MODELREGLEMENT
Gemeentelijke Administratieve Sancties
Inhoudstafel 0 ALGEMENE BEPALINGEN 1 OPENBARE RUST 1.1 Algemene bepalingen 1.1.1 Geluidsoverlast 1.1.2 Niet-hinderlijk geluid 1.2 Specifieke bepalingen 1.2.1 Laden en lossen 1.2.2 Muziek 1.2.3 Geluidsgolven privé-eigendommen en voertuigen 1.2.4 Voertuigen 1.2.5 Voertuigen met luidsprekers 1.2.6 Hulpmiddelen 1.2.7 Grasmaaiers 1.2.8 Toestellen voor recreatief gebruik 1.2.9 Wapens 1.2.10 Vuurwerk 1.2.11 Luchtdrukkanonnen 1.2.12 Dieren 1.2.13 Inrichtingen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn
2 OPENBARE VEILIGHEID EN VLOTTE DOORGANG 2.1 Samenscholingen, betogingen, optochten, openbare vergaderingen, manifestaties 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4
Vergaderingen in de open lucht Andere openbare vergaderingen Vermommingen Zich niet identificeerbaar vertonen op het openbaar en privaat domein van de overheid 2.1.5 Confetti en dergelijke 2.1.6 Wildplassen 2.2 Invloed van werkzaamheden en gevaarlijke activiteiten 2.2.1 2.2.2 2.2.3 2.2.4 2.2.5
Werkzaamheden Invloed van werkzaamheden op het openbaar domein Openbare veiligheid en veilige en vlotte doorgang Skateboards Verstoring
2.3 Private ingebruikneming van de openbare ruimte 2.4 Gebruik van gevels van gebouwen
2.4.1 Huisnummers 2.4.2 Aanduidingen van openbaar nut 2.5 Algemene maatregel ter voorkoming van schendingen van de openbare veiligheid 2.5.1 Geluidssignalen 2.5.2 Bedrieglijke oproepen 2.5.3 Toegang tot onbezette gebouwen 2.6 Bijzondere maatregelen bij sneeuw of vrieskou 2.6.1 Openbare weg en voetpaden 2.6.2 Kanalen, waterbekkens en waterlopen 2.7 Verhuizingen
3 DIVERSE BEPALINGEN 4 SANCTIES 5 OPHEFFINGSBEPALING
0 ALGEMENE BEPALINGEN Dit reglement geldt met behoud van de toepassing van enige andere wetgeving. Iedereen moet de bevelen van de burgemeester, gegeven krachtens artikel 133 van de nieuwe Gemeentewet, naleven. Voor alle artikelen in dit reglement waarin geluidsnormen worden opgelegd, gelden artikel 2 en 3 van de bijlage 4.5.1 van Vlarem II voor de meetomstandigheden en de eisen van de meetketen
1 OPENBARE RUST 1.1 Algemene bepalingen 1.1.1 Geluidsoverlast Het is dag en nacht verboden geluid, gerucht of rumoer te veroorzaken zonder reden of zonder noodzaak als dat toe te schrijven is aan een gebrek aan vooruitzicht en voorzorg en de rust van de inwoners in het gedrang brengt. Het bewijs kan met alle mogelijke middelen geleverd worden. Toelichting: Naast de specifieke beperkingen van de verschillende vormen van geluidsoverlast die in de volgende artikelen staan, is dit een algemene bepaling die bij elke vorm van geluidsoverlast op gelijk welk ogenblik gebruikt kan worden. 1.1.2 Niet-hinderlijk geluid Een geluid wordt als niet-hinderlijk beschouwd wanneer het bijvoorbeeld het gevolg is van: - werken aan de openbare weg of voor het aanleggen van openbare nutsvoorzieningen, uitgevoerd met toestemming van de daartoe bevoegde overheid of in opdracht van die overheid; - van werken die op werkdagen en zaterdagen aan private eigendommen worden uitgevoerd, waarvoor de bevoegde overheid een vergunning heeft verleend, en van verbeterings-, verbouwings- of onderhoudswerken aan dergelijke eigendommen die zonder vergunning kunnen worden uitgevoerd, en waarbij de nodige voorzorgen worden getroffen om overdreven of niet noodzakelijk lawaai te voorkomen; - van werken of handelingen die dringend of zonder verder uitstel moeten worden uitgevoerd ter bescherming van personen of eigendommen, of ter voorkoming van rampen; - van een door het gemeentebestuur vergunde manifestatie, voorzover de in de vergunning opgelegde voorwaarden worden nageleefd. 1.2 Specifieke bepalingen 1.2.1 Laden en lossen Voor het hanteren, laden of lossen van materialen, toestellen of andere voorwerpen die geluiden kunnen voortbrengen, zoals platen, bladen, staven, dozen, vaten of metalen recipiënten, gelden de volgende principes: 1° de voorwerpen moeten gedragen worden zonder ze te slepen en ze moeten op de grond geplaatst worden zonder ze te werpen; 2° als de voorwerpen door hun afmetingen of hun gewicht niet gedragen kunnen worden, moeten ze uitgerust zijn met een voorziening waardoor ze geluidsarm verplaatst kunnen worden.
