HANDLEIDING ALTERNATIEVE MATERIALEN VOOR BOUWMETALEN Verminderen van diffuse bronnen in de bouw, alternatieven voor koper, lood en zink
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
Colofon Deze uitgave, Alternatieve materialen voor bouwmetalen, is tot stand gekomen in het kader van het project Diffuse Bronnen in de Bouw. Het project is gerealiseerd als onderdeel van het Regionaal Duboconsulentschap Overijssel in samenwerking met de waterschappen Groot Salland, Velt en Vecht, Reest en Wieden, Regge en Dinkel. Het project is gefinancierd door de genoemde waterschappen, alsmede door het Ministerie van VROM en de Provincie Overijssel. De in deze handleiding gebruikte gegevens zijn ontleend aan het basiswerk Duurzaam en Gezond Bouwen van het NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie) en aan gegevens van de Stichting VIBA EXPO. Zwolle, maart 2006. Regionaal Dubo Consulentschap (RDC) Overijssel p/a Natuur en Milieu Overijssel Stationsweg 3 8011 CZ ZWOLLE tel: 038 – 425 09 60 Coördinator: Koos Timmermans Regionale Dubo Consulenten: Marion de Cocq en Sandra Bos
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
Samenvatting Uitlogende bouwmetalen zijn metaalhoudende substanties die vanuit de bouwmaterialen waarin ze zijn toegepast, ‘weglekken’ en zo terecht komen in het milieu. Bijvoorbeeld: koper, lood en zink toegepast in dakbedekking, gevelbekleding, waterleidingen, dakgoten en regenpijpen. In deze handleiding wordt beschreven waarom deze uitlogende metalen schadelijk zijn voor het milieu en welke alternatieven er zijn voor de hierboven genoemde toepassingen. Inmiddels zijn er zo veel alternatieven, dat de toepassing van bouwmaterialen met uitlogende metalen niet meer nodig is. Ook wordt ingegaan op de beleidsinstrumenten waarmee gemeenten het gebruik van verantwoorde alternatieven kunnen bevorderen. Belangrijk hierbij is dat het onderwerp zo vroeg mogelijk in het bouwproces aan de orde wordt gesteld. In deze uitgave is gebruik gemaakt van twee beoordelingsinstrumenten ten aanzien van de bouwmaterialen die genoemd worden: de systematiek van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) en de Stichting VIBA EXPO. Bijzonderheden ten aanzien van beide instrumenten staan beschreven in de bijlagen.
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
Inhoudsopgave Colofon Samenvatting Inhoudsopgave 1.
Inleiding: waarom deze handleiding?................................................... 1
2.
Beleidsinstrumenten en aandachtspunten ............................................ 2
2.1 2.2 2.3 2.4
De planvormingfase .......................................................................... 2 Bouwplanfase................................................................................... 3 Realisatiefase................................................................................... 4 Beheerfase ...................................................................................... 4
3.
Waarom geen koper, lood en zink in de bouw toepassen? ....................... 5
3.1 3.2
Inleiding.......................................................................................... 5 Voorbeelden van niet-wenselijke bouwmaterialen .................................. 5
4.
Alternatieve bouwmaterialen .............................................................. 7
4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6
Inleiding.......................................................................................... 7 Dakbedekking .................................................................................. 8 Gevelbekleding............................................................................... 12 Drinkwateraan- en afvoerleidingen.................................................... 14 Hemelwaterafvoer .......................................................................... 15 Zinkcoating.................................................................................... 17
Bijlage I
NIBE systematiek ................................................................. 19
Bijlage II
Stichting VIBA EXPO ECO BOUWKEUR ..................................... 21
Bijlage III
Leveranciers ........................................................................ 23
Bijlage IV
Grafieken verborgen milieukosten van diverse materialen .......... 25
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
1.
Inleiding: waarom deze handleiding?
Koper, lood en zink zijn zware metalen die nog veel in de bouw worden toegepast. Deze toepassing als bouwmateriaal zorgt voor een continue diffuse bron van deze metalen naar het grondwater- en oppervlaktewater. Vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water wordt gesteld dat een bronaanpak noodzakelijk is om een goede ecologische toestand te bereiken. Gemeenten hebben een zorgplicht en een regisseursrol ten aanzien van het voorkomen van diffuse bronnen uit de bouw (bron: Beleidsbrief regenwater en riolering). Lood is binnen de Europese Kaderrichtlijn Water aangewezen als prioritaire stof, koper en zink als overige stof. In deze handleiding wordt aangegeven op welke momenten en op welke wijze gemeenten deze regierol ten aanzien van het verminderen van het gebruik van koper, lood en zink en het toepassen van goede alternatieven in kunnen vullen. Uiteraard zijn deze aanbevelingen ook voor andere bouwmaterialen te gebruiken. Veel watersystemen in Overijssel voldoen nog niet aan de waterkwaliteitsdoelstellingen voor zware metalen zoals gesteld in de Europese Kaderrichtlijn Water. Een relevante bron voor de zware metalen is de uitloging van bouwmetalen, zoals koper, lood en zink. Hoewel de exacte omvang van het aandeel van bouwmetalen in de totale metalenemissie ter discussie staat, is duidelijk dat de normen voor metalen in stedelijk water en in waterbodems gemiddeld genomen vaker worden overschreden dan in het landelijk gebied. Daarom is het goed om vanuit het oogpunt van emissiepreventie en vanuit kostenbesparing ten aanzien van de sanering van waterbodems te werken aan een bewustere toepassing van bouwmetalen en waar mogelijk gebruik te maken van alternatieven. Met de voorliggende handreiking geven we gemeenten een praktisch handvat voor de aanpak van preventie van uitloging van bouwmetalen. Deze uitgave is tot stand gekomen in het kader van het project Diffuse Bronnen in de Bouw. Het project is gerealiseerd als onderdeel van het Regionaal Duboconsulentschap Overijssel in samenwerking met de waterschappen Groot Salland, Velt en Vecht, Reest en Wieden, Regge en Dinkel.
1
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
2.
Beleidsinstrumenten en aandachtspunten
Dit hoofdstuk bevat een overzicht van beleidsinstrumenten en aandachtspunten toegespitst op het tegengaan van gebruik van bouwmaterialen met uitloogbare metalen. De tabellen gaan in op de vier fasen in het bouwproces: ruimtelijke planvorming, bouwplan, realisatie en beheer.
2.1
De planvormingfase
Aanbevelingen In bestemmingsplan (art. 10 WR0) vastleggen dat geen uitloogbare metalen in bouwmateriaal worden toegepast in straatmeubilair, gevelbekleding, dakbedekking en waterafvoerleidingen: niet bij nieuwbouw en ook niet bij verbouwing en onderhoud. Verderop in dit document worden uitstekende alternatieven aangereikt. In een bestemmingsplan kunnen ruimtelijk relevante aspecten worden vastgelegd. Een bestemmingsplan regelt wat mag en niet mag (verbod), en dus niet wat moet (gebod). Een verplichting tot uitvoering kan niet worden opgenomen. Het is mogelijk om via het bestemmingsplan een verbod op te nemen op het gebruik van bouwmaterialen met uitlogende bouwmetalen. In beleidsplannen (waterplan, milieubeleidsplan, evt. DuBobeleid) vastleggen dat geen uitloogbare materialen worden toegepast in straatmeubilair, gevelbekleding, dakbedekking en waterafvoerleidingen: niet bij nieuwbouw en ook niet bij verbouwing en onderhoud. De gemeente kan in haar bouwverordening onder andere eisen opnemen ten aanzien van het gebruik van bouwmaterialen zonder uitlogende metalen. Voorschriften van bouwverordening zijn niet van toepassing indien deze niet in overeenstemming zijn met de voorschriften van het bestemmingsplan. Sinds enkele jaren moeten in bestemmingsplannen een 'natte paragraaf' worden opgenomen. (Vgl. www.watertoets.net) Hierin wordt het advies van de waterbeheerders (de watertoets) verwerkt. De reden is dat 'water' één van de ordenende principes is voor het opstellen van een bestemmingsplan, net als bodem, geluid e.d. In de ‘natte paragraaf’ komen alle facetten aan de orde zoals veiligheid, wateroverlast, verdroging en de waterkwaliteit. De waterbeheerder kan langs deze weg adviseren over het vermijden van bouwmateriaal met uitlogende metalen. In het stedebouwkundig programma van eisen kunnen allerlei wensen t.a.v. duurzaam bouwen op gebouwniveau worden opgenomen. Het programma kent geen wettelijke basis en dient bij voorkeur door de betrokken partijen gezamenlijk te worden opgesteld. Het gebruik van bouwmaterialen zonder uitlogende metalen kan in dat programma van eisen worden opgenomen.
