ONDER DE LOEP
GEMEENTELIJKE ADMINISTRATIEVE SANCTIES : WAT IS ER VERANDERD ? (deel 2) De wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, de zogenaamde GAS-wet, verscheen in het Belgisch Staatsblad op 1 juli 2013 en trad in werking op 1 januari 2014 ( 273059). De grote nieuwigheden kunnen in 10 punten samengevat worden, waarvan de eerste vijf in een vorig nummer van ons tijdschrift 1 aan bod kwamen : 1. de materie wordt voortaan geregeld in een bijzondere wet (hierna de Wet) 2. de lijst met gemengde inbreuken is gewijzigd 3. de lijst met administratieve sancties en alternatieve maatregelen werd uitgebreid 4. de Wet is voortaan ook van toepassing op minderjarigen vanaf 14 jaar 5. de Wet voorziet in nieuwe vaststellende beambten met meer bevoegdheden
Vervolg van de analyse van de nieuwigheden in de GAS-wet 6. Gemeentelijke autonomie en samenwerking tussen gemeenten De gemeente behoudt haar volledige vrijheid om te beslissen of ze al dan niet het systeem van administratieve sancties op haar grondgebied toepast. Toch kunnen gemeentereglementen geharmoniseerd worden per zone of per gerechtelijk arrondissement. Er wordt immers specifiek gesteld dat de gemeenteraden van de betrokken gemeenten een gemeenschappelijk algemeen politiereglement kunnen aannemen (art. 2, § 2 tot 4, Wet). Deze aanmoediging tot harmonisering heeft een tweeledig doel voor ogen : efficiëntie en rechtszekerheid voor de burger.
7. de samenwerking met het Parket wordt versterkt
In diezelfde geest biedt de Wet de mogelijkheid aan meerdere gemeenten om een gemeenschappelijke sanctionerend ambtenaar aan te wijzen (art. 6, § 3, Wet). Zo kunnen gemeenten uit een meergemeentezone dus beslissen een sanctionerend ambtenaar aan te wijzen voor de zone.
8. er is een nieuwe maatregel ingevoerd : het tijdelijk plaatsverbod
7. Versterking van de samenwerking met het Parket
9. de administratieve procedure werd aangepast
Artikel 23 van de Wet stipuleert wat de gemengde inbreuken betreft (strafrechtelijke inbreuken die administratief gestraft kunnen worden), dat een protocolakkoord gesloten kan bord C3 worden tussen de procureur des Konings en de gemeente. In geval van een per zone geharmoniseerd reglement (cf. punt 6 supra) kan het protocol identiek zijn voor alle gemeenten van de zone (art. 23, § 1, 4e lid, Wet).
6. de gemeentelijke autonomie blijft behouden, maar de gemeenten worden aangespoord om samen te werken
10. het is voortaan verplicht om een GAS-lijst bij te houden Alvorens in te gaan op de laatste 5 punten, wijzen we erop dat er sinds eind 2013 heel wat water naar de zee gestroomd is op het vlak van de gemeentelijke administratieve sancties. Zo werd de nieuwe Wet gewijzigd door de wet van 21 december 2013 houdende diverse bepalingen - Binnenlandse Zaken. Vervolgens werden er verschillende uitvoeringsbesluiten opgesteld en werd de VSGB in dat kader geraadpleegd. Vier van de vijf KB’s werden uitgevaardigd op 21 december 2013 en bekendgemaakt in het Staatsblad op 27 december 2013, met inwerkingtreding op 1 januari 2014.
Voor de inbreuken betreffende stilstaan en parkeren en die op de bepalingen betreffende het verkeersbord C3 (autoloze zone) en verkeersbord F103 (parkeren in een voetgangerszone)2 is de opstelling van dit protocolakkoord verplicht (art. 23, § 1, 5e lid, Wet). Het doel van het protocolakkoord is enerzijds de gemengde inbreuken vast te stellen ten aanzien waarvan volgens de partijen administratieve sancties genomen moeten worden, en anderzijds de modaliteiten te bepalen voor de werkverdeling tussen de gemeente en de procureur des Konings.
