[Geef tekst op]
[Geef tekst op]
bijlage B
De ondergetekenden: 1. de Provincie Zuid-Holland, gevestigd te Den Haag, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer J. Fransen, Commissaris van de Koningin ingevolge het besluit van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland d.d. ………nummer..., hierna te noemen: de Provincie; en 2. Het Hoogheemraadschap van Rijnland, gevestigd te Leiden, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………..etc., hierna te noemen: Rijnland; 3. Het waterschap Amstel Gooi en Vecht, gevestigd te Amsterdam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………..etc., hierna te noemen: AGV; 4. Het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard, gevestigd te Rotterdam, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………..etc., hierna te noemen: Schieland; 5. Het Hoogheemraadschap van Delfland, gevestigd te Delft, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………..etc., hierna te noemen: Delfland; 6. Het Hoogheemraadschap van de Stichtse Rijnlanden, gevestigd te Houten, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………..etc., hierna te noemen: Stichtse Rijnlanden; 7. Het waterschap Hollandse Delta, gevestigd te Ridderkerk, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………..etc., hierna te noemen: Hollandse Delta; 8. Het waterschap Rivierenland, gevestigd te Tiel, ten deze rechtsgeldig vertegenwoordigd door ………..etc., hierna te noemen: Rivierenland; gezamenlijk ook te noemen: „de Waterschappen.‟ waarbij de Waterschappen en de Provincie hierna ook wel gezamenlijk worden aangeduid als Partijen;
Overwegende a. dat ingevolge de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Wijziging van de Waterwet en de Waterschapswet en intrekking van de wet van 18 december 1985, houdende enige voorzieningen ten behoeve van de inzet en bekostiging van muskusrattenvangers, tot regeling van de zorgplicht voor de muskusrattenbestrijding en van financiële bijdragen
Concept versie 1 d.d. 3 mei 2011
1
[Geef tekst op]
b.
c.
d.
e.
[Geef tekst op]
bijlage B
aan verbetering van primaire waterkeringen van de waterschappen (KST-32474-A, hierna: de Spoedwet) de zorg voor het voorkomen van schade aan waterstaatswerken veroorzaakt door muskus- en beverratten (hierna genoemd: muskusrattenbestrijding of MRB) vanaf [datum invullen] bij de waterschappen berust; dat het bij amendement aangenomen artikel IV A van de Spoedwet bepaalt dat met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze wet de ambtenaar die in dienst is van de provincie en werkzaam is als muskusrattenvanger van rechtswege in dienst is van het waterschap in het gebied waarin hij werkzaam is en dat de overgang van die ambtenaar plaatsvindt in dezelfde salarispositie, op dezelfde voet en in dezelfde rechtstoestand als voor die ambtenaar gold op de dag voorafgaande aan de datum van inwerkingtreding van deze wet. De ambtenaren die dit betreft en naar welk Waterschap zij zullen overgaan staan vermeld in bijlage 1 (overzicht ambtenaren); dat de Waterschappen voornemens zijn de uitvoering van de muskusrattenbestrijding uiterlijk per 1 januari 2012 onder te brengen bij twee waterschappen. De onder b. genoemde ambtenaren zullen in dienst treden bij een van de twee waterschappen; dat Partijen onder nader overgekomen voorwaarden de overdracht van directeur, staf, gebouwen, materieel, materialen en daarmee verband houdende contracten voorbereiden met als einddatum 1 januari 2012; dat een en ander noopt tot het nemen van maatregelen zodat de muskusrattenbestrijding in de Provincie Zuid-Holland ongestoord zal blijven worden uitgevoerd in het overgangsjaar 2011.
