GENEALOGIE in St-Gillis: Frans VERMEIR, een 'MOEILIJK GEVAL' Jozef Verheyden In een vorig artikel is aangekondigd dat ik al enige tijd genealogisch onderzoek verricht in Sint Gillis, waar men het zonder parochieregisters moet stellen. Een voorbeeld met de familie HERBOUT toonde aan dat dit soort onderzoek er toch mogelijk is. Omdat de naam HERBOUT weinig voorkomt, en omdat er maar één voorouder was ca 1600, was het zelfs relatief gemakkelijk. Men komt dan op basis van de 'klappers' met geboorten en huwelijken al een heel eind. Maar wat te zeggen over families met veel voorkomende namen als: Beeckman, Van Belle, Van den Bossche, de Cock, Dierinck-Durinck, Van Gucht, Van Keer, Van Langenhove, Moens, Moernhout, Peleman, Ringoot, Roggeman, de Smet, Vermeir en Willems? De hierbij onderlijnde namen waren al aanwezig in 1603, volgens een belastingslijst van toen. Met deze bijdrage wil ik aantonen dat, anders dan bij Herbout, een genealogie van de genoemde families erg moeilijk is. Zo moeilijk zelfs, dat ik mij in dit voorbeeld beperk tot één enkel gezin VERMEIR van ca 1690. Mijn eigen grootmoeder was Marie-Rosalie Vermeir (St Gillis 1863-1918). Er zijn mij twee genealogieën bekend van deze (onze) familie. Men vindt ze in het archief van Dendermonde, opgesteld door E.H. de Kinder en ook door mijn neef Patrick de Landsheer. Bij Bovijn komt men hoogstens uit op ene Frans Vermeir, vader van Jan en Frederik. Deze Frans Vermeir, waarvan de vader verder onbekend was, is de stamvader van zowat alle Vermeirs in St Gillis ca. 1800. Vandaar ook mijn keuze voor deze bijdrage. Ik laat de lezer meevolgen met de zes stadia van dit onderzoek, die tegelijk ook voor de genealoog zes nuttige technieken bevatten voor gemeenten als Sint Gillis; met een groot archief, maar zonder parochieregister.
A. Op zoek naar gegevens over Frans Vermeir, voorouder van veel Vermeirs'. 1. Het werk van M. Bovijn "Wie bewoonde dit huis?". Op pagina 87 staat, bij het huis 6 Oost: "1691 Frans Vermeir." Dit gegeven komt dus uit het metingboek van 1691. Daarna volgt: "1/2 Jan Vermeir 1/2 Frederick Vermeir. Ca 1710 weduwe Jan van Weyenbergh, later Peter van Weyenbergh, fs Jan, .." Het huis 6 Oost is volgens het bijgeleverd plan gelegen in de Roosbroekstraat. De vader van Frans Vermeir is verder in het boek nergens te vinden. Bovijn is goed gedocumenteerd als er een Staat van Goed was. Die staat werd opgemaakt om de wezen te beschermen. Iemand die op oudere leeftijd overleed als de kinderen al volwassen waren, vindt men bij Bovijn meestal niet terug. Hierdoor wordt de afkomst van Frans Vermeir een "moeilijk geval", zodat we andere bronnen moeten opzoeken. Maar moeilijk gaat ook, zo zal blijken. 2. Het metingboek van 1691. Er staat in dit metingboek natuurlijk meer informatie, dan alleen de plaats van de huizen en hun bewoners. In het geval van Frans Vermeir komen we zo te weten, dat hij de enige inwoner van St Gillis was met die naam. Het was dus ook niet strikt nodig de naam van zijn vader te vermelden. Er staat wel uiteraard op dat Frans Vermeir pachter was. Mijnheer Lanoye met een hofstede.. pachter Frans Vermeir. Tegen zijn gewoonte in heeft Bovijn de eigenaar niet vermeld. Blijkbaar kon hij 'mijnheer Lanoye' niet goed thuis brengen. Het metingboek vermeldt verder voor ieder perceel de eigenaar en ev. de pachter, met een handig register. Frans Vermeir had geen enkel land in eigendom, en was pachter van: 3 percelen van het klooster Ste Brigitinnen van Dendermonde 1 perceel van de kerk van Sint Gillis ('de H. Geest') 1 perceel van de oirs Kerckhof . Deze gegevens gaven ons het idee om eerst het archief van het klooster te onderzoeken, daarna het archief van de pastoor. 3. De pachtbrieven: a. pachtbrieven van het klooster Ste Brigitinnen. Dit archief is relatief klein: het bevat een tiental bundels, waaronder een interessant deel met schetsen van enige eigendommen en hun paalgenoten. Het oudste pachtersboek (1680 - 1749) is wat we zochten. De betalingen van Frans Vermeir, en later van zijn zonen staan er in.