1 Zie “Gemeentelijke administratieve sancties: wat is er veranderd?” in Nieuwsbrief-Brussel 2013/4, beschikbaar op www.vsgb.be 2 Wijziging ingevoerd bij de wet van 21 december 2013 houdende diverse bepalingen - Binnenlandse Zaken (BS 31 december 2013, Inforum 279145) cf. infra.
Nieuwsbrief 2013/06
15
ONDER DE LOEP
Het protocolakkoord wordt bij de reglementen en verordeningen van de gemeente gevoegd en door het college van burgemeester en schepenen bekendgemaakt op de website van de gemeente of via een affiche waarop staat waar het publiek de protocoltekst kan raadplegen (art. 23, § 1, 6e lid, Wet). Indien er geen protocolakkoord is, beschrijft de Wet de procedure die van toepassing is, waarbij een onderscheid gemaakt wordt tussen ernstige en lichte gemengde inbreuken (art. 23, § 2 en 3, Wet). Voor de ernstige gemengde inbreuken (art. 3, 1°, Wet) kan de sanctionerend ambtenaar enkel administratieve vervolging instellen als het Parket binnen een termijn van twee maanden meldt dat het deze vervolging opportuun acht maar de feiten seponeert. Bij lichte gemengde inbreuken (art. 3, 2°, Wet) kan de sanctionerend ambtenaar de feiten administratief vervolgen als het Parket niets doet binnen een termijn van twee maanden te rekenen vanaf de dag van de ontvangst van het origineel proces-verbaal. Als de procureur des Konings vóór het verstrijken van de termijn laat weten dat hij geen gevolg zal geven aan de feiten, kan de sanctionerend ambtenaar de feiten administratief vervolgen zonder te wachten tot de termijn van twee maanden afgelopen is (art. 23, § 3, Wet).
8. Nieuwe maatregel : tijdelijk plaatsverbod De Wet voegt in de Nieuwe Gemeentewet een nieuw artikel 134sexies in. Deze bepaling versterkt de bevoegdheden van de burgemeester op het vlak van bestuurlijke politie. Op die basis kan hij in geval van ordeverstoring veroorzaakt door individuele of collectieve gedragingen of in geval van herhaaldelijke inbreuken op de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats of bij gelijkaardige gebeurtenissen die een verstoring van de openbare orde of overlast teweegbrengen, overgaan tot een tijdelijk plaatsverbod van een maand (tweemaal hernieuwbaar) jegens de dader(s) (art. 47, § 1, Wet). Onder "tijdelijk plaatsverbod" wordt verstaan het verbod binnen te treden in één of meer duidelijke perimeters van plaatsen die als toegankelijk voor het publiek worden bepaald, gelegen binnen een gemeente, zonder evenwel het hele grondgebied te beslaan. Wordt beschouwd als plaats die toegankelijk is voor het publiek: elke plaats die gelegen is in de gemeente, die niet alleen toegankelijk is voor de plaatsbeheerder, voor degene die er werkt of voor degenen die er individueel worden uitgenodigd, met uitzondering van de woonplaats, de plaats van het werk of de plaats van de onderwijs- of opleidingsinstelling van de overtreder. (art. 47, § 2, Wet)
16
De niet-naleving van een tijdelijk plaatsverbod kan bestraft worden met een administratieve geldboete (art. 47, § 5, Wet). Volgens de memorie van toelichting voert deze beschikking een maatregel van bestuurlijke politie in. Maar de afdeling wetgeving van de Raad van State oordeelde dat de opsteller van het voorontwerp onvoldoende de criteria preciseerde op basis waarvan de maatregel als dusdanig bestempeld kan worden en deze bijgevolg beschouwd moest worden als strafrechtelijk. Daarom vroeg de Raad van State de maatregel preciezer en duidelijker te herschrijven 3, maar de wetgever heeft die opmerking naast zich neergelegd. De minister beschouwde dat “er geen sprake is van een logica van sanctionering, maar dat het gaat om een preventieve maatregel in het kader van de handhaving van de openbare orde” 4.
