Çava?-wandeling in historisch stadscentrum van Gent
Gentse hoop in bange tijden
15 juni – 15 september
bEN Jij bANG VAN DE BOZE WOLF? Meer info op www.cava-magazine.be
De wandeling leidt je langs mooie Gentse plekjes met Als centrale thema ‘angst’. Niemand ontsnapt aan angst. Uit de çava-enquête van eind vorig jaar bleek dat bijna 1 Vlaming op 6 (16 %) zichzelf vrij tot heel angstig vindt. Bij een vijfde van hen belemmert angst hun dagelijks functioneren. Angst is een normale biologische reflex die nodig is om te overleven. Soms wordt angst gebruikt om ons gedrag positief te beïnvloeden. Angstaanjagende foto’s op pakjes sigaretten moeten ons bijvoorbeeld aanzetten om te stoppen met roken. Reclamejongens daarentegen misbruiken angst vaak om ons zaken te doen kopen die we niet nodig hebben of die ons een vals gevoel van veiligheid geven. Ook de berichtgeving over de aanhoudende economische crisis maakt veelal gebruik van negatieve boodschappen.
Te veel angst kan leiden tot een verlies van vertrouwen. En vertrouwen is de sleutel tot een minder angstig en dus gelukkiger leven. Dat wensen wij jou namens çava deze zomer toe: een zomer vol vertrouwen… en een heel aangename wandelervaring in het mooie Gent. Je ontdekt verdoken en vergeten ‘angstgetuigen’ in de Gentse binnenstad: saterkoppen tegen ziektekiemen, ondergrondse kerkers, brandmuren, het Werregaren (of graffiti)-steegje, … Ook de historische klassiekers illustreren hoe angst in vroegere tijden het leven van mensen beheerste: de Oude Vismijn, het Gravensteen, het Patershol, de Dulle Griet, het Belfort, … Ten slotte sta je ook stil bij bakens van rust en vertrouwen: het Vredeshuis, Bergen van Barmhartigheid, het Justitiehuis, de Sint-Jacobskerk of één van de andere 52 kerken in Gent.
Kans op een leuke prijs, ook voor de kinderen Deelnemers maken kans op een leuke prijs waaronder enkele weekendverblijven voor 2 personen. Onderweg kom je de affiche (cover van deze brochure) twee keer tegen. Weet jij waar? Onthoud dan alvast de straatnamen en huisnummers. Ook voor de kinderen hebben we een wedstrijd waarmee ze o.a. kans maken op gratis inkomkaarten voor Plopsa Halloween. Doorheen deze brochure vinden ze een rebus. Lossen zij die op dan maken ze kans op één van de prijzen. Meer info over deelname aan de wedstrijden vind je achteraan de brochure.
Wat is çava? çava? is het gratis huis-aan-huisblad van CM Midden-Vlaanderen, CM Mechelen-Turnhout en CM Antwerpen. Het blad probeert op een aangename manier moeilijke onderwerpen bespreekbaar te maken. çava? kan ook gratis gedownload worden op www.cava-magazine.be Bezoek ons op Facebook: www.facebook.com/magazinecava
U haalde de wandelgids ‘Gentse hoop in bange tijden’ op. U verlaat het infokantoor dienst Toerisme. U draait zich om en kijkt naar de toegangspoort van de Oude Vismijn. Het indrukwekkende poortgebouw maakt duidelijk wat er op deze markt verkocht werd. Bovenaan staat Neptunus met zijn drietand, de heerser van de zeeën. Inderdaad, hij beschermt de vissen die in de vismijn aan de man of vrouw werden gebracht. De angst voor allergieën of voedselvergiftiging is nooit ver weg. Vaak zijn vis of schaaldieren daarvan de oorzaak. Vandaag wordt dit streng gecontroleerd, maar in de Middeleeuwen was men minder begaan met de voedselveiligheid. Men verkocht zelfs de bedorven vis. Daarvoor was er een speciale plaats op de markt voorbehouden, dicht bij de Leie. Als de vis echt rot was, werd hij dan meteen in de rivier gegooid. Op deze plaats gingen de arme mensen hun vis kopen. Wat niet op de markt werd verkocht, werd in kroegen en drankzalen aangeboden. Meestal hadden de dronken lui toch niet door dat er een reukje aan de vis zat.