En (belangrijk voor de geschiedenis) ook de redenen waarom in sommige jaren minder moest betaald worden. Aldus noteerden we: 1680 De oogst verwoest door hagel. Ook overstromingen1. 1690 Schade door diverse volkeren van oorlog. Krijgsvolk fourageert in St Gillis, Belle, 2.. 1691 Idem. De overstroming teistert de lagere gebieden; meersen etc.. 1693, 1694, 1696 Passerende soldaten fourageren... 1697 De Franse vijand 3 1701 Nog waterellende. 1706 -1706 Beleg van Dendermonde; de omgeving wordt onder water gezet; heel het jaar is verloren. 1713 Oogst verwoest door hagel. 1727 Idem. 1736 Grote storm. 1737 Hagel. 1745 Beleg van Dendermonde, met opnieuw het onder water zetten van de omgeving door de stad.. 1747 Nog waterellende (de dijken waren niet goed hersteld, de sloten niet onderhouden). Belangrijk voor het gezin Vermeir zijn volgende nota's over de opeenvolgende pachters; - Vanaf het begin van het pachtersboek (1680) tot in 1701 is Frans Vermeir pachter. - In 1702 is de pacht betaald door de weduwe van Frans Vermeir. (Dit klopt met de overlijdensdatum 1702 van Frans Vermeir in de klappers). De weduwe betaalt nog pacht tot 1706 (Dit klopt met haar overlijdensdatum). Daarna is de pacht verdeeld voor Jan en Frederik Vermeir haar twee zonen . - In 1729 zijn de pachters weduwe Jan Vermeir en Frederik Vermeir. (Dit klopt met de overlijdensdatum 1729 van Jan Vermeir in de klappers). - Daarna, tot het einde van het boek in 1749, zijn de pachters Jan van Weyenbergh (die met de weduwe huwde) en Frederik Vermeir. Deze gegevens laten ons dus toe de klappers beter te begrijpen. b. het pachtboekje van de tienden Pastoor Andreas de Hase liet een klein pachtboekje na, van het formaat dat pastoors gemakkelijk in hun soutane steken. Hij deelde zijn parochie buiten de muren in 14 wijken, met een interessante beschrijving. Voor elke wijk had hij een pachter om de pastoorstienden te innen. De 13de wijk was vanaf 1682 toegewezen aan Jan Peleman voor tweemaal drie jaren. Maar van 1686 tot 1693 was Francoys Vermeeren de pachter van de tienden . Verder gaat het boekje niet. Francoys tekende met een kruisje (niet kunnende schrijven). Pastoor dHaese gaf geen afslag in de slechte jaren 1690 en daarna. Blijkbaar was het Brigitinnenklooster milder. Men mag deze pastoor dHase overigens niet verwarren met zijn voorganger heer Hillewaert D'Haens die het wezenhuis van Dendermonde stichtte en begunstigde. 4. De 'klappers' van de parochieregisters. De parochieregisters zijn weliswaar verbrand; maar er is een soort register bewaard gebleven. Met dus enkel de data en personen, zonder de ouders te vermelden. Wanneer we de data van geboorten, huwelijken en overlijdens chronologisch van de personen (met de naam Vermeir) er uit neemt, en in een tabel naast elkaar legt, komen er toch nieuwe gegevens uit te voorschijn. Voor wat Frans Vermeir betreft, zijn we al zeker dat hij overleden is in 1702. Kort daarna trouwen zijn twee zonen Jan en Frederik. Ze waren dus volwassen bij zijn dood, en, zoals opgemerkt, was er geen Staat van Goed nodig. De moeder van Jan en Frederik is moeilijker te vinden. - Te Dendermonde trouwt ene Frans Vermeir in 1652 met Barbara de Kimpe. De naam 'De Kimpe' komt in Dendermonde bijna niet voor. In 1661 sterft er ene Christiana de Kimpe. - In juli 1663 trouwt Frans Vermeir met Elisabeth Bosman. Deze Elisabeth Bosman overleed in februari 1667. - In juni 1667 (her)trouwt Frans Vermeir met Maria Van Loo. Dat is vlak vóór het beleg van Dendermonde door de Franse koning (2 - 8 augustus 1667). De naam Van Loo komt zeer zeldzaam voor in Sint Gillis. Elisabeth Van 1
18 december1680. “Wij meier etc…certifiëren, op vraag van Michiel Moens, dat door den generalen overvloed van de wateren, begost te Pasen, het merendeel van alle meersen geïnondeerd zijn… zodat zij hunne beesten van armoiede hebben moeten afhalen, en het gras bedorven en stinkende van vuiligheid, etc…” OGA 205. 2
Voor Sint Gillis waren dat de troepen van de prins van Hannover, die kampeerden te Appels.