9. De administratieve procedure werd aangepast -
Termijn voor overzending van de vaststelling Artikel 22 regelt de overzending van het proces-verbaal aan de procureur des Konings of aan de sanctionerend ambtenaar, aan de hand van verschillende hypothesen. • Als het om zware (art. 3, 1°, Wet) of lichte (art. 3, 2°, Wet) gemengde inbreuken gaat, wordt het origineel overgezonden aan de procureur des Konings, met kopie aan de bevoegde sanctionerend ambtenaar van de gemeente waar de feiten zich hebben voorgedaan. (art. 22, § 1, 1e en 3e lid, Wet) • Als de inbreuk enkel met een administratieve sanctie bestraft kan worden (art. 2, Wet), wordt de originele vaststelling verstuurd aan de bevoegde sanctionerend ambtenaar van de gemeente waar de feiten zich hebben voorgedaan. (art. 22, § 2, Wet) • Als de vaststelling opgesteld wordt door personeelsleden van de openbare vervoersmaatschappijen, wordt het origineel toegestuurd aan de bevoegde sanctionerend ambtenaar van de gemeente waar de feiten zich hebben voorgedaan. (art. 22, § 4, Wet) In deze drie gevallen moet het proces-verbaal binnen een termijn van twee maanden vanaf de vaststelling van de feiten overgemaakt worden. Bij een misdrijf op heterdaad wordt die termijn ingekort tot één maand. (art. 22, § 5, Wet) • Indien het om minderjarigen gaat, voorziet de Wet in andere verplichtingen wat de informatie betreft. (art. 22, § 1, 2e lid en § 3, Wet)
3 Wetsontwerp betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, Advies van de Raad van State, Parl. St., Kamer, nr. 53-2712/001, p. 61. 4 Wetsontwerp betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, wetsvoorstel tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet wat de invoering van gemeentelijke administratieve sancties voor spijbelen betreft, wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties wat de bevoegde ambtenaren en de leeftijdsdrempel betreft, wetsvoorstel tot wijziging van de nieuwe gemeentewet en de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming wat betreft de gemeentelijke administratieve sancties; Verslag namens de commissie binnenlandse zaken, algemene zaken en openbaar ambt; Parl. St., Kamer, nr. 53-2712/006, p. 107. Nieuwsbrief 2013/06
ONDER DE LOEP
•
-
Voor parkeerinbreuken wordt de originele vaststelling overgezonden aan de sanctionerend ambtenaar, zonder dat de Wet daarvoor een termijn vastlegt. Deze termijn wordt vastgelegd in het protocol-akkoord dat verplicht ondertekend moet worden door de gemeente en het Parket voor de toepassing van de gemeentelijke administratieve sancties bij dit soort inbreuken. (cf. punt 7 supra)
vastgelegd in artikel 3, 3° : de sanctionerend ambtenaar beschikt hier over een termijn van 15 dagen om de sanctie op te leggen en die begint pas te lopen vanaf de datum van de ontvangst van de vaststelling en niet vanaf de vaststelling van de inbreuk. (art. 29, § 1, Wet) -
Om de onafhankelijkheid van de sanctionerend ambtenaar te waarborgen, wordt er gepreciseerd dat hij zelf zijn beslissing betekent. De minister verduidelijkt dat dit betekent dat de sanctionerend ambtenaar zijn beslissing zelf ondertekent. “Daarover kan niet de minste twijfel bestaan. De burgemeester speelt geen enkele rol in die procedure.” 6
Toegang tot de gegevens van het Rijksregister en de DIV De Wet geeft de sanctionerend ambtenaar toegang tot de gegevens van het Rijksregister en van de Directie Inschrijvingen van Voertuigen (DIV). (art. 25, § 1, Wet) De minister bevestigt dat de Wet hier alle administratieve krachten bedoelt die ter beschikking staan van die sanctionerend ambtenaar om zijn taak uit te voeren.5
-
-
-
-
Dit geldt niet voor de inbreuken inzake stilstaan en parkeren en de inbreuken met betrekking tot de verkeersborden C3 en F103. Artikel 29 voorziet namelijk in een andere procedure voor de inbreuken