Draai u even om en kijk naar links. Tussen de kroegen ziet u een kleine poort Dit is de toegangspoort tot een vroeger hospitaal. De heilige Laurentius waakte over de zieken, behoeftigen en reizigers die hier aanklopten. Deze martelaar was een toonbeeld van moed en dapperheid. Toen hij weigerde de kerkschatten aan de Romeinse keizer te overhandigen werd hij gefolterd op een rooster boven het vuur. Dit baatte echter niets. Volgens een legende zou hij aan zijn beulen verklaard hebben: ‘ik ben al gaar, keer mij om en eet me op’. Mag Sint-Laurentius ons op onze tocht door de stad begeleiden en ons hoeden voor bange momenten?
Ga verder rechtdoor, sla links af tot op de brug over de Lieve. Van op de brug kijkt u naar de imposante burcht die voor u ligt. Het Gravensteen werd meer dan 800 jaar geleden gebouwd om vijanden af te schrikken en de Gentenaars te overbluffen die in die dagen ook al mooie stenen huizen bouwden. Stelt u zich al die mensen voor die de donkere weg doorheen het poortgebouw hebben afgelegd, op het binnenhof halt hielden voor de 33 meter hoge donjon. Bang omdat er moeilijke onderhandelingen met de graaf moesten gevoerd worden of omdat hun gemeenschap hun belastingen niet konden betalen. Anderen waren op
weg naar de grafelijke rechtbank. Beschuldigd van majesteitsschennis, valsmunterij. Of misschien op weg om opgesloten te worden in de donkere put. Probeert u zich deze ellende voor te stellen: opgesloten worden in een kerker van 5,5 meter diep vooraleer men werd gevonnist. Pure horror.
Angst kent geen logica. Een nieuw lief, een gezin stichten, een goed examen. Allemaal redenen om het geluk af te kopen. Wensputten zijn een aantrekkingspool voor onzekere mensen. Overal in de wereld kent men dit fenomeen. In de meest bekende plek, de Trevi-fontein in Rome wordt jaarlijks meer dan 100 miljoen euro gegooid! Baat het niet, het schaadt ook niet. Hier is het de lugubere ondergrondse kerker in het Gravensteen waar bezoekers geld in gooien en daarbij een wens doen. …. U ook?
Ga verder en neem net over de brug de eerste straat rechts, Gewad. Neem de eerste straat links: Abrahamstraat. Ga tot het einde van de straat en kijk naar het grote rode gebouw, nummer 15: de Berg van Barmhartigheid Bergen van Barmhartigheid waren hypotheekbanken. Bijna 400 jaar geleden opende de Gentse instelling haar deuren voor mensen die een goedkope lening wilden aangaan. Op de gevel vindt u de datum 1621. Na de godsdienstoorlogen hadden ondernemers en kapitaalkrachtige burgers Gent verlaten. Er was in de 17de eeuw veel armoede. In dit pandjeshuis kon je waardevolle voorwerpen binnenbrengen. Je kreeg de waarde uitbetaald. Na 1 jaar kon je het terugkopen met een intrest van 13 %.De officiële leenkantoren berekenden rentevoeten tot 30 %. Dit statige gebouw is eigenlijk een stapelhuis, brand- en inbraakvrij gemaakt met tralies en diefijzers.
Deze Berg van Barmhartigheid hield ermee op in 1929 maar in de Brusselse Marollenwijk is er nog een dergelijke instelling actief. Het Brusselse pandjeshuis heeft in België het monopolie op het uitreiken van pandleningen. Het is een hedendaagse organisatie waar bekwame experts de waarde van een pand schatten en deskundig bewaren. Als de pandlener de interest niet langer kan betalen, wordt het pand op een veiling verkocht. Ook vandaag de dag zijn er mensen die met klamme handen hun laatste eurocenten tellen. Voor hen kan deze ‘Berg van Barmhartigheid’ een tijdelijke oplossing bieden.