1.2.2 Muziek Behoudens machtiging van de burgemeester is in de openbare ruimte het gebruik van al dan niet elektronisch versterkte muziek, het gebruik van luidsprekers en versterkers verboden. Het gebruik van niet-elektronisch versterkte muziek in een openbare of private inrichting is onderworpen aan het KB van 24 februari 1977, uitgezonderd wat betreft het maximum geluidsniveau van 90 dB (A) voor een openbare plaats. Toelichting Het KB van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen voorziet in de reglementering voor elektronisch versterkte muziek. 1.2.3 Geluidsgolven privé-eigendommen en voertuigen 1.2.3.1 Het is verboden op de openbare weg en op de openbare plaatsen(groene zone, parken en andere) in de open lucht radio’s, televisietoestellen, jukeboxen, grammofonen, registreerapparaten, luidsprekers en in het algemeen alle soorten ontvang- en zendtoestellen te laten functioneren, tenzij de voortgebrachte geluidssterkte het niveau van 75 db(A) (LAFMAX) niet overtreft, gemeten op een plaats waar er zich personen kunnen bevinden. 1.2.3.2 Het gebruik van deze toestellen binnenshuis en op particuliere eigendom mag niet hoorbaar zijn op de openbare weg en op openbare plaatsen. 1.2.3.3 In afwijking van 1.2.3.1 is het verboden elektronisch versterkte muziek in voertuigen te produceren die hoorbaar is buiten het voertuig. De overtredingen tegen deze bepaling, die aan boord van voertuigen worden begaan, worden verondersteld door de bestuurder te zijn begaan, tot bewijs van het tegendeel. 1.2.3.4 De burgemeester kan afwijkingen toestaan op de bepalingen van artikel 1.2.3. Toelichting Het KB van 24 februari 1977 houdende vaststelling van geluidsnormen voor muziek in openbare en private inrichtingen voorziet in de reglementering voor elektronisch versterkte muziek. 1.2.4 Voertuigen Het is verboden voertuigen of hun toebehoren (o.a. koelinstallaties) draaiende te houden terwijl het voertuig stilstaat, tenzij daartoe noodzaak is. 1.2.5 Voertuigen met luidsprekers Het gebruik van voertuigen die uitgerust met of voorzien zijn van luidsprekers en bestemd zijn voor het maken van reclame is onderworpen aan de voorafgaande machtiging van de burgemeester. De machtiging moet steeds in het voertuig aanwezig zijn. Ze kan slechts toegestaan worden van 8 uur tot 18 uur in de periode van 1 oktober tot 31 maart en 8 uur tot 20 uur in de periode van 1 april tot 30 september. Het geproduceerde geluidsniveau mag daarenboven niet hoger liggen dan 90 dB(A) (LAFMAX), gemeten op een plaats waar er zich personen kunnen bevinden. .