Specifieke termijn voor verkeersovertredingen Wettelijk kan de overtreder beroep instellen gedurende een maand vanaf de dag van de betekening van de beslissing om een administratieve boete op te leggen, behalve voor inbreuken betreffende stilstaan en parkeren en betreffende de verkeersborden C3 en F103. In dat geval moet de geldboete in principe betaald worden binnen de 30 dagen na de betekening, behalve als de overtreder in beroep gaat. Als de boete binnen die termijn niet betaald is, wordt er een herinnering verstuurd met een verzoek tot betaling binnen een 2e termijn van 30 dagen. De boete kan gedwongen worden uitgevoerd, tenzij er beroep ingesteld werd. (art. 32, Wet)
Wijziging van de termijn om een beslissing te nemen De sanctionerend ambtenaar moet binnen een termijn van 6 maanden een beslissing nemen in geval van administratieve boete, en binnen een termijn van 12 maanden indien er een gemeenschapsdienst of bemiddeling tussenkomt. Hier dienen we te wijzen op een belangrijke nieuwigheid. De termijn wordt namelijk niet langer berekend vanaf de dag van de ontvangst van de kopie van het proces-verbaal of de ontvangst van de vaststelling, maar wel vanaf de dag van de vaststelling van de feiten. Na het verstrijken van deze termijnen kan de sanctionerend ambtenaar geen administratieve geldboete meer opleggen. (art. 26, Wet)
Mogelijkheid om in rechte op te treden Wanneer een beroep wordt ingesteld tegen de beslissing van de sanctionerend ambtenaar, kan deze laatste of zijn afgevaardigde de gemeente vertegenwoordigen in het kader van de procedure voor de politie- of jeugdrechtbank. (art. 31, § 2, Wet)
Behoud van het recht op mondelinge verdediging Als de boete niet hoger was dan 2.500 Belgische frank (ongeveer 62,5 euro), had de overtreder volgens artikel 119bis, § 9, 3e lid van de Nieuwe Gemeentewet het recht niet om te vragen zijn verweer mondeling uiteen te zetten. Dat bedrag wordt nu opgetrokken tot 70 euro (art. 25, § 4, Wet). De meerderjarige overtreder heeft echter altijd het recht zich schriftelijk te verweren.
Betekening van de beslissing
-
Procedure van onmiddellijke betaling De onmiddellijke betaling is slechts van toepassing op de zuiver administratieve inbreuken (art. 2, Wet) en de inbreuken betreffende stilstaan en parkeren en betreffende de verkeersborden C3 en F103 (art. 3, 3°, Wet). Het is overigens enkel van toepassing op feiten gepleegd door een natuurlijk persoon die noch een woonplaats noch een vaste verblijfplaats heeft in België.
5 Wetsontwerp betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, wetsvoorstel tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet wat de invoering van gemeentelijke administratieve sancties voor spijbelen betreft, wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties wat de bevoegde ambtenaren en de leeftijdsdrempel betreft, wetsvoorstel tot wijziging van de nieuwe gemeentewet en de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming wat betreft de gemeentelijke administratieve sancties; Verslag namens de commissie binnenlandse zaken, algemene zaken en openbaar ambt; Parl. St., Kamer, nr. 53-2712/006, p. 94. 6 Wetsontwerp betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, wetsvoorstel tot wijziging van de Nieuwe Gemeentewet wat de invoering van gemeentelijke administratieve sancties voor spijbelen betreft, wetsvoorstel tot wijziging van de wetgeving met betrekking tot de gemeentelijke administratieve sancties wat de bevoegde ambtenaren en de leeftijdsdrempel betreft, wetsvoorstel tot wijziging van de nieuwe gemeentewet en de wet van 8 april 1965 betreffende de jeugdbescherming wat betreft de gemeentelijke administratieve sancties; Verslag namens de commissie binnenlandse zaken, algemene zaken en openbaar ambt; Parl. St., Kamer, nr. 53-2712/006, p. 96. Nieuwsbrief 2013/06
17
ONDER DE LOEP