3
Kampeerde een maand te Wieze, Moorsel, Belle..., totale ruïne, veel mensen zijn gevlucht.
Loo, die stierf in mei 1679, is daarom waarschijnlijk de genaamde Maria. Er was mogelijk verwarring met de twee voornamen. - In december 1670 (her)trouwde Frans Vermeir in Dendermonde met Magdalena Theresia de Bolle4 . Dit is zeker de persoon die we zoeken, gelet op de opvolging van de trouw- en sterfdata. Juffrouw Magdalena was weduwe van heer Daniel van Horenbeke (1635-1668) van wie zij al vier kinderen had5 . De ouders van Magdalena (Jan de Bolle en Joosijne Huylenbroek) haden een huis in 'de Pelgrim' in de Ridderstraat bij de stenen poort bij de Denderbrug6 . - Jan Vermeir is gedoopt in juni 1670... De zwangerschap begon vóór oktober 1679, en dus na het overlijden van Frans' tweede vrouw Maria van Loo, en na het overlijden van Daniel Van Horenbeke. Het trouwen ‘van moetens' verklaart wellicht het standenverschil. Hoewel beide familie's al geällieerd waren. - In de periode na 1670 zijn nog wel andere Vermeirs (7) gedoopt, maar blijkbaar zijn de meesten jong gestorven. Frederik Vermeir is geboren in december 1677. Er bleven maar twee zonen over. Want Jan en Frederik erfden elk de helft van hun vader Frans, volgens Bovijn. Dat de jong gestorven kinderen niet opgenomen werden in de parochieregisters, was normaal. Het was ook normaal dat de voornaam van een gestorven vrouw niet belangrijk was; In 1706 overleed 'Anna' de Bolle, geboren als Magdalena Theresia. We kennen nu praktisch zeker de vrouw van Frans Vermeir, als moeder van Jan en Frederik, maar nog niet de vader van Frans Vermeir. Een enkele aanduiding 'Frans Vermeir, zoon van ..., zoals gebruikelijk was, zou voldoende zijn. Die aanduiding vonden we in een lijst van belastingbetalers van 1689. 5. De lijsten van belastingbetalers (ommestellingen) Er zijn een aantal lijsten van belastingbetalers opgesteld die dus in feite een soort bevolkingstelling inhouden, want ook de mensen zonder enig bezit werden belast op de grond die ze huurden. De lijsten zijn erg waardevol voor genealogen. In dit geval vonden we in OGA Nr 26 (de belastingslijst van 1689) de enige Vermeir aangeduid als Frans Vermeir, zoon van Gillis. Er zijn dus tot hier toe voor deze gegevens vijf soorten bronnen aangeboord, die niet al te moeilijk zijn. Voor verdere gegevens over Gillis Vermeir en zijn zoon Frans, was een zesde wat moeilijkere techniek nodig. 6. De archieven op cruciale data (huwelijken, overlijden..) Iemand zoals Frans Vermeir, oud gestorven, zonder bezittingen, en zonder Staat van Goed, laat niet veel sporen na in de archieven. Omdat ook van vader Gillis Vermeir geen Staat van Goed opgemaakt was, mag men het zelfde scenario vermoeden. Opnieuw laat Bovijn ons daarom in de steek. Het oud archief van Sint Gillis over verkopen, leningen etc. omvat tienduizenden pagina's. Het zoeken van gegevens over Gillis Vermeir is als het zoeken van een naald in een hooiberg. Toch is het gelukt; door selectief te zoeken op een cruciale datum. Gillis Vermeir is, volgens de klappers, gestorven op 7 augustus 1656. We vroegen het archief van dat jaar op, dat is Nr 214. We hadden direct prijs. Toegegeven, er kwam een weinig geluk bij.
