VKLIK!
Inhoud
Aan de slag
Basishandelingen
Functies voor opnemen gebruiken
Handboek voor camera voor delen via internet
Functies voor weergeven gebruiken
NSC-GC1/GC3 De instellingen aanpassen Beelden bekijken op een televisiescherm Problemen oplossen
Overige
Index
© 2007 Sony Corporation
3-272-527-41(1) NL
Opmerkingen over het gebruik van de camera Typen "Memory Stick" die kunnen worden gebruikt (niet bijgeleverd) Het IC-opnamemedium dat in deze camera wordt gebruikt, is een "Memory Stick Duo".
"Memory Stick Duo": u kunt een "Memory Stick Duo" gebruiken met de camera.
• Als u de camera langere tijd niet gebruikt, moet u de resterende lading van de batterij verbruiken en de camera opbergen op een koele, droge plaats. Hierdoor zorgt u ervoor dat de batterij goed blijft werken. • Voor meer informatie over de batterij, zie pagina 79.
Geen compensatie voor de inhoud van de opname • Er is geen compensatie mogelijk voor de inhoud van de opname als het opnemen of weergeven niet mogelijk is door een defect van de camera of het opnamemedium, enz.
"Memory Stick": u kunt geen "Memory Stick" gebruiken met de camera.
• Bevestig geen etiket en dergelijke op een "Memory Stick Duo" of een Memory Stick Duo-adapter.
U kunt geen andere geheugenkaarten gebruiken. • Voor meer informatie over "Memory Stick Duo", zie pagina 77.
Als u een "Memory Stick Duo" gebruikt met "Memory Stick"-compatibele apparatuur U kunt de "Memory Stick Duo" gebruiken door deze in de Memory Stick Duo-adapter (niet bijgeleverd) te plaatsen.
Memory Stick Duo-adapter
Opmerkingen bij de batterij • Laad de ingebouwde batterij op voordat u de camera voor het eerst gebruikt. • De batterij kan zelfs worden opgeladen wanneer deze nog niet volledig leeg is. Zelfs als de batterij niet volledig is opgeladen, kunt u de gedeeltelijk opgeladen batterij gebruiken.
2
Intern geheugen en back-up van "Memory Stick Duo" • Schakel de camera niet uit en verwijder de "Memory Stick Duo" niet terwijl het toegangslampje brandt, omdat zo de gegevens in het interne geheugen of op de "Memory Stick Duo" verloren kunnen gaan. Bescherm uw gegevens altijd door een reservekopie te maken.
De taalinstelling wijzigen • De schermafbeeldingen in elke plaatselijke taal worden gebruikt om de werkwijzen te illustreren. Wijzig indien nodig de schermtaal voordat u de camera gebruikt (pagina 19).
Opmerkingen over opname/weergave • Deze camera is niet stofdicht, spatwaterdicht of waterdicht. • Voordat u eenmalige gebeurtenissen vastlegt, maakt u best eerst een testopname zodat u zeker bent dat de camera correct werkt. • Let op dat de camera niet nat wordt. Als er water binnendringt in de camera kan dit defecten veroorzaken, die in bepaalde gevallen niet kunnen worden hersteld. • Richt de camera niet naar de zon of ander helder licht. Dit kan uw ogen onherstelbaar beschadigen. Of dit kan storingen in uw camera veroorzaken. • Gebruik de camera niet in de buurt van een plaats met sterke radiogolven of straling. De camera kan mogelijk niet goed opnemen of weergeven. • Als u de camera gebruikt op zanderige of stoffige plaatsen, kan dat storingen veroorzaken.
Opmerkingen over het gebruik van de camera
• Als er condensatie van vocht optreedt, dient u die te verwijderen voordat u de camera gebruikt. • Schud niet met en sla niet tegen de camera. Behalve storingen en het onvermogen om beelden op te nemen, kan dit het opnamemedium onbruikbaar maken of defecten, beschadiging of verlies van gegevens veroorzaken. • Reinig het oppervlak van de flitser voor gebruik. De warmte die wordt afgegeven door de flitser kan ervoor zorgen dat vuil op het oppervlak van de flitser verkleurt of vastplakt, waardoor de flitser mogelijk onvoldoende licht produceert. • Wanneer u de camera op een ander toestel aansluit met een kabel, dient u erop te letten dat de aansluitstekker op de juiste manier wordt geplaatst. Door de stekker met kracht in de aansluiting te duwen, wordt de aansluiting beschadigd en kunnen er storingen in uw camera optreden. • Films die niet werden opgenomen, bewerkt of samengesteld op deze camera, kunnen niet worden afgespeeld.
Opmerkingen bij het LCD-scherm en de lens • Het LCD-scherm is vervaardigd met precisietechnologie, zodat minstens 99,99% van de beeldpunten voor gebruik beschikbaar is. Soms kunnen er op het LCD-scherm of de LCDzoeker echter zwarte puntjes en/of heldere puntjes (wit, rood, blauw of groen) permanent zichtbaar zijn. Dit is normaal en heeft geen enkele invloed op het opgenomen beeld.
• In een koude omgeving kunnen de beelden op het LCD-scherm nasporen vertonen. Dit is normaal.
Opmerking over verwijdering/overdracht • Wanneer u in de camera ingebedde software gebruikt, kan persoonlijke informatie zoals identificaties en mailadressen worden opgeslagen in het interne geheugen van de camera. Wanneer u de camera overdraagt aan anderen of wegdoet, dient u eerst de ingevoerde informatie te verwijderen.
Over de compatibiliteit van beeldgegevens • Deze camera is compatibel met DCF (Design rule for Camera File system), de universele standaard ontwikkeld door JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). • De weergave van beelden opgenomen met uw camera op andere apparatuur en de weergave van beelden opgenomen of bewerkt met andere apparatuur op uw camera worden niet gegarandeerd.
Waarschuwing over auteursrecht • Televisieprogramma's, films, videotapes en andere materialen zijn mogelijk auteursrechtelijk beschermd. Het onwettig opnemen van zulke materialen kan in strijd zijn met de voorzieningen van de auteursrechtwetgeving.
Informatie over dit handboek
Zwarte, witte, rode, blauwe of groene puntjes
• De foto's die in dit handboek worden gebruikt als voorbeelden, zijn gereproduceerde beelden die niet daadwerkelijk met deze camera zijn opgenomen. • Wijzigingen in ontwerp en technische gegevens van opnamemedia en andere accessoires voorbehouden zonder voorafgaande kennisgeving.
• Als het LCD-scherm of de lens langdurig worden blootgesteld aan direct zonlicht, kunnen deze worden beschadigd. Wees voorzichtig wanneer u de camera buiten of bij een raam neerlegt. • Duw niet op het LCD-scherm. Het scherm kan verkleuren en hierdoor kunnen storingen optreden.
3
De camera hanteren • Wanneer u de camera draagt, dient u het LCD-scherm te sluiten zoals afgebeeld.
• Blokkeer de lens of de flitser niet met uw vinger tijdens het opnemen.
• Houd de camera niet vast met enkel het LCD-scherm.
4
Inhoud Opmerkingen over het gebruik van de camera .........................................2 De camera hanteren..................................................................................4 Onderdelen en bedieningselementen .......................................................8 Aanduidingen op het scherm ..................................................................10
Aan de slag De bijgeleverde accessoires controleren.................................................14 1 De ingebouwde batterij opladen...........................................................15 2 Een "Memory Stick Duo" plaatsen (niet bijgeleverd) ............................17 3 De camera inschakelen/de klok instellen .............................................18 De taalinstellingen wijzigen ............................................................................. 19
Basishandelingen Het juiste beeldformaat selecteren..........................................................20 Beelden opnemen ...................................................................................24 Beelden weergeven.................................................................................28 Beelden verwijderen ................................................................................30 Beelden selecteren om te uploaden op een website (Sharemark)..........32 De menu-items gebruiken .......................................................................34 Menu-items..............................................................................................35
Functies voor opnemen gebruiken Opnamemenu..........................................................................................36 Camera: een camerafunctie selecteren Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen EV: de lichtintensiteit instellen Witbalans: de kleurtinten aanpassen ISO: de lichtgevoeligheid selecteren Beeldkwaliteit: compressie van stilstaande beelden Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren Flitsniveau: de hoeveelheid flitslicht instellen Verzadiging: de verzadiging aanpassen Scherpte: de scherpte aanpassen Setup: de opname-instellingen selecteren
5
Inhoud
Functies voor weergeven gebruiken Weergavemenu .................................................................................. 44 (Map): een map selecteren voor het weergeven van beelden (Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist DPOF: een afdrukmarkering toevoegen (Afdrukken): beelden afdrukken met een printer (Dia): een reeks beelden afspelen (Ander form.): het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen (Roteren): een stilstaand beeld roteren (Opdelen): films splitsen (Setup): setup-items wijzigen
De instellingen aanpassen Setup-items gebruiken ........................................................................ 54 Camera............................................................................................. 55 Functiegids Rode-ogeneff.
Auto Review
Memory Stick tool............................................................................. 56 Formatteren Opnamemap maken
Opnamemap wijz. Kopiëren
Intern geheugen-tool ........................................................................ 58 Formatteren 1
Setup 1 ............................................................................................. 59 LCD-verlicht Pieptoon
2
Taal Initialiseren
Setup 2 ............................................................................................. 60 Bestandsnr. USB-aansl.
Video-uit Klokinstel.
Beelden bekijken op een televisiescherm Beelden bekijken op een televisiescherm............................................... 64
6
Inhoud
Problemen oplossen Problemen oplossen................................................................................66 Foutcodes en berichten ...........................................................................74
Overige De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening ...............76 Over de "Memory Stick" ..........................................................................77 Over de ingebouwde batterij ...................................................................79
Index Index........................................................................................................80
7
Onderdelen en bedieningselementen Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.
5
6 78 9
0 qa qs qd qf qg qh qj qk ql w; wa ws wdwf
A Luidspreker B Lens C Flitser (26) D Microfoon
wg
wh
wj wk
E LCD-scherm (25) F G H
/CHG: Laadlampje flitser (26)/ Laadlampje batterij (15) (Weergavemodus)-lampje (groen) (Opnamemodus)-lampje (groen)
I Schakelaar scherpstelbereik (26) J Bedieningstoets MODE-toets (24, 28, 32) MENU-toets (34) Flitsertoets (26) Zelfontspannertoets (27)
K Keuzeknop (v/V/b/B) (18) L Voor opnemen: Zoomtoets (W/T) (26) Voor weergeven: / -toets (Weergavezoom) / -toets (Index) (28, 29) M MOVIE-toets (24) N PHOTO-toets (24) O Sharemark-toets (32)
8
Onderdelen en bedieningselementen
P Afdekking aansluiting Q
(USB)-aansluiting (47) • Wordt gebruikt bij het aansluiten op een computer met een USB-kabel of op een printer met PictBridge. • NSC-GC3: Via deze aansluiting kunt u geen signalen naar uw camera voeren.
R A/V OUT-aansluiting (64) • Wordt gebruikt bij het aansluiten op een tv, enz. met een A/V-verbindingskabel.
S DC IN-aansluiting (15) • Wordt gebruikt bij het aansluiten op de netspanningsadapter om de batterij op te laden of de camera op netstroom te gebruiken.
T Bevestigingsoog voor de polsriem (14) U POWER-toets (18) V
-toets (Schermweergaveschakelaar) (25)
W RESET-toets • Reset het toestel. De datum en instellingen worden niet teruggezet op de standaardinstellingen.
X
-toets (Beeldformaat/ Verwijderen) (20, 30)
Y Schroefgat voor statief (onderkant) • Gebruik een statief met een schroeflengte van minder dan 5,5 mm. Bij gebruik van schroeven die langer zijn dan 5,5 mm, kan de camera niet stevig op het statief worden bevestigd en kan de camera beschadigd raken.
Z "Memory Stick Duo"-klep (17) wj "Memory Stick Duo"-sleuf wk Toegangslampje (17)
9
Aanduidingen op het scherm Telkens wanneer u op de -toets (Schermweergaveschakelaar) drukt, wijzigen de aanduidingen op het scherm (pagina 25). Zie de pagina's tussen haakjes voor meer informatie.
A Scherm
Resterende batterijlading (16) Zoomvergrotingsfactor (26)
In stand-by voor opnemen
Camerafunctie (scènekeuze) (37)
3
1
Aanduiding
P WB
Camerafunctie (programma) (37) Witbalans (40)
2 Close-upfunctie (26)
4
Scherpte (43)
Tijdens het opnemen van films 640 30f
+2.0EV
00:00:05
Verzadiging (43)
5
ISO400
ISO-waarde (41)
ZWART&WIT SEPIA LEVENDIG
Kleurfunctie (38)
E
Waarschuwing voor zwakke batterij (74)
B Scherm
Aanduiding
Rode-ogeneffect (55) Flitsfunctie (26) Flitser wordt opgeladen Beeldformaat (20) FINE STD
Beeldkwaliteit (41) Opnamefunctie voor stilstaande beelden (24)
[400]
Resterend aantal opneembare beelden (22) Menu/gidsmenu (34) • Met MENU kunt u het menu/gidsmenu in-/ uitschakelen.
10
Aanduidingen op het scherm
C Scherm
Aanduiding
Opnamemap (56) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
Opnamemedia Histogram (25, 39)
D Scherm
Aanduiding
Zelfontspanner (27) Beeldformaat (22) +2.0EV [00:28:25]
Belichtingswaarde (39) Resterende opnameduur (22) Filmopnamefunctie (24)
E Scherm
+2.0EV
Aanduiding
Belichtingswaarde (39) Filmopname
00:00:05
Opnameduur (22)
11
Aanduidingen op het scherm
A
Bij weergave van films
Scherm
Aanduiding
3
Resterende batterijlading (16)
1
Beeldformaat (22)
2
/
/
Bij weergave van stilstaande beelden /
1
3
Weergeven/stoppen/ diavoorstelling snel vooruitspoelen (24, 49) Snel vooruitspoelen/ terugspoelen
00:00:00
Teller
VOL.