Bovendien kunnen alleen de personeelsleden van het operationele kader van de federale en lokale politie gebruik maken van de onmiddellijke betaling. (art. 35, Wet) Onmiddellijke betaling is uitgesloten indien de overtreder jonger is dan 18 jaar of onder het statuut van verlengde minderjarigheid valt of onbekwaam verklaard is. Het is ook uitgesloten indien één van de inbreuken die bij dezelfde gelegenheid worden vastgesteld, geen aanleiding kan geven tot deze procedure. (art. 39 Wet) Tot slot kan de administratieve geldboete alleen onmiddellijk worden geïnd mits akkoordbevinding van de overtreder en moet deze laatste op de hoogte gebracht worden van al zijn rechten. (art. 36, Wet) Zuiver administratieve inbreuken kunnen aanleiding geven tot de onmiddellijke betaling van een maximumbedrag van 25 euro per inbreuk en een maximumbedrag van 100 euro wanneer er meer dan 4 inbreuken ten laste van de overtreder werden vastgesteld (art. 37, Wet). Voor de inbreuken betreffende stilstaan en parkeren en betreffende de verkeersborden C3 en F103 zal het bedrag bij koninklijk besluit vastgesteld worden. (art. 38, Wet) De onmiddellijke betaling doet de mogelijkheid vervallen om voor dat feit aan de overtreder een administratieve geldboete op te leggen. (art. 42, § 1, Wet)
bord F103
-
Verjaring van de geldboetes na 5 jaar Om duidelijkheid te scheppen op het vlak van de verjaringstermijn, preciseert artikel 43 van de Wet dat administratieve geldboetes verjaren na 5 jaar, te rekenen vanaf de datum waarop ze betaald moeten worden.
10.Register van administratieve sancties en alternatieve maatregelen De Wet organiseert en omkadert het register van de gemeentelijke administratieve sancties dat heel wat gemeenten reeds bijhielden (art. 44, Wet). Deze regelgeving is noodzakelijk om de degelijke afhandeling van de administratieve sancties en de alternatieve maatregelen te waarborgen en om de bescherming van de gegevens en de bescherming van de persoonlijke levenssfeer te vrijwaren. De modaliteiten van de toegang tot het register werden vastgelegd bij een in de ministerraad overlegd koninklijk besluit 7. Om de analyse van de nieuwigheden met betrekking tot de GAS-wet te besluiten, stippen we aan dat de Wet enkel van toepassing is op de inbreuken die gepleegd werden na de inwerkingtreding ervan. De procedures die lopende zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van de Wet, blijven onderworpen aan de wettelijke en reglementaire bepalingen die van kracht waren op het tijdstip van de inleiding van de procedure. (art. 51, Wet)
De nieuwe GAS-wet heeft al wijzigingen ondergaan Zoals we in de inleiding van dit artikel schreven, wijzigde de wet van 21 december 2013 houdende diverse bepalingen Binnenlandse Zaken de GAS-wet in twee opzichten. In de eerste plaats voegt de nieuwe wet de inbreuken met betrekking tot verkeersbord F103 (parkeren in een voetgangerszone) toe aan de lijst met gemengde inbreuken (art. 3; 3° van de Wet – punt 2 van onze lijst in 10 punten). Vervolgens werd de lijst van vaststellers voor inbreuken met betrekking tot stilstaan en parkeren en met betrekking tot de verkeersborden C3 en F103 uitgebreid. De lijst ziet er voortaan als volgt uit : • politieambtenaren, politieagenten of veldwachters • gemeenteambtenaren • personeelsleden van autonome gemeentebedrijven wier activiteiten beperkt zijn tot het vaststellen van de gedepenaliseerde parkeerovertredingen, alsook tot de inbreuken met betrekking tot stilstaan en parkeren en met betrekking tot de verkeersborden C3 en F103, en die in het kader van hun bevoegdheid daartoe door de gemeenteraad zijn aangesteld • personeelsleden van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap als bedoeld in artikel 25 van de ordonnantie van 22 januari 2009 houdende de organisatie van het parkeerbeleid en de oprichting van het Brussels Hoofdstedelijk Parkeeragentschap, en die in het kader van hun bevoegdheid daartoe door de gemeenteraad zijn aangesteld.