1.2.6 Hulpmiddelen Het gebruik van fluiten, sirenen, bellen, klokken, muziek, geluidsverwekkende hulpmiddelen (door handelsinrichtingen, bewegende verkoopsinrichtingen, venters of leurders, opkopers van oude of nieuwe voorwerpen en dienstverleners) om de aandacht te trekken op de verkoop van een product of om een dienst te verlenen, is enkel toegelaten, behoudens machtiging van de burgemeester in voor de periode van 1 oktober tot 31 maart van 8 tot 18uur en in de periode van 1 april tot 30 september van 8 tot 20 uur. Het geluidssignaal mag niet langer dan tien seconden duren en er moet minstens een rustpauze van één minuut gerespecteerd worden tussen twee opeenvolgende geluidssignalen. Het geproduceerde geluidsniveau mag niet hoger liggen dan 90 dB(A) (LAFMAX), gemeten op een plaats waar er zich personen kunnen bevinden. Toelichting Zie artikel 43 van het KB van 15 maart 1968, houdende vaststelling van het technisch reglement op de auto’s, en artikel 33 van het KB van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en het gebruik van de openbare weg. 1.2.7 Grasmaaiers Het gebruik in de open lucht van houtzagen, grasmaaiers of andere werktuigen* aangedreven door ontploffings- en/of* elektrische motoren, is alleen toegestaan tussen 8 en 20 uur. Op zondagen en wettelijke feestdagen is het gebruik van dergelijke toestellen verboden/ toegestaan tussen 10 en 12 uur**. Dit artikel is niet van toepassing voor de normale exploitatie van landbouwgronden. Toelichting: * voor dit artikel zijn meerdere varianten mogelijk: - ofwel wordt het gebruik van ontploffingsmotoren en elektrische motoren verboden, ofwel de ontploffingsmotoren alleen. Elektrische motoren produceren gewoonlijk minder lawaai. - ofwel worden alle machines, zoals hakselaars, bosmaaiers enz..nominatim opgenomen, ofwel wordt de formulering “machines die aangedreven worden door motoren” gebruikt. ** door de gemeenteraad te bepalen 1.2.8 Toestellen voor recreatief gebruik Het is verboden met ontploffingsmotoren aangedreven speeltuigen en experimenteertuigen te gebruiken om er oefeningen, persoonlijke of groepsvermakelijkheden, wedstrijden of manifestaties mee te houden of te organiseren in de open lucht, op minder dan 300 meter van woonwijken, woonkernen of bewoonde huizen.* Afwijkingen hierop kunnen door de burgemeester worden toegestaan ter gelegenheid van feestelijkheden of vieringen. Dit verbod geldt niet op de erkende terreinen waarop afzonderlijke reglementen van toepassing zijn. Toelichting * afstand en doelgebied(bv. naast woongebied ook natuurgebied, natuurreservaat) door de gemeenteraad te bepalen.
1.2.9 Wapens Het is verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenplaatsen, gebouwen en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg, vuurwapens af te vuren. Deze verbodsbepaling is niet van toepassing op de schietoefeningen die georganiseerd worden op officieel vergunde schietterreinen. Toelichting Zie ook de wettelijke en reglementaire bepalingen betreffende de jacht, het besluit van de Vlaamse Regering houdende het Vlaams reglement betreffende de milieuvergunning van 6 februari 1991 en latere wijzigingen en de wapenwet van 3 januari 1933 en de uitvoeringsbesluiten van deze wet. 1.2.10 Vuurwerk Met behoud van de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen is het verboden, zowel op de openbare weg als op private domeinen, binnenplaatsen en op alle plaatsen die palen aan de openbare weg, om het even welk vuurwerk af te steken of voetzoekers, thunderflashes, knal- en rookbussen te laten ontploffen. De burgemeester is ertoe gemachtigd toestemming te verlenen om feestvuurwerk af te steken. Toelichting: het persoonlijk bezit van vuurwerk wordt geregeld door art.265 tot 268 van het KB van 23 september 1958 en latere wijzigingen. De gemeenteraad kan ook uitzonderingen (bv. Nieuwjaar) opnemen in dit artikel. 1.2.11 Luchtdrukkanonnen - Het gebruik van al dan niet automatische vogelschrikkanonnen of gelijksoortige toestellen, met inbegrip van toestellen die, al dan niet elektronisch versterkt, het geluid laten horen van krijsende vogels om vogels te verjagen vogels ter bescherming van de akkerbouw, tuinbouw en fruitteelt, is alleen toegestaan na schriftelijke machtiging van de burgemeester. De aanvraag moet gemotiveerd worden en moet de beoordeling van de mogelijke hinder van de installatie mogelijk maken. - Luchtdrukkanonnen mogen alleen opgesteld worden op een afstand van meer dan 200* meter van een woongebied zoals bepaald in gewestplannen en/of* andere plannen van aanleg of RUP’s en/of* op een afstand van meer dan 100* meter van een woning en/of op een afstand van meer dan 200* meter van een openbare weg. - Het gebruik van luchtdrukkanonnen is verboden tussen 19* en 9*uur. Op gemotiveerd verzoek kan in de machtiging een ingekorte verbodsperiode worden bepaald. - De machtiging kan maximaal voor een duur van * weken na elkaar worden toegestaan, uitsluitend in de periode van 15 april tot 15 juni. Verder gebruik vereist een nieuwe aanvraag. - Het kanon mag niet meer dan zes* knallen per uur produceren. - De opening van het kanon moet steeds in de meest gunstige richting geplaatst worden ten aanzien van hindergevoelige plaatsen of gebieden, zoals omschreven in lid 2.