2
Voor wie? Gemeente: afd. ruimtelijke ordening
Gemeente: afd. milieu, woningbouwcorporatie.
Gemeente: afd. bouwen woningtoezicht
Gemeente: afd. milieu en ruimtelijke ordening samen met waterschap
Gemeente: afd. ruimtelijke ordening, projectontwikkelaar, architecten en andere betrokkenen
Alternatieve materialen voor bouwmetalen Aanbevelingen In een beeldkwaliteitsplan – een buitenwettelijk plan - kunnen stedenbouwkundige en architectonische randvoorwaarden en welstandszaken (woningniveau) worden opgenomen. In een beeldkwaliteitsplan kan bijvoorbeeld het gebruik van bouwmateriaal zonder uitlogende metalen worden geregeld. Dit wordt vervolgens gekoppeld aan een duurzame uitstraling. Het plan is te koppelen aan de toelichting van (nieuwe) bestemmingsplannen (zowel inhoudelijk als procedureel) en is daarmee als een toetsingskader voor de welstandscommissie te beschouwen. Toezicht en handhaving op basis van geldende richtlijnen.
Voor wie? Gemeente: afd. ruimtelijke ordening
Informatie uitdragen via communicatiemiddelen; zoals website, huis-aan-huisbladen, folders, brochures, etc.
Gemeente: afd. communicatie
2.2
Gemeente: afd. bouwen woningtoezicht
Bouwplanfase Aanbevelingen
Voor wie?
Regulier contact onderhouden met het betrokken waterschap en de projectontwikkelaar. Per (groot) project een supervisor aanstellen die het project vanuit de gemeente begeleidt en samen met een verantwoordelijke coördinator de bouwplannen toetst. In gronduitgifte-overeenkomsten kunnen ook afspraken over kwaliteit en daarmee bijvoorbeeld het materiaalgebruik worden opgenomen. Hier geldt dat dit op basis van vrijwilligheid dient te gebeuren als er sprake is van bovenwettelijke eisen. Een gemeente mag geen misbruik maken van haar monopoliepositie. Belangrijk is dat bepalingen zo exact mogelijk worden geformuleerd en dat ze worden getoetst op handhaafbaarheid. In het contract dient uitdrukkelijk vermeld te worden dat alle betrokken contractpartners kwaliteit willen bevorderen. In programma van eisen voor bouwprojecten vastleggen dat geen uitloogbare bouwmetalen mogen worden toegepast: niet bij nieuwbouw en ook niet bij verbouwing en onderhoud.
Gemeente: de ambtenaar die dit soort processen coördineert, woningbouwcorporatie, projectontwikkelaar Gemeente en overige partijen in het bouwproces
Toezicht en handhaving op basis van geldende richtlijnen. Informatie uitdragen via communicatiemiddelen; zoals website, huis-aan-huisbladen, folders, brochures, etc.
Gemeente, projectontwikkelaar, architecten, woningbouwcorporatie Gemeente: afd. bouwen woningtoezicht Gemeente: afd. Communicatie
3
Alternatieve materialen voor bouwmetalen 2.3
Realisatiefase Aanbevelingen
Regulier contact onderhouden met het betrokken waterschap en aannemer. Naast goed toezicht houden, de aannemer voorlichten over gebruik materialen bij straatmeubilair, gevelbekleding, dakbedekking en waterafvoerleidingen.
Toezicht en handhaving op basis van geldende richtlijnen. Informatie uitdragen via communicatiemiddelen; zoals website, huis-aan-huisbladen, folders, brochures, etc.
2.4
Voor wie? Gemeente, de ambtenaar die dit soort processen coördineert, woningbouwcorporatie, projectontwikkelaar Gemeente: afd. bouwen woningtoezicht Gemeente: afd. communicatie
Beheerfase Aanbevelingen
Voor wie?
Toesturen informatiepakketten aan nieuwe bewoners, bijv. folders en posters.
Gemeente: afd. communicatie
Aandacht voor bouwmetalen bij (particuliere) bouwaanvragen; bijvoorbeeld folders, posters.
Gemeente: afd. bouwen woningtoezicht/ communicatie
In het koopcontract voorschrijven dat geen bouwmateriaal met uitlogende bouwmetalen mag worden toegepast bij verbouwings- en onderhoudswerkzaamheden bij straatmeubilair, gevelbekleding, dakbedekking en waterafvoerleidingen: een zogenaamd “kettingbeding”. Toezicht en handhaving op basis van geldende richtlijnen.
Gemeente
Algemene informatie uitdragen via communicatiemiddelen; zoals website, huis-aan-huisbladen, folders, brochures, etc.
4
Gemeente: afd. bouwwoningtoezicht Gemeente: afd. communicatie
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
3.
Waarom geen koper, lood en zink in de bouw toepassen?