B. Op zoek naar gegevens over Gillis Vermeir via de archieven. In het jaar 1656 gebeurde een dramatische inbeslagname van huis en erf van Gillis Vermeir, zoon van Antonis. Samengevat komt het hier op neer. Gillis Vermeir was enkele jaren ten achter bij drie schuldeisers; A. de weduwe van Jan de Potter; B. de weduwe van Jacques Calendries, en C. Sr Loyis de Lannoy, eigenaar van het Hof te Verrebroek. De meier dagvaart Gillis Vermeir, zoon van Anthonis, en gebiedt een inbeslagname voor de vierschaar op 8 4
Dit huwelijk is vermeld in de klappers van Dendermonde. De familie de Bolle is daar gekend en ook geacht, want sommigen hebben de titel heer voor hun naam, o.a. twee hoofdschepenen. Juffrouw Magdalena de Bolle was dochter van hoofdschepen Heer Jan de Bolle x1639 Juffrouw Joosijne Huylenbroek (vermeld bij Bovijn, pag.80). De familie De Bolle droeg in hun wapen(zeer toepasselijk) drie gouden bollen op een rood veld. Het dragen van een wapen betekent nog niet dat men van adel is. Een wapen was wel nodig voor bijv. een schepenzegel. 5
Het Guldenboek van Dendermonde, A.L. de Vlaminck, pag 94. Dit boek bevat genealogieën van enkele Dendermondse families die konden genieten van studiebeurzen (beurze stichtingen) 6
Staat van Goed – Sterfhuis Joosijne Huylenbroek 1640, OGA 225
februari 1656. Een eerste kaars wordt ontstoken; alle schuldeisers kunnen zich melden, met hun rentebrief als bewijs. Op de tweede zitting; A. Weduwe de Potter toont een rentebrief van 1630. B. Weduwe Calendries kan haar rentebrief niet tonen. C. Sr Loys de Lannoy doet een bijkomend bod op het huis van Gillis Vermeir. Gillis had zijn huis blijkbaar gebouwd op de grond, die als pand van de lening diende. Gillis Vermeir wordt nog maar eens gedagvaard. Zijn huis zal mee verkocht worden. Er volgen nog zes zittingen, waarbij de derde kaars telkens opnieuw aangestoken wordt. Gillis Vermeir heeft geen verhaal meer. Sr Louis de Lannoy had aan Gillis wat geld geleend omdat zijn land in de buurt van zijn pachthof lag. De Lannoy kreeg er het huis bij. Weduwe A kreeg niets, en weduwe B waarschijnlijk ook niets. Zo ging dat toen. De grootgrondbezitters verkregen veel gronden voor een prikje, door geld uit te lenen met de eigendommen van de lener als pand. Gillis Vermeir had geld geleend om land te kopen, en om er zijn huis op te bouwen. Sinds ca 1650 kon hij zijn schuld niet afbetalen. Hij was bij de inbeslagname ca 65 jaar oud, en waarschijnlijk was hij ziek, of erger. Voor heel de procedure waren negen zittingen in vierschaar nodig, abnormaal veel. Het duurde van februari tot eind augustus 1656. Was het toeval dat Gillis stierf op het moment dat hij alles in een klap verloor? Het zal allemaal teveel geweest zijn voor deze man. Gillis stierf op 6 augustus. De laatste zitting van de vierschaar was op den lesten Augustus. Sr Loyis de Lannoy stierf in 1681. Op de zelfde manier vonden we in OGA Nr 225 de verkavelingsakte van diens eigendommen. Er waren 2 erfgenamen; Jan Augustijn de Lannoy (burgemeester van Antwerpen) en schoonzoon Jonker Jan Baptist Anthony (postmeester van Antwerpen). Kavel B was een speelhuis met wallen etc. (het Hof te Verrebroek), en een huisken verkregen van N. Vermeir, en nu in gebruik door Frans Vermeir.