Volume (28) PictBridge aansluiten (47) Zoomvergrotingsfactor
4
(28)
+2.0EV
2
Waarschuwing voor zwakke batterij (74)
E
PictBridge aansluiten (47) • Koppel de USB-kabel niet los wanneer het pictogram wordt weergegeven.
B Scherm
Aanduiding
Weergavebalk 101_0012
Map-bestandsnummer (56)
2007 1 1 9:30 AM
Opnamedatum/-tijd van het weergavebeeld
VORIGE/ VOLGENDE
Beelden selecteren
VOLUME
Volume aanpassen
DPOF
12
Menu/gidsmenu (34)
Aanduidingen op het scherm
C Scherm
Aanduiding
Map wijzigen (44) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
Weergavemap (44) • Dit wordt niet weergegeven als het interne geheugen wordt gebruikt.
12/12
Beeldnummer/aantal beelden opgenomen in geselecteerde map Weergavemedia Opnamefunctie Opnamemappen (56) Sharemark (32) Afdrukmarkering (DPOF) (46) Beveiligen (44) Histogram (25, 39) •
wordt weergegeven wanneer het histogramscherm is uitgeschakeld.
D Scherm
Aanduiding
Flitser WB
Witbalans (40)
2000
Sluitertijd
F3.5
Diafragmawaarde
ISO400
ISO-waarde (41)
+2.0EV
Belichtingswaarde (39)
13
Aan de slag
De bijgeleverde accessoires controleren • Netspanningsadapter UPA-AC05 (1)/ Stroomkabel (1)
• USB-kabel (1)
• Polsriem (1)
• A/V-verbindingskabel (1)
Bevestig de riem en steek uw hand door de lus om te voorkomen dat de camera beschadigd wordt door te vallen, enz.
14
• CD-ROM "Net-sharing CAM Application Software" (1) – Picture Motion Browser (Software) – Picture Motion Browser Guide – Handboek voor camera voor delen via internet (PDF) • Gebruiksaanwijzing (1)
Bevestigingsoog
1 De ingebouwde batterij opladen
1 Isolatievel
/CHG-lampje
Netspanningsadapter
2
Aan de slag
3
DC IN-aansluiting
Stroomkabel • Er bevindt zich een ingebouwde batterij in de camera.
1 Verwijder het isolatievel. 2 Sluit de netspanningsadapter aan op de DC IN-aansluiting van de camera en ga na of het toestel uitgeschakeld is.
3 Steek het stroomsnoer in een stopcontact. • Het
/CHG-lampje licht op en het laden begint.
Wanneer het /CHG-lampje dooft, is het laden voltooid (bruikbare lading). Als u de batterij nog ongeveer een uur laat laden (tot ze volledig is opgeladen), zal de batterij iets langer meegaan.
15
1 De ingebouwde batterij opladen
Laadduur Duur volledige lading
Ongeveer 120 min. • Tijd nodig om een volledig lege batterij op te laden bij een temperatuur van 25°C. Het laden kan langer duren onder bepaalde omstandigheden. • Zie pagina 22 voor het aantal beelden dat kan worden opgenomen. • Sluit de netspanningsadapter aan op een gemakkelijk toegankelijk stopcontact in de buurt. • Zelfs als het /CHG-lampje niet brandt, is de netspanningsadapter niet losgekoppeld van de netstroom zolang hij verbonden is met het stopcontact. Als er zich problemen voordoen tijdens het gebruik van de netspanningsadapter, schakel het toestel dan onmiddellijk uit door de stekker uit het stopcontact te trekken. • Wanneer het laden voltooid is, trekt u de stroomkabel uit het stopcontact.
De resterende batterijlading controleren Druk op de POWER-toets om het toestel in te schakelen en controleer de resterende batterijlading op het LCD-scherm. Aanduiding resterende batterijlading Richtlijnen resterende batterijlading
Voldoende resterend vermogen
Batterij bijna volledig opgeladen
Batterij half opgeladen
Batterij bijna leeg, opnemen/ weergeven stopt binnen korte tijd.
Laad de batterij op. (De waarschuwingsindicator knippert.)
• Het duurt ongeveer één minuut tot de correcte aanduiding van de resterende batterijduur verschijnt. • De weergegeven resterende batterijlading is mogelijk niet correct onder bepaalde omstandigheden. • Het scherm voor het instellen van de klok verschijnt wanneer de camera de eerste keer wordt ingeschakeld (pagina 18).
16
2 Een "Memory Stick Duo" plaatsen (niet bijgeleverd) 1 "Memory Stick Duo"-klep
2 Duw de "Memory Stick Duo" volledig in de camera tot hij vastklikt, zoals afgebeeld.
Aan de slag
1 Open de "Memory Stick Duo"-klep. 2 Duw de "Memory Stick Duo" (niet bijgeleverd) volledig in de camera tot hij vastklikt.
3 Sluit de "Memory Stick Duo"-klep. Als er geen "Memory Stick Duo" is geplaatst De camera kan geen beelden opnemen/weergeven met het interne geheugen (ongeveer 4 MB).
Verwijderen van "Memory Stick Duo" Open de "Memory Stick Duo"-klep.
Controleer of het toegangslampje niet brandt en duw eenmaal op de "Memory Stick Duo".
• Verwijder de "Memory Stick Duo" nooit wanneer het toegangslampje brandt. Dit kan de gegevens op de "Memory Stick Duo" beschadigen.
17
3 De camera inschakelen/de klok instellen 1 LCD-scherm 1 POWER-toets
2 Keuzeknop MENU-toets Kantel de keuzeknop van links naar rechts en naar boven en beneden om een instelling te selecteren en duw op het midden om de instelling te bevestigen.
/
/
:
1 Open het LCD-scherm om het toestel in te schakelen. • Open het LCD-scherm en draai het omhoog tot een hoek van 90 graden ten opzichte van de camera (1) en zet het vervolgens in de gewenste hoek (2).
2 180 graden (max.)
1 90 graden (max.)
2 90 graden (max.)
• U kunt het toestel ook inschakelen door op de POWER-toets te drukken.
2 Stel de klok in met de keuzeknop. 1 Selecteer de datumnotatie met v/V. 2 Selecteer elk item met b/B en stel de numerieke waarde in met v/V. 3 Selecteer [OK].
De stroom uitschakelen Druk op de knop POWER.
De datum en tijd wijzigen Druk op MENU en selecteer [Klokinstel.] in
18
2
(Setup 2) (pagina 63).
3 De camera inschakelen/de klok instellen
Wanneer u het toestel inschakelt Als de camera op batterijvermogen werkt en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterij leegloopt (automatische uitschakelfunctie).
De taalinstellingen wijzigen U kunt de taal te wijzigen waarin de berichten die op het scherm verschijnen, worden weergeven. Druk op MENU en selecteer [ Taal] in (Setup 1) (pagina 59) om de schermtaal te selecteren. 1
Aan de slag
19
Basishandelingen
Het juiste beeldformaat selecteren (Opnamemodus)-lampje MODE-toets Keuzeknop
-toets (Beeldformaat)
1 Druk op MODE om de opnamefunctie van de camera in te stellen. •
(Opnamemodus)-lampje brandt.
2 Druk op de
-toets (Beeldformaat).
3 Selecteer
(Fotoformaat) of (Filmformaat) met b/B op de keuzeknop en selecteer het gewenste beeldformaat met v/V. Fotoformaat
Filmformaat
• Het aanbevolen gebruik en aantal resterende opnamen worden weergegeven in het bovenste gedeelte van het LCD-scherm.
4 Druk op
20
(Beeldformaat) om de instelling te voltooien.
Het juiste beeldformaat selecteren
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Beeldformaat van films
Frame/seconde
Gebruiksrichtlijnen
640(30fps) (640×480)
Ongeveer 30*
Films van hoge kwaliteit opnemen in formaten geschikt voor weergave op een tv
320(30fps) (320×240)
Ongeveer 30*
Films van hoge kwaliteit opnemen in formaten geschikt voor weergave op websites
320(15fps) (320×240)
Ongeveer 15*
In een klein formaat opnemen voor verzenden per e-mail
* Hoe donkerder het onderwerp, hoe kleiner het aantal frames per seconde.
Beeldformaat
Richtlijnen
5M (2592×1944)
Voor afdrukken tot A4
3:2* (2592×1728)
Met beeldverhouding 3:2
3M (2048×1536)
Voor afdrukken tot 10×15 cm of 13×18 cm
2M (1632×1224)
Voor afdrukken tot 10×15 cm
VGA (640×480)
In klein beeldformaat opnemen voor verzenden per e-mail
Basishandelingen
• Hoe groter het beeldformaat, hoe hoger de beeldkwaliteit. • Hoe meer frames u per seconde weergeeft, hoe vloeiender de weergave is. • "fps" duidt het aantal frames per seconde aan. Het werkelijke aantal opneembare beelden kan verschillen naargelang de opnameomstandigheden en het onderwerp.
* De beelden worden opgenomen in de breedte-/hoogteverhouding 3:2, net zoals fotopapier, briefkaarten, enz.
Het beeldformaat (compressieverhouding) in combinatie selecteren (pagina 41) U kunt de compressieverhouding selecteren wanneer digitale beelden worden opgeslagen. Wanneer u een hoge compressieverhouding selecteert, zijn de details van het beeld minder fijn, maar is het bestandsformaat kleiner.
21
Het juiste beeldformaat selecteren
Opnameduur van films en aantal stilstaande beelden De tijdsduur van films en het aantal stilstaande beelden kan verschillen naargelang de opnameomstandigheden.
De opnameduur van films bij benadering (Eenheden: uur : minuut : seconde) Capaciteit
Intern geheugen
"Memory Stick Duo" geformatteerd met deze camera
Formaat
Ongeveer 4 MB
128 MB
640(30fps)
0:00:10
0:05:50 0:10:00 0:22:00 0:44:00 1:30:00
3:00:00
6:05:00
320(30fps)
0:00:35
0:19:00 0:34:00 1:10:00 2:20:00 4:55:00
9:40:00
19:30:00
320(15fps)
0:01:50
1:05:00 2:00:00 4:05:00 8:20:00 17:00:00 34:00:00 68:00:00
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
4 GB
8 GB
• De opnamefunctie stopt automatisch in de volgende situaties. – Wanneer het bestandsformaat van de opgenomen film 2 GB overschrijdt. – Nadat de maximale opnameduur* voor elk bestand is verstreken. * NSC-GC1: 2 uur, NSC-GC3: 29 minuten
Het aantal stilstaande beelden bij benadering (Eenheden: beelden) Capaciteit Formaat/ kwaliteit
5M 3:2 3M 2M VGA
Intern geheugen Ongeveer 4 MB
"Memory Stick Duo" geformatteerd met deze camera 128 MB
256 MB
512 MB
1 GB
2 GB
4 GB
8 GB
Fijn
1
50
95
190
390
790
1.550
3.100
Standaard
3
95
180
360
730
1.500
2.900
7.000
Fijn
1
50
95
190
390
790
1.550
3.100
Standaard
3
95
180
360
730
1.500
2.900
7.000
Fijn
3
80
155
305
620
1.250
2.500
5.000
Standaard
5
145
280
560
1.100
2.300
4.400
11.500
Fijn
5
130
235
480
980
2.000
4.000
8.000
Standaard
8
245
445
900
1.850
3.750
7.500
18.000 48.000
Fijn
25
780
1.500
2.950
6.000
12.000
23.500
Standaard
40
1.850
3.600
7.100
14.500
29.500
59.000 115.000
• Het vermelde aantal beelden is geldig wanneer [Opn.functie] is ingesteld op [Normaal]. • Wanneer het aantal resterende opneembare beelden hoger is dan 9.999, verschijnt de aanduiding ">9.999". • Wanneer beelden opgenomen met oudere Sony-modellen worden weergegeven op deze camera, kan de weergave afhangen van het werkelijke beeldformaat. • De beeldkwaliteit is [Fijn] op de bovenste rij en [Standaard] op de laagste rij (pagina 41).
22
Het juiste beeldformaat selecteren
• Alle waarden gemeten bij gebruik van een "Memory Stick Duo" geproduceerd door Sony Corporation. Het aantal stilstaande beelden en de tijdsduur voor films kunnen verschillen naargelang de opnameomstandigheden en de opnamemedia. • Wat de capaciteit van de media betreft: 1 GB komt overeen met 1 miljard bytes, waarvan een deel wordt gebruikt voor het beheer van de gegevens.
Basishandelingen
23
Beelden opnemen
Schakelaar scherpstelbereik
MODE-toets Zelfontspannertoets
(Opnamemodus)-lampje
Keuzeknop Zoomtoets MENU-toets MOVIE-toets Flitsertoets PHOTO-toets POWER-toets -toets (Schermweergaveschakelaar)
1 Open het LCD-scherm om het toestel in te schakelen. • U kunt het toestel ook inschakelen door op POWER te drukken.
2 Ga na of de
(Opnamemodus)-lampje brandt.
• Het REC-lampje licht op.
3 Bevestig de compositie. Plaats het onderwerp in het midden van het scherm.
4 Start met opnemen. Bij opname van films:
Films
Stilstaande beelden
Druk op MOVIE. Druk nogmaals op MOVIE om te stoppen met opnemen.
101
Bij opname van stilstaande beelden: Druk op PHOTO.
5M
[ 400] +2.0EV
• Bij het opnemen van films wijzigt de gezichtshoek ten opzichte van het opnemen van stilstaande beelden.