3.1 Inleiding Uit onderzoek van de waterbeheerders blijkt dat de Maximaal Toelaatbaar RisicoNorm (MTR-norm) voor zware metalen in oppervlaktewater en baggerslib op een groot aantal locaties regelmatig wordt overschreden. Zware metalen zijn milieubezwaarlijke stoffen die schadelijk zijn voor het aquatisch ecosysteem. Gelet op de overschrijding van de MTR-norm betekent dit dat de lozing van zware metalen moet worden verminderd. Diffuse bronnen zijn medeverantwoordelijk voor de lozing van zware metalen, één van de bronnen is uitloging van bouwmaterialen. De aanpak van vermindering van diffuse bronnen is gebaseerd op het emissiebeleid dat uitgaat van ketenaanpak: Stap 1 preventie (voorkomen van emissie door bronaanpak gericht op grondstof-, hulpstof- en productiekeuze); Stap 2 hergebruik; Stap 3 verwijderen (zuivering). Preventie betekent dat als er gelijkwaardige (technisch en financieel) alternatieven zijn, die niet of minder uitlogen, hiervoor gekozen moet worden. Deze alternatieven worden in hoofdstuk 4 verder beschreven. Ontwikkelingen In de nabije toekomst wordt de taak van de gemeente in het waterbeheer steeds belangrijker. De gemeente krijgt op basis van het voorontwerp van de Waterwet waarin o.a. rekening gehouden is met de Europese Kaderrichtlijn Water, de bijzondere zorgplicht voor de afvoer van afvloeiend regenwater en overtollig grondwater. Ook in de Beleidsbrief regenwater en riolering van VROM wordt aangegeven dat het voorkomen van verontreiniging van regenwater (preventie) centraal staat. In de Hoofdlijnennotitie Toekomstagenda Milieu van het Ministerie van VROM is opgenomen dat met name diffuse bronnen in belangrijke mate verantwoordelijk zijn voor het niet halen van de vereiste kwaliteit van water en bodem. Het rijk zal een impuls geven aan de aanpak van deze diffuse verontreinigingen door een programma van maatregelen te formuleren. 3.2 Voorbeelden van niet-wenselijke bouwmaterialen In 4.1. en bijlage 1 worden de NIBE methode en de in deze handleiding gebruikte afkortingen en milieuklassen toegelicht. Koper (NIBE Milieuklasse: 7a) Ondanks dat meer dan 36% van het koper gerecycled materiaal is, is het overgrote deel van de verborgen milieukosten van koper afkomstig van milieuingrepen die plaatsvinden bij winning van kopererts, zoals landschapsaantasting, uitputting van grondstoffen en geluid/lichthinder door winning. Voor 1 kg koper is circa 120-160 kg erts nodig. Dit wordt veelal grootschalig gewonnen in ecologisch gevoelige gebieden. De mate van uitspoeling is afhankelijk van de omgeving en de atmosferische omstandigheden. Een uitspoeling van 1,5 gram per m2 per jaar is in de berekening van de milieuklasse meegenomen. De invloed 5
Alternatieve materialen voor bouwmetalen van de koperionen, die hierbij in het oppervlaktewater terechtkomen, is circa 12% van de totale milieubelasting van koper. Lood (Lood is niet ingedeeld volgens de NIBE methodiek) Het overgrote deel van de verborgen milieukosten van lood zijn afkomstig van milieu-ingrepen die plaatsvinden bij winning van looderts. Dit zijn landschapsaantasting, uitputting van grondstoffen en geluid/lichthinder. Lood is het metaal dat de meest schadelijke effecten heeft op de menselijke gezondheid. Het kan het menselijk lichaam binnendringen via de opname van voedsel (65%), water (20%) en lucht (15%). Lood kan in het drinkwater komen via corrosie van pijpleidingen. Lood kan niet afgebroken worden. Lood accumuleert in het lichaam van waterorganismen en bodemorganismen. Deze ondervinden gezondheidseffecten van loodvergiftiging. Lood is een gevaarlijke chemische stof en de toepassing ervan moet voorkomen worden. Zink (NIBE Milieuklasse: 6b) Het overgrote deel van de verborgen milieukosten van zink zijn afkomstig van milieu-ingrepen die plaatsvinden bij winning van zinkerts. Dit zijn landschapsaantasting, uitputting van grondstoffen en geluid/lichthinder. Voor 1 kg zink is circa 18 kg erts nodig. Dit wordt veelal grootschalig gewonnen in ecologisch gevoelige gebieden. De relatief hoge verborgen milieukosten per kilogram worden nog sterker benadrukt door de technische levensduur van 30 jaar. De dikteafname van het zink is afhankelijk van de omgeving en de atmosferische omstandigheden. Een uitspoeling van 3 gram per m2 per jaar is in de berekeningen van de milieuklasse meegenomen. De invloed van de zinkionen, die hierbij in het oppervlaktewater terechtkomen, is met 3% van de totale milieubelasting van zink beperkt. Staal verzinkt (NIBE Milieuklasse: 4b) Milieutechnisch scoort de verzinkt stalen trapeziumplaat niet goed. Het produceren van staal gaat gepaard met veel verontreiniging door energiegebruik, verontreiniging door transport van grondstoffen en landschapsaantasting door ertswinning. Bovendien heeft de ongecoate staalvariant ten opzichte van alle andere alternatieven een lage levensduur, waardoor regelmatig vervanging noodzakelijk is. Circa 76% van de milieubelasting wordt veroorzaakt door verontreiniging, 4% door uitputting van grondstoffen, 13% door landgebruik en 8% door hinder. Staal verzinkt en gecoat (NIBE Milieuklasse: 3a) Ten opzichte van alle alternatieve dakbedekkingen voor hellende dak scoort deze metalen variant met milieuklasse 3a vanuit milieuoogpunt als de minst onwenselijke productkeus. Indien de keuzevrijheid beperkt is tot alleen metalen, is dit product te verkiezen boven slechtere alternatieven. Het produceren van staal gaat gepaard met veel verontreiniging door energiegebruik, verontreiniging door transport van grondstoffen en landschapsaantasting door ertswinning. Circa 76% van de milieubelasting wordt veroorzaakt door verontreiniging, 4% door uitputting van grondstoffen, 13% door landgebruik en 8% door hinder.
6
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
4.
Alternatieve bouwmaterialen
4.1 Inleiding Bij de keuze voor een product is er meestal de keus tussen vele verschillende materialen en producten. In dit hoofdstuk worden productalternatieven gegeven voor de volgende productgroepen: dakbedekking, gevelbekleding (incl. afsluitingen), wateraf- en aanvoerleidingen en hemelwaterafvoer. De voordelen liggen in de sfeer van gezondheid, milieubelasting en gemakkelijker of goedkoper onderhoud. Bij de productalternatieven is geen onderscheid gemaakt naar verschillende producenten. Uiteraard zitten er wel verschillen tussen de producten van de verschillende producenten, maar deze verschillen bevinden zich over het algemeen binnen een beperkte bandbreedte. Voor de uitwerking is gebruik gemaakt van de volgende bronnen: • De ‘VIBA EXPO Almanak’ van de Stichting VIBA EXPO, het nationale trefpunt voor mens- en milieubewust bouwen, wonen en werken. • het Basiswerk Duurzaam en Gezond Bouwen van het Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE). Deze informatie is geschikt voor een vergelijking op productniveau. MRPI-info (milieu relevante product informatie) heeft o.a. als input gediend voor de NIBE informatie. MRPI-info bestaat voornamelijk op materialenniveau en niet op productniveau. In bijlage I worden de NIBE methode en de bijbehorende, in de tabel gebruikte, afkortingen toegelicht. Hieronder worden de meest gebruikte afkortingen en begrippen vast toegelicht: Mbf
MK
m-klasse
milieubelastingsfactor, de milieubelasting van het product uitgedrukt ten opzicht van de milieubelasting van het minst milieubelastende product in de toepassing. De milieubelastingsfactor van het minst milieubelastende product in de toepassing is derhalve 1,0. verborgen milieukosten; dit is de maat waarin het NIBE de totale gewogen milieubelasting van het product uitdrukt. De verborgen milieukosten zijn een prijsindicatie en gebaseerd op het prijspeil van 2005. Milieukosten worden niet betaald maar zijn een maat voor de kosten die gemaakt zouden moeten worden om de milieubelasting die ontstaat te voorkomen of teniet te doen. Verborgen milieukosten zijn dus een indicatie voor de preventie- en herstelkosten die samenhangen met de milieubelasting van het product. de relatieve milieubelasting uitgedrukt in 7 klassen met een onderverdeling a, b en c. Klasse 1a is het minst milieubelastend. De milieuklasse wordt berekend op basis van de milieubelastingsfactor. Het verschil per klasse wordt bij hogere klassen steeds groter. De milieubelasting van een product wordt altijd berekend over een periode van 75 jaar. Wanneer een product bijvoorbeeld 25 jaar meegaat wordt de milieubelasting van het product vermenigvuldigd met een factor 3. Bij de milieubelasting wordt altijd gekeken naar alle milieueffecten die optreden van wieg tot graf, van winning van de grondstoffen tot en met sloop en afvalfase.