Vier uitvoeringsbesluiten Deze 4 KB’s werden uitgevaardigd op 21 december 2013, bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad op 27 december 2013 en traden in werking op 1 januari 2014 : • Koninklijk besluit tot vaststelling van de nadere voorwaarden en het model van het protocolakkoord in uitvoering van art. 23 van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties ( 279490) • Koninklijk besluit tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd bij art. 44 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties ( 279492)
7 Koninklijk besluit van 21 december 2013 tot vaststelling van de bijzondere voorwaarden betreffende het register van de gemeentelijke administratieve sancties ingevoerd bij artikel 44 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sanctie (BS 27 december 2013).
18
Nieuwsbrief 2013/06
ONDER DE LOEP
• Koninklijk besluit tot vaststelling van de kwalificatieen onafhankelijkheidsvoorwaarden van de ambtenaar belast met de oplegging van de administratieve geldboete en tot inning van de boetes in uitvoering van de wet betreffende de gemeentelijke administratieve sancties ( 279494) • Koninklijk besluit tot vaststelling van de minimumvoorwaarden inzake selectie, aanwerving, opleiding en bevoegdheid van de ambtenaren en personeelsleden die bevoegd zijn tot vaststelling van inbreuken die aanleiding kunnen geven tot de oplegging van een gemeentelijke administratieve sanctie ( 279496) Het KB betreffende de inbreuken inzake stilstaan en parkeren en de verkeersborden C3 en F103 is nog niet afgekondigd. Dat KB zou pas in werking treden op 1 juli 2014. Tot dan is de GAS-wet dus niet van toepassing op de genoemde inbreuken.
Vlak voor kerstmis schreef de minister van Binnenlandse Zaken een brief met toelichting bij de nieuwe GAS-wet en diens uitvoeringsbesluiten ter attentie van de gemeenten. Een echte omzendbrief zou nog volgen. De VSGB blijft de gemeentelijke administratieve sancties nauwgezet volgen. Wij zullen u informeren zodra wij over nieuwe gegevens beschikken. Via onze deelname aan de intergemeentelijke werkgroep “administratieve sancties”, met mensen die op het terrein werkzaam zijn met gemeentelijke administratieve sancties, ervoeren wij een zeer constructieve geest in de toepassing van de nieuwe GAS-wet. Er is goede wil voelbaar om de strijd aan te binden tegen onburgerlijk gedrag en gemengde inbreuken, maar steeds met oog voor de essentiële beginselen van goed bestuur, zoals het proportionaliteitsbeginsel.
Bij het afwerken van dit artikel is de minister voor Grootstedenbeleid het KB betreffende de bemiddeling aan het voorbereiden. De bekendmaking daarvan wordt binnenkort verwacht.
Isabelle Vincke
Procedure
Gemengde inbreuken
Zuiver administratieve inbreuken
Parkeerinbreuken
Vaststelling van de feiten
Vaststelling van de feiten
Vaststelling van de feiten
Zware inbreuken Beslissing : opportuun te vervolgen met GAS
s
s
Binnen 2 maanden na ontvangst pv
Lichte inbreuken Beslissing : strafrechtelijke vervolging of seponering
6 maanden vanaf vaststelling van de feiten in geval van administratieve boete
12 maanden vanaf vaststelling van de Sanctionerend feiten bij ambtenaar gemeenschapsdienst of bemiddeling 15 dagen vanaf ontvangst van de vaststelling
Beslissing van de sanctionerende ambtenaar
s
s
Sanctionerend ambtenaar
Informatiemodaliteiten te bepalen in protocolakkoord
PV
Procureur des Konings
s
Sanctionerend ambtenaar
Termijn te bepalen in protocolakkoord
PV
s
Procureur des Konings
Binnen 2 maanden na vaststelling van de feiten ; 1 maand bij heterdaad
s
Copie
s
PV
s
Binnen 2 maanden na vaststelling van de feiten ; 1 maand bij heterdaad
Beslissing van de sanctionerende ambtenaar
Wel andere modaliteiten bij protocolakkoord
De specifieke modaliteiten voor minderjarigen worden hier niet vermeld
Nieuwsbrief 2013/06
19