24
Beelden opnemen
• De opnamefunctie stopt automatisch in de volgende situaties. – Wanneer het bestandsformaat van de opgenomen film 2 GB overschrijdt. – Nadat de maximale opnameduur* voor elk bestand is verstreken. * NSC-GC1: 2 uur, NSC-GC3: 29 minuten • Bij het opnemen van films, wordt de steadyshot-functie ingeschakeld.
De schermweergave wijzigen
-toets (Schermweergaveschakelaar)
Histogramscherm (pagina 39)
Histogram aan*
Aanduidingen uit
Basishandelingen
Telkens wanneer u op de -toets (Schermweergaveschakelaar) drukt, wijzigen de aanduidingen op het scherm als volgt.
Aanduidingen aan
* Tijdens de weergave worden de beeldgegevens weergegeven. • Als u langer op de -toets (Schermweergaveschakelaar) drukt, kunt u de achtergrondverlichting van het LCD-scherm verhogen. • Als u beelden buiten bij helder licht bekijkt, kunt u de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aanpassen. De batterij loopt echter sneller leeg als u dit doet. • Het LCD-scherm geeft niets weer wanneer de camera is aangesloten op een tv. • Het histogram wordt in de volgende gevallen niet weergegeven: Tijdens het opnemen – Als het menu wordt weergegeven. – Tijdens het opnemen van films Tijdens het weergeven – Als het menu wordt weergegeven. – In de indexfunctie – Wanneer u de weergavezoom gebruikt. – Wanneer u stilstaande beelden roteert. – Tijdens het weergeven van films • Er kan een groot verschil optreden tussen het histogram dat wordt weergegeven tijdens het opnemen en tijdens het weergeven wanneer: – De flitser afgaat. – De sluitertijd langzaam of snel is.
25
Beelden opnemen
• Het histogram wordt wellicht niet weergegeven voor beelden die zijn opgenomen met andere camera's.
Nuttige functies voor opnemen W/T De zoom gebruiken Druk op T om in te zoomen en druk op W om uit te zoomen. • Deze camera kan alleen digitaal zoomen.
Een stilstaand beeld opnemen tijdens de opname van films Wanneer u op PHOTO drukt tijdens het opnemen van films, wordt hetzelfde beeld als de opgenomen film opgenomen als een stilstaand beeld. Het formaat van het opgenomen stilstaande beeld is hetzelfde als het formaat van de film.
Close-upfunctie Schuif de schakelaar voor het scherpstelbereik op van een onderwerp.
(Close-up) voor het dichtbij opnemen
: Normale opname (ca. 1,0 m of verder)
: Close-up (ca. 60 cm tot 1,0 m) • Het bereik dat is scherpgesteld, wordt smaller en het onderwerp is wellicht niet volledig scherpgesteld.
Flitser (Een flitsfunctie selecteren voor stilstaande beelden) Druk herhaaldelijk op de knop scherm.
tot het gewenste pictogram wordt weergegeven op het LCD-
(Geen aanduiding): Flitser Auto Gaat af wanneer er niet voldoende licht of achtergrondverlichting is (standaardinstelling). : altijd flitsen : langzame synchro (altijd flitsen) De sluitertijd is lang in een donkere omgeving om de achtergrond helder op te kunnen nemen die buiten het bereik is van het flitslicht. : niet flitsen • De flitser gaat twee keer af. Tijdens de eerste flits wordt de hoeveelheid licht aangepast. • Tijdens het opladen van de flitser licht het /CHG-lampje op en wordt weergegeven.
26
Beelden opnemen
De zelfontspanner gebruiken Druk op de
-toets (Zelfontspanner).
(Geen aanduiding): de zelfontspanner niet gebruiken : de zelfontspanner gebruiken
Als u op PHOTO drukt, verschijnt een timer; als u snelle piepgeluiden hoort, begint de camera op te nemen. Druk nogmaals op
om te annuleren. Basishandelingen
27
Beelden weergeven
(Weergavemodus)lampje
MODE-toets
-toets (Weergavezoom)/ -toets (Index)
MENU-toets
Keuzeknop
POWER-toets
1 Open het LCD-scherm om het toestel in te schakelen. • U kunt het toestel ook inschakelen door op POWER te drukken.
2 Druk op MODE om de weergavefunctie van de camera in te stellen. •
(Weergavemodus)-lampje brandt.
3 Geeft films of stilstaande beelden weer. Film: Druk op de keuzeknop om een film weer te geven. (Druk er nogmaals op om de weergave te stoppen.) Druk op B om snel vooruit te spoelen, druk op b om terug te spoelen. (Druk op de keuzeknop om terug te keren naar de normale weergave.) Druk op V om het scherm voor volumeregeling weer te geven en pas het volume aan met v/V. • Films met het beeldformaat [320(30fps)] of [320(15fps)] worden één formaat kleiner weergegeven.
Stilstaand beeld: • Selecteer een beeld met b/B op de keuzeknop.
/
Een vergroot beeld weergeven (weergavezoom)
Druk op wanneer een stilstaand beeld wordt weergegeven. Druk op om het zoomen ongedaan te maken. De positie aanpassen: v/V/b/B Weergavezoom annuleren: druk op de keuzeknop.
28
Beelden weergeven
Een indexscherm weergeven Druk op (Index) om het indexscherm weer te geven terwijl een stilstaand beeld wordt weergegeven. Selecteer een beeld met v/V/b/B op de keuzeknop. Als u wilt terugkeren naar het scherm met één beeld, drukt u op de keuzeknop. Als u het volgende (vorige) indexscherm wilt weergeven, beweegt u het gele frame naar boven/beneden/links/rechts met v/V/b/B. V
Basishandelingen
29
Beelden verwijderen
(Weergavemodus)lampje
MODE-toets
-toets (Index)
MENU-toets
Keuzeknop
-toets (Verwijderen)
1 Druk op MODE om de weergavefunctie van de camera in te stellen. 2 Druk op
(Verwijderen) tijdens weergave in de enkelbeeldfunctie of in de indexfunctie.
3 Selecteer [Wissen] met v op de keuzeknop.
De verwijdering annuleren Selecteer [Sluiten] met v/V.
30
Beelden verwijderen
Beelden verwijderen in de indexfunctie 1 Terwijl een indexscherm wordt weergegeven, drukt u op [Kiezen] met b/B op de keuzeknop.
(Verwijderen) en selecteert u
2 Selecteer de beelden die u wilt verwijderen met v/V/b/B en druk vervolgens op de keuzeknop om de aanduiding (Verwijderen) weer te geven op het geselecteerde beeld.
(Verwijderen).
4 Selecteer [OK] met B. • Als u alle beelden in de map wilt verwijderen, selecteert u [Alle in deze map] met b/B in stap 1 in plaats van [Kiezen].
Een selectie annuleren Selecteer een beeld dat u eerder hebt geselecteerd om te verwijderen en druk vervolgens op de keuzeknop om de aanduiding van het beeld te verwijderen.
Basishandelingen
3 Druk op
31
Beelden selecteren om te uploaden op een website (Sharemark) (Weergavemodus)lampje
MODE-toets Keuzeknop
-toets (Sharemark)
1 Druk op MODE om de weergavefunctie van de camera in te stellen. •
(Weergavemodus)-lampje brandt.
2 Selecteer de beelden die u op een website wilt uploaden en druk op de -toets (Sharemark). Beelden selecteren in de enkelbeeldfunctie: Selecteer [ -teken] met v/V op de keuzeknop.
• Selecteer [Sluiten] om te annuleren. • Ga naar het vorige of volgende beeld met b/B.
Beelden selecteren in de indexweergavefunctie: Selecteer hoe u [ -teken] wilt markeren via [Alle in deze map] of [Kiezen].
Bij het selecteren van [Alle in deze map]: wordt gemarkeerd op alle beelden binnen het geselecteerde bestand.
Bij het selecteren van [Kiezen]: Selecteer de beelden die u met Sharemark wilt markeren. geselecteerde beelden.
32
wordt gemarkeerd op de
Beelden selecteren om te uploaden op een website (Sharemark)
Sharemarks verwijderen Als u de Sharemark van een beeld wilt verwijderen, selecteert u het beeld waarvan u de Sharemark wilt verwijderen en volgt u dezelfde stappen als wanneer u Sharemark markeert op een beeld. • Met de software "PMB Portable", die in de camera ingebed zit, kunt u gemakkelijk beelden uploaden die gemarkeerd zijn met Sharemarks. Voor meer details raadpleegt u de Help van "PMB Portable". • Wanneer u verbinding maakt met de netwerkdienst, wordt de pagina omgeleid door de server van Sony naar de URL ingevoerd in de instellingen van de netwerkservice. • Wanneer beelden worden geüpload via het Internet, dus ook dit product, is het mogelijk dat de cache in de gebruikte computer blijft (dit is afhankelijk van de Internet serviceprovider).
Basishandelingen
33
De menu-items gebruiken
Keuzeknop MENU-toets
1 Druk op MENU om het menu weer te geven. • Het menu wordt alleen weergegeven tijdens de opname-en weergavefunctie. • Verschillende items zijn beschikbaar afhankelijk van de geselecteerde functie.
2 Selecteer het gewenste menu met b/B op de keuzeknop.
Autom.
• In de REC-functie wordt / weergegeven. U kunt geen item instellen met de aanduiding in het grijs. • In de PLAY-functie drukt u op de keuzeknop nadat u een item hebt ingesteld.
3 Selecteer een instelling met v/V. 4 Druk op MENU om het menu uit te schakelen.
34
/
Menu-items De beschikbare menu-items zijn afhankelijk van de camerafunctie. Het opnamemenu is alleen beschikbaar in de opnamefunctie en het weergavemenu is alleen beschikbaar in de weergavefunctie. Alleen de beschikbare items worden op het scherm weergegeven. ( : beschikbaar)
Menu voor opnemen (pagina 36)
FOTO Autom.
Programma
FOTO/FILM Scène
FILM
Camera Kleurfunctie
—
EV
—
Witbalans
—
ISO
—
—
Beeldkwaliteit
—
—
—
Flitsniveau
— —
*
—
Verzadiging
—
—
—
Scherpte
—
—
—
Basishandelingen
Opn.functie
Setup *De bewerking is beperkt op basis van de geselecteerde scènekeuzefunctie (pagina 38).
Menu voor weergeven (pagina 44) (Map)
(Beveiligen) (Afdrukken)
(Dia)
(Ander form.)
(Roteren)
(Opdelen)
(Setup)
35
Functies voor opnemen gebruiken
Opnamemenu Hieronder worden de functies beschreven die beschikbaar zijn in de opnamemodus met de MENU-toets. Zie pagina 34 voor meer informatie over de bediening van het menu. De functies die grijs worden weergegeven, kunt u niet gebruiken. PHOTO
MOVIE
Beschikbaar Niet beschikbaar
De standaardinstellingen worden aangegeven met . Als de functie is ingesteld op PLAY, wijzig het in REC met MODE.
36
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
Camera: een camerafunctie selecteren
PHOTO
MOVIE
De volgende functies zijn vooraf ingesteld om overeen te stemmen met de scèneomstandigheden. Scènekeuze Schemer-portret* Geschikt voor het opnemen van portretten op donkere plaatsen. Hiermee kunt u scherpe beelden van personen opnemen op donkere plaatsen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen.
Soft Snap Hiermee kunt u beelden opnemen met een zachte achtergrond, zoals portretten van personen, bloemen, enz.
Landschap Hiermee wordt alleen scherpgesteld op een onderwerp in de verte om landschappen, enzovoort op te nemen.
Korte sluitertijd Neemt bewegende onderwerpen buitenshuis of op andere heldere plaatsen op.
Strand Wanneer u beelden aan het water opneemt, wordt de blauwe kleur van het water duidelijk opgenomen.
Sneeuw Wanneer u beelden in de sneeuw opneemt of op andere plaatsen waar het hele scherm wit is, gebruikt u deze functie om flauwe kleuren te voorkomen en duidelijke beelden op te nemen.
Vuurwerk* Hiermee kunt u vuurwerk opnemen in al zijn pracht.
Functies voor opnemen gebruiken
Schemer* Hiermee kunt u's nachts beelden in de verte opnemen zonder de donkere atmosfeer van de omgeving te verliezen.
Kaarslicht Neemt scènes met kaarslicht op zonder afbreuk te doen aan de sfeer.
Programma
Aanpassingen die nodig zijn voor het opnemen, worden automatisch uitgevoerd, maar u kunt ook zelf instellingen voor EV of andere functies bepalen. Bovendien kunt u ook met de menu's de gewenste opnamefuncties instellen.
Autom.
U kunt beelden in de automatische instellfunctie opnemen.
*De sluitersnelheid wordt trager. Gebruik van een statief is aanbevolen.
37
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
Functies die u in de scènekeuze kunt gebruiken De camera bepaalt de meest geschikte combinatie van functies om een beeld correct op te nemen op basis van de scène. Bepaalde functies zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie. ( : u kunt de gewenste instelling selecteren) Flitser*
EV
Witbalans
Burst/Bracket
Flitsniveau
—
—
—
/ / / / —
—
—
—
* U kunt de functies niet gebruiken als u een film opneemt.
Kleurfunctie: de helderheid van het beeld wijzigen of speciale effecten toevoegen
PHOTO
MOVIE
U kunt de helderheid van het beeld wijzigen, in combinatie met effecten.
38
B&W (Z-W)
Het beeld wordt ingesteld op monochromatische kleuren.
SEPIA (Sepia)
Het beeld wordt ingesteld op sepia.
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
VIVID (Levendig)
Het beeld wordt ingesteld op heldere, diepe kleuren.
Uit
Geen effect.
• Bij opname van een film is [Levendig] niet actief, ook wanneer u het hebt ingesteld.