7
Alternatieve materialen voor bouwmetalen FE
Kosten
R-waarde:
functionele eenheid, het materiaal wordt in zijn producttoepassing beoordeeld. Voorbeelden hiervan zijn één strekkende meter buis, één vierkante meter dakbedekking of één kilogram materiaal. bij de kosten zijn alleen de initiële aanleg- of installatiekosten weergegeven. Er is dus, in tegenstelling tot de milieubeoordeling, geen sprake van een levensduurbenadering bij de kostengegevens. Wanneer de aanlegkosten niet bekend zijn is “nb” vermeld. De kosten zijn een prijsindicatie gebaseerd op het prijspeil van 2005 en excl. BTW. dit is de warmteweerstand (mK/W; R=dikte/l). Hij geeft aan welk temperatuurverschil er nodig is om per seconde 1 eenheid warmte verloren te laten gaan door 1 m_ van het product. Hoe groter deze waarde, des te beter.
In bijlage II staat een toelichting gegeven op het ECO BOUWKEUR van Stichting VIBA EXPO. Op dit moment is dit keurmerk onderwerp van onderhandeling, wellicht dat hier in de toekomst een ander keurmerk voor in de plaats komt. Adressen van producenten en leveranciers van milieuverantwoorde dakbedekking zijn te vinden in bijlage III.
4.2 Dakbedekking Uitloging is verantwoordelijk voor 17% van de totale milieubelasting van een koperen dakbedekking of gevelbekleding (op basis van een gemiddelde uitloging van 1,5 g/m2/jaar). Voor zink bedraagt de uitloging 3% van de totale milieubelasting (op basis van een gemiddelde uitloging van 3 g/m2/jaar). 4.2.1 Hellende daken Er is een ruime keuze aan alternatieve materialen ten behoeve van dakbedekking. Bij hellende dakbedekking behoren traditionele dakpannen (beton of keramisch) tot de meest milieuvriendelijk alternatieven. Hierbij gaat de voorkeur uit naar gerecyclede dakpannen of betondakpannen met een hoog puingranulaat gehalte. Ook riet of leien (vezelcement) zijn goede alternatieven. Zink en koper hebben een factor 10 tot 30 hogere milieubelasting. Natuursteen leien wordt ook als dakbedekking gebruikt. Hierbij moet opgemerkt worden dat winning en vervoer veel energie kost en dat natuursteen geen hergroeibare grondstof is. Wanneer de architect vanwege architectonische redenen kiest voor een metalen dakbedekking, is het beste alternatief een dakbedekking van gecoat aluminium of gecoat staal. Aluminium daksystemen (gecoat) geven geen schadelijke stoffen af en zijn te leveren in verschillende koper- en zinkkleuren. Uiteraard is het bij gebruik van een coating, ook mogelijk om dakbedekking in gecoat staal uit te voeren.
8
Alternatieve materialen voor bouwmetalen Een aantal voorkeursmaterialen worden hieronder nader toegelicht. Dakpan, beton geglazuurd NIBE Milieuklasse: 1a Geglazuurde dakpannen op basis van beton scoren, evenals de ongeglazuurde variant, milieuklasse 1 a, hetgeen staat voor beste productkeuze. Het uitstekende resultaat ontstaat door een lage milieubelasting per kilogram en een beperkte benodigde massa per functionele eenheid. De belangrijkste milieubelasting ontstaat door verontreiniging, waarvan het cementgebruik in beton de belangrijkste veroorzaker is. De glazuurlaag heeft een bijdrage van circa 5% van de milieubelasting van beton, maar zorgt tegelijkertijd ook voor een langere levensduur en daarmee lagere milieubelasting. Door de lage milieubelasting van de pannen is het aandeel van het regelwerk, ondanks dat is uitgegaan van hout uit duurzaam beheerd bos met 15% op het totaal relatief groot. Dakpan, beton NIBE Milieuklasse: 1a Dakpannen op basis van beton scoren, evenals de geglazuurde variant milieuklasse 1a, hetgeen staat voor beste productkeuze. Het uitstekende resultaat ontstaat door een lage milieubelasting per kilogram beton en een beperkte benodigde massa per functionele eenheid. De belangrijkste milieubelasting ontstaat door verontreiniging, waarvan het cementgebruik in beton de belangrijkste veroorzaker is. Door de lage milieubelasting van de pannen is het aandeel van het regelwerk, ondanks dat is uitgegaan van hout uit duurzaam beheerd bos met 15% op het totaal relatief groot. De ongeglazuurde betonpan is gevoeliger voor aantasting door algen en mossen, hetgeen ten koste gaat van de levensduur. Hierdoor scoort de onbehandelde betonpan ten opzichte van de geglazuurde variant iets minder goed. Riet NIBE Milieuklasse: 1c De milieubelasting van het rieten schroefdak is sterk afhankelijk van de levensduur, de afvalfase en de isolerende werking. Wanneer riet wordt toegepast op een dak met een hellingshoek van minder dan 25 graden is de levensduur niet meer dan 15 jaar. Voor een hoek tot 30 graden geldt een levensduur van tot 20 jaar, bij een hoek tot 45 graden is dit tot 45 jaar en riet op een dak met een hellingshoek van 50 graden gaat zelfs meer dan 45 jaar mee. Binnen de beoordeling is uitgegaan van een hellingshoek van 40 graden met een levensduur van 40 jaar. Wanneer het riet in de afvalfase verbrand wordt ontstaat daarbij energie. De milieuwinst die hierdoor ontstaat is van de milieubelasting afgetrokken. Verder is de milieubelasting van 1 m2 EPS (polystyreen) plaat op de totale milieubelasting in mindering gebracht, omdat het dak een R-waarde heeft van circa 2,65 m2K/W.
9
Alternatieve materialen voor bouwmetalen Verborgen milieukosten dakbedekking (hellend dak) In de volgende tabel worden de verborgen milieukosten van verschillende dakbedekkingmaterialen voor hellende daken gegeven. In bijlage IV is een grafiek opgenomen die een toelichting geeft op de opbouw van de verborgen milieukosten van de verschillende materialen. Voor de functionele eenheid voor hellende daken wordt uitgegaan van 1 m2 hellend dak met een hellingshoek van 40 graden, inclusief panlatten, tengels en bevestigingsmiddelen, exclusief dakbeschot. MK Massa Levensduur Mbf (€/FE) m-klasse Omschrijving (kg/FE) (jaar) Dakpan, beton (geglazuurd) 1,0 2,19 1a 43 60 1,0 2,25 1a Dakpan, beton 43 50 1,5 3,28 1c Riet, schroefdak 39 40 1,6 3,47 2a Leien, natuursteen 39 75 1,8 4,04 2a Dakpan, keramisch 46 75 Vezelcementplaat 2,2 4,88 2b (geprofileerd) 16 35 Houten shingles leien 2,4 5,36 2c (duurzame bosbouw, db) 14 35 3,2 7,00 3a Leien, vezelcement 24 35 3,2 7,06 3a Staal, verzinkt en gecoat 9 30 6,1 13,43 4b Staal, verzinkt 9 15 6,9 15,21 4c Bitumen, shingles-leien 18 40 7,2 15,78 4c Aluminium, gecoat 5 25 20,3 44,49 6b Zink 10 30 29,6 64,96 7b Koper 10 75 Houten shingles leien 51,1 112,08 >7c (standaard bosbouw, sb)) 14 35 Tabel 1 Overzicht van de verschillende materialen voor hellende daken.