Komen overeen als volgt: Artikel 1. Doel van de overeenkomst Partijen komen overeen dat de Provincie, met ingang van de dag waarop de Spoedwet in werking treedt, de Waterschappen in het overgangsjaar 2011 ondersteunt bij de uitvoering van de muskusrattenbestrijding in Zuid-Holland op de wijze zoals bepaald in de navolgende artikelen, teneinde de ongestoorde continuering van de muskusrattenbestrijding en een zorgvuldige overgang van alle betrokken medewerkers te waarborgen conform de uitgangspunten voor de overdracht zoals genoemd in het memo van 18 april 2011, opgenomen als bijlage 2 (memo uitgangspunten) bij deze overeenkomst. Artikel 2. Bestuurlijke vertegenwoordiging 1. De Waterschappen wijzen uit hun midden twee bestuurders aan als vertegenwoordiger van de Waterschappen. Deze vertegenwoordigers worden door ieder der waterschappen bij deze gemachtigd de uit deze overeenkomst, met uitzondering van artikel 6, voor de Waterschappen voortvloeiende rechtshandelingen te verrichten, afspraken te maken en uitvoeringshandelingen te verrichten. Dit geldt in het bijzonder voor vaststelling en wijziging van het Dienstwerkplan Muskusrattenbestrijding Zuid-Holland 2011 en de productraming 2011(artikel 3). 2. Voor zover wijziging van deze overeenkomst, het Dienstwerkplan en/of de productraming leidt tot hogere kosten voor de Waterschappen zullen de vertegenwoordigers daarvoor vooraf instemming moeten hebben van alle waterschappen. 3. Gedeputeerde Staten worden ter zake van deze overeenkomst vertegenwoordigd door de portefeuillehouder, verantwoordelijk voor de muskusrattenbestrijding, daartoe gemandateerd door Gedeputeerde Staten bij besluit van 24 mei 2011 (PZH-2011-287550671).
Concept versie 1 d.d. 3 mei 2011
2
[Geef tekst op]
[Geef tekst op]
bijlage B
Artikel 3. Uitvoering 2011 Partijen komen overeen dat de bestrijding van de muskusratten in de provincie Zuid-Holland in 2011 wordt uitgevoerd op basis van het Dienstwerkplan muskusrattenbestrijding Zuid-Holland 2011, de productraming en de gewijzigde productraming 2011, opgenomen als bijlagen 3, 4 en 4A bij deze overeenkomst (dienstwerkplan MRB Z-H en productraming). Artikel 4. Beschikbaarstelling van management en ambtelijk overleg 1. Met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Spoedwet en op nog nader overeen te komen voorwaarden, stelt de Provincie de Directeur en staf, werkzaam bij de Dienst MRB, beschikbaar aan de Waterschappen om de in artikel IV A van de Spoedwet bedoelde muskusrattenvangers leiding te geven bij de hun door de Waterschappen opgedragen muskus- en beverrattenbestrijdingswerkzaamheden. 2. AGV, Rijnland, Schieland, Delfland, de Stichtse Rijnlanden, Hollandse Delta en Rivierenland verlenen, bij separaat besluit overeenkomstig het thans aan de Directeur verstrekte mandaat, opgenomen als bijlage 5 (mandaatbesluit) bij deze overeenkomst ieder voor wat hun bevoegdheden betreft, de Directeur schriftelijk mandaat, volmacht en machtiging om de muskusrattenvangers namens de Waterschappen leiding te geven bij hun bestrijdingswerkzaamheden op basis van het Dienstwerkplan muskusrattenbestrijding Zuid-Holland 2011 en de rechtspositionele regelingen van de provincie Zuid-Holland.. 3. De Directeur voert maandelijks ambtelijk overleg met door de Waterschappen aan te wijzen vertegenwoordigers over de uitoefening van het mandaat, volmacht en machtiging, zoals bedoeld in het tweede lid, en de noodzakelijke door de Waterschappen te nemen rechtspositionele besluiten ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde muskusrattenvangers. 4. Ten behoeve van de verantwoording zoals bedoeld in artikel 14 stelt de Directeur een concept rapportage op van de in het Dienstwerkplan muskusrattenbestrijding Zuid-Holland 2011 opgenomen doelen en het in het jaar 2011 gevoerde beheer. Artikel 5. Beschikbaarstelling van gebouwen en materialen en materieel 1. Met ingang van de dag van inwerkingtreding van de Spoedwet geeft de Provincie de gebouwen bij separaat af te sluiten overeenkomst in bruikleen aan de Waterschappen en stelt zij materialen en materieel beschikbaar, zoals genoemd in bijlage 6.1 en 6.2 (overzicht gebouwen, materialen en materieel) bij deze overeenkomst. 2. De Waterschappen verklaren de in het eerste lid bedoelde gebouwen, materialen en materieel uitsluitend te zullen gebruiken voor de aan hen wettelijk opgedragen zorg voor de bestrijding van bever- en muskusratten. Artikel 6. Vergunningen en ontheffingen De Waterschappen dragen zorg voor de vergunningen en ontheffingen die wettelijk vereist zijn om hun zorgplicht voor de muskusrattenbestrijding uit te voeren. De Provincie verleent daaraan alle noodzakelijke medewerking.
