnt Edgey Pot Drum Studio UndrWatr TechBoy Nashkit NoRain BendMe BackSlap Mallet RoseWood Birch LatnFevr Spooked DrumsJr. BTO BeBopDlx Dr.Delay ThinHead ShrtStop Found Drum'nBs BgBndSeq 5/4 Funk
*x *b *seq *pitch *x *x *x *x *x *x *x *x *x
Opmerking
*pitch *x
*x *x *pitch *x *x *x *pitch *x *x *x *x *pitch *tap *x *tap *x *seq
Laat de Cross Stick-techniek toe. Als u dat niet nodig hebt, moet u die functie uitschakelen (blz. 10). Kit die met Brushes moet worden bespeeld. Het HiHat-controlepedaal dient voor het sturen van de toonhoogte (blz. 17). Door op de rand van Crash 2 te slaan start u een patroon enz. Hier is een Tap-patroon aan toegewezen.
5 nieuwe Kits voor de originele TD-10 Preset Kits 46 ProgJazz
*x
47 NoSnare
*x
48 Theater
*x
*seq
49 Take 1
*x
*seq
50 DenkiTom
*seq
*seq
De Preset Kits van de TD-10 moet u met de Copy-functie naar het interne geheugen overhevelen.
24
6. Appendix
Percussion-groep Note No. 22 23 C1 24 25 26 27 28 29
30
31 32 33 34 35 C2 36 37 38 39 40 41
42
43 44 45 46 47 C3 48 49 50 51 52 53
54
55 56 57 58 59 C4 60 61 62 63 64 65
66
67 68 69 70 71 C5 72 73 74 75 76 77
78
79 80 81 82 83 C6 84 85 86 87 88 89
90
91 92 93
Preset-patronen Nr. Naam
Percussion group 1
Drum kit
Instrument
Trigger input jack
600 529 544 545 600 516 517 546 547 600 600 600 600 600 600 689 600 600 600 600 600 600 600 600 600 600 600 600 600 600 600 600 409 600 407 600 600 379 869 870 871 873 874 878 879 446 447 435 432 445 444 449 448 434 463 464 451 452 462 461 433 465 476 460 442 443 880 872 889 882 881 883
OFF Ou! WahGtDw1 WahGtUp1 OFF Hi-Q MtlNoise WahGtDw2 WahGtUp2 OFF OFF OFF OFF OFF OFF CrsStk 7 OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF OFF Tambrn 1 OFF Cowbell2 OFF OFF Pop RdX Bongo2Hi Bongo2Lo Conga2Mt Conga2Op Conga2Lo Tmbl3 Rm Tmbl3 Lo Agogo H Agogo L CabasUp Maracas WhislSht WhislLng GuiroSht GiroLng1 Claves WdBlockH WdBlockL CuicaMt1 CuicaOpn TringlMt TringlOp Shaker Sleibell BellTree Castanet SurdoLMt SurdoLOp Paila Conga2Sl TreeChim PotDrmMt PotDrmOp PotDrmAc
7/HI-HAT Rim (close)
7/HI-HAT Rim (open)
11/AUX1 11/AUX1 12/AUX2 12/AUX2 1/KICK 1/KICK
Rim Rim Rim
* 2/SNARE 6/TOM4 2/SNARE 6/TOM4 7/HI-HAT 5/TOM3 7/HI-HAT 4/TOM2 7/HI-HAT 4/TOM2 3/TOM1 8/CRASH1 3/TOM1 10/RIDE 9/CRASH2 10/RIDE
Rim Rim (close) (pedal) (Open) Rim Rim Rim Rim
8/CRASH1 Rim * 9/CRASH2 5/TOM3 Rim * * * * * * *
* * * * * *
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50
Drums GroovPop Pop Rock Big Rock Funk 1 Funk 2 16bt'Rok 16bt'Bld CntryRok Blues JazCombo Big Band JazWaltz UK Acid Gang Rap T Groove Funky JazzFunk S.Soul Pop Shfl Fusion Tech Fsn Funk 7/8 N.J.S House HipHop Techno Jungle Latin Bossa Songo Samba Salsa Raggae Ska PercLoop Funk5/4A Funk4/4B Cowbell Dbl Bass DrumFill Syn Bass EP Chord StrChord Aco Bass Brs Sect Chord BassLine Perc Tap AdlbSolo
Tempo 124 132 132 82 174 196 112 75 106 55 180 140 160 86 90 100 105 125 154 114 120 106 100 107 113 144 140 170 125 74 109 110 108 132 132 130 86 86 120 130 240 120 120 150 160 160 120 120 120 160
Maten 8 4 4 4 4 4 4 4 12 8 8 4 4 4 4 4 4 4 4 8 12 4 4 4 4 4 4 4 8 8 4 2 4 8 4 2 2 4 1 1 2 4 1 8 4 5 2 1 8 11
Type Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop Loop 1Shot 1Shot Tap Tap Tap Tap Tap Tap Tap Tap Tap
Opm. * * * * * *
*
*
*
* * * * * * * * * *
*
*: Andere patronen dan in de originele TD-10.
*: Andere instrumenten dan in de originele TD-10.
De overige Percussion Groups zijn onveranderd
25
6. Appendix
Boodschappen in het display Ziehier een aantal nieuwe boodschappen die vanaf de TDW-1-versie in het display zouden kunnen verschijnen.
De RAM-kaart bevat instellingen van een “originele” TD-10 (zonder uitbreiding). Daarom kunnen bepaalde parameters niet worden geladen.
Als u de daadwerkelijk naar de kaart wegschrijft, kan de kaart enkel nog door een uitgebreide TD-10 (met TDW-1) worden gelezen.
U hebt de TDW-1 hetzij verwijderd, hetzij niet naar behoren aangesloten. Ga dat even na.
26