4.2.2
Platvlak dakbedekking
Voor platte daken hebben de volgende materialen de voorkeur. EPDM De beste alternatieve dakbedekking is EPDM (Ethyleen-PropyleenDieen-Monomeer), al dan niet in combinatie met een vegetatiedak of grind als ballast. EPDM is een synthetisch rubber. Zoals van een synthetisch rubberen folie mag worden verwacht zijn EPDM dakbanen zeer elastisch. Deze eigenschap maakt dat de dakbedekking alle temperaturen tot –30 11
Kosten (€/FE) 27 nb 80 nb 30 nb nb nb nb nb nb nb nb nb Nb
Alternatieve materialen voor bouwmetalen graden Celsius makkelijk verwerkt zonder aan weerstand of elasticiteit te verliezen. EPDM is bovendien ongevoelig voor de inwerking van zonlicht, UVstraling en luchtverontreiniging. De combinatie van deze kwaliteiten maakt dat de dakbedekking aanzienlijk minder te lijden heeft van veroudering. Er zijn dan ook nog daken uit het begin van de jaren vijftig - waarin de synthetische rubber EPDM voor het eerst als dakbedekking werd toegepast - die nog aan alle te stellen bouweisen voldoen. Flexibele polyolefine Flexibele polyolefine o.a. van de merken Sarnafil of Ecoseal EP-folie bestaat uit een combinatie van eersteklas kunststoflegeringen. Het productieproces met extrusiebekleding van de drager c.q. de versterking zorgt voor een spanningsvrije kunststofafdichtingsbaan. Sarnafil is gemaakt uit milieuvriendelijke, flexibele polyolefinen; chloor-, halogeen- en weekmakervrij en recycling vindt plaats in iedere gebruiksfase. Sarnafil is extreem duurzaam en heeft een goede prijs-prestatieverhouding. Ecoseal EP-folie (TPO/FPA Thermoplastische Polyolefinen ofwel Flexibel Polyolefine Alloy) is bitumen- en wortelgroeibestendig en halogeenvrij (zonder chloor, broom en jodium). Het wordt toegepast voor losliggend geballaste systemen, mechanisch bevestigde systemen en volledig gekleefd, het is licht in gewicht en bestand tegen chemische en microbiologische invloeden. Gemodificeerd bitumen (APP/SBS) Tenslotte kan er nog overwogen worden om gemodificeerd bitumen (APP/SBS) toe te passen. APP is de afkorting van Atactisch PolyPropyleen, een kunststof die ontstaat bij de fabricage van polypropyleen. APP is thermoplastisch en bij omgevingstemperaturen soepel en buigzaam. Door penetratiebitumen of zacht bitumen te mengen met APP (circa 30%) ontstaat APP-gemodificeerd bitumen. De voordelen zijn hoge temperatuurstabiliteit, duurzaam: hoge weerstand tegen veroudering en zeer UV-bestendig. Daarnaast is er weinig onderhoud, gemakkelijk te verwerken en bovendien geschikt voor recycling. Dit laatste materiaal is meer een verbetering van het traditionele, dan dat het valt te scharen onder alternatieve materialen.
12
Alternatieve materialen voor bouwmetalen Verborgen milieukosten dakbedekking (plat dak) In de volgende tabel worden de verborgen milieukosten van verschillende dakbedekkingmaterialen voor platte daken gegeven. In bijlage IV is een grafiek opgenomen die een toelichting geeft op de opbouw van de verborgen milieukosten van de verschillende materialen. Voor de functionele eenheid voor platte daken wordt uitgegaan van 1 m2 plat dak dat bevestigd is met mechanische bevestigers met een levensduur van 75 jaar. Kosten (€/FE) MK (€/FE) m-klasse Omschrijving 21 3,41 1a EPDM - membraan 39 4,00 1b TPO dakbanen 21 4,77 1c POCB dakbanen nb 5,26 1c EPDM dakbanen (met SBS gecacheerd) 18 6,40 2a PVC dakbanen 15 6,71 2a APP dakbanen 16 7,39 2b SBS dakbanen Tabel 2 Overzicht van materiaal voor dakbedekking (plat dak)
De afkortingen: EPDM, TPO, POCB, SBS, APP, zijn alle chemische afkortingen voor een bepaalde kunststof met specifieke eigenschappen als hierboven beschreven.
4.3 Gevelbekleding Voor gevelbekleding zijn veel materiaalvarianten voorhanden. Zink en koper behoren tot de minst milieuvriendelijke alternatieven. Voor uitloging gelden uiteraard dezelfde gegevens als bij dakbedekking. Voorkeursmaterialen voor gevelbekleding zijn Eiken, Robinia, Western Red ceder en multiplex vuren delen. In tabel op de volgende pagina worden de verborgen milieukosten van deze en andere vormen van gevelbekleding gegeven. Voor de functionele eenheid voor gevelbekleding wordt uitgegaan van 1 m2 gevelbekleding inclusief 1 laag regelwerk en bevestigingsmiddelen.
13
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
Mbf
MK (€/FE) m-klasse Omschrijving
1,0 1,3
2,19 1,59
1a 1b
1,7 1,9 1,9 2,9 3,3 3,3 3,5 3,6 3,9
2,09 2,32 2,36 3,60 4,1 4,13 4,34 4,44 4,79
2a 2a 2a 3a 3b 3b 3b 3b 3b
4,7 4,8
5,84 5,98
4a 4a
5,6 5,8 6,0 7,9 9,2 9,4 10,4 10,8
6,95 7,12 7,35 9,78 11,41 11,60 12,83 13,36
4a 4b 4b 4c 5a 5a 5b 5b
12,6
15,61
5c
12,7 14,8
15,68 18,25
5c 6a
15,9
19,61
6a
27,9 34,50 33,0 40,71 33,4 41,28 52,6 64,93 7718,2 9531,42
7a 7b 7b > 7c > 7c
Eiken delen (EU, db) Robinia delen (db) Western Red Cedar delen (db) Multiplex okoumé (db) Multiplex vuren (db) Natuursteen leien Lariks delen (EU-db) Vezelcementplaat houtvezelcementplaat HPL-plaat (db) Keramische tegels Douglas delen (EU-CCAalkyd-db) Staal gecoat (trapezium) Staal verzinkt en gecoat (trapezium) Meranti delen (alkyd-db) Lariks delen (EU-CCA-db) Vuren delen (CCA-db) Natuursteen platen graniet HPL-plaat (sb) Eiken delen (EU-sb) Staal verzinkt (trapezium) Aluminium geprofileerd (gecoat) Aluminium geprofileerd (ongecoat) Houtvezelcementplaat (sb) Aluminium vlak (gecoatsandwich PE-kern) Aluminium vlak (gecoatsandwich alu-kern) Multiplex okoumé (sb) Zink (felsgevel) Koper (felsgevel) Meranti delen (alkyd-sb)
Massa (kg/FE)
Levensduur (jaar)
Kosten (€/FE)
15 16
60 60
76 nb
8 6 7 3 15 12 15 13 45
60 40 20 75 20 25 40 25 75
91 30 nb nb 72 nb nb 64 nb
14 8
40 30
nb nb
8 13 15 12 82 13 15 7
30 40 40 30 75 40 60 15
nb 79 nb 52 nb 64 76 nb
4
40
nb
4 15
40 25
nb Nb
6
40
Nb
7 6 9 10 13
30 40 40 75 40
Nb 32 Nb Nb 74
Tabel 3 Overzicht van materiaal voor gevelbekleding
In de tabel gebruikte afkortingen: EU: afkomstig uit Europese unie, db: afkomstig uit duurzaam beheerde bossen, sb: afkomstig uit standaard bosbouw, HPL: High Pressure Laminate, CCA: hout is verduurzaamd met wolmanzouten, alkyd: hout afgewerkt met alkyd verf.