Concept versie 1 d.d. 3 mei 2011
3
[Geef tekst op]
[Geef tekst op]
bijlage B
Artikel 7. Bekostiging van de muskusrattenbestrijding in 2011 1. De waterschappen betalen op grond van het Bestuursakkoord “Water met Vuur” vanaf 1 januari 2011 de volledige operationele uitvoeringskosten, zoals begroot in het Dienstwerkplan muskusrattenbestrijding Zuid-Holland 2011 met bijhorende productraming. 2. Na inwerkingtreding van de Spoedwet betalen de Waterschappen rechtstreeks (i) de kosten van het salaris, de bezoldiging en de overige vergoedingen van de muskusrattenvangers als bedoeld in het eerste lid van artikel IV A Spoedwet, en (ii) de kosten van vergunningen en ontheffingen, zoals bedoeld in artikel 6 en betalen zij (iii) een vergoeding aan de Provincie voor de kosten die de Provincie maakt voor de muskusrattenbestrijding zoals beschikbaarstelling van directeur en staf als bedoeld in artikel 4 en beschikbaarstelling van materialen en materieel en een huurprijs voor de huur van gebouwen, als bedoeld in artikel 5. De Waterschappen zijn hoofdelijk aansprakelijk voor die kosten en regelen onderling de verdeling van die kosten. 3. De Provincie brengt aan de Waterschappen BTW in rekening over de vergoeding zoals bedoeld in het tweede lid overeenkomstig het gestelde in de brief van 23 maart, kenmerk Mvo11017 – Provincie Zuid Holland van de Inspecteur Belastingdienst Rijnmond / kantoor Rotterdam. .
Artikel 8. Bevoorschotting en vaststelling definitieve vergoeding 1. De Provincie zal de Waterschappen in de maand juli 2011 schriftelijk verzoeken om betaling van een voorschot op de vergoeding van de Waterschappen zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid. Over de berekening van het voorschot plegen Partijen voorafgaand overleg. De Provincie zal het voorschot factureren via de Vereniging van Zuidhollandse Waterschappen (verder: VZHW), p/a Postbus 3061, 2601 DB Delft. 2. De Waterschappen, via de VZHW, zullen het voorschot aan de Provincie voldoen uiterlijk 30 dagen na dagtekening van de brief waarin de Provincie verzoekt om het voorschot te voldoen. 3. De vergoeding van de Waterschappen, zoals bedoeld in artikel 7 lid 1, zal definitief, doch uiterlijk op 1 mei 2012 door de Provincie worden vastgesteld nadat de Waterschappen de definitieve personele kosten zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid onder (i) over het jaar 2011, voorzien van een accountantsverklaring indien de Provincie zulks nodig acht, schriftelijk aan de Provincie hebben overgelegd. De Provincie zal de van de Waterschappen ontvangen voorschotten verrekenen met de definitieve vergoeding van de Waterschappen..
Artikel 9. Vrijwaring De Waterschappen, ieder voor zich en gezamenlijk, vrijwaren de Provincie voor iedere aansprakelijkheid, inclusief de mogelijke aansprakelijkheid jegens derden, verband houdende met de ondersteuning van de Waterschappen door de Provincie op grond van deze overeenkomst.