Keer terug richting Gewad, steek deze straat over, volg de Braderijstraat en ga rechtdoor over de brug tot in de Lievestraat. Het eerste huis met de pas gerenoveerde rode gevel, is de toekomstige stadswoning van Guy Verhofstadt. Op het einde van de straat slaat u links af. U bent in de Sint-Margrietstraat. Ga tot huis nummer 9: het Vredeshuis. Het Vredeshuis is een initiatief van de stad. Het werd opgericht in 1994 bij de vijftigste herdenking van de bevrijding van Gent, op vraag van mensen die de gruwel van de Tweede Wereldoorlog hebben meegemaakt. Het is een herinneringshuis dat blijvend aandacht vraagt voor het oorlogsverleden. Wie het geweld van vroeger begrijpt, kan het in de toekomst vermijden. Op de gevel ziet u affiches ‘zonder haatstraat’, een oproep tot het behalen van de millenniumdoelstellingen, Fair Trade, Amnesty International, Greepeace. Deze organisaties zijn hier welkom. In plaats van de angst voor uitbuiting en oorlog, kan u hier dromen van en meewerken aan een toekomst voor onze planeet, sociale rechtvaardigheid en wereldvrede.
Keer terug tot op de hoek van de straat en loop rechtdoor in ‘Geldmunt’. Neem de eerste straat links, de Zeugsteeg, U bent nu in de wijk ‘Het Patershol’. Aan het einde van de straat slaat u links af en neemt u de Plotersgracht. Deze wijk had heel lang een slechte reputatie. Deftige mensen kwamen hier niet. Angsthazen nog minder. Het was een wijk waar studenten en aankomende kunstenaars woonden tussen extravagante voddenverkopers, dames van lichte zeden en – als we de kranten mogen geloven – ‘ander werkschuw tuig’. En u zou er ook moeten oppassen voor dieven. De politie zou er elke avond opgeroepen worden… Zo werd er over deze wijk gesproken, vooral door zij die er nooit kwamen. Het was gewoon een wijk waar minder kapitaalkrachtige Gentenaars hun eigen leven uitbouwden en zichzelf konden zijn, een echte volkswijk.
Nu is de wijk helemaal van karakter veranderd. Rond 1980 kochten jonge mensen de betaalbare huizen om ze te restaureren. Ze openden er gezellige eethuizen die later uitgroeiden tot chique restaurants. Het werd een hippe buurt. Dit is het nog wel een beetje. Hoe dan ook, het is er aangenaam toeven. Ook al gemerkt hoe stil het hier is? En ook al geen auto’s. Elk jaar houden de inwoners een buurtfeest waarop iedereen welkom is. De Patersholfeesten zijn tot voorbij de stadsgrenzen bekend. Dit jaar vinden ze plaats op 9, 10 en 11 augustus.
Ga naar het einde van de Plotersgracht, sla links af, ga de Rodekoningstraat in. Sla op het einde van de straat rechtsaf. U bent in de Trommelstraat. Ga tot aan de lantaarnpaal. Ga tegen de paal staan en zoek het gebouw met de blauwe luiken en het blauwe poortje. De Paters Karmelieten bouwden een infirmerie voor de zieke paters en overbouwden de beide oevers van de gracht. Bij wijze van erfdienstbaarheid, werden de karmelieten verplicht een gat in hun muur te maken op de plaats van de ‘waterschep’. Mensen moesten bij brand snel aan water geraken. Dit ‘patershol’ (inderdaad , vandaar de naam van de wijk…) is afgesloten door de blauwe poort.
Kijk naar het dak. Onder de kroonlijst ziet u houten (sater)koppen. Saterkoppen zijn vaak voorkomende versieringen onder erkers of op consoles. Onder het dak van deze infirmerie hebben ze echter een bijzondere betekenis. Deze pestkoppen moeten verhinderen dat de ziektekiemen zich verder verspreiden. Bijgeloof? Ongetwijfeld. Maar ze dienden ook als afschrikmiddel voor de gezonde mensen.