Toelichting * De gemeenteraad bepaalt de afstand tot woongebied en/of andere gebieden(bv. natuurgebied), het begin- en einduur, en de duur van de periode waarin het onafgebroken gebruikt mag worden. 1.2.12 Dieren Dieren mogen geen abnormale hinder veroorzaken voor de omwonenden door aanhoudend geblaf, geschreeuw of gekrijs. De houders van dieren waarvan het geluid de rust van de omwonenden stoort, zijn strafbaar. 1.2.13 Inrichtingen die gewoonlijk voor het publiek toegankelijk zijn - Het is de uitbater van een drankslijterij verboden een besluit van de burgemeester, waarbij met het oog op de vrijwaring van de openbare orde, de sluiting van zijn inrichting wordt bevolen, te overtreden. - De officier van bestuurlijke politie kan, na een eerste waarschuwing en tot de eerstvolgende ochtendopening, de voor het publiek toegankelijke gelegenheid sluiten, wanneer de uitbating ervan de openbare rust verstoort, zoals bepaald in artikel 1.1.1. Toelichting Als de inrichting verzegeld werd, zijn de bepalingen van artikel 283 tot 288 van het Strafwetboek van toepassing.
2 OPENBARE VEILIGHEID EN VLOTTE DOORGANG 2.1 Samenscholingen, betogingen, optochten, openbare vergaderingen, manifestaties 2.1.1 Vergaderingen in de open lucht De organisatie van manifestaties op de openbare weg en vergaderingen in de open lucht is onderworpen aan een kennisgeving aan de burgemeester. De kennisgeving moet schriftelijk en minstens …* kalenderdagen voor de geplande datum ingediend worden. Elke persoon die deelneemt aan een dergelijke samenkomst op de openbare weg of een vergadering in de open lucht, moet zich schikken naar de bevelen van de politie, die tot doel hebben de veiligheid of het gemak van doorgang te vrijwaren of te herstellen. Toelichting: *de termijn van kennisgeving moet redelijk en zo kort mogelijk zijn. 2.1.2 Andere openbare vergaderingen De burgemeester moet minstens 48 uur op voorhand op de hoogte gebracht worden van openbare vergaderingen die niet in de open lucht plaatsvinden. 2.1.3 Vermommingen* Het is verboden zich gemaskerd, vermomd of verkleed te vertonen op de straten of op de openbare plaatsen, behoudens toestemming van de burgemeester. De toepassing van dit artikel wordt opgeschort: - op de openbare weg op de maandag en dinsdag voor Aswoensdag; - in de zalen tijdens de weekends vanaf de zondag voor Aswoensdag tot en met de zondag voor halfvasten; - in het kader van de halloweenfeesten.