14
Alternatieve materialen voor bouwmetalen 4.3.1 Water- en vochtkerende afsluitingen Water- en vochtkerende afsluitingen zijn voornamelijk te vinden in de gevel. Denk daarbij aan loodslabben bij de kozijnaansluitingen en muurlateien. De snelste en eenvoudigst anti-uitloging mogelijkheid is het lood behandelen met patineerolie, wat de uitloging beperkt. Dit is echter geen alternatief voor het opraken van de metalen. Een goed alternatief is hoogwaardig PIB (polyisobutyleen) met zelfklevende hechtranden en met een wapening van buigbaar en spanningsvrij aluminium gaas, ook wel bekend als Wakaflex. Het materiaal vulkaniseert onderling, waardoor las- en plakmiddelen overbodig zijn. Wakaflex heeft een gladde vuilwerende oppervlakte waardoor het materiaal ook langere termijn schoner blijft. Wakaflex is UV-bestendig. Een ander alternatief is het vochtkerende DPC folie voor afdichtingen in bouwconstructies. Ondoorlaatbaar voor water, wordt niet aangetast door de zich in het water bevindende zuren, is rottingsvrij en niet giftig. Milieuvriendelijk omdat het van polyethyleen gemaakt wordt en bij productie en verbranding komen geen schadelijke stoffen vrij. DPC-folie is zeer goed recyclebaar. Toepasbaar in funderingen - kozijnaansluitingen - muurlateien - eventuele 'verborgen plaatsen' in de bouwconstructies, mits niet doorlopend blootgesteld aan UV-straling. DPC-folie is gemakkelijk te verwerken, is scheurvast aan beide zijden voorzien van een ruw oppervlak, dit ter bevordering van een goede hechting. Ook gewapend EPDM is een geschikt alternatief.
4.4 Drinkwateraan- en afvoerleidingen Waterleidingen zijn nog geregeld gemaakt van koper. Uitloging is verantwoordelijk voor 8% van de totale milieubelasting van een koperen waterleidingsysteem (op basis van een gemiddelde uitloging van 0,066 kg per kg buis gedurende 50 jaar). Volgens het Nationaal Pakket Duurzaam Bouwen is gerecycled PVC eveneens toepasbaar. In gerecycled PVC is echter vaak meer nieuw dan gebruikt materiaal verwerkt. Ook het vrijkomen van dioxine in de afvalfase blijft dan een groot nadeel. De totale milieubelasting van een koperen woningsysteem is een factor 9 tot 24 hoger ten opzichte van kunststoffen alternatieven. Voorkeursmaterialen voor wateraan- en afvoerleidingen zijn: PP, PB en PE. Voor aanvoerleidingen is PB (polybuteen), voor afvoerleidingen is PP (polypropyleen) of PE (poly-ethyleen) het meest geschikt als alternatief. Deze kunststoffen logen niet uit en zijn niet duurder dan koper. In deze kunststoffen worden geen chloriden gebruikt. Naast bovengenoemde materialen kan er voor waterleidingen ook nog gebruik gemaakt worden van roestvrijstaal (rvs), gemodificeerd koper (met Ni/Al) en verzinkt staal. Deze producten worden in Nederland echter nauwelijks toegepast. Koper heeft een marktaandeel van circa 90%. De overige 10% wordt ingevuld door de verschillende kunststoffen alternatieven. Recent heeft de industrie een inwendig vertind koperen waterleidingsysteem geïntroduceerd, als nieuw alternatief.
15
Alternatieve materialen voor bouwmetalen In onderstaande tabel worden de verborgen milieukosten van deze en andere materialen voor leidingen gegeven. In bijlage IV is een grafiek opgenomen die een toelichting geeft op de opbouw van de verborgen milieukosten van de verschillende materialen. De massa per functionele eenheid is vrijwel gelijk voor alle materialen. De functionele eenheid is per meter buis met een levensduur van 50 jaar. Kosten (€/FE) Mbf MK (€/FE) m-klasse Omschrijving 782 1,0 0,16 1a PP-R 1124 1,6 0,25 2a PVC-C nb 2,2 0,35 2b PB 897 2,3 0,36 2b PE –aluminium - PE 928 2,6 0,41 2c PE-X 783 15,8 2,48 6a Koper (dunwandig) nb 24,3 3,81 6c Koper (half harde buis) Tabel 4 Overzicht verschillende waterleidingsmaterialen.
Toelichting bij in tabel gebruikte afkortingen: PE-X = vernet polyetheen, dit is bestand tegen heet water, gewoon PE niet. PE-Al-PE = drielagige PE buis met aluminium tussen laag. PB = polybuteen. PVC-C = polyvinylchloride – C. PP-R = Polypropeen – R.
4.5 Hemelwaterafvoer Het meest effectieve alternatief is een dakgootloos ontwerp. Het hemelwater valt via een dakoverstek op de grond of in een opvangbassin. Waarna het bijvoorbeeld voor waterverbruik in de tuin kan worden gebruikt. Dit voorkomt niet alleen uitloging, maar ook verdroging van de bodem. 4.5.1 Dakgoten Dakgoten zijn er als mastgoot (halfrond) en bakgoot. Voor een mastgoot is over het algemeen minder materiaal nodig dan voor een bakgoot. Een mastgoot is daarom meestal goedkoper en minder milieubelastend. Vele dakgoten worden nog gemaakt van zink of koper. Zinken en koperen goten hebben tot een factor 10 hogere milieubelasting ten opzichte van een PVC of polyester exemplaar. Voor zinken en koperen dakgoten zijn uitstekende alternatieven te vinden in de vorm van het eerder genoemde PP of PE. Een relatief eenvoudige handeling is het bedekken van zinken goot met het eerder genoemde EPDM. Een bestaande houten bak kan eveneens met EPDM worden bekleed. Dit kan zelfs door de bewoner zelf worden aangebracht. Gewapend EPDM is ook te ‘kloppen’. Naast genoemde materialen zijn er ook goten van aluminium en gecoat en verzinkt staal. Deze laatste lijkt de laagste milieubelasting te hebben, maar is er alleen als mastgoot. Aluminium behoort tot de middenmoot. 16
Alternatieve materialen voor bouwmetalen In onderstaande tabel worden de verborgen milieukosten van deze en andere materialen voor dakgoten gegeven. In bijlage IV is een grafiek opgenomen die een toelichting geeft op de opbouw van de verborgen milieukosten van de verschillende materialen. De functionele eenheid is per meter dakgoot.
Mbf 1,0 1,1 1,5 1,7 2,1 4,5 4,7 10,4 11,8 12,8 13,2 13,6 22,3
MK (€/FE) m-klasse Omschrijving Staal (gecoat, 1,37 1a verzinkt) 1,47 1a PVC 2,01 1c Polyester 2,37 2a Vuren–EPDM (db) 2,85 2b PVC 6,15 3c PVC vormgegeven 6,45 3c Aluminium 14,2 5b Vuren-EPDM (sb) 16,1 5b Zink 17,6 5c Zink 18,0 5c Koper 18,7 5c Vuren-zink (db) 30,5 6c Vuren-zink (sb)
Massa (kg/FE)
Levensduur (jaar)
Kosten (€/FE)
1,4 0,7 1,4 4,2 1,3 3,5 1,0 4,2 2,2 2,4 2,0 6,0 6,0
35 20 25 25 20 25 35 25 25 25 60 25 25
31 27 42 nb 33 48 nb nb 38 38 nb nb nb
Tabel 5 Overzicht dakgoten
4.5.2 Regenpijpen Vaak worden regenpijpen gemaakt van PVC, wanneer er sprake is van een zinken of koperen goot wordt ook vaak een regenpijp in hetzelfde materiaal toegepast. Zink en koper hebben een 6 tot 20 keer hogere milieubelasting. Naast PVC zijn er ook kunststoffen regenpijpen van PP en PE. Voorkeursproducten voor regenpijp zijn: PP en PE.