Ga verder rechtdoor in de Trommelstraat. Volg links mee naar het Kaatsspelplein. Ga door de poort het tuintje binnen. Deze bakstenen kapel is een overblijfsel van de refuge van de abdij van Drongen van de Paters Norbertijnen. Abdijen werden gebouwd op het platteland. Maar in tijden van oorlog was het veiliger in de stad. Plunderingen van vijandige troepen, branden om oprukkende legers tegen te houden… Daarom beschikten abdijen ook over een vluchthuis in de stad. In vredestijd keerden de paters dan terug naar het platteland.
Ga terug door de poort en draai u even om. Boven de poort ziet u het wapenschild van de paters. ‘Vita brevis’, staat er geschreven. Dit betekent: ‘het leven is kort’. Vroeger zag je heel vaak dergelijke waarschuwingen. ‘Memento mori’, of ‘denk eraan dat je zult sterven’. Vandaag de dag verbergt men deze levenslessen. Onze ‘eindigheid’ wordt nog moeilijk aanvaard.
ga op het einde van het Kaatsspelplein rechts: Drongenhof. Loop de straat uit tot in Oudburg. Wij belanden nu op het meest noordelijke punt van onze wandeling. Het noorden was in de 19de eeuw het stadsgebied van de fabrieken en de arbeiders. Vanaf de jaren 60 kwamen Turkse arbeiders in de havenbedrijven werken en gingen er in de vroegere arbeidershuizen wonen. Later kwamen er ook mensen uit Marokko. Nu vestigen zich veel mensen uit het voormalige Oost-Europa in Gent. De stad staat dit jaar stil bij 50 jaar migratie en schrapt het woord ‘allochtonen’ uit het beheerakkoord. Dit wijst erop dat mensen met een andere cultuur in deze stad niet langer als vreemdeling mogen worden beschouwd. Maar het blijft soms omzichtig aftasten van een andere cultuur. Bange blanke mannen en onzekere nieuwe Gentenaars. Wat mensen samenbrengt is elkaars keuken. En hiervan kun je proeven in Oudburg.
Sla rechtsaf. Volg Oudburg. Neem de eerste straat links: Zuivelbrug. Vanop de brug over de Leie ziet u aan uw rechterkant een kanon. U kijkt nu naar één van de oudste belegeringswapens van Europa. Het is een bombarde van zowat 5 meter lang, gebouwd als een uitgerekte ton, met hoepels verstevigd. Dit ‘helse tuig’ – dit zou de herkomst van de naam Dulle Griet zijn - weegt 12 250 kilogram en wordt ook wel de Rode Duivel genoemd vanwege de roestwerende rode verf. Dulle Griet was niet echt bedrijfsklaar en het laden van de kanonballen in de loop was niet zonder gevaar voor de bedieners. Maar sinds 1578 staat ze hier op de Vrijdagmarkt als afschrikking voor hen die de Gentse stadsrechten durfden in vraag te stellen. Op dat moment voerde Vlaanderen oorlog tegen de Spaanse bezetters. Het heeft echter niet gebaat. Spanje was toen de grootste wereldmacht.
Dikke Berta, Dulle Griet, Katrina, Sandy… Wapens, orkanen, rampen. Merkwaardig toch hoe vaak het onheil met een vrouwennaam wordt benoemd. Een ‘Dulle Griet’ is echter een geëmancipeerde dame, een vrouw die – in Middeleeuwse verhalen – haar mannetje kon staan. Zo durfden deze grieten hun echtgenoot een pak rammel geven, als die te laat naar huis kwam.