Met uitzondering van de carnavalsperiode is het verboden zich te verkleden in de actuele ambtskledij van burgerlijke en militaire overheden en politieambtenaren. 2.1.4 Zich niet identificeerbaar vertonen op het openbaar en privaat domein van de overheid* Behoudens andersluidende wettelijke of reglementaire bepalingen of behoudens schriftelijke en voorafgaande gemotiveerde toestemming van de burgemeester is het verboden op het openbaar en privaat domein van de overheid het gelaat volledig te bedekken zodat de identificatie van de persoon onmogelijk is. Dit verbod geldt niet voor activiteiten met commerciële doeleinden en culturele en sportieve manifestaties die de burgemeester bepaalt, zoals carnaval, processies, georganiseerde stoeten, Sinterklaas, Kerstman. Voor de toepassing van dit reglement wordt onder het gelaat verstaan: het voorhoofd, de wangen, de ogen, de oren, de neus en de kin. Toelichting: *de voorgaande artikelen kunnen niet samen worden opgenomen: het art. onder 2.1.4 is ruimer dan dat vermeld onder 2.1.3. Het artikel betreffende de vermommingen is gebaseerd op bepalingen zoals die in bestaande gemeentelijke reglementen zijn opgenomen, en is vooral bedoeld voor carnaval, halloween enz. De afwijkingen gelden slechts als voorbeeld en kunnen uiteraard aan de plaatselijke omstandigheden aangepast worden. Het artikel 2.1.4 is het modelreglement opgesteld dat de administratie Binnenlandse Aangelegenheden opgesteld heeft. Als de gemeente kiest voor de tweede tekst, is de eerste overbodig. De toelichting bij dit modelreglement en bij de begrippen “openbaar en privaat domein van de overheid” is opgenomen in de begeleidende brief van de Vlaamse minister, bevoegd voor Binnenlands Bestuur, Stedenbeleid, Wonen en Inburgering, en is verzonden aan alle gemeentebesturen. De brief en de tekst van het reglement zijn ook te vinden op de website van de administratie Binnenlandse Aangelegenheden. (www.binnenland.vlaanderen.be, rubriek regelgeving) 2.1.5 Confetti en dergelijke Het is tijdens carnavalsoptochten en andere openbare manifestaties verboden computerconfetti en andere materialen bestaande uit kunststof(plastiek) te werpen of te bezitten, of spuitbussen met kleur- en scheerschuim, spuitbussen met kleurhaarlak, schoensmeer of enig ander middel dat kwetsuren of schade kan veroorzaken aan personen of goederen, op de openbare weg of in de openbare inrichtingen te gebruiken of te bezitten. Met computerconfetti wordt alleen de confetti bedoeld die uit afval van computerpapier vervaardigd is. Het is verboden confetti of slingerpapier in openbare plaatsen, waar dranken of eetwaren worden verbruikt te werpen of opgeraapte confetti of slingerpapier te werpen. Toelichting: niet alleen het werpen van confetti en dergelijke kan verboden worden, maar ook het bezit ervan. Variante 1: het is verboden …………te gebruiken of te bezitten in de hier vermelde straten: Variante 2: het is verboden………… op het grondgebied van de gemeente, met uitzondering van de hierna vermelde straten, waar het gebruik van…is toegestaan tijdens carnavalsoptochten en ……….. De gemeenteraad kan de toegestane of verboden producten uitbreiden of beperken.
2.1.6 Wildplassen Het is verboden op de openbare weg of zichtbaar vanaf de openbare weg te urineren, tenzij op plaatsen of accommodaties die speciaal hiervoor zijn ingericht. Die plaatsen en accommodaties moeten volgens de regels van goed fatsoen gebruikt worden. 2.2 Hinderlijke werkzaamheden en gevaarlijke activiteiten 2.2.1 Werkzaamheden Behoudens machtiging van het college van burgemeester en schepenen is het uitdrukkelijk verboden werkzaamheden te starten op het openbaar en privaat domein van de gemeente, zowel aan de oppervlakte als onder de grond. Iedere persoon die werkzaamheden op de openbare ruimte uitvoert of laat uitvoeren, is ertoe gehouden die te herstellen in de staat waarin ze zich voor de uitvoering van de werkzaamheden bevond of in de staat die in de machtiging vermeld is. Toelichting: Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente zich het recht voorbehouden dat te doen op kosten en op risico van de overtreder. 