EV: de lichtintensiteit instellen
PHOTO
MOVIE
Past de belichting handmatig aan.
Naar +
+2.0EV
Naar +: maakt het beeld helderder.
0EV
De belichting wordt automatisch bepaald door de camera.
–2.0EV
Naar –: maakt het beeld donkerder.
• De compensatiewaarde kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV. • Wanneer een onderwerp wordt opgenomen onder bijzonder heldere of donkere omstandigheden, of wanneer u de flitser gebruikt, kan de belichting wellicht niet goed worden ingesteld.
Functies voor opnemen gebruiken
Naar –
z De EV (belichtingswaarde) aanpassen door een histogram weer te geven
A
B Donker
Helder
Een histogram is een grafiek die de helderheid van een beeld weergeeft. Druk herhaaldelijk op (Schermweergaveschakelaar) om het histogram in het scherm weer te geven. De weergegeven grafiek geeft een helder beeld weer wanneer deze rechts hoger is en geeft een donker beeld weer wanneer deze links hoger is. Stel de EV in bij opnamen van stilstaande beelden en controleer de belichting met het histogram.
A Aantal pixels B Helderheid • Het histogram verschijnt ook in onderstaande gevallen, maar u kunt de belichting niet instellen. – Als [Camera] is ingesteld op [Autom.] – Bij weergave van één beeld
39
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
Witbalans: de kleurtinten aanpassen
PHOTO
MOVIE
Hiermee kunt u de kleurtinten aanpassen aan de hand van de lichtomstandigheden tijdens het opnemen, bijvoorbeeld wanneer de kleuren van het beeld er vreemd uitzien. WB (Flitser)
Hiermee wordt gecompenseerd voor de flitser. • U kunt dit item niet selecteren als u films opneemt.
n (Gloeilamp)
40
Hiermee wordt gecompenseerd voor plaatsen onder een gloeilamp of onder felle verlichting, zoals in een fotostudio.
(Fluorescerend)
Hiermee wordt gecompenseerd voor fluorescerend licht.
(Bewolkt)
Hiermee wordt gecompenseerd voor een bewolkte lucht of schaduwrijke omgeving.
Opnamemenu
(Daglicht)
Autom.
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
Hiermee wordt gecompenseerd voor het buitenshuis opnemen bij heldere hemel, zonsondergang, nachtelijke scènes, neonreclame of vuurwerk.
Hiermee wordt de witbalans automatisch ingesteld.
• Het is mogelijk dat de witbalansfunctie niet goed werkt onder fluorescerende lampen die flikkeren, zelfs niet als u [Fluorescerend] hebt ingesteld. • Behalve in de functies [Flitser] is [Witbalans] ingesteld op [Autom.] wanneer de flitser afgaat. • Bepaalde functies zijn niet beschikbaar, afhankelijk van de scènekeuzefunctie (pagina 38). PHOTO
MOVIE
Hiermee kunt u de lichtgevoeligheid instellen met eenheden van ISO. Hoe hoger de waarde, hoe hoger de gevoeligheid. 400 200
Selecteer een hoge waarde wanneer u op een donkere plaats of een snel bewegend onderwerp opneemt en selecteer een lage waarde om een hoge beeldkwaliteit te krijgen.
100 80 Autom.
Functies voor opnemen gebruiken
ISO: de lichtgevoeligheid selecteren
• Houd er rekening mee dat het beeld meer ruis zal vertonen als de waarde voor de ISO-gevoeligheid hoger wordt. • [ISO] is ingesteld op [Autom.] in de scènekeuzefunctie. • Als u opneemt bij heldere omstandigheden, verhoogt de camera automatisch de tintreproductie en helpt zo voorkomen dat beelden erg licht worden (behalve als [ISO] is ingesteld op [100]).
Beeldkwaliteit: compressie van stilstaande beelden
PHOTO
MOVIE
Hiermee selecteert u de kwaliteit voor stilstaande beelden. FINE (Fijn)
Voor opnamen van hoge kwaliteit (lage compressie).
STD (Standaard)
Voor opnamen van standaardkwaliteit (hoge compressie).
41
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
Opn.functie: de functie voor continu opnemen selecteren
PHOTO
MOVIE
Hiermee kunt u selecteren of de camera continu opneemt wanneer u op PHOTO drukt. (Exposure Bracket)
Hiermee wordt een reeks van drie beelden opgenomen waarbij de belichtingswaarden automatisch iets worden verschoven (Exposure Bracket). • U kunt na de opname de juiste belichting voor het beeld selecteren als u door de helderheid van het onderwerp geen goede beelden kunt opnemen.
• Als [Camera] is ingesteld op [Autom.], is de Exposure Bracketfunctie niet beschikbaar. • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
(Burst)
Neemt maximaal 3 opeenvolgende beelden op als u PHOTO ingedrukt houdt. • Als "Neemt op" verdwijnt, kunt u het volgende beeld opnemen. • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen).
Normaal
Er wordt niet continu opgenomen.
De Exposure Bracket-functie • De scherpstelling en de witbalans worden voor het eerste beeld ingesteld en deze instellingen worden ook gebruikt voor de andere beelden. • Als de belichting handmatig is aangepast (pagina 39), wordt de belichting verschoven aan de hand van de aangepaste helderheid. • Het opname-interval is ongeveer 1,2 seconden. • Als het onderwerp te helder of te donker is, kunt u wellicht niet goed opnemen met de geselecteerde waarde voor de bracket-stap. • Afhankelijk van de scènekeuzefunctie kunt u mogelijk geen beelden opnemen in de Exposure Bracketfunctie (pagina 38).
De Burst-functie • Als u opneemt met de zelfontspanner, wordt een reeks van maximaal 3 beelden opgenomen. • Het opname-interval is ongeveer 1,2 seconden. Het opname-interval wordt mogelijk langer, afhankelijk van de instelling voor het beeldformaat. • Als de batterij bijna leeg is of als het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" vol is, stopt de Burstfunctie. • Afhankelijk van de scènekeuzefunctie kunt u mogelijk geen beelden opnemen in de Burst-functie (pagina 38).
42
Opnamemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
Flitsniveau: de hoeveelheid flitslicht instellen
PHOTO
MOVIE
Hiermee kunt u de hoeveelheid flitslicht instellen. + (+)
Naar +: hiermee wordt het flitsniveau hoger.
(Normaal) – (–) • • • • •
Naar –: hiermee wordt het flitsniveau lager.
Het flitsniveau kan worden ingesteld in stappen van 1/3 EV. De waarde wordt niet weergegeven op het scherm. Het wordt weergegeven als + of –. Zie pagina 26 voor meer informatie over het wijzigen van de flitsfunctie. Als het onderwerp te licht of te donker is, kan het zijn dat deze aanpassing geen effect heeft. [Flitsniveau] kan niet worden ingesteld als de flitsfunctie is ingesteld op (Niet flitsen).
Verzadiging: de verzadiging aanpassen
MOVIE
PHOTO
MOVIE
Past de verzadiging van het beeld aan. (+)
Naar +: maakt de kleur helderder.
Normaal (–)
Naar –: maakt de kleur donkerder.
Scherpte: de scherpte aanpassen Past de scherpte van het beeld aan.
(+)
Functies voor opnemen gebruiken
PHOTO
Naar +: maakt het beeld scherper.
Normaal (–)
Naar –: maakt het beeld zachter.
Setup: de opname-instellingen selecteren Hiermee selecteert u de instellingen voor de opnamefunctie. Zie pagina 54.
43
Functies voor weergeven gebruiken
Weergavemenu De standaardinstellingen worden aangegeven met . Als de functie is ingesteld op REC, wijzig het in PLAY met MODE.
(Map): een map selecteren voor het weergeven van beelden Hiermee kunt u de map selecteren met het beeld dat u wilt weergeven wanneer u de camera met "Memory Stick Duo" gebruikt. 1 Selecteer de gewenste map met b/B op de keuzeknop.
2 Selecteer [OK] met v.
Het selecteren van een map annuleren Selecteer [Annul.] in stap 2. z De map De camera slaat de beelden op in een opgegeven map op de "Memory Stick Duo". U kunt de map wijzigen of een nieuwe map maken. • Een nieuwe map maken t [Opnamemap maken] (pagina 56) • De map voor opgenomen beelden wijzigen t [Opnamemap wijz.] (pagina 57) • Wanneer meerdere mappen zijn gemaakt op de "Memory Stick Duo" en het eerste of laatste beeld in de map wordt weergegeven, worden de volgende aanduidingen weergegeven. : naar de vorige map : naar de volgende map : naar de vorige of volgende map
(Beveiligen): voorkomen dat gegevens per ongeluk worden gewist Hiermee kunt u de beelden beveiligen tegen per ongeluk wissen. (Beveiligen) Sluiten
Zie de volgende procedure. Schakelt de beveiligingsfunctie uit.
Beelden in de enkelbeeldfunctie beveiligen 1 Geef het beeld weer dat u wilt beveiligen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer
44
(Beveiligen) met b/B op de keuzeknop.
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
Het beeld is beveiligd en de aanduiding
wordt op het beeld weergegeven.
4 Selecteer het gewenste beeld met b/B om andere beelden te beveiligen.
Beelden in de indexfunctie beveiligen 1 Druk op
(Index) om het indexscherm weer te geven.
2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer
(Beveiligen) met b/B op de keuzeknop.
4 Selecteer [Kiezen] met b/B. 5 Selecteer het beeld dat u wilt beveiligen met v/V/b/B.
De groene aanduiding
wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
(groen)
8 Selecteer [OK] met B.
De aanduiding
wordt wit. De geselecteerde beelden zijn beveiligd.
• Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en druk op de keuzeknop om alle beelden in de map te beveiligen. Selecteer [Aan] met B.
De beveiliging annuleren
Functies voor weergeven gebruiken
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te beveiligen. 7 Druk op MENU.
In de enkelbeeldfunctie
Druk op de keuzeknop in stap 3 of 4 van "Beelden in de enkelbeeldfunctie beveiligen". In de indexfunctie
1 Selecteer het beeld waarvan u de beveiliging wilt verwijderen in stap 5 van "Beelden in de indexfunctie beveiligen". 2 Druk op de keuzeknop om de aanduiding
grijs te maken.
3 Herhaal bovenstaande stappen om de beveiliging van alle beelden te annuleren. 4 Druk op MENU en selecteer [OK] met B.
45
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
De beveiliging van alle beelden in de map annuleren Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 van "Beelden in de indexfunctie beveiligen" en druk op de keuzeknop. Selecteer [Uit] met B. • Houd er rekening mee dat het formatteren van "Memory Stick Duo" alle gegevens op het opnamemedium wist, zelfs als de beelden zijn beveiligd, en dat deze gegevens niet kunnen worden hersteld. • Het beveiligen van een beeld kan enige tijd duren.
DPOF: een afdrukmarkering toevoegen Hiermee voegt u een afdrukmarkering toe aan beelden die u wilt afdrukken. Door gebruik te maken van "Memory Stick Duo" kunt u beelden met DPOF-markeringen afdrukken bij fotografen of met printers die de DPOF-standaard ondersteunen. • Films kunnen niet worden voorzien van een afdrukmarkering.
Markeringen aanbrengen in de enkelbeeldfunctie 1 Druk op MODE om de weergavefunctie in te stellen. 2 Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken. 3 Druk op MENU om het menu weer te geven. 4 Selecteer [DPOF] met v/V op de keuzeknop. Een afdrukmarkering wordt weergegeven op het beeld.
5 Geef het gewenste beeld weer met b/B en druk op de keuzeknop om andere beelden te markeren.
Markeringen aanbrengen in de indexfunctie 1 Geef het indexscherm weer. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Selecteer [DPOF] met v/V. 4 Selecteer [Kiezen] met v/V. 5 Selecteer het beeld dat u wilt markeren met v/V/b/B en druk vervolgens op de keuzeknop. De groene markering wordt op het geselecteerde beeld weergegeven.
Groene markering
6 Herhaal stap 5 om andere beelden te markeren.
46
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
7 Druk op MENU. 8 Selecteer [OK] met B en druk vervolgens op de keuzeknop.
De markering
wordt wit.
Om te annuleren selecteert u [Annul.] in stap 4 of [Sluiten] in stap 8 en vervolgens drukt u op de keuzeknop.
De afdrukmarkering verwijderen Als u de markering van een beeld wilt verwijderen, selecteert u het beeld om de markering te verwijderen en volgt u dezelfde stappen als wanneer u een markering aanbrengt op een beeld. De aanduiding verdwijnt.
Alle afdrukmarkeringen in de map verwijderen Selecteer [Alle in deze map] in stap 4 en druk vervolgens op de keuzeknop. Selecteer [Uit] en druk vervolgens op de keuzeknop.
(Afdrukken): beelden afdrukken met een printer Zelfs als u geen computer hebt, kunt u de beelden die u met de camera hebt opgenomen, afdrukken door de camera rechtstreeks aan te sluiten op een PictBridge-compatibele printer.
Fase 1: De camera voorbereiden 1 Druk op MENU. 2 Selecteer [USB-aansl.] in [Setup 2] met v/V/b/B op de keuzeknop. 3 Selecteer [PictBridge] met v/V. De USB-functie is ingesteld.
Fase 2: De camera aansluiten op de printer 1 Sluit de camera aan op de printer.
Functies voor weergeven gebruiken
• U kunt geen films afdrukken.
1 Op een USB-aansluiting 2 Op de USB-aansluiting
USB-kabel
47
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
2 Schakel uw camera en de printer in. Nadat de verbinding tot stand is gebracht, wordt de aanduiding weergegeven.
Fase 3: Afdrukken 1 Selecteer de gewenste afdrukmethode met v/V op de keuzeknop.