Concept versie 1 d.d. 3 mei 2011
4
[Geef tekst op]
[Geef tekst op]
bijlage B
Artikel 10. Onvoorziene omstandigheden 1. Indien er sprake is van onvoorziene omstandigheden, die van dien aard zijn dat deze overeenkomst billijkheidshalve behoort te worden gewijzigd of die wezenlijke gevolgen hebben voor de uitvoering van deze overeenkomst, zullen Partijen over wijziging van deze overeenkomst in overleg treden. 2. Partijen treden in overleg binnen twee weken nadat een Partij de wens daartoe aan de andere Partijen schriftelijk heeft meegedeeld. 3. Indien het overleg niet binnen twee maanden tot overeenstemming heeft geleid, mag elke Partij deze overeenkomst met inachtneming van een opzegtermijn van één maand schriftelijk opzeggen. Artikel 11. Wijziging van de overeenkomst Deze overeenkomst kan slechts worden aangevuld of gewijzigd door een schriftelijk document dat door en namens Partijen is ondertekend. Artikel 12. Toepasselijk recht en geschillenbeslechting 1. Op deze overeenkomst is Nederlands recht van toepassing. 2. Partijen zullen zich redelijkerwijs inspannen om geschillen die tussen hen ontstaan op minnelijke wijze op te lossen. In het geval Partijen niet tot een billijke en bevredigende oplossing komen, zullen geschillen ter beslissing worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Den Haag. Artikel 13. Duur en inwerkingtreding 1. Deze overeenkomst treedt, na ondertekening door alle Partijen, in werking per de datum van inwerkingtreding van de Spoedwet. 2. Deze overeenkomst eindigt op1 januari 2012, of zoveel eerder als Partijen schriftelijk overeenkomen, een en ander met uitzondering van de artikelen 4 lid 4, 8 lid 3 en 14. Artikel 14. Verantwoording 1. Uiterlijk 1 maart 2012 stelt de Provincie een rapportage op over het in 2011 gevoerde beheer en de mate waarin de in het Uitvoeringsplan muskusrattenbestrijding Zuid-Holland 2011 opgenomen doelen zijn bereikt. 2. Deze rapportage wordt besproken in het bestuurlijk overleg tussen de betrokken portefeuillehouder(s) van de Provincie en de vertegenwoordigende portefeuillehouders muskusrattenbestrijding van de Waterschappen, als genoemd in art. 2, de uitkomsten hiervan worden schriftelijk vastgelegd, door de Provincie. Deze overeenkomst heeft de volgende bijlagen: bijlage 1: Overzicht van de ambtenaren werkzaam als muskusrattenvangers en het Waterschap waar zij van rechtswege in dienst zullen treden.
Concept versie 1 d.d. 3 mei 2011
5
[Geef tekst op]
[Geef tekst op]
bijlage B
bijlage 2: Uitgangspunten voor de overdracht bijlage 3: Dienstwerkplan muskusrattenbestrijding Zuid-Holland 2011 van 27 januari 2011; bijlage 4 en 4A: productraming en 1e wijziging op de productraming Dienst Muskusrattenbestrijding 2011; bijlage 5: Mandaatbesluit aan directeur Muskusrattenbestrijding met mandaatlijst; bijlage 6: Overzicht van door de Provincie beschikbaar te stellen gebouwen, materialen en materieel. Bijlage 7: Uitspraak inspecteur dd 23 maart 2011. Deze bijlagen maken deel uit van deze overeenkomst. Aldus overeengekomen en in achtvoud opgemaakt en ondertekend. Namens het Hoogheemraadschap van Rijnland
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
Namens het waterschap Amstel Gooi en Vecht
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
Namens het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
Namens het Hoogheemraadschap van Delfland
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
Namens het Hoogheemraadschap van de Stichtse Rijnlanden
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
Concept versie 1 d.d. 3 mei 2011
6
[Geef tekst op]
[Geef tekst op]
bijlage B
Namens het waterschap Hollandse Delta
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
Namens het waterschap Rivierenland
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
Namens de Provincie Zuid-Holland:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
De Directeur van de Dienst MRB voor gezien en accoord:
----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
De VZHW voor gezien en accoord:
-----------------------------------------------------------------------------------------------------------------(datum) (plaats) (handtekening)
Concept versie 1 d.d. 3 mei 2011
7