Ga over de brug en neem de Meersenierstraat tot op de Vrijdagmarkt. Ga midden op het plein staan. In de 19de eeuw werd Gent de eerste industriestad van Vlaanderen. De textielfabrieken lokten mensen van het platteland naar hier. Economische groei en recessie wisselden elkaar af. Tijdens de talrijke crisissen was het duidelijk dat er dringend sociale voorzieningen nodig waren. Eind 19de, begin 20ste eeuw ontstonden zo ook de ziekenfondsen. Het complex ‘Ons Huis’ domineert nog altijd het plein. Aan de andere kant van het plein zie je de kroeg Le Chat Noir. Dit was in de 19de eeuw een berucht stakerscafé, later kwamen sociaal-democraten er samen.
Van op het plein ziet u, achter de huizen, kerktorens. Het zijn de torens van één van Gents oudste kerken, gewijd aan de Heilige Jacob, de behoeder van pelgrims en andere reizigers. Ook van de ballonvaarders? Dat valt te betwijfelen. Op 10 juni 1996 bleef een luchtballon aan de toren van de Sint-Jacobskerk hangen. Er moest een gat in het dak van de toren gemaakt worden om de ballonvaarders te ontzetten. In het vaartuig zat een jong koppeltje dat op het punt stond te trouwen. De toekomstige bruidegom kon zich niet vermannen, het koude zweet brak hem uit. De jongedame van haar kant, verbrak de verloving en trouwde met de echte held van de dag, de ballonvaarder. Eind goed, al goed? De reddingsoperatie was voor rekening van de ballonvaarder.
Kijk even rechts. Vind het huis geflankeerd met een toren. Boven op de toren van dit gildehuis, ziet u een dame met een staart, een meermin dus. 600 jaar geleden was dit een vaak voorkomende decoratie. Meerminnen zijn sprookjesfiguren die tijdens de week doodnormale vrouwen zijn (behalve het feit dat ze heel mooi en verleidelijk zijn) maar die op zaterdag hun benen in een staart veranderen. Die dag mag hun echtgenoot hen niet bezoeken.
Sommige psychologen beweren dat dergelijke verhalen de angst illustreren van mannen voor de lichamelijke capaciteiten van vrouwen. Menstrueren, moeder worden, het was lang mysterie waarover niet gepraat werd. Waarover niet gepraat mag worden, daarover is men bang.
Ga naar het huis met de toren. Neem de smalle straat aan de overkant: Serpentstraat. Vind de uitstekende scheidingsmuur tussen het huis nr. 20 en 18. Brand is nog altijd een reëel gevaar. Maar stelt u zich voor hoe het vroeger was: houtbouw, strooien daken. Gelukkig waren er stedenbouwkundige voorschriften om uitslaande branden te voorkomen. Er mochten nooit meer dan 6 huizen aan elkaar gebouwd worden. Brandgangen en stenen scheidingsmuren moesten erger voorkomen. De grijze natuurstenen muur tussen de huizen nummers 20 en 18 is
een brandmuur. Zoals u ziet, komt hij voorbij de rooilijn van de straat. Ook al werden de houten huizen door stenen gebouwen vervangen, toch bleef de brandmuur staan. Trouwens, wie vroeger zijn houten huis door een stenen gebouw verving, kon bij de stad een bouwpremie aanvragen. De meeste huizen in deze straat dateren uit de periode toen die subsidies in omloop kwamen.
Brandmuren bouwt men nu niet meer. Maar het begrip ‘firewall’ bestaat natuurlijk nog wel als software programma voor je pc. Wie durft er nog online gaan met een onbeveiligde pc? Geheel terecht bovendien.
Ga tot het einde van de straat. Neem rechts: Onderstraat. De binnentuin van Hof van Ryhove, het huis nummer 22, is een mooie picknickplaats op weekdagen van 9 tot 17 uur. Ga tot voorbij het huis nummer 12, ga links het steegje binnen. U bent in de Werregarenstraat. Tijdens de Gentse Feesten (dit jaar van 20 tot 29 juli) van 1995 besloten enkele jongeren hun graffitikunst aan het grote publiek voor te stellen. Wat tot dan toe als vandalisme werd beschouwd, werd voortaan met andere ogen bekeken. Geleidelijk groeide het idee voor het inrichten van gedoogzones waar graffitikunstenaars hun talenten kunnen botvieren. Eigenlijk kent niemand nog de naam van de Werregarenstraat, iedereen noemt deze steeg gewoon Graffitistraat. Op die manier hoeven we in Gent niet meer bang te zijn dat onze historische gebouwen volgespoten worden. Wie wil meedoen, is welkom. Hoogpoort 11, hier dicht in de buurt, verkoopt spuitbussen. Zelfs met een gewone stift, kunt u uw artistieke sporen hier achterlaten.