[Alle in deze map] Alle beelden in de map worden afgedrukt. [DPOF-beeld] Alle beelden met een afdrukmarkering weergegeven beeld.
(pagina 46) worden afgedrukt, ongeacht het
[Kiezen] Selecteert beelden en drukt alle geselecteerde beelden af. Selecteer het beeld dat u wilt afdrukken met b/B en druk vervolgens op [Afdrukken] met V. [Dit beeld] Drukt een weergegeven beeld af. 2 Selecteer afdrukinstellingen met v/V/b/B.
[Index] Selecteer [Aan] om als een indexbeeld af te drukken. [Formaat] Selecteer het formaat van het afdrukvel. [Datum] Selecteer [Dag&Tijd] of [Datum] om de datum en tijd in de beelden in te voegen. [Aantal] Als [Index] is ingesteld op [Uit]: Selecteer het aantal vellen waarop u het beeld wilt afdrukken. Het beeld wordt afzonderlijk afgedrukt. Als [Index] is ingesteld op [Aan]: Selecteer het aantal beelden dat u als indexbeeld wilt afdrukken. Als u [Dit beeld] hebt geselecteerd in stap 1, selecteert u het aantal van hetzelfde beeld dat u naast en onder elkaar wilt afdrukken als indexbeeld. 3 Selecteer [OK] met V/B en druk vervolgens op de keuzeknop.
Het beeld wordt afgedrukt.
48
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
• Koppel de USB-kabel niet los terwijl de aanduiding scherm verschijnt.
(Koppel de USB-kabel niet los) op het
Aanduiding Koppel de USB-kabel niet los terwijl de aanduiding (PictBridge-aansluiting) op het scherm verschijnt.
Fase 4: Het afdrukken voltooien Controleer of het scherm zich opnieuw in Fase 2 bevindt en koppel de USB-kabel los van de camera.
Beelden op het indexscherm afdrukken 1 Als het indexscherm wordt weergegeven, drukt u op MENU om de menu-items weer te geven en selecteert u (Afdrukken). 2 Selecteer de gewenste afdrukmethode.
(Dia): een reeks beelden afspelen 1 Selecteer
(Diavoorstelling) met b/B op de keuzeknop.
De diavoorstelling onderbreken Druk op de keuzeknop. Selecteer [Verder] met b/B om te herstarten.
Functies voor weergeven gebruiken
2 Selecteer [Start] met b/B en druk vervolgens op de keuzeknop om het afspelen te starten.
Het vorige/volgende beeld weergeven Druk op b/B op de keuzeknop terwijl de diavoorstelling is onderbroken.
De diavoorstelling beëindigen Druk op [Sluiten] met v/V op de keuzeknop terwijl de diavoorstelling is onderbroken.
De instellingen wijzigen De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
49
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
Interval
3 sec
Stelt het interval voor de diavoorstelling in.
5 sec 10 sec 30 sec 1 min
Herhalen
Aan
De weergave van de beelden wordt continu herhaald.
Uit
Nadat alle beelden zijn weergegeven, wordt de diavoorstelling beëindigd.
Beeld
Wanneer u een "Memory Stick Duo" gebruikt (niet bijgeleverd)
Map
Alle beelden in de geselecteerde map worden weergegeven.
Alle
Alle beelden op een "Memory Stick Duo" worden op volgorde weergegeven.
(Ander form.): het beeldformaat van een opgenomen beeld wijzigen
Groot formaat
Klein formaat
U kunt de beeldgrootte van een opgenomen beeld wijzigen (Ander formaat) en het als een nieuw bestand opslaan. Het originele beeld wordt behouden zelfs nadat u een ander formaat hebt gemaakt. 5M
Het instelformaat dient enkel als richtlijn.
3M 2M VGA Annul.
50
De functie Ander formaat wordt geannuleerd.
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
1 Geef het beeld weer waarvan u het formaat wilt wijzigen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Stel [Ander form.] in met b/B op de keuzeknop. 4 Selecteer het gewenste formaat met v/V. Het gewijzigde beeldformaat wordt in de opnamemap opgeslagen als het meest recente bestand. • • • •
U kunt het formaat van films niet wijzigen. Als u een klein formaat in een groot formaat wijzigt, neemt de beeldkwaliteit af. U kunt het formaat niet wijzigen naar 3:2. Als u het formaat van een 3:2-beeld wijzigt, worden de zwarte delen bovenaan en onderaan op het beeld weergegeven.
(Roteren): een stilstaand beeld roteren Hiermee kunt u een stilstaand beeld roteren.
1 Geef het beeld weer dat u wilt roteren. 3 Selecteer [Roteren] met v/V op de keuzeknop. 4 Selecteer [
] en roteer vervolgens het beeld met b/B.
5 Selecteer [OK] met v/V. • U kunt beveiligde beelden of films niet roteren. • Beelden die met andere camera's zijn opgenomen, kunnen soms niet worden geroteerd. • Wanneer u beelden op een computer weergeeft, wordt de beeldrotatie wellicht niet toegepast, afhankelijk van de gebruikte software.
(Opdelen): films splitsen
Functies voor weergeven gebruiken
2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
Filmverloop ,
Opdelen
Opdelen
Splitst films of verwijdert onnodige filmscènes. Deze functie is aanbevolen bij onvoldoende intern geheugen of "Memory Stick Duo"-capaciteit of als u films als e-mailbijlage wilt verzenden. • Merk op dat de originele film wordt verwijderd en dat dit nummer wordt overgeslagen. Ook kunt u bestanden, eens u deze hebt opgesplitst, niet herstellen.
51
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
OK
Zie de volgende procedure.
Annul.
Annuleert de opdeling.
Voorbeeld: film met nummer 101_0002 wordt gesplitst Dit gedeelte geeft een voorbeeld van een film met nummer 101_0002 die wordt opgedeeld en verwijderd in de volgende bestandsconfiguratie. 101_0003
101_0001 1
3
2 101_0002
1 Splitsingscène A. 1
A
B
2
3
101_0002
Opdelen 101_0002 wordt opgedeeld in 101_0004 en 101_0005.
2 Splitsingscène B. 101_0004 1
A
3
2
B
101_0005
Opdelen 101_0005 wordt opgedeeld in 101_0006 en 101_0007.
3 Scènes A en B worden verwijderd als deze onnodig blijken. 101_0004 1
3
101_0007
A
2
B
101_0006
Verwijderen
Verwijderen
4 Alleen de gewenste scènes blijven behouden. 1
3
2 101_0006
Procedure 1 Geef de film weer die u wilt opdelen. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven.
52
Weergavemenu
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 34
3 Selecteer [Opdelen] met b/B op de keuzeknop. 4 Selecteer [OK] met v. De filmweergave start. 5 Druk op de keuzeknop.
• Als u het splitsingspunt wilt wijzigen, selecteert u c/C met b/B (frame terugspoelen/ vooruitspoelen). • Als u het splitsingspunt wilt wijzigen, drukt u op de keuzeknop. De filmweergave start opnieuw.
6 Selecteer [OK] met v. De film wordt gesplitst.
(Setup): setup-items wijzigen Zie pagina 54.
Functies voor weergeven gebruiken
• De gesplitste films krijgen nieuwe nummers en vervolgens worden ze opgeslagen als de meest recente bestanden in de geselecteerde opnamemap. • U kunt de volgende beelden niet splitsen. – Stilstaande beelden – Films die niet lang genoeg zijn om te worden gesplitst (korter dan ongeveer twee seconden) – Beveiligde films (pagina 44)
53
De instellingen aanpassen
Setup-items gebruiken U kunt de standaardinstellingen wijzigen in het instelscherm.
Keuzeknop MENU-toets
1 Schakel de stroom in en stel de functie in met MODE. 2 Druk op MENU om het menu weer te geven. 3 Druk op B op de keuzeknop om
(Setup) te selecteren.
4 Druk op v/V/b/B om het item dat u wilt instellen te selecteren. Het frame van het geselecteerde item wordt geel.
5 Druk op de keuzeknop om de instelling te bevestigen.
Setup 2 Bestandsnr.: USB-aansl.: OK Video-uit: Annul. Klokinstel.:
Druk op MENU om het instelscherm uit te schakelen. Druk meerdere keren op b op de keuzeknop om terug te keren naar het menu van het instelscherm.
Het wijzigen van de instelling annuleren Selecteer [Annul.] als dit verschijnt. Als dit niet verschijnt, selecteert u opnieuw de vorige instelling. • Deze instelling blijft ook na het uitschakelen van de camera bewaard.
54
Camera
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 54
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Functiegids Wanneer u de camera bedient, wordt een beschrijving van de functies weergegeven. Aan
Hiermee wordt de functiegids weergegeven.
Uit
Hiermee wordt de functiegids niet weergegeven.
Rode-ogeneff. De flitser gaat twee of meer keren voor het opnemen af om het rode-ogeneffect te verminderen tijdens het gebruik van de flitser.
Aan (
)
Uit
De flitser gaat altijd af om het rode-ogeneffect te beperken. Hiermee wordt de beperking van het rode-ogeneffect niet gebruikt.
Auto Review Hiermee kunt u het opgenomen beeld onmiddellijk na de opname twee seconden op het scherm weergeven. Aan
Hiermee wordt de Auto Review-functie gebruikt.
Uit
Hiermee wordt de Auto Review-functie niet gebruikt.
De instellingen aanpassen
• Omdat het ongeveer een seconde duurt voordat de sluiter klikt, moet u de camera stilhouden om de invloed van trillingen te voorkomen. Zorg er ook voor dat het onderwerp niet beweegt. • Afhankelijk van individuele verschillen, de afstand tot het onderwerp, het niet opmerken van de voorflitser door de gefotografeerde persoon of andere omstandigheden, levert de functie voor beperking van het rode-ogeneffect niet altijd het gewenste resultaat op.
55
Memory Stick tool
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 54
Dit item wordt alleen weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Formatteren Hiermee kunt u de "Memory Stick Duo" formatteren. Een in de handel verkrijgbare "Memory Stick Duo" is al geformatteerd en kan onmiddellijk worden gebruikt. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle gegevens op de "Memory Stick Duo", waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [Formatteren] met v/V/b/B op de keuzeknop. Het bericht "Alle data in de Memory Stick wordt gewist" wordt weergegeven. 2 Selecteer [OK] met v. Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 2.
Opnamemap maken Hiermee kunt u een map op een "Memory Stick Duo" maken waarin beelden worden opgenomen. 1 Selecteer [Opnamemap maken] met v/V/b/B op de keuzeknop. Het scherm voor het maken van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v. Een nieuwe map wordt gemaakt met een nummer dat één hoger is dan het hoogste nummer, en de nieuwe map wordt ingesteld als de nieuwe opnamemap.
Het maken van een map annuleren Selecteer [Annul.] in stap 2. • Als u geen nieuwe map aanmaakt, wordt de map "101MNV01" als filmmap geselecteerd, terwijl de map "101MSDCF" wordt gebruikt voor stilstaande beelden. • U kunt mappen maken tot en met nummer "999MSDCF". • De beelden worden opgenomen in de nieuwe map totdat een andere map wordt gemaakt of geselecteerd. • U kunt een map niet met de camera verwijderen. Als u een map wilt verwijderen, moet u dit doen met een computer, enzovoort. • Er kunnen maximaal 4.000 beelden in een map worden opgeslagen. Als de map vol is, wordt automatisch een nieuwe map gemaakt.
56
Memory Stick tool
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 54
Opnamemap wijz. Hiermee kunt u de huidige opnamemap wijzigen. 1 Selecteer [Opnamemap wijz.] met v/V/b/B op de keuzeknop. Het scherm voor het selecteren van mappen wordt weergegeven.
2 Selecteer de gewenste map met b/B en [OK] met v.
Het wijzigen van de opnamemap annuleren Selecteer [Annul.] in stap 2. • U kunt de map "100MSDCF" niet selecteren als opnamemap. • U kunt opgenomen beelden niet verplaatsen naar een andere map.
Kopiëren Hiermee kunt u alle beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, kopiëren naar een "Memory Stick Duo".
2 Selecteer [Kopiëren] met v/V/b/B op de keuzeknop. Het bericht "Alle data in het intern geheug. gekopieerd" wordt weergegeven. 3 Selecteer [OK] met v. Het kopiëren begint.
Het kopiëren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 3.
De instellingen aanpassen
1 Plaats een "Memory Stick Duo".
• Laad de batterij voldoende op. Als u beeldbestanden kopieert als de batterij onvoldoende is opgeladen, kan de gegevensoverdracht mislukken of kunnen de gegevens worden beschadigd. • U kunt afzonderlijke beelden niet kopiëren. • De oorspronkelijke beelden blijven ook na het kopiëren bewaard in het interne geheugen. Als u de beeldgegevens in het interne geheugen wilt verwijderen, verwijdert u na het kopiëren eerst de "Memory Stick Duo" en voert u vervolgens de opdracht [Formatteren] uit in [Intern geheugen-tool] (pagina 58). • Als u de gegevens in het interne geheugen naar de "Memory Stick Duo" kopieert, wordt er een nieuwe map gemaakt. U kunt geen bepaalde map op de "Memory Stick Duo" kiezen als de bestemmingsmap waarnaar de gegevens moeten worden gekopieerd. • Zelfs als u gegevens kopieert, wordt een (Sharemark) of een afdrukmarkering niet gekopieerd.
57
Intern geheugen-tool
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 54
Dit item wordt niet weergegeven als een "Memory Stick Duo" in de camera is geplaatst.
Formatteren Formatteert opgeslagen gegevens in het interne geheugen. • Houd er rekening mee dat bij het formatteren alle beeldgegevens in het interne geheugen, waaronder de beveiligde beelden, definitief worden verwijderd.