2.2.2 Invloed van werkzaamheden op het openbaar domein Voor de toepassing van deze afdeling worden de werkzaamheden bedoeld die buiten de openbare weg uitgevoerd worden en die de weg kunnen bevuilen of de veiligheid of de gemakkelijkheid van doorgang kunnen belemmeren. De burgemeester kan de nodige veiligheidsmaatregelen voorschrijven. Werkzaamheden die stof of afval op de openbare weg of de omringende eigendommen kunnen verspreiden mogen pas aangevat worden nadat er schermen aangebracht zijn. De bouwheer is verplicht de burgemeester minstens 24 uur voor het begin van de werkzaamheden op de hoogte te brengen van de aanvang. Indien de weg door de werkzaamheden wordt bevuild, moet de uitvoerder van de werken hem onverwijld opnieuw schoonmaken. Op iedere bouwplaats in de nabijheid van belangrijke cultuurhistorische bezienswaardigheden die langer dan 90 kalenderdagen (inclusief bouwverlof) bestaat en die grenst aan of uitzicht heeft op het openbaar domein, moet de verantwoordelijke van de bouwplaats de volledige afsluiting voorzien van een speciaal zeil/banner/spandoek. Op dat zeil/banner/spandoek moet een tekening aangebracht te worden die aangepast is aan de omgeving van de bouwplaats (historisch gebouw, groene omgeving, voormalige stadsomwalling..). Het materiaal van het zeil/banner/spandoek en het ontwerp van de tekening moeten goedgekeurd worden door het college van burgemeester en schepenen.* Toelichting: *Het gedeelte over het aanbrengen van een zeil is facultatief en kan aangepast worden aan de plaatselijke omstandigheden. 2.2.3 Openbare veiligheid en veilige en vlotte doorgang Het is verboden op het openbaar domein en op plaatsen die voor het publiek toegankelijk zijn, een activiteit uit te oefenen die de openbare veiligheid of de veilige en vlotte doorgang in het gedrang kan brengen. Toelichting: Zie ook artikel 7.3 van het K.B. van 1 december 1975 houdende algemeen reglement op de politie van het wegverkeer en van het gebruik van de openbare weg.
2.2.4 Skateboards Het gebruik van skateboards is allen toegestaan als de veiligheid van de voetgangers en de vlotte doorgang niet in het gedrang worden gebracht. De bevoegde overheid kan het gebruik echter verbieden op de plaatsen die zij bepaalt. Toelichting: het gebruik van rolschaatsen en steps is geregeld in het verkeersreglement, en kan hier dus niet aan toegevoegd worden. Variante 1: het gebruik van skateboards is niet toegestaan, behalve op hierna vermelde plaatsen: Variante 2: het gebruik van ….. is toegelaten, behalve op de hierna vermelde plaatsen: 2.2.5 Verstoring Het is verboden op welke manier dan ook een concert, spektakel, evenement, sportieve of andere bijeenkomst die toegestaan is, te verstoren. 2.3 Private ingebruikneming van de openbare ruimte Terrassen en koopwaren in de openbare ruimte uitstallen Behoudens machtiging van het college van burgemeester en schepenen is het verboden terrassen, uitstalramen of reclameborden te plaatsen, in welke vorm dan ook, en koopwaren in de openbare ruimte uit te stallen. De voorwerpen die in strijd met dit artikel zijn geplaatst of uitgestald moeten op het eerste verzoek van de politie of van een gemachtigde ambtenaar verwijderd worden. Als op dat verzoek niet ingegaan wordt, kan ambtshalve worden overgegaan tot de verwijdering ervan, op kosten en risico van de overtreder. Groenten en fruit moeten uitgestald worden op een verhoging van minstens 70 cm hoogte, waaronder geen voedingswaren opgestapeld mogen liggen. 2.4 Gebruik van gevels van gebouwen 2.4.1 Huisnummers Iedere eigenaar van een gebouw brengt aan de straatkant de huisnummering die door de gemeente toegekend werd, goed zichtbaar aan. Elke bewoner is verplicht die zichtbaar te houden. 2.4.2 Aanduidingen van openbaar nut De eigenaars, vruchtgebruikers, huurders, bewoners of verantwoordelijken op grond van welke titel dan ook moeten, zonder dat dit voor hen enige schadeloosstelling impliceert, op de gevel of topgevel van hun gebouw, ook wanneer die zich buiten de rooilijn bevindt, en in voorkomend geval eventueel aan de straatkant, toestaan dat aanduidingen van openbaar nut en andere nutsvoorzieningen worden aangebracht. 2.5 Algemene maatregel ter voorkoming van schendingen van de openbare veiligheid 2.5.1 Geluidssignalen Het is verboden de geluidssignalen of oproepen van de brandweer, de politie en andere hulpdiensten na te bootsen.