Vroeger, toen de graffiteurs de Werregarenstraat nog niet hadden ontdekt, liepen er weinig mensen door deze steeg. Men vond het onveilig, het stonk er naar schraal bier en stukgetrapte frieten. Mensen waren bang om overvallen te worden. Vooral in het donker. Vandaag de dag is dat nergens voor nodig. Er zijn neonlichten en graffitikunstenaars zijn er ook na zonsondergang. Ze houden hun straat veilig.
Ga aan het einde van de steeg naar links: Hoogpoort. U loopt voorbij het stadhuis. Op de hoek ziet u Keizer Karel in een nis. Het Gentse stadhuis werd niet in één keer gebouwd. U staat nu aan de gotische hoekgevel. Ongetwijfeld de duurste bouwcampagne in de geschiedenis van dit gebouw. Het werd nooit afgewerkt en had zelfs een etage hoger gemoeten. Geldgebrek was een constante in de Gentse geschiedenis. En ook vandaag worden er om die reden in de stad wel eens plannen aangepast. Maar in het geval van het Gotische schepenhuis is er een bijzondere reden: de beroemdste Gentenaar aller tijden: Keizer Karel. U ziet hem in de nis op de hoek. Als keizer van een rijk waar de zon nooit onderging, voerde hij voortdurend oorlog en schreef daarvoor extra belastingen uit. De financiële druk op de stad en haar inwoners was groot. De werken aan dit prestigieuze gebouw vielen stil. Ondertussen besliste Gent de extra belastingen niet op te halen. En dat zette Keizer Karel hen betaald. Op 14 februari 1540 komt hij persoonlijk naar de stad, vergezeld van 4 000 Duitse landsknechten en 800 Hollandse ruiters. Gent is een bezette stad en moet de gevolgen van haar ongehoorzaamheid onder ogen zien. Van alle bestraffingen is de knieval van 50 stroppendragers de Gentenaars het meest bijgebleven. Sindsdien worden Gentenaars ‘stropkes’ genoemd. Geen spotnaam, maar een eretitel omdat zij het ooit aandurfden de machtigste man van de wereld uit te dagen.
In het mooiste deel van het stadhuis wordt er getrouwd. Vooral op vrijdag en zaterdag zult u gelukkige paartjes de trap zien opgaan of afdalen. Het aantal huwelijken stijgt terug in onze stad. Minder bindingsangst dan vroeger?
Neem rechts de Botermarkt en ga naar de Poeljemarkt. Ga onder de nieuwe stadshal staan.
Deze nieuwe open stadshal werd gerealiseerd door Robbrecht & Daem / Marie-José Van Hee architecten. Let vooral op de dakstructuur die het licht op een heel aparte manier laat binnenkomen. Dit architecturaal hoogstandje is één van de vijf finalisten van de Mies van der Rohe Award 2013. Over dit bouwproject is er in Gent echter veel inkt gevloeid. Sommige mensen vonden het niet passen tussen de oude torens van Gent. Te gewaagd? Zijn tijd vooruit? Bang voor het nieuwe? Alle ingrijpende veranderingen waren ooit het voorwerp van kritiek: brede straten, een stenen brug, hoge lantaarnpalen, een autoluwe binnenstad… Er waren altijd mensen die het niet zagen zitten. Achteraf beschouwd, was dit allemaal voorbarig. Gentenaars zijn best trots op de stadsvernieuwing van de voorbije decennia.