1 Selecteer [Formatteren] met v/V/b/B op de keuzeknop. Het bericht "Alle data in het intern geheugen wordt gewist" wordt weergegeven. 2 Selecteer [OK] met v. Het formatteren is voltooid.
Het formatteren annuleren Selecteer [Annul.] in stap 2.
58
1
Setup 1
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 54
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
LCD-verlicht Selecteert de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm bij gebruik van de batterij. Helder
Verhoogt de helderheid.
Normaal • U kunt de instelling wijzigen door langer op de -toets (Schermweergaveschakelaar) te drukken. • Door [Helder] te selecteren raakt de batterij sneller leeg.
Pieptoon Hiermee kunt u het geluid selecteren dat wordt weergegeven wanneer u de camera bedient. Sluiter
Schakelt het sluitergeluid in als u op PHOTO drukt.
Aan
Schakelt de pieptoon/het sluitergeluid in als u op de keuzeknop, PHOTO of de MOVIE-toets drukt.
Uit
Hiermee wordt de pieptoon/het sluitergeluid uitgeschakeld.
Taal
Initialiseren Hiermee kunt u alle instellingen terugzetten op de standaardinstellingen. Zelfs als u deze functie uitvoert, blijven de beelden die in het interne geheugen zijn opgeslagen, bewaard. 1 Selecteer [Initialiseren] met v/V/b/B op de keuzeknop. Het bericht "Alle instellingen initialiseren" wordt weergegeven.
De instellingen aanpassen
Hiermee kunt u de taal selecteren waarin de menu-items, waarschuwingen en berichten worden weergegeven.
2 Selecteer [OK] met v. Alle instellingen worden teruggezet op de standaardinstellingen.
Het terugzetten annuleren Selecteer [Annul.] in stap 2. • Zorg ervoor dat tijdens het terugzetten de stroombron niet wordt losgekoppeld.
59
Setup 2
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 54
2
De standaardinstellingen worden aangegeven met
.
Bestandsnr. Selecteert de methode om bestandsnummers toe te wijzen aan beelden. Reeks
Wijst opeenvolgende nummers toe aan bestanden, zelfs als de opnamemap of de "Memory Stick Duo" wordt gewijzigd. (Als de nieuwe "Memory Stick Duo" een bestand bevat met een nummer dat groter is dan het laatst toegewezen nummer, wordt een nummer gebruikt dat één eenheid groter is dan het grootste nummer.)
Terugstel.
Begint vanaf 0001 telkens als de map wordt gewijzigd. (Als er een bestand in de opnamemap staat, wordt een nummer gebruikt dat één eenheid groter is dan het grootste nummer.)
USB-aansl. Hiermee kunt u de USB-functie selecteren die moet worden gebruikt wanneer de camera wordt aangesloten op een computer of een PictBridge-compatibele printer met de USB-kabel. PictBridge
Hiermee wordt de camera aangesloten op een PictBridgecompatibele printer (pagina 47). Wanneer u de camera aansluit op een computer, wordt de kopieerwizard automatisch gestart en worden de beelden in de opnamemap op de camera naar de computer gekopieerd (met Windows XP/Vista, Mac OS X).
Webcamera
Sluit de camera en de computer met een USB-kabel aan en gebruik de camera als een webcam (USB streaming). • Films worden weergegeven met 320 × 240 (30 fps) Motion JPEG-formaat. • "Streamed" films worden niet op het LCD-scherm van de camera weergegeven.
Mass Storage
Hiermee wordt een verbinding voor massaopslag gemaakt tussen de camera en een computer of ander USB-apparaat.
De camera en uw computer aansluiten met Mass Storage In de modus "Mass Storage" kan een computer de camera met aangesloten "Memory Stick Duo" herkennen als een extern geheugenapparaat, zodat u de camera kunt bedienen via de met een USB-kabel aangesloten computer.
60
Setup 2
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 54
De camera en uw computer aansluiten Sluit de camera aan zoals in volgende afbeelding.
1 Naar een USB-aansluiting
2 Naar de
(USB) aansluiting USB-kabel
NSC-GC3: Via de
(USB) aansluiting kunt u geen signalen naar uw camera sturen.
De USB-verbinding verbreken Voer volgende procedures vooraf uit om: • De USB-kabel los te koppelen • Een "Memory Stick Duo" te verwijderen • Een "Memory Stick Duo" in de camera te plaatsen nadat u beelden heeft gekopieerd uit het interne geheugen • De camera uitschakelen
1 Dubbelklik op
op de taakbalk.
2 Klik op
(USB Mass Storage Device) t [Stop].
3 Bevestig in het venster en klik op [OK]. 4 Klik op [OK]. Het apparaat is losgekoppeld.
De instellingen aanpassen
Dubbelklik hier
• Stap 4 is niet vereist voor Windows XP.
61
Setup 2
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 54
Bestemmingen voor het opslaan van beeldbestanden en bestandsnamen Voorbeeld: mappen bekijken in Windows XP
A Map met beeldgegevens die met deze camera werden opgenomen Wanneer u zelf geen mappen aanmaakt, ziet u enkel de map "101MSDCF". B Map met filmgegevens die met uw camera werden opgenomen Wanneer u zelf geen map aanmaakt, ziet u enkel de map "101MNV01". • U kunt beelden niet naar de map "MISC" opnemen/afspelen. • Beeldbestanden krijgen de volgende naam. ssss staat voor een getal tussen 0001 en 9999. – Bestanden met stilstaande beelden: DSC0ssss.JPG – Filmbestanden: M4V0ssss.MP4 Voor meer informatie over mappen, zie pagina 56.
62
Setup 2
Voor meer informatie over de werking 1 pagina 54
Video-uit Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld overeenkomstig het televisiekleursysteem van de aangesloten videoapparatuur. In verschillende landen en regio's worden verschillende televisiekleursystemen gebruikt. Als u de beelden op een televisie wilt bekijken, raadpleegt u pagina 65 voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt. NTSC
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de NTSC-functie (bijvoorbeeld voor de Verenigde Staten en Japan).
PAL
Hiermee wordt het video-uitgangssignaal ingesteld op de PAL-functie (bijvoorbeeld voor Europa).
Klokinstel. Hiermee kunt u de datum en tijd instellen. 1 Selecteer [Klokinstel.] met v/V/b/B op de keuzeknop.
/
/
:
4 Selecteer [OK] met B.
De klokinstelling annuleren Selecteer [Annul.] in stap 4.
De instellingen aanpassen
2 Selecteer de datumnotatie met v/V. 3 Selecteer elk item met b/B en stel de numerieke waarde in met v/V.
63
Beelden bekijken op een televisiescherm
Beelden bekijken op een televisiescherm U kunt de beelden weergeven op een televisiescherm door de camera aan te sluiten op een televisie. De aansluiting is afhankelijk van het type televisie waarop de camera wordt aangesloten. Schakel zowel de camera als de televisie uit voordat u de camera aansluit op de televisie.
1 Sluit de camera aan op de televisie met een A/V-verbindingskabel.
VIDEO AUDIO MODE-toets
Geel
2 Op een A/V OUT-aansluiting
1 Naar de audio-/videoingangen
Wit
A/V-verbindingskabel (bijgeleverd)
• Als uw televisie over stereoaansluitingen beschikt, sluit u de audiostekker (wit) van de A/V-kabel aan op de linker audioaansluiting.
2 Schakel de televisie in en stel de televisie/video-ingang in op "video". • Lees de gebruiksaanwijzing van de televisie voor meer informatie.
3 Druk op MODE om de weergavefunctie in te stellen. De beelden die met de camera zijn opgenomen, worden op het televisiescherm weergegeven. Druk op b/B op de keuzeknop om het gewenste beeld te selecteren.
• Als u de camera in het buitenland gebruikt, kan het nodig zijn de videosignaaluitgang in te stellen overeenkomstig de uitgang van het televisiesysteem (pagina 63). • Er worden geen beelden weergegeven op het LCD-scherm als er een beeldsignaal naar de televisie wordt gestuurd.
64
Beelden bekijken op een televisiescherm
Televisiekleursystemen Als u de beelden op een televisiescherm wilt weergeven, hebt u een televisie met een videoingang en de A/V-verbindingskabel nodig. Het kleursysteem van de televisie moet overeenkomen met dat van uw camera. Raadpleeg de onderstaande lijsten voor het televisiekleursysteem van het land of de regio waar de camera wordt gebruikt.
NTSC-systeem Bahama-eilanden, Bolivia, Canada, Chili, Colombia, Ecuador, Filipijnen, Jamaica, Japan, Korea, Mexico, Midden-Amerika, Peru, Suriname, Taiwan, Venezuela, Verenigde Staten, enz.
PAL-systeem Australië, België, China, Denemarken, Duitsland, Finland, Hongkong, Hongarije, Italië, Koeweit, Maleisië, Nederland, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Oostenrijk, Polen, Portugal, Singapore, Slowakije, Spanje, Thailand, Tsjechië, Verenigd Koninkrijk, Zweden, Zwitserland, enz.
PAL-M-systeem Brazilië
PAL-N-systeem Argentinië, Paraguay, Uruguay
SECAM-systeem Bulgarije, Frankrijk, Guyana, Irak, Iran, Monaco, Oekraïne, Rusland, enz.
Beelden bekijken op een televisiescherm
65
Problemen oplossen
Problemen oplossen Als u problemen ondervindt met de camera, kunt u de volgende oplossingen proberen.
1 Controleer de items op pagina 67 tot en met 73.
2 Schakel de stroom uit en schakel hem opnieuw in na ongeveer een minuut.
3 Druk met een fijn voorwerp op de knop RESET (pagina 9) en schakel het toestel in. Daardoor worden de ingestelde datum en tijd gewist.
4 Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst van Sony. Als uw camera wordt hersteld, kunnen we een minimale hoeveelheid gegevens in het interne geheugen controleren om de werking te verbeteren. De Sony-handelaar zal uw gegevens echter niet kopiëren of opslaan.
Klik op een van de volgende items om naar de betreffende pagina te gaan waarop het probleem en de oorzaak of de bijbehorende oplossing worden beschreven. Batterij en stroombron
67
Films/stilstaande beelden opnemen
67
Beelden weergeven
69
Beelden verwijderen/bewerken 70
"Memory Stick Duo"
66
70
Intern geheugen
71
Afdrukken
71
PictBridge-compatibele printer 72
Overige
73
Problemen oplossen
Batterij en stroombron De camera kan niet worden ingeschakeld. • Verwijder het isolatievel. • De batterij is ontladen. Laad de batterij op (pagina 15). • De stekker van de netspanningsadapter steekt niet in het stopcontact. Steek de stekker in het
stopcontact (pagina 15).
De camera wordt plotseling uitgeschakeld. • Als de camera is ingeschakeld en u deze gedurende drie minuten niet bedient, wordt de
camera automatisch uitgeschakeld om te voorkomen dat de batterij leegloopt. Schakel de camera weer in.
De aanduiding voor resterende batterijlading is onjuist. • Dit kan gebeuren wanneer u de camera op een zeer warme of koude plaats gebruikt. • De weergegeven resterende batterijlading verschilt van de werkelijke batterijlading. Ontlaad
de batterij volledig en laad ze weer op om de juiste lading weer te geven. • De batterij is ontladen. Laad de batterij op.
Films/stilstaande beelden opnemen De camera kan geen beelden opnemen. • Controleer de resterende opslagcapaciteit van het interne geheugen of de "Memory Stick
Het LCD-scherm geeft de films of stilstaande beelden die u opneemt, niet weer.
Problemen oplossen
Duo". Als deze vol is, voert u een van de volgende handelingen uit: – Verwijder overbodige beelden (pagina 30). – Plaats een andere "Memory Stick Duo". • De opnamefunctie stopt automatisch in de volgende situaties. – Wanneer het bestandsformaat van de opgenomen film 2 GB overschrijdt. – Nadat de maximale opnameduur* voor elk bestand is verstreken. * NSC-GC1: 2 uur, NSC-GC3: 29 minuten • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 77). • Tijdens het opladen van de flitser kunt u geen beelden opnemen. • Druk op MODE en stel de camera in op de opnamefunctie om een film of stilstaand beeld op te nemen.
• De camera is ingesteld op de weergavefunctie. Druk op MODE om de opnamefunctie van de
camera in te stellen (pagina 24).
De steadyshot-functie werkt niet. • De steadyshot-functie werkt niet tijdens het opnemen van stilstaande beelden. • De steadyshot-functie werkt wellicht niet goed wanneer u nachtelijke scènes opneemt.
67
Problemen oplossen
Het opnemen duurt erg lang. • De NR lange-sluitertijdfunctie is ingeschakeld. Dit is normaal.
Het beeld is onscherp. • Het onderwerp bevindt zich te dichtbij. Neem op met de opnamefunctie
(Close-up). Zorg ervoor dat u tijdens het opnemen de lens verder van het onderwerp afhoudt dan de minimale opnameafstand, ongeveer 60 cm (pagina 26).
De flitser werkt niet. • De flitser is ingesteld op (Niet flitsen) (pagina 26). • U kunt in de volgende gevallen de flitser niet gebruiken: – [Opn.functie] is ingesteld op [Burst] of [Exposure Bracket] (pagina 42). – (Schemer) of (Vuurwerk) is geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 38). – Bij het opnemen van films of bij het opnemen van een stilstaande beeld tijdens een
filmopname • Stel de flitser in op
(Altijd flitsen) als (Landschap), geselecteerd in de scènekeuzefunctie (pagina 38).
(Strand) of
(Sneeuw) is
Wazige witte ronde stippen verschijnen in beelden die met de flitser worden opgenomen. • Deeltjes (stof, pollen, enz.) in de lucht hebben het flitslicht gereflecteerd en worden in het
beeld weergegeven. Dit is normaal.