2.5.2 Bedrieglijke oproepen Iedere bedrieglijke hulpoproep of ieder bedrieglijk gebruik van een praatpaal of signalisatietoestel dat bestemd is om de veiligheid van de gebruikers te vrijwaren is verboden. 2.5.3 Toegang tot onbezette gebouwen De eigenaar moet gepaste feitelijke maatregelen nemen om de toegang tot onbezette gebouwen te verhinderen. 2.6 Bijzondere bepalingen die in acht dienen te worden genomen bij sneeuw of vrieskou 2.6.1 Openbare weg en voetpaden Het is verboden op de openbare weg, bij vorst water te gieten of te laten vloeien, glijbanen aan te leggen en sneeuw of ijs te storten of te gooien dat afkomstig is van privé-eigendommen. Bij sneeuwval of bij ijzelvorming moeten de aangelanden van een openbare weg erover waken dat voor de eigendom die zij bewonen voldoende ruimte voor de doorgang van de voetgangers wordt schoongeveegd en dat het nodige wordt gedaan om de gladheid ervan te vermijden. De sneeuw moet aan de rand van het voetpad opgehoopt worden en mag de weggebruikers niet hinderen. De rioolmonden en goten moeten vrij blijven. 2.6.2 Kanalen, waterbekkens en waterlopen Het is verboden zich op het ijs van de waterlopen en stilstaande waters te begeven. Bij een voldoende ijsdikte kan de burgemeester, na technisch advies te hebben ingewonnen, een afwijking van dit verbod toestaan. Toelichting: De brandweer is meestal het best geplaatst om het technische advies te verlenen. 2.7 Verhuizingen Er mogen geen verhuizingen plaatshebben tussen 22 en 7 uur, behoudens een schriftelijke machtiging van de burgemeester.
3 Diverse bepalingen 3.1 Iedereen moet de straten of doorgangen reinigen zoals opgelegd in het besluit van ……., artikel …………… Toelichting : Deze bepaling kan worden ingevoerd in gemeenten waar dergelijke verplichting aan de inwoners is opgelegd. 3.2 Iedereen moet gehoor geven aan de aanmaning van de administratieve overheid om gebouwen die bouwvallig zijn, te herstellen of te slopen. 3.3 Het is verboden voorwerpen op het openbaar domein neer te werpen, te plaatsen of achter te laten, die door hun val of door ongezonde uitwasemingen kunnen schaden. 3.4 Het is verboden voorwerpen op iemand te werpen, die de persoon hinderen of bevuilen of op welke manier dan ook schade veroorzaken.
3.5 Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van dieren verboden dieren onbewaakt vrij te laten rondlopen op openbare wegen en voor het publiek toegankelijke plaatsen. De bewaking moet zo zijn dat de begeleider het dier op elk ogenblik kan beletten om personen of dieren te intimideren of lastig te vallen, voertuigen te bespringen of private eigendommen te betreden. Het is de personen die het dier niet in de hand kunnen houden, verboden het dier te begeleiden. 3.6 Het is de eigenaars, bezitters, bewakers of houders van honden, verboden hun honden op te hitsen of niet tegen te houden wanneer die de voorbijgangers aanvallen of achtervolgen, zelfs als er geen kwaad of schade uit volgt. 3.7 Iedereen die een hond begeleidt moet in het bezit zijn van voldoende zakjes voor het opruimen van de hondenpoep. 3.8 Het is verboden stenen of andere harde lichamen, of andere voorwerpen die kunnen bevuilen of beschadigen, tegen voertuigen, huizen, gebouwen afsluitingen of in tuinen en besloten erven te werpen. 3.9 Met behoud van de toepassing van de bepalingen van boek II, titel IX, hoofdstuk III, van het Strafwetboek is het verboden andermans roerende eigendommen opzettelijk te beschadigen of te vernielen. 3.10 Het is verboden de openbare veiligheid in het gedrang te brengen door bouwvalligheid, gebrek aan herstelling of onderhoud van huizen of gebouwen, of door een belemmering of een uitgraving of enig ander werk op of nabij openbare straten, wegen, pleinen of banen, zonder de voorgeschreven of gebruikelijke voorzorgsmaatregelen of waarschuwingstekens. 3.11 Het is verboden wettig aangebrachte aanplakbiljetten af te trekken, te scheuren of op enigerlei wijze onleesbaar te maken. 