Aan uw linkerkant ziet u het Gentse Belfort, met op de spits de goede draak als stadsbewaarder. Het Belfort fungeerde ook als wachttoren. Zes torenwachters bewaakten ’s nachts de stad en haar inwoners. U herinnert zich ongetwijfeld het gevaar voor brand. Dan luidden ze de klokken. De belangrijkste Gentse klok is Roeland. Op de hoektorens ziet u stenen wachters. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was het Belfort het ondergrondse zenuwcentrum van het Duitse Leger. Het aanpalende Sint-Baafsplein werd ondertunneld opdat de officieren ondergronds het communicatiecentrum zouden kunnen bereiken. Ze waren te bang om over de straat te lopen…
Daal de trap af en ga schuin door de tuin van de stadshal. Neem rechts en ga voorbij de Sint-Niklaaskerk. U bent in de Cataloniëstraat. Schuin tegenover de SintNiklaaskerk vindt u het huisnummer 6-9. Dit is het Justitiehuis. Bang een contract verkeerd te begrijpen? Was u een slachtoffer van een misdrijf? In een justitiehuis bent u welkom. Justitieassistenten zijn bereid informatie te geven. Deze eerstelijnswerking is gratis en vrij toegankelijk in de voormiddag. Ook nabestaanden van personen die stierven in een verkeersongeval of van mensen die zelfmoord pleegden, kunnen hier terecht. Drempelvrees is nergens voor nodig.
Ga verder door. U komt voorbij de Korenmarkt. Ga rechts naast de Sint-Michielsbrug naar de Leie en draai u even om. U hebt nu een mooi uitzicht op de 3 torens van Gent: Kathedraal – Belfort – Sint-Niklaaskerk. Gent is een stad van torens en telt 52 kerken. (achter u bevindt zich de Sint-Michielskerk). Hoe onzeker het leven ook was, mensen hadden vooral angst voor de dood. Wat komt er na de dood: hemel of hel? Zien we God of de duivel? Geld spenderen aan en in kerken was de methode om jezelf een goede dood te garanderen. Gent kende vroeger veel rijke mensen die droomden van een eeuwig leven. En wij kunnen vandaag genieten van zoveel historische kerkgebouwen.
Volg rechts de Graslei. Vind het huis 13–14.
De Leie tussen Sint-Michielsbrug en Grasbrug was de Middeleeuwse handelshaven. Van hieruit vertrokken de schippers met onze textielproducten. Graslei 13 – 14 was het gildehuis van de vrije schippers. Links en rechts van de geveltop ziet u ankers. Aan de andere kant van de Leie ziet u in de Korenlei 7 het gildehuis van de onvrije schippers. Ook daar vindt u ankers. Ankers zijn tekens van hoop op succes. Neem deze hoop mee naar huis. Vaart wel. Ook in bange tijden.
Start van de wandeling aan de dienst toerisme stad Gent – oude Vismijn, Veerleplein 5. Je hebt de allereerste çava? themawandeling achter de rug. Angst blijkt inderdaad van alle tijden te zijn en mensen hebben zich er steeds op hun eigen manier tegen gewapend. Hopelijk heb je genoten van deze wandeling en is je vertrouwen een stukje toegenomen. We bedanken je voor deze deelname en wensen je nog een aangenaam verblijf in Gent.
Win één van de deelnemersprijzen! Stuur je oplossing naar
[email protected], uiterlijk op 30 september 2013. Zet in je mail je naam en adres + je mening over deze wandeling. Voor de kinderen zet je er ook nog de leeftijd bij. Je maakt dan kans op één van de mooie prijzen. De winnaars worden persoonlijk verwittigd.
Met onze hartelijke dank aan: Hilde Proot en Miguel De Clercq (stadgidsen Gent) voor de samenstelling van de wandeling, Toerisme Gent voor het ter beschikking leggen van de brochure Greet De Ceukelaire voor de foto’s Samenstelling en realisatie: Kris Michiels - CM Midden-Vlaanderen Koen Peeters - CM Antwerpen Lay-out: Rob Segers - CM Antwerpen v.u.: Jos Muyshondt - Molenbergstraat 2 - 2000 Antwerpen oplage: 3 500 ex. - uitgave 05-2013