De datum en tijd worden niet weergegeven op het LCD-scherm. • Tijdens het opnemen worden de datum en tijd niet weergegeven. Ze worden alleen
weergegeven tijdens het afspelen.
De opnamedatum wordt niet op een beeld geplaatst. • Deze camera beschikt niet over een functie om datums op beelden te plaatsen.
Het scherm is te donker of te licht. • Pas de helderheid van de achtergrondverlichting van het LCD-scherm aan (pagina 59).
Het beeld is te donker. • U neemt een onderwerp met een lichtbron erachter op. Pas de belichting aan (pagina 39).
Het beeld is te licht. • Pas de belichting aan (pagina 39).
68
Problemen oplossen
De kleuren van het beeld zijn niet juist. • Stel [Kleurfunctie] in op [Uit] (pagina 38).
Bij het filmen van een zeer helder onderwerp verschijnen er verticale strepen. • Het vlekkerige verschijnsel doet zich voor en wit, zwart, rood, paars of andere strepen
verschijnen op het beeld. Dit verschijnsel duidt niet op een defect.
In het beeld verschijnt ruis wanneer u op een donkere plaats naar het scherm kijkt. • De camera probeert de zichtbaarheid van het scherm te verhogen door het beeld tijdelijk
helderder te maken onder omstandigheden met een slechte verlichting. Dit is niet van invloed op het opgenomen beeld.
De ogen van het onderwerp zijn rood. • Stel [Rode-ogeneff.] in op [Aan] (pagina 55). • Neem het onderwerp op vanaf een afstand korter dan het flitsbereik bij gebruik van de flitser. • Verlicht het vertrek en neem het onderwerp op.
Er verschijnen puntjes op het scherm. • Dit is normaal. Deze puntjes worden niet opgenomen (pagina 3).
Beelden kunnen niet continu worden opgenomen. • Het interne geheugen of de "Memory Stick Duo" is vol. Verwijder overbodige beelden
(pagina 30). • De batterij is bijna leeg.
Beelden weergeven • Druk op MODE om de weergavefunctie van de camera in te stellen (pagina 28). • De naam van de map of het bestand is gewijzigd op de computer. • Wanneer een beeldbestand is bewerkt door een computer of wanneer het beeldbestand is
opgenomen met een ander cameramodel dan het model van uw camera, kan weergave op uw camera niet worden gegarandeerd. • De camera is ingesteld op de USB-functie. Annuleer de USB-verbinding.
Problemen oplossen
De camera kan geen beelden weergeven.
De datum en tijd worden niet weergegeven. • De
-toets (Schermweergaveschakelaar) is uitgeschakeld (pagina 25).
69
Problemen oplossen
Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, ziet het beeld er grof uit. • Onmiddellijk nadat de weergave is begonnen, kan het beeld er grof uitzien als gevolg van de
beeldverwerking. Dit is normaal.
Het beeld verschijnt niet op het televisiescherm. • Controleer [Video-uit] om te zien of het video-uitgangssignaal van de camera is ingesteld op
het kleursysteem van de televisie (pagina 63). • Controleer de aansluiting (pagina 64). • Koppel de USB-kabel los als deze is aangesloten op de USB-aansluiting.
Beelden verwijderen/bewerken De camera kan een beeld niet verwijderen. • Annuleer de beveiliging (pagina 44). • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 77).
U hebt per ongeluk een beeld verwijderd. • Als u een beeld hebt verwijderd, kunt u dit niet herstellen. U kunt het beste de beelden
beveiligen (pagina 44) of de "Memory Stick Duo" gebruiken met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK (pagina 77) om te voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist.
"Memory Stick Duo" De "Memory Stick Duo" kan niet worden geplaatst. • Plaats deze in de juiste richting.
De "Memory Stick Duo" kan niet worden geformatteerd. • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK.
Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 77).
U hebt een "Memory Stick Duo" per ongeluk geformatteerd. • Alle beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" zijn verwijderd door het formatteren. U kunt
deze niet meer herstellen. U kunt het beste de schrijfbeveiligingsschakelaar van de "Memory Stick Duo" in de stand LOCK zetten om te voorkomen dat beeldgegevens per ongeluk worden gewist (pagina 77).
70
Problemen oplossen
Het interne geheugen kan niet als verwisselbare schijf worden herkend wanneer de aansluiting via USB verloopt. • Afhankelijk van de aangesloten USB-apparatuur kan het interne geheugen van de camera niet
worden herkend als verwisselbare schijf. In [Kopiëren] van de [Memory Stick Tool] sluit u de camera aan nadat u de beelden van het interne geheugen heeft gekopieerd naar de "Memory Stick Duo" (pagina 57).
Intern geheugen Er kunnen geen beelden worden weergegeven of opgenomen in het interne geheugen. • Er is een "Memory Stick Duo" in de camera geplaatst. Verwijder deze uit de camera.
De beeldgegevens in het interne geheugen kunnen niet naar een "Memory Stick Duo" worden gekopieerd. • De "Memory Stick Duo" is vol. Controleer de capaciteit.
De beeldgegevens op de "Memory Stick Duo" of de computer kunnen niet naar het interne geheugen worden gekopieerd. • De beeldgegevens op een "Memory Stick Duo" of een computer kunnen niet naar het interne
geheugen worden gekopieerd.
Afdrukken Zie ook "PictBridge-compatibele printer" (hierna) in combinatie met de volgende punten. Beelden worden zonder beide randen afgedrukt. • Afhankelijk van de printer kunnen de linker-, rechter-, boven-en onderrand van het beeld
worden bijgesneden. • Wanneer u beelden afdrukt met uw eigen printer, kunt u de instellingen voor bijsnijden en
Beelden kunnen niet met de datum worden afgedrukt. • Deze camera beschikt niet over een functie om datums in te voegen in beelden. Aangezien de
beelden die met de camera zijn opgenomen echter gegevens bevatten over de opnamedatum, kunt u beelden met de datum afdrukken als de printer of de software Exif-gegevens kan herkennen. Vraag de fabrikant van de printer of de software of het product compatibel is met Exif-gegevens. • Als u beelden bij een fotowinkel laat afdrukken, kunt u in de fotowinkel vragen om de datum op de beelden af te drukken.
Problemen oplossen
afdrukken zonder randen annuleren. Vraag de fabrikant van de printer of de printer beschikt over deze functies. • Wanneer u de beelden laat afdrukken bij een digitale-fotowinkel, vraagt u of de beelden kunnen worden afgedrukt zonder beide randen bij te snijden.
71
Problemen oplossen
PictBridge-compatibele printer Er kan geen verbinding tot stand worden gebracht. • De camera kan niet rechtstreeks worden aangesloten op een printer die niet compatibel is met
PictBridge. Vraag de fabrikant van de printer of uw printer compatibel is met PictBridge. • Controleer of de printer is ingeschakeld en op de camera kan worden aangesloten. • Stel [USB-aansl.] in op [PictBridge] (pagina 60). • Koppel de USB-kabel los en sluit deze opnieuw aan. Als een foutbericht wordt weergegeven
op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen.
Beelden kunnen niet worden afgedrukt. • Controleer of de camera en de printer juist zijn aangesloten met de USB-kabel. • Schakel de printer in. Raadpleeg de gebruiksaanwijzing van de printer voor meer informatie. • Als u tijdens het afdrukken [Sluiten] selecteert, worden de beelden wellicht niet afgedrukt.
Koppel de USB-kabel los en sluit deze opnieuw aan. Als u nog steeds de beelden niet kunt afdrukken, koppel dan de USB-kabel los, schakel de printer uit en opnieuw in en sluit vervolgens de USB-kabel opnieuw aan. • Films kunnen niet worden afgedrukt. • Beelden die met een andere camera dan deze camera zijn opgenomen, of beelden die op een computer zijn bewerkt, kunnen wellicht niet worden afgedrukt.
Het afdrukken is geannuleerd. • Controleer of u de USB-kabel hebt losgekoppeld voordat het pictogram
(PictBridge-
aansluiting) is verdwenen.
In de indexfunctie kan de datum niet worden ingevoegd of kunnen beelden niet worden afgedrukt. • De printer beschikt niet over deze functies. Vraag de fabrikant van de printer of de printer
beschikt over deze functies. • Afhankelijk van de printer kan de datum niet worden ingevoegd in de indexfunctie. Raadpleeg
de fabrikant van de printer.
In plaats van de datum wordt "---- -- --" afgedrukt op het beeld. • Beelden zonder opnamegegevens kunnen niet worden afgedrukt met een ingevoegde datum.
Stel [Datum] in op [Uit] en druk het beeld opnieuw af (pagina 47).
Het afdrukformaat kan niet worden geselecteerd. • Vraag de fabrikant van de printer of het gewenste afdrukformaat beschikbaar is op de printer.
72
Problemen oplossen
Het beeld kan niet met het geselecteerde formaat worden afgedrukt. • Koppel de USB-kabel los en sluit deze opnieuw aan wanneer u het papierformaat wilt
wijzigen nadat de printer is aangesloten op de camera. • De afdrukinstelling van de camera is anders dan die van de printer. Wijzig de instelling van de
camera (pagina 47) of de printer.
De camera kan niet worden bediend nadat het afdrukken is geannuleerd. • Wacht enige tijd terwijl het afdrukken wordt geannuleerd op de printer. Dit kan enige tijd
duren, afhankelijk van de printer.
Overige De lens beslaat. • Er is condensvorming opgetreden. Schakel de camera uit en wacht ongeveer een uur voordat u
deze weer gebruikt.
De camera wordt warm wanneer u deze langere tijd gebruikt. • Dit is normaal.
Het scherm voor het instellen van de klok wordt weergegeven nadat de camera is ingeschakeld. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 63).
U wilt de datum of tijd wijzigen. • Stel de datum en tijd nogmaals in (pagina 63).
Problemen oplossen
73
Foutcodes en berichten Berichten Als een van de volgende berichten wordt weergegeven, volgt u de aanwijzingen.
E • De batterij is bijna leeg. Laad de batterij
onmiddellijk op. De indicator kan flitsen, zelfs wanneer er nog 5 tot 10 minuten van de resterende batterijlading te gaan zijn.
Geen Memory Stick • Plaats een "Memory Stick Duo"
(pagina 17).
Systeemfout • Schakel de camera uit en weer in.
Memory Stick vergrendeld • U gebruikt de "Memory Stick Duo" met
de schrijfbeveiligingsschakelaar in de stand LOCK. Zet de schakelaar in de stand voor opnemen (pagina 77).
Geen geheugenruimte • Verwijder overbodige beelden of
bestanden (pagina 30).
Geheugen voor alleen-lezen • De camera kan geen beelden opnemen
of verwijderen op deze "Memory Stick Duo".
Geen bestanden in deze map • Er worden geen beelden in deze map
opgenomen.
Fout van intern geheugen • Schakel de camera uit en weer in.
Plaats de Memory Stick opnieuw • Plaats de "Memory Stick Duo" op de
juiste manier (pagina 17). • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan niet met de camera worden gebruikt (pagina 77). • De "Memory Stick Duo" is beschadigd. • Het aansluitpunt van de "Memory Stick Duo" is vuil.
Verkeerd type Memory Stick • De geplaatste "Memory Stick Duo" kan
niet met de camera worden gebruikt (pagina 77).
• U hebt een verkeerde bediening
uitgevoerd bij het kopiëren van de beelden naar uw computer.
Mapfout • Op de "Memory Stick Duo" staat al een
map met dezelfde drie eerste cijfers (bijvoorbeeld: 123MSDCF en 123ABCDE). Selecteer een andere map of maak een nieuwe map (pagina 56, 57).
Kan geen mappen meer maken • Op de "Memory Stick Duo" staat een
map waarvan de naam begint met "999". U kunt in dat geval geen mappen meer maken.
Kan niet opnemen Formatteringsfout • Formatteer het medium opnieuw
(pagina 56).
74
• De camera kan geen beelden in de
geselecteerde map opnemen. Kies een andere map (pagina 56).
Foutcodes en berichten
Bestandsfout • Er is een fout opgetreden tijdens het
weergeven van het beeld.
Bestandsbeveiliging • Annuleer de beveiliging (pagina 44).
Geen afdrukbaar beeld • U probeerde [DPOF-beeld] uit te voeren
zonder een afdrukmarkering DPOF op het (de) beeld(en) te plaatsen. • U probeerde [Alle in deze map] uit te voeren terwijl er een map met enkel films is geselecteerd. U kunt geen films afdrukken.
Te groot beeldformaat • U geeft een beeld weer met een formaat
dat niet kan worden weergegeven op uw camera.
Ongeldige bediening • U wilt een bestand weergeven dat niet
compatibel is met de camera. • U hebt een functie geselecteerd die niet beschikbaar is voor films.
Schakel uit en weer in • Een probleem met de lens heeft een fout
Printer bezet Papierfout Geen papier Inktfout Inkt bijna op. Inkt helemaal op. • Controleer de printer.
Printerfout • Controleer de printer. • Controleer of het beeld dat u wilt
afdrukken, is beschadigd.
veroorzaakt.
Maak printer-verbinding mogelijk • [USB-aansl.] is ingesteld op
is wellicht nog niet voltooid. Koppel de USB-kabel niet los.
Verwerkt • De printer annuleert de huidige
afdruktaak. U kunt niet afdrukken voordat dit is voltooid. Dit kan enige tijd duren, afhankelijk van de printer.
Niet-onderst.gegevens • De gegevens worden niet ondersteund
Aansluiten op PictBridge apparaat • U probeerde beelden af te drukken
door de camera en kunnen niet worden weergegeven.