17
Alternatieve materialen voor bouwmetalen In onderstaande tabel worden de verborgen milieukosten van regenpijpen gegeven. In bijlage IV is een grafiek opgenomen die een toelichting geeft op de opbouw van de verborgen milieukosten van de verschillende materialen. De functionele eenheid is per strekkende meter regenpijp
Mbf 1,0 1,2 1,3
MK (€/FE) m-klasse Omschrijving 1,09 1,34 1,43
1a 1b 1b
PPc (75 mm) PVC (80 mm) PE (75 mm) Gietijzer (70 mm-90% recycling) 3,2 3,48 3a 3,2 3,55 3a Staal verzinkt (80 mm) 4,7 5,12 3c Staal – RVS (80 mm) 7,8 8,58 4c Zink (80 mm) 20,5 22,43 6c Koper (80 mm) Tabel 6 Overzicht regenpijpen.
Massa (kg/FE)
Levensduur (jaar)
Kosten (€/FE) 15
0,6 0,6 0,7
20 20 20
12 nb
6,0 3,5 2,3 1,2 1,5
35 30 35 25 35
nb nb 70 nb 81
4.6 Zinkcoating Om uitloging van zink uit bouwmaterialen te voorkomen hebben zinkfabrikanten twee coatings ontwikkeld: één coating voor nieuwe zinkoppervlakken (ENKEcoat) en één voor bestaande (ENKE-Renocoat). De coatings zijn gebaseerd op acrylhars en zijn weersbestendig alsmede tegen zuren, zoals in bitumen en riet). Het voordeel van het gebruik van deze coatings is dat uitloging tot een minimum beperkt wordt (genoemd wordt een teruggang met 98%). Het kan makkelijk worden aangebracht met een kwast of verfroller. Voorbehandeling is niet nodig. Het heeft geen nadelige invloed op de levensduur van zink en het heeft geen negatief effect op de recycling ervan. Gegarandeerd voor 10 jaar. Is na die tijd de oude laag nog in orde, dan kan deze worden overschilderd met ENKE-Renocoat. Toch is er sprake van enige milieudruk. Door slijtage vermindert de beschermende werking tegen uitloging. Naar schatting moet het om de 15 jaar worden overgeschilderd met ENKE-Renocoat. Dit legt dus een last op de beheersfase van het materiaal.
18
Alternatieve materialen voor bouwmetalen Bijlage I
NIBE systematiek
Uitleg systematiek Van de verschillende productalternatieven zijn de milieu- en kostengegevens weergegeven. De gegevens zijn ontleend aan onderzoek van Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie (NIBE) dat zij publiceren op de website www.nibe.info en in het “Basiswerk Duurzaam en Gezond bouwen”. In de vergelijking wordt gebruik gemaakt van zogenaamde functionele eenheden: het materiaal wordt in zijn producttoepassing beoordeeld. Voorbeelden hiervan zijn één strekkende meter buis, één vierkante meter dakbedekking of één kilogram. De milieugegevens worden weergegeven als verborgen milieukosten. Milieukosten worden niet betaald maar zijn een maat voor de kosten die gemaakt zouden moeten worden om de milieubelasting die ontstaat te voorkomen of teniet te doen. Verborgen milieukosten zijn dus een indicatie voor de preventieen herstelkosten die samenhangen met de milieubelasting van het product. De milieubelasting van een product wordt altijd berekend over een periode van 75 jaar. Wanneer een product bijvoorbeeld 25 jaar meegaat wordt de milieubelasting van het product vermenigvuldigd met een factor 3. Bij de milieubelasting wordt altijd gekeken naar alle milieueffecten die optreden van wieg tot graf, van winning van de grondstoffen tot en met sloop en afvalfase. Bij de kosten zijn alleen de initiële aanleg- of installatiekosten weergegeven. Er is dus, in tegenstelling tot de milieubeoordeling, geen sprake van een levensduurbenadering bij de kostengegevens. Wanneer de aanlegkosten niet bekend zijn is “nb” vermeld. In de tabellen is gebruik gemaakt van een aantal afkortingen: mbf milieubelastingsfactor: de milieubelasting van het product uitgedrukt ten opzicht van de milieubelasting van het minst milieubelastende product in de toepassing. De milieubelastingsfactor van het minst milieubelastende product in de toepassing is derhalve 1,0. MK (verborgen) milieukosten; dit is de maat waarin het NIBE de totale gewogen milieubelasting van het product uitdrukt. m-klasse de relatieve milieubelasting uitgedrukt in 7 klassen met een onderverdeling a, b en c. Klasse 1a is het minst milieubelastend. De milieuklasse wordt berekend op basis van de milieubelastingsfactor. Het verschil per klasse wordt bij hogere klassen steeds groter. FE functionele eenheid nb geen gegevens bekend
20
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
Milieuklasse indeling (Bron: NIBE) Klasse 1
2
3
4
5
6
7
>7c
21
Subklasse a b c a b c a b c a b c a b c a b c a b c
Omschrijving
Milieubelastingsfactor 1 - 1,1 Beste keuze > 1,1 - 1,32 > 1,32 - 1,9 > 1,9 - 2,28 Goede keuze > 2,28 - 2,74 > 2,74 - 3,28 > 3,28 - 3,94 Aanvaardbare keuze > 3,94 - 4,73 > 4,73 - 5,68 > 5,68 - 6,81 Minder goede keuze > 6,81 - 8,17 > 8,17 - 9,81 > 9,81 - 11,77 Af te raden keuze > 11,77 - 14,12 > 14.12 – 16,95 > 16,95 - 20,34 Slechte keuze > 20,34 - 24,40 > 24,40 –29,29 > 29,29 - 35,14 > 35,14 - 42,17 Onaanvaardbare keuze > 42,17 - 50,61 > 50,61
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
De in deze handleiding gebruikte gegevens zijn ontleent aan het basiswerk Duurzaam en Gezond Bouwen van het NIBE: Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie Postbus 229 1400 AE Bussum www.nibe.info www.nibe.info geeft alleen toegang tot materiaalinformatie voor abonnees. Voor anderen is alleen info over leveranciers beschikbaar.
23
Alternatieve materialen voor bouwmetalen Bijlage II
Stichting VIBA EXPO ECO BOUWKEUR
Een leverancier van bouwmaterialen die een of meer van zijn producten in een of meer diensten van VIBA EXPO wil laten opnemen, moet zijn producten laten toetsen door de Toelating van VIBA EXPO. Deze laat het product toetsen op door VIBA EXPO vastgestelde ecologische criteria bij een geselecteerde externe toetsingsinstelling. Voert een product echter al een geldig Nature Plus-label, dan kan het direct als ecologisch product worden toegelaten. Op dit moment is dit keurmerk onderwerp van onderhandeling, wellicht dat hier in de toekomst een ander keurmerk voor in de plaats komt. Deze toetsing wordt uitgevoerd volgens een toetsingsprotocol. Een dergelijke toetsing komt neer op het beoordelen van de milieu-effecten volgens de methodiek van een levenscyclusanalyse (LCA), aangevuld met enkele andere criteria en een VIBA EXPO gezondheidstoets. Een extern toetsingsbureau voert de toetsing uit in opdracht van de Toelating van VIBA EXPO. De aanvullende VIBA-gezondheidstoets bestaat uit een tevoren gedefinieerde weging van enkele factoren die betrekking hebben op de gezondheid. Deze weging is in het toetsingstraject opgenomen. Uit de volledige ecologische toetsing moet naar voren komen of een product werkelijk voldoet aan ecologische eisen. De mate waarin een product aan die eisen voldoet, wordt aangegeven in een score. De score kan per toetsingsbureau en -methode verschillen, maar wordt uiteindelijk vertaald in een VIBA EXPOscore. Daarnaast moet de VIBA-gezondheidstoets met het resultaat '+' (goed) of 'o' (voldoende) zijn afgesloten. VIBA EXPO heeft een indeling in categorieën gemaakt: AA A B C D
beste keuze goede keuze aanvaardbare keuze matige keuze niet aanbevolen
Alleen een product dat scoort in de categorie AA, 'beste keuze' of A, 'goede keuze' kan als ecologisch product tot de permanente expositie en andere VIBA EXPO-diensten worden toegelaten. Meer hierover in het boek ‘VIBA EXPO ALMANAK 2005’ van de Stichting VIBA EXPO. Het boek kost € 69,-. Voor overheidsdiensten wordt een korting gehanteerd van 35%, waardoor de prijs neerkomt op € 45,-. Het boek is te bestellen via
[email protected] of via 073-621 69 43.