C. Op zoek naar gegevens over Gillis Vermeir, zoon van Anthonis, bij Bovijn. Er waren in die periode twee personen met de naam Gillis Vermeir, maar slechts een enkele met als vader Anthonis Vermeir. Anthonis Vermeir is in St Gillis ingeweken na een huwelijk met een dochter De Nil, en genoot dadelijk enig aanzien. Hij werd schepen en vader van acht kinderen, allen gehuwd. Hendrik de Nil woonde in de boonwijk. Van een zo talrijk nageslacht bleef in 1691 te St Gillis maar één Vermeir over, namelijk kleinzoon Frans. Gillis Vermeir huwde in 1618 Margriete van Belle, dochter van Joos, zoon van Symoen. De gezinnen van Anthonis Vermeir en van Joos van Belle vindt men uitgebreid terug bij M. Bovijn.
D. Een poging om het gezin van Frans Vermeir te schetsen. Uit deze en andere gevonden gegevens komt een beeld naar voor, dat een levensschets waard is. Zijn moeder Margriete van Belle trouwde toen ze al in ruzie lag met de vele broers en zusters omwille van de schuldenlast, want grootvader Joos van Belle was van jongsaf een verkwister. Grootmoeder Catharina Blendemans werd zeer oud, en stierf armlastig; dit is ondersteund door de H. Geest, een hulp van de kerk voor de armsten. Ook zijn vader kwam uit een groot gezin, en moest dus lenen om een huis te kunnen bouwen. Dat werd hem fataal. Frans Vermeir was al erg oud toen hij aan zijn gezin nog moest (her)beginnen. Maar hij was arm. Zonder de steun van het klooster der Brigitinnen zou het niet gegaan zijn. Er was een oude band met dat klooster, want zijn grootvader en zijn vader waren er al pachters van. Op de familie van zijn vrouw moest hij niet veel rekenen. Zijn schoonvader heer Jan de Bolle en oom heer Gillis de Bolle, beiden schepenen van Dendermonde, lieten hun huis in St Gillis vervallen7. De meesten, zoals zijn half- broers en -zussen zochten de veiligheid van een besloten stad of elders op.
Besluit en nabeschouwing. Dit onderzoek leverde onverwacht een voorouder (Juffrouw de Bolle) van een geachte Dendermondse familie op. Maar daarvoor moet men m.i. niet aan genealogie doen. Oud geworden voorouders, die door de ellende van de 17de eeuw alleen de krachtigste kinderen van een groot gezin overhielden, zijn belangrijker. Zij laten ons toe om in goede gezondheid te leven. Door dit onderzoek is het nu mogelijk om hen in dankbaarheid te herdenken.
7
Na de dood van schepen Jan de Bolle was het huis (op de heirbaan naar Brussel – Bovijn B) verlaten en vervallen. Het huis van zijn broer, schepen Gillis de Bolle (Bovijn 68 Oost), werd verhuurd.
De KWARTIERSTATEN van Jan en Frederik Vermeir 1. Frans Vermeir (+1635). Hij was x Barbara de Kimpe, xx Elisabeth Bosman, xxx Maria Van Loo) x 1670
2. Juffrouw Magdalena de Bolle (alias Elisabeth) ( 1641-1706). Zij was x 1636 heer Daneel van Horenbeke). ---------
3. Gillis Vermeir(+1656) x 1618
4. Margriete van Belle (+1663) 5. Heer Jan de Bolle (+1657). Hoofdschepen van Dendermonde. x 1639
6. Josijne Huylenbroeck (+1661). Zij was x Gillis d'Alencourt, ontvanger St Gillis). ---------
7. Anthonis Vermeir, zoon van Niclaes. (+1635). Schepen van St Gillis 1617-1618. Hij xx Marie Arens. x vóór 1600
8. Margareta de Nil, dochter van Hendrik. 9. Joos van Belle (+1636), zoon van Symon. x
10. Catharina Blendemans (+1653). Zij werd zeer oud en stierf arm. 11. Lenaert de Bolle, zoon van Gillis. x 1614
12. Anna Spanoghe 13. Peter Huylenbroeck, (zoon van Niclaes x Johanna de Vriendt) x
14. Pirijne Vermeir/ van der Meeren gezijd Collijn, dochter van Colijn Vermeer, koster van Dendermonde. (Zij was te Denderbelle weduwe van François Vermeir, zoon van Anthonis en Margareta de Nil) --------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------