Problemen oplossen
[PictBridge], hoewel de camera is aangesloten op een niet-PictBridgecompatibel apparaat. Controleer het apparaat. • De verbinding is niet tot stand gebracht. Koppel de USB-kabel los en sluit deze opnieuw aan. Als een foutbericht wordt weergegeven op de printer, moet u de gebruiksaanwijzing van de printer raadplegen.
• De gegevensoverdracht naar de printer
voordat de printerverbinding tot stand is gebracht. Sluit aan op een PictBridgecompatibele printer.
75
Overige
De camera in het buitenland gebruiken — Stroomvoorziening U kunt uw camera en de UPA-AC05-netspanningsadapter (bijgeleverd) in elk land of elke regio gebruiken met een stroomvoorziening tussen 100 V en 240 V wisselstroom, 50/60 Hz. • Gebruik geen elektronische transformator (reistransformator), omdat hierdoor een storing kan optreden.
76
Over de "Memory Stick" Een "Memory Stick" is een compact, draagbaar IC-opnamemedium met een grote gegevenscapaciteit. U kunt volgende soorten "Memory Stick" gebruiken op deze camera. We kunnen de werking van alle typen "Memory Stick" op uw camera echter niet garanderen. (Zie volgende lijst voor meer informatie.) Typen "Memory Stick"
Opnemen/ weergeven
"Memory Stick Duo" (zonder MagicGate)
a
"Memory Stick Duo" (met MagicGate)
a*1
"MagicGate Memory Stick Duo"
a
"Memory Stick PRO Duo"
a*1
"Memory Stick PRO-HG Duo"
a*1*2
*1Typen
"Memory Stick Duo" die een snelle gegevensoverdracht ondersteunen. De snelheid van de gegevensoverdracht is afhankelijk van het apparaat. *2 Uw camera ondersteunt geen 8-bit parallelle gegevensoverdracht. Een 4-bit parallelle gegevensoverdracht zoals bij de "Memory Stick PRO Duo" wordt ondersteund.
Overige
• Uw camera kan geen gegevens opnemen of weergeven die gebruik maken van de "MagicGate"-technologie. "MagicGate" is een technologie voor de auteursrechtelijke bescherming, waarmee gegevens worden opgenomen en overgebracht in een gecodeerde indeling. • Uw camera is compatibel met "Memory Stick Micro" ("M2"). "M2" is de afkorting voor de "Memory Stick Micro". • Formaat voor stilstaande beelden: uw camera comprimeert en neemt beeldgegevens op in JPEG (Joint Photographic Experts Group)formaat. De bestandsextensie is ".JPG". • We garanderen niet dat een "Memory Stick Duo" die met een computer (Windows OS/Mac OS) is geformatteerd, compatibel is met uw camera. • De lees-/schrijfsnelheid van gegevens is afhankelijk van de combinatie van de "Memory Stick Duo"-en "Memory Stick Duo"compatibele producten die u gebruikt.
• U kunt voorkomen dat beelden per ongeluk worden gewist als u de schrijfbeveiliging op de "Memory Stick Duo" met een smal voorwerp naar de schrijfbeveiligingsstand schuift. • Beschadigde of verloren beeldgegevens worden niet vergoed en kunnen in de volgende gevallen voorkomen: – Als u de "Memory Stick Duo" uitwerpt of de stroombron van de camera uitschakelt terwijl de camera beeldbestanden op de "Memory Stick Duo" leest of schrijft (als het toegangslampje brandt of knippert). – Als u de "Memory Stick Duo" in de buurt van magneten of magnetische velden gebruikt. • Het is aanbevolen om een reservekopie van belangrijke gegevens op de vaste schijf van een computer te maken. • Druk geen grote kracht uit terwijl u in een memogebied op een "Memory Stick Duo" schrijft. • Plak geen etiket of iets dergelijks op de "Memory Stick Duo" of op een Memory Stick Duo-adapter. • Plaats de "Memory Stick Duo" in de houder als u deze vervoert of opbergt. • Raak metalen voorwerpen niet aan en houd deze uit de buurt van de aansluitingen. • Buig de "Memory Stick Duo" niet, laat deze niet vallen en oefen er geen grote druk op uit. • Demonteer of wijzig de "Memory Stick Duo" niet. • Laat de "Memory Stick Duo" niet nat worden. • Houd de "Memory Stick Duo" uit de buurt van kleine kinderen. Ze kunnen de stick inslikken. • Plaats geen andere voorwerpen dan een "Memory Stick Duo" in de Memory Stick Duosleuf. Dit kan een storing veroorzaken. • Gebruik of bewaar de "Memory Stick Duo" niet op de volgende plaatsen: – Plaatsen met uitzonderlijke hoge temperaturen, zoals in een auto die 's zomers buiten geparkeerd staat. – Plaatsen met direct zonlicht. – Plaatsen met een uitzonderlijke vochtigheid of waar zich corrosieve gassen bevinden.
77
Over de "Memory Stick"
Over de Memory Stick Duo-adapter • Als u een "Memory Stick Duo" met een "Memory Stick"-compatibel apparaat wilt gebruiken, moet u de "Memory Stick Duo" eerst in een Memory Stick Duo-adapter plaatsen. • Wanneer u een "Memory Stick Duo" in een Memory Stick Duo-adapter plaatst, moet u ervoor zorgen dat u de "Memory Stick Duo" in de juiste richting plaatst. Een foutieve plaatsing kan leiden tot een storing. Als u de "Memory Stick Duo" in de verkeerde richting in de Memory Stick Duo-adapter plaatst, kan deze beschadigd raken. • Plaats de Memory Stick Duo-adapter niet als u geen "Memory Stick Duo" hebt geplaatst. Als u dit toch doet, kan een storing in de camera optreden.
Over een "Memory Stick PRO Duo" • De maximale geheugencapaciteit van een "Memory Stick PRO Duo" die op de camera kan worden gebruikt, is 8 GB.
Opmerkingen over het gebruik van een "Memory Stick Micro" • U hebt een Duo-sized M2-adapter nodig om een "Memory Stick Micro" met deze camera te gebruiken. Plaats de "Memory Stick Micro" in de Duo-sized M2-adapter en plaats vervolgens de adapter in de Memory Stick Duo-sleuf. Als u een "Memory Stick Micro" rechtstreeks in deze camera plaatst zonder een Duo-sized M2adapter te gebruiken, is het mogelijk dat u deze niet weer uit de camera kunt halen. • Houd de "Memory Stick Micro" buiten het bereik van kleine kinderen. Kinderen kunnen hem per ongeluk inslikken.
78
Over de compatibiliteit van beeldgegevens • Beeldbestanden die u met de camera op een "Memory Stick Duo" hebt opgenomen, voldoen aan de universele standaard "Design rule for Camera File system" ontwikkeld door JEITA (Japan Electronics and Information Technology Industries Association). • U kunt met de camera geen stilstaande beelden weergeven die op andere apparaten zijn opgenomen die niet aan deze universele standaard voldoen. (Deze modellen worden in bepaalde regio's niet verkocht.) • U kunt geen "Memory Stick Duo" gebruiken die met een ander apparaat is gebruikt. Formatteer deze met uw camera (pagina 56). Formatteren wist alle informatie op de "Memory Stick Duo". • Het is mogelijk dat u geen beelden met uw camera kunt weergeven als u: – beeldgegevens afspeelt die u op de computer hebt gewijzigd. – beelgegevens afspeelt die u met een andere apparaat hebt opgenomen.
Over de ingebouwde batterij De batterij opladen We raden u aan de batterij op te laden bij een omgevingstemperatuur tussen 10 °C en 30 °C. Buiten dit temperatuurbereik kunt u de batterij wellicht niet efficiënt opladen.
De batterij effectief gebruiken • De prestaties van de batterij gaan achteruit als deze in een koude omgeving wordt gebruikt. U kunt de batterij dus korter gebruiken op koude locaties. Voor een langdurig gebruik raden we u het volgende aan: – Plaats de camera in een tas of iets dergelijks om deze vóór gebruik op te laden. • De batterijlading wordt sneller verbruikt wanneer u de flitser of zoomfunctie vaak gebruikt.
De camera opbergen • Als de camera langere tijd niet wordt gebruikt, moet u de inwendige accu volledig opladen en de accu minstens één keer per jaar volledig laten leeglopen om de goede werking te verzekeren; bewaar de camera op een droge, koele plaats. • Als u de batterijlading wilt verbruiken, schakelt u de camera in de weergavefunctie voor diavoorstelling (pagina 49) totdat de camera wordt uitgeschakeld.
Levensduur van de batterij
Overige
• De levensduur van de batterij is beperkt. De capaciteit van de batterij neemt geleidelijk af naarmate u deze meer gebruikt en de tijd verstrijkt. Als de gebruiksduur van de batterij aanzienlijk korter lijkt dan voorheen, is waarschijnlijk het einde van de levensduur van de batterij bereikt. Neem contact op met uw Sony-handelaar of de plaatselijke technische dienst van Sony. • De levensduur van de batterij is afhankelijk van hoe deze wordt bewaard, de gebruiksomstandigheden en de omgeving.
79
Index
Index A
Flitser (witbalans) ................ 40
"Memory Stick Duo"............ 77
A/V OUT-aansluiting ...........64
Flitsfunctie ........................... 26
Memory Stick tool................ 56
A/V-verbindingskabel...........64
Flitsniveau............................ 43
Menu
Aanduiding ...........................10
Fluorescerend....................... 40
Items.............................. 35
Afdrukken.............................47
Formatteren .................... 56, 58
Opnemen ....................... 36
Afdrukmarkering ..................46
Foutcodes en berichten ........ 74
Weergeven ..................... 44
Altijd flitsen..........................26
Functiegids........................... 55
Ander form. ..........................50
G
Niet flitsen ............................ 26
Gloeilamp............................. 40
NTSC....................................63
H
O
Histogram....................... 25, 39
Onderdelen en bedieningselementen....... 8
I
Opdelen ................................ 51
Indexscherm......................... 29
Opn.functie ...........................42
Ingebouwde batterij ............. 79
Opnamemap maken.............. 56
Initialiseren .......................... 59
Opnamemap wijz. ................ 57
Intern geheugen-tool ............ 58
Opnemen .............................. 36
ISO ....................................... 41
Films .............................24
Auto Review .........................55
B Beelden verwijderen.............30 Beelden weergeven...............28 Beeldformaat ........................20 Bestandsnr. ..........................60 Beveiligen.............................44 Bewolkt.................................40 Bezig met aansluiten Televisie ........................64 Burst .....................................42
C Camerafunctie ......................37 Close-upfunctie ....................26
D Daglicht ................................41 Datum ...................................63 De camera hanteren ................4 De camera vasthouden..........24 Dia ........................................49 DPOF....................................46
E EV.........................................39 Exposure Bracket..................42
F Fijn........................................41 Flitser (opnemen) .................26
80
N
Stilstaand beeld .............24
K Kaarslicht ............................. 37
P
Kleurfunctie ......................... 38
PAL....................................... 63
Klokinstel. ........................... 63
PictBridge.............................60
Kopiëren............................... 57
Pieptoon................................ 59
Korte sluitertijd .................... 37
Problemen oplossen.............. 66
L
R
Landschap ............................ 37
Rode-ogeneff. ......................55
Langzame synchro ............... 26
Roteren ................................. 51
LCD-verlicht ........................ 59 Levendig............................... 39
S Schemer ................................ 37
M
Schemer-portret ....................37
Map ...................................... 44 Maken ........................... 56
Scherm Aanduiding....................10
Selecteren ..................... 44
LCD-verlicht. .......... 25, 59
Wijzigen........................ 57
Scherpte ................................ 43
Mass Storage........................ 60
Sepia ..................................... 38
Index
Setup 1 ..................................59 Setup 2 ..................................60 Sharemark .............................32 Sneeuw..................................37 Soft Snap...............................37 Standaard ..............................41 Strand....................................37
T Taal .......................................59 Televisie ................................64
U USB streaming......................60 USB-aansl. ............................60 Uw camera in het buitenland gebruiken .......................76
V Verzadiging ...........................43 VGA......................................21 Video-uit ...............................63 Volumeniveau .......................28 Vuurwerk ..............................37
W Webcamera ...........................60 Weergavezoom......................28 Weergeven.............................44 Wissen
Index
Formatteren .............56, 58 Witbalans ..............................40
Z Zelfontspanner ......................27 Zoom.....................................26 Z-W.......................................38
81
Opmerkingen bij de licentie DIT PRODUCT WORDT GEBRUIKT ONDER LICENTIE VAN DE MPEG-4 VISUELE PATENTPORTEFEUILLE VOOR HET PERSOONLIJKE EN NIET-COMMERCIËLE GEBRUIK DOOR EEN CONSUMENT VOOR (i) HET CODEREN VAN VIDEO VOLGENS DE MPEG-4 VISUELE STANDAARD ("MPEG-4-VIDEO") EN/OF (ii) HET DECODEREN VAN MPEG-4-VIDEO DIE WERD GECODEERD DOOR EEN CONSUMENT TIJDENS PERSOONLIJK EN NIET-COMMERCIEEL GEBRUIK EN/ OF WERD VERKREGEN VAN EEN VIDEOLEVERANCIER MET EEN LICENTIE VAN MPEG LA OM MPEG-4VIDEO TE VERDELEN. ER WORDT GEEN LICENTIE TOEGEKEND OF IMPLICIET TOEGESTAAN VOOR ENIG ANDER GEBRUIK. BIJKOMENDE INFORMATIE, INCLUSIEF MET BETREKKING TOT PROMOTIONEEL, INTERN EN COMMERCIEEL GEBRUIK EN LICENTIES KAN WORDEN VERKREGEN BIJ MPEG LA, LLC. ZIE HTTP://WWW.MPEGLA.COM
82
Extra informatie over deze camera en antwoorden op veelgestelde vragen vindt u op onze Customer Support-website voor klantenondersteuning.