25
Alternatieve materialen voor bouwmetalen Bijlage III Leveranciers Hier onder volgt een beknopt overzicht van leveranciers in Nederland en België. Voor aanvullende informatie www.viba-expo.nl, Duurzame Bouwindex. Dakbedekking Naam producent Hertalan Hertel Group
Hertalan Nederland
Lafarge Dakproducten
Mekelenkamp Phoenix Benelux bvba
Roval Aluminium BV
Sarnafil BV
Postadres Hertalan/ Hertel Group Industrieweg 196 9030 Mariakerke België Hertalan Nederland Industrieweg 16 8263 AD Kampen Lafarge Dakproducten Postbus 29 3417 ZG Montfoort Postbus 19 7710 AA Nieuwleusen Phoenix Benelux bvba Rijnkaal 37 B-2000 Antwerpen België Roval Aluminium BV Postbus 145 5700 AC Helmond Sarnafil B.V. Postbus 246 5060 AB Oisterwijk
Single-Ply Systems BV
Single-Ply Systems BV Postbus 278 5240 AG Rosmalen
Van Beek B.V.
Van Beek BV Postbus 199 6160 AD Geleen
Vesp
Weidebloempad 1 2651 LH Berkel Rodenrijs VESP Secr. Belgicalaan 15 1080 Brussel
VESP (Verenigde EPDM Systeem Producenten)
Andere adresgegevens Tel. (09) 216 76 76 Fax. (09) 226 81 35 website: www.hertel.be Tel. (038) 339 33 33 fax. (038) 331 61 80 website: www.hertalan.nl Tel. (047) 534 92 54
Tel. (0529) 48 19 26 Tel. +32 (0)3 206 74 20 Fax. +32 (0)3 206 74 30 e-mail:
[email protected]: website: www.phoenix-benelux.be Tel. (0492) 56 10 50
Gasthuisstraat 12 5061 PB Oisterwijk Postbus 246 5060 AE Oisterwijk Tel. (013) 528 48 55 Fax. (013) 521 54 85 Helpdesk: 0800 - 023 23 66 (gratis) e-mail:
[email protected] website: www.sarnafil.nl Bezoekadres: Reitscheweg 5h 5232 BX 's – Hertogenbosch Tel. (073) 648 43 00 Fax. (073) 648 43 33 e-mail:
[email protected] Vouersweg 95 6161 AG GELEEN Tel. (046) 474 06 25 Fax. (046) 474 44 48 e-mail:
[email protected] website: www.vbbv.com Tel. (036) 339 33 33 Fax. +31 (0)2 721 27 18
27
Alternatieve materialen voor bouwmetalen Gevelbekleding Naam Producent Lander Bouw-Keramiek
Leikon BV
Norwin Gevelelementen bv
Postadres Lander Bouw-Keramiek Modelleur 4 5171 SL Kaatsheuvel Leikon BV Nieuwkuijkseweg 46 5268 LH Helvoirt Norwin Gevelelementen bv Postbus 195 1850 AD Heiloo
Andere adresgegevens Tel. (0416) 28 02 46
Tel. (0411) 64 37 61
Tel. (072) 533 83 49
Wateraf- en aanvoerleidingen Naam Producent Beuker Kunststoffen BV
Euroceramic
Georg Fischer NV
Twebo Tubes BV
Postadres Beuker Kunststoffen BV De Veken 135 1716 KG Opmeer Euroceramic Postbus 4002 5950 AA Belfeld Georg Fischer NV Postbus 35 8160 AA Epe Twebo Tubes BV Postbus 1360 7500 BJ Enschede
Andere adresgegevens Tel. (0226) 36 44 40
Postadres Beuker Kunststoffen BV De Veken 135 1716 KG Opmeer Euroceramic Postbus 4002 5950 AA Belfeld
Andere adresgegevens Tel. (0226) 36 44 40
Tel. (077) 475 14 56
Tel. (0578) 67 82 22
Tel. (053) 434 02 05
Hemelwaterafvoer Naam Producent Beuker Kunststoffen BV
Euroceramic
Tel. (077) 475 14 56
Water- en vochtkerende afsluitingen Naam Producent Lafarge Gips
28
Postadres Lafarge Gips Postbus 45 9930 AA Delfzijl
Andere adresgegevens Tel. (0596) 64 68 88
Alternatieve materialen voor bouwmetalen Bijlage IV
Grafieken verborgen milieukosten van diverse materialen
Ter illustratie zijn in deze bijlagen een aantal grafieken opgenomen die inzicht geven in de opbouw van de verborgen milieukosten van de diverse materialen. De kosten zijn opgebouwd uit de onderwerpen: emissies, grondstoffen, landgebruik en hinder.
Grafiek 1 Overzicht van de verborgen milieukosten van verschillende dakbedekkingmaterialen voor hellende daken. Emissies
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
30
20
Houten shingles (WRC - sb)
Koper (felsdak)
Zink (felsdak)
Aluminium, gecoat (geprofileerd)
Bitumen shingles
Staal, verzinkt (trapezium)
Staal, verzinkt en gecoat (trapezium)
Leien, vezelcement
Houten shingles (WRC - db)
Vezelcementplaat (geprofileerd)
Dakpan, keramisch
Leien, natuursteen
Riet (schroefdak)
Dakpan, beton
0
Dakpan, beton (geglazuurd)
10
29
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
Grafiek 2 Overzicht van de verborgen milieukosten van verschillende dakbedekkingmaterialen voor platte daken.
Grafiek 3 Overzicht van de verborgen milieukosten van verschillende waterleidingmaterialen Emissies
Grondstoffen
Landgebruik
Hinder
4
Koper (half harde buis)
PE-X
PE - Aluminium PE
PB
PVC-C
0
Koper (dunwandig)
2
PP-R
Verborgen milieukosten (?/FE)
6
31
0
Landgebruik
Vuren - Zink (standaard bosbeheer)
Vuren - Zink (duurzaam bosbeheer)
Koper (bakgoot)
Zink (bakgoot)
Landgebruik
Koper (80 mm)
Zink (80 mm)
Grondstoffen Zink (mastgoot)
Vuren - EPDM (Standaard bosbeheer)
Aluminium (bakgoot)
Grondstoffen
Staal - RVS (80 mm)
Staal - verzink (80 mm)
Emissies PVC Vormgegeven (bakgoot)
PVC (bakgoot)
Vuren - EPDM (duurzaam bosbeheer)
Polyester (GVP bakgoot)
PVC (mastgoot)
Emissies
Gietijzer (70mm 90% gerecycled)
PE (75 mm)
PVC (80 mm)
PPc (75 mm)
0 Staal (gecoat, verzinkt mastgoot)
Alternatieve materialen voor bouwmetalen
Grafiek 4 Verborgen milieukosten dakgoten
20
Hinder
15
10
5
Grafiek 5 Verborgen milieukosten regenpijpen
20
Hinder
15
10
5
33