3.12 Het is verboden zich schuldig te maken aan nachtgerucht of nachtrumoer waardoor de rust van de inwoners verstoord kan worden.* Toelichting *Deze bepaling kan alleen opgenomen worden als de algemene bepaling die vermeld is onder punt 1.1.1, niet wordt opgenomen. 3.13 Het is verboden afsluitingen, van welk materialen dan ook gemaakt, opzettelijk te beschadigen. 3.14 Het is verboden eigendommen en straatmeubilair te vernielen of met graffiti te bespuiten. 3.15 Het is verboden opschriften, affiches, beeld- en fotografische voorstellingen, vlugschriften en plakbriefjes aan te brengen of te plaatsen op de openbare weg en op de bomen, aanplantingen, plakborden, voor- en zijgevels, muren, omheiningen, pijlers, palen, zuilen, bouwwerken, monumenten en andere langs de openbare weg of in de onmiddellijke nabijheid ervan liggende opstanden of op andere plaatsen dan die welke door de gemeenteoverheden voor aanplakking zijn bestemd, tenzij hiervoor schriftelijke toestemming van het college van burgemeester en schepenen werd gegeven voor wat betreft het openbaar domein, of van de eigenaar of de gebruiker, voorzover de eigenaar ook zijn akkoord schriftelijk en vooraf heeft gegeven. Met behoud van de toepassing van een administratieve boete moet de overtreder de zaken onmiddellijk in orde brengen.
Toelichting: Als de overtreder de zaken niet onmiddellijk in orde brengt, kan de gemeente zich het recht voorbehouden dat te doen op kosten en op risico van de overtreder. 4 Sancties* Zolang de gemeenteraad geen sanctionerende ambtenaar, zoals bepaald door artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet, heeft aangesteld en voorzover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien, worden de inbreuken op artikelen van deze verordening bestraft met politiestraffen. Voorzover wetten, besluiten, decreten, algemene en provinciale reglementen of verordeningen niet in andere straffen voorzien, worden vanaf de aanstelling van de sanctionerende ambtenaar, zoals bepaald door artikel 119bis van de nieuwe gemeentewet, inbreuken op bepaalde artikelen van deze verordening bestraft met administratieve sancties.** Inbreuken op artikelen … worden bestraft met een administratieve geldboete, opgelegd door de hiertoe aangestelde ambtenaar, conform de procedure in artikel 119 bis, § 9 tot en met 12. Als deze inbreuken worden gepleegd door een of meer minderjarigen die de volle leeftijd van 16 jaar hebben bereikt op het tijdstip van de feiten, kan een administratieve geldboete worden opgelegd conform de procedure in artikel 119 bis, § 12, 2e tot en met 6e lid. De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de ernst van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De boete overschrijdt, ongeacht de omstandigheden in elk geval niet het bedrag van het wettelijk vastgestelde maximum van € 250. Inbreuken op artikelen … worden bestraft met de schorsing of intrekking van de vergunning waarvan sprake in artikel … van het raadsbesluit van …, opgelegd door het college van burgemeester en schepenen. Inbreuken op overige artikelen worden bestraft met politiestraffen. Toelichting: *De gemeenteraad beslist voor welke overtredingen ze in administratieve sancties voorziet en voor welke in politiestraffen. De bemiddelingsprocedure die verplicht is voor minderjarigen boven de 16 jaar, kan voor sommige overtredingen ook gelden voor meerderjarigen. De gemeenteraad beslist of en voor welke overtredingen de bemiddelingsprocedure gevoerd moet worden, overeenkomstig het gewijzigde artikel 119 ter. ** De gemeenteraad moet eerst de sanctionerende ambtenaar aanstellen, zoals bepaald door artikel 119 bis van de nieuwe gemeentewet om administratieve sancties te kunnen invoeren. 5 Opheffingsbepaling Alle artikelen van eerdere politieverordeningen zijn opgeheven behalve de hierna volgende: