Begroting 2016
1
Gedeputeerde staten van Drenthe Oktober 2015
Colofon Dit is een uitgave van de provincie Drenthe
2
Inhoud Inleiding en leeswijzer ..............................................................................................................................5 Kerngegevens...........................................................................................................................................7 I Beleidsbegroting .....................................................................................................................................9 I.1 Programmaplan ................................................................................................................................ 11 Speerpunt 1 Samenwerkend Drenthe ................................................................................................... 13 Programma 1 Kwaliteit openbaar bestuur ............................................................................................. 15 Speerpunt 2 Economisch Drenthe ........................................................................................................ 21 Programma 2 Regionale economie ....................................................................................................... 23 Speerpunt 3 Bereikbaar Drenthe ........................................................................................................... 31 Programma 3 Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer ............................................ 33 Speerpunt 4 Ruimtelijk Drenthe............................................................................................................ 43 Programma 4 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer......................................................... 45 Programma 5 Milieu, Energie & Bodem ................................................................................................ 51 Speerpunt 5 Energiek Drenthe .............................................................................................................. 57 Programma 6 Cultuur ............................................................................................................................ 59 Programma 7 Dynamiek in leefomgeving ............................................................................................. 65 Speerpunt 6 Financiën en organisatie ................................................................................................... 73 Programma 8 Middelen ......................................................................................................................... 75 I.2 Paragrafen ........................................................................................................................................ 83 Paragraaf 2.1 Lokale heffingen ............................................................................................................. 85 Paragraaf 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing .................................................................... 91 Paragraaf 2.3 Onderhoud kapitaalgoederen ......................................................................................... 97 Paragraaf 2.4 Financiering .................................................................................................................. 103 Paragraaf 2.5 Bedrijfsvoering .............................................................................................................. 115 Paragraaf 2.6 Verbonden partijen ....................................................................................................... 121 Paragraaf 2.7 Grondbeleid .................................................................................................................. 157 Paragraaf 2.8 Reserves en voorzieningen .......................................................................................... 161 Paragraaf 2.9 Europa .......................................................................................................................... 203 II Financiële begroting ......................................................................................................................... 207 II.1 Overzicht van lasten en baten, tevens Meerjarenraming 2016-2019 ........................................... 209 II.2 Toelichting op belangrijke ontwikkelingen ..................................................................................... 211 II.3 Incidentele lasten en baten............................................................................................................ 215 II.4 Financiële positie en toelichting .................................................................................................... 221 Bijlagen ................................................................................................................................................ 229 1. Controleprotocol .............................................................................................................................. 231 2. Normenkader ................................................................................................................................... 235
3
4
Inleiding en leeswijzer De Begroting 2016 is gereed en wordt ter besluitvorming aan Provinciale Staten voorgelegd. Hierna beschrijven wij kort de onderdelen van de Begroting 2016. De begroting bestaat uit de beleidsbegroting en een financiële begroting. De beleidsbegroting bevat naast het programmaplan ook de (verplichte) paragrafen. De financiële begroting bestaat uit het overzicht van baten en lasten en de uiteenzetting van de financiële positie.
Het programmaplan (beleidsbegroting) Voor de opzet van de Begroting 2016 geldt, dat deze is opgebouwd vanuit de thema's van het Collegeakkoord. Deze strategische thema's zijn samenhangend en concreet vertaald in 5 speerpunten, die daarmee de hoofdindeling van deze begroting bepalen. Deze speerpunten worden telkens gevolgd door programma's. Deze programma's komen overeen met de provinciale kerntaken zoals deze zijn onderscheiden in IPO-verband. Dit is met name gebeurd om ook tegemoet te komen aan de wens van de staten, om een langjarige vergelijkbaarheid te borgen. In totaal bestaat het programmaplan van de Begroting 2016 uit 8 programma’s, waarbinnen de beleidsinformatie wordt gepresenteerd aan de hand van een aantal binnen elk programma afgebakende beleidsopgaven. De beleidsopgaven zijn de “dragers” van de feitelijke beleidsinformatie in het programmaplan. Deze zijn uitgewerkt naar doelstellingen en resultaten voor het jaar 2016. Die resultaten die deel uitmaken van de plannen uit het Collegeakkoord zijn in de Begroting geaccentueerd. De verschillende – vaste – onderdelen van het programmaplan worden hierna kort toegelicht. Toelichting per speerpunt Het programmaplan is in eerste aanleg ingedeeld naar de speerpunten uit het Collegeprogramma. Binnen de speerpunten worden vervolgens de 8 begrotingsprogramma’s gepresenteerd. Per speerpunt worden de voor 2016 geplande intensiveringen financieel toegelicht. Daarna volgen de programma's met een vaste indeling. Toelichting per programma De informatie per programma wordt gestart met een korte toelichting, waarin op hoofdlijnen wordt aangegeven welke beleidsterreinen in het betreffende programma worden behandeld. Beleidsopgaven, doelstellingen en resultaten Per product bestaat de kern van de beleidsinformatie in het programmaplan uit een beschrijving van de beleidsopgaven voor de provincie, de provinciale doelstellingen en de resultaten waardoor een bijdrage aan het bereiken van de doelen geleverd wordt. In elk programma wordt beleidsinhoudelijke informatie verstrekt per “deelprogramma” (product) door middel van tabellen. Concreet wordt in de tabellen informatie per beleidsopgave opgenomen over de te bereiken beleidsdoelen en de te realiseren resultaten in 2016. Deze informatie is zo SMART mogelijk geformuleerd. Bij de resultaten die deel uitmaken van de plannen uit het Collegeakkoord, is dit aangegeven door het betreffende resultaat te accentueren. Toelichting bestaand beleid De inhoudelijke informatie per programma wordt afgerond met een korte toelichting op het bestaande beleid. Deze toelichting is zo beknopt mogelijk gehouden. De kern van deze informatie bestaat uit de ontsluiting van achterliggende beleidsdocumenten. In de begrotingsteksten worden deze documenten
5
genoemd; in een digitale variant van de begroting zal het hierbij gaan op “hyperlinks”, waarop doorgeklikt kan worden. Wat mag het kosten? Onder het onderdeel “Wat mag het kosten” wordt een meerjarig financieel overzicht opgenomen van de lasten en baten. Het overzicht verstrekt daarbij informatie per beleidsopgave en per economische categorie (inkoop, subsidies en kapitaallasten). In het overzicht wordt een weergave opgenomen van de geplande onttrekkingen en dotaties aan de relevante reserves. Nieuwe investeringen worden in de programma’s kort toegelicht. Per programma(onderdeel) wordt een totaaloverzicht gegeven van de lasten en baten. De verstrekte financiële cijfers worden niet alleen verstrekt voor de komende jaren van 2016 tot en met 2019, maar daaraan toegevoegd ook cijfers over 2014 en 2015. De apparaatskosten maken in hun geheel deel uit van de kosten van het programma Middelen. Toelichting op verschillen. Begroting 2015 versus Begroting 2016 De tabellen met verschillen tussen jaren bevatten een cijfermatige weergave van de verschillen (oud – nieuw – verschil) en een inhoudelijke toelichting, waarbij wordt teruggegrepen op het detailniveau van de informatie in het financiële overzicht
De paragrafen (beleidsbegroting) In de paragrafen behandelen wij onderwerpen die van belang zijn voor het inzicht in de financiële positie van de provincie. De paragrafen zijn grotendeels wettelijk voorgeschreven. De eerste paragrafen bevatten de beleidsuitgangspunten van beheersmatige activiteiten en lokale heffingen en vallen daarom onder de beleidsbegroting. De paragrafen betreffen die van onderhoud kapitaalgoederen, verbonden partijen, grondbeleid, financiering, bedrijfsvoering, weerstandsvermogen en lokale heffingen. Met ingang van de Begroting 2014 is een nieuwe paragraaf opgenomen over het beleid ten aanzien van reserves en voorzieningen. Deze paragraaf is ook in de Begroting 2016 opgenomen. Hiernaast wordt een nieuwe paragraaf gepresenteerd voor een integraal beeld van de inzet van de provincie gekoppeld aan Europese doelstellingen en programma's, dit in lijn met het door de staten vastgestelde spelregelkader.
Het overzicht van lasten en baten (financiële begroting) Door vaststelling van de Begroting 2016 autoriseren de staten het college tot het doen van uitgaven. Gezien het belang van een goed inzicht in de baten en lasten worden de baten en lasten per programma weergegeven in een afzonderlijk overzicht. Dit overzicht is integraal, dat wil zeggen dat het alle baten en lasten bevat, zoals opgenomen in het programmaplan.
De uiteenzetting van de financiële positie (financiële begroting) Inzicht in de financiële positie is van belang, mede met het oog op de continuïteit van de provincie. Daarom besteden wij afzonderlijk aandacht aan de financiële positie. Dit gebeurt ook in een meerjarig perspectief. Speciale aandacht geven wij aan de investeringen, financiering en voorzieningen.
6
Kerngegevens A. Sociale structuur 2016 487.821 214.181
Aantal inwoners Aantal huishoudens B. Economische structuur Arbeidsdeelnamebevolking Beroepsbevolking (x 1.000) Waarvan: Werkloos (x 1.000)
2017 487.272 215.069
2018 486.727 216.057
2019 486.147 216.849
2019* 214,1 13,8 (6,4%)
Werkgelegenheid (totaal banen) Sector Landbouw, bosbouw en visserij Industrie ( incl. delfstoffenwinning en nutsbedrijven) Bouwnijverheid Handel en reparatiebedrijven Vervoer en opslag Horeca Zakelijke diensten Overige diensten Totaal *Gegevens voor 2019 geprognosticeerd.
9.200 25.900 14.600 40.700 6.300 10.500 34.700 76.100 218.100
C. Fysieke structuur 2016 2.680 217.487
Oppervlakte (in km 2) Woningvoorraad Wegen (in km) Fietspaden (in km) Vaarwegen (in km)
518 270 177
D. Financiële kerngegevens Begroting 2016 (in euro's * 1.000) 2016
2017
2018
2019
Totale lasten voor bestemming resultaat
263.235
245.294
218.083
213.237
Totale baten voor bestemming resultaat
-231.952
Onttrekking aan reserves (saldo) Rekening resultaat na begrote mutaties De post onvoorzien binnen de exploitatie Opbrengste opcenten mrb Uitkering provinciefonds (incl decentralisatie)
-31.283
-13.299
-5.462
-4.969
0
0
0
0
500
1.000
1.000
1.000
-55.300
-56.373
-57.500
-58.500
-138.700
Omvang algemene reserves per 31 december Omvang bestemmingsreserves per 31 december Omvang eigen voorzieningen per 31 december
7
-231.995 -212.621 -208.267
-138.725 -125.574 -125.573
31.772
31.772
31.772
31.772
229.500
216.201
210.738
205.769
19.911
19.882
19.957
20.120
8
I Beleidsbegroting
9
10
I.1 Programmaplan
11
12
Speerpunt 1 Samenwerkend Drenthe Participatie In de netwerksamenleving verandert ook de rol van de overheid. Zo participeert de overheid naast inwoners in netwerken. Deze verandering is ook van invloed op het politiek primaat van uw staten en ons college, onze rolinvulling en de samenwerking met partners. We werken hierbij opgavegericht. Samenwerking in wisselende allianties en maatwerk zijn sleutelwoorden. Participatieve en co-creatieve processen kunnen hierbij behulpzaam zijn. Maar wat verstaan we nu precies onder dit soort processen? En wat betekent dit voor de rolinvulling van de provincie, zowel voor ons college als uw staten? Welke (werk)processen hanteren we hierbij? We stellen voor om bijvoorbeeld in enkele interactieve bijeenkomsten gezamenlijk te verkennen wat dit voor ons samenspel betekent en hoe we dit vorm kunnen geven. Wat ons betreft doen we dit vooral werkende weg, aan de hand van een opiniërend debat en/of een inspirerende spreker. En aan de hand van concrete thema’s waarbij we hiermee gaan experimenteren. Op die manier gaan we er mee aan de slag en praten we er niet alleen over. Wij hebben gekeken naar opgaven en thema’s waarbij wij uw staten aan de voorkant (van processen en/of beleidsontwikkeling) kunnen betrekken. Daarbij denken wij (in ieder geval) aan:
Nieuwe cultuuragenda met museumbeleid; Ontwikkelen Retailagenda; Herontwikkelfonds; Breedband; Kadernotitie / visievorming Energie, waaronder energieneutraal wonen.
Bovenstaande onderwerpen werken wij (vooral procesmatig) verder uit in de betreffende hoofdstukken van voorliggende begroting. Gaandeweg deze collegeperiode volgen er meer / andere onderwerpen. Wisselende allianties Wij beseffen dat in de netwerksamenleving bestaande samenwerkingsverbanden soms onder druk staan. Wie vertegenwoordigt wie in welk verband? Vanuit de Drentse samenleving ontstaan ook heel andere (tijdelijke) verbanden en allianties. Daar ligt voor ons een zoektocht om steeds te kijken naar de best passende samenwerkingsverbanden. Dit geldt zowel op lokaal, nationaal als Europees niveau. Wij sluiten aan bij die dynamiek en bieden maatwerk en ondersteuning aan onze (interregionale) stakeholders. Aanpak externe betrekkingen Externe betrekkingen omvat alle inspanningen (public affairs) gericht op zowel het Rijk (Den Haag), Europa (Brussel) en Europese regio’s (Duitsland in het bijzonder) om de Drentse doelen te realiseren. Daarbij bieden we ook en vooral ondersteuning aan onze stakeholders. Wij willen als Drenthe veel zichtbaarder en succesvoller zijn. Succesvol in termen als participatie in netwerken, beleidsbeïnvloeding, maar ook in het benutten van middelen. De Strategische Agenda is leidend voor onze inzet op externe betrekkingen. Drenthe heeft een stevige ambitie op het terrein van Europa. Europese kansen willen we benutten om onze Drentse beleidsdoelstellingen te realiseren. Om deze kansen te kunnen benutten wordt bij de meeste Europese projecten provinciale EU cofinanciering gevraagd. Door middel van een integrale afweging over de inzet van de provinciale middelen bij Europese projecten en programma's wordt getracht deze Drentse ambitie te bewerkstelligen. Daartoe is onlangs het spelregelkader aan provinciale staten voorgelegd. De uitwerking van de daarin opgenomen spelregels treft u aan in de Paragraaf 2.9 Europa.
13
Intensiveringen 2016 Om onze doelstellingen te halen investeren we in: - EU cofinancieringsreserve, waarmee we zorgdragen voor voldoende provinciale cofinancieringsmiddelen om ook op langere termijn gebruik te kunnen maken van EUinstrumenten. Daarnaast stellen wij structureel extra middelen beschikbaar (intensiveringen) voor onderstaande onderwerpen. Omschrijving 2016 2017 2018 Procesgeld € 25.000 € 25.000 € 25.000 € Totaal € 25.000 € 25.000 € 25.000 € Naast deze intensivering in geld, zal een belangrijke intensivering vooral plaatsvinden vanuit onze manier van werken en de daarmee verbandhoudende inzet van medewerkers.
14
2019 25.000 25.000
Programma 1 Kwaliteit openbaar bestuur Toelichting programma Drenthe is een bestuurskrachtige en zichtbare provincie met een integer bestuur. Goede bestuurlijke verhoudingen staan voorop. Drenthe werkt samen met en stimuleert samenwerking tussen de verschillende overheden en maatschappelijke partners, waarbij de kerntaken alsook de maatschappelijke opgaven centraal staan. Drenthe legt verbindingen tussen de regio's. Drenthe staat voor haar inwoners en komt op voor haar belangen in nationaal en internationaal verband. Bestuur en medewerkers van Drenthe staan midden in de samenleving, stellen kerntaken en maatschappelijke opgaven centraal en geven via flexibele samenwerkingsverbanden invulling en uitvoering aan de ambities uit het collegeakkoord. Provincie Drenthe zorgt voor goed openbaar bestuur. Het interbestuurlijk en financieel toezicht wordt sober en proportioneel uitgevoerd. Product 1.1 Drenthe goed bestuurd
GS: Goed functionerend, bestuurskrachtig, betrouwbaar openbaar bestuur met integere bestuurders Doelstelling Financieel en bestuurlijk gezonde Drentse medeoverheden Bewaken en stimuleren van de integriteit van Drentse medeoverheden Stimuleren van (grensoverschrijdende) samenwerkingsverbanden tussen gemeenten rondom opgaven die een bovengemeentelijke aanpak vragen
Resultaat 2016 Geen Drentse gemeenten en gemeenschappelijke regelingen onder preventief toezicht Bestuurlijke bijeenkomst over integriteit in het najaar van 2016 Uitbreiding van (sub)regionale samenwerkingsvormen, zoals bv. Regio Zwollle
PS: Drenthe goed bestuurd door goed functionerend, bestuurskrachtig, betrouwbaar openbaar bestuur met integere bestuurders Doelstelling Focus op de eigen bestuurlijke en maatschappelijke rol van Provinciale Staten ("het Drents parlement")
Optimalisering van de informatieen beoordelingspositie van Provinciale Staten
Resultaat 2016 Vergroting van de aandacht voor en betrokkenheid bij verbonden partijen door onder andere het (laten) doen van onderzoek en het organiseren van werkbezoeken Vergroting van de betrokkenheid van PS bij maatschappelijke instellingen, bedrijven en burgers in Drenthe door onder andere het organiseren van werkbezoeken en statenontmoetingen Adviezen van statenwerkgroepen Politiek-bestuurlijk actuele statenontmoetingen/ presentaties Oplegnotities over strategische beleids- en planning en controldocumenten Politiek-bestuurlijke actuele evaluatie- en panelonderzoeken Flexnotities, feitenoverzichten en statenmemo's
15
Product 1.2 Zichtbaar Drenthe
De provincie Drenthe is zichtbaar door klantgericht, interactief en toegankelijk te handelen Doelstelling Een toegankelijk en zichtbaar besluitvormingsproces van Provinciale Staten voor de (Drentse) samenleving
Betrokkenheid van de Drentse samenleving (stimuleren) bij het formuleren en realiseren van Drentse opgaven Medewerkers en bestuurders van de provincie houden zich actief op de hoogte van wat er speelt in de Drentse samenleving Door vraaggerichte dienstverlening voorzien in de klantbehoefte
Resultaat 2016 Toegenomen publieke belangstelling voor het Drents parlement De externe communicatie is gericht op een grotere groep mensen, door gebruik te maken van meer beeldmateriaal (foto en video) en korte(re) teksten; rekening houdend met verschillende burgerschapsstijlen De website (drentsparlement.nl) en sociale media (zoals Twitter en Facebook) zijn optimaal benut ten behoeve van de informatievoorziening over Provinciale Staten Uitnodigende website van "het Drents parlement", met actuele en heldere informatie Meer bijeenkomsten waar externe partners en betrokkenen meedenken over communicatie Bewuste afweging toepassingen social media in projecten van de strategische agenda Dagelijkse monitoring van het medialandschap in Scoop.it! Toegenomen bijdrage van de organisatie bij Drenthe Dichtbij zodat goede afspiegeling van provinciaal beleid/kerntaken Tevreden klanten: klanten geven een 8 voor onze dienstverlening 90% bereikbaarheid van de provincie (breed: algemeen telefoonnummer en
[email protected]) Klantgerichte provinciale website Verkenning naar uitbreiding van de samenwerking met gemeenten, waterschappen en provincies rondom dienstverlening Zicht op de verwachtingen van de klanten over de provincie op basis van een Interprovinciaal klantonderzoek (Digitaal) Klantportaal
16
Product 1.3 Goede belangenbehartiging voor Drenthe
Zorgen voor goede samenwerking met en belangenbehartiging ten bate van Drentse stakeholders Doelstelling Bijdragen aan opgaven door inzet van onze netwerken, beleidsbeïnvloeding en door het benutten van financiële instrumenten in Brussel en Den Haag Versterken van de multi-level samenwerking met Duitsland
Duidelijke (lobby)profilering (lobby Top 10, profiel provincie) en lobbyframe Experimenteren met verschillende samenwerkingsvormen,in verschillende verbanden en vanuit een passende rol
Resultaat 2016 Inzet van minimaal 1 nieuw Europees instrument voor Drentse opgaven Participatie van GS in minimaal 1 voor Drenthe nieuw (bestuurlijk) Europees netwerk Minimaal 6 miljoen inzetten uit Europese instrumenten voor Drentse projecten Uitbreiding van de samenwerking met Niedersachsen en minimaal 1 andere Europese regio Ontwikkeling Duitsland-agenda. Eerste kwartaal 2016 wordt de agenda ter besluitvorming voorgelegd aan PS Dynamische lobby top-10
Vraaggericht en samen met stakeholders experimenteren met verschillende werkwijzen waarop doelgroepen worden betrokken Andere werkvormen om PS actief te betrekken aan de voorkant van beleidsontwikkeling bij enkele hiervoor in de Strategische Agenda benoemde onderwerpen Voorstel procesaanpak bestuurlijke vernieuwing Werkbezoeken aan Drentse gemeenten en andere provincies
Toelichting bestaand beleid Het jaar 2016 is het eerste jaar van het nieuwe collegeprogramma. Belangrijke beleidsdocumenten voor het going concern van dit programma zijn:
Europawerkwijze;
Beleidsnota en beoordelingskader interbestuurlijk toezicht Drenthe;
Dienstverleningsconcept; Beleidskader financieel toezicht op gemeenten en gemeenschappelijke regelingen provincie Drenthe; Regelingen voor bezwaar en beroep.
17
Wat mag het kosten Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
Lasten Product 1.1 Drenthe goed bestuurd GS: Goed functionerend, bestuurskrachtig, betrouwbaar openbaar bestuur met integere bestuurders Subsidie
2.934
3.100
3.100
0
3.100
3.100
3.100
Inkoop
203.405 206.339
342.809 345.909
232.809 235.909
110.000 110.000
232.809 235.909
232.809 235.909
232.809 235.909
Inkoop
210.239
369.723
304.723
65.000
304.723
304.723
304.723
Subsidie
540.985
581.989
581.989
0
581.989
581.989
581.989
Totaal beleidsopgave
751.223
951.712
886.712
65.000
886.712
886.712
886.712
Totaal product Product 1.2 Zichtbaar Drenthe De provincie Drenthe is zichtbaar door klantgericht, interactief en toegankelijk te handelen
957.562
1.297.621 1.122.621
175.000
1.122.621
1.122.621
1.122.621
Totaal beleidsopgave PS: Drenthe goed bestuurd door goed functionerend, bestuurskrachtig, betrouwbaar openbaar bestuur met integere bestuurders
Inkoop Subsidie
445.478 0 445.478
503.488 0 503.488
523.488 0 523.488
-20.000 0 -20.000
523.488 0 523.488
523.488 0 523.488
523.488 0 523.488
445.478
503.488
523.488
-20.000
523.488
523.488
523.488
1.120.250 -38.463
6.841.150 4.365.150 2.476.000 73.660 98.660 -25.000
4.376.203 98.660
4.387.476 98.660
4.398.975 98.660
Totaal beleidsopgave Totaal product
1.081.788 1.081.788
6.914.810 4.463.810 2.451.000 6.914.810 4.463.810 2.451.000
4.474.863 4.474.863
4.486.136 4.486.136
4.497.635 4.497.635
Totaal Lasten exclusief reserve mutaties
2.484.828
8.715.919 6.109.919 2.606.000
6.120.972
6.132.245
6.143.744
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 1.3 Goede belangenbehartiging voor Drenthe Goede samenwerking met partners en belangenbehartiging voor Drentse stakeholders Subsidie Inkoop
18
Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
-1.205 0
-12.000 0
-12.000 0
0 0
-12.000 0
-12.000 0
-12.000 0
-1.205
-12.000
-12.000
-12.000
-12.000
-12.000
0
0
0
0
0
0
-1.205
-12.000
-12.000
-12.000
-12.000
-12.000
-467
-7.640
-7.640
-7.640
-7.640
-7.640
-467 -467 -1.672
-7.640 -7.640 -19.640
-7.640 -7.640 -19.640
-7.640 -7.640 -19.640
-7.640 -7.640 -19.640
-7.640 -7.640 -19.640
6.101.332
6.112.605
6.124.104
Baten Product 1.1 Drenthe goed bestuurd GS: Goed functionerend, bestuurskrachtig, betrouwbaar openbaar bestuur met integere bestuurders Ontv.subsidies Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave PS: Drenthe goed bestuurd door goed functionerend, bestuurskrachtig, betrouwbaar openbaar bestuur met integere bestuurders Ontv. bijdragen
0
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 1.2 Zichtbaar Drenthe De provincie Drenthe is zichtbaar door klantgericht, interactief en toegankelijk te handelen Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Baten exclusief reserve mutaties Totaal programma exclusief reserve mutaties
2.483.156 8.696.279
0
6.090.279 2.606.000
Verrekening resultaat met reserves Bijdrage van Cofinancieringsreserve Europa
0 -3.100.000 -3.100.000
Saldo verrekening met reserves
0 -3.100.000 -3.100.000
Totaal na bestemming
2.483.156
5.596.279
2.990.279
0 -3.100.000 -3.100.000 -3.100.000 0 -3.100.000 -3.100.000 -3.100.000 2.606.000
3.001.332
3.012.605
3.024.104
Verschillen tussen begroting 2015 en 2016 Beleidsopgave GS: Drenthe goed bestuurd door goed functionerend, bestuurskrachtig, betrouwbaar openbaar bestuur met integere bestuurders
Eco. Cat. Inkoop
PS: Drenthe goed bestuurd door goed functionerend, bestuurskrachtig, betrouwbaar openbaar bestuur met integere bestuurders
Inkoop
Zorgen voor goede samenwerking met en belangenbehartiging ten bate van Drentse stakeholders
Subsidie
Verschil Toelichting 110.000 In verband met het bestaan van 200 jaar Drenthe en incidenteel budget voor Visievorming Midden-bestuur is in 2015 € 85.000,-- extra budget beschikbaar. Daarnaast is met operatie stofkam het budget onderzoek jeugdmonitor ad. € 25.000,-- geschapt. 65.000 2015 was het verkiezingsjaar van Provinciale Staten de kosten duaal bestuur waren doorvoor incidenteel verhoogd met € 65.000,--.
Overige verschillen
2.476.000 Het bedrag dat voor Bijdragen in projecten Cofinancieringsreserve Europa in de begroting 2015 is opgenomen is € 2,5 miljoen hoger dan in 2016. Voor 2016 is het reguliere bedrag van € 3,1 miljoen opgenomen dat gedekt wordt vanuit de reserve Europese cofinanciering. Daarnaast zijn de kosten SNN voor een bedrag van € 24.000,-- hoger geraamd in 2016 dan in 2015. -45.000
Totaal van verschillen tussen 2015 en 2016
2.606.000
19
20
Speerpunt 2 Economisch Drenthe Ondernemend Drenthe Het stimuleren van economische activiteiten, innovatie en duurzame werkgelegenheidsontwikkeling zijn belangrijke speerpunten. Om de regionale economie ook in de toekomst gezond te houden is vooral de (verdere) versterking van het innovatievermogen van het MKB essentieel. Daarnaast hebben wij aandacht voor de ontwikkeling van de Drentse economie naar een meer toekomst bestendige economie: de groene economie. Dit alles geflankeerd door een gericht arbeidsmarktbeleid. Want een sterke economie kan alleen bestaan met een goed opgeleide beroepsbevolking. De focus van onze aanpak ligt dan ook op het realiseren van een effectieve en efficiënte ondersteuningsstructuur voor innovatie door de NOM, de clusters en de uitrol van een krachtige en herkenbare rode loper-aanpak. Hiermee geven wij een extra impuls aan het ondernemersklimaat in Drenthe en maken wij dat ondernemers zich meer welkom voelen in Drenthe en gemakkelijk de weg vinden naar kapitaal, klanten en samenwerkingspartners. We stimuleren de clusters High Tech Systemen en Materialen (HTSM) en gezondheidseconomie en gaan vol voor het TOP-programma. Verder voeren we een sterke lobby voor een investeringspremieregeling (IPR) voor Zuidoost-Drenthe. Digitale bereikbaarheid Drenthe In de huidige informatie- en netwerksamenleving worden burgers en bedrijven steeds afhankelijker van een hoogwaardige en toekomstbestendige breedbandinfrastructuur. Zo is breedband een effectief middel om diensten en producten op sociaal, maatschappelijk en economisch terrein doelmatiger, goedkoper, transparanter, duurzamer en efficiënter te maken. De provincie Drenthe legt zich niet neer bij een tweedeling tussen de (voor de markt) rendabele en onrendabele gebieden. In het collegeakkoord is daarom de digitale bereikbaarheid als een speerpunt van ons beleid aangekondigd. Wij zetten ons de komende vier jaar in op het actief ontsluiten van "witte" gebieden en wordt er gewerkt om iedere Drentse inwoner digitaal te ontsluiten. Met een revolverend fonds willen wij coöperaties en stichtingen verder op weg helpen bij de aanleg van het netwerk. Maatwerk voor werk, werk, werk Menselijk kapitaal is verreweg de belangrijkste productiefactor van de toekomst. Dit vraagt om nauwkeurig inzicht in de toekomstige vraag van het bedrijfsleven en een sluitend onderwijssysteem voor alle niveaus. Zeker met de aangekondigde daling van de Drentse beroepsbevolking is het noodzaak dat we zowel Drentse talenten als talenten van buiten maximaal stimuleren zich continu te ontwikkelen, zowel in het onderwijs als in de praktijk van de bedrijven. Voor de korte termijn betekent onze ambitie dat de bedrijvigheid waar mogelijk gestimuleerd en de groei van de werkloosheid omgezet moet worden in een daling (Versnellingsagenda). Daarnaast kijken wij voorbij de crisis en zetten in op een toekomstgerichte strategie op het terrein van arbeidsmarkt en onderwijs. Verder investeren wij samen met onze partners in de beroepsbevolking en de arbeidsmarkt van de toekomst (o.a. Techniekpact en de Rondetafel zorg). Daarbij zetten we te allen tijde in op maatwerk. Voor die opgaven waar samenwerking op provinciaal of noordelijk niveau noodzakelijk is, werken we samen. Daar waar een kleiner schaalniveau voldoende is, wordt de samenwerking in (sub)regionale allianties vormgegeven. Vrijetijdseconomie, fietsprovincie nr. 1 Een sterke vrijetijdssector is van economisch en maatschappelijk belang voor Drenthe. Ons collegeprogramma bevat uitgangspunten die de Drentse vrijetijdseconomie versterken. Doel is meer werkgelegenheid, meer toeristen, meer bestedingen en een versterking van het merk Drenthe. Wij denken en werken vanuit ambities en kansen. Onze ambitie is helder: wij willen vrijetijdseconomieen fietsprovincie nummer 1 zijn. Wij werken aan een klimaat waarin gezonde huidige en nieuwe 21
recreatiebedrijven een plek hebben. We bieden ontwikkelruimte aan nieuwe en bestaande toeristische en recreatiebedrijven in het kader van onze “rode loper-aanpak” en helpen minder gezonde bedrijven met het vinden van nieuw perspectief. Wij gaan reuring genereren met evenementen en zetten in op ondernemersmogelijkheden in natuurgebieden (natuur beleven en benutten). Fietsen is voor Drenthe een populaire toeristische trekker en daarmee een grote bron voor bestedingen en werkgelegenheid in de Drentse (vrijetijds)economie. We investeren in een goede toeristische-recreatieve infrastructuur en fietsvoorzieningen. De fiets is ook een belangrijk vervoermiddel naar school en werk en een onderdeel van reizen met het openbaar vervoer (OV). Bovendien draagt fietsen bij aan een goede gezondheid. Met een programmatische aanpak en in samenwerking met onze partners geven wij een stevige impuls aan Vrijetijdseconomie en Fietsen en kiezen wij voor samenhang en verbinding van de verschillende beleidsthema’s .Voor doelen en resultaten voor het thema fietsen op gebied van mobiliteit en infrastructureel gebied verwijzen wij naar speerpunt en programma 3, thema en beleidsopgave fietsen.
Intensiveringen 2016 Om de economische doelstellingen te halen koppelen we deze aan de ontwikkeling van de ruimtelijke kwaliteit van Drenthe. Wij gaan investeren in: - Breedband voor alle inwoners van Drenthe - Acquisitie/IPR: wij stellen middelen beschikbaar om meer bedrijfsinvesteringen in Drenthe te stimuleren om hiermee de werkgelegenheid te vergroten. Daarnaast stellen wij structureel extra middelen beschikbaar (intensiveringen) voor onderstaande onderwerpen. Omschrijving Versterken Economische Structuur Marketing en vrijetijdseconomie Onderwijs en arbeidsmarkt Totaal
€ € € €
2016 1.000.000 750.000 1.750.000
€ € € €
2017 1.000.000 1.000.000 500.000 2.500.000
€ € € €
2018 1.000.000 1.000.000 500.000 2.500.000
€ € € €
2019 1.000.000 1.000.000 500.000 2.500.000
Onder het versterken van de economische structuur vallen het stimuleren van biobased economy, HTSM en de Rode Loper.
22
Programma 2 Regionale economie Toelichting programma De provincie zet zich in voor een sterke regionale economie. Een goede werkgelegenheid binnen de regio is daarbij het hoofddoel. Om die te bereiken investeert de provincie in een gunstig vestigingsklimaat voor bedrijven en werknemers. Een sterke regionale economie kan niet zonder kennis en innovatie. De provincie zorgt daarom voor goede randvoorwaarden en samenwerking met universiteiten, hogescholen en onderzoeksinstellingen. Product 2.1 Biobased economy / chemie
Realiseren van een groene en duurzame economie Doelstelling Faciliteren van het transitieproces richting groen en circulair (duurzaam) ondernemen
Profilering van Drenthe als groene economische provincie (circulair én biobased) Doorontwikkeling van Drenthe als biobased economy
De provincie Drenthe (als organisatie) laten functioneren als launching customer van biobased initiatieven
Resultaat 2016 Noordelijke aanpak circulaire economie opgesteld Op noordelijke schaal minimaal 1 initiatief met MKB op het gebied circulaire economie gestart De nieuwe economische beleidsagenda is vastgesteld De nieuwe agenda: “Agro&Food en transitie naar de Biobased Economy 2016-2020” is opgesteld en aangeboden aan Provinciale Staten De eerste stappen in de ontwikkeling van Greenportcluster Noord-Nederland zijn gezet Actieve samenwerking op Drentse en Noord-Nederlands schaal (inclusief Overijssel) op het gebied van Biobased Economy (BBE) Projectontwikkeling in het kader van programma’s INTERREG en EFRO 2014-2020 Communicatieprogramma BBE 2015-2020 in uitvoering
De eerste projecten in de het kader van business development zijn in 2016 afgerond Strategieplan Groene Chemie is gereed Clusterorganisatie Greenlincs is actief Invulling uitvoeringsagenda Noord4bio Doorontwikkeling aanjaagorganisatie Chemie heeft plaatsgevonden Stimulering samenwerking chemiecluster Emmen en Delfzijl De eerste concrete “groene” inkoop is gemaakt
23
Product 2.2 Versterken regionale innovatiekracht
Vergroten concurrentiepositie van Drenthe Doelstelling Maximale inzet op de verdere ontwikkeling van innovatief ondernemen
Zorgen voor een goed vestigings- en leefklimaat
Resultaat 2016 Herijking van de TOP-Regeling voor stimuleren MKB In het kader van de TOP-Regeling voor stimulering (startende) MKB is aandacht voor groen ondernemerschap De Ondernemersfabrieken in Assen en Emmen zijn operationeel. Stimuleren van “Ondernemen in het onderwijs” in de doorgaande leerlijn (zie ook programma 7) Extra impulsen Drents ondernemersklimaat door de Rodelloper aanpak (ook binnen de vrijetijdssector) IPR - regeling Zuidoost Drenthe Nieuwe afspraken over een effectieve en efficiënte ondersteuningsstructuur met NOM en clusters Verkenning van de wenselijkheid om de aandelen NOM over te nemen MKB instrumentarium provincies/ min-EZ in uitvoering De eerste editie van de Drentse startersprijs (incl. circulaire economie/duurzaamheid) heeft plaatsgevonden Projectontwikkeling en business development op het vlak van HTSM Afspraken over samenwerking met Overijssel op het gebied van HTSM/Smart industrie gerealiseerd In samenwerking met de Drentse gemeenten is het Drents Acquisitieprofiel opgesteld Strategie No(o)rd als onderdeel van de Duitslandagenda in uitvoering Versterken omgeving Groningen Airport Eelde
Bevorderen van kennisdelen (economisch ecosysteem)
Ontwikkeling Logistieke Hub / Flora Holland Herontwikkeling voormalige Rijksluchtvaartschool/voorterrein GAE
Ontwikkeling Energielandgoed/zonnepark GAE Kwaliteit van (infrastructuur, openbaar groen, parkeren, bewegwijzering, veiligheid) van bestaande bedrijventerreinen is verbeterd Verbeterde aansluiting onderwijs en bedrijfsleven inclusief uitvoering aanbevelingen Noordelijk Onderzoek Arbeidsmarkt en Noordelijke Innovatie Agenda Kennisdeling, projectontwikkeling en business development op vlak HTSM-technologie, Biobased Economy en gezondheidseconomie (Healthy Ageing), in relatie tot maatschappelijke opgaven en cross-overs met andere noordelijke sterktes en ontwikkeling/versterking kennisinstituten op Universitair/HBO/MBO-niveau, waaronder:
Health Hub Roden Doorontwikkeling COCI/GREENPAC Doorontwikkeling Centre of Expertise SPM (Smart Polymeric Materials, HBO) 24
Doorontwikkeling Centrum voor Innovatief Vakmanschap BBE (MBO)
Planontwikkeling voor de realisering van een Centre of Expertise en een Centrum voor Innovatief Vakmanschap HTSM
Kennisdelen en uitvoeren van (Interreg) projecten op het vlak van Healthy Ageing met Duitsland (VA) en met Noordzeelanden (VB)
Doorontwikkeling medische technologie in Drenthe Invulling geven aan de Noordelijke innovatie agenda (NIA)
Product 2.3 Optimale aansluiting bedrijfsleven, kennis, onderwijs en arbeidsmarkt
Investeren in kennisontwikkelingen en een bestendige arbeidsmarkt Doelstelling Betere aansluiting van het onderwijs bij behoeften van het bedrijfsleven
Versterken van de beroepsbevolking en de arbeidsmarkt van de toekomst
Inzet op wederzijdse grensoverschrijdende arbeidsmobiliteit (nationaal en internationaal)
Resultaat 2016 Ontwikkelingen op het gebied van demografie, werkgelegenheid, aanpak kritische sectoren zorg en techniek zijn geagendeerd bij onderwijs- en kennisinstellingen, ondernemersorganisaties en gemeenten Uitvoering Techniekpact Noord 2.0 van start Alle door de provincie meegefinancierde restauratie- en herbestemmingsprojecten, zijn praktijkopleidingsplaats Verkennen met HBO instellingen naar nieuwe mogelijkheden MBO+, Associate Degree Project (mede) ondersteund in Zuidoost Drenthe op het gebied van demografie, werkgelegenheid, aanpak kritische sectoren zorg en techniek bij onderwijs- en kennisinstellingen, ondernemersorganisaties en gemeenten Kwalitatief goed onderwijs (geen zwakke scholen, 40 scholen in excellentietraject) Aanpak laaggeletterdheid Twee bijeenkomsten van de Regiegroep Kennis en Arbeidsmarkt De voor Drenthe belangrijke sectorplannen worden uitgevoerd in samenwerking met bedrijfsleven en onderwijs Het pilot programma ‘Carrièrestart Drenthe’ is ontwikkeld en aangeboden aan PS Voucherregeling Wetenschap en Techniek (3d printen en Leerlijn TTE) wordt uitgevoerd Eerste resultaten van de Versnellingsagenda 3.0 zijn zichtbaar en aan geboden aan PS Verbeterde samenwerking met Duitsland voor opleiden van vakkrachten en bemiddeling van werkzoekenden:
Het INTERREG V A Koepelproject Arbeidsmarkt is in uitvoering
Het Interprovinciaal Sectorplan ‘Grenzenloos werken’ is in uitvoering
25
Actiedocument Grensoverschrijdende Arbeidsmarkt Drenthe-Emsland in uitvoering
Vervolgaanvraag grensoverschrijdende zorg (Zorgen voor -- Zorgen dat) in uitvoering Verduurzaming van het International Welcome Center North (IWCN) Eerste afspraken rond de diploma erkenning Verzorgende IG (NL) en Altenpflege (DE) zijn gemaakt Er is meer aandacht voor Duits in het onderwijs, bij voorkeur zowel in PO, VO zeker MBO (zie ook programma 7)
Product 2.4 Breedband
Breedband op het Drentse platteland Doelstelling Breedband
Resultaat 2016 Actieve inzet op het ontsluiten met snel internet van de "witte" gebieden in Drenthe Breedband Platform Drenthe Revolving Fonds Breedband ingericht
Product 2.5 Vrijetijdseconomie
Versterken van de vrijetijdseconomie Doelstelling Meer werkgelegenheid en hogere bestedingen in de vrijetijdseconomie van Drenthe
Het verbeteren van het Drents imago
Resultaat 2016 Met gemeenten, stakeholders en marktpartijen zijn nieuwe concepten ontwikkeld voor optimale beleving van Drenthe Ondersteuning van beeldbepalende, imagoversterkende culturele en sportieve evenementen en festivals die economische en maatschappelijke spin-off realiseren, waaronder diverse fietsevenementen Verbreed aanbod van fietsarrangementen en fietshoreca met commerciële partijen is gestimuleerd Met de uitvoering eerste jaar Leaderprogramma Zuidwest Drenthe is focus gelegd op vrijetijdseconomie De tussenevaluatie van het provinciale sectorplan ‘Vrijetijdseconomie Drenthe’ is aan PS aangeboden Drenthe heeft haar imago als de nummer 1 fietsprovincie versterkt. Alle fietsacties zijn uitgezet met gerichte informatie en permanente promotiecampagnes Daar waar het zinvol en versterkend is voor het Drentse imago wordt voor diverse provinciale project- en beleidsresultaten koppeling gelegd met de Drentse imagocampagne via additionele opdrachten aan Marketing Drenthe. In dit kader worden bijv de nationale parken en erfgoed ingezet als marketinginstrument Marketing Drenthe werkt met haar campagnes, marketingcommunicatieconcepten, zowel online-, als offline met stakeholders aan de verbetering van het imago
26
Ontwikkelruimte voor vernieuwende en bestaande recreatieve/toeristische bedrijven
Marketing Drenthe: inzet op wonen, werken, vrijetijdseconomie, cultuur en sport De visie Dynamisch Toerisme verder uitgewerkt met concrete projecten, waaronder 365-dagen fietsen en faciliteren van conceptontwikkeling van het Regionaal Landschap als 'Grootste groene sportpark van Nederland' in ZuidwestDrenthe Toeristisch-recreatieve ondernemers zijn gefaciliteerd bij de (door)ontwikkeling of afbouw van hun bedrijf met o.a. inzet Rode Loperbeleid, Expertteam en het Kwaliteitsteam Via uitnodigingsplanologie is ondernemers ruimte geboden om economische kansen in natuur en landschap mogelijk maken, bij voorkeur in een vernieuwend segment
Toelichting bestaand beleid Innovatief Drenthe: Economische zaken en arbeidsmarkt De ruimtelijk-economische visie Noordervisie 2040 vormt onze stip op de horizon en laat de nieuwe rolverdeling tussen provincie en samenleving zien. De Noordervisie is vervolgens verder uitgewerkt in een Noordelijke Innovatie Agenda (NIA), een Gebiedsagenda Noord-Nederland (Energieke Noorderruimte en het noordelijk "Koepelproject arbeidsmarkt". De (nieuwe) economische koers De inzet van de provincie Drenthe, op economische terrein is deels al uitgewerkt in de ‘Economische Koers Drenthe 2015-2020’. Deze koers is een logische opvolger van de Drentse Economische agenda en het Kader voor Economische Investeringen (KEI) 2011-2015.
27
Wat mag het kosten Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
0
0
0
0
0
0
0
13.060.834
4.466.470
224.227 4.242.243
224.227
224.227
224.227
Lasten Product 2.1 Biobased economy / chemie Realiseren van een groene en duurzame economie Subsidie Totaal beleidsopgave Totaal product Product 2.2 Versterken regionale innovatiekracht Vergroten concurrentiepositie van Drenthe Inkoop Kapitaallasten Subsidie Totaal beleidsopgave Totaal product
0 2.909.043 15.969.877 15.969.877
4.500 4.500 5.050.277 5.050.277
0 4.500 4.500 4.500 0 5.050.277 5.250.277 5.250.277
9.521.247 5.279.004 4.242.243 9.521.247 5.279.004 4.242.243
5.279.004 5.479.004 5.479.004 5.279.004 5.479.004 5.479.004
Product 2.3 Optimale aansluiting bedrijfsleven, kennis, onderwijs en arbeidsmarkt Investeren in kennisontwikkelingen en een bestendige arbeidsmarkt Subsidie Inkoop
242.817 320.330 563.147 563.147
800.000 1.695.745 2.495.745 2.495.745
Subsidie
0
0
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 2.4 Breedband Hoogwaardig breedband op het Drentse platteland Totaal beleidsopgave Totaal product Product 2.5 Vrijetijdseconomie Versterken van de vrijetijdseconomie Subsidie Inkoop Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Lasten exclusief reserve mutaties
1.808.394 1.975.220 58.444 111.949 1.866.838 2.087.169 1.866.838 2.087.169 18.399.862 14.104.161
260.000 540.000 250.000 1.445.745 510.000 1.985.745 510.000 1.985.745
260.000 250.000 510.000 510.000
260.000 250.000 510.000 510.000
260.000 250.000 510.000 510.000
200.000
-200.000
200.000
0
0
200.000 200.000
-200.000 -200.000
200.000 200.000
2.525.220 -550.000 36.949 75.000 2.562.169 -475.000 2.562.169 -475.000 8.551.173 5.552.988
2.775.220 36.949 2.812.169 2.812.169 8.801.173
2.775.220 36.949 2.812.169 2.812.169 8.801.173
2.775.220 36.949 2.812.169 2.812.169 8.801.173
Baten Product 2.2 Versterken regionale innovatiekracht Vergroten concurrentiepositie van Drenthe Ontv. bijdragen Ontv.subsidies
-159.144
-32.200
-32.200
0
-32.200
-32.200
-32.200
-60.000 -219.144 -219.144
0 -32.200 -32.200
0 -32.200 -32.200
0
0 -32.200 -32.200
0 -32.200 -32.200
0 -32.200 -32.200
Ontv.subsidies Ontv. bijdragen
0 -2.138
-945.745 0
0 0
-945.745 0
0 0
0 0
0 0
-2.138 -2.138 -221.283
-945.745 -945.745 -977.945
-32.200
-945.745 -945.745 -945.745
-32.200
-32.200
-32.200
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 2.3 Optimale aansluiting bedrijfsleven, kennis, onderwijs en arbeidsmarkt Investeren in kennisontwikkelingen en een bestendige arbeidsmarkt
Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Baten exclusief reserve mutaties Totaal programma exclusief reserve mutaties
18.178.579 13.126.216
28
8.518.973 4.607.243
8.768.973 8.768.973 8.768.973
Verrekening resultaat met reserves Bijdrage aan reserve versterking economisch structuur
2.211.047
Bijdrage van reserve versterking economisch structuur
0
0
0 -1.750.000 -1.000.000
0
0
0
-750.000 -1.000.000
0
0
0
0
0
Bijdrage van Reserve financieringsfonds Drenthe
-13.000.000 -4.000.000
Saldo verrekening met reserves
-10.788.953 -5.750.000 -1.000.000 -4.750.000 -1.000.000
Totaal na bestemming
7.389.626
7.376.216
0 -4.000.000
7.518.973
-142.757
0
7.768.973
0
0
8.768.973
8.768.973
Verschillen tussen begroting 2015 en 2016 Beleidsopgave Vergroten concurrentiepositie van Drenthe
Eco. Cat. Inkoop
Investeren in kennisontwikkelingen en een bestendige arbeidsmarkt
Inkoop
Verschil Toelichting 4.242.243 In de Begroting 2015 is een incidenteel budget van € 4 miljoen opgenomen ten behoeve van Risicofinanciering MKB. Daarnaast is in 2015 voor het laatst een bedrag van € 242.243,-- voor Herstructureringbedrijventerreinen (decentr. uitk) opgenomen. Deze rijksbijdrage komt vanaf 2016 te vervallen. 1.445.745 In 2015 is de Rijksbijdrage Regionaal Sectorplan vrijetijdssector Drenthe opgenomen. Hier tegenover staan lasten voor een zelfde bedrag. Deze bijdrage van € 945.745,-- wordt in 2016 niet meer ontvangen en de lasten zijn dan ook niet meer opgenomen. Daarnaast was in 2015 een bedrag van € 500.000,-- opgenomen voor inkopen m.b.t. 3.0 Kennisontwikkeling en goede aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt. 540.000 In 2015 een bedrag van € 500.000,-- opgenomen voor subsidie m.b.t. 3.0 Kennisontwikkeling en goede aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt.Daarnaast is het subsidiebudget voor Bijdragen toegepast arbeidsmarktonderzoek met €40.000,-- verlaagd.
Subsidie
Hoogwaardig breedband op het Drentse platteland Subsidie
Versterken van de vrijetijdseconomie
-200.000 De budgetten voor breedband zijn vanaf 2016 binnen beleidsopgave Hoogwaardig breedband op het Drentse platteland ondergebracht en niet meer binnen beleidsopgave Vergroten concurrentiepositie van Drenthe. Dat verklaard het verschil van € 200.000,--. -550.000 Door in te zetten op Intensiveren van marketing is € 750.000,-- extra budget beschikbaar. Daarnaast ishet subsidie budget Structuurversterking recreatie en (zorg)toerisme per saldo € 75.000,-- lager. Het budget voor Beleven en benutten van de natuur (vrijetijdseconomie) is €125.000,-- lager. 75.000 Het inkoop budget Structuurversterking recreatie en (zorg)toerisme is per saldo met een bedrag van € 75.000,-- lager. -945.745 In 2015 is de Rijksbijdrage Regionaal Sectorplan vrijetijdssector Drenthe opgenomen. Deze wordt in 2016 niet meer ontvangen.
Subsidie
Inkoop
nvesteren in kennisontwikkelingen en een bestendige arbeidsmarkt
Ontv.subsidies
Overige verschillen Totaal van verschillen tussen 2015 en 2016
4.607.243
29
30
Speerpunt 3 Bereikbaar Drenthe Fysieke bereikbaarheid Een goede bereikbaarheid en veilig deelnemen aan het verkeer raakt ons allemaal. We zijn daarin voorwaardenscheppend en gericht op het versterken van de Drentse concurrentiekracht. Dat doen we door te investeren in veilige wegen, een betrouwbaar openbaar vervoer, het stimuleren van het gebruik van de fiets en van veilig gedrag in het verkeer. We zijn voorwaardenscheppend en gericht op het versterken van de Drentse concurrentiekracht voor een goede bereikbaarheid van sterke steden en een dynamisch landelijk gebied. We doen dit samen en in co-creatie met onze partners. Wij leggen accenten op de capaciteitsuitbreiding van de N34 in Zuidoost Drenthe en de doorstroming op het knooppunt Gieten. Goede achterlandverbindingen naar Duitsland en Twente zijn van belang voor onze (grensoverschrijdende) bereikbaarheid en de ontwikkeling van logistiek en goederenvervoer. Hier nemen Emmen-Coevorden en Meppel een specifieke positie in. Voor met name Meppel is ook de bereikbaarheid over water van belang. En Drenthe-breed dragen goede vaarwegen bij aan de vaarrecreatie als onderdeel van een goede toeristisch-recreatieve infrastructuur. Voor de nieuwe concessie van het openbaar busvervoer in Drenthe en Groningen stellen we een programma van eisen op. We willen daarbij experimenteren met nieuwe vormen en een integrale aanpak. Voor de bereikbaarheid van het landelijke gebied onderzoeken we het Publiek Vervoermodel Groningen-Drenthe. Door middel van pilots zoeken we naar combinaties van het reguliere openbaar vervoer en het doelgroepenvervoer. Op het gebied van spoor gaan we voor de doorontwikkeling van de Vechtdallijnen (Emmen-Zwolle), een snelle verbinding met de randstad, goede knooppunten in Groningen en Zwolle en onderzoek naar de haalbaarheid van een treinverbinding Emmen-Stadskanaal. En we onderzoeken de mogelijkheid voor een gezamenlijke OV-trajectkaart voor Noord–Nederland. Vanuit onze ambitie fietsprovincie nummer 1 verbeteren en optimaliseren we de kwaliteit van het Drentse fietsnetwerk. Met een Drenthe-brede inzet op mobiliteitsmanagement stimuleren we het fietsen naar werk en school. We leggen fietssnelwegen aan en zetten in op innovaties en veiligheid. We versterken de combinatie OV en fiets door het creëren van aanvullende fietsvoorzieningen. Met een programmatische aanpak en in samenwerking met onze partners geven wij een stevige impuls aan onze ambitie fietsprovincie nr. 1 Hiervoor verwijzen wij ook naar speerpunt en programma 2, vrijetijdseconomie en fietsprovincie nr. 1. Verkeersonveiligheid vraagt om blijvende brede aandacht. Zowel een veilige inrichting van weg en fietspad als gedragsbeïnvloeding vinden we van belang om het aantal verkeersslachtoffers verder terug te dringen. Met onze partners in het Verkeers- en Vervoersberaad Drenthe hebben we hierover meerjarige afspraken in het Programma “Samen richting Nul!” Verkeers- en mobiliteitsmanagement zijn belangrijke thema’s om mensen te bewegen meer gebruik te maken van het openbaar vervoer en/of de fiets, andere werktijden aan te houden of thuis te werken. Met een nieuw Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer geven we een belangrijke impuls aan onze ambities.
31
Intensiveringen 2016 Om onze doelstellingen te behalen investeren we in: - Fietsprovincie nr. 1 (vrijetijdseconomie): Drenthe is in 2019 dé nr. 1 fietsprovincie, waar we met fietsen meer bestedingen en werkgelegenheid creëren en we meer fietsmobiliteit realiseren Daarnaast stellen wij structureel extra middelen beschikbaar (intensiveringen) voor investeringen in verkeer en vervoer. De financiële intensivering in de exploitatie betreft de kapitaallast van het nieuwe investeringsprogramma voor verkeer en vervoer van € 60 miljoen dat in de komende jaren gerealiseerd gaat worden. Omschrijving Nieuw investeringsprogramma VV Totaal
2016 € €
€ €
32
2017 300.000 € 300.000 €
2018 2019 600.000 € 1.200.000 600.000 € 1.200.000
Programma 3 Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Toelichting programma Veruit de meeste dagelijkse verplaatsingen vinden plaats binnen de regio. Een goede regionale bereikbaarheid is daarmee een belangrijke taak voor de provincies. Zij zorgen voor goed regionaal vervoer. Provincies zijn verantwoordelijk voor de aanleg en het onderhoud van verbindingswegen, tunnels en bruggen. Daarnaast bepalen provincies welke bedrijven het regionale bus- en treinvervoer in de provincie verzorgen. Product 3.1 Bereikbaarheid (incl openbaar vervoer)
Bereikbaar Drenthe Doelstelling Versterkte (inter)nationale verbindingen over spoor, weg, water en door de lucht
Realiseren en versterken van het regionale netwerk voor auto, openbaar vervoer, fiets, varen (inclusief het toeristisch recreatief gebruik) en goederenvervoer
Resultaat 2016 Studie verdubbeling resterende wegvakken Coevorden-Nrd Emmen-West (N34) Quick scan verbeteringsmogelijkheden spoorverbinding Noorden-Randstad, inclusief inzetten op goede knooppunten in Groningen en Zwolle Onderzoek treinverbinding Emmen-Stadskanaal Onderzoek gezamenlijke OV-trajectkaart Noord-Nederland Uitvoeringsprogramma Dryport Emmen - Coevorden Realisatie Port of Zwolle, samenwerking bereikbaarheid over water van Zwolle, Kampen en Meppel Procedures luchthavenbesluiten en luchthavenregeling inclusief afgifte ontheffingen Duurzame continuïteit GAE Onderzoek achterlandverbindingen Reconstructie aansluiting N391/N366, ontwerp en procedures Studie doorstroming knooppunt Gieten Nieuw investeringsprogramma met maatregelen voor een goede doorstroming op het Drentse wegennet Vaarrecreatievoorzieningen als onderdeel van vrijetijdseconomie
Fietsen Doelstelling Stimuleren van het fietsgebruik en realiseren en versterken van het fietsnetwerk en de fietsbeleving
Resultaat 2016 Kwaliteitsverbetering fietsnetwerk en fietsvoorzieningen Businesscase fietssnelweg Assen-Groningen Mobiliteitsmanagement gericht op werk en school met speciale aandacht voor de E-bike Versterken combinatie fiets en OV in de keten Pilot met een innovatief fietsmonitoringssysteem Stimuleren innovaties fietstechniek en apps Nieuw investeringsprogramma met maatregelen ten behoeve van een verkeersveilige inrichting van het Drentse fietspadennet
33
Mobiliteit op maat Doelstelling Slim benutten van het totale netwerk met innovatieve concepten Stimuleren van OV door mobiliteitsmanagement en nieuwe vormen van (duurzame) mobiliteit
Resultaat 2016 Informatievoorzieningen Verkenning ontwikkeling autonome voertuigen Spitsmijdingen programma Beter Benutten 2 Plan van aanpak Anders benutten Programma van eisen concessie busvervoer Toename van het aantal OV-reizigers Kwaliteitsniveau van het OV wordt door reiziger op ruim voldoende gewaardeerd (indicator: klantenbarometer OV) Voorlopig ontwerp OV-knooppunt De Punt Publiek Vervoermodel Groningen-Drenthe
Product 3.2 Verkeersveiligheid
Verkeersveilig Drenthe Doelstelling Verkeersveilig ingerichte infrastructuur
Stimuleren van verkeersveilig gedrag door educatie, training, voorlichting en campagnes met de ambitie Samen richting Nul
Resultaat 2016 Realisatie ongelijkvloerse aansluiting Exloo (N34) Afronden planologische procedure en start realisatie aansluiting 't Klooster (N34) Definitief ontwerp en afronden planologische procedure aansluiting Klijndijk (N34) Visie duurzaam veilige inrichting N375 Nieuw investeringsprogramma met maatregelen ten behoeve van een verkeersveilige inrichting van de provinciale wegen Onderzoek en toepassing innovatieve verlichting Programma Permanente Verkeerseducatie Campagne Samen richting Nul!
Product 3.3 Wegen
Het beheren en onderhouden van de wegen op een afgesproken kwaliteitsniveau Doelstelling Stroomwegen, beheren en onderhouden op het huidig kwaliteitsniveau met inbegrip van de onderdelen verhardingen, vaste kunstwerken, groen en faunabeheer, verkeersvoorzieningen, operationeel verkeersmanagement en beschikbaarheid. Gebiedsontsluitingswegen, beheren en onderhouden op het
Resultaat 2016 Uitvoering variabel onderhoud volgens de programmering Uitvoering dagelijks onderhoud Uitvoering gladheidsbestijding en calamiteitenorganisatie Herijking beleidsplan wegen; afronding in 2017 Opstellen onderhoudsplan wegen conform herijkt beleidsplan en NEN inspecties
Uitvoering variabel onderhoud volgens de programmering Uitvoering dagelijks onderhoud
34
huidig kwaliteitsniveau met inbegrip van de onderdelen verhardingen, vaste kunstwerken, groen en faunabeheer, verkeersvoorzieningen, operationeel verkeersmanagement en beschikbaarheid. Erftoegangswegen, beheren en onderhouden op het huidig kwaliteitsniveau met inbegrip van de onderdelen verhardingen, vaste kunstwerken, groen en faunabeheer, verkeersvoorzieningen, operationeel verkeersmanagement en beschikbaarheid. Fietspaden, beheren en onderhouden op het huidig kwaliteitsniveau met inbegrip van de onderdelen verhardingen, vaste kunstwerken, groen en faunabeheer, verkeers- en toeristisch-recreatieve voorzieningen, operationeel verkeersmanagement en beschikbaarheid
Uitvoering gladheidsbestijding en calamiteitenorganisatie Herijking beleidsplan wegen; afronding in 2017 Opstellen onderhoudsplan wegen conform herijkt beleidsplan en NEN inspectie
Uitvoering variabel onderhoud volgens de programmering Uitvoering dagelijks onderhoud Uitvoering gladheidsbestijding en calamiteitenorganisatie Herijking beleidsplan wegen; afronding in 2017 Opstellen onderhoudsplan wegen conform herijkt beleidsplan en NEN inspectie
Uitvoering variabel onderhoud volgens de programmering Uitvoering dagelijks onderhoud Uitvoering gladheidsbestijding en calamiteitenorganisatie Herijking beleidsplan wegen; afronding in 2017 Opstellen onderhoudsplan wegen conform herijkt beleidsplan en NEN inspectie
Product 3.4 Vaarwegen
Het beheren en onderhouden van de vaarwegen op een afgesproken kwaliteitsniveau Doelstelling Vaarwegen, beheren en onderhouden op het huidige kwaliteitsniveau met inbegrip van de onderdelen beweegbare kunstwerken, beschoeiingen, groen en faunabeheer, verkeersen toeristisch-recreatieve voorzieningen, en beschikbaarheid.
Resultaat 2016 Utvoering variabel onderhoud volgens de programmering Uitvoering dagelijks onderhoud Herijking beleidsplan vaarwegen; afronding in 2017 Opstellen onderhoudsplan vaarwegen conform herijkt beleidsplan en NEN inspecties
35
Product 3.5 Integrale gebiedsontwikkeling (Assen, Coevorden, Emmen)
Regio Specifiek Pakket Doelstelling Bereikbaarheid Emmen – Centrum
Integrale gebiedsontwikkeling Atalanta (excl. Bereikbaarheid)
RSP Coevorden
Verbetering Spoorlijn Emmen – Zwolle Verbetering Spoorlijn ZwolleAssen-Groningen Ruimtelijk Economisch Programma (REP)
Resultaat 2016 Planuitwerking reconstructie aansluiting N34/Rondweg (N391) gereed Planuitwerking reconstructie aansluiting N862 (weg EmmenKlazienaveen) op de Rondweg gereed. DPE-Next Opening van: - Wildlands Adventure Zoo Emmen, en - nieuw Theater / Wereld van Ontmoeting. Locatie Hoofdstraat (voorheen Dierenpark Emmen) - Verkenning invulling locatie afgerond. Spoorboog Coevorden - Aanleg Damwanden - Aanleg Wachtspoor - Bouw Spoorbrug - Aanleg Verbindingspoor. Herinrichting Stationsomgeving - Westelijke spoorzone, 1e fase gereed - Planuitwerking Westelijke spoorzone, 2e fase - Planuitwerking Verbinding, transferpunt en pleinen - Verkenning Oostelijke spoorzone Realisatie dubbelspoor bij Station Emmen Zuid/2e perron (Versnellings)Maatregelen Zwolle Noord: de voorkeursvariant voor Zwolle Herfte is in voorbereiding Spoorboog Hoogeveen: planuitwerking Spoorboog-verruiming Er worden twee beschikkingen voor REP-projecten afgegeven.
Toelichting bestaand beleid Verkeer en Vervoer Een goede bereikbaarheid en veilig deelnemen aan het verkeer raakt ons allemaal. De provincie is vanuit de Planwet Verkeer en vervoer verantwoordelijk voor de regionale bereikbaarheid en het regionaal openbaar vervoer. De basis is vastgelegd in de (geactualiseerde) Omgevingsvisie Drenthe en in het Provinciaal Verkeer en VervoerPlan Drenthe (PVVP). De investeringen die een veilig bereikbaar Drenthe vraagt zijn vastgelegd in het Investeringsprogramma Verkeer en Vervoer (IVV). Het IVV vormt tevens de basis voor investeringsafspraken met onze partners. In het Provinciaal Uitvoeringsplan PUP wordt dit jaarlijks geactualiseerd. In de Fietsnota Drenthe hebben we de ambitie uitgesproken om ‘Fietsprovincie nummer 1’ te willen worden. Op bestuurlijk niveau maken we afspraken in het Verkeers- en Vervoersberaad Drenthe (VVBD). Onder het motto ‘Samen richting Nul verkeersslachtoffers!’ bepalen de wegbeheerders (provincie, gemeenten en Rijkswaterstaat) in het VVBD welke maatregelen ze moeten nemen voor een veilig bereikbaar Drenthe. Bijvoorbeeld met gedragsbeïnvloeding in het programma ‘Permanente Verkeerseducatie’. Het Drentse verkeersveiligheidsbeleid is verder uitgewerkt in het Strategisch Plan Verkeersveiligheid.
36
In het OV-bureau Groningen Drenthe zijn we samen met de provincie en de gemeente Groningen verantwoordelijk voor het openbaar (bus)vervoer in de regio. Met de provincie Overijssel exploiteren we de spoorlijn Emmen-Zwolle als onderdeel van de Vechtdallijnen. Zowel de klanttevredenheid als het aantal treinreizigers laat een sterk stijgende lijn zien. De ombouw van Station Emmen Zuid naar dubbelspoor maakt een versnelling en uitbreiding van de dienstregeling mogelijk. Beheer en onderhoud wegen en vaarwegen. Tot en met 2016 worden de werkzaamheden aan de N34 en de N391 versneld uitgevoerd. Om een beeld te krijgen hoe de aansluitingen in de N391 er in de toekomst eruit zullen komen te zien wordt verwezen naar de volgende visualisaties: Aansluiting Roswinkel, Knooppunt N391/ N366. Verder wordt gekeken naar de kwaliteit van de provinciale fietspaden. Dit in het kader van de in de Provinciale Fietsnota Drenthe geformuleerde doelstellingen. Na het reduceren van het aantal lichtmasten in de afgelopen jaren, wordt nu verder gegaan met het verduurzamen van de overgebleven verlichting. Hiervoor ligt het Beleidsplan Openbare Verlichting ten grondslag. Als beheerder van het provinciale wegen- en vaarwegennetwerk, laten wij beheer- en onderhoudswerkzaamheden uitvoeren om te zorgen voor voldoende kwaliteit en beschikbaarheid. Bekend fenomeen tijdens de winterperiode is bijvoorbeeld gladheidsbestrijding. Voor zowel de wegen als de vaarwegen worden de huidige beleidsplannen (Beleidsplan Beheer en Onderhoud Wegen en Beleidsplan Beheer en Onderhoud Vaarwegen) in 2016/2017 aangepast aan de huidige inzichten. Integrale gebiedsontwikkeling RSP Het Drentse RSP bestaat uit vijf gebiedsopgaven en het Ruimtelijk Economisch Programma (REP). De RSP-projecten moeten eind 2020 gerealiseerd, dan wel aanbesteed en gegund zijn. Het RSP ligt op schema om eind 2020 gereed te zijn. Nadere informatie over het RSP (noordelijk) is te vinden op de website: http://www.rsp-projecten.nl/. Daarnaast wordt verwezen naar het rijksconvenant RSP Zuiderzeelijn en de samenwerkingsovereenkomsten provincie - gemeenten Emmen en Coevorden en de beëindigingsovereenkomst provincie - gemeente Assen.
37
Wat mag het kosten Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
Subsidie
4.724.054
7.932.135
2.842.000
5.090.135
2.842.000
2.842.000
2.842.000
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Lasten Product 3.1 Bereikbaarheid (incl openbaar vervoer) Bereikbaar Drenthe Investeringen Adm. boekingen Kapitaallasten Inkoop Totaal beleidsopgave Mobiliteit op maat
8.082.301 592.948
8.292.824 10.045.521 -1.752.697 11.249.784 11.310.045 12.718.457 5.750.000
0
13.399.303 21.974.959 12.887.521 Adm. boekingen Inkoop Subsidie
0
0
0
72.828
63.450
63.450
5.750.000
0
0
0
9.087.438 14.091.784 14.152.045 15.560.457 0
0
0
0
0
63.450
63.450
63.450
23.819.330 29.343.043 24.259.165
5.083.878 24.847.938 25.316.335 25.767.579
Totaal beleidsopgave
23.892.158 29.406.493 24.322.615
5.083.878 24.911.388 25.379.785 25.831.029
Totaal product Product 3.2 Verkeersveiligheid Verkeersveilig Drenthe
37.291.461 51.381.452 37.210.136 14.171.316 39.003.172 39.531.830 41.391.486
Inkoop Subsidie
842.241 1.481.452 2.323.693 2.323.693
846.958 2.483.369 3.330.327 3.330.327
71.437 2.000.000 2.071.437 2.071.437
575.521 483.369 1.058.890 1.058.890
575.521 483.369 1.058.890 1.058.890
575.521 483.369 1.058.890 1.058.890
Belastingen Kapitaallasten Inkoop
184.980 118.812 9.549.630 9.853.423 9.853.423
177.000 177.000 0 100.096 146.772 -46.676 8.954.158 10.183.451 -1.229.293 9.231.254 10.507.223 -1.275.969 9.231.254 10.507.223 -1.275.969
177.000 173.767 9.026.600 9.377.367 9.377.367
177.000 170.675 8.526.600 8.874.275 8.874.275
177.000 167.584 9.526.600 9.871.184 9.871.184
Inkoop Kapitaallasten Adm. boekingen Belastingen
6.451.786 165.006 0
6.906.358 379.278 0
4.324.300 621.166 0
2.582.058 -241.888 0
4.354.900 743.269 0
4.354.900 812.094 0
4.354.900 800.504 0
42.590 6.659.383 6.659.383
46.000 7.331.636 7.331.636
46.000 4.991.466 4.991.466
0 2.340.170 2.340.170
46.000 5.144.169 5.144.169
46.000 5.212.994 5.212.994
46.000 5.201.404 5.201.404
11.979.751 20.115 11.999.866 11.999.866 68.127.825
40.407.176 50.000 40.457.176 40.457.176 111.731.845
35.394.958 5.012.218 100.000 -50.000 35.494.958 4.962.218 35.494.958 4.962.218 89.462.673 22.269.172
24.808.771 180.000 24.988.771 24.988.771 79.572.369
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 3.3 Wegen Het beheren en onderhouden van de wegen op een afgesproken kwaliteitsniveau
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 3.4 Vaarwegen
775.521 483.369 1.258.890 1.258.890
Het beheren en onderhouden van de vaarwegen op een afgesproken kwaliteitsniveau
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 3.5 Integrale gebiedsontwikkeling (Assen, Coevorden, Emmen) Regio Specifiek Pakket Subsidie Inkoop Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Lasten exclusief reserve mutaties
38
12.878.266 5.686.032 77.514 50.000 12.955.780 5.736.032 12.955.780 5.736.032 67.633.769 63.258.996
Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
Ontv.subsidies -4.710.868 Ontv. -629.620 bijdragen -5.340.488
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
-7.932.135 0
0 -7.932.135 0 0
0 0
0 0
0 0
-7.932.135
-7.932.135
Ontv.subsidies -22.328.580 -27.438.213
0 -27.438.213
0
0
0
-22.328.580 -27.438.213 -27.669.068 -35.370.348
-27.438.213 -35.370.348
Baten Product 3.1 Bereikbaarheid (incl openbaar vervoer) Bereikbaar Drenthe
Totaal beleidsopgave Mobiliteit op maat Totaal beleidsopgave Totaal product Product 3.2 Verkeersveiligheid Verkeersveilig Drenthe
Ontv.subsidies -1.091.796 Ontv. bijdragen Leges
-2.500.000
-1.443
0 -2.500.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-17.500
0
-17.500
-17.500
-17.500
-17.500 -2.500.000 -17.500 -2.500.000
-17.500 -17.500
-17.500 -17.500
-17.500 -17.500
-5.000 -139.000
-5.000 -139.000
-5.000 -139.000
-144.000 -144.000
-144.000 -144.000
-144.000 -144.000
-66.095
-66.095
-66.095
-11.318
-17.500
-1.104.558 -1.104.558
-2.517.500 -2.517.500
-7.004 -424.706
-5.000 -139.000
-5.000 -139.000
-431.710 -431.710
-144.000 -144.000
-144.000 -144.000
Ontv. -1.530.026 bijdragen Ontv.subsidies -5.037.489 Leges -1.383
1.083.905
-66.095
-4.603.098 -4.603.098 -1.000 -1.000
0 -4.603.098 -4.603.098 -4.603.098 0 -1.000 -1.000 -1.000
-6.568.898 -6.568.898
-3.520.193 -4.670.193 -3.520.193 -4.670.193
1.150.000 -4.670.193 -4.670.193 -4.670.193 1.150.000 -4.670.193 -4.670.193 -4.670.193
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 3.3 Wegen Het beheren en onderhouden van de wegen op een afgesproken kwaliteitsniveau Leges Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave Totaal product Product 3.4 Vaarwegen
0 0
Het beheren en onderhouden van de vaarwegen op een afgesproken kwaliteitsniveau
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 3.5 Integrale gebiedsontwikkeling (Assen, Coevorden, Emmen) Regio Specifiek Pakket Ontv. bijdragen Ontv.subsidies Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Baten exclusief reserve mutaties Totaal programma exclusief reserve mutaties
0
0
0
0
0
0
0 -5.900.000 5.900.000 -5.900.000 5.900.000 -5.900.000 5.900.000 -35.774.234 -41.552.041 -10.731.693 -30.820.348
-5.900.000 -5.900.000 -5.900.000 -10.731.693
-5.900.000 -5.900.000 -5.900.000 -10.731.693
-1.050.000 -1.050.000 -1.050.000 -5.881.693
0
0
1.150.000
32.353.592 70.179.804 78.730.980 -8.551.176 68.840.676 56.902.076 57.377.303
39
Verrekening resultaat met reserves Bijdrage van reserve beheer vaarweg Meppel - De Punt Bijdrage aan reserve vaarweg Meppel de Punt
-1.686.330 -1.190.000 -1.000.000
-190.000
-340.000
-340.000
-340.000
1.091.765 -1.091.765
31.765
31.765
31.765
0
0
0
0
0
Bijdrage van Reserve Stimuleringsfonds Drentse -1.000.000 projecten Bijdrage aan reserve Investeringen Verkeer en Vervoer 646.577
0
0
0
3.197.091
568.065
2.629.026
0
0
0
0
0
0
0
-658.636
-900.500
-2.345.927
415.119
0
0
0
0
0
0
0 -5.600.000
0
0
0
0
0
0
0
0
0 -5.750.000
0
0
0
-7.428.207 -36.666.037 -25.753.819 -10.912.218 -15.247.632 -3.214.641
-844.893
Bijdrage van reserve Investeringen verkeer en vervoer Bijdrage aan Reserve vaarverbinding Erica - Ter Apel Bijdrage van Reserve vaarverbinding Erica - Ter Apel Bijdrage aan reserve achterstallig onderhoud & verbeteringswerken N34 Bijdrage van reserve achterstallig onderhoud & verbeteringswerken N34 Bijdrage van Reserve Regio Specifiek Pakket
0 -5.600.000 1.128.038
0 -5.750.000
Bijdrage aan Reserve Regio Specifiek Pakket
8.024.944
1.050.000
1.000.000
50.000
1.000.000
0
0
0
0
0
0
159.251
659.251
0
0
0
0
0
0
0
-340.749
0
0
2.032.753 -2.032.753
1.742.143
1.891.304
1.890.811
100.141 -44.958.946 -22.061.236 -22.897.710 -13.313.109 -1.872.821
-1.948.993
Bijdrage aan Egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen Bijdrage van Egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen Bijdrage aan Egalisatiereserve voormalige bdu verkeer en vervoer Saldo verrekening met reserves Totaal na bestemming
0
32.453.733 25.220.858 56.669.744 -31.448.886 55.527.567 55.029.255 55.428.310
Er zijn binnen dit programma investeringen gepland. Zie hiervoor Paragraaf II.4 Financiële positie en toelichting, onderdeel 4.1 Investeringen naar nut. Verschillen tussen begroting 2015 en 2016 Beleidsopgave Bereikbaar Drenthe
Eco. Cat. Subsidie
Verschil Toelichting 5.090.135 De bijdragen in kosten verkeers- en vervoersprojecten (BDU) zijn lager in 2016.
Kapitaallasten
-1.752.697 De kapitaallasten van het investeringsprogramma Verkeer en Vervoer zijn in 2016 hoger, doordat geplande investeringen naar verwachtig in 2015 kunnen worden afgerond en er daarom in 2016 gestart wordt met afschrijven. Overigens wordt een groot gedeelte van deze kapitaallasten verrekend met de Reserve Verkeer en Vervoer. 5.750.000 De lasten voor het onderhoud en verbeteringswerken van de N34 zijn in 2015 voor een lager bedrag opgenomen. Het betreft incidentele uitgaven in 2015 t.l.v. een reserve. 5.083.878 Bijdragen aan het OV-Bureau Groningen-Drenthe en spoor Emmen-Zwolle zijn lager in 2014 mede door toekennen van incidentele subsdies. Als onderdeel van Beter Benutten 2 is aan het OV-Bureau een incidentele subsidie van € 950.000,-- toegekend voor materieelvernieuwing. Daarnaast is voor een aanvullende bijdrage Hoogwaardig Openbaar Vervoer een bijdrage toegezegd van € 1.800.000,--. Aan de Vechtdallijnen is in totaal een bedrag van € 3.256.543,-extra toegekend voor de exploitatie van de toename van de uitbreiding treincapaciteit. Deze extra bijdragen worden gedekt uit de daarvoor gereserveerde middelen in de 'Voorziening BDU'. 71.437 Voor de uitvoering van luchtvaartbeleid is voor als nog voor na 2015 geen bijdrage van het rijk meer opgenomen, daarom is het budget ook niet meer opgenomen. Daarnaast is het budget voor Verkeerswaarnemingenmet € 15.000,-- verlaagd.
Inkoop
Mobiliteit op maat
Subsidie
Verkeersveilig Drenthe
Inkoop
40
Subsidie
2.000.000 Ten behoeve van de Intensivering m.b.t. fietspaden is in 2015 € 2 mln. opgenomen. Voor 2016 zijn hier nog geen bedragen voor opgenomen. -1.229.293 Wegens de herverdeling van budgetten op wegen en vaarwegen is op deze beleidsopgaven een hoger bedrag voor onderhoudskosten opgenomen.
Het beheren en onderhouden van de wegen op een Inkoop afgesproken kwaliteitsniveau Het beheren en onderhouden van de vaarwegen op Inkoop een afgesproken kwaliteitsniveau
2.582.058 Wegens de herverdeling van budgetten op wegen en vaarwegen is op deze beleidsopgaven een lager bedrag voor onderhoudskosten opgenomen.
Kapitaallasten
Regio Specifiek Pakket
-241.888 De kapitaallasten zijn toegenomen door geplande afrondingen van investeringen. Naar verwachting kunnen die in 2015 worden afgerond en kan in 2016 gestart wordt met afschrijven.
Subsidie
5.012.218 De verwachting is dat meer projecten tot uitvoering komen. De budgetten zijn daarom verhoogd. Dit geldt echter niet voor de budgetten binen het Ruimtelijk Economisch Programma, deze zijn € 11,3 mln. lager in 2016. Alle bedragen worden verrekend met de Reserve RSP. -50.000 De verwachting is dat in 2016 € 50.000,-- meer besteed gaat worden aan proceskosten. Dit bedrag komt vanuit de Reserve RSP.
Inkoop
Bereikbaar Drenthe
Ontv.subsidies
-7.932.135 De specifieke rijksuitkering Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) is overgegaan in een decentralisatie uitkering van het rijk. Die uitkeringen worden opgenomen binnen programma 8 Middelen en daardoor is de BDUniet meer geraamd.
Mobiliteit op maat
Ontv.subsidies
Verkeersveilig Drenthe
Ontv.subsidies
-27.438.213 De specifieke rijksuitkering Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) is overgegaan in een decentralisatie uitkering van het rijk. Die uitkeringen worden opgenomen binnen programma 8 Middelen en daardoor is de BDUniet meer geraamd. -2.500.000 De specifieke rijksuitkering Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer (BDU) is overgegaan in een decentralisatie uitkering van het rijk. Die uitkeringen worden opgenomen binnen programma 8 Middelen en daardoor is de BDUniet meer geraamd. 1.150.000 In 2015 is een incidentele afrekeningvan € 1.150.000,-opgenomen in verband met de aanleg van de Vaarwegverbinding Erica - Ter Apel.
Het beheren en onderhouden van de vaarwegen op Ontv. een afgesproken kwaliteitsniveau bijdragen Regio Specifiek Pakket
Ontv.subsidies
5.900.000 In 2016 is een bijdrage van regionaal Mobiliteitsfonds RSP van € 5,9 mln. opgenomen.
Overige verschillen
-46.676
Totaal van verschillen tussen 2015 en 2016
-8.551.176
41
42
Speerpunt 4 Ruimtelijk Drenthe Meer economisch ruimtegebruik (zie programma 4) In Drenthe hebben we de ruimte en bieden we de ruimte om te ondernemen, wonen, werken, recreëren en te experimenteren. De kernwaarde bedrijvigheid gaan we opnieuw definiëren ten opzichte van de kernkwaliteiten. Het college zet de Drentse kernkwaliteiten in om er ook de economische vruchten van te plukken. Meer ruimte voor ondernemerschap betekent dat we kijken en meedenken in mogelijkheden in plaats van onmogelijkheden. Onze omgevingsvisie moet op dit beleid toegesneden zijn. We gaan samen met PS en stakeholders bekijken op welke manier dat het beste kan. Wij zorgen voor een aantrekkelijk en gevarieerd vestigingsklimaat voor wonen en werken. We ontwikkelen een retailagenda en willen met steden in gesprek over eigen profiel en de verbindingen van de stad met het omliggende platteland. De demografische verandering is ook in Drenthe voelbaar. Samen met gemeenten zorgen we voor een toereikend aanbod van wonen en voorzieningen zodat het platteland vitaal en de steden sterk blijven. We verkennen de mogelijkheden van een herstructureringsfonds om de kwaliteit van woon- en leefgebieden te vergroten. Leegstand en herbestemming pakken wij op een creatieve wijze aan ten bate van economie en duurzame ontwikkeling. De focus ligt op revitalisering en herstructurering. De kwaliteit van de omgeving kan echter ook gediend zijn met sloop. Energieneutraal Drenthe (zie programma 5) De transitie van fossiele naar hernieuwbare energie vraagt flinke investeringen, maar biedt ook kansen voor innovaties en werk. We werken aan een energieneutraal Drenthe, waarbij we zelf de energie die we gebruiken produceren uit de hernieuwbare energiebronnen zon, wind, biomassa en bodem. De doorgaande temperatuurstijging en klimaatverandering dwingen daartoe. Van de noodzaak tot ingrijpen is bijna iedereen nu wel doordrongen. We kunnen op lokale en provinciale schaal veel zelf doen, vooral door het met gebiedspartners sámen te doen en per maatregel afgewogen op sociale, economische en omgevingsaspecten. En dat is precies waar we in Drenthe sterk in zijn. We dragen met energiebesparing en hernieuwbare energieproductie samen bij aan een mooi en duurzaam Drenthe voor alle Drenten: met individuele en gezamenlijke keuzes voor maatregelen, investeringen en ander gedrag. Door als samenleving en bedrijfsleven de kansen te benutten. Dat leidt tot duurzaamheid, energieleveringszekerheid en economische ontwikkeling. We zijn in Drenthe sterk in het samen doen en wij helpen als provincie met onze energieagenda bij het organiseren van uitwisseling en verbinding, onder andere via het traject Drenthe In Transitie (DIT). Wij faciliteren en stimuleren verschillende lokale initiatieven die bijdragen aan het versnellen van de energietransitie. We ontwikkelen een actieplan voor energieneutrale woningen en energiezuinig bouwen. Onze inzet voor het stimuleren van schone energie en minder energiegebruik geven we aan in de energieagenda voor de komende vijf jaar.
43
Intensiveringen 2016 Om onze ruimtelijke doelstellingen te behalen investeren we in: - Herstructureringsfonds ruimtelijke kwaliteit, waarmee we vastgoed willen herontwikkelen gekoppeld aan investeringen in de openbare ruimte. - Energieneutraal wonen: we stimuleren investeringen gericht op energiebesparing / energieneutraal maken van de Drentse woningvoorraad - De gebiedsontwikkeling van Groningen Airport Eelde om de economische en ruimtelijke potentie van de luchthaven beter te benutten, Daarnaast stellen wij structureel extra middelen beschikbaar (intensiveringen) voor onderstaande onderwerpen. Omschrijving RO voorbereiding/onderzoekskosten Uitvoering milieutaak Programma Energie Kader Richtlijn Water Totaal
2016 € 400.000 € 100.000 € 1.750.000 € 500.000 € 2.750.000
44
2017 € 400.000 € 100.000 € 2.000.000 € 500.000 € 3.000.000
2018 € 400.000 € 100.000 € 2.000.000 € 500.000 € 3.000.000
2019 € 400.000 € 100.000 € 2.000.000 € 500.000 € 3.000.000
Programma 4 Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer Toelichting programma Als provincie hebben wij een belangrijke rol in het mede bepalen hoe onze omgeving is ingericht. Zijn er voldoende woningen afgestemd op de behoefte, is er voldoende ruimte voor bedrijvigheid en duurzame energieproductie en krijgt de natuur voldoende ruimte? Wij zoeken de balans in vraag en aanbod, wegen belangen en maken keuzes die in het belang zijn van de regio. De provincie bepaalt daarbij de doelen voor het waterbeheer gericht op voldoende en schoon zoetwater voor nu en in de toekomst. Ook is de provincie verantwoordelijk voor het beheer van het grondwater als bron voor voldoende schoon drinkwater. Product 4.1 Ruimtelijke ontwikkeling
Een aantrekkelijk en gevarieerd vestigingsklimaat voor wonen en werken Doelstelling Toereikende spreiding en bereikbaarheid van voorzieningen over het Drentse netwerk van steden en dorpen
Initiatieven die een vernieuwende verbinding leggen met de ruimtelijke kwaliteiten van Drenthe Juiste functie op de juiste plek Bevorderen van binnensteden met eigen karakteristieken Meer economisch ruimtegebruik
In 2018 is de provincie Omgevingswet proof
Resultaat 2016 Monitoring regionale ontwikkeling woningvoorraad voor de agenda woningbouwopgave Monitoring en prognose bevolkingsontwikkeling voor diverse beleidsdocumenten Interbestuurlijk toezicht (IBT) aangaande statushouders en daarnaast gemeenten stimuleren de taakstelling te realiseren RGA: Regionale afstemming/monitoring ontwikkeling woningbouw en bedrijventerreinen met onderzoek regionale woningbehoefte en economische platform Adviezen op ruimtelijke plannen en ontwikkelingen van gemeenten met aandacht voor ruimtelijke kwaliteit en de kernkwaliteiten Ontwerpbijdragen in gebiedsontwikkelingen en bestemmingsplannen Planadvisering met behulp van Wro-instrumentarium en de ladder van duurzame verstedelijking Pilots herontwikkeling bestaand winkelvastgoed Opstellen Retailagenda 2016-2020 Ontwikkelingsgericht en uitnodigend inzetten van de Omgevingsvisie en Provinciale Omgevingsverordening, verkennen van opgaven en daar waar nodig beleidskader en regelgeving aanpassen Kwartiermaken vastgoedagenda voor herbestemming en herontwikkeling (herstructureringsfonds) Kwartiermaken: verkenning van wat nodig is inclusief digitalisering
45
Product 4.2 Grondwater en waterhuishouding (incl. waterschappen en peilbeheer)
Klimaatbestendig watersysteem voor landbouw, natuur en wonen Doelstelling Robuuste watersystemen die voldoen aan de normen voor regionale wateroverlast De grondwaterstand in Natura2000 gebieden voldoet aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water 2021 De strategische grondwatervoorraad is toereikend om te voldoen aan de vraag naar drinkwater in 2040 op basis van een groei van de drinkwatervraag van 3%
De zoetwatervoorziening voorziet in een maatschappelijk gewenst voorzieningenniveau voor voldoende en schoon zoetwater voor een, ook op de lange termijn houdbaar, (klimaatbestendig) economisch vitaal en ecologisch en humaan leefbaar gebied
Resultaat 2016 Actuele kaart normen regionale wateroverlast in POV Tussenstand robuuste beekdalen (brief aan provinciale staten) Actualisatie normen regionale keringen Zuid-Drenthe in POV Inrichting Smildigerveen (randzone Fochteloerveen) Beschrijving toestand grondwatersituatie in 4 Natura2000 gebieden Plan van aanpak strategische grondwaterwinning Kastelen Akkers (Hunzedal) Actueel grondwatermodel Noord-Nederland (MIPWA) Plan "Effectieve monitoring door optimalisatie en integratie meetnetten natuur, grondwater en bodem" Plan van aanpak: "Kennisontwikkeling ondiepe ondergrond voor betere onderbouwing ruimtelijke keuzes in omgevingsbeleid" (Interregproject) Jaarlijks zoetwaterprogramma gericht op de maatregelen uit de de Bestuursovereenkomst zoetwatervoorziening hoge zandgronden Oost-Nederland en de Bestuursovereenkomst zoetwatermaatregelen IJsselmeergebied Uitvoering wettelijke taken. waaronder vergunningverlening, toezicht en handhaving op grond van de Waterwet (inclusief bodemenergiesystemen) Actueel Landelijk Grondwaterregister (LGR)
46
Schoon grond- en oppervlakte water voor mens, natuur, landbouw en drinkwatervoorziening Doelstelling Voldoen aan de EU richtlijn voor schoon en veilig zwemwater
Resultaat 2016
De oppervlaktewaterkwaliteit voldoet aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water 2021
Jaarlijks KRW-programma gericht op realisatie KRW doelen zoals vastgelegd in het "Besluit Europese Kaderrichtlijn Water provincie Drenthe 2016-2021" (23 september 2015). Uitvoering vindt plaats via programma Natuurlijk Platteland. Start 4 projecten in Deltaprogramma Agrarisch Waterbeheer Gebiedsdossier kleine grondwateronttrekkingen Gebiedsdossier Assen-West Projecten uit de utvoeringsprogramma's grondwaterbeschermingsgebieden:
De grondwaterkwaliteit voldoet aan de doelen van de Kaderrichtlijn Water 2021
Vastgestelde zwemwaterlocaties Controle van alle zwembadinrichtingen en zwemplassen Folder Zwemplassen Rapport van de waterkwaliteit naar Europa door bijhouden van het landelijk zwemwaterregister
Bezem door de middelenkast (gereed 2016) Boeren voor drinkwaterwater (gereed 2019)
4 kennisgroepen van boeren in grondwaterbeschermingsgebieden Rapportage onderzoek nieuwe stoffen in het grondwater (zoals medicijnen en hormonen) Beheerplan Drentse waterwingebieden Uitvoeren van toezicht op de naleving van de regels opgenomen in hoofdstuk 7 (Grondwaterbescherming) van de POV in 17 grondwaterbeschermingsgebieden
Toelichting bestaand beleid Ruimtelijke ontwikkeling, Wonen en Demografie In de Noordervisie wordt aangegeven welke opgaven er spelen in Noord-Nederland, hoe we de komende jaren samen met onze partners inspelen op ruimtelijke en economische ontwikkelingen en welke verantwoordelijkheden die provincies hierin willen nemen. Samen met Groningen en Friesland hebben we hiervan een vertaling gemaakt in de MIRTGebiedsagenda Noord-Nederland 2040 waarin de gezamenlijke opgaven van Rijk en regio zijn uitgewerkt. Deze gebiedsagenda zal tevens als input dienen voor de begin 2016 op te stellen Nationale Omgevingsagenda. Eén van onze kerntaken is advisering over ruimtelijke ontwikkelingen in structuurvisies en bestemmingsplannen als er sprake is van provinciaal belang. De omgevingsvisie is ons richtinggevend kader. Zuinig ruimtegebruik is één van de uitgangspunten van ons beleid. De Ladder voor Duurzame Verstedelijking heeft een structurerende werking voor onze inzet. Wij zetten maximaal in op het stimuleren van ruimtelijke ontwikkelingen die gericht zijn op inbreiding in bestaand bebouwd gebied. Door het maken van afspraken met gemeenten over de woningbouwopgave en kwalitatieve afstemming van het woningaanbod in relatie tot de bestaande woningvoorraad spelen we 47
actief in op de gevolgen van bevolkingsdaling, ontgroening en vergrijzing. De bevolkingsprognoses zijn hierbij richtinggevend. Grondwater en waterhuishouding Klimaatverandering vergroot de kans op droogte en wateroverlast. Daarom zetten we conform de Omgevingsvisie (2014) onze inspanningen voort om samen met de waterschappen wateroverlast te voorkomen en de kwaliteitsdoelstellingen (Europese Kaderrichtlijn Water (KRW)) te realiseren. Op basis van het Deltaprogramma Zoetwater richten we ons op het vasthouden van grond- en oppervlaktewater om perioden van droogte te overbruggen.
48
Wat mag het kosten Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
184.526
3.063.611
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
431.911 2.631.700
431.911
431.911
431.911
3.959.773 927.773 3.032.000 7.023.384 1.359.684 5.663.700 7.023.384 1.359.684 5.663.700
927.773 1.359.684 1.359.684
927.773 1.359.684 1.359.684
927.773 1.359.684 1.359.684
Lasten Product 4.1 Ruimtelijke ontwikkeling Een aantrekkelijk en gevarieerd vestigingsklimaat voor wonen en werken Inkoop Subsidie Totaal beleidsopgave Totaal product
1.241.193 1.425.719 1.425.719
Product 4.2 Grondwater en waterhuishouding (incl. waterschappen en peilbeheer) Klimaatbestendig watersysteem voor landbouw, natuur en wonen Inkoop
777.383 777.383
831.167 831.167
815.000 815.000
16.167 16.167
815.000 815.000
815.000 815.000
815.000 815.000
Inkoop
920.397
607.230
595.421
11.809
595.421
595.421
595.421
46.850 45.129 1.721 5.734 5.734 0 659.814 646.284 13.530 1.490.981 1.461.284 29.697 8.514.365 2.820.968 5.693.397
43.408 5.734 644.563 1.459.563 2.819.247
Totaal beleidsopgave Schoon grond- en oppervlakte water voor mens, natuur, landbouw en drinkwatervoorziening Kapitaallasten Subsidie
48.571 -678 968.289 1.745.672 3.171.392
Ontv. bijdragen Ontv.subsidies
-7.825
0
0
0
0
0
0
0 -7.825
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
0
-4.252
0
0
0
0
0
0
-758.472 -47.187 -809.911 -809.911
-710.000 0 -710.000 -710.000
-710.000 0 -710.000 -710.000
0 0
-710.000 0 -710.000 -710.000
-710.000 0 -710.000 -710.000
-710.000 0 -710.000 -710.000
-817.735
-710.000
-710.000
-710.000
-710.000
-710.000
2.109.247
2.107.526
2.105.805
Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Lasten exclusief reserve mutaties
41.687 39.966 5.734 5.734 642.842 641.121 1.457.842 1.456.121 2.817.526 2.815.805
Baten Product 4.1 Ruimtelijke ontwikkeling Een aantrekkelijk en gevarieerd vestigingsklimaat voor wonen en werken
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 4.2 Grondwater en waterhuishouding (incl. waterschappen en peilbeheer) Klimaatbestendig watersysteem voor landbouw, natuur en wonen
-7.825
Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave Schoon grond- en oppervlakte water voor mens, natuur, landbouw en drinkwatervoorziening Ontv. bijdragen Leges Ontv.subsidies Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Baten exclusief reserve mutaties Totaal programma exclusief reserve mutaties
2.353.656 7.804.365
49
2.110.968 5.693.397
Verrekening resultaat met reserves Bijdrage aan reserve grondwaterheffing
55.659
0
0
0
0
0
0
Bijdrage van reserve grondwaterheffing
-300.000
0
0
0
0
0
0
Saldo verrekening met reserves
-244.341
0
0
0
0
0
0
2.109.315
7.804.365
2.110.968
5.693.397
2.109.247
2.107.526
2.105.805
Totaal na bestemming
Verschillen tussen begroting 2015 en 2016 Beleidsopgave Een aantrekkelijk en gevarieerd vestigingsklimaat voor wonen en werken
Eco. Cat. Subsidie
Verschil Toelichting 3.032.000 Het betreft hier diverse subsidies die in 2016 lager zijn gebudgetteerd. De bijdrage in kosten Regiovisie Groningen - Assen 2030 is voor een bedrag van € 1.182.000,-- lager opgenomen. Daarnaast is het budget inzake de Duurzame krimpregeling € 1,2 mln. lager in 2016. Tevens wordt in 2016 het budget afgebouwd voor de uitgaven ISVIII met een bedrag van € 450.000,--. 2.631.700 In 2015 is voor het versterking van stedelijke kernen een incidenteel budget van € 2,7 mln. opgenomen. Daarnaast is per saldo een bedrag van € 93.300,-- meer opgenomen in 2016 ten behoeve van de Intensiveringen Ruimtelijk Drenthe; RO voorbereiding/onderzoekskosten.
Inkoop
Overige verschillen Totaal van verschillen tussen 2015 en 2016
29.697 5.693.397
50
Programma 5 Milieu, Energie & Bodem Toelichting programma Naast de inrichting van de omgeving zorgt de provincie er ook voor dat die omgeving veilig en schoon is. Zo werken zij samen met onder meer gemeenten aan een schone lucht en bodem en wordt toegezien op de productie en het transport van gevaarlijke stoffen. Wij voeren een actief klimaat- en energiebeleid. Wij stimuleren de productie van duurzame energie en beschermen ons landschap tegen de gevolgen van klimaatverandering. Product 5.1 Energie
In 2050 produceren we in Drenthe minstens zoveel hernieuwbare energie als we aan energie gebruiken (Energieneutraal) Doelstelling Het stimuleren van, en het leveren van een bijdrage aan, een uitstoot door energiegebruik van 3,0 Mton in 2020 (dit is 20% lager dan in 1990) *
Resultaat 2016 Energieagenda 2016 - 2020 Drenthe In Transitie: transitie-arena's met koplopers, uitgebreid platform voor informatie-uitwisseling, experimenten energiegedrag Green Deals met initiatiefnemers van projecten Actieplan energieneutraal wonen Besluit voortzetting deelname Drents Energieloket Subsidieregeling rijden op klimaatvriendelijke brandstoffen 2015 Midterm-review Drentse Energie Organisatie (DEO) Het stimuleren van, en het Zonneleningen en campagne voor particulieren en bedrijven leveren van een bijdrage aan, de Green Deals initiatieven hernieuwbare energieprojecten productie van hernieuwbare Warmteplan Drenthe voor duurzame warmte en restwarmte energie van 16% van het Geïnitieerde Proeftuin Drenthe Bodemenergie energiegebruik in 2020 * Verkenning beleid energielandschappen na 2020 Het stimuleren van, en het Windpark De Drentse Monden en Oostermoer: beleid, advies en leveren van een bijdrage aan, het ondersteuning voor gebiedsproces, participatie en toepassing realiseren van 285,5 Megawatt van nieuwe technologische ontwikkelingen opgesteld vermogen windenergie Windparken Coevorden en Emmen: beleid, advies en in het zoekgebied in 2020 * ondersteuning voor procedures, gebiedsgerichte aanpak en inrichting parkfondsen * de genoemde doelstellingen zijn maatschappelijke opgaven waarvan de realisatie mede afhankelijk is van alle betrokken uitvoeringspartners. Product 5.2 Milieu
In Drenthe behoud en verbetering van de milieu- en leefomgevingskwaliteit tot tenminste het niveau van de wettelijke milieueisen Doelstelling Behoud en verbetering van de algemene milieukwaliteit (wettelijke milieueisen) en de kernkwaliteit rust (stilte en duisternis) in Drenthe Invulling geven aan de duurzaamheidsopgaven en
Resultaat 2016 Plan van aanpak "Asbestvrij Drenthe 2024' Gesaneerde asbestdaken via regeling Asbest eraf Zonnepanelen erop Een proefmonitoringsproject in kader SWUNG-2 voor vaststellen geluidproductieplafonds wegverkeer in 2017 Milieu- en duurzaamheidsagenda Coördinatie milieueffectrapportages 51
inbreng in de gebiedsprocessen Voldoen aan de wettelijke eisen voor externe veiligheid Adequaat opdrachtgeverschap richting de RUD en adequate uitvoering van het interbestuurlijk toezicht
Beleidsnota en uitvoeringsprogramma extrerne veiligheid Een gerealiseerd uitvoeringsprogramma RUD 2016 voor de provincie conform de 'Drentse Maat' Samen met de partners in de RUD uitgevoerde projecten ketenhandhaving en energie Jaarverslagen IBT voor GS en PS over de taakuitvoering van gemeenten en andere betrokkenen Waar nodig een vanuit IBT begeleid verbetertraject
Product 5.3 Bodemontwikkeling
De bodem en ondergrond worden zo beheerd en benut dat deze ook voor volgende generaties hun culturele, ecologische en economische kracht behouden Doelstelling Het bevorderen van duurzaam bodemgebruik Behoud van de kernkwaliteit aardkundige en archeologische waarden (inclusief bodemarchief) Verantwoord gebruik van de (diepe) ondergrond volgens de provinciale Structuurvisie ondergrond Een verantwoorde winning van de oppervlaktedelfstoffen
Functiegerichte sanering van bodemverontreiniging volgens het bodemsaneringsprogramma Verantwoord beheer van de stortplaatsen (Nazorgfonds)
Resultaat 2016 Geactualiseerde Bodemvisie en Uitvoeringsprogramma Opgesteld Masterplan Geopark 1 nieuw onthuld Aardkundig Monument Geactualiseerde nota Aardkundige Waarden Deelprogramma pingoruïnes Beleidsbeinvloeding met betrekking tot olie- en gaswinning en veiligheid Adviezen inzake de Mijnbouwwet Reacties en inspraak op Rijksstructuurvisie STRONG Reactie Nationaal Programma inzake Radioactief afval Verleende ontgrondingsvergunningen Ontgrondingslocaties zijn gecontroleerd in het kader van toezicht Opgesteld pakket van standaardvoorschriften ontgrondingen voor Groningen, Friesland en Drenthe Vastgesteld Meerjarenprogramma bodemsanering 2016 2020 Alle spoedeisende locaties zijn vastgelegd met een beschikking ernst en spoed Vastgesteld nieuw nazorgplan stortplaats Attero Wijster met een vervroegde sluitingsdatum
Toelichting bestaand beleid Ons milieubeleid vindt zijn grondslag in de Europese en nationale wetgeving. Als bevoegd gezag voor vergunningverlening en handhaving voor zowel omgevingsvergunningen als bodemsaneringen voeren we de taken op ten minste het wettelijk niveau uit. Deze taken zijn sinds 2014 belegd bij de Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe. Vanaf 2016 zal de uitvoering van deze taken in geheel Drenthe, ongeacht of een gemeente of de provincie bevoegd is, op eenzelfde kwaliteitsniveau plaatsvinden.
52
Het strategische en ruimtelijke bodembeleid is uitgewerkt in de Bodemvisie, de Ontgrondingennota en de Structuurvisie Ondergrond. Het bodemsaneringsbeleid is uitgewerkt in de Bodemnota 'Werk maken van eigen bodem 2014-2019'. Het beleid voor aardkundige waarden staat in de Beleidsnotitie aardkundige waarden. Daarnaast is specifiek bodembeleid dat zich richt op de (niet intensieve) landbouw opgenomen in de concept 'Wegwijzer landbouw, Boeren op goede gronden'. De strategie voor het bereiken van de energiedoelstellingen is uitgewerkt in de Energiestrategie Drenthe en de inzet van onze middelen voor de uitvoering is geprogrammeerd in het Energieprogramma 2012-2015. Onze inzet voor beleid en uitvoering voor de energietransitie wordt uitgewerkt in een Energie-agenda 2016-2020.
53
Wat mag het kosten Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
821.531
1.998.154
0
0
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
0 1.998.154
0
0
0
0
0
0
0
Lasten Product 5.1 Energie In 2050 produceren we in Drenthe minstens zoveel hernieuwbare energie als we aan energie gebruiken (Energieneutraal) Subsidie Adm. boekingen Inkoop
1.045.000 2.150.000 -1.105.000
2.000.000 2.000.000 2.000.000
1.575.293 1.575.293
3.043.154 2.150.000 3.043.154 2.150.000
893.154 893.154
2.000.000 2.000.000 2.000.000 2.000.000 2.000.000 2.000.000
Subsidie Inkoop
3.023.400 879.769 3.903.169 3.903.169
2.953.206 3.095.032 744.222 562.484 3.697.428 3.657.516 3.697.428 3.657.516
-141.826 181.738 39.912 39.912
3.099.782 3.105.335 3.110.971 247.484 247.484 247.484 3.347.266 3.352.819 3.358.455 3.347.266 3.352.819 3.358.455
Inkoop Subsidie
2.513.932 7.354.094 423.817 250.000 2.937.749 7.604.094 2.937.749 7.604.094 8.416.211 14.344.676
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 5.2 Milieu In Drenthe behoud en verbetering van de milieu- en leefomgevingskwaliteit tot tenminste het niveau van de wettelijke milieueisen
Totaal beleidsopgave Totaal product
753.762
0
Product 5.3 Bodemontwikkeling De bodem en ondergrond worden zo beheerd en benut dat deze ook voor volgende generaties hun culturele, ecologische en economische kracht behouden
Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Lasten exclusief reserve mutaties
54
2.379.561 250.000 2.629.561 2.629.561 8.437.077
4.974.533 0 4.974.533 4.974.533 5.907.599
2.379.561 250.000 2.629.561 2.629.561 7.976.827
2.379.561 250.000 2.629.561 2.629.561 7.982.380
2.379.561 250.000 2.629.561 2.629.561 7.988.016
Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
0 -365.245
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Baten Product 5.1 Energie In 2050 produceren we in Drenthe minstens zoveel hernieuwbare energie als we aan energie gebruiken (Energieneutraal) Ontv.subsidies Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave Totaal product
-365.245 -365.245
Product 5.2 Milieu In Drenthe behoud en verbetering van de milieu- en leefomgevingskwaliteit tot tenminste het niveau van de wettelijke milieueisen Ontv.subsidies Leges
-84.863 -4.643
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
Ontv. bijdragen
-23.066
0
0
0
0
0
0
Totaal beleidsopgave Totaal product
-112.572 -112.572
Product 5.3 Bodemontwikkeling De bodem en ondergrond worden zo beheerd en benut dat deze ook voor volgende generaties hun culturele, ecologische en economische kracht behouden Ontv. -71.538 -1.075.000 bijdragen Ontv.subsidies -1.052.623 -2.252.500 Leges 710 -51.345
0 -1.075.000
0
0
0
-250.000 -2.002.500 -51.345 0
-250.000 -51.345
-250.000 -51.345
-250.000 -51.345
-1.123.450 -3.378.845 -1.123.450 -3.378.845 -1.601.267 -3.378.845
-301.345 -3.077.500 -301.345 -3.077.500 -301.345 -3.077.500
-301.345 -301.345 -301.345
-301.345 -301.345 -301.345
-301.345 -301.345 -301.345
6.814.944 10.965.831
8.135.732 2.830.099
Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Baten exclusief reserve mutaties Totaal programma exclusief reserve mutaties
7.675.482 7.681.035 7.686.671
Verrekening resultaat met reserves Bijdrage van reserve monitoring voormalige stortplaatsen Saldo verrekening met reserves Totaal na bestemming
0
-75.000
0
-75.000
0
-75.000
0
0
0
6.814.944 10.890.831
8.135.732
2.755.099
7.675.482
7.681.035
7.686.671
55
0
-75.000
0
0
0
Verschillen tussen begroting 2015 en 2016 Beleidsopgave Eco. Cat. In 2050 produceren we in Drenthe minstens zoveel Subsidie hernieuwbare energie als we aan energie gebruiken (Energieneutraal)
Verschil Toelichting 1.998.154 Er zijn vanaf 2016 geen subsidies meer opgenomen voor energie. De intensivering is onder de categorie inkoop opgenomen. Op een later moment willen wij wellicht nog wel budget aan de subsidie categorie koppelen. -1.105.000 In 2016 is per saldo € 1.105.000,-- meer budget beschikbaar. Dit komt voornamelijk door op opnemen van de intensiveringen Ruimtelijk Drenthe: Energie.
Inkoop
-141.826 De bijdrage aan de RUD is vanaf 2016 € 136.000,-hoger. Daarnaast is het budget van de Stichting Milieufederatie Drenthe geïndexeerd.
In Drenthe behoud en verbetering van de milieu- en Subsidie leefomgevingskwaliteit tot tenminste het niveau van de wettelijke milieueisen
De bodem en ondergrond worden zo beheerd en benut dat deze ook voor volgende generaties hun culturele, ecologische en economische kracht behouden
Inkoop
181.738 In 2016 is het opgenomen budget RUD projectkosten € 181.738,-- lager.
Inkoop
4.974.533 Voor de uitvoering van onze bodemsaneringstaak en de afspraken uit het Convenant bodem is een meerjarenuitvoeringsprogramma opgesteld. Het programma is begin 2010 door ons college vastgesteld. Voor de uitvoering ervan ontvingen we van het Rijk t/m 2014 geoormerkte middelen. In 2015 zijn de resterende middelen uit voorgaande jaren in het exploitatiebudget verwerkt.
Ontv. bijdragen
-1.075.000 Zie hier boven. In 2015 is gepland dat de laatste bijdragen van derden worden ontvangen inzake het Convenant bodem.
Ontv.subsidies
-2.002.500 Idem.
Overige verschillen Totaal van verschillen tussen 2015 en 2016
2.830.099
56
Speerpunt 5 Energiek Drenthe Cultureel Drenthe (zie programma 6) Cultuur speelt een belangrijke rol in economische en ruimtelijke ontwikkelingen en opgaven. Meer culturele evenementen die tot extra beleving én bestedingen leiden, zetten Drenthe ook op de kaart. Wij willen ook onze parels meer op de kaart zetten, bijvoorbeeld via het traject om de Koloniën van Weldadigheid op de Unesco-lijst te krijgen. Samen met gemeenten en uitvoeringspartners versterken we de kwaliteit van ons erfgoed. Ook zorgen we dat Drenthe cultureel interessant is en doen we culturele investeringen die leiden tot meer kwaliteit. Met het beter 'vermarkten' van het 'Verhaal van Drenthe' gaan we door. Bij het thema cultuur & maatschappij gaan we voor een sociaal cultureel klimaat waarin toonaangevende kunst- en cultuuruitingen een plek hebben en waar mensen aan mee kunnen doen. Landbouw en Agribusiness (zie programma 7) Landbouw is zowel ruimtelijk als economisch beeldbepalend voor Drenthe. De melkveehouderij vormt van oudsher een belangrijk onderdeel van de primaire sector in Drenthe. Om deze sector te ondersteunen hebben wij instrumenten op het gebied van grondbeleid en ruilverkaveling beschikbaar. Wij dagen de sector uit het initiatief te nemen deze instrumenten ook daadwerkelijk te gebruiken. De primaire sector is ook de grondstoffenbasis voor de groene en biobased economie. Agribusiness omvat de gehele productiekolom/keten van agrarische bedrijven en overlapt met de primaire landbouwsector als het geheel van producerende bedrijven in de landbouw. De huidige economische ontwikkelingen in de Agribusiness liggen in Drenthe nog relatief dicht bij de primaire sector. Innovatie is het sleutelwoord. Door de komende jaren de focus te leggen op een integrale benadering van economie en landbouw zorgen wij samen met onze stakeholders voor hoogwaardige diensten en goederen en daarmee voor extra economische toegevoegde waarde. Hiervoor zetten wij ook in op nieuwe verbindingen, zogenaamde ‘crossovers’, van agrofood met hightech, gezondheid, zorg, biobased economy en de productie van duurzame energie (waaronder het benutten van reststromen en productie van groene grondstoffen). Wij willen een gezamenlijke aanpak met stakeholders gericht op aandacht voor mest en mineralen, beschikbaarheid water, bodemdaling, alsmede landbouwinnovatie en duurzaamheid. Dynamisch Drenthe (zie programma 7) Wij willen dynamiek op het platteland en onze steden. “Leefbaarheid" is het leidende thema. Het centraal stellen van maatschappelijke opgaven betekent dat wij over geografische en bestuurlijke grenzen heen kijken. De grootste uitdaging voor een Dynamisch Drenthe ligt in Zuidoost Drenthe. We ontwikkelen een samenwerkingsagenda met gemeenten en inwoners. Deze agenda geeft richting aan de gezamenlijke inzet op alle sociaal-maatschappelijke opgaven in deze regio, zoals krimp, onderwijsarbeidsmarkt, wonen en leefomgeving (inclusief voorzieningen), recreatie-toerisme, sport en zorg. Dit vormt tegelijkertijd ook een basis voor de samenwerkingsagenda met het rijk. We spelen in op bovenregionale sociaal maatschappelijke vraagstukken en nemen daarin ook het sociaal domein vraaggericht mee. In deze aanpak geven we ruimte aan samenspel met de eerstverantwoordelijken – de gemeenten - en zoeken we de dialoog met de partners in het veld. Binnen deze aanpak geven we ook met nadruk aandacht aan sport en bewegen als katalysator. 'Drenthe Beweegt' is hierin de uitvoeringspartner, met gemeenten, bedrijfsleven en maatschappelijke partners. Deze collegeperiode zetten wij in op meer grootschalige sportieve evenementen waardoor het aantal bezoekers én de bestedingen toenemen. Speciale aandacht gaat uit naar de ontwikkeling van topsportevenementen, het beleven en benutten van de natuur en aangepast sporten. Natuur beleven, benutten en beschermen (zie programma 7)
57
Drenthe zet in op natuur die beleefbaar is voor mensen, bijdraagt aan de economische ontwikkeling van Drenthe en tegen een stootje kan. Hierbij voeren wij de bestaande gemaakte afspraken uit het Natuurakkoord uit. Wij varen hierbij scherp aan de wind als het gaat om de inzet van onze middelen en gaan op zoek naar creatieve alternatieven om onze doelen te realiseren. Door tekenen en rekenen aan dezelfde tafel te zetten zoeken we naar slimme combinaties en verbindingen. Daarbij zijn beleven, benutten en beschermen de uitgangspunten. Economie en ecologie zijn in balans. Waar mogelijk en wenselijk verbinden wij natuur we aan maatschappelijke kansen. We zetten in op een goede balans tussen ecologie en economie en werken hierbij samen met partners. We gaan voor het creëren van sterke combinaties van natuur met recreatie en toerisme, wonen, zorg en welzijn, sport, cultuur, landbouw, duurzame energie en technologie. Bij de beoordeling en eventuele aanpassing van onze omgevingsvisie en omgevingsverordening, zoals genoemd onder speerpunt 4, zal het bieden van ruimte voor deze ontwikkelingen een belangrijk aandachtspunt zijn.
Intensiveringen 2016 / investeringsagenda Om onze doelstellingen te behalen investeren we in: - Cultuur: we investeren om de kwaliteit te vergroten om zodoende meer bezoekers te trekken en bestedingen uit te lokken - Veenhuizen: we werken aan de toekomst van Veenhuizen door de economische en ruimtelijke potentie in samenwerking met Rijk en gemeente te versterken Daarnaast stellen wij structureel extra middelen beschikbaar (intensiveringen) voor onderstaande onderwerpen. Omschrijving 2016 Agribusiness en landbouw € 225.000 Evenementen sport en cultuur € 750.000 Gebiedsontwikkeling Koloniën van weldadigheid € 660.000 Totaal € 1.635.000
58
2017 € 225.000 € 750.000 € 660.000 € 1.635.000
2018 € 225.000 € 750.000 € 660.000 € 1.635.000
2019 € 225.000 € 750.000 € 660.000 € 1.635.000
Programma 6 Cultuur Toelichting programma Kunst, cultuur en geschiedenis vinden we overal om ons heen. Een culturele identiteit en culturele voorzieningen maken een provincie aantrekkelijk om in te wonen, werken en recreëren. De provincie zet zich in voor het behoud en de ontwikkeling van deze culturele identiteit en zorgt ervoor dat culturele voorzieningen goed toegankelijk zijn en blijven. De provincie richt zich onder andere op het behoud, ontwikkeling en herbestemming van het culturele erfgoed. De provincie is daarnaast verantwoordelijk voor monumentenzorg en cultuureducatie voor jongeren en ondersteunt gemeenten bij taken op het terrein van erfgoed en archeologie.
Product 6.1 Cultuur ontwikkelingen
Cultuur speelt een belangrijke rol in economische en ruimtelijke ontwikkelingen Doelstelling De erkenning door de Unesco van de Koloniën van Weldadigheid tot werelderfgoed in 2018
Drenthe is cultureel interessant voor zowel Drenten als nietDrenten
Het vestigings- woon- en leefklimaat voor bedrijf en individu is verbeterd door culturele investeringen die leiden tot toonaangevende kwaliteit
De creatieve sector is verbonden met andere provinciale opgaven (bijv. energietransitie, duurzame mobiliteit en biobased economy)
Samen met gemeenten en uitvoeringspartners de zorg en kwaliteit voor erfgoed versterken
Resultaat 2016 Het cultuurhistorisch erfgoed en de economische draagkracht in de Koloniën van Weldadigheid zijn verder ontwikkeld (Programma Koloniën van Weldadigheid) Uitvoering van gebiedsontwikkeling in Frederiksoord e.o. en Veenhuizen volgens uitvoeringsprogramma's De ontwerp-versie van het Nominatiedossier voor UNESCO is opgesteld voor indiening in januari 2017 Toonaangevende professionele podiumkunsten (projecten, gezelschappen en festivals van provinciaal belang) zijn ondersteund door subsidie en gerichte opdrachten Er zijn twee nieuwe culturele evenementen in ontwikkeling gebracht of uitgevoerd: 1 groot evenement voor grote publieksgroepen en 1 kleiner innovatief evenement met groeipotentie Herbestemming van enkele monumentale of karakteristieke panden of ruimtelijke ensembles zijn op een economisch verantwoorde wijze ontwikkeld en behouden Aanbod van toonaangevende tentoonstellingen van de Drentse musea, hoge kwaliteit programmering van onze theatergezelschappen en internationale uitwisselingen Verkenning naar welke culturele investeringen leiden tot toonaangevende kwaliteit De Collectie Veenhuizen levert projecten, producten en diensten op die groepen in de samenleving verbinden en zich richten op het unieke landschap van Drenthe en het culturele ondernemerschap versterken De kunstmanifestatie Into Nature heeft een E-bike kunstroute geopend tussen Assen en GAE. Er is een nieuw innovatielab c.q. festival ontwikkeld De Erfgoedverkenning samen met gemeenten heeft geleid tot afspraken over ambities en concrete projecten, van gebouwtot gebiedsniveau 59
en erfgoed laten bijdragen aan verbetering Drents imago
Product 6.2 Erfgoed
Het vertellen en zichtbaar maken van het verhaal van Drenthe en het zoeken naar nieuwe manieren om dat verhaal te vertellen Doelstelling (Im)materieel erfgoed is ontsloten voor brede doelgroepen Belangrijke archeologische c.q. cultuurhistorische waarden van Drenthe zijn als onderlegger gebruikt voor ruimtelijke en cultuurtoeristische ontwikkelingen Culturele programmering (professionele en amateurkunsten) is verbonden aan het ‘verhaal van Drenthe’ Drentse streektaal als belangrijk onderdeel van de Drentse cultuur is behouden met behulp van vernieuwende manieren en vormen
Resultaat 2016 In periode 2016-2020 zijn bestaande producten geactualiseerd en komen nieuwe producten op de markt, zoals: Canon Drenthe, Digitale Encyclopedie, open source Database, Cultuurhistorische routes in AnnoDrenthe etc. Cultuurhistorische elementen of programma gericht op landschap, gebouwen, museaal, beeldende kunst of podiumkunsten is gerealiseerd in één van de volgende gebieden: Holtingerveld, Frederiksoord, Veenhuizen, Veenkolonien, Geopark de Hondsrug, Regio Gron-Assen Minimaal vijf producties podiumkunsten, tentoonstellingen of festivals gerealiseerd met typische kenmerken van Drentse cultuurhistorie Diverse literaire producten en evenementen door Huus van de Taol opgeleverd, muziekproducties met Drentse taal gerealiseerd, Drents in het basisonderswijs gestimuleerd
60
Product 6.3 Cultuur en maatschappij
Een sociaal cultureel klimaat waarin toonaangevende kunst en cultuuruitingen een plek hebben en waar mensen aan mee kunnen doen Doelstelling De kwaliteit van cultuuronderwijs in het basis- en voortgezet onderwijs is verbeterd
Goede spreiding en toegankelijkheid van voorzieningen (bibliotheken, kunstencentra, musea, theaters) en van kennis en informatie Effectiever en efficiënter cultuurbeleid op noordelijke landsdeelniveau
Toonaangevende kunst- en cultuuruitingen zijn verbonden aan sociale doelen (krimp en vitaliteit platteland, activering doelgroepen, cultuur voor ouderen) Drentse inwoners benutten hun culturele talent
Resultaat 2016 Het aantal scholen met doorgaande leerlijnen verankerd in het curriculum, met interne cultuurcoördinatoren en met muziekonderwijs is gegroeid Gestart met intensivering van cultuuronderwijs in het voortgezet onderwijs (K&C Drenthe en Compenta) Afspraken met gemeenten gemaakt over de taak- en verantwoordelijkheidsverdeling waarbij minimaal het huidige niveau is geborgd Kennisontwikkeling, overdracht informatie, bemiddeling, innovatie- en adviesfuncties uitgevoerd door K&C Drenthe Afspraak gemaakt met het rijk over een pilot noordelijk regionaal cultuurbeleid in samenwerking met OCW Gezamenlijk noordelijk cultuurbeleidsprogramma (divers en verspreid aanbod over Noord-Nederland) ontwikkeld met Fryslan, Leeuwarden, provincie Groningen en gemeenten Groningen, Emmen en Assen Enkele community-art producties ontwikkeld in dorpen of wijken in samenwerking met gemeenten, werkgevers, sociale instellingen Diverse producties van provinciale uitstraling opgezet door amateurs en professionals met subsidie ondersteund Stimuleren en faciliteren van diverse projecten die talentvolle Drenten kansen geven en stimuleren. Bijvoorbeeld: Culturele Mobiliteit Jongeren maken kennis met cultureel toptalent ter inspiratie
Toelichting bestaand beleid De beleidsdoelen van het culturele domein hebben we vastgelegd in het beleidskader 'Oude wereld, nieuwe mindset', cultuurbeleid provincie Drenthe 2013-2016. Wij bereiden de nieuwe cultuurnota 2017-2020 voor.
61
Wat mag het kosten Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
Subsidie
5.320.012
5.467.564
Inkoop Kapitaallasten Totaal beleidsopgave
356.589 1.411.850 7.088.451
840.500 1.363.846 7.671.910
5.519.459
-51.895
5.503.089
5.571.619
5.641.174
1.767.500 1.338.457 8.625.416
-927.000 25.389 -953.506
660.000 1.313.068 7.476.157
660.000 1.287.679 7.519.298
660.000 1.262.290 7.563.464
Totaal product
7.088.451
7.671.910
8.625.416
-953.506
7.476.157
7.519.298
7.563.464
2.374.535 302.789 2.677.325 2.677.325
2.338.744 297.195 2.635.939 2.635.939
2.348.839 297.195 2.646.034 2.646.034
-10.095 0 -10.095 -10.095
2.357.071 297.195 2.654.266 2.654.266
2.366.692 297.195 2.663.887 2.663.887
2.376.460 297.195 2.673.655 2.673.655
49.223.648 917
8.205.402 0
7.721.052 0
484.350 0
7.664.356 0
7.851.842 0
7.806.386 0
161.075
249.124
10.000
239.124
10.000
10.000
10.000
Lasten Product 6.1 Cultuur ontwikkelingen Cultuur speelt een belangrijke rol in economische en ruimtelijke ontwikkelingen
Product 6.2 Erfgoed Het vertellen en zichtbaar maken van het verhaal van Drenthe en het zoeken naar nieuwe manieren om dat verhaal te vertellen Subsidie Inkoop Totaal beleidsopgave Totaal product Product 6.3 Cultuur en maatschappij Een sociaal cultureel klimaat waarin toonaangevende kunst en cultuuruitingen een plek hebben en waar mensen aan mee kunnen doen Subsidie Adm. boekingen Inkoop Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Lasten exclusief reserve mutaties
49.385.640 8.454.526 7.731.052 49.385.640 8.454.526 7.731.052 59.151.416 18.762.375 19.002.502
62
723.474 7.674.356 7.861.842 7.816.386 723.474 7.674.356 7.861.842 7.816.386 -240.127 17.804.779 18.045.027 18.053.505
Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
Baten Product 6.1 Cultuur ontwikkelingen Cultuur speelt een belangrijke rol in economische en ruimtelijke ontwikkelingen Ontv.subsidies -8.000 0 0 Ontv. -1.246.608 -1.297.207 -1.308.872 bijdragen
0 0 0 0 11.665 -1.335.049 -1.361.750 -1.388.985
Totaal beleidsopgave
-1.254.608 -1.297.207 -1.308.872
11.665 -1.335.049 -1.361.750 -1.388.985
Totaal product
-1.254.608 -1.297.207 -1.308.872
11.665 -1.335.049 -1.361.750 -1.388.985
Product 6.2 Erfgoed Het vertellen en zichtbaar maken van het verhaal van Drenthe en het zoeken naar nieuwe manieren om dat verhaal te vertellen Ontv.subsidies
0
0
0
0
0
0
0
Ontv.subsidies -41.013.045 Ontv. -5.658 bijdragen
-115.300 0
0 0
-115.300 0
0 0
0 0
0 0
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 6.3 Cultuur en maatschappij Een sociaal cultureel klimaat waarin toonaangevende kunst en cultuuruitingen een plek hebben en waar mensen aan mee kunnen doen
Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Baten exclusief reserve mutaties Totaal programma exclusief reserve mutaties
-41.018.703 -115.300 -41.018.703 -115.300 -42.273.311 -1.412.507 -1.308.872
-115.300 -115.300 -103.635 -1.335.049 -1.361.750 -1.388.985
16.878.105 17.349.868 17.693.630
-343.762 16.469.730 16.683.277 16.664.520
Verrekening resultaat met reserves Geen reserves Saldo verrekening met reserves Totaal na bestemming
0
0
0
16.878.105 17.349.868 17.693.630
0
0
0
Er zijn binnen dit programma investeringen gepland. Zie hiervoor Paragraaf II.4 Financiële positie en toelichting, onderdeel 4.1 Investeringen naar nut.
63
0
-343.762 16.469.730 16.683.277 16.664.520
Verschillen tussen begroting 2015 en 2016 Beleidsopgave Eco. Cat. Cultuur speelt een belangrijke rol in economische en Subsidie ruimtelijke ontwikkelingen Inkoop
Een sociaal cultureel klimaat waarin toonaangevende kunst en cultuuruitingen een plek hebben en waar mensen aan mee kunnen doen
Verschil Toelichting -51.895 In 2016 is de jaarlijkse bijstelling indexering van culturele instellingen en musea toegepast. -927.000 Doordat extra budget is opgenomen ten behoeve van Intensiveringen Energiek Drenthe: gebiedsontwikkeling Veenhuizen en voor de uitvoering van herstel van de Wilhelminalaan inclusief versterking cultuurhistorische structuur een bedrag van € 320.000,-- van 2015 naar 2016 is overgeheveld, is in totaal € 927.000,-- meer budget in 2016.
Subsidie
484.350 De voornaamste veroorzaken die resulteren in lagere subsidies zijn: De bijdrage van € 115.300,-- inzake Wetenschappelijke steunfunctie Bibliotheekwerk (WSF) wordt vanaf 2016 niet meer ontvangen en de lasten worden dan ook niet meer opgenomen Bovendien is de bijdrage aan jeugdzorg niet meer opgenomen, dit scheelt een bedrag van € 325.000,--.
Inkoop
239.124 In 2016 zijn geen Transitiekosten sociaal domein meer in de Begroting opgenomen. -115.300 De bijdrage € 115.300,-- inzake Wetenschappelijke steunfunctie Bibliotheekwerk (WSF) wordt vanaf 2016 niet meer ontvangen en is dan ook niet meer in de begroting opgenomen. De lasten die hier tegenover staan ook niet.
Ontv.subsidies
Overige verschillen
26.959
64
Programma 7 Dynamiek in leefomgeving Toelichting programma De provincie is de gebiedsregisseur van het landelijke gebied. Projecten richten zich op het versterken van landbouw en agribusiness, natuur, klimaat, recreatie en toerisme, en sociaaleconomische vitaliteit. Met een gebiedsgerichte aanpak zetten we in op een gezamenlijke uitvoering van opgaven en projecten met de betrokkenen in het gebied. De provincie werkt hierin nauw samen met gemeenten en maatschappelijke partners en het bedrijfsleven. Product 7.1 Agribusiness
Landbouw en agribusiness Doelstelling Het stimuleren van de verduurzaming van de landbouw
Het verbeteren van de landbouwstructuur
Het versterken van de concurrentiekracht van de landbouw en agribusiness
Profilering van Drenthe als groene economische provincie
Resultaat 2016 Projecten in het kader van structurele bodemverbetering en kringlooplandbouw zijn opgestart Projecten in het kader van de Versnellingsagenda melkveehouderij NNL en de Drentse Ontwikkelagenda melkveehouderij en natuur zijn opgestart Lobby op fosfaatrechten melkveehouderij: ontwikkelruimte behouden voor de duurzame grondgebonden groei van de melkveehouderij in NNL 1.100 hectare nieuw onder agrarisch natuurbeheer wordt door collectieven uitgevoerd Projecten in het kader van landbouwstructuurverbetering via de Bestuurscommissie Planmatige kavelruil. Verkenning haalbaarheid revolverend fonds t.b.v. uitplaatsing melkveehouderijen, inclusief actief grondbeleid, opiniërend medio 2016 Integrale benadering landbouw en economie gerealiseerd Minimaal 20 jonge boeren ondersteund via de POP-3 maatregel Jonge Boeren Uitvoering geven aan Agenda Veenkoloniën Minimaal 5 projecten in het kader van het innovatieprogramma Veenkoloniën zijn opgestart Minimaal 5 innovatieprojecten primaire landbouw zijn opgestart Actieve samenwerking op Drentse en Noord-Nederlandse schaal (inclusief Overijssel) op het gebied van landbouw en Agribusiness Projectontwikkeling in het kader van programma’s INTERREG, POP en EFRO 2014-2020 Communicatieprogramma Agribusiness 2015-2020 in uitvoering
65
Product 7.2 Plattelandsontwikkeling
Een aantrekkelijk en beleefbaar Drenthe met een goed economisch en maatschappelijk perspectief Doelstelling Economische kansen in de natuur en landschap gestimuleerd en gefaciliteerd: ‘beleven en benutten'
Aantrekkelijke natuur en een aantrekkelijk landschap om in te wonen, werken en recreëren
Resultaat 2016 Alle projecten binnen programma Natuurlijk Platteland hebben een economische paragraaf, waarin beleven en benutten zijn uitgewerkt/toegelicht Gesprekspartner en stimulator bij de ontwikkeling van innovatieve zorgconcepten in de (randen) van de natuur Bezoekersinformatie- en startpunten Regionaal Landschap (Nationaal Park Drents-Friese Wold, nationaal Park Dwingelderveld en Holtingerveld) herkenbaar en economisch zelfvoorzienend Levend bezoekersnetwerk Drentsche Aa; Samenwerking met Drentsche Aa, Gastheren & Gastvrouwen (stimuleren en faciliteren) Doorontwikkeling Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drentsche Aa Verbinding Nationaal Park Dwingelderveld, Nationaal Park Drents-Friese Wold en Holtingerveld tot een grotere landschappelijke eenheid (Nationaal Park 2.0) In 3 dorpen in het regionaal Landschap Drents-Friese Grensstreek een project/proces gestart dat de verbinding met naastgelegen Nationaal park versterkt (natuur/beleving) in het dorp brengen
Product 7.3 Dynamisch Drenthe
Dynamisch Drenthe Doelstelling Het bijdragen aan kwalitatief goed onderwijsklimaat, ook in krimpregio's
Het versterken van woon- en leefomgeving op het platteland
Resultaat 2016 Onderwijs en gemeenten zijn ondersteund bij initiatieven (bijvoorbeeld: Academische Pabo) om het onderwijsklimaat in de breedte te verbeteren. De onderwijsmonitor geeft inzicht in de verbeterpunten. Doelstellingen Bondgenootschap voor een geletterd Drenthe ondersteund Duits in het onderwijs (PO, VO en MBO) is op de agenda gezet en wordt gevolgd bij de partners ivm grensoverschrijdende ontwikkelingen Kansen anticipeerregio zijn verkend, waaronder ook de uitvoering van de Samenwerkingsagenda en lobby De huidige subsidies aan BOKD, CMO Stamm en Zorgbelang worden gecontinueerd tot en met 2019 De regeling dorpsinitiatieven ter versterking van de zelfredzaamheid, sociale cohesie en bottom-up initiatieven is herzien en daardoor laagdrempeliger Er zijn minimaal 15 projecten voortgekomen en in uitvoering in het kader van de lokale ontwikkelingsstrategie Zuidoost Drenthe (= Leader Zuidoost Drenthe) 66
Samen met gemeenten met de kracht van sport en bewegen Drenthe (economisch) vitaler maken met het programma ‘Drenthe Beweegt’
Zorg in Drenthe is voor iedereen in Drenthe toegankelijk en bereikbaar
Het aanbod voor aangepast sporten is in kaart gebracht en wordt (boven)regionaal toegankelijk gemaakt voor gebruik. Het Drents Bureau Aangepast Sporten (DREBAS) is alert op kansen voor onderscheidende evenementen voor aangepast sporten Ondersteuning van beeldbepalende, imagoversterkende (top)sportevenementen die economische en maatschappelijke spin-off realiseren. Voorbeelden daarvan zijn fietsen en de hippische sport. Ondersteuning van initiatieven met inzet van het Kenniscentrum Evenementen voor het nader onderzoeken, acquireren of doorontwikkelen van stuwende Topsportevenementen op EK of WK niveau 2 bijeenkomsten van de “Rondetafel Zorg” Er vindt gericht lobby plaats, mede in het kader van de samenwerking met onze partners Derde werkconferentie zorglandschap Drenthe (i.s.m. zorgverzekeraar en Drentse gemeenten) is georganiseerd Innovaties voor zorg(voorzieningen), zorg op afstand en domotica worden gestimuleerd en gefaciliteerd Er is eerste opzet voor een Drents kader voor het langer zelfstandig laten wonen van kwetsbare ouderen in Drenthe
Product 7.4 Natuur en landschap
Biodiversiteit behouden en versterken (beschermen en herstellen) Doelstelling Realisatie Natuurnetwerk Nederland, inclusief de opgave Natura 2000 PAS
Resultaat 2016 Uitvoering van het programma Natuurlijk Platteland, met concreet in 2016: In uitvoering - LIFE-project Oude Willem - project Bargerveen, Schoonebeek - project Reestdal - Drentsche Aa - project Laaghalen - gebiedsontwikkeling Hunze - project Oude Diep - PAS project Mantingerzand - project Holtingerveld - project Fochteloërveen-Smildigerveen - PAS project Elperstroom - PAS project Drouwenerzand Afronding - Inrichtingsplan Dwingelderveld (LIFE) Voortgangsrapportage natuur 2016 Geactualiseerde EHS-kaart
67
Behoud en herstel natuurnetwerk Drenthe (inclusief uitvoering Natuurwet)
Verlenen van vergunningen, ontheffingen en/of verklaringen van geen bedenkingen, uitoefenen van toezicht en afhandelen van meldingen op grond van: Wet Natuurbescherming, Wet Natuurbeheer en Programmatische Aanpak Stikstof (PAS), Natura 2000-gebieden Valwildregistratie en meldpunt voor wildschade Provinciale regelgeving/verordeningen voor soortenregistratie, de implementatie van het Flora-en faunabeleidsplan, implementatie van de nieuwe Natuurbeschermingswet Vergunnings-, toezichts- en handhavingsparagraaf voor de beheerplannen Ontwikkelagenda veehouderij: beleidsregels om het kringloopdenken op bedrijfsniveau en grondbeleid te bevorderen Beleidskader t.b.v. Nieuwe natuurbeschermingswet.
Toelichting bestaand beleid Natuurlijk Platteland In het programma Natuurlijk Platteland werken we met onze partners aan de afronding van het Natuurlijk Netwerk Nederland (voorheen aangeduid als Ecologische Hoofd Structuur). Een grote opgave die ons in nieuwe allianties (met o.a. het bedrijfsleven) dé kansen biedt om economie en ecologie stevig aan elkaar te verbinden en sterke combinaties te realiseren. De afspraken uit het Natuurpact, gesloten tussen het Rijk en alle provincies in 2013, worden in dit programma uitgevoerd. Deze uitvoering is verbonden met de wettelijke taken en Nationale en Europese verplichtingen in het kader van Natura 2000 (Europees beschermde natuurgebieden), de daaruit voortvloeiende Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) en de Kaderrichtlijn Water (KRW). Het programma is een uitwerking van de Natuurvisie 2040 ‘Gastvrije natuur’. Landbouw en Agribusiness In Noord Nederland hebben de drie noordelijke provincies samen met de partners voor de landbouw en agribusiness de AgroAgenda Noord Nederland opgesteld. Voor Drenthe belangrijke onderdelen zijn het Innovatieprogramma Veenkoloniën en de Versnellingsagenda melkveehouderij Noord Nederland. Passend binnen de Noordelijke samenwerking hebben de Drentse Groenmanifest partners op verzoek van de provincie Drenthe de bouwsteen ‘Ontwikkelagenda melkveehouderij en natuur’ opgesteld. Extra aandacht komt er voor de Jonge Boeren via een regeling binnen het (Europese) Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP3). Het plattelandsontwikkelingsprogramma is gebaseerd op het Regionaal programma Noord Nederland POP 2014-2020. Het Drentse collectief is nu druk bezig om zich voor te bereiden op de eerste uitvoeringstermijn van het Agrarisch natuurbeheer nieuwe stijl. In de Omgevingsvisie, wordt aangegeven welk beleid wordt ingezet ten aanzien van de Landbouwstructuurverbetering. De inzet van de provincie Drenthe op agribusiness is deels al uitgewerkt in de ‘Economische Koers Drenthe 2015-2020’. Deze koers is een logische opvolger van de Drentse Economische agenda en het Kader voor Economische Investeringen (KEI) 2011-2015. Dynamisch Drenthe De beleidsopgave voor een Dynamisch Drenthe vindt zijn oorsprong in de Motie vitaal platteland. Deze is uitgewerkt in de lijnen Dorpsinitiatieven / burgerkracht en Zuidoost. Deze beleidsopgave is gecombineerd met de opgaven vanuit de sociale beleidsvisie 2013-2015. De grootste uitdaging voor de sociaaleconomische vitalisering ligt in Zuidoost Drenthe (‘Samenwerken aan vitaal platteland, een 68
geconcentreerde aanpak voor Zuidoost Drenthe 2014-2020’). Hoofdopgaven zijn wonen, werken, bereikbaarheid en burgerkracht. De sociale beleidsopgave willen we de komende periode in verbinding met vitaal platteland, economie en actuele ontwikkelingen vormgeven. De middelen die beschikbaar zijn met betrekking tot het sociaal domein blijven in de Begroting 2016 herkenbaar en zijn onder meer in de productenraming expliciet terug te vinden. De opgaven vallen samen met de krimpopgave zoals in het college akkoord is genoemd. Deze Samenwerkingsagenda is de input voor de gezamenlijke inzet op het terrein van krimp in de regio Oost-Drenthe met gemeenten en het Rijk. In de aanpak voor Dynamisch Drenthe zetten wij samen met gemeenten en schoolbesturen in op goed onderwijs met extra zorg voor laaggeletterdheid en aandacht voor Duits. Voor monitoring en ondersteuning bij maatschappelijke vraagstukken zoals bereikbare zorg en leefbaarheid subsidiëren wij BOKD, Zorgbelang en CMO Stamm. Onze uitvoeringspartner ten aanzien van sport is 'Drenthe beweegt', zie hiervoor www.drenthe-beweegt.nl
69
Wat mag het kosten Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
Subsidie
887.364
723.649
981.949
-258.300
981.949
981.949
981.949
Inkoop
-1 887.363 887.363
0 723.649 723.649
0 981.949 981.949
0 -258.300 -258.300
0 981.949 981.949
0 981.949 981.949
0 981.949 981.949
497.352 986.414 1.483.766
466.600 1.978.000 2.444.600
375.000 600.000 975.000
91.600 1.378.000 1.469.600
375.000 600.000 975.000
375.000 600.000 975.000
375.000 0 375.000
1.483.766
2.444.600
975.000
1.469.600
975.000
975.000
375.000
3.976 475.520 479.497
20.000 710.000 730.000
20.000 820.000 840.000
0 -110.000 -110.000
20.000 620.000 640.000
20.000 620.000 640.000
20.000 620.000 640.000
479.497
730.000
840.000
-110.000
640.000
640.000
640.000
Lasten Product 7.1 Agribusiness Landbouw en agribusiness
Totaal beleidsopgave Totaal product Product 7.2 Plattelandsontwikkeling Een aantrekkelijk en beleefbaar Drenthe met een goed economisch en maatschappelijk perspectief Subsidie Inkoop Totaal beleidsopgave Totaal product Product 7.3 Dynamisch Drenthe Dynamisch Drenthe Inkoop Subsidie Totaal beleidsopgave Totaal product Product 7.4 Natuur en landschap Biodiversiteit behouden en versterken (beschermen en herstellen) Onvoorzien/stelpost Rente Kapitaallasten Subsidie Inkoop
0 0
0 -1.212.554 1.212.554 -1.212.554 -1.212.554 -1.212.554 0 0 0 0 0 0
214.871 207.753 200.636 40.392.330 33.352.183 57.916.837
3.309.013 10.236.984 17.030.134 -6.793.150 14.833.702 14.835.068 14.836.454
Totaal beleidsopgave
43.916.214 43.796.920 73.935.053
Totaal product
43.916.214 43.796.920 73.935.053
Totaal Lasten exclusief reserve mutaties
7.117 193.518 186.401 179.283 - 51.707.171 35.090.943 35.115.589 24.564.654 - 65.521.837 48.899.858 48.918.772 30.138.133
- 65.521.837 48.899.858 48.918.772 30.138.133 46.766.839 47.695.169 76.732.002 - 68.118.786 51.496.807 50.915.721 29.036.833
70
Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
0
0
0
0
0
0
0
0 -710 -710 -710
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0 0
0
0
0
0
0
0
0
-313.548 -23.000 -23.000 0 0 0 -94.947 -100.000 0 -10.535.381 -8.843.407 -8.894.933 0 0 0 -10.943.876 -8.966.407 -8.917.933 -10.943.876 -8.966.407 -8.917.933
0 -23.000 0 0 -100.000 0 51.526 -7.804.017 0 0 -48.474 -7.827.017 -48.474 -7.827.017
-23.000 0 0 0 0 -23.000 -23.000
-23.000 0 0 0 0 -23.000 -23.000
-10.944.586 -8.966.407 -8.917.933
-48.474 -7.827.017
-23.000
-23.000
Baten Product 7.1 Agribusiness Landbouw en agribusiness Ontv.subsidies Totaal beleidsopgave Totaal product Product 7.2 Plattelandsontwikkeling Een aantrekkelijk en beleefbaar Drenthe met een goed economisch en maatschappelijk perspectief Adm. boekingen Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave Totaal product Product 7.3 Dynamisch Drenthe Dynamisch Drenthe Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave Totaal product Product 7.4 Natuur en landschap Biodiversiteit behouden en versterken (beschermen en herstellen) Ontv.subsidies Opbr. rente Leges Ontv. bijdragen Adm. boekingen Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Baten exclusief reserve mutaties Totaal programma exclusief reserve mutaties
35.822.253 38.728.762 67.814.069
- 60.291.769 51.473.807 50.892.721 29.085.307
Verrekening resultaat met reserves Bijdrage van Cofinancieringsreserve Europa
-1.212.554 -1.212.554
Bijdrage aan Cofinancieringsreserve Europa Bijdrage van reserve provinciaal aandeel ILG
-6.597.628
Bijdrage aan reserve provinciaal aandeel ILG
0
Bijdrage van reserve vitaal platteland
0 -1.212.554
0
1.212.554 -1.212.554
1.212.554
0 -1.647.998 589.765
589.765
0
0
0
0
0
-600.000
-600.000
0
0
4.269.085
0
0
0 -2.941.212 -2.327.873
-613.339
0
0
0
Saldo verrekening met reserves
-4.697.624 -7.492.001 -3.363.317 -4.128.684
3.863.507
-600.000
0
Totaal na bestemming
31.124.629 31.236.761 64.450.752 -33.213.991 64.155.276 50.873.807 50.892.721
Bijdrage van reserve natuurbeleid
5.298.972
0
71
-600.000 -3.328.000
0
0
Bijdrage aan reserve natuurbeleid
-2.186.414 -3.928.000
0
1.647.998 -1.018.132
0
Verschillen tussen begroting 2015 en 2016 Beleidsopgave Landbouw en agribusiness
Eco. Cat. Subsidie
Verschil Toelichting -258.300 Toename als gevolg van de intensiveringen landbouw structuurversterking 91.600 In 2016 is geen specifieke post voor de bijdrage aan het projectbureau Veenkolonien opgenomen. 1.378.000 Naast de geraamde reguliere tenders (2 keer € 300.000,--) zijn in 2015 een aantal specifieke onttrekkingen aan de reserve gedaan.
Een aantrekkelijk en beleefbaar Drenthe met een Subsidie goed economisch en maatschappelijk perspectief Inkoop
Dynamisch Drenthe
Subsidie
Biodiversiteit behouden en versterken (beschermen en herstellen)
Onvoorzien/stelpost
-110.000 Door scherper ramen (stofkam) op Sport Subsidies budget € 230.000,-- lager. Door intensiveringen Energiek Drenthe: sport evenementen is budget met € 375.000,-- verhoogd. 1.212.554 Stelpost ombuigingen. Deze post bedraagt het verschil tussen de benodigde en beschikbare middelen voor natuurbeheer en zal binnen de begroting voor natuur worden opgelost.
Inkoop
-6.793.150Er Er is een bedrag van 2.193.150,-- afgezonderd, van de ontwikkelopgave wegens benodigde middelen voor dekking van de landelijke frictiekosten transitie DLG. Zoals afgesproken is dit het Drents aandeel volgens de verdeelsleutel “Jansen 2” in het landelijk maximum van € 17 miljoen. De legesopbrengst als gevolg van de vergunningverlening op basis van de Natuurbeschermingswet bedroeg in 2015 naar verwachting ca € 100.000,-- meer, evenals het budget voor het uitvoeren van de werkzaamheden voor de vergunningverlening Door scherper ramen (stofkam) is de bijdrage aan GWO (Bij12) verminderd met € 600.000,-Per 1 januar 2016 treed de GR Prolander in werking. De provinciale bijdrage bedraagt € 5.300.000,-- (excl. indexering). In 2015 maakte Prolander nog integraal deel uit van de Drentse begroting. -24.564.654 In 2016 wordt voor de ontwikkelopgave € 13,7 miljoen aan rijksmiddelen ontvangen. In 2015 was dat € 0,4 miljoen. Het verschil ad € 13,3 miljoen wordt in 2016 nog eens extra uitbetaald (kasschuif). Voorts is een bedrag van € 2.193.150,-- afgezonderd, wegens benodigde middelen voor dekking van de landelijke frictiekosten transitie DLG. Zoals afgesproken is dit het Drents aandeel volgens de verdeelsleutel “Jansen 2” in het landelijk maximum van 17 miljoen. Daarnaast is rekening gehouden met verkoop van grond en gebouwen. Voorts is bij de financiële vertaling van de decentralisatie van het natuurbeleid is uitgegaan van een iets groter aandeel voor natuurbeheer binnen de programmamiddelen voor natuur. -100.000 De legesopbrengst als gevolg van de vergunningverlening op basis van de Natuurbeschermingswet bedroeg in 2015 naar verwachting € 100.000,-- meer, evenals het budget voor het uitvoeren van de werkzaamheden voor de vergunningverlening. 51.526 De bijdragen Opbrengst verkoop grond en gebouwen zijn in 2016 € 51.526,-- hoger geraamd. 7.117 -29.085.307
Subsidie
Leges
Ontv. bijdragen Overige verschillen Totaal van verschillen tussen 2015 en 2016
72
Speerpunt 6 Financiën en organisatie Open, adaptief en resultaatgericht Onze ambities realiseren wij samen met de ambtelijke organisatie. De veranderingen in opgaven en omgeving vragen een doorontwikkeling van de organisatie: van onze medewerkers en van de werkprocessen. Houding en gedrag van de medewerkers sluiten aan bij onze ondernemende stijl van werken. En wij willen met hetzelfde aantal mensen een hogere kwaliteit leveren, die zich laat zien in op tijd geleverde resultaten, onze dienstverlening, in het adaptief vermogen van de organisatie en in haar netwerkvaardigheden. Dit vraagt om een organisatie met een goede balans tussen een vaste kern en een variabele schil, waarin integraal wordt gewerkt aan onze opgaven. Met een strategische personeelsplanning geven wij hier verder invulling aan. De interactie met ‘buiten’ wordt een belangrijk speerpunt. Daarom investeren wij in de verdere professionalisering van onze dienstverlening. Daarnaast zullen wij de komende jaren geconfronteerd worden met forse natuurlijke uitstroom door pensionering. Om deze uitstroom van ervaren medewerkers op te vangen richten wij ons actief op tijdige aanwas en behoud van jong talent (groen voor grijs; waaronder een traineeprogramma). Om de grote verandering in de organisatie door te kunnen voeren, zullen wij de eerste jaren extra investeren in mensen en processen. Om snel en gerichte keuzes te kunnen maken, investeren we tevens in een meer transparante en actuele bestuurlijke en managementinformatie via digitale technieken.
Intensiveringen 2016 We stellen voor dit onderdeel structureel tijdelijk extra middelen beschikbaar (intensiveringen) voor onderstaande onderwerpen. Omschrijving Dienstverlening Groen voor grijs Organisatie ontwikkeling Doorontwikkeling P&C Totaal intensiveringen Financiën en Organisatie
€ € € € €
73
2016 150.000 750.000 512.500 370.000 1.782.500
2017 € 150.000 € 750.000 € 250.000 € 370.000 € 1.520.000
€ € € € €
2018 150.000 750.000 -325.000 250.000 825.000
€ € € € €
2019 150.000 750.000 -900.000 125.000 125.000
74
Programma 8 Middelen Toelichting programma De ambities van het Drentse bestuur moeten zo goed mogelijk waar gemaakt worden, gericht op de (nieuwe) bestuurlijke speerpunten, met een effectieve en doelmatige inzet van middelen. Met een moderne bedrijfsvoering. De provincie is daarbij een solide partner die de zaken beheersmatig op orde heeft maar vooral ook ondernemend en flexibel inspeelt op nieuwe ontwikkelingen en veranderende behoeftes van bestuur, partners en burgers. Product 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Een financieel gezonde organisatie Doelstelling Een financieel gezonde organisatie, die voldoet aan alle wettelijke eisen en gangbare opvattingen ten aanzien van financieel instrumentarium Continue (digitale) verbetering van informatiesystemen en informatievoorziening
Resultaat 2016 De provincie valt in 2016 onder repressief toezicht vanuit het rijk Voor de jaarstukken wordt een goedkeurende verklaring van de accountant verkregen Herziene en vereenvoudigde algemene subsidieverordening De planning- en controldocumenten zijn digitaal beschikbaar; in 2016 worden de documenten ook nog op papier aangeboden
Product 8.2 Personeel en organisatie
Een resultaatgerichte, kwalitatief hoogstaande en dienstbare organisatie Doelstelling Doorontwikkeling van de kwaliteit van alle medewerkers (leiding en medewerkers)
Verbetering van de kwaliteit van de provinciale (werk)processen
Verbetering van de kwaliteit van de teams Versterking van het buiten naar binnen werken
Resultaat 2016 De ontwikkeling van de medewerkers wordt meer toegesneden op de klantvraag Met een Management Developmenttraject is meer eenheid van leidinggeven gecreëerd, zijn de rollen van de leidinggevenden verhelderd en aangescherpt en zijn onderlinge (cultuur)patronen doorbroken Vanuit het perspectief van de klant is een aantal processen kwalitatief verbeterd Vernieuwen van tenminste vier ondersteunende processen Kantelen van een teamgestuurde naar een procesgestuurde dienstverlening Vanuit het perspectief van de klant is de kwaliteit van een aantal teams verbeterd Het aantal medewerkers dat "buiten" resultaten neerzet, is vergroot De effectiviteit van medewerkers die "buiten" resultaten neerzetten, is vergroot
75
Goed werkgeverschap en adequaat middelenbeleid Doelstelling De juiste mensen op de juiste plaats op het juiste moment
Betrouwbaar en aantrekkelijk werkgeverschap
Resultaat 2016 Inzicht in hoeveel medewerkers met welke kwaliteiten op welk moment nodig zijn Inzicht in het huidige personeelsbestand en de talenten en mogelijkheden van de medewerkers Leeftijdscategorie medewerkers tot 35 verhogen met 15% Geactualiseerd @Motion-beleid: talenten worden benut, er zijn bewegingen binnen de organisatie en medewerkers worden ingezet op prioriteiten van de organisatie. Dit gebeurt transparant Medewerkerstevredenheidsonderzoek met score van een 8 gemiddeld Werkgeversinzet nieuwe CAO-afspraken Afgesproken quota op het gebied van binnenhalen van personeel uit doelgroepen zijn behaald
Product 8.3 ICT en facilitaire zaken
(Facilitaire/ondersteunende) dienstverlening en voorzieningen die passen bij de behoeften van de organisatie Doelstelling Functionele en duurzame gebouwen en terreinen en daarbij benodigde voorzieningen Een efficiënt en doelmatig gebruik van producten en diensten
Toegankelijk en duurzaam opgeslagen (digitale) informatie beschikbaar stellen aan interne en externe afnemers voor kennisdeling en samenwerking
Een betrouwbare en flexibele ICT infrastructuur die toekomstvast is
Resultaat 2016 100% Groene energie inkoop Onderhoud conform meerjarenonderhoudsplan Vaststellen van DienstenNiveauOvereenkomsten (Continuering van de) 50% Duurzame catering Provinciehuis bezettingsgraad is 10 medewerkers op de 8 werkplekken bezet (efficiency); dit is het maximaal haalbare bij huidige piekbelasting Geactualiseerd en door GS vastgesteld Informatieplan Geactualiseerd Informatiearchitectuur en I-beleid Conform interprovinciale richtlijnen vastgesteld en actueel Informatiebeveiligingsbeleid Weten waar welke informatie zich bevindt en opleveren analyse om te komen tot advies voor structurele verbeteringen Beschikbaar hebben van (digitaal) samenwerkingsomgeving die voldoet aan (wettelijke) eisen ICT systemen zijn beschikbaar voor tenminste 99% (uptime)
76
Product 8.4 Reserve mutaties
Volledig overzicht van wat de afzonderlijke reserves en voorzieningen zijn Doelstelling Inzicht in de stand van reserves en voorzieningen
Resultaat 2016 Zie de in de paragraaf Reserves en voorzieningen opgenomen overzichten en toelichtingen
Toelichting bestaand beleid Ons uitgangspunt bij het financieel beleid is een sluitende begroting die langjarig in evenwicht is. Dit uitgangspunt en andere meer gedetailleerde uitgangspunten zijn te vinden in de Financiële verordening 2012, het Financieringsstatuut 2014, de Nota Reserves en Voorzieningen 2012 en de Nota Financieringsinstrumentarium Drenthe. Het meerjarig Informatieplan 2014 is leidend voor de doorontwikkeling van een toekomstvaste ondersteuning van de primaire bedrijfsprocessen. Een professioneel uitgevoerde informatiebeveiliging (Convenant zelfregulering informatieveiligheid) is standaard onderdeel van de provinciale bedrijfsvoering. In het Huisvestingsbeleidsplan is o.a. bepaald hoe het provinciehuis zo effectief mogelijk te gebruiken is. In de paragraaf bedrijfsvoering wordt verder ingegaan op de wijze waarop de organisatie zich ontwikkelt naar een adaptieve organisatie die met diverse partners in netwerken opereert. Adaptief houdt voor de facilitaire organisatie in dat zij haar dienstverlening zodanig inricht dat zij de flexibele provinciale organisatie optimaal kan blijven ondersteunen door zich te ontwikkelen naar een procesgericht organisatie, een partner in dienstverlening.
77
Wat mag het kosten Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
Lasten Product 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Een financieel gezonde organisatie Apparaatskosten Bijdr. aan reserves Subsidie Kapitaallasten
37.887.502 42.670.330 40.169.142 2.501.188 40.085.754 39.390.754 38.815.754 0 6.000 31.051
0 6.231 27.633
0 6.231 27.633
0 0 0
0 6.231 27.633
0 6.231 27.633
0 6.231 27.633
Inkoop
821.734
810.598
560.598
250.000
560.598
560.598
435.598
Adm. boekingen Onvoorzien/stelpost
127.351 0
131.000 50.000
131.000 554.768
0 -504.768
131.000 2.453.790
131.000 4.071.542
131.000 4.908.985
99 0
2.500 0
2.500 0
0 0
2.500 0
2.500 0
2.500 0
Rente Toev. voorziening Totaal beleidsopgave Totaal product
38.873.737 43.698.292 41.451.872 2.246.420 43.267.506 44.190.258 44.327.701 38.873.737 43.698.292 41.451.872 2.246.420 43.267.506 44.190.258 44.327.701
Product 8.2 Personeel en organisatie Een resultaatgerichte, kwalitatief hoogstaande en dienstbare organisatie Inkoop
265.340 265.340
360.561 360.561
126.900 126.900
233.661 233.661
126.900 126.900
126.900 126.900
126.900 126.900
Inkoop
687.740 687.740 953.079
827.168 827.168 1.187.729
1.041.168 1.041.168 1.168.068
-214.000 -214.000 19.661
1.041.168 1.041.168 1.168.068
1.041.168 1.041.168 1.168.068
1.041.168 1.041.168 1.168.068
Totaal beleidsopgave Goed werkgeverschap en adequaat middelenbeleid Totaal beleidsopgave Totaal product Product 8.3 ICT en facilitaire zaken (Facilitaire/ondersteunende) dienstverlening en voorzieningen die passen bij de behoeften van de organisatie Inkoop Belastingen Kapitaallasten Toev. voorziening Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Lasten exclusief reserve mutaties
4.792.445 7.777.924 5.127.052 92.056 107.572 100.000 3.192.841 3.142.502 3.694.309 546.989 577.793 577.793 8.624.331 11.605.791 9.499.154 8.624.331 11.605.791 9.499.154 48.451.147 56.491.812 52.119.094
78
2.650.872 5.298.752 5.298.752 5.298.752 7.572 100.000 100.000 100.000 -551.807 3.667.741 3.839.337 3.787.567 0 577.793 577.793 577.793 2.106.637 9.644.286 9.815.882 9.764.112 2.106.637 9.644.286 9.815.882 9.764.112 4.372.718 54.079.860 55.174.208 55.259.881
Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
Baten Product 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Een financieel gezonde organisatie Ontv.subsidies Adm. boekingen Opbr. rente Dividend Opcenten MRB Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave Totaal product
-88.790.736 -84.075.167
- 54.624.424 138.699.591 138.724.609 125.573.770 125.573.277 -9.640.455 -10.320.967 -10.408.886 87.919 -10.525.734 -10.952.821 -10.422.573 -261.479
0
0
-6.376.779 -3.132.874 -3.103.633
0
0
0
0
-29.241 -3.103.633 -3.103.633 -3.103.633
-52.141.738 -53.520.000 -55.300.000 1.780.000 -56.373.000 -57.500.000 -58.500.000 -1.372.449 -488.000 -901.849 413.849 -794.671 -794.671 -794.671 - 56.876.951 158.583.636 151.537.008 208.413.959 209.521.647 197.924.895 198.394.154 - 56.876.951 158.583.636 151.537.008 208.413.959 209.521.647 197.924.895 198.394.154
Product 8.2 Personeel en organisatie Goed werkgeverschap en adequaat middelenbeleid Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave Totaal product Product 8.3 ICT en facilitaire zaken (Facilitaire/ondersteunende) dienstverlening en voorzieningen die passen bij de behoeften van de organisatie Ontv. bijdragen Totaal beleidsopgave Totaal product Totaal Baten exclusief reserve mutaties Totaal programma exclusief reserve mutaties
-77.913
-12.500
-12.500
-77.913 -77.913
-12.500 -12.500
-12.500 -12.500
0
-12.500
-12.500
-12.500
-12.500 -12.500
-12.500 -12.500
-12.500 -12.500
-1.350.035 -2.757.692 -1.503.883 -1.253.809 -1.503.883 -1.503.883 -1.503.883 -1.350.035 -2.757.692 -1.503.883 -1.253.809 -1.503.883 -1.503.883 -1.503.883 -1.350.035 -2.757.692 -1.503.883 -1.253.809 -1.503.883 -1.503.883 -1.503.883 - 55.623.142 160.011.584 154.307.200 209.930.342 211.038.030 199.441.278 199.910.537 - -97.815.388 - 59.995.860 111.560.437 157.811.248 156.958.170 144.267.070 144.650.656
Verrekening resultaat met reserves Bijdrage aan Financieringsreserve Bijdrage van reserve organisatie ontwikkeling Bijdrage aan Reserve opvang revolverend financieren Saldo verrekening met reserves Totaal na bestemming
3.538.233
0
0
0
0
0
0
-385.000
-500.000
0
-500.000
0
0
0
5.270.245
0
0
0
0
0
0
8.423.478
-500.000
0
-500.000
0
0
0
-103.136.959 -98.315.388 -157.811.248 59.495.860 -156.958.170 -144.267.070 -144.650.656
Er zijn binnen dit programma investeringen gepland. Zie hiervoor Paragraaf II.4 Financiële positie en toelichting, onderdeel 4.1 Investeringen naar nut.
79
Verschillen tussen begroting 2015 en 2016 Beleidsopgave Een financieel gezonde organisatie
Eco. Cat. Apparaatskosten
Verschil Toelichting 2.501.188 Prolander wordt m.i.v. 2016 een zelfstandige uitvoeringsorganisatie met een eigen begroting. De loonkosten vallen daarom weg uit de provinciale begroting 2016. Dat scheelt € 3.050.191,-- binnen de categorie apparaatskosten. In de lijn van onze wens om posten scherper te ramen zijn budgetten afgeraamd voor in totaal € 1.262.500,--. Daarnaast zijn intensiveringen op gebied van Financiën & Organisatie opgenomen. € 750.000,-- voor Groen voor Grijs, € 450.000,-- voor Organisatie-ontwikkeling en € 1.250.000,-- t.b.v. Frictiekosten. Daarnaast diverse kleinere posten. Per saldo resulteert in lagere apparaatskosten in 2016.
Inkoop
250.000 Vanuit de Intensiveringen Financiën & Organisatie, Programma P&C: is € 250.000,-- bijgeraamd. Daarnaast is het budget voor frictiekosten LSM vanaf 2016 niet meer begroot binnen deze, maar binnen de budgetten voor apparaatskosten. Per saldo is hierdoor € 250.000,-- minder op categorie Inkoop begroot. -504.768 In 2015 is de begrote post Onvoorzien € 50.000,--. In 2016 hebben wij deze op € 500.000,-- begroot. Dit omdat door scherper te begroten en meer risico op overschrijding van budgetten bestaat. Daarnaast is de ruimte Vrije bestedingsruimte in 2016 € 54.768,--.
Onvoorzien/stelpost
Een resultaatgerichte, kwalitatief hoogstaande en Inkoop dienstbare organisatie
Goed werkgeverschap en adequaat middelenbeleid
233.661 Vanuit de middelen voor vorming en opleiding (die onderdeel zijn van de apparaatskosten) wordt jaarlijks via een begrotingswijziging een bedrag toegevoegd aan het budget voor concernopleidingen. Daardoor is jaarlijks het primitieve begrotingsbedrag altijd lager. In 2016 is dit € 233.661,--.
Inkoop
-214.000 Vanuit de Intensiveringen Financiën & Organisatie, overige organisatie is € 75.000,-- bijgeraamd en vanuit autonome ontwikkelingen inzake hogere kosten HRM € 350.000,--. Daarnaast zijn wegens scherper ramen (stofkam) diverse posten afgeraamd op gebied van arbeidsvoorwaardenregelingen. Per saldo nemen de lasten toe met € 214.000,--. 2.650.872 In 2016 vervallen de budgetten voor aanloopkosten en uitvoeringsorganisatie Prolander omdat ze een zelfstandige uitvoeringsorganisatie worden.
(Facilitaire/ondersteunende) dienstverlening en Inkoop voorzieningen die passen bij de behoeften van de organisatie
Een financieel gezonde organisatie
Kapitaallasten
-551.807 De kapitaallasten zijn hoger dan in 2015, doordat de verwachting is dat veel projecten in 2015 worden afgerond. De kapitaallasten hiervan starten dan in 2016.
Ontv.subsidies
54.624.424 Hogere in baten zijn in de begroting 2016 opgenomen. € 27,5 miljoen heeft betrekking op de hogere decentralisatie-uitkering natuur. De ontwikkelbijdrage van 13 miljoen is in 2014 en 2015 ingehouden en wordt in 2016 extra uitbetaald. Daarnaast is de BDU uitkering omgezet naar de decentralisatie-uitkering verkeer en vervoer. Dit leidt tot een verschuiving van € 29,5 miljoen van programma 2 naar 8. Verder ontvangen we in 2016 € 2,1 miljoen minder provinciefondsuitkering. 87.919 Dit is het saldo van de kostenplaats kapitaallasten die in 2016 iets hoger is dan in 2015.
Adm. boekingen Opcenten MRB
1.780.000 Wij hebben de MRB scherper geraamd. Het betreft grotendeels het positieve effect dat in de afgelopen periode is opgetreden door volumestijging en verschuiving in gewichtsklasse. De verwachte meeropbrengst van de motorrijtuigenbelasting bijdraagt hierdoor € 1.780.000,--.
Ontv. bijdragen
413.849 De opbrengsten uitkering frictiekosten en detacheringen RUD is hoger dan in 201.5 Dit komt door een verschuiving in de totale dekking van € 4,4 miljoen die we van de RUD ontvangen.
80
(Facilitaire/ondersteunende) dienstverlening en Ontv. bijdragen voorzieningen die passen bij de behoeften van de organisatie
-1.253.809 Doordat Prolander in 2016 een zelfstndige organisatie wordt, vervalt ook de bijdrage van hen voor de kosten die we maakten in 2015.
Overige verschillen Totaal van verschillen tussen 2015 en 2016
-21.669 59.995.860
Product / Beleidsopgave
Eco. Cat.
2014 Rekening
2015
2017
2018
2019
0
0
493.170
-493.170
250.563
110.592
79.552
37.749.903
6.634.732
49.717.583
-43.082.851
7.202.244
2.582.320
1.922.576
Totaal beleidsopgave
37.749.903
6.634.732
50.210.753
-43.576.021
7.452.807
2.692.912
2.002.128
Totaal Product
37.749.903
6.634.732
50.210.753
-43.576.021
7.452.807
2.692.912
2.002.128
-44.364.875
-75.670.469
-81.494.136
5.823.667
-20.751.846
-8.155.141
-6.971.569
-44.364.875
-75.670.469
-81.494.136
5.823.667
-20.751.846
-8.155.141
-6.971.569
-44.364.875
-75.670.469
-81.494.136
5.823.667
-20.751.846
-8.155.141
-6.971.569
Totaal Product 8.4 Reserve mutaties
-6.614.972
-69.035.737
-31.283.383
-37.752.354
-13.299.039
-5.462.229
-4.969.441
Totaal lasten programma inclusief reserves Totaal baten programma inclusief reserves Totaal programma
86.201.050
63.126.544
102.329.847
-39.203.303
61.532.667
57.867.120
57.262.009
Lasten Product 8.4 Reserve mutaties Volledig overzicht van Adm. wat de afzonderlijke Boekingen reserves en voorzieningen zijn Toev. Reserves
Baten Product 8.4 Reserve mutaties Volledig overzicht van Onttrek. wat de afzonderlijke Reserves reserves en voorzieningen zijn Totaal beleidsopgave Totaal Product
Totaal alle lasten van alle programma's inclusief reserve mutaties Totaal alle baten van alle programma's inclusief reserve mutaties Totaal generaal
2016 Verschil 20152016
-204.376.459 -229.977.669 -291.424.478
61.446.809 -231.789.876 -207.596.419 -206.882.106
-118.175.409 -166.851.125 -189.094.631
22.243.506 -170.257.209 -149.729.299 -149.620.097
254.969.520
280.360.322
263.235.408
17.124.914
245.294.013
218.083.135
213.236.841
-251.645.672 -211.324.585 -231.952.025
20.627.440 -231.994.974 -212.620.906 -208.267.400
-239.641.942 -333.702.250 -378.189.262
44.487.012 -340.514.418 -299.458.598 -299.240.194
Verrekening resultaat met reserves niet specifiek voor één programma of mutaties tussen reserves Bijdrage van Financieringsreserve Bijdrage van de saldireserve Bijdrage aan saldireserve Bijdrage van reserve voor algemene doeleinden Bijdrage aan de reserve voor algemene doeleinden
2014 Rekening
2015
0 -4.568.742 4.559.415 0
2016
Verschil 2015-2016
2017
2018
2019
0 -30.500.000 30.500.000
0
0
0
-5.593.286
-2.077.000
-3.516.286
0
0
0
1.797.876
25.000
1.772.876
0
0
0
-3.364.380 -14.700.000 11.335.620
0
0
0
6.601.653
0
0
0
0
0
0
Inflatiecorrectie RSP (IBOI)
0
0
493.170
-493.170
250.563
110.592
79.552
Bijdrage van Risicoreserve
-6.000.000
0
0
0
0
0
0
0 45.000.000 -45.000.000
0
0
0
250.563
110.592
79.552
Bijdrage aan Reserve investeringsagenda Saldo verrekening met reserves
0 592.326
-7.159.790
81
-1.758.830
-5.400.960
82
I.2 Paragrafen
83
84
Paragraaf 2.1 Lokale heffingen Inleiding Uit provinciale oftewel lokale heffingen ontstaan inkomsten, betaald door de burgers en – in mindere mate - het bedrijfsleven, van de provincies. Met lokale heffingen creëren wij de mogelijkheid aanvullend (op onder meer de uitkering uit het provinciefonds) collectieve voorzieningen, zoals deze in de verschillende programma’s zijn opgenomen, te financieren. Bij het heffen gaan wij zoveel mogelijk uit van het profijtbeginsel. Het profijtbeginsel is gebaseerd op de gedachte dat burgers en bedrijven moeten bijdragen in de kosten van de door de overheid voortgebrachte voorzieningen naar de mate van het profijt dat zij van die voorzieningen hebben. Het profijtbeginsel manifesteert zich sterker bij heffingen dan bij belastingen. Deze paragraaf geeft de door Provinciale Staten vastgestelde beleidslijnen en te realiseren belastingopbrengsten weer. Bij het heffen houden wij rekening met interne en externe kaders en wet- en regelgeving, waaronder verschillende artikelen uit de Provinciewet. Daaruit komt het volgende naar voren: Lastendruk De provinciale heffingen bepalen, zij het in geringe mate, de collectieve lastendruk en zijn dus mede bepalend voor de omvang van het besteedbaar inkomen. Wettelijk mag het bedrag van een provinciale belasting niet afhankelijk worden gesteld van het inkomen, de winst of het vermogen. De opcentenheffing heeft nauwelijks tot geen relatie met sociale aspecten en armoedebeleid. Lokale heffingen moeten overheidsoptreden legitimeren Wat krijgt de burger terug voor de betaling aan de provincie? Wij streven naar evenwicht tussen het ervaren van overheidsoptreden en de hoogte van het te betalen bedrag. In de Provinciewet staat dat provinciale opcenten tot een bepaalde limiet geheven mogen worden en dat leges maximaal kostendekkend mogen zijn. De opbrengsten van de heffingen zijn bij speciale wetten aan limieten gebonden. Bij overtreding van de regels kan de rechter de desbetreffende heffingsverordening onverbindend verklaren. Grondwaterheffing Op grond van het bepaalde in artikel 7.7 van de Waterwet hebben Provinciale Staten bij wijze van belasting een heffing ingesteld op het onttrekken van grondwater. De regels die de provincie hanteert bij de grondwaterheffing zijn neergelegd in de grondwaterheffingsverordening. Op grond van het bepaalde in artikel 6.4 van de Waterwet is het verboden om zonder vergunning van gedeputeerde staten grondwater te onttrekken of water te infiltreren: 1. ten behoeve van industriële toepassingen, indien de te onttrekken hoeveelheid meer dan 150.000 m3 per jaar bedraagt; 2. ten behoeve van de openbare drinkwatervoorziening of een bodemenergiesysteem. De regels die de provincie hanteert voor bovengenoemde onttrekkingen zijn vastgelegd in de Provinciale omgevingsverordening (POV) Drenthe. De bestedingsmogelijkheden van de grondwaterheffing voor de provincie ijn limitatief in de Waterwet opgenomen. Kosten die op grond van de waterwet onder de heffing kunnen worden gebracht zijn: 1. maatregelen, direct verband houdende met het voorkomen en tegengaan van de nadelige gevolgen van het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water; 2. voor het grondwaterbeleid noodzakelijke onderzoekingen; 3. het houden van een register voor het onttrekken van grondwater en het infiltreren van water;
85
4. vergoeding ingevolge artikel 7.14, eerste lid, van schade, voortvloeiend uit de uitvoering van artikel 6.4; 5. in verband met de uitvoering van artikel 7.19. Inkomsten De belasting wordt geheven naar de onttrokken hoeveelheid grondwater gemeten in kubieke meters. Indien op grond van de vergunningvoorschriften water wordt geïnfiltreerd, wordt op aanvraag van belastingplichtige het aantal kubieke meters geïnfiltreerd water in mindering gebracht op de voor de belasting te hanteren onttrokken hoeveelheid grondwater. De hoogte van de heffing is vastgesteld door Provinciale Staten. Jaarlijks wordt het tarief verhoogd met de gemiddelde prijsindex voor gezinsconsumptie. Voor 2016 geldt een tarief van € 1,115 per 100 m3 onttrokken hoeveelheid grondwater. De te betalen heffing mag naar beneden afgerond worden op hele euro’s. De belasting wordt verschuldigd op het moment waarop het grondwater wordt onttrokken en moet op aangifte worden voldaan. De geraamde inkomsten voor 2016 zijn € 700.000,--. Kwijtscheldingsbeleid Bij invordering van de grondwaterbelasting wordt geen kwijtschelding verleend. Heffing ontgrondingen Op grond van artikel 21f van de Ontgrondingenwet hebben Provinciale Staten bij wijze van belasting een heffing ingesteld op het ontgronden van stoffen. De regels die de provincie hanteert bij de ontgrondingenheffing zijn vastgelegd in de Heffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000 en de Ontgrondingenwet. De bestedingsmogelijkheden voor de provincie van de ontgrondingenheffing zijn limitatief in de Ontgrondingenwet opgenomen. Kosten die onder de heffing zijn gebracht Na de laatste wijziging van de Ontgrondingenwet (in werking getreden per 1 februari 2008) wordt op grond van de Heffingverordening Drenthe 2000 alleen nog een heffing in rekening gebracht voor kosten met betrekking tot schadevergoedingen ingevolge artikel 26 van de Ontgrondingenwet. Het provinciale tarief daarvoor bedraagt € 0,45 per 100 m3 hoeveelheid stoffen. Daarnaast biedt de wet nog een mogelijkheid voor heffing ter dekking van kosten met betrekking tot het onderzoek naar het verband tussen een ontgronding en schade aan onroerende zaken en de bepaling van de omvang van de schade. Inkomsten De heffingsplicht rust op alle houders van vergunningen, behalve als het vergunningen betreft die gelden voor minder dan 10.000 m3 vaste stoffen. De belastingschuld ontstaat op het tijdstip dat de vergunning is verleend en wordt door middel van aanslag opgelegd. De geraamde inkomsten voor 2016 zijn € 10.000,Teruggaaf Indien een vergunning wordt vernietigd of ingetrokken dan wel wordt gewijzigd, vindt teruggaaf van de heffing plaats. Geen teruggaaf vindt plaats over de hoeveelheid stoffen die al is gewonnen. Teruggaaf blijft ook achterwege indien het bedrag dat moet worden teruggegeven minder bedraagt dan het in artikel 21f van de Ontgrondingenwet genoemde bedrag van € 250,--. Kwijtscheldingsbeleid Bij de invordering van de ontgrondingenheffing wordt geen kwijtschelding verleend.
86
Toekomstige ontwikkelingen Besluitvorming over het mogelijk invoeren van een nieuwe heffingsmogelijkheid als bedoeld in artikel 21f, eerste lid, onder b, van de Ontgrondingenwet (kosten met betrekking tot het onderzoek naar het verband tussen een ontgronding en schade aan onroerende zaken en de bepaling van de omvang van de schade). Leges Onder de naam leges worden rechten geheven ter zake van het genot van de door of vanwege het provinciaal bestuur verstrekte diensten. De leges worden geheven van de aanvrager van de dienst dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend. De tarieventabel voor 2016 zal in het najaar van 2015 ter beschikking komen. Budgetomschrijving Leges e.a. rechten WABO
Rubrieknummer
Begroting 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
1 3. Omgevingsvergunning 175.000
Leges e.a. rechten Ontgrondingen Leges e.a. rechten Waterwet Leges e.a. rechten VR/RVV Leges e.a. rechten POV Leges e.a. rechten ZuidoostDrentse Vaarwegen Leges e.a. rechten Meppelde Punt Uitvoering NB-wet (aandeel VTH)
4. Ontgrondingen 5.1 Waterwet-Grondwater 6.1.3 Verkeer en vervoer 6.1.4 Verkeer en vervoer 6.1.5 Verkeer en Vervoer
30.000 10.000 17.500 5.000
30.000 10.000 17.500 5.000
30.000 10.000 17.500 5.000
500
500
500
500
500
500
30.000
100.000
100.000
6.1.6 Verkeer en vervoer 3.13 Natuurbeschermingswet 1998
Nazorgheffing stortplaatsen De provincie is op grond van de Wet milieubeheer (Wm) verantwoordelijk voor de eeuwig durende nazorg van stortplaatsen waar op of na 1 september 1996 nog afval is gestort. De Provincie Drenthe draagt deze verantwoordelijkheid voor twee stortplaatsen. Dit zijn de Stortplaats Meisner NoordDrenthe BV te Ubbena (in eigendom bij SITA Holding) en de Attero Noord BV stortplaats te Wijster. Het doel van de nazorgregeling in de Wm is om zeker te stellen dat bestaande en nieuwe stortplaatsen, die voldoen aan de eisen van het Stortbesluit bodembescherming, ook na sluiting tot in lengte van jaren aan hetzelfde beschermingsniveau blijven voldoen, zodat zij geen risico voor verontreiniging van de bodem vormen. Financiering van de desbetreffende nazorg vindt plaats door middel van een door PS ingestelde heffing die de provincie gedurende de exploitatiefase van de stortplaatsen aan de exploitanten oplegt. Deze heffing wordt vastgesteld aan de hand van het doelvermogen dat op grond van een door de exploitanten ingediend nazorgplan wordt berekend. Beoordeling van nazorgplannen en berekening van het doelvermogen vindt plaats aan de hand van in IPO-verband opgestelde modellen en checklisten. Beleid Het provinciale beleid is erop gericht de heffing toereikend te laten zijn om de eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen te bekostigen. Het tarief voor 2016 wordt via de verordening nazorgheffing
87
stortplaatsen provincie Drenthe bepaald aan de hand van de vastgestelde jaarrekening van het Nazorgfonds provincie Drenthe 2015. Inkomsten In 2015 is aan Attero Noord geen nazorgheffing opgelegd omdat het fondsvermogen minder dan 10% afweek van de netto contante waarde van het doelvermogen. Als de vastgestelde jaarrekening 2015 uitwijst dat het fondsvermogen meer dan 10% afwijkt van de netto contante waarde van het doelvermogen dan wordt een heffing opgelegd. Overigens zijn we in overleg met Attero over een mogelijk vervroegde sluiting van de stortplaats. In dat kader wordt ook een nieuw Nazorgplan vastgesteld. We verwachten dat dat leidt tot een nieuwe heffing die mogelijk al in 2016 wordt opgelegd. Stortplaats Meisner is in 2013 gesloten. Na sluiting van de stortplaats kan geen heffing meer opgelegd worden. Kwijtscheldingsbeleid Bij de invordering van de heffing wordt geen kwijtschelding verleend. Opcenten motorrijtuigenbelasting Op grond van artikel 222 van de Provinciewet worden provinciale opcenten geheven. De opcenten zijn een opslag op een nadere belasting, namelijk de motorrijtuigenbelasting (MRB). Deze belasting wordt geïnd door de Rijksbelastingdienst. De opbrengst opcenten MRB is qua opbrengst de belangrijkste provinciale heffing. Beleid Gezien het totale financiële beeld voor 2016 en het beperkte positieve saldo is de motorrijtuigenbelasting geïndexeerd. Voor Drenthe vindt indexering plaats op basis van het vierjarig gemiddelde (1,94%) van het prijsindexcijfer voor de gezinsconsumptie. De tarief ontwikkeling geeft het volgende beeld. 2016 92,0
2017 93,8
2018 95,7
2019 97,5
De inkomsten Op basis van het autobestand per 1 juli 2015, de samenstelling daarvan en een geschatte groei van het autobestand van 0,5%, is een raming gemaakt van de verwachte ontwikkeling van de opbrengst opcenten MRB. In de navolgende tabel is de raming voor 2016 en volgende jaren weergegeven 2016 2017 2018 2019 55.301 56.374 57.505 58.369 Het tarief voor de opcentenheffing op de MRB wordt jaarlijks gemaximeerd door de staatssecretaris van Financiën. Het maximum voor 2016 wordt naar verwachting vastgesteld op 111,3. Kwijtscheldingsbeleid Voor bezwaar, beroep en eventuele vrijstellingen is de Rijksbelastingdienst verantwoordelijk.
88
Samenvatting Voor 2016 ramen wij aan lokale heffingen vooralsnog een totaalbedrag van Belastingen Heffingen
Opcenten Grondwater Nazorgheffing gesloten stortplaatsen Ontgrondingen Leges
Rechten Totaal
55.301.000 700.000 p.m. 10.000 163.500 56.174.500
Lokale lastendruk Onder lokale lastendruk wordt verstaan hoe de lokale lastendruk zich verhoudt ten opzichte van de landelijke lastendruk. Hierbij is voornamelijk de hoogte van de opcentenheffing motorrijtuigenbelasting van toepassing. Zoals eerder vermeld, stelt het Rijk jaarlijks het maximale niveau van opcentenheffing vast. Wij verwachten dat voor 2016 het maximum opcententarief zal worden geïndexeerd tot 111,3 opcenten. Ontwikkeling opcenten motorrijtuigenbelasting inde jaren 2013 tot en met 2016
provincie Drenthe landelijk gemiddelde provincie Drenthe als % van landelijk gemiddelde wettelijk maximum provincie Drenthe als % van wettelijk maximum
2013 86,5 80,6 107,3
2014 88,3 81,3 108,6
2015 90,3 82,2 109,8
2016 92,0 80,3 114,5
107,3 80,6
109,1 80,9
110,1 82,0
111,3 82,6
Overzicht voorgestelde tarieven opcenten op de MRB voor 2016
Provincie Groningen Friesland Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Voorgesteld tarief 88,9 68,8 92,0 79,9 77,4 89,0 72,6 67,9 92,0 82,3 76,1 77,9
89
90
Paragraaf 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing Inleiding Bij het uitvoeren van ons beleid sturen wij actief op het beheersen van risico’s d.m.v. Risicomanagement. Een belangrijk instrument daarvoor is het nemen van beheersmaatregelen. Tevens hebben wij een risicoreserve gevormd. De hoogte van deze risicoreserve is vastgesteld na inventarisatie van de risico’s die zich kunnen voordoen bij de provincie Drenthe. De paragraaf weerstandsvermogen geeft inzicht in de risico’s en de weerstandscapaciteit om de risico’s op te vangen. Het weerstandsvermogen is de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de risico’s. De weerstandscapaciteit omvat de middelen en mogelijkheden waarover de provincie kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Voor het kunnen beoordelen van het weerstandsvermogen is het noodzakelijk de aanwezige weerstandscapaciteit te analyseren in samenhang met de omvang en de achtergronden van de risico’s. In deze paragraaf komen aan bod:
Provinciaal beleid; Beschikbare weerstandscapaciteit: o Incidentele weerstandscapaciteit; o Structurele weerstandscapaciteit; o De weerstandscapaciteit van de provincie Drenthe Inventarisatie en beheersing van risico’s Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit
Provinciaal beleid Om de ambities van de provincie te realiseren is het van belang dat de provinciale middelen zo effectief mogelijk ingezet worden. In deze eerste begroting van het nieuwe college is in dat kader een aantal uitgaven posten , maar ook inkomsten posten scherp geraamd. Daarom is ook de post voor onvoorziene uitgaven verhoogd o.a. om een extra buffer te creëren voor het opvangen van risico’s die zich door het scherper ramen manifesteren. De provincie gaat op de volgende wijze om met tegenvallers c.q. voorgevallen risico’s:
1. 2. 3. 4. 5.
Opvang binnen het eigen programma. Middelen binnen de Begroting. Post voor onvoorziene uitgaven Algemene reserve. Risicoreserve.
We streven er naar om een weerstandsratio te realiseren die gekwalificeerd kan worden met de norm “ruim voldoende” (zie hoofdstuk 5 van deze paragraaf). Dat betekent dat, afhankelijk van die score, jaarlijks beoordeeld wordt of er een bedrag moet worden toegevoegd of kan worden onttrokken aan de risicoreserve Beschikbare weerstandscapaciteit Om de beschikbare weerstandscapaciteit te bepalen moet er gekeken worden naar de middelen en mogelijkheden waarover de provincie beschikt om niet begrote kosten te dekken. Hierbij kan een onderscheid worden gemaakt tussen incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Incidentele weerstandscapaciteit De incidentele weerstandscapaciteit is het vermogen dat ingezet kan worden om eenmalige tegenvallers op te vangen.
91
Algemene Reserve Dit is een vrij besteedbare reserve voor algemene doeleinden. Financieel technisch maakt deze reserve deel uit van het weerstandsvermogen van de provincie. De stand van deze reserve is per 1 januari 2016 € 19.971.921,--. Voor deze Reserve streven we een normomvang na van € 5 miljoen. We stellen voor om minimaal de normomvang van deze reserve toe te rekenen aan de weerstandscapaciteit.; Risicoreserve Deze reserve is ingesteld om incidentele tegenvallers op te vangen, welke niet door een specifieke voorziening worden afgedekt. Voorgesteld wordt deze reserve de komende jaren € 27,5 miljoen groot te laten zijn. Jaarlijks zal aan de hand van een risico inventarisatie worden bekeken in hoeverre het weerstandsvermogen in de toekomst dient te worden bijgesteld. De samenstelling en ontwikkeling van de algemene reserves ziet er als volgt uit. Bedragen x € 1.000,- per 31 december Reserve voor algemene doeleinden Risicoreserve Totaal algemene reserves
2016 5.000 27.500 32.500
2017 5.000 27.500 32.500
2018 5.000 27.500 32.500
2019 5.000 27.500 32.500
Structurele weerstandscapaciteit Met de structurele weerstandscapaciteit worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van bestaande taken. Dit betreft in beginsel de optelsom van de ruimte op de begroting en de onbenutte belastingcapaciteit. Ruimte in de begroting De post onvoorziene uitgaven binnen het begrotingsprogramma Financiering en algemene dekkingsmiddelen, ten bedrage van structureel € 500.000,- kan worden aangemerkt als onderdeel van de structurele weerstandscapaciteit. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit van de provincie van de provincie Drenthe bestaat uit het verschil tussen de opbrengst bij het maximaal aantal te heffen opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB) en de opbrengst bij het werkelijke tarief. De raming in de begroting 2016 is uitgegaan van een tarief per 1 januari 2016 van 92. Het tarief voor de opcentenheffing op de MRB wordt jaarlijks gemaximeerd door de staatssecretaris van Financiën. Het maximum voor 2016 wordt naar verwachting vastgesteld op 111,3. Bedragen x € 1.000,Voorgesteld tarief Maximaal tarief Onbenutte belastingcapaciteit
2016 55.301 66.902 11.601
.682 15.398 15.905 16.428
92
2017 56.374 68.154 11.780
2018 57.505 69.463 11.958
2019 58.369 70.582 12.213
De weerstandscapaciteit van de provincie Drenthe Uit de hiervoor genoemde gegevens blijkt dat de weerstandscapaciteit van de provincie Drenthe als volgt meerjarig kan worden weergegeven (afgerond, x € 1.000,--). Bedragen x € 1.000,-2016 S Risicoreserve Normomvang Algemene reserve Post voor onvoorzien uitgaven Onbenutte belastingcapaciteit Totaal (inc. + struct.)
2017 I
27.500 5.000
2018
S
I
S
27.500 5.000
2019 I
27.500 5.000
S
I
27.500 5.000
500
1.000
1.000
1.000
11.601
11.780
11.958
12.213
44.601
45.280
45.458
45.713
Vanzelfsprekend geldt dat de componenten van de weerstandscapaciteit verschillen in hun mate van inzetbaarheid. Zo is de risicoreserve direct aanwendbaar tot het maximum. Het verhogen van het aantal opcenten tot het maximale tarief is echter niet erg realistisch. Inventarisatie en beheersing risico’s Van de risico’s die de provincie loopt, is een aantal afgedekt door de gebruikelijke verzekeringen of door het instellen van voorzieningen. In deze paragraaf gaat het om risico’s die niet zijn afgedekt of niet kunnen worden afgedekt. Provincies hebben te maken met een diversiteit aan lastig in te schatten risico’s die bovendien soms onderling afhankelijk zijn. De provincie Drenthe acht het wenselijk om risico’s die van invloed zijn op de bedrijfsvoering beheersbaar te maken. Door inzicht in de risico’s wordt de provincie in staat gesteld om op verantwoorde wijze besluiten te nemen, zodat de risico’s nu en de risico’s gerelateerd aan toekomstige investeringen in verhouding staan tot de vermogenspositie van de provincie. Om de risico’s van provincie Drenthe in kaart te brengen is een risico-inventarisatie gedaan en een risicoprofiel opgesteld. Uit de inventarisatie zijn in totaal 57 risico’s naar voren gekomen en beschreven. In het onderstaande overzicht staan de 10 belangrijkste risico’s (= 80,75% invloed op totaal) en hoe deze beheerst worden. Deze 57 risico’s vertegenwoordigen een bedrag van afgerond € 68 miljoen. Risic Risico onum mer R134 Onvoldoende (doel)vermogen bij Attero om aan (pre)nazorgverplichting te voldoen.
Gevolgen
Maatregelen
Provincie wordt aangesproken om als bevoegd gezag de nazorgverplichting over te nemen.
In gesprek met max.€ 25.000.000 Attero blijven over mogelijkheden om vermogen op peil te houden c.q. te brengen; eventueel toepassen van wettelijk instrumentarium Temporiseren dan max.€ 20.000.000 wel niet starten van projecten
R154 Voorfinanciering uitvoering Onvoldoende realisatiestrategie rijksbijdragen voor voorgefinancierde projecten R97 Gebrekkige Ongevallen en claims gladheidsbestrijding
93
Zoutloods voor strategische
Financieel gevolg
max.€ 1.200.000
zoutvoorraad, voldoende strooimaterieel operationeel. R71 Laag Aanbesteden Onvoldoende kwaliteit Beter toezicht max.€ 1.000.000 uitvoering werken organiseren. Keuze maken tussen meer toezicht of toezicht anders inrichten. R121 Juridische fouten bij Ten onrechte verstrekte Deskundigheidsbev max.€ 2.500.000 staatssteun, waarbij de overheidsmiddelen worden ordering, inzetten provincie verwijtbaar is. teruggevorderd second opinion. R129 Tegenvallende RSPAfname van Rijksbijdrage Alertheid op max.€ 1.000.000 bijdragen van het Rijk en RSP betekent in eerste signalen van andere betrokken instantie overleg op Noord- partners. Zo nodig overheden Nederlandse schaal over in overleg treden. gevolgen en verdeling van Eventueel middelen. Dit kan versoberen of her consequenties hebben prioriteren voor alle deelprogramma’s in Drenthe in termen van (co-)financiering en ambitie (versoberen) R74 Wegen en kanalen: Projectvertraging Grondaankoop in max.€ 1.000.000 vertraging in de uitvoering initiatieffase al van een infrastructureel verkennen en project vroegtijdig starten met planprocedure qq onteigening R58 Claims van derden Uitbetaling claims Zorgdragen voor max.€ 1.000.000 adequate en zorgvuldige procedures /handhaving waardoor onterechte claims zoveel mogelijk kunnen worden voorkomen. ; Afdekken door middel van aansprakelijkheidsv erzekering en aanvullend de risicoreserve. R37 POP subsidie niet of Provincie Drenthe moet uit max.€ 2.500.000 slechts gedeeltelijk eigen algemene middelen ontvangen. betalen R153 Uitvoering beleidskader Verplichting tot het betalen Zodra blijkt dat max.€ 1.250.000 stikstof 2.0 op basis van van schadevergoedingen uitvoering juridische het Groenmanifest 1. vergunningen verleend gevolgen heeft, op grond van stoppen met buitenwettelijk kader 2. uitvoeren van het beperken van vergunde Kader. rechten Op basis van de ingevoerde risico’s en geactiveerde beheersmaatregelen is een risicosimulatie uitgevoerd. De simulatie wordt toegepast omdat het reserveren van het maximale bedrag van € 68 miljoen ongewenst is. De risico’s zullen immers niet allemaal tegelijk en in hun maximale omvang 94
optreden. Uit de simulatie volgt dat met 90% zekerheid alle risico’s kunnen worden afgedekt met een bedrag van € 19.861.700,-- (benodigde weerstandscapaciteit). Relatie benodigde en beschikbare weerstandscapaciteit De beschikbare weerstandscapaciteit van Provincie Drenthe bestaat uit het geheel aan middelen dat de organisatie daadwerkelijk beschikbaar heeft om de risico’s in financiële zin af te dekken, de zogenaamde risicoreserve. Voor het afdekken van de risico’s wordt gebruik gemaakt van de incidentele en structurele weerstandscapaciteit. Tabel 3: Beschikbare weerstandscapaciteit Weerstand Startcapaciteit Risicoreserve € 27.500.000 Normomvang Algemene Reserve € 5.000.000 Post voor onvoorziene uitgaven € 500.000 Onbenutte belastingcapaciteit € 11.601.000 Totale weerstandscapaciteit € 44.601.000 Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, dient de relatie te worden gelegd tussen de financieel gekwantificeerde risico's en de daarbij gewenste weerstandscapaciteit en de beschikbare weerstandscapaciteit. De benodigde weerstandscapaciteit die uit de risicosimulatie voortvloeit, kan worden afgezet tegen de beschikbare weerstandscapaciteit. Aangezien de risicoreserve, de normomvang van de Algemene Reserve en de post voor onvoorziene uitgaven bij calamiteiten direct aanwendbaar zijn worden uitsluitend deze bedragen gebruikt om de weerstandsnorm te berekenen. De uitkomst van die berekening vormt het weerstandsvermogen. De ontwikkeling van de weerstandscapaciteit in relatie tot het risicoprofiel wordt nauwlettend gevolgd.
Ratio weerstandsvermogen =
Beschikbare weerstandscapaciteit Benodigde weerstandcapaciteit
=
EUR 33.000.000 EUR 19.861.700
= 1,66
De normtabel is ontwikkeld in samenwerking met de Universiteit Twente. Het biedt een waardering van de berekende ratio.
Waarderingscijfer A B C D E F
Tabel 4: Weerstandsnorm Ratio >2.0 1.4-2.0 1.0-1.4 0.8-1.0 0.6-0.8 <0.6
Betekenis uitstekend ruim voldoende voldoende matig onvoldoende ruim onvoldoende
Het kengetal van de provincie Drenthe valt in klasse B. Dit duidt op ruim voldoende weerstandsvermogen. Conclusie / Samenvatting Met 90% zekerheid kunnen alle risico’s worden afgedekt met een bedrag van € 19.861.700,--. De werkelijke omvang van de Risicoreserve is dus op het gewenste niveau. 95
We blijven kritisch kijken in welke mate we door beheersmaatregelen de omvang van de risico’s kunnen inperken. Verplichte kengetallen financiële positie in begroting Het BBV schrijft voor dat in de paragraaf weerstandsvermogen en risicobeheersing een verplichte basisset van vijf financiële kengetallen moet worden opgenomen die gaan gelden voor de begroting vanaf 2016 en de jaarrekeningstukken vanaf 2015.
Kengetal
Tabel 5 Kengetallen Rekening 2014
Begroting 2015
Begroting 2016
1A. Netto schuldquote 1B. Netto schuldquote, gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 2. De solvabiliteitsratio
-34,3% -77,5%
-49,6% -103,0%
-55,6% -115,4%
0,72
0,71
0,69
3. Kengetal grondexploitatie 4. Structurele exploitatieruimte 5. Belastingcapaciteit: opcenten mrb
n.v.t. 9% 110%
n.v.t. 3% 111%
n.v.t. 2% 112%
1A. De netto schuld weerspiegelt het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Dit kengetal geeft een indicatie van de druk van de rentelasten en aflossingen op de exploitatie. 1B. Om inzicht te verkrijgen in hoeverre sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel inals exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen). Op die manier wordt duidelijk in beeld gebracht wat het aandeel van de verstrekte leningen is en wat dit betekent voor de schuldenlast. 2. Dit kengetal geeft inzicht in de mate waarin wij in staat is aan onze financiële verplichtingen te voldoen. Onder dit kengetal wordt verstaan het eigen vermogen als percentage van het balanstotaal. 3. De grondexploitatie kan een forse impact kan hebben op de financiële positie. De boekwaarde van de voorraden grond is van belang, omdat deze waarde moet worden terugverdiend bij verkoop. Voor de berekening van dit kengetal worden de niet in exploitatie genomen gronden en de bouwgrond in exploitatie bij elkaar opgeteld en gedeeld door de totale baten. 4. De structurele exploitatieruimte wordt bepaald door het saldo van structurele baten en lasten en het saldo van de structurele onttrekkingen en toevoegingen aan reserves gedeeld door de totale baten. Een begroting waarvan de structurele baten hoger zijn dan de structurele lasten is meer flexibel dan een begroting waarbij structurele baten en lasten in evenwicht zijn. 5. Een provincie heeft de mogelijkheid om het aantal opcenten te verhogen tot het maximaal te heffen opcenten zoals dat door het Rijk wordt bepaald. Geen van de provincies maakt gebruik van dit maximale tarief. De belastingcapaciteit van provincies wordt daarom berekend door het aantal opcenten in jaar t te vergelijken met het gemiddelde van het aantal opcenten van alle provincies in jaar t-1 en uit te drukken in een percentage. Enkele kengetallen zijn als n.v.t. opgenomen omdat de componenten voor deze niet berekening beschikbaar zijn. Als we de beschikbare kengetallen in hun onderlinge verhouding beoordelen concluderen wij dat onze financiële positie goed is. Het kengetal netto schuldquote is negatief omdat onze vorderingen onze uitstaande schulden overtreft.
96
Paragraaf 2.3 Onderhoud kapitaalgoederen Inleiding Met het onderhoud van kapitaalgoederen is een substantieel deel van de exploitatie gemoeid. In deze paragraaf worden de beleidslijnen met betrekking tot de beheersmatige aspecten zoals de uitvoering van het onderhoud hiervan weergegeven. Onder kapitaalgoederen verstaan we alle in eigendom van de provincie zijnde goederen met een meerjarig nut. Deze kapitaalgoederen hebben wij als volgt gerubriceerd:
Wegen; Vaarwegen; Gebouwen.
Wegen Wat willen wij bereiken? De provincie Drenthe beschikt over:
134 km stroomweg (SW) 332 km gebiedsontsluitingsweg (GOB) 31 km erftoegangsweg (ETW)
270 km fietspad. Dit alles is inclusief kruispunten/T-aansluitingen, rotondes, verkeersregelinstallaties, bruggen, viaducten en overige weginrichtingen. Het onderhoud van de wegen wordt conform het beleidsplan wegen uitgevoerd. We hebben een actuele onderhoudsplanning voor de komende 5 jaren. Naast het dagelijks onderhoud voeren we periodieke inspecties uit, om de staat van onderhoud van het areaal te monitoren. Het areaal vertoont geen achterstallig onderhoud. Het doel is om de staat van de wegen en fietspaden inclusief alle daaraan gerelateerde objecten zoals vaste kunstwerken, verkeersvoorzieningen etc. te behouden op het huidige kwaliteitsniveau. Daarnaast moet de beschikbaarheid van het areaal gewaarborgd blijven. Wat gaan wij daarvoor doen? Om onze wegen en fietspaden te behouden op het huidige kwaliteitsniveau verrichten we de volgende werkzaamheden:
Uitvoering dagelijks onderhoud; Uitvoering variabel onderhoud volgens de programmering; Uitvoering gladheidsbestrijding en calamiteitenorganisatie; Herijking beleidsplan wegen; afronding in 2017.
Wij maken een overgang naar een meer gestandaardiseerde methode om ons areaal te beheren. Dit gebeurt door het invoeren van assetmanagement. Hiermee worden de onderhoudskeuzes nog meer dan voorheen beïnvloed door maatschappelijke waarden, zoals bereikbaarheid, omgevingskwaliteit en veiligheid. Een andere belangrijke wijziging is, dat we gaan werken met weg categorieën (SW, GOB, ETW en fietspaden). Hierdoor worden mogelijkheden gecreëerd om differentiatie aan te brengen in het kwaliteitsniveau van de verschillende categorieën passend bij de aard en belang van de wegen. Met ingang van 2016 wordt een egalisatie reserve voor (groot) variabel onderhoud aan wegen en vaarwegen ingesteld. Deze reserve wordt ingesteld om de jaarlijkse pieken en dalen in de onderhoudsuitgaven op te vangen.
97
Wat gaat dat kosten/wat levert dat op? Het resultaat hiervan is het beschikbaar houden, op het afgesproken kwaliteitsniveau, van het provinciaal wegenbestand als integraal onderdeel van de Drentse economie. Daarnaast hebben de provinciale verkeersfietspaden een rol in het product "Vrijetijdseconomie". Vaarwegen Wat willen wij bereiken? De provincie beschikt over 176 km vaarwegen, te verdelen in 64 km Vaarweg Meppel de Punt en 112 km Zuid-Oost Drentse vaarwegen. Dit alles is inclusief bruggen, sluizen, gemalen, en overige vaarweginrichting. Het onderhoud van de vaarwegen wordt conform het beleidsplan vaarwegen uitgevoerd. We hebben een actuele onderhoudsplanning voor de komende 5 jaren. Naast het dagelijks onderhoud voeren we periodieke inspecties uit, om de staat van onderhoud van het areaal te monitoren. Het areaal vertoont geen achterstallig onderhoud. Het doel is om de staat van de vaarwegen en alle daaraan gerelateerde objecten zoals bruggen sluizen en overige voorzieningen, te behouden op het huidige kwaliteitsniveau. Daarnaast moet de beschikbaarheid van het areaal gewaarborgd blijven. Wat gaan wij daarvoor doen? Om onze vaarwegen op het huidige kwaliteitsniveau te houden verrichten we de volgende werkzaamheden:
Uitvoering dagelijks onderhoud; Uitvoering variabel onderhoud volgens de programmering; Herijking beleidsplan vaarwegen; afronding in 2017.
Het onderhoud van de wegen en vaarwegen wordt conform het beleidsplan vaarwegen uitgevoerd. We hebben een actuele onderhoudsplanning voor de komende 5 jaren. Naast het dagelijks onderhoud voeren we periodieke inspecties uit, om de staat van onderhoud van het areaal te monitoren. Het areaal vertoont geen achterstallig onderhoud. Wij maken een overgang naar een meer gestandaardiseerde methode om ons areaal te beheren. Dit gebeurt door het invoeren van assetmanagement. Hiermee worden de onderhoudskeuzes nog meer dan voorheen beïnvloed door maatschappelijke waarden, zoals bereikbaarheid, omgevingskwaliteit en veiligheid. Met ingang van 2016 wordt een egalisatieeserve voor (groot) variabel onderhoud aan wegen en vaarwegen ingesteld. Deze reserve wordt ingesteld om de jaarlijkse pieken en dalen in de onderhoudsuitgaven op te vangen. In 2011 is een krediet voor vervangingsinvesteringen voor kunstwerken ter grootte van € 14,6 miljoen beschikbaar gesteld voor de periode 2011-2020. Van dit krediet is inmiddels circa € 8 miljoen bestemd c.q. uitgegeven. Wat gaat dat kosten/wat levert dat op? Het resultaat hiervan is het beschikbaar houden van het provinciaal vaarwegenstelsel op een afgesproken kwaliteitsniveau, waarbij de functionaliteit voor de beroeps/recreatievaart en de aan- en afvoer van water blijft gewaarborgd.
98
Gebouwen Wat willen wij bereiken? De provincie Drenthe heeft de volgende gebouwen in beheer en onderhoud:
Het provinciehuis;
Zes voormalige brug- en sluiswoningen.
Het Drents Museum (inclusief Huize Tetrode); Het Depot Drents Museum; Drie actieve (vaar)wegen steunpunten en een inactief steunpunt welke ter verkoop wordt aangeboden;
Provinciehuis Het onderhoud van het provinciehuis is zoveel mogelijk "planmatig en voorspelbaar" in plaats van "ad hoc". Het gaat om het voorkomen van risico's en beheersen van kwaliteit ten opzichte van beschikbaar budget. Het onderhoudsbudget wordt zo optimaal mogelijk ingezet. Onderhoudsgevoelige elementen van zowel bouwkundige- en installaties technische aard, van exterieur en interieur, zijn vastgelegd in meerjarenonderhoudsplannen (MJOP’s) van 25 jaar In het onderhoud definiëren we 3 soorten onderhoud:
Planmatig onderhoud; Investeringsonderhoud;,
Dagelijks onderhoud. Binnen het onderhoud wordt waar mogelijk milieuvriendelijk en duurzaam gewerkt. Het onderhoud is gericht op een gebouw dat representatief, efficiënt, effectief en prettig in het gebruik is. Drents Museum Voor het Drents Museum gelden dezelfde beleidsmatige uitgangspunten als het Provinciehuis, alleen ligt bij het Drents Museum extra nadruk op het conserveren en in stand houden van het monumentale pand voor de toekomst. Bovendien is het gebouw een parel voor Assen en heeft het een sterk representatieve functie. Depot Drents Museum Naast de beleidsmatige uitgangspunten zoals bij het Provinciehuis is het onderhoud gericht op de stabilisatie van de klimatologische omstandigheden, zodat de museumstukken onder goede condities bewaard kunnen worden. Steunpunten wegen en kanalen We zijn in het bezit van drie actieve (vaar)wegensteunpunten en een inactief steunpunt welke ter verkoop wordt aangeboden. De steunpunten willen we verder verduurzamen, waaruit efficiënt beheer van de wegen en vaarwegen kan worden uitgevoerd. (Brugwachters)woningen wegen en kanalen De woningen zijn een onderdeel van de vaarwegen en zijn vanuit cultuurhistorisch oogpunt als provinciaal bezit behouden. Ze zijn daarmee een integraal onderdeel van de vaarwegen geworden en zullen daarom vanuit dezelfde uitgangspunten worden onderhouden en beheerd. Wat gaan wij daarvoor doen? Provinciehuis Om op een zo planmatige wijze het onderhoud aan het provinciehuis uit te voeren is het onderhoudsplan 99
naar aanleiding van de afgeronde revitalisering geactualiseerd en in 2012 aangepast, waarbij rekening is gehouden met een onderhoudsplanning van 25 jaar. Dit onderhoudsplan wordt nu gevolgd en de aanwezige voorziening is daarop afgestemd. Het saldo van de voorziening is op het juiste niveau voor een adequaat onderhoudsniveau, zodat geen sprake zal zijn van achterstallig onderhoud. Voor het dagelijks onderhoud is jaarlijks tevens een exploitatiebudget in de begroting opgenomen. In paragraaf II.4 financiële positie en toelichting zijn een beperkt aantal investeringen opgenomen die betrekking hebben op het provinciehuis. Drents Museum Om op een zo planmatige wijze het onderhoud aan de gebouwen van het Drents Museum uit te voeren is in 2012 het onderhoudsplan, naar aanleiding van de verbouwing en nieuwbouw van het Drents Museum aangepast, waarbij rekening is gehouden met een onderhoudsplanning van 25 jaar. Dit onderhoudsplan wordt nu gevolgd en de aanwezige voorziening is daarop afgestemd. Het saldo van de voorziening is hiermee op het juiste niveau voor een adequaat onderhoudsniveau, zodat geen sprake zal zijn van achterstallig onderhoud Depot Drents Museum Net als voor het provinciehuis en Drents Museum is op basis van een meerjaren-onderhoudsplan voor het Depot Drents Museum ook een voorziening ingesteld, nadat het depot in 2011 was opgeleverd. De planning beslaat een periode van 25 jaar (waarvan de laatste 15 jaar voorlopig zijn). Dit onderhoudsplan wordt nu gevolgd en de aanwezige voorziening is tot en met 2022 daarop afgestemd. Het saldo van de voorziening is hiermee op het juiste niveau voor een adequaat onderhoudsniveau, zodat geen sprake zal zijn van achterstallig onderhoud. Na 2022 zal een substantiële verhoging van de planmatige onderhoudswerkzaamheden aan de orde zijn. Steunpunten (vaar)wegen De (vaar)wegen steunpunten worden verder verduurzaamd en onderhouden conform de onderhoudsplanning. Het voornemen is het overbodige steunpunt te verkopen. De woningen zijn/worden verhuurd. Wat gaat dat kosten/wat levert dat op? Provinciehuis, Drents Museum en Depot Goed onderhouden gebouwen zonder achterstallig onderhoud, waarbij de verschillende functies van de gebouwen specifiek tot hun recht komen. Steunpunten (vaar)wegen en brug- en sluiswoningen Het resultaat is dat de uitvoering van het beheer en onderhoud van de wegen en de vaarwegen efficiënt kan worden uitgevoerd. De woningen leveren hun bijdrage in het cultuurhistorisch beeld van de Drentse vaarwegen.
100
Samenvatting WEGEN
2016
Onderhoud wegen (incl. steunpunten) Lasten
2017
2018
2019
10.183.451 9.026.600 8.526.600 9.526.600
VAARWEGEN Onderhoud vaarwegen (incl. steunpunten en woningen) Lasten
4.324.300 4.354.900 4.354.900 4.354.900
GEBOUWEN Onderhoud Provinciehuis Lasten, storting in de voorziening
398.750
398.750
398.750
398.750
Lasten dagelijks onderhoud
192.395
192.395
192.395
192.395
591.145
591.145
591.145
591.145
165.000 136.500 301.500
165.000 136.500 301.500
165.000 136.500 301.500
165.000 136.500 301.500
14.043 47.352 61.395 2016
14.043 47.352 61.395 2017
14.043 47.352 61.395 2018
14.043 47.352 61.395 2019
Onderhoud Drents Museum (incl. Huize Tetrode) Lasten, storting in de voorziening Lasten dagelijks onderhoud Onderhoud Depot Drents Museum Lasten, storting in de voorziening Lasten dagelijks onderhoud TOTAAL Lasten
15.461.791 14.335.540 13.835.540 14.835.540
101
102
Paragraaf 2.4 Financiering Inleiding Wat wordt er besproken in de paragraaf ? In deze paragraaf wordt het treasurybeleid (financieringsbeleid) op voornamelijk de overtollige liquide middelen beschreven. Ook wordt er inzicht gegeven in de ontwikkelingen in de afgelopen periode en worden onze verwachtingen en inschattingen van toekomstige ontwikkelingen geschetst. Een belangrijke plaats neemt het risicobeheer van de financieringsportefeuille in. Wat is Treasury? Treasury omvat alle werkzaamheden gericht op zowel het formuleren van beleid als het daadwerkelijk aantrekken van eventueel noodzakelijke financiering en het uitzetten van (tijdelijk) overtollige middelen die niet direct nodig zijn voor het uitoefenen van de publieke taak.Tevens is het belangrijk dat de risico's die verbonden zijn aan deze activiteiten continu beheerst worden. En ook dat vormt een belangrijk onderdeel van treasury. Vanaf 2013 is bij wet verplicht Schatkistbankieren ingesteld. Dat houdt in dat de provincie al haar overtollige liquide middelen moet aanhouden bij het ministerie van Financiën. Dit kan in de vorm van een rekening courant of het plaatsen van (meerjarige) deposito's. Onder voorwaarden mogen er ook leningen verstrekt worden aan mede-overheden, het zogenaamde onderling uitlenen. Tot de treasury activiteiten behoort ook het beheren en uitvoeren van de overeenkomsten inzake uitgezette middelen met financiële ondernemingen die voor 4 juni 2012 zijn aangegaan. Deze overeenkomsten worden gerespecteerd en mogen aflopen onder de voorwaarden zoals die voor eerder genoemde datum van kracht waren. Tot slot worden de volgende treasury balansposten in deze paragraaf belicht: Activa: Lening aan openbare lichamen; Activa: Overige verstrekte langlopende leningen; Activa: Liquide middelen; Passiva: Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. Wat willen wij bereiken? Treasury omvat de financiering van beleid en het uitzetten van tijdelijk overtollige middelen die niet direct nodig zijn voor het uitoefenen van de publieke taak. De belangrijkste kaders zijn de Provinciewet, Wet financiering decentrale overheden (wet FIDO), Regeling schatkistbankieren decentrale overheden, Besluit begroting en verantwoording, Financiële verordening provincie Drenthe, Financieringsstatuut provincie Drenthe, Administratieve organisatie treasury en overige ministerie regelingen. Voor het uitzetten van gelden bij mede-overheden is in 2014 een protocol vastgesteld (Statenbrief 2014003146). Overtollige middelen die niet direct nodig zijn voor het uitoefenen van de publieke taak worden conform het verplicht schatkistbankieren uitgezet bij de Staat of onderling uitgeleend aan gemeenten waarmee geen toezichtsrelatie bestaat. Uitzonderingen op het verplicht schatkistbankieren zullen beperkt blijven tot situaties waarvoor wettelijk is bepaald dat een ander regime geldt, zoals voor de nazorgfondsen en overeenkomsten die voor 4 juni 2012 zijn afgesloten. De provincie Drenthe heeft een behoudend beleggingsbeleid. Dit heeft tot gevolg dat niet het hoogste rendement wordt behaald. Het risicoprofiel kan getypeerd worden als risicomijdend en defensief. Met inachtneming van eerder genoemde is ons beleid gericht op minimalisatie van de kosten en optimalisatie van de opbrengsten.
103
Wat gaan wij daarvoor doen? Stand van zaken In het vervolg van deze paragraaf schetsen we op basis van onderstaande balansposten de huidige stand van zaken en de ontwikkelingen op het gebied van de treasury. Activa: Lening aan openbare lichamen; Activa: Overige verstrekte langlopende leningen;
Activa:
Liquidemiddelen;
Passiva: Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer. Daarna wordt een overzicht gegeven van de verplichtingen niet blijkende uit de balans te weten de gewaarborgde geldleningen en de garantstellingen. Tot slot wordt er ingegaan op de meer specifieke treasuryactiviteiten en ontwikkelingen. Activa: Lening aan openbare lichamen De leningen aan openbare lichamen zijn leningen die zijn aangegaan met gemeenten (onderling uitlenen). Onze portefeuille ziet er per 1 augustus 2015 als volgt uit: Bedragen x € 1.000,-
Gem. Smallingerland Gem. Velsen Gem. Blaricum Gem. Amsterdam Gem. Maassluis Gem. Oosterhout Gem. Ettenleur Totaal
Einde looptijd 2-sep-19 16-sep-24 3-okt-17 11-dec-24 1-dec-19 6-feb-20 26-jun-20
%
0,750 1,580 0,270 1,202 0,510 0,380 0,410
Lening 31-dec-14
Lening afgesloten 2015
5.000 10.000 6.000 10.000 7.000
38.000
5.000 10.000 15.000
Lening 1-aug-2015 5.000 10.000 6.000 10.000 7.000 5.000 10.000 53.000
In 2015 hebben we het onderling uitlenen voortgezet. Afhankelijk van onze liquiditeitsprognose, financiële markt en risico's zal de leningportefeuille de komende jaren verder worden uitgebreid. In de treasurycommissie was afgesproken dat het verschil tussen onderling uitlenen en plaatsen bij de schatkist minimaal 25 basispunten (= 0,25%) meer moest opleveren. Door daling van de rentestanden kon dit niet worden gerealiseerd. In de treasurycommissie is toen besloten voor een leningstermijn van 2 jaar of minder het minimale verschil in rendement van 25 basispunten los te laten. In de periode januari tot en met juli 2015 hebben we - in het kader van onderling uitlenen - met de Gemeente Oosterhout op 6 februari een lening van € 5 miljoen (5 jaar) afgesloten tegen een tarief van 0,38% (tarief destijds Nederlandse Staat 0,01) en met de Gemeente Etten-Leur op 26 juni een lening van € 10 miljoen (5 jaar) afgesloten tegen een tarief van 0,41% (tarief Nederlandse Staat destijds 0,09%).
104
Activa: Overige verstrekte langlopende leningen Onderstaande tabel geeft de verstrekte langlopende leningen weer per 1 augustus 2015: Bedragen x € 1.000,-
Einddatum
Rente
1-aug-15
Hypotheken
16.923
Verstrekte overige geldleningen Verstrekte geldleningen >1 jaar
53.777
RTV Drenthe
31-dec-27
Drentse Participatie Maatschappij Via Nationaal Restauratiefonds Dutch Recycling Solutions
4,00
2.768
31-dec-15 4,00 opzegtermijn 6 maanden variabel
1.500 865
1-jul-15
0,00
150
Gemeente Emmen (DPE Next)
1-jan-37
3,00
4.800
INCAS 3
1-jan-17
0,00
1.550
31-dec-15 0,00 opzegtermijn 1 mnds 1 jaar deposito
620
St.Sensor Universe Zonneleningen SVN
1.201
Totaal verstrekte overige leningen
67.331
Verstrekte leningen (kredietsubsidies) St. Energy Challenges
15-dec-20
2,00
300
Noordelijk Lokaal Duurzaam Energie NLD
31-dec-18
6,50
150
16-jul-34
1,55
100
Breedband De kop van Roderwolde Totaal Verstrekte geldleningen (kredietsubsidies)
550
Achtergestelde leningen INCAS 3 (Achtergesteld) NV Edon (Achtergesteld)
eeuwigdurend
0,00
2.800
9,00
4.248
Totaal Achtergestelde leningen
7.048
Leningen aan (Deelnemingen) Bruglening Enexis tranche C
30-sep-16
4,65
11.405
Bruglening Enexis tranche D
30-sep-19
7,20
7.984
Totaal Leningen aan (Deelnemingen)
19.389
Totaal
111.241
Hypotheken ambtenaren In augustus 2015 is er rond € 16,9 miljoen aan hypotheken verstrekt aan het personeel. Vanaf 2007 worden er geen nieuwe hypotheken verstrekt. Verstrekte overige geldleningen Verstrekte geldleningen >1 jaar De post verstrekte geldleningen >1 jaar bestaat uit transacties die zijn aangegaan bij financiële instellingen. Deze leningen zijn aangegaan in het kader van de treasury. Overeenkomsten die voor 4 juni 2012 zijn afgesloten mogen aflopen onder de voorwaarden als die voor eerder genoemde datum 105
van kracht waren. Het gedeelte van de provinciale treasuryportefeuille dat onder de overgangsregeling valt is ongeveer € 54 miljoen groot. Dit aandeel zal afnemen door vrijval van de uitgezette gelden. Het Nazorgfonds valt niet onder verplicht schatkistbankieren, deze middelen worden nog wel uitgezet via financiële ondernemingen. Ook kunnen er leningen verstrekt worden vanuit de publieke taak. Binnen het kader van wet- en regelgeving bepaalt provinciale staten wat zij onder de publieke taak verstaat en hoe deze wordt uitgeoefend. De provincie kan leningen opnemen, leningen verstrekken en garanties verlenen voor de uitoefening van de publieke taak. De uitoefening van de publieke taak is aan voorwaarden gebonden. Een van de voorwaarden is een marktconforme prijs voor het verstrekken van leningen en garanties . Gemeente Emmen (DPE Next) Aan de Gemeente Emmen (DPE Next) is een lening verstrekt voor de realisatie van het Dierenpark Emmen en het vastgestelde Bedrijfsplan 7.0A, onderdeel van IGO-Atlanta. Deze lening wordt in tranches beschikbaar gesteld, in 2015 is € 1.800.000,-- beschikbaar gesteld. Zonneleningen SVN Er is een groeiende markt voor lokale zonnestroomproductie door particulieren. In december 2014 heeft PS - met terugwerkende kracht - besloten voor de periode vanaf 1 januari 2014 tot en met 31 december 2019 € 10 miljoen beschikbaar te stellen. In 2015 worden gezamenlijk met gemeenten middelen beschikbaar gesteld voor dergelijke leningen, het aandeel van de provincie voor 2015 is maximaal € 2.832.000,--. Verstrekte leningen (kredietsubsidies) In principe vallen alle nieuwe publiek taak leningen onder de ASV (Algemene Subsidie Verordening). Dit betekent dat er altijd een subsidiebeschikking aan de lening ten grondslag ligt. Stichting Energy Challenges Voor het schooljaar 2014/2015 is aan Stichting Energy Challenges een lening verstrekt van € 200.000,--. Voor het schooljaar 2015/2016 zal in september 2015 aan de hand van de rapportage over het vorige schooljaar en de verwachtingen voor het nieuwe schooljaar maximaal totaal € 372.500,-worden verstrekt. De Kop Breed (Breedband) Voor de uitrol breedband in witte gebieden hebben PS eerder dit jaar ingestemd met het inzetten van € 3 miljoen voor het verstrekken van leningen. Door coöperatie De Kop Breed in de gemeente Noordenveld wordt nu een eerste beroep gedaan op deze middelen. De Kop Breed is de eerste van drie pilotprojecten, EcoOostermoer (Eexterzandvoort) en Oranje zijn de beide andere pilots. Van deze laatste twee wordt in 2015 ook nog een leningaanvraag verwacht. Achtergestelde leningen Incas 3 In juni 2014 is aan de stichting Incas een overbruggingslening verstrekt van € 2.8 miljoen. Dit is in 2015 omgezet naar een achtergestelde lening. Met deze achtergestelde lening wordt voldaan aan de vereiste dat een bijdrage wordt geleverd aan de versterking van het eigen vermogen van INCAS3. Tevens wordt voldaan aan de wens van Provinciale Staten van Drenthe om de bijdrage aan Incas een revolverend karakter te geven.
106
Passiva: Vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar of langer De vaste schulden met een rentetypische looptijd van 1 jaar bestaan net als vorig jaar alleen uit Groenfondsleningen. Deze leningen dienen de kavelruil van boeren te financieren. Aan het einde van de looptijd in 2016 moet de lening worden afgelost. Bedragen x € 1.000,Nationaal Groenfonds Nationaal Groenfonds Totaal
Eindelooptijd
% 2016 2016
4,300 4,300
Lening 31-aug-15 100 153 253
Niet uit de balans blijkende verplichtingen: Gewaarborgde geldleningen De gewaarborgde geldleningen betreffen geldleningen verstrekt ten behoeve van instellingen in de gezondheidszorg. Het gaat veelal om borgstellingen vanuit de jaren zeventig en tachtig. Bedragen x € 1.000,-
Gewaarborgd tot
Oorspronkelijk bedrag
15-nov-19 15-apr-20 1-nov-21 3-dec-24
454 839 4.112 3.950
Waarvan door de provincie gewaarborgd per 31-122014 136 309 992 1.411
20-jun-18
998
182
Door wie is de lening aangegaan
St. Provinciale Bibliotheek te Assen St. Provinciale Bibliotheek te Assen Lentes Groningen (St.GGZ Groningen) Hendrik van Boeijenoord (St.GGZ Drenthe) St Interzorg Noord Nederland
Niet uit de balans blijkende verplichtingen: Overige garantstellingen In het kader van revolverend financieren zijn er garantstellingen afgegeven. Overige Garantstellingen
Ingangsdatum
Sectorplan vrijetijdseconomie Sectorplan AMRD Garantstelling spoorshuttle Coevorden-Malmö Totaal
2015 (looptijd maximaal 2 jaar) 2015 (looptijd maximaal 2 jaar) 31-dec-2015
Garantstellingx € 1.000,per 1 augustus 2015 100 684 250 1.034
De garantstellingen voor Sectorplan vrijetijdseconomie en de AMRD zijn afgegeven om een rijksbijdrage te kunnen ontvangen.
107
Treasury activiteiten en ontwikkelingen In de afgelopen periode hebben we een verkenning met andere provincies uitgevoerd naar leningen aan sectorbanken. De uitkomst was dat de provincie Drenthe op dit moment niet wil deelnemen aan dergelijke leningen Treasury Portefeuille Per 1 augustus 2015 bestaat de treasury portefeuille uit: Bedragen in € Kortlopende uitzettingen Langlopende uitzettingen Langlopende uitzettingen
Rijk Schatkistpapier Obligaties/Deposito's aangegaan voor 4 juni 2012 Decentrale overheden (onderling schatkistbankieren)
Totaal
1-aug-2015 158.389.060 53.777.140
31-dec-2014 182.149.552 53.777.140
53.000.000
38.000.000
265.166.200
273.926.692
Over de kortlopende uitzettingen bij de schatkist kunnen we dagelijks beschikken.
Onze portefeuille invulling kan als volgt grafisch worden weergegeven:
108
De vrijval van de treasuryportefeuille over 2016 tot en met 2024 kan als volgt grafisch worden weergegeven:
We stellen voor onze portefeuille zodanig in te richten dat we op termijn van circa 100 miljoen naar 50 miljoen korte uitzettingen te gaan.
109
Ontwikkeling rente De rente op de geldmarkt (korter dan 1 jaar) en de kapitaalmarkt (1 jaar of langer) blijven historisch laag. In onderstaande grafiek zijn de ontwikkelingen zichtbaar over de periode januari 2014 tot en met augustus 2015.
De deposito's van de Nederlandse Staat voor 10 jaar (lange termijn) vertonen een grillig verloop. Na een dieptepunt in april 2015 met een rente van 0,31% stijgt de rente in juli 2015 weer naar 1,05%. Het 3-maands schatkistpapier bij de Nederlandse Staat levert vanaf juli 2014 geen vergoeding meer op. De Euriobor (het rentetarief waartegen een groot aantal Europese banken elkaar leningen in euro's verstrekken) een belangrijke graad meter voor de korte rente is vanaf mei 2015 negatief. In onze begroting gaan we uit van een korte rente van 0%,dit is het huidige tarief bij de schatkist. De rente op de lange uitzettingen zal periodiek - op basis van uitgevoerde transacties - worden aangepast. We houden rekening met een (langlopende) kapitaalmarkt rente voor nieuwe beleggingen van 2016 : 0,5% 2017: 2,0% 2018 en volgende jaren : 2,5%
110
Liquiditeitspronose In onderstaande grafiek is de prognose van de uit te zetten middelen gegeven. De prognose wordt regelmatig bijgesteld op basis van de uitgegeven middelen.
Beheersing van risico’s
Risico's Kasgeldlimiet kortlopende schulden
Renterisiconorm - langlopende schulden
Valuta risico's
Kredietrisico's
De kasgeldlimiet bepaalt het bedrag dat de provincie maximaal als gemiddelde netto vlottende schuld per kwartaal mag hebben. Voor provincies is dat bepaald op 7% van de jaarlijkse begroting. Het renterisico op langlopende schulden mag de wettelijke renterisiconorm niet overschrijden. De grondslag van de renterisiconorm is het 20% van het begrotingstotaal Ontstaan door schommelingen in wisselkoersen Risico op terugbetaling van beleggingen en/of rentebetalingen, door alleen te beleggen in vastrentende waarden van financiële ondernemingen en landen met minimaal AAA-rating.
111
De afgelopen jaren hebben wij ruimschoots voldaan aan deze limiet. Omdat erin in 2016 geen financiering gepland zullen we ook in 2016 aan deze norm voldoen. De provincie Drenthe heeft als langlopende lening € 253.000 uitstaan bij het Groenfonds. Door dit geringe bedrag is de renterisiconorm niet van toepassing Geen consequenties voor 2016, omdat er alleen belegd wordt in Euro's. In de afgelopen jaren zijn de ratings van de Rabo, BNP Paribas en NWB gedaald waardoor ze niet meet aan de minimale rating voldoen (bij aankoop waren de ratings voldoende). Er is besloten om niet tot verkoop over te gaan, wel wordt de kredietwaardigheid van de financiële ondernemingen nauwgezet gevolgd. Alle nieuwe uitzettingen en alle vrij te vallen middelen komen zullen worden geplaatst bij de staat danwel uitgeleend worden aan decentrale overheden. De
Liquidteitsrisico's
Het kunnen betalen van facturen en overige financiële verplichtingen
Koersrisico's
Het risico dat de koers van een vastrentende waarde zoals een obligatie zich negatief ontwikkelt.
Nederlandse staat en haar decentrale overheden worden als zeer kredietwaardig beschouwd. Door middel van een liquiditeitsplanning worden de aanwezige liquide middelen afgestemd op de verwachte ontvangsten en uitgaven De beleggingsportefeuille kent een "buy en hold' strategie waardoor vroegtijdige verkoop in principe niet aan de orde is. Afhankelijk van de marktwaarde wordt een koerswinst of koersverlies gerealiseerd.
Berekening EMU-saldo In het bestuurlijk overleg is afgesproken dat de decentrale overheden ramingen van het EMU-saldo dienen te verstrekken over het voorafgaande jaar, het actuele jaar en het volgende jaar. Wij als provincie Drenthe hebben de jaren i.h.k.v. Wet Hof iets uitgebreid met een aantal jaren. Op deze manier is het meerjarig verloop beter zichtbaar en kan dit bijdragen aan een betere beheersing van het EMU-saldo. In het Bestuurlijk overleg financiële verhoudingen(Bofv) is afgesproken dit beter te monitoren, waarbij dan ook rekening is gehouden met de laatste stand van de investeringsplanning en het planningsoptimisme. Dit alles om, conform in Europa gemaakte afspraken, een juiste landelijke inschatting te kunnen maken en een eventuele bijstelling van het verloop van het EMU-saldo te regelen. De ruimte die de decentrale overheden in 2015 hebben is 0,5% BBP In het Bofv van 14 september 2015 heeft minister Dijsselbloem vastgehouden aan de voorziene daling van de ruimte voor het EMU-tekort van 0,5% BBP naar 0,4% BBP in 2016. In het najaars-Bofv van 2016 zal worden besproken of de voorziene daling naar 0,3% BBP in 2017 “verantwoord en mogelijk” is. Er is voor 2016 geen verdeling over gemeenten, provincies en waterschappen vastgesteld, omdat er toch geen sancties zullen worden getroffen bij eventuele overschrijding. De belangrijkste uitgangspunten van het Stabiliteits- en Groeipact zijn: 1. Het EMU-saldo: het begrotingstekort mag niet groter zijn dan 3 procent van het bruto binnenlands product1 (BBP). 2. De EMU-schuld: de overheidsschuld moet lager zijn dan 60 procent BBP of in voldoende mate afnemen2. 3. Het structurele EMU-saldo: elk land heeft een Medium-Term Objective (MTO). Dit is een landenspecifiek structureel saldo (het saldo na correctie voor de conjunctuur) dat op de middellange termijn gerealiseerd moet worden. Voor Nederland is dit thans een structureel begrotingstekort van maximaal 0,5 procent BBP.
112
Meerjarig overzicht EMU-saldo berekening
113
114
Paragraaf 2.5 Bedrijfsvoering 1. Wat willen we bereiken? Missie: De ambities van het bestuur waar maken. De missie van de organisatie is om de ambities van het Drentse bestuur waar te maken, zo goed mogelijk, gefocust op de bestuurlijke speerpunten, én zo doelmatig mogelijk. Met een moderne bedrijfsvoering en een excellente dienstverlening. De provincie is daarbij een solide partner die de zaken beheersmatig op orde heeft maar vooral ook ondernemend en snel en flexibel inspeelt op nieuwe ontwikkelingen en veranderende behoeftes van bestuur, partners en burgers. Algemeen De vorige bestuursperiode werd hard geraakt door de crisis. Minder inkomsten voor de provincie. In de bedrijfsvoering is de nadruk daarom sterk gelegd bij het terugdringen van de loonkosten en daarmee het aantal arbeidsplaatsen. Ook het terugdringen van de overhead was een speerpunt. De ombuigingen en een reorganisatie, de oprichting van de RUD en de komst van Prolander hebben veel organisatorische inzet gevraagd. Onderzoek naar het oprichten van shared services (met andere overheden) liet weinig winstkansen zien en die lijn werd verlaten. De samenwerking met de provincie Groningen werd als spin off van dit onderzoek wel versterkt. We hebben de taakstellingen van 2015 gehaald. De organisatie is kwantitatief op de gewenste sterkte. Het aandeel medewerkers met een vast contract is verminderd. Wat willen we bereiken?: De adaptieve netwerkorganisatie Wat we de komende (college)periode willen bereiken is een hogere kwaliteit van de organisatie. Wij willen met onze mensen continu werken aan een hogere kwaliteit, die zich laat zien in op tijd geleverde resultaten, in onze dienstverlening, in het adaptief vermogen van de organisatie en in haar netwerkvaardigheden. De interactie met ‘buiten’ wordt een belangrijk speerpunt. Aanpak: Slim, slank en soepel We blijven langs drie lijnen ontwikkelen. Deze lijnen zijn in de Directiebrief 2013 (een bijlage bij de Voorjaarsnota 2013) beschreven als Slim, Slank en Soepel. Slim zet vooral in op de ontwikkeling van de organisatie als geheel en het personeel. Kennis, kunde en houding en gedrag. Passend bij het concept van de adaptieve netwerkorganisatie. Via Slank wordt vooral gewerkt aan het bereiken van de kwantitatieve doelstellingen (formatieomvang, verhouding vaste en tijdelijke contracten, lagere overhead). Soepel concentreert zich op sturingsprocessen, werkprocessen en de inzet van moderne ICT. Wat gaat dat kosten? De kosten voor de bedrijfsvoering zijn zichtbaar gemaakt in het programma Financiën en organisatie. Monitoring Op het terrein van de bedrijfsvoering wordt een aantal monitoren ontwikkeld. De dienstverlening van de organisatie meten we met een klanttevredenheidsonderzoek (nu 7,4) en een bereikbaarheidsonderzoek (nu 5,6). Een meting naar het presteren van de organisatie gaat via de methode HPO (nu 6,4). Verder meten we regelmatig de omvang en samenstelling van het personeelsbestand, de tevredenheid van medewerkers en de prestaties van de overheadfuncties. Deze laatste metingen volgen uit een IPO initiatief (De internetspiegel), ook om provincies te kunnen vergelijken.
115
2. Wat gaan we doen?: Slim! Speerpunt Programma Organisatieontwikkeling Vanuit de zo genoemde systemische aanpak gaan we samen met de medewerkers het werk in om continu en systematisch te werken aan kwaliteitsverbetering. Eerst gaan we kijken en begrijpen hoe we nu werken. Daarbij komen vragen aan de orde zoals: hebben we de juiste (interne en externe) klanten voor ogen, voegen wij waarde toe ten behoeve van onze klanten of is er sprake van verspilling, werken wij aan de juiste opgaven en hebben we de juiste deskundigheden in huis om onze klanten optimaal te bedienen. Daarna gaan we verbeteringen formuleren en daadwerkelijk implementeren. Deze systemische aanpak stelt de klantvraag centraal, is grondig en kost daarom tijd. Is ook cyclisch van aard: check (begrijpen); plan (verbeteren), do (uitvoeren). De komende twee jaar gaan we gefaseerd per team en/of per team-overstijgende opgave met deze aanpak aan de slag. Uiteraard staan we niet twee jaar stil. Verbeteringen worden als mogelijk direct doorgevoerd. Deze systemische aanpak is één van de kernbestanddelen van organisatieontwikkeling. De andere is een meerjarig Management Development traject waarin we gaan werken aan doorontwikkeling van de kwaliteit van de leidinggeven. In dit traject komen zaken aan de orde als de eenheid van leidinggeven, de managementstijl (zakelijk én inspirerend), verheldering en aanscherping van de diverse rollen in de managementlagen en het betekenis geven aan het uitgangspunt dat de medewerker centraal staat. Een onderdeel van het programma concentreert zich op de ontwikkeling van de interactie en cocreatie met burgers en instanties. Bijzondere aandacht zal uitgaan naar het tussen de oren krijgen van de factor C (communicatie). De methode om omgevingsbewust beleid te maken. De systemische aanpak raakt per definitie andere speerpunten in de bedrijfsvoering, zoals planning en control, personeelsplanning en procesverbetering/ICT. Door een programmatische aanpak en de coördinatie vanuit het CMT worden de verbindingen geborgd Speerpunt Ontwikkeling Wegen en Vaarwegen Voor de teams die uitvoering geven aan beheer en onderhoud van wegen en vaarwegen is een iets andere maar vergelijkbare aanpak gekozen. Deze gaat uit van een verdere professionalisering van de uitvoerende werkzaamheden. Kernpunt is het introduceren van assetmanagement. Op basis van deze moderne vastgoedbenadering worden de financiële- en werkprocessen en taakpakketten van medewerkers aangepast. De aanbevelingen van het Rekenkameronderzoek van 2015 naar het beheer van infrastructuur worden daarbij benut. Uit een eerste analyse blijkt dat er organisatorische en personele wijzigingen nodig zijn. In 2016 zullen deze worden doorgevoerd. Frictiekosten zijn voorzien. Ook meester-gezel constructies (groen voor grijs) worden voorgesteld, gelet op de uitstroom in deze sector. Speerpunt Programma Dienstverlening Al enkele jaren is de provincie (ook aansluitend op landelijke ontwikkelingen) bezig met het uitwerken van een dienstverleningsconcept en het voldoen aan haar eigen ambitieuze kwaliteitshandvest. Met de oprichting van een klantcontactcentrum (KCC) als belangrijkste wapenfeit. Het gaat hierbij vooral om het aanbieden van informatie en standaard producten en diensten. Via diverse kanalen. Steeds meer diensten en producten zullen via het KCC worden aangeboden. Belangrijk in 2016 is de verbetering van de telefonische bereikbaarheid, niet zozeer van het KCC maar van de ambtenaren in tweede lijn. Dienstverlening blijft ook het uitgangspunt van de website, die in 2016 functioneel wordt herijkt. De website speelt dan meer in op de klantvraag. Overige doelen Als een goed werkgever nemen we onze verantwoordelijkheid en faciliteren we medewerkers om continue te werken aan hun kwaliteiten. Een organisatie ook met veilige en gezonde
116
arbeidsomstandigheden, met vitale en duurzaam inzetbare medewerkers. Een laag ziekteverzuim (nu 3,0%) hoort daarbij. Daar blijven we op sturen. Om te voldoen aan onze verantwoordelijkheid als werkgever is er een aantal doelgroepen die wij in het provinciehuis een plek gaan bieden: stagiaires, arbeidsgehandicapten (4 in 2016 conform de afspraken met het Rijk) en BBL-ers (14 in het jaar). Voor de arbeidsomstandigheden geven we uitvoering aan de plannen van aanpak van de risicoinventarisaties en in bijzonder doorontwikkeling van het agressiebeleid. Op basis van het Preventief Medisch Onderzoek worden gerichte acties ondernomen ter verbetering van de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. De organisatie wordt ondersteund door een arbodienst. Alle teams zullen in 2016 een zelfevaluatie hebben doorlopen op het terrein van ambtelijke integriteit (welke risico’s loopt het team). Ook worden de door PS in 2007 vastgestelde kaders voor ambtelijke integriteit geactualiseerd, waaronder een protocol voor integriteitsonderzoek en de daarbij behorende bevoegdheden.
3. Wat gaan we doen?: Slank! Speerpunt Strategische personeelsplanning en flexibiliteit De taakstelling voor 2018 (419 fte) moet gehaald worden door een teruggang in streefformatie met 5 fte per jaar. Een andere opdracht is om het aantal vaste contracten met ca. 60 fte terug te brengen (naar ca. 325 fte). Dit ten gunste van tijdelijke contractvormen. Het is maar zeer de vraag of deze taakstelling nog reëel is, gezien de veranderde wetgeving en de risico’s in de bedrijfsvoering. We zullen begin 2016 (in een nieuwe Directiebrief) een nieuw voorstel over de opbouw van ons personeelsbestand formuleren. Daarbij benutten we een nieuwe systematische aanpak van strategische personeelsplanning (SPP) om beter zicht te hebben op de toekomstige behoefte aan personeel (in aantallen en in kwaliteiten) en de mate waarin dat potentieel al aanwezig is. Ook wordt in kaart gebracht hoe flexibel het personeel inzetbaar is, bijvoorbeeld in programma’s en projecten. We investeren in competenties als aanpassend vermogen en netwerkvaardigheid. Speerpunt Groen voor grijs Gezien de hoge gemiddelde leeftijd en de forse (natuurlijke) uitstroom van kennis en kwaliteiten de komende jaren is het binnenhalen van jong talent gewenst. Onze ervaringen met de groene impulsen van trainees zijn goed. We starten dan ook in 2016 met een nieuwe traineeprogramma en proberen jong talent vast te houden. We koppelen dat jonge talent ook in meester-gezel constructies. Vacatures proberen we zo veel mogelijk met jongeren te vervullen. Dit om meer balans in de organisatie te krijgen. Overige doelen Tot nu toe hanteren we een overheaddefinitie van het adviesbureau Berenschot. Een overheadpercentage van 35% wordt daarbij redelijk geacht, We zitten er iets boven. Echter de meeste provincies kiezen er inmiddels voor om de formatie toe te delen aan de zeven IPO kerntaken. Wat overblijft (aan ondersteuning) is overhead. Wij gaan deze methodiek ook toepassen. Ook de systemische aanpak kijkt expliciet naar de waarde die de overhead bijdraagt. Verlaging van de overhead blijft beleid. Voor inhuur bovenop de loonsom (uit projectbudgetten) hanteren we voor 2016 het plafond van 5,6 miljoen conform de afspraak met Provinciale Staten.
117
4. Wat gaan we doen?: Soepel! Speerpunt Programma planning en control Al enkele jaren zijn we actief met de doorontwikkeling en digitalisering van planning en control. Daarbij wordt als uitgangspunt genomen, terug te gaan naar de essentie van planning en control. Sturen. Minder tachograaf, meer dashboard. De doorontwikkeling van planning en control wordt programmatisch aangepakt in samenspraak met Provinciale Staten. Nadat in 2015 de jaarstukken 2014 en de Begroting 2016 ook digitaal zijn gepresenteerd worden en 2016 de instrumenten verder doorontwikkeld naar een "monitor" voor bestuurlijke planning en control. Dit betekent dat ook de tussentijdse rapportages en begrotingswijzigingen primair in een digitale vorm worden gepresenteerd, in hun relatie met begroting en jaarstukken. Gedrukte versies zijn afgeleide. In de tussentijd wordt de verstrekte beleidsinformatie (resultaten, indicatoren en effecten) methodisch verder doorontwikkeld en in lijn gebracht met de informatie die in beleidsstukken en op de website Drenthe in Feiten en Cijfers wordt verstrekt. Binnen het programma worden diverse projecten opgestart, waarbij verbeterd beheer van informatiesystemen plaatsvindt, waarbij nieuwe manieren worden gebruikt om informatie te ontsluiten (vanuit de begrotingsdoelstellingen) en waarbij moderne wijzen van presentatie (actuele digitale dashboards) worden ingevoerd. Het uitvoeringsprogramma (welke resultaten wanneer) wordt integraal hierin opgenomen. Betere kwaliteit van de informatie begint bij de kwaliteit van de bronsystemen. Diverse projecten worden opgestart om de kwaliteit van de informatie uit het financieel en personeelssysteem te verbeteren. Herinrichting (naar de op kerntaken ingerichte doelenboom) en het centraal verzamelen en beheren van informatie zal zorgen voor een betere informatievoorziening. Speerpunt 3P In 2015 hebben we een team 3P geformeerd. Hierin zijn onder meer procesregisseurs, programmamanagers en projectleiders ondergebracht. Dit team zal de professionele opdrachtnemers leveren voor het merendeel van de strategische speerpunten in het collegeprogramma. Ook zal het team een bijdrage leveren aan de realisatiekracht van de overige teams. Het team 3P zal daarvoor een methodisch instrumentarium ontwikkelen. Speerpunt facilitaire diensten Na het afblazen van het shared service concept is besloten de facilitaire teams te organiseren rond diverse facilitaire processen (als wijzigingsbeheer, service). Deze processen worden diepgaand geanalyseerd en aangepast. Kwaliteitsverbetering, kostrenbeheersing en het snel reageren op nieuwe (technische) mogelijkheden staat hierbij voorop. De verwachting is dat dit proces leidt tot functiewijzigingen. Hiervoor worden frictiekosten voorzien. Speerpunt ICT In 2015 is een informatieplan vastgesteld. Met dit plan wordt de informatievoorziening en de ICT op en hoger plan gebracht. In 2016 zal met name de ondersteuning aan het programma planning en control de volle aandacht krijgen. Ook bereiden we ons voor op de vervanging van ons documentair systeem, daarbij benutten we de uitkomsten van de procesanalyses uit de eerder genoemde systemische aanpak. Verder gaan we onze werkplekken (PC en telefonie) vervangen door een nieuw flexibel concept. Dit concept hebben we al uitgetest bij Prolander. Het informatieplan wordt gedekt uit het vastgestelde meerjaren investeringsprogramma ICT. Ook hebben we te maken met nieuwe externe ontwikkelingen als de Agenda e-overheid 2017, de nieuwe Omgevingswet, de landelijke basisregistraties en Europese richtlijnen om omgevingsdata te publiceren. In 2016 maken we een impactanalyse op deze ontwikkelingen. Zij kunnen van invloed zijn op het informatieplan en de kosten.
118
Overige doelen Onze juridische ondersteuning en rechtsbescherming wordt kwalitatief versterkt door een betere centrale coördinatie. In 2016 schenken wij speciale aandacht aan de het verder klantgericht maken van het proces rechtsbescherming en de daarbij behorende digitalisering. Mediation wordt bevorderd. We hebben de inkoopfunctie in 2015 centraal gepositioneerd bij het team Subsidies en Inkoop. De adviesfunctie is opgewaardeerd naar een regisserende functie. Dit draagt bij aan een verzakelijking in de organisatie, bevordert transparantie in het kader van integriteit en helpt bij het aanscherpen van het opdrachtgeverschap. Het risico van het doen van onrechtmatige aanbestedingen als ook het niet nakomen van contractuele verplichtingen wordt verkleind. De resultaten van komend jaar zullen gericht zijn op: grip op alle inkoopuitgaves, aandacht voor het Drents MKB in bijvoorbeeld (Europese) aanbestedingen en de vertaling van maatschappelijke thema's en de strategische agenda naar inkoopbeleid en programma's van eisen. Omdat de bezettingsgraad/efficiency van het gebouw steeds hoger wordt, is er aandacht voor vindbaarheid van personen en ruimte. In 2016 wordt een nieuw monitoringssysteem in gebruik genomen, waardoor alle gebruikers van het provinciehuis op ieder moment kunnen zien welke werkplekken en ruimten beschikbaar zijn. Tevens genereert dit systeem managementinformatie over het gebruik en bezettingsgraad in het gebouw.
119
120
Paragraaf 2.6 Verbonden partijen Inleiding Meer grip op verbonden partijen De uitvoering van taken is voor de provincie steeds complexer geworden. In toenemende mate moeten wij een beroep doen op andere organisaties waaraan wij taken uitbesteden, via inkoop of subsidie of via uitvoering door verbonden partijen. Bij verbonden partijen kan het zowel gaan om privaatrechtelijke rechtspersonen die een rol spelen in de uitvoering van een publieke taak als om gemeenschappelijke regelingen. Voor wat betreft de private partijen gaat het om organisaties en instellingen waar de provincie zowel financieel als bestuurlijk zeggenschap over heeft. In geval van (de publiekrechtelijke) gemeenschappelijke regelingen gaat het om samenwerkingsvormen met een rechtspersoonlijkheid. De provincie blijft verantwoordelijk voor de aansturing van verbonden partijen, de controle erop en de financiële consequenties voor de eigen organisatie. De diversiteit van de verbonden partijen neemt bovendien toe, evenals het financiële en beleidsmatige gewicht ervan. Voor Provinciale Staten levert dit een worsteling op met kaderstelling en toezicht/controle, niet alleen voor wat betreft de financiën maar ook voor wat betreft de beleidsrisico’s. Het is daarom des te meer van belang dat de Staten in het proces van begroting en verantwoording de benodigde informatie krijgt om de bijdrage van verbonden partijen aan de realisatie van de programma’s en daaraan verbonden risico’s te kunnen beoordelen en te laten meewegen in het proces van horizontale sturing en verantwoording. Om de prestaties van verbonden partijen en de eventuele risico’s te kunnen beoordelen is goede informatie nodig, die aansluit bij de informatie van de provincie over hun eigen taakuitvoering en de daaraan verbonden risico’s. Daarbij rekening houdend met de nieuwe richtlijnen van de commissie BBV (Besluit Begroting & Verantwoording) met betrekking tot de informatieverschaffing ook voor gemeenschappelijke regelingen met een rechtspersoonlijkheid. Het opnemen van een set van beleids-indicatoren door gemeenschappelijke regelingen heeft echter geen informatieve meerwaarde voor de provincie. Immers, voor de staten zou het voldoende moeten zijn dat zij de op beleidsindicatoren gebaseerde informatie voor de eigen provincie beschikbaar heeft. Het is van belang dat de informatie over verbonden partijen die provincie in de begroting en verantwoording opneemt aansluit op de informatie over hun eigen posities, activiteiten en risico’s. Door de informatie op te nemen in de beleidsprogramma’s waarop de samenwerking met de verbonden partij betrekking heeft, wordt bevorderd dat de bijdrage van verbonden partijen en daaraan verbonden risico’s in de beschouwingen over de begroting en verantwoording kan worden meegenomen. Het beoogde doel hiermee is dat de positie van de staten bij de kaderstelling ten aanzien van en controle op de verbonden partijen worden versterkt. Naast de informatie per beleidsprogramma blijft het voor de algemene kaderstelling ten aanzien van verbonden partijen van belang de staten een samenvattend overzicht van alle verbonden partijen aan te bieden waarin de provincie participeert. Wat willen wij bereiken? In de volgende tabellen worden de verbonden partijen van de provincie Drenthe weergegeven. De verbonden partijen voeren een beleid uit dat de provincie ook (gedeeltelijk) zelf had kunnen uitvoeren of vanuit andere, ook beleidsmatige overwegingen, hebben Provinciale Staten indertijd besloten deel te nemen aan de verbonden partij. De doelstellingen van de verbonden partijen corresponderen met die van de provincie of via de verbonden partijen worden de doelstellingen van de provincie gerealiseerd. Per verbonden partij is aangegeven aan welk programma onderdeel de verbonden partij is gelieerd ('koppeling met provinciale begroting'). 121
Het beleidskader deelnemingen is vastgelegd in de Beleidsnota Verbonden Partijen. Gedeputeerde Staten kiezen ervoor het begrip verbonden partijen ruimer op te vatten dan de definitie en de uitleg uit het BBV. In de paragraaf verbonden partijen van de begroting en de jaarstukken kan bijvoorbeeld een organisatie worden opgenomen, waarin de provincie niet bestuurlijk is vertegenwoordigd of waarbij de provincie een gering financieel risico loopt, maar waarbij de relatie met de provincie zodanig is dat opname van de organisatie in de paragraaf is gerechtvaardigd. De reden dat wordt gekozen voor een “brede” invulling is de behoefte aan een meer volledig overzicht en transparantie. Voorbeeld hiervan is de Stichting Drentse Energie Organisatie (DEO), waarin de provincie niet bestuurlijk is vertegenwoordigd, maar waarbij de bestuurlijke en financiële verbondenheid zodanig is dat opname van deze organisatie in de paragraaf verbonden partijen aan te bevelen is. De opgenomen financiële kengetallen zijn overgenomen uit de vastgestelde jaarverslagen/-rekeningen van de verbonden partijen uit 2014. De verbonden partijen zijn per juridische vorm en vervolgens per beleidsprogramma gerangschikt. Verbonden partij
Rechtsvorm
Eigenaars-/ deelnemers belang
Financiële bijdrage 2016 van de Provincie
SNN
Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling
1/3
€ 552.625,-
1/3
€ 257.040,-
€ 7.500,-*
35%
Gemeenschappelijke regeling
22,8%
€ 247.230,(+ Rijks BDU van € 21.433.670,-) € 2.582.770,-
€ 780.000,-*
Gemeenschappelijke regeling Gemeenschappelijke regeling ‘zonder meer’ Gemeenschappelijke regeling ‘zonder meer’ Vereniging
50 %
€ 5.300.000,-
€ 440.000,-*
36%
€ 450.000,-
12,5%
€ 927.773,-
1/12
€ 736.185,-
Stichting
8.5%
Geen
Stichting
6%
Geen
Stichting
1/12
€ 147.278,-
Stichting
‘100%’
€ 29.200.000,-
Noordelijke Rekenkamer Openbaar Vervoer bureau Groningen Drenthe Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe Prolander Beheerorganisatie Vechtdallijnen Regiovisie GroningenAssen Vereniging Interprovinciaal Overleg (IPO) Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging Stichting Bodembeheer Schoonebeek Stichting Landelijk Meldpunt Afvalstoffen (LMA) Stichting Drentse
122
Financiële ontvangsten 2016 voor de Provincie
Energie Organisatie
Fonds nazorg gesloten stortplaatsen
Regelement (ingesteld obv de Wet Milieubeheer)
‘100%’
Investerings- en Ontwikkelingsmaatsch appij voor NoordNederland (NV NOM) Groningen Airport Eelde N.V. (GAE) Enexis N.V.
NV
0.01 %
(verstrekt in 2011 in de vorm van een eenmalige subsidie, voor de looptijd van 20112020) Geen. (Financiële bijdrage is verantwoordelijkhei d van Attero) € 702.400,-
Naamloze Vennootschap Naamloze vennootschap Naamloze vennootschap
30%
Geen.
2,28%
Geen
€ 2.500.000,-**
50%
Geen
€ 2.721,- **
Naamloze Vennootschap
0,32%
Nvt.
Naamloze vennootschap Besloten vennootschap
0,09%
Nvt
NV Waterleidingmaatscha ppij Drenthe Nederlandse Waterschapsbank (NWB) Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) MKB Fonds Drenthe Holding
€ 13.000.000,(verstrekt in 2014 in vorm van eenmalige subsidie) Nvt
€ 100.912,-**
Publiek Belang besloten 2,28% Elektriciteitsproductie vennootschap B.V.*** Verkoop Vennootschap besloten 2,28% Nvt B.V.*** vennootschap. Cross Border Leases besloten 2,28% Nvt Vennootschap B.V.*** vennootschap. Vordering op Enexis besloten 2,28% Nvt B.V.*** vennootschap. CSV Amsterdam B.V. ( besloten 2,28% Nvt voorheen Claim Staat vennootschap B.V.)*** *Geraamde opbrengsten uit (PIOFACH) dienstverlening vanuit de provincie Drenthe aan deze verbonden partijen. De opbrengsten vormen de dekking voor de door de provincie gemaakte loonkosten, inhuur, werkplekfaciliteiten, ed van de dienstverlening. ** Uitgekeerd dividend in 2014 *** Betreft vennootschappen die allen samenhangen met de afwikkeling van de verkoop van het belang in Essent
123
Wat gaan wij daarvoor doen? Gemeenschappelijk regelingen SNN Samenwerkingsverband Noord-Nederland Naam verbonden partij Website www.snn.eu Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling Vestigingsplaats Groningen Doel Het SNN creëert randvoorwaarden, stimuleert, faciliteert en verbindt, zowel op bestuurlijk, ambtelijk als op uitvoeringsniveau. verbreding en intensivering van de samenwerking en het overleg tussen de deelnemende provinciale besturen; het waarborgen van de coördinatie in het beleid van de deelnemende provinciale besturen; het gezamenlijk onderzoeken van de gevolgen van de werkzaamheden van de Europese Unie voor de deelnemende provincies en het opstellen van gemeenschappelijke standpunten dienaangaande; het bevorderen van gemeenschappelijk optreden tegenover derden, met name de Europese Unie en de rijksoverheid; het gemeenschappelijk uitoefenen van provinciale taken en het bieden van een kader voor decentralisatie van rijkstaken naar samenwerkende provincies; het verlenen van onderlinge steun tussen de deelnemende provincies en het bevorderen van de uitwisseling van en taakverdeling tussen personeel van de deelnemende provincies.. Koppeling provinciale Programma 1.3 Goede belangenbehartiging voor Drenthe begroting Openbaar belang Als omschreven hiervoor, onder 'doel' Overzicht activiteiten 1. Vervullen van een netwerkfunctie voor overheden, kennisinstellingen en intermediaire organisaties in NoordNederland. 2. Subsidiemogelijkheden voor ondernemers, particulieren, woningcorporaties, samenwerkingsverbanden van kennisinstellingen, gemeenten, maatschappelijke organisaties. Subsidies om de noordelijke economie te versterken. 3. Afstemming van het ruimtelijke en economische beleid van Noord-Nederland afgestemd Beoogd resultaat Gerealiseerde ambities van partijen in Noord-Nederland die gericht zijn op innovatieve, duurzame en groei in/van Noord-Nederland Eigenaars-/deelnemersbelang 1/3 Provincie Drenthe Financieel belang € 552.625,Bestuurlijke belang Leden van PS en GS zijn vertegenwoordigd in het SNN-Algemeen bestuur, de leden van GS in het SNN-Dagelijks bestuur Recht om voordracht te doen Alle GS leden zijn in regel bestuurslid in het SNN voor lid Bestuur Dochterondernemingen SER Noord Nederland Overige activiteiten geen Geconformeerd aan de Niet op schrift vastgelegd Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Via stemrecht in het DB en AB. Leden van GS zijn vertegenwoordigd in het Dagelijks Bestuur. Leden van PS zijn vertegenwoordigd in het Algemeen Bestuur Profiel voor lid Bestuur Voor DB lid geldt profiel van gedeputeerde. Voor AB lid geldt profiel waarvoor de provincie een van statenlidmaatschap. PS gaat zelf over voordracht van welk voordracht kan doen statenlid. 124
Risico's
Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 vermogen op 31-12 Resultaat (voor bestemming) De Noordelijke rekenkamer Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling provinciale begroting Openbaar belang
Overzicht activiteiten
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid Bestuur Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Profiel voor lid Bestuur waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
Tussen de resterende financiële reserves en inkomsten en uitgaven is een disbalans. Bij gelijkblijvende omstandigheden kan het huidige ambitieniveau tot 2020 niet worden volhouden. Daarvoor ontbreken de financiële middelen. Bijkomend risico is dat mogelijke verschillende beleidsbelangen van de deelnemers de uitvoering van de doelstellingen daarbij ook onder druk zetten. Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 € 7.691.000,nnb € 382.347.000,nnb € 400.000,- (negatief) € 842.000,-
De Noordelijke rekenkamer www.noordelijkerekenkamer.nl Gemeenschappelijke regeling Assen Het doel van Rekenkamer is om vanuit een onafhankelijke positie Provinciale Staten te ondersteunen in de kaderstellende en controlerende rol. Programma 1.1 Drenthe goed bestuurd De Provinciewet verplicht elke provincie tot het instellen van een rekenkamer of het organiseren van een rekenkamerfunctie. Ook bestaat de mogelijkheid tot een gemeenschappelijke rekenkamer, waartoe alle provinciën met uitzondering van Zeeland voor gekozen hebben. Drenthe, Fryslân en Groningen hebben de Noordelijke Rekenkamer ingesteld. De Rekenkamer doet onderzoek naar het gevoerde bestuur waarbij de vraag naar doeltreffendheid, doelmatigheid en rechtmatigheid centraal staat. Uitvoering onderzoeksprogramma 2016-2017. Zie hiervoor: www.noordelijkerekenkamer.nl onderzoeksprogramma’s. 1/3 € 257.040,- (jaarlijkse bijdrage) Zitting in programmaraad met drie leden (statenleden) Voor programmaraad Nee Geen Niet op schrift vastgelegd Via programmaraad; doen van suggesties ten behoeve van onderzoeksprogramma Voor programma raad ageldt profiel van statenlidmaatschap
Worden nihil geacht. Beperken zich tot risico's welke zijn verbonden met de uitvoeringskosten Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 € 38.906,nnb € 213.456,nnb € 3.659,€ 0,-
125
OV-bureau Groningen-Drenthe Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling provinciale begroting Openbaar belang Overzicht activiteiten
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang
Recht om voordracht te doen voor lid Bestuur Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Profiel voor lid Bestuur waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's
Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
OV-bureau www.ovbureau.nl Gemeenschappelijke regeling Assen 1. Zorgen voor en bevorderen van openbaar vervoer per auto en per bus en andere vormen van vervoer ter uitvoering van artikel 20 van de Wet personenvervoer 2. Zorgen voor een juiste naleving en uitvoering van de concessievoorschriften 3. Zorgen voor de voorbereiding en totstandkoming van nieuwe concessies Product 3.1 Bereikbaarheid Zorg dragen voor een goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer voor stad en land in de provincies Groningen en Drenthe De algemene taken die het Openbaar Lichaam OV-bureau heeft uit te voeren zijn: 1. het beheer van het openbaar vervoer (concessieverlening en aanbesteding) en ontwikkeling van openbaar vervoer (planvorming en coördinatie van de OV-aspecten); 2. de bundeling van de OV-taken en -verantwoordelijkheden van de drie overheden; de advisering van de provincies en gemeenten in het OV-beleid in relatie tot het algemene beleidsproces van ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer. Goede bereikbaarheid met het openbaar vervoer voor stad en land in de provincies Groningen en Drenthe 35% (gelijk aan de hoogte van de bijdrage aan de exploitatie) € 21.433.670,- (BDU bijdrage) en € 247.230,- (bijdrage provincie aan exploitatie) Het AB bestaat uit de portefeuillehouders verkeer en vervoer, ruimtelijke ordening en financiën. Het DB wordt gevormd door de portefeuillehouders verkeer en vervoer en de directeur van het OV-bureau. Ja. Nee Nee Ja. Is vastgelegd in de GR. Via zeggenschap in het AB en DB. zienswijze op jaarrekening en begroting Profiel AB en DB lid zijn obv lid GS
Hebben m.n. betrekking op de uitvoeringskosten: als subsidies niet toereikend blijken, bezuiniging op BDU gelden door het Rijk, lager aantal reizigers, dan voorzien. Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Nihil nnb € 1.000.000,nnb € 93.366,- (negatief) nnb
126
Prolander Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling met provinciale begroting Openbaar belang Overzicht activiteiten
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid Bestuur Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Profiel voor lid Bestuur waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's
Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
Prolander www.prolander.nl Gemeenschappelijke Regeling Assen Het omzetten van provinciaal natuurbeleid tot concrete resultaten in het gebied. Prolander doet dit in verbinding en samen met de (bestuurlijke) agenda’s van belanghebbende partijen in het veld. Programma 7.1 Natuur en landschap Het realiseren van een ingericht landelijk gebied in samenspraak met de samenleving De uitvoering van taken in het landelijk gebied van de provincies Groningen en Drenthe ten behoeve van de inrichting van het landelijk gebied, waaronder grondtransacties en beheer van gronden ten behoeve van natuur, landbouw, wateropgaven, infrastructurele werken, energie en recreatie. Een in samenspraak ingericht landelijk gebied 50 % € 5.300.000,- (prolander begroting moet nog worden vastgesteld) Twee GS leden hebben zitting in het bestuur van Prolander Ja. Nee Nee Ja Via het bestuur en middels de sturing in de opdrachtverlening Lidmaatschap van GS
Het risico dat Prolander nog onvoldoende over de cultuur of het vermogen beschikt om de organisatie in termen van verwachtingen te transformeren van DLG in Prolander Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 niet van toepassing nnb niet van toepassing nnb niet van toepassing nnb
127
RUD Drenthe Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling provinciale begroting Openbaar belang Overzicht activiteiten
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid Bestuur Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen
Profiel voor lid Bestuur waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe www.ruddrenthe.nl Gemeenschappelijke regeling Assen Uitvoeren van de milieutaken vanuit de WABO Uitvoeren van de taken vanuit de WBB Uitvoeren van overige uitvoeringstaken op het gebied van milieu Progamma 5.2 Milieu Zorg dragen voor een goede uitvoering van de milieutaken binnen de provincie Drenthe De algemene taken die de RUD Drenthe heeft uit te voeren zijn: 1. Toezicht en handhaving op de milieu aspecten van de WABO 2. Opstellen van het milieudeel van de omgevingsvergunning 3. Beoordelingen van meldingen op grond van het activiteitenbesluit 4. Toezicht en handhaving op de WBB 5. Vergunningverlening in het kader van de WBB 6. Begeleiden van saneringen 7. Geven van advies op het gebied van Externe veiligheid, lucht, geluid 8. Afhandelen van milieuklachten en –meldingen 9. Het vuurwerkbesluit 10. Luchtvaartwet, nl. verlenen TUG-ontheffingen en Luchthavenbesluiten/-regelingen Kwalitatief goede uitvoering van vergunningverlening, toezicht en handhaving op het gebied van milieu 22,8% € 2.582.770,Een lid van GS is vertegenwoordigd in het AB en in het DB Ja. portefeuillehouder Milieu is in regel afgevaardigd bestuurder namens de provincie Geen Geen Ja Een lid van GS is vertegenwoordigd in het Algemeen en Dagelijks Bestuur van de RUD Drenthe. De provinciesecretaris maakt deel uit van de raad van opdrachtgevers. PS wordt minstens jaarlijks gevraagd haar zienswijze te geven op de jaarrekening / begrotingen en zo nodig op beleidskeuzes in de uitvoering van de provinciale milieutaken die uitgevoerd worden door de RUD. PS kan daarmee haar kaderstellende functie voor het milieubeleid en de financiering uitoefenen. Via lidmaatschap in het AB, DB en Raad van opdrachtgevers
Exploitatie te korten in de taakuitvoering en het implementatietraject mbt de IT-voorzieningen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 € 144.193,- (negatief) nnb € 3.326.670,- (negatief) nnb € 144.193,- (negatief) € 108.000,- (negatief)
128
Gemeenschappelijke regelingen zonder meer Vechtdallijnen Beheerorganisatie Vechtdallijnen Naam verbonden partij Website https://www.ervaarhetov.nl/partners/vechtdallijnen.html Rechtsvorm Gemeenschappelijke regeling 'zonder meer' Vestigingsplaats nvt. betreft samenwerkingsovereenkomst. Concessie met Arriva OV Doel zorgen voor en bevorderen van openbaar vervoer per trein op de Vechtdallijnen (spoorverbindingen Zwolle-Emmen en Almelo – Marienberg) ter uitvoering van artikel 20 van de Wet personenvervoer
zorgen voor een juiste naleving en uitvoering van de concessievoorschriften
Koppeling met provinciale begroting Openbaar belang
Overzicht activiteiten
zorgen voor de voorbereiding en totstandkoming van nieuwe concessies Product 3.1 Bereikbaarheid (incl openbaar vervoer) Zorg dragen voor een goede bereikbaarheid met het openbaar treinvervoer voor het gebied rond de spoorlijnen Zwolle – Emmen en Almelo - Marienberg in de provincies Overijssel en Drenthe De algemene taken die de beheerorganisatie Vechtdallijnen heeft uit te voeren zijn:
het beheer van het openbaar treinvervoer (concessieverlening en aanbesteding) en ontwikkeling van openbaar vervoer (planvorming en coördinatie van de OV-aspecten) op en rond de Vechtdallijnen;
de bundeling van de OV-taken en -verantwoordelijkheden van de drie overheden provincie Drenthe en Overijssel en regio Twente voor de Vechtdallijnen;
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang
Recht om voordracht te doen voor lid Bestuur Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen
de advisering van de provincies en gemeenten in het OVbeleid met betrekking tot de Vechtdallijnen in relatie tot het algemene beleidsproces van ruimtelijke ordening en verkeer en vervoer. Bieden van openbaarvervoer tussen Emmen-Zwolle middels een spoorverbinding 36% (bijdrage aandeel exploitatiesubsidie) ca € 450.000,De beheerorganisatie Vechtdallijnen is als volgt georganiseerd: het bestaat uit een Stuurgroep, een concessiemanagement dat ondergebracht is bij de provincie Overijssel en ambtelijke samenwerkingsgroepen (kernteam, Ontwikkelteam). De deelnemende bestuursorganen wijzen vanuit hun midden de leden aan van de stuurgroep. De stuurgroep bestaat nu uit de portefeuillehouders verkeer en vervoer en de concessiemanager van de Vechtdallijnen. Ja (voor de stuurgroep) Niet van toepassing Niet van toepassing Ja. Is vastgelegd in de samenwerkingsovereenkomst Vechtdallijnen. Via de bestuurder in de Stuurgroep en via de ambtelijke samenwerkingsgroepen
129
Profiel voor lid Bestuur waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's
Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12
Resultaat
Een lid van GS
De opdrachtgevende partijen Overijssel en Drenthe zijn opbrengstverantwoordelijk voor de exploitatie van de treindienst. Dat wil zeggen dat zij de risico’s lopen van fluctuerende kaartverkoop inkomsten. Conform het OV bureau Groningen Drenthe wordt er een conservatief financieel beleid gevoerd. Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 De beheerorganisatie nnb Vechtdallijnen heeft als zodanig nnb geen eigen vermogen en vreemd vermogen. Het betreft een overeenkomst in de vorm van een concessie. Er zijn afspraken gemaakt over het uitvoeren van de werkzaamheden, waarbij de kosten zijn verdeeld over de drie partners. Jaarrekening 2014 (ten tijde van nnb opstellen begroting 2016) nog niet vastgesteld
130
Regiovisie Groningen-Assen Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling met provinciale begroting Openbaar belang Overzicht activiteiten Beoogd resultaat
Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid Bestuur Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Profiel voor lid Bestuur waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's
Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
Regiovisie Groningen-Assen http://www.regiogroningenassen.nl/ Gemeenschappelijke regeling 'zonder meer' Groningen Afstemming woningbouw en bedrijventerreinen voor plangebied Realisatie pakket bereikbaarheidsmaatregelen Behoud en versterking (landschappelijke) kwaliteit Programma 4.1 Ruimtelijke ontwikkeling Behoud en versterking (landschappelijke) kwaliteit gespecificeerd in jaarprogramma 1. het economisch kerngebied verder ontwikkelen (verbeteren ondernemers- en vestigingskilmaat ed) 2. versterken van de interen samenhang tussen steden en regieo 3. de kwaliteit van stad en land behouden en versterken 12,5% € 927.773,- (bijdrage 2016) Gedeputeerde Staten zijn met twee bestuurders vertegenwoordigd in de Stuurgroep. Ja. Niet van toepassing Niet van toepassing Niet van toepassing GS via stuurgroep. PS middels zienswijze op begrotingen en jaarstukken Lidmaatschap GS
Het risico dat de relatie met belanghebbenden verandert, waardoor de mogelijkheden voor de organisatie (al dan niet in financiële zin) worden beïnvloed. Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 15 miljoen euro nnb 4,5 miljoen euro nnb 1,1 miljoen euro nnb
131
Verenigingen Vereniging Interprovinciaal Overleg (IPO) Vereniging Interprovinciaal Overleg (IPO) Naam verbonden partij Website www.ipo.nl Rechtsvorm Vereniging Vestigingsplaats 's Gravenhage Doel Het behartigen van de gezamenlijke belangen van de provincies in ‘Den Haag’ en ‘Brussel’; het bieden van een platform voor de uitwisseling van kennis en ervaring; het stimuleren en entameren van vernieuwingsprocessen binnen de provincies. Koppeling met provinciale Programma 1.3 Goede belangenbehartiging voor Drenthe begroting Openbaar belang De provincies trekken gezamenlijk op in de dossiers Duurzame ruimtelijke ontwikkeling en waterbeheer, Vitaal Platteland, Regionale bereikbaarheid en Openbaar Vervoer, Regionale economie en energie, Middelen, Kwaliteit Openbaar Bestuur, Culturele Infrastructuur en Monumentenzorg, Regionale (milieu) UitvoeringsDiensten en Werkgeverszaken. Overzicht activiteiten participeert in de voorbereiding van wetsvoorstellen op rijksniveau; beïnvloedt beleid door het voeren van overleg met andere overheden, zowel op nationaal als Europees niveau; begeleidt, coördineert, stimuleert en voert gezamenlijke projecten van provincies uit; zorgt voor een goed gecoördineerde uitvoering van provinciale verordeningen; brengt partijen bij elkaar om ontwikkelingen te stimuleren, bijvoorbeeld op economisch gebied. Beoogd resultaat Goede belangenbeharing van de provincie in Den Haag en Brussel Eigenaars-/deelnemersbelang 1/12 Provincie Drenthe Financieel belang € 736.185,Bestuurlijke belang Het IPO-bestuur bestaat uit dertien leden. Alle colleges van GS kunnen uit hun midden een bindende voordracht doen voor een lid van het bestuur. Het bestuur doet een bindende voordracht voor 1 lid, bij voorkeur een gedeputeerde. De voorzitter van het bestuur is een commissaris van de Koning uit één van de provincies. Op de algemene ledenvergadering wordt elke provincie vertegenwoordigd door twee statenleden. Recht om voordracht te doen Ja. voor lid Bestuur Dochterondernemingen niet van toepassing Overige activiteiten niet van toepassing Geconformeerd aan de niet van toepassing Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Invloed kan worden uitgeoefend in het IPO-bestuur door het collegelid dat lid is van het IPO-bestuur. Het college van GS in de persoon van het IPO-bestuurslid legt verantwoording af over het gevoerde beleid aan PS. Profiel voor lid Bestuur conform lidmaatschap GS waarvoor de provincie een voordracht kan doen
132
Risico's
Het risico dat communicatiekanalen tussen de organisatie en provincies onderling divers en ineffectief zijn en dat samenwerking in onvoldoende mate plaatsvindt.
Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
Het risico dat het geformuleerde beleid in de praktijk moeilijk realiseerbaar is door de verschillende betrokken partijen. Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 4,5 miljoen euro nnb 15 miljoen euro nnb 4,5 miljoen euro nnb
133
Stichtingen Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging (SLB) Stichting Landinrichting en Bodemverontreiniging Naam verbonden partij Website http://www.slbnoord.nl Rechtsvorm Stichting Vestigingsplaats Groningen Doel Het verbeteren van de bodemkwaliteit in aangewezen landinrichtingsgebieden in het veenkoloniaal gebied van de provincie Groningen en Drenthe waar bodemverontreiniging, ontstaan door dempingen van wijken en sloten, risico’s veroorzaakt en een belemmering vormt voor de landinrichting en de landbouw. Het beheren van fondsen voor het actief onderzoeken en bestrijden van risico’s en voor het vrijwaren van grondeigenaren. Hiermee wordt bijgedragen aan de realisatie van provinciaal beleid: het realiseren van duurzaam bodembeheer en het geschikt maken van de bodem voor het gebruik dat maatschappelijk gewenst is. Koppeling met provinciale Programma 5.3 Bodemontwikkeling begroting Openbaar belang Zie doel. Overzicht activiteiten Zie doel. Beoogd resultaat Zie doel. Eigenaars-/deelnemersbelang 8,5 % Provincie Drenthe Financieel belang N.v.t. Bestuurlijke belang 1. Deelname aan en stemrecht in de Raad van Toezicht. 2. Toepassing Wet bodembescherming in het Drentse deel. Recht om voordracht te doen Ja. voor de raad van toezicht voor lid Bestuur Dochterondernemingen Nee Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen De Raad van Toezicht ziet toe op de directie en op de algemene gang van zaken van de stichting. De Raad heeft 5 leden. Het Drentse lidmaatschap wordt bemenst door de milieu-gedeputeerde. Iedere deelnemer heeft één stem. Besluiten worden genomen o.b.v. volstrekte meerderheid. Doorgaans wordt het Drentse lidmaatschap uitgevoerd door een waarnemend ambtenaar. Tevens voert de provincie invloed uit via haar wettelijke rol van bevoegd gezag Wet bodembescherming en als regievoerder van de bodemsaneringsoperatie. In dat verband moet zij inhoudelijke oordelen geven over besluiten omtrent de ernst van gevallen van bodemverontreiniging en over de kwaliteit van beschermingsmaatregelen, bodemsaneringen en nazorg. Profiel voor lid Bestuur Ja. lidmaatschap GS waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's Financieel dekkingsniveau: Het totale fondsbedrag van € 2,3 mln. is voldoende om de algemene uitvoerende taken te dekken middels de jaarlijkse rentebijschrijving (in 2013 ca. € 61.500,-). Daarnaast beschikt de stichting over voldoende reserves om de vrijwaringen eeuwigdurend gestand te doen. Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 € 2.313.718,- (gelden in project nnb reserves) Vreemd vermogen op 31-12 € 35.000,nnb Resultaat € 97.450,nnb
134
Stichting Bodembeheer Schoonebeek Stichting Bodembeheer Schoonebeek Naam verbonden partij Website Niet aanwezig Rechtsvorm Stichting Vestigingsplaats Nieuw-Weerdinge Doel Het versterken van de bodemkwaliteit in aangewezen landinrichtingsgebieden in de provincie Drenthe waar bodemverontreiniging, ontstaan door dempingen van wijken en sloten, risico’s veroorzaakt en een belemmering vormt voor de landinrichting en de landbouw. Hiermee wordt bijgedragen aan de realisatie van provinciaal beleid: het realiseren van duurzaam bodembeheer en het geschikt maken van de bodem voor het gebruik dat maatschappelijk gewenst is Koppeling met provinciale Programma 5.3 Bodemontwikkeling begroting Openbaar belang Het beperken, terugdringen en voorkomen van de verspreiding in het milieu, incl. landbouwproducten, van in de bodem aanwezige verontreinigende stoffen, alsmede het bevorderen van de landinrichting. Het beheren van fondsen voor het actief onderzoeken en bestrijden van risico’s en voor het vrijwaren van grondeigenaren. Overzicht activiteiten Het verrichten van bodemonderzoek en bodemsaneringen en het uitvoeren van beschermingsmaatregelen. Het beheren van fondsen ter bekostiging van de maatregelen en het vrijwaren van eigenaren van verontreinigde locaties van het juridisch instrumentarium volgens de Wet bodembescherming. Beoogd resultaat Bijdrage aan het realiseren van duurzaam bodembeheer Eigenaars-/deelnemersbelang 6% Provincie Drenthe Financieel belang Geen Bestuurlijke belang 1.Deelname aan en stemrecht in de Raad van Toezicht. 2.Toepassing Wet bodembescherming. Recht om voordracht te doen Ja voor de Raad van Toezicht. voor lid Bestuur Dochterondernemingen Niet van toepassing Overige activiteiten Niet van toepassing Geconformeerd aan de Ja Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Het voorzitterschap wordt bekleed door het lid van de gemeente Emmen. Voor de Raad van Toezicht is de hoedanigheid van gedeputeerde toereikend. Profiel voor lid Bestuur Lidmaatschap gedeputeerde staten waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's Het risico dat verantwoordingsrapportages aan de provincie niet volledig, juist, tijdig en/of nauwkeurig zijn. Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 € 2.389.968,- (in vorm van nnb voorzieningen) Vreemd vermogen op 31-12 € 7.279,nnb Resultaat € 0,nnb
135
LMA Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling met provinciale begroting Openbaar belang
Overzicht activiteiten
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid Bestuur Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Profiel voor lid Bestuur waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
Stichting Landelijk Meldpunt Afvalstoffen http://www.lma.nl Stichting Den Haag Uitvoering geven aan wettelijk taak provincies; het mogelijk maken en verwerken van meldingen afvalstoffen, beheer gegevens, beheer helpdeskt ed. Programma 5.2 Milieu Uitvoering geven aan wettelijke taak provincies. De meldgegevens zijn naast gebruik door de provincies, landelijk beschikbaar voor andere handhavende instanties, zoals gemeenten, politie, NVWA Inspectie Leefomgeving en Transport. het verwerken van de meldingen van bedrijfsafval en gevaarlijke afvalstoffen; het beschikbaar stellen van meldgegevens aan overheden en andere instanties; het geven van voorlichting over de meldingensystematiek; het bewaken van de kwaliteit van de databases met meldgegevens; het signaleren van en communiceren over eventuele systeemfouten; het bijhouden van een bestand waarin gegevens over vergunningen worden vastgelegd; het op verzoek analyseren van meldgegevens voor met name handhaving en beleid. het uitgeven en intrekken van verwerkersnummers het rappelleren indien geen melding wordt gedaan Beschikbaar hebben van actuele gegevens over afvalstoffen 1/12 € 147.278,Lid van de Raad van Toezicht LMA Ja voor de RvT Nee. Nee. niet bekend. Bestuurlijk via Raad van Toezicht en ambtelijk via Landelijk Administratief Toezichtshoudersoverleg Lid van GS
Geen specifieke risico's Gerealiseerd 2014 € 2.904.412,-* € 1.423.136,-* € - 416.015,-*
*Uit jaarrekening 2013. Jaarrekening 2014 nog niet beschikbaar ten tijden van opstellen.
136
Begroot 2016 nnb nnb € 54.000,- (negatief) uit meerjarenraming jaarrekening 2013
Drentse Energie Organisatie (DEO) Stichting Drentse Energie Organisatie Naam verbonden partij Website http://www.drentseenergieorganisatie.nl Rechtsvorm Stichting Vestigingsplaats Assen Doel De Drentse Energie Organisatie is een financierings- en investeringsmaatschappij die de energietransitie in Drenthe wil versnellen. Versnelling van de energietransitie is nodig om de provinciale klimaatdoelstellingen te behalen en biedt kansen voor duurzame economische ontwikkelingen voor de regio. Daarnaast is de transitie noodzakelijke voor de toekomstige voorzieningszekerheid en betaalbaarheid van energie. Koppeling met provinciale Programma 5.1 Energie begroting Openbaar belang Het versnellen van de energietransitie draagt bij aan het betaalbaar houden van energielasten. De projecten waarmee deze transitie gestalte krijgt dragen bij aan werkgelegenheid door de economische spin-off van de projecten. De projecten dragen daarnaast bij aan de Drentse doelstellingen voor duurzame energieproductie en CO2-reductie. Overzicht activiteiten Drentse Energie Organisatie als projectfinancier: Een lening vanuit de Drentse Energie Organisatie onderscheidt zich van een traditionele bancaire lening door de manier waarop de financieringsvoorwaarden worden vastgesteld. Het vaststellen van de rente- en aflossingsvoorwaarden gebeurt op basis van de kenmerken van het project, daarnaast kunnen maatschappelijke baten meewegen. Het financieringsbeleid van de Drentse Energie Organisatie is gericht op het mogelijk maken van projecten. Drentse Energie Organisatie als borg- en garantsteller: Naast directe financiering kan de Drentse Energie Organisatie onder strikte voorwaarden als borg of garantsteller op te treden. Hierbij verplicht de Drentse Energie Organisatie zich om de verplichting van de schuldenaar na te komen, wanneer deze dat zelf niet kan. Drentse Energie Organisatie als projectinvesteerder: De Drentse Energie Organisatie heeft naast de rol van projectfinancier ook de mogelijkheid om (tijdelijk) als projectinvesteerder op te treden. Het voor de realisatie van een duurzaam energieproject benodigde kapitaal wordt bijeengebracht door investeerders aangevuld met een vorm van financiering. De investeerders ontvangen voor het ingebrachte kapitaal een aandelenbelang in het project. Beoogd resultaat Stimuleren van duurzame investeringen in energieprojecten Eigenaars-/deelnemersbelang DEO wordt dmv subsidie voor 100% gefinancierd door de Provincie Drenthe provincie Drenthe. Financieel belang Het financiële belang van de provincie is gelegen in de subsidie (eenmalig 29,2 miljoen) die is verleend door de provincie (voor de periode van 2011-2020). Normaal gesproken is bij het verlenen van subsidie geen sprake van een financieel belang zoals aangegeven in het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten bij een verbonden partij. Bij de stichting DEO ligt dat anders. De middelen uit de subsidie worden door de stichting revolverend ingezet in duurzame energieprojecten. Dit kan door middelen van leningen, garantiestelling of participatie. De stichting DEO is opgericht voor bepaalde tijd, tot en met 2020. Het batig saldo van de DEO vervalt aan de provincie.
137
Bestuurlijke belang
Recht om voordracht te doen voor lid Bestuur
Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen
Profiel voor lid Bestuur waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's
Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
Strikt genomen is er volgens de regels geen bestuurlijk belang maar doordat de provincie de oprichter van de stichting is, is er sprake van een zekere bestuurlijke verbondenheid, waardoor gekozen is deze organisatie aan te merken als verbonden partij. Volgens de statuten van DEO voorziet de Raad van Toezicht zelf in vacatures, met dien verstande dat het college van GS steeds het recht heeft om tenminste één lid van de RvT voor te dragen. Een bestuurlijk belang in de zin dat de provincie een zetel heeft in het bestuur is er dus niet. Nee Nee Er is een bestuur (directeur) en een Raad van Toezicht. DEO heeft een subsidierelatie met de provincie. De eisen tbv deze subsidie zijn vastgelegd in een programma van eisen. Via een jaarlijkse verantwoordingsrapportage wordt verantwoording afgelegd. Op basis van de bevindingen vindt een jaarlijks bestuurlijk overleg met directeur plaats. Niet van toepassing Risico’s hebben de omvang van het beschikbaar gestelde kapitaal. Het is mogelijk dat de provincie door mogelijk verschillende oorzaken (tegenvallende rendementen, faillissement van de ontvangers van een lening van DEO of faillissement van DEO zelf) het beschikbaar gestelde bedrag niet revolverend zal blijken te zijn. Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 € 12.868.385,nnb € 15.291.002,nnb € 0,- (totale lasten € 571.809,-) nnb
Stichting Drentse Bedrijfslocaties Stichting is in het najaar van 2015 opgeheven.
138
Reglementen Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Naam verbonden partij Website geen Rechtsvorm Reglement (ingesteld obv de Wet Milieubeheer) Vestigingsplaats Assen Koppeling met provinciale Programma 5.3 Bodemontwikkeling begroting Doel Financiering voor eeuwigdurende nazorg van gesloten stortplaatsen mogelijk maken conform Wet Milieubeheer artikel 15.47. Openbaar belang Gesloten stortplaatsen die voldoen aan wettelijke normen Overzicht activiteiten Beleggen van heffingen die de exploitanten van de stortplaatsen, te weten Attero Noord in Wijster betalen. Ook is sprake van een zorgplicht, welke uit de volgende activiteiten kan bestaan:
maatregelen strekkende tot het instandhouden en onderhouden, alsmede het herstellen, verbeteren of vervangen van voorzieningen ter bescherming van de bodem;
het regelmatig inspecteren van voorzieningen ter bescherming van de bodem;
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang
Recht om voordracht te doen voor lid Bestuur Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Profiel voor lid Bestuur waarvoor de provincie een voordracht kan doen Risico's Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
het regelmatig onderzoeken van de bodem onder de stortplaats. Het realiseren door Attero van het beoogd fondsvermogen. ‘100%’. De provincie is beheerder van het fonds. Niet van toepassing (Attero is verantwoordelijk voor de financiële bijdrage) Gedeputeerde staten vormen het algemeen bestuur van het fonds. Het dagelijks bestuur bestaat uit 2 gedeputeerden, waaronder in ieder geval de gedeputeerde voor financiën en de gedeputeerde die belast is met de nazorg. ja nee nee Ja, vastgelegd in het reglement van het fonds. Het DB kan beleidswijzigingen voorstellen aan het AB. Een besluit kan slechts genomen worden door het AB. Lidmaatschap GS
Financieel risico: het door Attero niet nakomen van de opgelegde heffing om het beoogde fonds vermogen te realiseren. Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 € 7.780.000 nnb € 0,nnb € 268.567,nnb
139
Naamloze Vennootschappen Noordelijke ontwikkelingsmaatschappij (NOM) Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij Naam verbonden partij http://www.nom.nl Website NV Rechtsvorm Groningen Vestigingsplaats Het stimuleren van de regionale economische structuur en Doel werkgelegenheid Koppeling met provinciale Programma 2.2 Versterken regionale innovatiekracht begroting Versterking van de noordelijke economie Openbaar belang Overzicht activiteiten De NOM heeft van haar aandeelhouders (Ministerie van EZ en de drie noordelijke provincies) de volgende kerntaken gekregen: het verstrekken van financiering aan kansrijke ondernemingen in Noord-Nederland (NOM Finance); het acquireren van (buitenlandse) bedrijven voor NoordNederland en accountmanagement voor het bestaande bedrijfsleven in Noord-Nederland (NOM Foreign Direct Investment); het ontwikkelen en uitvoeren van grootschalige innovatieprojecten, van idee naar een marktrijp product (NOM Business Development). Het creëren en behouden van arbeidsplaatsen in noord nederland Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang 0.01 % aandelen, net als provincie Groningen en provincie Provincie Drenthe Fryslân. Overige aandelen (99,7%) in handen van Ministerie EL&I. € 702.400,- (bijdrage in 2016) Financieel belang Stemrecht in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders. Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen Nee. Wel invloed in kandidaat keuze via AvA. voor lid RvC Dochterondernemingen Venture Kapitaalfonds II BV (100%) Venture Kapitaalfonds III BV (100%) Drentse Participatiemaatschappij (100%) Participatiemaatschappij Ondernemend Groningen BV (100%) Niet van toepassing Overige activiteiten Geconformeerd aan de Ja Corporate Governance Code Als aandeelhouder invloed via de AvA. Invloed uitoefenen Profiel voor lid RvC waarvoor de RvC stelt profiel op. Het AvA keurt profiel goed/af en neemt het provincie een voordracht kan uiteindelijke benoemingsbesluit op voordracht van RvC doen Risico's Zijn beperkt tot de financiele bijdragen van de provincie, dit door het beperkte belang van de provincie in de NOM (0,01%) Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Financiële kengetallen € 79.466.000,nnb Eigen vermogen op 31-12 € 3.359.000,nnb Vreemd vermogen op 31-12 € 9.010.000,nnb Resultaat
140
Groningen Airport Eelde Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats
Doel Koppeling met provinciale begroting
Openbaar belang
Overzicht activiteiten Beoogd resultaat
Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid RvC Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen
Groningen Airport Eelde (GAE) www.groningenairport.nl Naamloze Vennootschap Eelde Uitoefening van het luchthavenbedrijf, waaronder voornamelijk de aanleg, het onderhoud, de ontwikkeling, exploitatie van het luchtvaartterrein inclusief het verrichten van daaraan verbonden handelingen van commerciële of financiële aard (art. 2 lid 1a Statuten GAE). Programma 3.1 Bereikbaarheid De luchthaven vormt een ‘essentiële infrastructurele basisvoorziening’ die bijdraagt aan de internationale en sociaalmaatschappelijke bereikbaarheid van Noord-Nederland. Zij maakt daarmee deel uit van het totaalpakket aan keuzes in mobiliteit voor inwoners en bedrijven. Daarnaast fungeert de luchthaven als katalysator voor het regionale vestigingsklimaat en levert zij een belangrijke bijdrage aan de regionale werkgelegenheid. Verbeteren van vestigingsklimaat: via onder meer de accommodatie van medische vluchten en het belangrijkste opleidingscentrum van verkeersvliegers in Nederland vervult GAE ook een duidelijke maatschappelijke functie. Groningen Airport Eelde N.V. zet zich in voor een duurzame ontwikkeling van het luchtvaartbedrijf met een optimaal economisch en sociaal-maatschappelijk rendement. Vanuit dat oogpunt wordt continu gewerkt aan het luchthavenproduct waaronder aan de luchthaven verbonden diensten, de ruimtelijke ontwikkeling van het luchthaventerrein en het bestemmingsportfolio. Versterken van de regionale economie De provincie Drenthe bezit 30% van de aandelen. Overige aandelen in handen van de provincie Groningen (30%), de gemeente Groningen (26%), de gemeente Assen (10%) en de gemeente Tynaarlo (4%). Er is geen bijdrage begroot voor 2016 Lidmaatschap van AvA. Drenthe heeft als aandeelhouder voor één lid van de RvC tevens een voordrachtsrecht. Nee Nee Ja
stemrecht in het AvA In 2012 is een nieuwe algemene profielschets vastgesteld waaraan elk lid van de RvC moet voldoen. In overleg met de RvC wordt door de voordragende aandeelhouder een specifieke Profiel voor lid RvC waarvoor de profielschets opgesteld voor de betreffende vacature waarvoor zij provincie een voordracht kan een voordracht kan doen. Deze profielschets wordt vastgesteld doen door de AvA. Risico's blijven beperkt tot de omvang van de kapitaalinbreng in geval van een faillissement. Het aandelenkapitaal van de provincie Drenthe is nominaal gewaardeerd op € 1.252.443,--. Drentse storting € 2.156.434,-- (7 x € 308.062,--) in de Risico's agioreserve. Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016
141
Eigen vermogen op 31-12
Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat
Enexis N.V Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel Koppeling met provinciale begroting Openbaar belang Overzicht activiteiten
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid RvC Dochterondernemingen Overige activiteiten
Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen
nnb € 14.161.147,€ 3.736.076,€ 893.304 (negatief)
nnb ca € 900.000,- (negatief; uit visie GAE2013)
Enexis Holding NV http://jaarverslag.enexis.nl/2014/jaarverslag Enexis Holding NV is een naamloze vennootschap Rosmalen Enexis zet alles in het werk voor een duurzame, betrouwbare en betaalbare energiedistributie (Missie uit Jaarverslag 2011). Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Energiedistributie wordt gezien als publieke taak; vandaar dat de aandelen Enexis in publieke handen moeten blijven. Enexis is een netwerkbedrijf dat ingevolge de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON), ook wel splitsingswet genoemd, alle netwerkactiviteiten van het voormalige Essent bezit en beheert. Wel zijn de 150 kV-netten inmiddels verkocht aan TenneT. 2,28% van de aandelen is in handen van de provincie Drenthe. De overige aandelen zijn in publieke handen bij provincies en gemeenten. idem Stemrecht in de AVA. Niet aan de orde Fudura Fudura verzorgt meetdiensten voor zakelijke klanten, levert een commercieel dienstenpakket aan klanten met een eigen infrastructuur en ontwikkelt nieuwe, duurzame producten in het kader van de energietransitie. Ja
De provincie Drenthe is als aandeelhouder door de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. Profiel voor lid RvC waarvoor de Niet van toepassing provincie een voordracht kan doen
142
Risico's
Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat Ontvangen dividend
De aandelehouders lopen het risico ( een deel van) de boekwaarde te moeten afwaarderen. Dit risico is zeer gering, aangezien Enexis opereeert in een gereguleerde markt. Deze markt staat onder toezicht van de Energiekamer. Daarnaast is het risico gering in relatie tot de (intrinsieke) waarde van Enexis. Wettelijk is minimaal 40% eigen vermogen vereist. Enexis heeft op dit momkent meer dan 50% eigen vermogen. Gecombineerd met de achtergestelde stateuts van de "Vordering op Enexis vennootschap" levert dit een laat risico op voor de aandeelhouders van Enexis Holding NV. Een aanvullend risico is het achterblijven van de geraamde dividendinkomsten. Dit risico wordt gemitigeerd door een overeengekomen garantiedividend van € 100 miljoen. Jaarrekening 2014 Verwachting 2016 € 3.516,7 mln € 3.716 mln € 2.900,3 mln p.m. € 265,5 mln € 200 mln € 3.029.247,74 p.m.
Attero N.V. Op 22 mei 2014 heeft de provincie Drenthe - met vrijwel alle andere voormalige aandeelhouders - de aandelen van Attero Holding NV verkocht aan Waterland Private Equity BV. De provincie Drenthe is geen aandeelhouder meer van Attero Holding NV.
143
N.V. Waterleidingmaatschappij Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel Koppeling met proviciale begroting Openbaar belang Overzicht activiteiten Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid RvC Dochterondernemingen
Waterleidingmaatschappij Drenthe www.wmd.nl Naamloze vennootschap Assen Zorg voor en de instandhouding van (drink)watervoorziening in het verzorgingsgebied Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Drinkwater van goede kwaliteit en tegen een acceptabele prijs,vastgelegd in de Drinkwaterwet Zorg en instandhouding van (drink)watervoorziening in WMD verzorgingsgebied. Zorg en instandhouding van (drink)watervoorziening in WMD verzorgingsgebied. 50 %
Geen Stemrecht in de AvA Ja. (Het door de provincie voorgedragen lid is voorzitter van de RvC.) Noordwater BV NieuWater BV Drentse Golf en Countryclub BV Futuro BV Waterfund Holland BV Waterlaboratorium Noord BV Overige activiteiten Nee Geconformeerd aan de Ja, is vastgelegd in de Statuten, het Directiestatuut en het Corporate Governance Code Reglement Raad van Commissarissen Invloed uitoefenen Via AvA Profiel voor lid RvC waarvoor de Op grond van de Corporate Gorvernance Code moet een provincie een voordracht kan commissaris geschikt zijn om de hoofdlijnen van het totale beleid doen te beoordelen en beschikt hij over specifieke deskundigheid die noodzakelijk is voor de vervulling van zijn taak. Tevens moet elke vorm en schijn van belangenverstrengeling tussen vennootschap en bestuurder worden vermeden. Risico's Drinkwatervoorziening Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 € 45.598.000 nnb Vreemd vermogen op 31-12 € 132.529.000,nnb Resultaat € 6.443.000,nnb Ontvangen dividend € 2.721,Afhankelijk van resultaat 2015
144
Nederlandse Waterschapsbank (NWB) Nederlandse Waterschapsbank (NWB) Naam verbonden partij Website www.nwbbank.com Rechtsvorm Naamloze Vennootschap Vestigingsplaats Den Haag Doel Uitoefening van het bankbedrijf door onder andere het verstrekken van kredieten aan waterschappen en andere publiekrechtelijke en daarmee gelijk te stellen lichamen. Voor het bereiken van dit doel dient de NWB Bank te voorzien in haar funding. De bank doet dit door het uitgeven van schuldpapier onder haar emissieprogramma’s Koppeling met provinciale Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen begroting Openbaar belang De Nederlandse Waterschapsbank is een belangrijke kredietverstrekker in de publieke sector. Het oogmerk is tegen zo gunstig mogelijk tarieven kredieten te verstrekken. Overzicht activiteiten Kredietverlening: breed assortiment aan leningvormen binnen de Nederlandse (semi) publieke sector. Ze verstrekken kredieten aan decentrale overheden, samenwerkingsverbanden van decentrale overheden en instellingen die in bezit zijn van een garantie van een decentrale overheid. Daarnaast financieren ze instellingen op het gebied van volkshuisvesting en gezondheidszorg indien er sprake is van een borging van het waarborgfonds. Beoogd resultaat Het verstrekken van gunstige kredieten aan publieke organisaties, zodat deze organisaties lagere financieringslasten hebben. Eigenaars-/deelnemersbelang 0,32% Provincie Drenthe Financieel belang Geen Bestuurlijke belang Als mede-eigenaar is de provincie Drenthe betrokken bij de eerdere ontwikkeling van de NWB en haar doelen via stemrecht. Recht om voordracht te doen Nee voor lid RvC Dochterondernemingen Nee Overige activiteiten Nee Geconformeerd aan de Ja Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Ja. via AvA Profiel voor lid RvC waarvoor de Nee provincie een voordracht kan doen Risico's Een eventueel liquiditeitsrisico; mogelijke invloed op winst en kapitaal als gevolg van het niet in staat zijn aan de opeisbare verplichtingen te voldoen zonder onaanvaardbare verliezen te lopen (dit moet wel worden gerelateerd aan het deelnemersbelang van 0,32%) Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 € 1.303.000.000,nnb Vreemd vermogen op 31-12 € 88.249.000.000,nnb Resultaat € 47.000.000,nnb Ontvangen dividend Geen Afhankelijk van resultaat in 2015
145
Bank Nederlandse gemeenten (BNG) Bank Nederlandse Gemeenten Naam verbonden partij Website www.bngbank.nl Rechtsvorm Naamloze vennootschap Vestigingsplaats Den Haag Doel De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen met een maatschappelijke belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak. Koppeling met provinciale Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen begroting Openbaar belang De BNG is een belangrijke kredietverstrekker in de publieke sector. Het oogmerk is tegen zo gunstig mogelijk tarieven kredieten te verstrekken. Overzicht activiteiten BNG Bank biedt een compleet pakket van financiële diensten in de (semi)publieke sector met faciliteiten voor elektronisch betalingsverkeer, rekening-courant, financieren en beleggen, treasury en aanvullende adviesdiensten. Beoogd resultaat Het verstrekken van gunstige kredieten aan publieke organisaties, zodat deze organisaties lagere financieringslasten hebben. Eigenaars-/deelnemersbelang 0,09% Provincie Drenthe Financieel belang Geen Bestuurlijke belang Als mede-eigenaar is de provincie Drenthe betrokken bij de verdere ontwikkeling van de BNG en haar doelen via stemrecht. Recht om voordracht te doen Nee voor lid RvC Dochterondernemingen BNG Gebiedsontwikkeling, BNG Vermogensbeheer, Hypotheekfonds voor Overheidspersoneel, Overige activiteiten Niet van toepassing Geconformeerd aan de Ja Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Ja. via AvA Profiel voor lid RvC waarvoor de niet van toepassing provincie een voordracht kan doen Risico's Een eventueel liquiditeitsrisico; mogelijke invloed op winst en kapitaal als gevolg van het niet in staat zijn aan de opeisbare verplichtingen te voldoen zonder onaanvaardbare verliezen te lopen (dit moet wel worden gerelateerd aan het deelnemersbelang van 0,09%) Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 € 3.582.000.000,nnb Vreemd vermogen op 31-12 € 149.700.000.000,nnb Resultaat € 126.000.000,nnb Ontvangen dividend € 100.912,afhankelijk van resultaat in 2015
146
Besloten Vennootschappen Publiek Belang Elektriciteitsproductie B.V. Publiek Belang Elektriciteitsproductiie BV Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Besloten vennootschap Vestigingsplaats ‘s Hertogenbosch Doel Onderdeel van Essent was het 50% aandeel in N.V. Elektriciteits Productiemaatschappij Zuid-Nederland (EPZ), o.a. eigenaar van de kerncentrale in Borssele. Het bedrijf Delta NV uit Zeeland heeft de verkoop van dit bedrijfsonderdeel van Essent aan RWE bij de rechter aangevochten. Er liepen zowel een kort gedingprocedure als bodemprocedure. Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV (“PBE”) had het 50% belang in EPZ bij Energy Resources Holding (ERH) ondergebracht. In 2010 is op gezamenlijk initiatief van de aandeelhouders van PBE en de provincie Zeeland als belangrijkste aandeelhouder van Delta een bemiddelingstraject gestart om het geschil tussen partijen op te lossen. In 2011 is dit bemiddelingstraject succesvol afgerond. Op 30 september 2011 is, 2 jaar na de verkoop van de aandelen Essent, ERH alsnog geleverd aan RWE. PBE blijft bestaan met een beperkt takenpakket. PBE zal de zaken afwikkelen die uit de verkoop voortkomen. Daarnaast is PBE verplichtingen aangegaan in het kader van het Convenant borging publiek belang kerncentrale Borssele uit 2009 die nopen tot voortbestaan van PBE in afgeslankte vorm. Hiermee is een termijn van 8 jaar na verkoop gemoeid. Na een statutenwijziging in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders op 14 december 2011 is de inrichting van PBE aangepast naar de status van een SPV, vergelijkbaar met o.a. Verkoop Vennootschap. Koppeling met provinciale Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen begroting Openbaar belang Geen specifiek openbaar belang Overzicht activiteiten Binnen PBE is nog vanaf medio 2012 een bedrag tussen de € 1,5 en 2,0 miljoen (merendeel aandelenkapitaal) achtergebleven om mogelijke zaken die uit de verkoop voortkomen af te wikkelen. Conform de verkoopkoopovereenkomst (“SPA”) zal het General Escrow Fonds tot 30 september 2015 blijven staan voor de afwikkeling van potentiële claims van RWE. Beoogd resultaat Planning is om in de 2e helft van 2015 de discussie met het Ministerie van Economische Zaken te voeren, omtrent de overdracht van de rol van PBE in het hiervoor genoemde convenant. Afhankelijk van de uitkomst van deze gesprekken zou PBE evenals Verkoop Vennootschap BV en CBL Vennootschap BV begin 2016 geliquideerd kunnen worden. Eigenaars-/deelnemersbelang 2,28% van de aandelen is in handen van de provincie Drenthe. De Provincie Drenthe overige aandelen zijn in publieke handen bij provincies en gemeenten. Financieel belang Idem Bestuurlijke belang Provincie Drenthe is via de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. 147
Recht om voordracht te doen voor lid RvC Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen
Niet aan de orde Geen Geen Ja
Provincie Drenthe is via de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. Profiel voor lid RvC waarvoor de Niet van toepassing provincie een voordracht kan doen Risico's Het financiële risico na de levering van ERH aan RWE, waarmee de vervreemding van de aandelen Essent nu is afgerond, is beperkt tot eventuele contractueel vastgelegde mogelijkheden van claims c.q. garanties. Eventuele claims komen ten laste van het General Escrow Fonds (zie Verkoop Vennootschap BV). Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (€ 1.496.822) (art 2.:81 BW). Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 € 1.598.145 € 0,-Vreemd vermogen op 31-12 € 107.847 € 0,-Resultaat -/- 18.535 -/- € 20.000 ( in 2015) Ontvangen dividend p.m. Verkoop Vennootschap Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling met provinciale begroting Openbaar belang
Verkoop vennootschap B.V. Besloten vennootschap ‘s Hertogenbosch In het kader van de verkoop van Essent aan RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties en vrijwaringen gegeven aan RWE. Het merendeel van deze garanties en vrijwaringen is door de verkopende aandeelhouders overgedragen aan Verkoop Vennootschap. Ter verzekering van de betaling van eventuele schadeclaims heeft RWE bedongen dat een deel van de verkoopopbrengst door de verkopende aandeelhouders gedurende een bepaalde tijd in het General Escrow Fonds wordt aangehouden. Buiten het bedrag dat in het General Escrow Fonds zal worden gehouden, zijn de verkopende aandeelhouders niet aansprakelijk voor inbreuken op garanties en vrijwaringen. Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Geen specifiek openbaar belang
148
Overzicht activiteiten
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid RvC Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen
De functie van Verkoop Vennootschap B.V. is tweeërlei:
namens de verkopende aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RWE;
het geven van instructies aan de escrow agent wat betreft het beheer van het bedrag dat in het General Escrow Fonds is gestort.
2,28% van de aandelen is in handen van de provincie Drenthe. De overige aandelen zijn in publieke handen bij provincies en gemeenten. idem Provincie Drenthe is via de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. Niet aan de orde Geen Geen Ja
Provincie Drenthe is via de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. Profiel voor lid RvC waarvoor de Niet van toepassing provincie een voordracht kan doen Risico's Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van RWE als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven en tot het maximale bedrag (EUR 440 mln.) dat nog in het General Escrow Fonds resteert. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW. Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 € 363.304.918 € 0,-Vreemd vermogen op 31-12 € 79.968.164 € 0,-Resultaat € 17.290.428 € 10 mln ( in 2015)Ontvangen dividend p.m.
149
CBL (Cross Border Leases) vennootschap Cross Border Leases Vennootschap B.V. Naam verbonden partij Website Rechtsvorm CBL Cross Border Leases is een besloten vennootschap. Vestigingsplaats ‘s Hertogenbosch Doel De functie van deze vennootschap is de verkopende aandeelhouders van energiebedrijf Essent (“Verkopende Aandeelhouders”) te vertegenwoordigen als medebeheerder (naast RWE, Essent en Enexis) van het CBL Escrow Fonds en te fungeren als "doorgeefluik" voor betalingen in en uit het CBL Escrow Fonds (CBL: Cross Border Lease). Voor zover na beëindiging van alle CBL’s en de betaling uit het CBL Escrow Fonds van de daarmee corresponderende voortijdige beëindigingvergoedingen nog geld overblijft in het CBL Escrow Fonds, wordt het resterende bedrag in de verhouding 50%-50% verdeeld tussen RWE en Verkopende Aandeelhouders. Koppeling met provinciale Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen begroting Openbaar belang Geen specifiek openbaar belang. Overzicht activiteiten Het vermogen in het CBL Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, $ 275 mln. Eind juni 2011 zijn de laatste CBLovereenkomsten vervroegd beëindigd. Na aftrek van het bedrag dat nodig was voor deze beëindigingen van de CBL’s resteert er nog een bedrag van afgerond $ 20 mln. Naar verwachting zal op dit bedrag in 2015 een bedrag benodigd zijn voor advies- en andere afwikkelingskosten. De advies- en andere afwikkelingskosten worden gering ingeschat. Dit betekent dat een groot deel van het restantbedrag van $ 20 mln. uiteindelijk in de verhouding 50-50 zal kunnen worden uitbetaald aan de Verkopende Aandeelhouders en RWE en dat het fonds daarna geliquideerd kan worden. Beoogd resultaat Naar verwachting wordt de vennootschap eind 2015 (wellicht begin 2016) geliquideerd en valt een positief liquidatiesaldo vrij aan de aandeelhouders. Eigenaars-/deelnemersbelang 2,28% van de aandelen is in handen van de provincie Drenthe. De Provincie Drenthe overige aandelen zijn in publieke handen bij provincies en gemeenten. Financieel belang idem Bestuurlijke belang Provincie Drenthe is via de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. Recht om voordracht te doen Niet van toepassing voor lid RvC Dochterondernemingen Geen Overige activiteiten Geen Geconformeerd aan de Ja Corporate Governance Code Invloed uitoefenen De provincie Drenthe is als aandeelhouder door de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. 150
Profiel voor lid RvC waarvoor de Niet van toepassing provincie een voordracht kan doen Risico's Er loopt nog een discussie tussen CBL Vennootschap en RWE over verrekening van eventuele belastingvoordelen. Planning is om in de 2e helft van 2015 deze discussie met RWE af te ronden. De vennootschap zal daarmee eind 2015 (mogelijk begin 2016) kunnen worden geliquideerd. Een positief liquidatiesaldo zal vrijvallen aan de aandeelhouders. Met de voortijdige beëindiging van alle CBL-contracten is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de Verkopende Aandeelhouders ter hoogte van het bedrag in het CBL Escrow Fonds ($ 20 mln.). Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de verkopende Aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (totaal € 20.000), art 2.:81 BW. Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 $ 9.810.998 € 0,-Vreemd vermogen op 31-12 $ 106.574 € 0,-Resultaat -/- $ 66.740 € 0,-Ontvangen dividend p.m.
151
Vordering op Enexis Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling met provinciale begroting Openbaar belang Overzicht activiteiten
Beoogd resultaat
Vordering op Enexis BV Besloten vennnootschap ‘s Hertogenbosch Als gevolg van de invoering van de Wet Onafhankelijk Netbeheer (WON) in Nederland werd Essent per 30 juni 2009 gesplitst in een netwerkbedrijf (later Enexis) enerzijds en een productie- en leveringsbedrijf (het deel dat verkocht is aan RWE) anderzijds. Essent heeft eind 2007 een herstructurering doorgevoerd waarbij de economische eigendom van de gas- en elektriciteitsnetten binnen de Essent-groep zijn verkocht en overgedragen aan Enexis tegen de geschatte fair market value. Omdat Enexis destijds over onvoldoende contante middelen beschikte om de koopprijs hiervoor te betalen is deze omgezet in een lening van Essent. In de Wet Onafhankelijk Netbeheer was opgenomen dat er na splitsing geen financiële kruisverbanden mochten bestaan. Omdat het op dat moment niet mogelijk was om de lening extern te financieren is besloten de lening over te dragen aan de verkopende aandeelhouders van Essent. Op het moment van overdracht bedroeg de vordering € 1,8 miljard. De vordering is vastgelegd in een leningovereenkomst bestaande uit vier tranches: 1e tranche: EUR 450 mln., looptijd 3 jaar, rente 3,27% 2e tranche: EUR 500 mln., looptijd 5 jaar, rente 4,1% 3e tranche: EUR 500 mln., looptijd 7 jaar, rente 4,65% 4e tranche: EUR 350 mln., looptijd 10 jaar, rente 7,2% Enexis is gerechtigd om de tranches maximaal 1 jaar voor einde termijn vervroegd geheel of gedeeltelijk af te lossen. Op basis van de aanwijzing van de Minister van Economische Zaken is de 4e tranche van € 350 miljoen geoormerkt als mogelijke toekomstige conversie naar het eigen vermogen. In januari 2012 heeft Enexis de 1e tranche en in oktober 2013 de 2e tranche van de aandeelhouderslening vervroegd afgelost. Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Geen specifiek openbaar belang. Eind december 2014 resteren nog de leningen van de 3e en 4e tranche. Enexis is eventueel gerechtigd de 3e tranche in de periode 30 september 2015 – 30 september 2016 geheel of gedeeltelijk vervroegd af te lossen. Deze tranche zal in ieder geval uiterlijk 30 september 2016 worden afgelost. De 4e tranche mag niet vervroegd worden afgelost. Afhankelijk van het resultaat van een aantal financiële ratio’s zou de 4e tranche eventueel geconverteerd kunnen worden in eigen vermogen. Beheer bruglening
152
Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid RvC Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen
2,28% van de aandelen is in handen van de provincie Drenthe. De overige aandelen zijn in publieke handen bij provincies en gemeenten. idem Provincie Drenthe is via de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. Niet aan de orde Geen Geen Ja
Provincie Drenthe is via de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. Profiel voor lid RvC waarvoor de Niet van toepassing provincie een voordracht kan doen Risico's De aandeelhouders lopen zeer beheerst geachte risico’s op Enexis voor de niet -tijdige betaling van rente en/of aflossing en, in het ergste geval, faillissement van Enexis. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW. Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 € 65.628 € 25.000 Vreemd vermogen op 31-12 € 862.130.753 € 355 mln Resultaat -/- € 16.621 -/- € 20.000 Ontvangen dividend p.m.
153
CSV Amsterdam B.V. Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling met provinciale begroting Openbaar belang Overzicht activiteiten
Beoogd resultaat Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid RvC Dochterondernemingen Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen
CSV Amsterdam BV Besloten vennootschap 's Hertogenbosch Op 9 mei 2014 is de naam van Claim Staat Vennootschap B.V. gewijzigd in CSV Amsterdam B.V.. De statuten zijn gewijzigd zodat de nieuwe organisatie nu drie doelstellingen vervult: 1. namens de verkopende aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de Staat als gevolg van de WON; 2. namens de verkopende aandeelhouders eventuele garantieclaim procedures voeren tegen RECYCLECO B.V. (“Waterland”); 3. het geven van instructies aan de escrow-agent wat betreft het beheer van het bedrag dat op de escrow-rekening n.a.v. verkoop Attero is gestort. Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Geen specifiek openbaar belang De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat een eventuele schadeclaim wordt gevoerd tegen de Staat en dat claims (die door Waterland tot 5 jaar na completion (mei 2019) kunnen worden ingediend) worden afgewikkeld. Zie doel. 2,28% van de aandelen is in handen van de provincie Drenthe. De overige aandelen zijn in publieke handen bij provincies en gemeenten. idem Provincie Drenthe is via de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. Niet aan de orde Geen Geen Ja
Provincie Drenthe is via de provincie Groningen vertegenwoordigd in de aandeelhouderscommissie. Profiel voor lid RvC waarvoor de Niet van toepassing provincie een voordracht kan doen
154
Risico's
Financiële kengetallen Eigen vermogen op 31-12 Vreemd vermogen op 31-12 Resultaat Ontvangen dividend
Het financiële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als gevolg van garanties en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven en tot het maximale bedrag (EUR 13,5 mln.) op de escrow-rekening. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap (ongeveer € 20.000), art 2.:81 BW. Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 € 8.541 -/- € 90.000 € 36.057 € 130.000 -/- € 43.846 -/- € 50.000 (in 2015) p.m.
155
MKB Fonds Drenthe Naam verbonden partij Website Rechtsvorm Vestigingsplaats Doel
Koppeling met provinciale begroting Openbaar belang
Overzicht activiteiten Beoogd resultaat
Eigenaars-/deelnemersbelang Provincie Drenthe Financieel belang Bestuurlijke belang Recht om voordracht te doen voor lid RvC Dochterondernemingen
MKB Fonds Drenthe www.mkbfondsdrenthe.nl Besloten Vennootschap Assen De vennootschap heeft ten doel: 1. het voor en met name in de provincie Drenthe bevorderen van innovatie en het ontwikkelen van midden- en kleinbedrijf, met name op terreinen waar mede publieke belangen in de Provincie Drenthe worden gediend; 2. het strategisch, financieel, juridisch en economisch adviseren voor zover verband houdend met de sub a. omschreven activiteiten; 3. al hetgeen met het vorenstaande verband houdt of daartoe bevorderlijk kan zijn, alles in de ruimste zin. Programma 8.1 Financiering en algemene dekkingsmiddelen Het MKB Fonds wil kansrijke initiatieven financieren, die via de private kapitaalmarkt vanwege het hoge risico, moeilijk te financieren zijn. Verstrekken van achtergestelde leningen aan en participeren in het Drentse MKB Toename van het aantal financieringen van Drentse bedrijven gericht op innovatie en groei, resulterend in toename van werkgelegenheid 100 % Geen (in 2015 is eenmalige storting in het fonds gedaan van € 13 miljoen Provincie is enigste aandeelhouder Ja Drents Ontwikkelfonds BV Drents Innovatiefonds BV Geen Ja.
Overige activiteiten Geconformeerd aan de Corporate Governance Code Invloed uitoefenen Via de AvA (als 100% aandeelhouder) Profiel voor lid RvC waarvoor Provincie heeft zelf profielschets gemaakt voor voltallig RvC de provincie een voordracht kan doen Risico's Dat een deel van de gedane investeringen door de het MKB fonds niet of minder revolverend blijken, dan aanvankelijk is beoogd. Financiële kengetallen Gerealiseerd 2014 Begroot 2016 Eigen vermogen op 31-12 € 12.951.437,nnb Vreemd vermogen op 31-12 € 71.219,nnb Resultaat € 148.563,- (negatief) nnb Ontvangen dividend geen wordt niet verwacht
156
Paragraaf 2.7 Grondbeleid Inleiding In de paragraaf grondbeleid komen de volgende zaken aan de orde: 1. Een visie op het grondbeleid in relatie tot de realisatie van de doelstelling van de programma’s die zijn opgenomen in de begroting; 2. Een aanduiding van de wijze waarop de provincie het grondbeleid uitvoert; 3. De beleidsuitgangspunten omtrent de reserves voor de grondzaken in relatie tot de risico’s van de grondzaken. Wat willen wij bereiken? In deze paragraaf grondbeleid wordt aangegeven op welke wijze en binnen welke kaders de provincie Drenthe het te voeren grondbeleid vormgeeft, uitvoert en daarover verantwoording aflegt. Het schetst welke middelen, instrumenten en strategieën worden ingezet, zodat de ruimtelijke en maatschappelijke beleidsdoelen ondersteund, gefaciliteerd en gerealiseerd kunnen worden. De algemene uitgangspunten en het daarbij behorende risicomanagement zijn daarmee vastgelegd. Tevens wordt aangegeven hoe op transparante wijze informatie over het grondbeleid wordt verstrekt aan zowel het bestuur, de volksvertegenwoordiging, de interne organisatie als aan externe partijen. Daarmee wordt duidelijk op welke wijze Gedeputeerde Staten verantwoording over het gevoerde beleid aflegt. De maatschappelijke organisaties en particulieren weten met wat zij van de provincie kunnen verwachten en wat de provincie als het gaat om grond van hen verwacht. Belangrijk uitgangspunt is dat de provincie geen verstorende werking op de grondmarkt heeft en geen staatssteun verleend, ofwel marktconform werkt. Zowel de aan- en verkoop als ruiling van gronden gebeurt op basis van onafhankelijke taxaties en in principe op vrijwillige basis. Indien echter noodzakelijk kan gebruik gemaakt worden van andere instrumenten zoals onteigening. De nieuwe verantwoordelijkheid die de provincie in het kader van de decentralisatie van rijkstaken heeft gekregen op het vlak van natuurontwikkeling, brengt met zich mee dat de provincie op grotere schaal en actiever dan in het recente verleden gronden verwerft, verkoopt en beheert. Wat gaan wij daarvoor doen? Nota grondbeleid In de komende periode zal een nieuwe nota grondbeleid worden opgesteld en aan de staten ter besluitvorming worden voorgelegd. Nationale Natuur Netwerk (of Natuurlijk Platteland) Provinciale staten (PS) hebben op 2 juli 2014 de Natuurvisie 2040 Drenthe ‘Gastvrije natuur’ vastgesteld. In de visie streven PS naar natuur die tegen een stootje kan, die beleefbaar is voor mensen en die bijdraagt aan de economische ontwikkeling van Drenthe. De visie vloeit voort uit het Natuurpact van het Rijk (2012), waarin provincies meer taken en verantwoordelijkheden krijgen op het gebied van natuur. Samen met maatschappelijke organisaties en betrokken ondernemers wil de provincie de bestaande plannen voor een grotere en beter functionerende natuur afmaken, waar zeker ook plek is voor recreëren en ondernemen. Op deze wijze verbinden we natuur aan maatschappelijke kansen, waarbij alle partijen oog hebben voor een goede balans tussen ecologie en economie. Gedeputeerde Staten (GS) hebben de kaders voor de grondverwerving ten behoeve van het NNN vastgelegd in het Handelingskader Grond, hèt aankoopstrategieplan op provinciale schaal voor natuurbeleid. De functieverandering gebeurt door particulier natuurbeheer of verwerving.
157
Infrastructuur In 2016 zal waar nodig grondverwerving plaatsvinden ten behoeve van infrastructurele projecten. Hiervoor stellen GS een aankoopstrategieplan op waarin te verwerven kavels, de bijbehorende eigenaren, actuele kostenramingen, taxatierapporten, bodemgegevens, beschikbare budget, gewenste tijdsplanning en onderhandelingsstrategie worden aangegeven. Tevens wordt helderheid verschaft wanneer en op welke wijze gebruik gemaakt wordt van het instrument onteigening. Daarbij is sprake van een helder uitgangspunt: de weg, het kanaal of het viaduct moet er komen binnen een bepaalde tijdsplanning (enkele jaren). Er is uiteindelijk geen sprake van vrijwilligheid voor de eigenaar om te kiezen wel of niet te verkopen. De provincie hanteert het onteigeningsinstrument alleen indien dat noodzakelijk wordt geacht. Wat gaat dat kosten/wat levert dat op? Onderstaande instrumenten worden in samenhang met de uitvoering van het programma Natuurlijk Platteland ingezet. Overdracht Bureau Beheer Landbouwgronden (BBL) Als gevolg van het gedecentraliseerde natuurbeleid is het een groot deel van het BBL-bezit om niet in eigendom van de provincie gekomen. De provincie zet deze grond in voor de realisatie van de ontwikkelopgave NNN en de financiering van reeds lopende verplichtingen. Deze gronden staan op de provinciale balans en brengen verder geen kosten met zich mee. Eventuele risico’s zijn voor rekening van het betreffende programma- of projectbudget. Drentse Maat De provincie en het nationaal groenfonds werken samen ter bevordering van de uitvoering van “Natuurlijk Platteland” , onder andere door middel van het faciliteren van verplaatsingen van bedrijven en van kavelruil. Deze samenwerken is vastgelegd in de overeenkomst “Op Drentse maat”. Op basis van de geschatte duur van een kavelruil wordt een inschatting gemaakt van de te verwachten rentelasten die samen hangen met de verwerving grond in een kavelruil. Bij de verplaatsing van bedrijven gaat het om de rentelasten van de verwering van een bepaalde oppervlakte grond bij de nieuwe locatie Drenthe kent twee regelingen voor het verplaatsten van boerderijen: 1. Verplaatsing van Drentse bedrijven (VDB, financiering via Drentse maat); 2. de verplaatsingsregeling voor grondgebonden agrarische bedrijven (VGAB, financiering via het budget van de ontwikkelopgave). Onder voorwaarden kan de provincie verplaatsing faciliteren. Deze bedrijfsverplaatsingsfaciliteiten bieden agrarische bedrijven onder voorwaarden een tegemoetkoming in de verplaatsingskosten. Dit kan voor een agrariër de stimulans zijn om het bedrijf te verplaatsen. Investeringskrediet Om gronden binnen het NNN veilig te kunnen stellen voor de realisatie van provinciale (natuur)doelen, dient de provincie te beschikken over een strategische grondvoorraad (voor verkoop en ruil) buiten de grenzen van het NNN. De opbrengst uit verkoop en ruiling komt vervolgens weer ten goede aan het investeringskrediet.
158
Projecten De provincie verwerft onroerende zaken in plangebieden waarvoor Provinciale Staten een concreet plan en een projectbudget heeft vastgesteld. De financiële dekking en de verantwoording van deze grondaankopen vindt binnen het betreffende projectbudget van het project plaats. Het gaat in hoofdzaak om gronden die liggen binnen het vastgestelde tracé van een infrastructuurproject of gronden die liggen binnen de begrenzing van het NNN. SKNL Om de doelen te behalen zijn er meer mogelijkheden dan alleen grondverwerving. De subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap (SKNL) geeft de mogelijkheid aan terreinbeheerders en particulieren om met functiewijzigingssubsidie bij te dragen aan de realisatie van het NNN. De provincie informeert daarom in een vroeg stadium van een gebiedsproces bestaande eigenaren van begrensde gronden over die mogelijkheid. Als de betreffende eigenaar van die mogelijkheid gebruik maakt, is het niet nodig dat de provincie de gronden zelf aankoopt. Vanuit het oogpunt van effectiviteit en efficiëntie van de doelrealisatie zal steeds gebiedsgericht afgestemd worden wat de beste strategie is. Totaal overzicht grondbezit Onderdeel
Aantal hectares
Natuur Wegen en vaarwegen
935 ha. 2.353 ha.
Totaal Peildatum: 20 augustus 2015
3.288 ha.
159
160
Paragraaf 2.8 Reserves en voorzieningen Inleiding Doel van deze paragraaf is inzicht te geven in de beoogde stand en de inzet van aan de reserves en voorzieningen van de provincie. Conform de Financiële Verordening Drenthe artikel 10, bieden Gedeputeerde staten in de eerste helft van iedere statenperiode Provinciale Staten een Nota reserves en voorzieningen ter vaststelling aan. Bij zowel de voorjaarsnota’s, bestuursrapportages als de jaarrekeningen monitoren wij de standen en bestedingen van de reserves en voorzieningen en beoordelen wij daarbij of bijstellingen nodig zijn. Dat is nu ook bij deze begroting gedaan. In 2016 zal opnieuw een Nota reserves en voorzieningen opgesteld worden, waarbij tevens de effecten van de volgende fase van de (financiële) doorlichting verwerkt zullen worden. Wat willen wij bereiken? Deze paragraaf is niet voorgeschreven volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), maar wij willen met deze paragraaf helder inzicht bieden in de reserve en voorzieningen die de provincie heeft. Wat gaan wij daarvoor doen? Wij nemen deze paragraaf op in de Begroting en de Jaarrekening om een zo actueel totaal overzicht te geven. De reserves worden altijd gevormd met eigen middelen en zijn ter dekking van verwachte toekomstige uitgaven. Voorzieningen kunnen worden gevormd met eigen middelen of met middelen van derden. Voorzieningen die met eigen middelen worden gevormd zijn ter dekking van bestaande risico’s. De voorzieningen die zijn gevormd met middelen van derden hebben een specifiek bestedingsdoel. De provincie maakt onderscheid in drie soorten reserves en voorzieningen.Het onderscheid tussen voorzieningen en (bestemmings)reserves is van belang. In het BBV is het onderscheid gelegd bij de mogelijkheid dat de Staten de bestemming kunnen wijzigen. Zolang de bestemming veranderd kan worden, is er sprake van een (bestemmings)reserve; zodra dit niet meer kan, is er sprake van een voorziening.
algemene reserves; bestemmingsreserves; voorzieningen.
Algemene reserves Algemene reserves zijn reserves zonder bepaalde bestemming. De algemene reserves kunnen worden ingedeeld in twee categorieën, te weten: Reserve(s) zonder specifieke bestemming. Hiertoe worden gerekend de Reserve voor Algemene Doeleinden en de Saldireserve. Reserve(s) om risico’s die de provincie loopt, op te vangen. Hiertoe wordt de Risicoreserve gerekend. Bestemmingsreserves Een bestemmingsreserve is een reserve, waaraan Provinciale Staten een bepaalde bestemming hebben gegeven. Wanneer vanuit deze reserves bedragen beschikbaar zijn gesteld en die bedragen na afloop niet zijn besteed, dan dient in principe het overschot weer aan de betreffende bestemmingsreserve toegevoegd te worden, conform artikel 43 BBV. Het zijn Provinciale Staten die tot deze toevoegingen besluiten. Het beleid ten aanzien van bestemmingsreserves is dat het instellen dan wel opheffen van reserves is voorbehouden aan Provinciale Staten. Met het instellen van bestemmingsreserves zijn we terughoudend. In de begroting zijn idealiter alle structurele en incidentele baten en lasten opgenomen, zodat het vormen van een bestemmingsreserve niet nodig is. Toch kunnen er redenen zijn om een bestemmingsreserve in te stellen bijvoorbeeld als de lasten een onregelmatig verloop hebben, er uitgaven voor nieuw beleid zijn in het kader van afgebakende 161
projecten en inzake heffingen waarvan de besteding in wet- en regelgeving is gelimiteerd. In deze begroting zijn dat twee nieuwe reserves, te weten de reserve investeringsagenda en de egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen. Voorzieningen Voor de definitie van voorzieningen is binnen het BBV aansluiting gezocht bij het Burgerlijk Wetboek. Voorzieningen zijn passiefposten in de balans, die een schatting geven van de voorzienbare lasten in verband met risico’s en verplichtingen, waarvan de omvang en/of het tijdstip van optreden per balansdatum min of meer onzeker zijn, en die oorzakelijk samenhangen met de periode voorafgaande aan die datum. Voorzieningen dienen naar beste schatting dekkend te zijn voor de achterliggende verplichtingen en risico’s. Ze mogen niet groter of kleiner zijn dan de verplichtingen of risico’s waarvoor ze zijn ingesteld. Wat gaat dat kosten/wat levert dat op? U kunt u in de hierna volgende overzichten per reserve/voorziening aantreffen wat:
de doelen van de reserves en voorzieningen zijn; de standen van de afzonderlijke reserves en voorzieningen zijn; de (verwachte) meerjarenbegroting van de reserves en voorzieningen is; wat de baten en lasten in de rekening/begroting zijn die betrekking hebben op de betreffende reserves en voorzieningen indien van toepassing.
162
163
164
In voorgaand overzicht is per reserve een toelichting gegeven op de vermeerderingen en de verminderingen. In sommige gevallen bestaan de vermeerderingen uit inkomsten ten gevolge van een heffing zoals bij de grondwaterheffing. De saldi aanvang jaar 2015 zijn dezelfde als de eindsaldi in de Jaarrekening 2014 (na bestemming). In de navolgende toelichtingen worden de stand en het verloop van de reserves en voorzieningen weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt in: 1. algemene reserves 2. bestemmingsreserves 3. voorzieningen middelen derden 4. voorzieningen
165
050001 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Bestemming resultaat rek. (4) Saldo einde jaar (1-2+3+4)
Reserve voor algemene doeleinden 2015 2016 2017 21.285.331 19.971.921 5.271.921 3.364.380 14.700.000 2.050.970 19.971.921 5.271.921 5.271.921
2018 5.271.921 -
2019 5.271.921 -
5.271.921
5.271.921
Doelstelling (in te realiseren Dit is een vrij besteedbare reserve voor algemene doeleinden. De maatschappelijke doelstellingen) reserve maakt financieel-technisch deel uit van het weerstandsvermogen van de provincie en wordt gebruikt voor het sluitend maken van de meerjarenbegrotingen, zowel positief als negatief. Voor de opvang van tekorten wordt een maximale omvang van € 5 miljoen nagestreefd. Hierbij verwijzen we ook naar de afgesproken beheersmaatregelen van tekorten. Instellingsbesluit Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 Portefeuillehouder A. van der Tuuk Teamleider R. Kavsek Programma Programma 8. Middelen Product Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen Toelichting De geraamde mutaties zijn het resultaat van de actuele ramingen in de meerjarenbegroting, veelal bedoeld om de begroting sluitend te maken. In 2015 is het rekeningsresultaat 2014 toegevoegd aan de reserve. En is rekening gehouden met de saldi van de Voorjaarsnota 2015 en de eerste t/m derde begrotingswijziging 2015 en de dekking die daarin is opgenomen. Hiermee komt de vrije ruimte binnen deze reserve uit op € 14,8 miljoen. Het surplus wordt in 2016 voor een bedrag van € 14,5 miljoen afgeroomd en overgeheveld naar de van de Reserve investeringsagenda.
166
050002 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Bestemming resultaat (4) Saldo einde jaar (1-2+3+4)
Saldireserve 2015 5.847.410 5.593.286 1.797.876 2.052.000
2016 2.052.000 2.077.000 25.000 -
2017
2018
2019
-
-
-
Doelstelling (in te realiseren Bedragen die worden overgeheveld naar volgende boekjaren worden via maatschappelijke doelstellingen) deze reserve van het ene naar volgende boekjaren overgeheveld. Overheveling vindt slechts plaats met instemming van PS. Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 A. van der Tuuk R. Kavsek Programma 8. Middelen Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen Overhevelingen zoals opgenomen in de afgelopen jaarrekeningen en bestuursrapportages, waartoe u inmiddels heeft besloten, zijn in dit overzicht verwerkt.
167
050005 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Saldo einde jaar (1-2+3)
Risicoreserve 2015 27.500.000 27.500.000
2016 27.500.000 27.500.000
2017 27.500.000 27.500.000
2018 27.500.000 27.500.000
2019 27.500.000 27.500.000
Doelstelling (in te realiseren De reserve is bedoeld om incidentele tegenvallers op te kunnen vangen maatschappelijke doelstellingen) die niet door een specifieke voorziening of de algemene reserve worden gedekt. Deze reserve is onderdeel van de totale weerstandscapaciteit en wordt betrokken bij de paragraaf weerstandsvermogen. Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Begroting 2008 d.d. 14 november 2007 A. van der Tuuk R. Kavsek Programma 8. Middelen Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen De omvang van deze reserve achten wij de minimumomvang van de totale algemene reserves. Deze reserve is bij het vaststellen van de Begroting 2008 ingesteld op een niveau van 19 miljoen. In de Voorjaarsnota 2012 is besloten de Reserve te verhogen tot € 29 miljoen wegens verhoogd risicoprofiel met betrekking tot Deelakkoord Natuur. Binnen de RSP reserve was een bedrag van 21 miljoen beschikbaar voor afdekken van RSP-risico's. Deze middelen zijn in 2013 overgeheveld naar de Risicoreserve, zodat alle risico's nu zijn ondergebracht in deze reserve. Mochten zich t.a.v. het RSP-programma risico's voordoen, dan kan in die voorkomende gevallen een beroep gedaan worden op deze reserve. Het huidige risicoprofiel is beschreven in de paragraaf 2.2 Weerstandsvermogen en risicobeheersing. Ons streven is de risico's voldoende te hebben gedekt en de omvang van deze reserve is daar ook op afgestemd. Nu alle risico's zijn ondergebracht in deze reserve betekent dat niet, dat nu ongelimiteerd risico’s kunnen worden afgewenteld op de risicoreserve. Om op dit punt een goede ‘control’ te handhaven, wordt voorgesteld voor het opvangen van risico’s van het volgende escalatiemodel uit te gaan: eerst dient dekking te worden gevonden binnen het betreffende begrotingsprogramma, dan dekking uit programmagebonden bestemmingsreserves, dan dekking binnen de exploitatie (onvoorzien, resultaat plus of min naar algemene reserve) en dan pas dekking vanuit de risicoreserve. Een onttrekking is op die manier dan meer het resultaat van een uitgekomen risico, dan een politiek keuze.
168
060111 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
Reserve monitoring voormalige stortplaatsen 2015 2016 2017 2018 1.148.777 1.073.777 1.073.777 1.073.777 75.000 75.000
2019 1.073.777 -
75.000
1.073.777
1.073.777
1.073.777
1.073.777
1.073.777
Doelstelling (in te realiseren De reserve is ingesteld om onderzoeken, monitoring en beheer van maatschappelijke doelstellingen) voormalige stortplaatsen te waarborgen. Deze reserve is gevoed uit een extra opslag op de nazorgheffing en is in de Leemtewet gekoppeld aan voormalige stortplaatsen. Momenteel vindt geen heffing meer plaats. Instellingsbesluit Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 Portefeuillehouder T. Stelpstra Teamleider G. Gjaltema Programma Programma 5. Milieu, Energie & Bodem Product Product 5.3. Bodemontwikkeling Toelichting Deze reserve is gevoed middels de leemtewetheffing. De leemtewetheffing is in artikel 15.44 lid 1c van de Wet milieubeheer opgenomen. Wettelijk is bepaald dat deze heffing uitsluitend bedoeld is voor inventarisatie van voormalige stortplaatsen en onderzoek en monitoring van aanwezigheid, aard en omvang van eventuele verontreiniging van deze stortplaatsen. Dit zal ook in de komende periode plaatsvinden voor de (potentiële) spoedlocaties en eventuele herontwikkelingslocaties. Bij het overgrote deel van de voormalige stortplaatsen heeft de bodemverontreiniging geen actuele risico's voor mens en milieu tot gevolg. De aanpak van deze stortplaatsen heeft daarom geen prioriteit. Zoveel mogelijk vindt de aanpak plaats bij herontwikkeling. Er staan 2 voormalige stortplaatsen op de spoedlijst. In 2016 wordt voor deze voormalige stortplaatsen een besluit ernst en spoed genomen als opmaat naar de aanpak van de spoedlocaties zoals afgesproken in het convenant Bodem en Ondergrond. Om beperkingen in het gebruik van de voormalige stortplaatsen op te heffen is het verbeteren van de afdeklaag nodig. Bij natuurprojecten vrijkomende grond wordt hierbij gebruikt. In 2016 zal deze werkwijze op 1 locatie worden toegepast. Verder is in het kader van herontwikkeling bij 1 voormalige stortplaats een sanering voorzien.
169
060124 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Te verrekenen apparaatskosten (4a) Btw-derving vanaf 2010 opgenomen (4b) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Werkelijke/beoogde apparaatskosten (5a) Werkelijke/beoogde btw-derving vanaf 2010 opgenomen (5b) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=12+3+4+4a+4b-5-5a-5b-6+7)
Reserve beheer vaarweg Meppel-De Punt 2015 2016 2017 3.288.551 2.098.551 2.190.316 1.190.000 1.000.000 340.000 1.091.765 31.765 3.343.115 2.061.350 2.461.350
2018 1.882.081 340.000 31.765 2.461.350
2019 1.573.846 340.000 31.765 2.461.350
1.090.000
1.090.000
1.090.000
1.090.000
1.090.000
340.000
340.000
340.000
340.000
340.000
3.343.115
2.061.350
2.461.350
2.461.350
2.461.350
1.090.000
1.090.000
1.090.000
1.090.000
1.090.000
340.000 3.450.730
340.000 3.450.730
340.000 3.450.730
340.000 3.450.730
340.000 3.450.730
3.450.730
3.450.730
3.450.730
3.450.730
3.450.730
2.098.551
2.190.316
1.882.081
1.573.846
1.265.611
Doelstelling (in te realiseren Het onderhouden van de vaarverbinding Meppel-De Punt. maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 H. Brink H. van den Eerenbeemt Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Product 3.4. Vaarwegen De reserve is ingesteld om het beheer en onderhoud van de vaarweg Meppel-De Punt te waarborgen. Door het instellen van de reserve worden er geen extra claims op de provinciale middelen gelegd. Met behulp van de Brokx-Nat-systematiek wordt jaarlijks het Meerjaren(groot)onderhoudsplan bijgesteld, waarin de verwachte uitgaven voor het onderhoud aan de vaarweg worden vastgesteld. Het saldo van de reserve moet tot 2024 toereikend zijn om het totale onderhoud uit te kunnen voeren. Na deze periode stopt de bijdrage voor groot onderhoud van het rijk en zal de grondslag van de reserve heroverwogen moeten worden. Als gevolg van de lagere rijksinkomsten (btw-derving ad € 340.000,--) loopt het saldo van de reserve bij deze begrote onderhoudslasten per jaar met € 340.000,-- terug. In 2015 is een bedrag van € 850.000,-- opgenomen voor afstandbediening op het Noord-Willemskanaal en in 2016 is voorzien in een extra onttrekking van € 650.000,-- In 2014 is gestart met de aanleg van bediening op afstand van bruggen op het Noord-Willemskanaal. Het aanpassen van de objecten zal in 2015 en voorjaar 2016 gebeuren, zodat in het vaarseizoen 2016 de afstandsbediening operationeel is. Op termijn zal deze reserve door de structureel onttrekking wegens btw-derving van €
170
340.000,-- negatief komen te staan, vanaf dat 2020 is dan voorzien om de BTW compensatie niet meer aan deze reserve te onttrekken indien het saldo dit niet meer toe laat.
171
060150 Reserve versterking economische structuur Verloop 2015 2016 2017 2018 Saldo aanvang jaar (1) 8.490.067 6.740.067 5.740.067 4.740.067 Begrote onttrekking (2) 1.750.000 1.000.000 1.000.000 Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) 4.841.977 3.841.977 3.841.977 3.841.977 Werkelijke/beoogde lasten programma (5) 4.841.977 3.841.977 3.841.977 3.841.977 Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7) 6.740.067 5.740.067 4.740.067 4.740.067
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
2019 4.740.067 3.841.977 3.841.977
4.740.067
Het versterken van de sociaaleconomische structuur in Drenthe in brede zin, is gericht op de verwezenlijking van een duurzame economische ontwikkeling. Naast de inzet op de (nieuwe) nationale economische programma’s werken wij aan projecten en initiatieven die bijdragen aan de versterking van de economische structuur en/of de transitie naar de kenniseconomie, maar die buiten de reikwijdte van de nieuwe SNN-programma’s vallen. Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 H. Brink E. Bos Programma 2. Regionale economie Product 2.2. Versterken regionale innovatiekracht De reserve VES wordt ingezet voor de invulling van de verschillende ruimtelijk-economische (regio)programma’s, projecten gericht op versterking van de economische structuur en ten behoeve van financieel stimuleringsinstrumentarium gericht op het MKB. In de Meerjarenbegroting is structureel een bedrag van € 3.841.977,-opgenomen voor bijdragen in projecten ter versterking van de economische structuur (deels ook voor Breedband). Verder is in de meerjarenbegroting voor het 2015 € 500.000,-- onttrokken voor een vertaalslag van visies naar concrete projecten die leiden tot werkgelegenheid (het budget Projectenbureau Drenthe). Zoals in de actualisatie van de Kadernota uitvoering RSP (Statenstuk 2010-431) is vermeld, wordt vanuit het programma Versterking Economische Structuur (VES) € 5.000.000,- bijgedragen aan de Integrale gebiedsontwikkeling Emmen-Centrum (2010 t/m 2020). Vanuit VES is ten behoeve van het project Atalanta, de economie van de verbinding, reeds een bedrag van € 1.823.225,- bijgedragen. Verder is opgenomen dat het restant, zijnde € 3.176.775,- vanuit de VES middelen is toegevoegd aan de reserve RSP, waarvan € 176.775,-in 2014 via de exploitatie en € 1.000.000,- per jaar uit de reserve voor de jaren 2015, 2016 en 2017. Hiermee is dan voorzien in de bijdrage vanuit de VES middelen.
172
060161 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Reserve grondwaterheffing 2015 2016 202.828 202.828 470.421 470.421
2017 202.828 470.421
2018 202.828 470.421
2019 202.828 470.421
470.421 700.000
470.421 700.000
470.421 700.000
470.421 700.000
470.421 700.000
700.000
700.000
700.000
700.000
700.000
202.828
202.828
202.828
202.828
202.828
Het financieren van de wettelijke taak van de provincie op het gebied van grondwaterbeheer (waarnemen grondwaterstanden, beheer meetnet, uitvoeren onderzoek etc.). Daarnaast worden de middelen ingezet voor het stimuleren van projecten door derden, gericht op duurzaam grondwaterbeheer. Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 A. van der Tuuk C. Hussels Programma 4. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer Product 4.2. Grondwater en waterhuishouding (incl. waterschappen en peilbeheer) De reserve wordt gevoed met de opbrengst van de grondwaterheffing. De Waterwet schrijft limitatief voor waaraan de opbrengst van de grondwaterheffing mag worden besteed. Er is bij het opstellen van de Nota reserve en voorzieningen 2012 gekeken of deze reserve opgeheven kan worden, maar dat bleek toen in strijd te zijn met de wettelijke voorschriften. Wel is afgesproken te streven naar een bufferomvang van € 150.000,--. In 2016 gaan we onderzoeken of de heffing kan worden verhoogd met als doel een bredere inzet van de reserve grondwaterheffing voor het realiseren van KRW doelen.
173
060199 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
Reserve Investeringen verkeer en vervoer 2015 2016 2017 2018
2019
25.923.821 3.197.091
29.120.912 568.065
29.688.977 658.636 -
29.030.341 900.500 -
28.129.841 2.345.927 -
6.719.988
8.599.014
9.825.715
10.067.579
11.513.006
6.719.988
8.599.014
9.825.715
10.067.579
11.513.006
29.120.912
29.688.977
29.030.341
28.129.841
25.783.914
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Egaliseren van de kapitaallasten van infrastructurele investeringen.
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider
Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 H. Brink S.A.B. de Vries Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Product 3.1. Bereikbaarheid (incl openbaar vervoer) Geraamd zijn de onttrekkingen ter dekking van de kapitaallasten met betrekking tot investeringen verkeer en vervoer. Het betreffen zowel de investeringen uit het Investeringsprogramma 2010 als de investeringen die gemoeid zijn met het lopende IVV tot en met 2015. Een investeringsprogramma is gericht op een veilige bereikbaarheid Drenthe. Daarbij hebben we doelstellingen voor het versterken van (inter)nationale verbindingen over spoor, weg, water en lucht en het realiseren en versterken van het regionale netwerk inclusief het toeristisch recreatief gebruik voor fiets , auto, openbaar vervoer en goederenvervoer. Samen met het OV-bureau Groningen-Drenthe wordt ingezet op verdere productinnovatie binnen het openbaar vervoer. Waar mogelijk en wenselijk worden in de verkeers- en vervoerssector innovatieve en energiebesparende maatregelen toegepast. En samen met onze partners werken we aan een verkeersveilig ingerichte infrastructuur ondersteunt door het Programma Permanente Verkeerseducatie. De Reserve is een soort egalisatiefonds en wordt gevoed met een jaarlijkse dotatie van € 9.167.079,--. Met dit bedrag worden zowel de investeringen IVV oud als de lopende gedekt en de lasten daarvan zijn aflopend. Voor het nieuwe investeringsprogramma kan de vrijvallende dotatie worden ingezet.
Programma Product Toelichting
174
060211 Reserve vaarverbinding Erica-Ter Apel Verloop 2015 2016 2017 Saldo aanvang jaar (1) 5.653.346 53.346 53.346 Begrote onttrekking (2) 5.600.000 Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) 450.000 Werkelijke/beoogde lasten programma (5) 450.000 Begrote baten programma (6) 1.150.000Werkelijke/beoogde baten programma (7) 1.150.000Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7) 53.346 53.346 53.346
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
2018 53.346 -
2019 53.346 -
-
-
-
-
53.346
53.346
Herstel van de vaarverbinding Erica - Ter Apel.
Besluit PS Statenstuk 2007-271 d.d. 31 januari 2007 H. Brink G. Jansen Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Product 3.4. Vaarwegen Bij besluit van 31 januari 2007 is door uw staten de Bestemmingsreserve Erica-Ter Apel ingesteld. Deze reserve is ingesteld vanuit de afkoopsom van de overdracht van de N34 en er is een storting gedaan van € 10 miljoen als aandeel van de provincie Drenthe in het totale investeringsvolume van de vaarweg. Bij de 1e bestuursrapportage 2010 is voor de jaren 2013 en 2014 besloten om vanuit deze reserve € 700.000,-- per jaar beschikbaar te stellen t.b.v. het onderhoud aan de N34 die van het rijk is overgenomen, maar waarvoor nog geen dekking is voor de extra onderhoudskosten. Na de realisatie van de vaarverbinding zal deze reserve worden opgeheven. Inmiddels is het gehele traject obstakelvrij. Conform planning is de vaarweg op 8 juni 2013 feestelijk geopend. In 2015 zal het project financieel worden afgesloten dat is iets later dan eerder gepland en kan deze reserve opgeheven worden. De verwachting is dat de oorspronkelijke garantstelling € 5 miljoen (onderdeel van € 10 miljoen) niet volledig zal worden benut. Bij de Voorjaarsnota 2015 hebben wij daarom een bedrag van € 4 miljoen laten vrijvallen. In 2016 is de verwachting kan deze reserve afgesloten worden.
175
060214 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
Reserve achterstallig onderhoud & verbeteringswerken N34 2015 2016 2017 2018 2019 7.597.703 1.847.703 1.847.703 1.847.703 1.847.703 5.750.000 5.750.000
-
-
-
-
5.750.000
-
-
-
-
1.847.703
1.847.703
1.847.703
1.847.703
1.847.703
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Het wegwerken van achterstallig onderhoud en het treffen van verbeteringswerkzaamheden aan de N34.
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider
Besluit PS Statenstuk 2006-267 d.d. 20 december 2006 H. Brink S.A.B. de Vries Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Product 3.1. Bereikbaarheid (incl. openbaar vervoer) Per 1 januari 2007 is het beheer en onderhoud van de weg N34 overgedragen van het Rijk aan de provincie. In de hiervoor ontvangen afkoopsom is een bedrag van € 36.454.893,-- begrepen voor het wegwerken van achterstallig onderhoud en het treffen van verbeteringswerkzaamheden. Bij statenbesluit van 20 december 2006 is hiervoor een Reserve achterstallig onderhoud en verbeteringswerken N34 ingesteld. De geplande werkzaamheden zijn in de meerjarenbegroting opgenomen. Na de realisatie van onderhoud en verbeteringswerken zal de reserve worden opgeheven. Voor de N34 staan, naast de nieuwe prioriteiten van het college, nog 3 grote projecten op stapel, de aansluiting Exloo, de aansluiting Klooster en de nieuwe aansluiting Odoorn/Klijndijk/Emmen noord. Exloo wordt in 2015 aanbesteed en de start de uitvoering in 2016. Dit zal tot een onttrekking van € 1,5 miljoen van de Reserve N34 leiden. Voor Klooster lopen de planprocedures. Verwachte afronding van de realisatie is in 2017. Financiering loop via een bijdrage van de provincie Overijssel, de BDU en het Investeringsprogramma VV. Over de aansluiting Klijndijk/Emmen noord heeft medio 2015 besluitvorming plaats gevonden. De procedures tot aanleg worden binnenkort gestart. Voor de realisatie wordt het resterende deel uit de Reserve, zijnde 6,1 miljoen ingezet. Realisatie in 2018.
Programma Product Toelichting
176
060215 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) + decentralisatieuitk. (€ 5.070.000) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
Reserve provinciaal aandeel ILG 2015 2016 2017 3.867.415 4.457.180 2.809.182 1.647.998 1.018.132 589.765 -
2018 1.791.050 -
2019 1.791.050 -
11.595.432
3.275.598
267.000
-
-
11.595.432 9.913.411
3.275.598 3.529.623
267.000 3.529.623
-
-
9.913.411
3.529.623
3.529.623
-
-
4.457.180
2.809.182
1.791.050
1.791.050
1.791.050
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Uitvoering geven aan de afspraken in de bestuurovereenkomst met het Rijk over de realisatie van prestaties in het landelijk gebied.
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Jaarstukken 2007 d.d. 4 juni 2008 H. Jumelet F. Voogd Programma 7. Vitaal platteland Product 7.1. Natuur en landschap De provincie is in het kader van de ILG bestuursovereenkomst voor € 42 miljoen harde juridische verplichtingen aangegaan die niet meer door het rijk zijn vergoed bij de beëindiging daarvan. In de jaarstukken van 2013 is er nog een restant verplichting van € 24,9 miljoen over. Hiervoor is dekking aanwezig die geparkeerd is in de ILG reserve (uitfinanciering), de opbrengst uit de verkopen van grondbezit (voormalig BBL bezit) tot het afgesproken bedrag van 11 miljoen en de bijdrage die wij ontvangen van andere provincies. In de 1e financiële actualisatie 2014 is de meerjaren begroting op basis hiervan geactualiseerd. Het in het verleden gestorte meerjarenbudget voor akkerrandenbeheer wordt de komende 3 jaar weer aan de ILGreserve onttrokken. Op dit moment verwachten wij dat in 2018 de oude verplichtingen zijn afgewikkeld en er daarna geen ontrekkingen meer plaatsvinden. Op het restant saldo na aftrek van de restitutie van de lening uit het fonds eu-cofinanciering voor de dekking van de natuuruitgaven 2014 en 2015, liggen dan geen claims meer.
177
060218 Verloop
Reserve Regio Specifiek Pakket 2015 2016 2017
2018
2019
Saldo aanvang jaar (1) Inflatiecorrectie/rente (2)
84.933.000 -
49.316.963 493.170
25.056.313 250.563
11.059.244 110.592
7.955.196 79.552
Begrote onttrekking (3) Begrote toevoeging (4)
36.666.037 1.050.000
25.753.819 1.000.000
15.247.632 1.000.000
3.214.641 -
844.893 -
Begrote lasten programma (5) Werkelijke/beoogde lasten programma (6)
40.457.176
35.494.958
24.988.771
12.955.780
5.736.032
40.457.176
35.494.958
24.988.771
12.955.780
5.736.032
-
5.900.000-
5.900.000-
5.900.000-
1.050.000-
-
5.900.000-
5.900.000-
5.900.000-
1.050.000-
49.316.963
25.056.313
11.059.244
7.955.196
7.189.855
Begrote baten programma (7) Werkelijke/beoogde baten programma (8) Saldo einde jaar (9=1+2-3+4+56-7+8) Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Programma manager Programma Product
Het Regio Specifieke Pakket (RSP) is de katalysator voor brede, integrale stedelijke gebiedsontwikkelingen. Het inhoudelijke en financiële raamwerk is door uw staten in de Kadernota's uitvoering RSP/RSP-plus Drenthe 2009 en 2010 goedgekeurd. Met uitzondering van de spoorlijn Zwolle-Emmen worden de projecten in een langjarig partnerschap met de steden uitgevoerd. De steden Assen, Emmen en Coevorden hebben hier de ‘lead’. Provincie en gemeenten hebben de afgelopen periode nauw samengewerkt bij het formuleren van de ambities, de visie en de strategie. Voorjaarsnota 2009 d.d. 14 mei 2009 H. Brink / T. Stelpstra E.A. Martens Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Product 3.5. Integrale gebiedsontwikkeling (Assen, Coevorden, Emmen)
178
Toelichting
Deze reserve is ingesteld omdat het programma Regio Specifiek Pakket een tijdsperiode van 2009 tot 2020 kent. Om de meerjarige afspraken met de verschillende partijen te kunnen blijven uitvoeren is met ingang van 2009 deze reserve ingesteld. Eenmalig is destijds besloten om 64 miljoen euro uit het bronvermorgen, verkoop aandelen Essent, aan deze reserve toe te voegen. Tevens wordt de decentralisatie uitkering RSP aan de reserve toegevoegd. Daarnaast wordt aan de reserve jaarlijks rente toegevoegd ter hoogte van de Index bruto overheidsinvesteringen (IBOI) om de projecten waardevast te houden. Het Ministerie, Directie begrotingszaken geeft aan wat de prijsbijstelling is. Het percentage voor 2012 en verder was eerder op 1,8948% geraamd. De IBOI 2013 was 0%. Dat houdt vervolgens ook in dat wij geen IBOI hoeven door te rekenen. Ook voor 2014 is de IBOI op 0% vastgesteld. Dit percentage passen wij ook toe in 2015. Voorzichtigheidshalve handhaven wij voor de jaren vanaf 2016 het begrote percentage van 1%. De IBOI van een boekjaar wordt in het daarop volgende voorjaar vastgesteld, waardoor jaarlijks een correctie gemaakt moet worden. Binnen de RSP-reserve was een bedrag van 21 miljoen euro beschikbaar voor het afdekken van RSP-risico's. Dat bedrag is in 2013 overgeheveld naar de risicoreserve, zodat alle risico's nu zijn ondergebracht in deze reserve. Provinciale Staten hebben ingestemd met een bijdrage van € 11,25 mln vanuit het programma K&E aan het RSP-programma Atalanta voor de periode 2010-2020. In 2010 en 2011 is als uitvoering van dit besluit € 250.000,-- en € 500.000,-- toegevoegd aan de RSP-reserve. Voor de periode 20122014 dient € 1.000.000,-- per jaar toegevoegd te worden en tot slot in de periode 2015 t/m 2020 dient € 1.250.000,-- per jaar toegevoegd te worden, zodat in totaal € 11,25 mln bijgedragen wordt. Voorgesteld is deze jaarlijkse reservering vanuit het programma Klimaat & Energie aan de RSP-reserve toe te voegen. In 2012 (2e Financiële Actualisatie) en 2013 ( 2e Bestuursrapportage) is vanuit K&E een bijdrage van € 1 miljoen per jaar (totaal € 2 mln) naar voren gehaald i.v.m. verwachte onderbesteden deze jaren. Aan deze reserve worden tevens de bedragen die als decentralisatie uitkering RSP wordt ontvangen, binnen programma 8, toegevoegd.
179
Het betreft een jaarlijks bedrag van € 2.591.139,--. Zoals in de actualisatie van de Kadernota uitvoering RSP (Statenstuk 2010-431) is vermeld, wordt vanuit het programma Versterking Economische Structuur (VES) € 5.000.000,- bijgedragen aan de Integrale gebiedsontwikkeling Emmen-Centrum (2010 t/m 2020). Vanuit VES is ten behoeve van het project Atalanta, de economie van de verbinding, een bedrag van € 1.823.225,- bijgedragen. Verder is verwerkt dat het restant, zijnde € 3.176.775,- vanuit de VES middelen is toegevoegd aan de reserve RSP, waarvan € 176.775,-in 2014 via de exploitatie en € 1.000.000,- per jaar uit de reserve voor de jaren 2015, 2016 en 2017. Hiermee is dan voorzien in de bijdrage vanuit de VES middelen. Het saldo van € 7,2 miljoen per 2019 is niet vrij besteedbaar. Het programma RSP loopt tot en met 2020 en ook in 2020 worden er nog uitgaven in het kader van RSP gedaan. De financiële ruimte na afronding van de RSP projecten Emmen, Coevorden en Spoor Zwolle Coevorden Emmen, gaan we inzetten voor het RSP, zoals opgenomen in het Rijksconvenant (LMCA- Spoor / Motie Koopmans) en voor het uitvoeren van een derde project ter verbetering van de spoorlijn Emmen (partiële spoorverdubbeling). Beide projecten zijn onderdeel van het Rijksconvenant (ZwolleHerfte) en de provinciale RSP-kadernota’s en vallen hiermee als RSP projecten aan te merken. In 2013 is geconstateerd dat het Rijksbudget voor het project Zwolle-Herfte ontoereikend is en zijn aanvullende afspraken gemaakt. Het rijk en de noordelijke provincies dragen extra bij. Voor Drenthe betekent dit een provinciale bijdrage van € 6 miljoen. Voorgesteld wordt dit deels te dekken uit de RSP reserve, dit zal op een later moment aan PS worden voorgelegd.
180
060221 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Inflatiecorrectie/rente (2) Begrote onttrekking (3) Begrote toevoeging (4) Begrote lasten programma (5) Werkelijke/beoogde lasten programma (6) Begrote baten programma (7) Werkelijke/beoogde baten programma (8) Saldo einde jaar (9=1+2-3+4+56-7+8)
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Financieringsreserve 2015 2016
2017
2018
2019
95.453.742 -
95.453.742 -
64.953.742 -
64.953.742 -
64.953.742 -
-
30.500.000 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
95.453.742
64.953.742
64.953.742
64.953.742
64.953.742
Beschikbaar stellen van middelen voor cofinanciering van programma's en projecten op het ruimtelijk-economische gebied, om de doelstellingen die de provincie hanteert voor het omgevingsbeleid en het beleid inzake de regionale economie te realiseren. Voorjaarsnota 2011 d.d. 14 juli 2011 A. van der Tuuk R. Kavsek Programma 8. Middelen Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen In de Voorjaarsnota 2012 is de doelstelling van deze Reserve is gewijzigd. In plaats van hoge bijdragen te onttrekken voor cofinancieringsprojecten, waardoor de reserve op termijn is uitgeput, wordt de reserve nu ingezet om voldoende structurele rentebaten te genereren die bijdragen aan structurele begrotingsruimte. En wordt er met ingang van 2012 geen inflatiecorrectie meer aan toegevoegd. Er wordt een bodemstand van deze reserve wenselijk geacht van minimaal € 80 miljoen. In 2013 is voor het ineens uitbetalen van de contant gemaakte toekomstige subsidies aan de Drentse Energie Organisatie (DEO), minus een korting, een onttrekking gedaan van € 14,7 miljoen. Naast de onttrekking voor de DEO is ook een onttrekking opgenomen van € 4 miljoen in 2013 voor de subsidiëring van de Investerings- en Ontwikkelingsmaatschappij voor Noord-Nederland (NOM) ten behoeve van de Drentse Participatie Maatschappij (DPM). Het doel van de DPM, zoals dat geformuleerd is in de statuten, is het verstrekken van risicodragend kapitaal aan het bedrijfsleven binnen de regio van de Kamer van Koophandel en Fabrieken voor Drenthe. In de praktijk richt de DPM zich vooral op innovatieve industriële ondernemingen en bedrijven in de nieuwe zakelijke dienstverlening.
181
Daarnaast is in 2013 vanuit de Risicoreserve een bedrag van € 4,5 miljoen overgeheveld naar deze reserve. Wegens de opbrengst van de verkoop van onze aandelen in Attero is in 2014 een € 3.538.233,- toegevoegd. Het surplus dat boven de vastgestelde bodemstand van € 80 miljoen van in deze reserve aanwezig is, wordt in 2016 voor een bedrag van € 15,5 miljoen afgeroomd en overgeheveld naar de van de Reserve investeringsagenda. Daarnaast wordt additioneel € 15 miljoen uit de financieringsreserve in 2016 onttrokken en ook de Reserve investeringsagenda toegevoegd. Waardoor deze tijdelijk een stand heeft van € 65 miljoen. Incidentele meevallers, de opbrengst uit het vervolg van stofkam en positieve rekeningresultaten in de komende jaren komen, na het op peil brengen van de risicoreserve en het op peil houden (€ 5 miljoen) van de Reserve voor algemene doeleinden, gebruikt om de financieringsreserve weer aan te zuiveren tot de vastgestelde bodemstand van € 80 miljoen. Voor de komende jaren zijn er verder geen onttrekkingen voorzien.
182
060222 Reserve Vitaal Platteland Verloop 2015 2016 Saldo aanvang jaar (1) 10.138.311 6.210.311 Begrote onttrekking (2) 3.928.000 600.000 Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) 2.550.000 600.000 Werkelijke/beoogde lasten programma (5) 2.550.000 600.000 Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7) 6.210.311 5.610.311
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
2017 5.610.311 600.000 600.000
2018 5.010.311 600.000 600.000
2019 4.410.311 -
600.000 -
600.000 -
-
-
-
-
5.010.311
4.410.311
4.410.311
Beschikbaar stellen van middelen voor de sociaal-economische vitalisering van het platteland en de versterking van de structuur van het landelijk gebied. Het is te verwachten dat een belangrijk deel van de middelen zal landen in de ‘krimpregio’ Zuid- en Oost-Drenthe. Voorjaarsnota 2011 d.d. 14 juli 2011 H. Jumelet R. Kavsek Programma 7. Vitaal Platteland Product 7.2. Plattelandsontwikkeling Via motie 2010-27 bij de behandeling van de Voorjaarsnota 2010 is door PS aangegeven dat € 25 miljoen binnen deze reserve ingezet dient te worden voor de beleidsdoelen sociaal economische vitalisering van het platteland en de versterking van de structuur van het landelijk gebied. Bij de Voorjaarsnota 2011 is besloten het bedrag van € 25 miljoen uit de reserve Dynamische cofinanciering te halen en apart onder te brengen in de reserve Vitaal Platteland. Eerder is in de begroting 2012 een onttrekking gedaan van € 650.000,-- voor Beleidsadvies bevolkingsdaling, impulsgelden Vitaal Platteland en landschapsherstel. Reserve vitaal platteland een bedrag van € 12 miljoen naar de Europese Cofinancieringsreserve over te hevelen. Bij het vaststellen van de 1e financiële actualisatie 2014 is opnieuw vanuit de reserve geput en is de eerder onttrokken € 2,8 miljoen anders gefaseerd. De volgende onttrekkingen zijn nu opgenomen: voor de extra impuls voor het leefbaar houden van het platteland is € 800.000,-- beschikbaar, daarnaast is voor vitaal platteland € 100.000,-- beschikbaar op grond van de brief over het uitvoeringsbesluit Dorpsinitiatieven Vitaal Platteland van 10 september 2013, bovendien is € 300.000,-- opgenomen voor de twee tenders dorpsinitiatieven in 2014 en tenslotte is 125.000,-- voor proces- en programma ondersteuning breedband initiatieven in 2014 opgenomen. Voor fietspaden is 1 miljoen in 2014 en € 500.000,-- in 2015 onttrokken. Voor de krimpregeling is € 200.000, -- in 2014 en € 1.200.000,-- opgenomen. Voor na 2015 zijn afgezien van € 600.000,- per jaar voor tenders dorpsinitiatieven voor de jaren 2016 t/m 2018 geen verdere onttrekkingen voorzien.
183
060223 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Cofinancieringsreserve Europa 2015 2016 2017
2018
2019
22.787.446 18.474.892 16.587.446 14.700.000 4.312.554 1.887.446 1.887.446 3.100.000 6.812.554 3.100.000 3.100.000 3.100.000
11.600.000 3.100.000 3.100.000
6.812.554 -
3.100.000 -
3.100.000 -
3.100.000 -
3.100.000 -
-
-
-
-
-
18.474.892 16.587.446 14.700.000 11.600.000
8.500.000
Beschikbaar stellen van middelen voor cofinanciering van Europese programma's en projecten. Nota Reserves en Voorzieningen 2012 d.d. 14 november 2012 A. van der Tuuk J. Geveke Product 1.3 Goede belangenbehartiging voor Drenthe Programma 1. Kwaliteit openbaar bestuur Ingesteld bij de Begroting 2013. In het visiestuk “Koers in onzekere tijden” hebben wij aangegeven dat we het economisch beleid richten op de cofinancieringsmogelijkheden van het Europees beleid. Om in te kunnen spelen op de goede mogelijkheden in de nieuwe EU periode (2014 – 2020), wordt voorgesteld een Cofinancieringsreserve Europa te vormen met een startvermogen van € 24 miljoen. Goed inspelen op cofinancieringsmogelijkheden van Europees beleid vergt meer maatwerk. Dit betekent dat wij ook zelf meer actief kansen zoeken en creëren. Hiervoor is de Cofinancieringsreserve Europa een belangrijk middel. Voor de omvang van de reserve hebben we een inschatting gemaakt op basis van de huidige kennis en is gevoed vanuit de Reserve vitaal platteland (€ 12 miljoen) en de Risicoreserve (€ 12 miljoen).
184
De ontwikkeling van (regionale) Europese programma's is in zichzelf een complex (onderhandelings-)proces langs vele schaakborden met nog wijzigende spelregels. Omvang, vorm en inhoud van de programma’s staan dan ook nog niet vast. Met inachtneming van alle onzekerheden schatten wij in dat wanneer de provincie de Europese Programma's (EFRO, INTERREG, en POP) voor de periode 2014-2020 adequaat wil financieren (met het doel een goed resultaat voor Drenthe te behalen), een eigen inleg noodzakelijk voor een programmaperiode van 7 jaar (2014-2020). Voorlopig wordt uitgegaan van een financieringsbehoefte van € 3,1 miljoen per jaar. De "omzet" die daarmee wordt gerealiseerd bedraagt naar schatting € 100 miljoen, ofwel € 14 miljoen per jaar. Mocht in de toekomst duidelijk worden dat de cofinancieringsbehoefte (per jaar) hoger of lager uitvalt dan op dit moment ingeschat, dan kan in de toekomst een bijstelling nodig zijn. Hierbij geldt dat de ruimte 2014 later wordt ingezet omdat de Europese programma's 2014-2020 later worden vastgesteld (Europese commissie) dan verwacht. T.b.v. agrarisch natuurbeheer is in de jaren 2014 en 2015 een bedrag van 1.212.554,-- geleend uit de Cofinancieringsreserve. In de jaren 2016 en 2017 zijn deze bedragen teruggestort vanuit de Reserve provinciaal aandeel ILG. Voor de uitwerking van de 'gecoördineerde meerjarenaanpak Europa' is bij de 1e wijzging van 2015 een bedrag van € 2,5 miljoen extra opgenomen. Dit bedrag komt niet uit de reserve, maar is gedekt vanuit de algemene ruimte 2014.
185
060224 Reserve organisatie-ontwikkeling Verloop 2015 2016 2017 Saldo aanvang jaar (1) 1.277.690 Begrote onttrekking (2) 1.277.690 Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) 1.277.690 Werkelijke/beoogde lasten programma (5) 1.277.690 Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7) -
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
2018
2019
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Beschikbaar stellen van middelen voor organisatieontwikkeling.
Nota Reserves en Voorzieningen 2012 d.d. 14 november 2012 J. Tichelaar R. Kavsek Programma 8. Middelen Product 8.2. Personeel en Organisatie Ingesteld bij de Nota reserves en voorzieningen 2012. Om te voorzien in de noodzakelijk te maken kosten voor scholing, mobiliteit en in- en uitstroom hebben uw staten in het kader van de Voorjaarsnota 2010 voor de periode 2010 - 2014 een bedrag van € 2,5 miljoen beschikbaar gesteld. Aangezien in de praktijk blijkt dat het niet mogelijk is om jaarlijks voldoende nauwkeurig te bepalen welke kosten worden gemaakt is voorgesteld in de 2e Bestuursrapportage 2012 de nu nog resterende jaarlijkse budgetten te storten in een reserve Organisatieontwikkeling. Dit geeft de organisatie meer flexibiliteit in het beschikken over de middelen en voorkomt dat er in enig jaar overschotten dan wel tekorten ontstaan. Voor 2014 geldt dat de huidige budgetten niet voldoende zijn en dat in totaal een bijdrage van € 385.000,-- vanuit deze reserve nodig is. Met ingang van 2015 zijn er geen structurele budgetten beschikbaar voor organisatie-ontwikkeling. Begroting is om in elk geval voor € 500.000,-- voor dat doel in te zetten. Daarnaast zal aan een voorstel gedaan worden om structureel geld vrij te maken voor organisatieontwikkeling. Het restant van € 777.690,-- dat nog aanwezig was wordt/is bij 2e Bestuursrapportage toegevoegd aan het budget Frictiekosten LSM. Daarmee is de claim doorontwikkeling Planning & Control gedekt en is de reserve leeg.
186
060225 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product
Reserve opvang revolverend financieren 2015
2016
2017
2018
2019
5.656.045 68.400 -
5.724.445 -
5.724.445 -
5.724.445 -
5.724.445 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
5.724.445
5.724.445
5.724.445
5.724.445
5.724.445
Bij het verstrekken van revolverende middelen zijn de risico’s van de te verstrekken leningen, deelnemingen en garanties onvoldoende concreet om de vorming van een voorziening te onderbouwen. Hiervoor is deze bestemmingreserve ingesteld, die wordt gevoed vanuit de budgetten van de verschillende programma’s en is dan ook bedoeld om mogelijke risico's op te vangen. Ingesteld bij de Nota reserves en voorzieningen 2012. Wij willen meer gebruik te maken van het instrument revolverend financieren. Zuivere revolverende middelen worden verwerkt als balansmutaties en hebben geen invloed op hoogte van de lasten in de Begroting. Daarbij wordt primair gedacht aan leningen. Leningen moeten worden opgenomen als vorderingen als tot uitbetalingen van revolverende middelen wordt overgegaan. Daarmee blijven ze nog steeds buiten de exploitatie. Wel van invloed op de exploitatie zijn de risico’s die worden gelopen en de beheerskosten die worden gemaakt. Daarvoor is budget vanuit de begroting nodig en dat kan het best worden gestort in een reserve of een voorziening, aangezien de revolverende projecten zich doorgaans niet binnen één jaar zullen afspelen. Op die wijze wordt er een basiskapitaal gevormd dat als het ware “beleend” wordt voor de revolverende projecten. Het bedrag aan uitstaande leningen kan dan ook groter zijn dan het in de exploitatie beschikbaar gestelde bedrag. Voor de korte termijn is de vorming van een reserve aan de orde en nog geen voorziening. Nota Reserves en Voorzieningen 2012 d.d. 14 november 2012 A. van der Tuuk R. Kavsek Programma 8. Middelen Product 8.2. Personeel en Organisatie
187
Toelichting
Een voorwaarde voor het vormen van een voorziening is dat de risico’s en verplichtingen redelijkerwijs zijn in te schatten. Bij de controle op de jaarrekening ziet de accountant erop toe dat aan deze voorwaarde is voldaan als voorzieningen zijn opgenomen op de jaarrekening. Bij het verstrekken van revolverende middelen zijn de risico’s van de te verstrekken leningen, deelnemingen en garanties onvoldoende concreet om de vorming van een voorziening te onderbouwen. Hiervoor is deze bestemmingreserve ingesteld, die wordt gevoed vanuit de budgetten van de verschillende programma’s door minimaal 10% van uitgezette revolverende middelen te storten. Aan de hand van de concreet ingevulde portefeuille wordt vervolgens ingeschat welke risico’s er zijn. In overleg met de accountant stellen wij voor om op basis van de concrete projecten en de risicobeoordeling daarvan, jaarlijks in de jaarrekening een voorziening op te nemen. De lasten van deze voorziening worden dan gedekt uit de gevormde bestemmingsreserve. Wij stellen voor om binnen de reserve geen middelen te oormerken. Mochten voorzieningen getroffen moeten worden wegens oninbaarheid o.i.d. dan moet de gehele reserve daarvoor aangesproken kunnen worden, voordat de risicoreserve aangesproken wordt. Er zijn nu stortingen gedaan voor: een lening van € 620.000,-- aan de Stichting Sensor Universe, een bedrag van € 110.800,-- zijnde 17,87% dekking; voor een lening van € 1.250.000,--aan de Stichting Incas, een bedrag van € 125.000,-- zijnde 10% dekking; voor een lening van € 150.000,-- aan de coöperatieve vereniging Noordelijk Lokaal Duurzaam Energie (NLD), een bedrag van 150.000,-- zijnde 100% dekking; voor een Zonnelening van € 1,2 miljoen een bedrag van € 1,2 miljoen zijnde 100% dekking; voor het vervolg op de Zonnelening van € 365.245,-- een bedrag van € 365.245,--. zijnde 100% dekking; voor een lening van € 2.800.000,-- aan Stichting INCAS3 (waarbij de bruglening van € 1.500.000,-- is vervallen), een bedrag van € 280.000,-- zijnde 10% dekking; voor de garantstelling van € 640.000,-- aan het Regionaal Sectorplan Vrijetijdssector Drenthe, een bedrag van € 100.000,-- zijnde 16% dekking; voor een lening van € 200.000,-- aan de Stichting Energy Challenges, zijnde 100% dekking. Bij de 2e Financiële actualisatie 2014 is een bedrag van € 3.000.000,-- gestort t.b.v. breedband ter afdekking van de risico’s van nog te verstrekken leningen aan coöperaties. Een eerste lening t.b.v. Breedband aanleg betreft: lening aan coöperatie ‘De Kop Breed’ van € 2.118.000,--. Hiervoor is een bedrag van € 317.700,--, zijnde 15% van de lening afgedekt. Daarnaast is een garantstelling aan de Bentheimer Eisenbahn AG verstrekt.
188
Het betreft een garantie ten bedrage van maximaal € 250.000,- ter dekking van een eventueel exploitatieverlies van de spoorgoederenshuttle Coevorden-Bad Bentheim-Malmö. De garantstelling zal worden afgegeven voor een periode van 12 maanden, lopend van 1 januari tot 31 december 2015. Mede door een bijdrage van de gemeente Coevorden (€ 62.500,-) en de gemeente Emmen (€ 62.500,-), en de provinciale storting van € 125.000,- in deze reserve is het totale garantiebedrag 100% afgedekt; Voor een garantstelling Sectorplan “Werk in beweging” van € 684.000,-- was reeds een bedrag van € 68.400,-- zijnde 10% dekking gestort, maar uiteindelijk is deze garantiestelling omgezet in een grotere garantstelling lnterprovinciaal Sectorplan Grenzenloos werken van € 1.045.307,--. Een bedrag van € 36.130,-- wordt aan de reserve toegevoegd, zodra van het ministerie de subsidietoekening is ontvangen en de garantstellling daadwerkelijk wordt verstrekt. Er zal dan uiteindelijk 10% dekking afgedragen zijn.
189
060226
Reserve financieringsfonds Drenthe
Verloop
2015
Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
4.000.000 4.000.000 4.000.000
-
-
-
-
4.000.000 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
2016
2017
2018
2019
Op 18 december 2013 heeft Provinciale Staten besloten de Reserve financieringsfonds Drenthe in te stellen met als doel het Financieringsinstrumentarium Drenthe te ondersteunen. Besluit PS Statenstuk 2013-600 d.d. 18 december 2013 A. van der Tuuk E. Bos Programma 2. Regionale economie Product 2.2. Versterken regionale innovatiekracht Het Financieringsinstrumentarium Drenthe is in 2014 uitgewerkt en in 2013 is in totaal is een bedrag € 17.000.000,-- in de reserve gestort. Hiervan is in 2014 een bedrag van € 13.000.000,-- onttrokken en overgemaakt naar het MKB fonds Drenthe. Een aparte reserve is noodzakelijk, want op deze manier blijven de middelen beschikbaar voor het MKB fonds Drenthe en worden deze niet gemengd met de middelen die al in de Reserve versterken economische structuur aanwezig zijn. Eind 2014 is nog een saldo van € 4 miljoen in de reserve aanwezig, naar verwachting wordt dat in 2015 ingezet, zodra in noordelijk verband duidelijkheid is over NOM-projects. Tot die tijd zal deze reserve blijven te bestaan.
190
060227 Verloop
Reserve natuurbeleid 2015 2016
2017
2018
2019
Saldo aanvang jaar (1) Onttrekking (2) Toevoeging (3)
26.197.514 2.941.212 -
23.256.302 2.327.873 -
20.928.429 4.269.085
25.197.514 -
25.197.514 -
Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
31.388.369
56.995.094
51.635.094
38.062.947
38.062.947
31.388.369 -
56.995.094 3.032.127
51.635.094 4.269.085
38.062.947 -
38.062.947 -
-
3.032.127
4.269.085
-
-
23.256.302
20.928.429
25.197.514
25.197.514
25.197.514
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
De doelstelling van deze reserve is de programmatische aanpak van het nieuwe natuurbeleid voor de onderdelen natuurbeheer, ontwikkelopgave nieuwe natuur en Programmatische Aanpak Stikstof mogelijk te maken. De reserve is ingesteld bij het vaststellen van de jaarrekening 2013. Jaarstukken 2013 d.d. 28 mei 2014 H. Jumelet F. Voogd Programma 7. Vitaal Platteland Product 7.4 Natuur en landschap In de meicirculaire 2013 is een integratieuitkering aan de provinciefonds uitkering toegevoegd voor Natuur. Deze integratieuitkering was het gevolg van de aanvraag van rijksmiddelen voor 4 grote natuurprojecten (icoonprojecten Bargerveen, Hunzedal, Reest en Drents-Friese Wold) alsmede voor projecten in het kader van de programmatische aanpak stikstof (PAS). Deze projecten moeten in de komende jaren worden uitgevoerd.
191
060228 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Onttrekking (2) Toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Reserve investeringsagenda 2015
2016
2017
2018
2019
-
45.000.000
45.000.000 -
45.000.000 -
45.000.000 -
-
45.000.000
45.000.000
45.000.000
45.000.000
De reserve investeringsagenda heeft tot doel financiële dekking te verschaffen voor die plannen die worden uitgewerkt op basis van de investeringsagenda. Gezien de omvang van de afzonderlijke plannen en het feit dat daarover nog discussie met provinciale staten en de omgeving plaats zal vinden, zijn de plannen nu nog niet “in de tijd” en “op geld” gezet. Begroting 2016 d.d. 11 november 2015 A. van der Tuuk R. Kavsek Programma 8. Middelen 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen De reserve investeringsagenda worst in 2016 op de volgende wijze gevoed: • Het surplus van de Reserve voor algemene doeleinden boven de maximale stand van € 5 miljoen; € 14,5 miljoen. • Het surplus van de Financieringsreserve boven de vastgelegde bodemstand van € 80 miljoen; € 15,5 miljoen. • Vanuit de Financieringsreserve additioneel € 15 miljoen. De ruimte is met het instellen en de voeding van de reserve investeringsagenda gerealiseerd. De uitwerking van de plannen zijn geagendeerd en worden de komende tijd nader uitgewerkt. Het geld wordt op basis van uitgewerkte plannen op basis van statenvoorstellen onttrokken aan de reserve. Aan de reserve investeringsagenda wordt geen rente toegerekend.
192
Egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en 060229 vaarwegen Verloop 2015 2016 2017 2018 2019 Saldo aanvang jaar (1) 159.251 818.502 Onttrekking (2) 340.749 Toevoeging (3) 159.251 659.251 Begrote lasten programma (4) 6.076.251 4.550.000 4.050.000 5.050.000 Werkelijke/beoogde lasten programma (5) 6.076.251 4.550.000 4.050.000 5.050.000 Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7) 159.251 818.502 477.753
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Egaliseren van de groot variabel onderhoud met betrekking tot wegen en vaarwegen. Begroting 2016 d.d. 11 november 2015 H. Brink G. Janssen 3 Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer 3.3 Wegen en 3.4 Vaarwegen De reserve is per 2016 ingesteld om schommelingen in het groot cyclisch onderhoud op te vangen op het gebied van wegen en vaarwegen. In deze reserve worden de overschoten van de jaarlijkse budgetten gestort en onttroken wanneer deze budgetten te laag zijn in een bepaald jaar.
193
060230 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Onttrekking (2) Toevoeging (3) Begrote lasten programma (4) Werkelijke/beoogde lasten programma (5) Begrote baten programma (6) Werkelijke/beoogde baten programma (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Egalisatiereserve voormalige bdu verkeer en vervoer 2015 2016 2017 2018 2.032.753 3.774.896 2.032.753 1.742.143 1.891.304 27.853.935 28.442.708 28.911.105
-
2019 5.666.200 1.890.811 29.362.349
27.853.935
28.442.708
28.911.105
29.362.349
2.032.753
3.774.896
5.666.200
7.557.011
Egaliseren van de lasten met betrekking tot verkeer en vervoer, die voorheen werden gedekt via de Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer. Begroting 2016 d.d. 11 november 2015 H. Brink A. de Vries 3 Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer 3.1 Bereikbaarheid (incl openbaar vervoer) Met ingang van 2016 is de specifiek uitkering Brede doeluitkering Verkeer en Vervoer vervallen. In de plaats hiervan ontvangt de provincie een decentralisatie-uitkering verkeer en vervoer. Hiermee worden dit algemene middelen. Nu deze specifieke uitkering is vervallen kunnen fluctuaties in de uitgaven binnen dit onderdeel niet meer op de balans onder overlopende passiva Rijksmiddelen gereserveerd worden. Om toch ook in de toekomst de mogelijkheid te behouden fluctuaties te kunnen opvangen wordt voorgesteld deze reserve specifiek voor de budgetten openbaar vervoer, gedragsbeïnvloeding en infraprojecten in te stellen.
194
072110 Verloop Saldo aanvang jaar (1) Premie-inleg (2) Onttrekking (3) Toevoeging (4) Saldo einde jaar (1+2-3+4)
Voorziening spaarhypotheken 2015 2016 2017 2.709.552 2.809.552 2.909.552 100.000 100.000 100.000 2.809.552 2.909.552 3.009.552
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Het veiligstellen van de door de provinciale medewerkers gespaarde bedragen ten behoeve van aflossing van hypothecaire geldleningen.
2018 3.009.552 100.000 3.109.552
2019 3.109.552 100.000 3.209.552
Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 J. Tichelaar R. Kavsek Programma 8. Middelen Product 8.2. Personeel en organisatie De voorziening is in het leven geroepen om de gespaarde middelen van medewerkers met een spaarhypotheek te beheren. Per 1 januari 2007 is de hypotheekregeling opgeheven. Daardoor zal het aantal spaarhypotheken afnemen en op lange termijn ook de hoogte van de voorziening dalen. Voorlopig wordt ervan uitgegaan dat door premie-inleg het saldo de komende jaren nog zal toenemen. Door aflossing in verband met verkoop van woningen kan de voorziening in omvang afnemen, maar daar is geen rekening meegehouden omdat het effect hiervan niet in te schatten is. De stijging van het spaarsaldo heeft overigens voor de provincie geen gevolgen, omdat de voorziening gelijk is aan de schuldpositie. Meerjarig houden we daarom voorlopig rekening met een jaarlijkse stijging van het spaarsaldo van € 100.000,--.
195
083173 Voorziening groot onderhoud provinciehuis Verloop 2015 2016 2017 2018 Saldo aanvang jaar (1) 1.139.785 346.474 489.739 700.298 Onttrekking (2) 1.192.061 255.485 188.191 337.071 Toevoeging (3) 398.750 398.750 398.750 398.750 Saldo einde jaar (1-2+3) 346.474 489.739 700.298 761.977 Begrote lasten voorziening (4) 1.192.061 255.485 188.191 337.071 Werkelijke/beoogde lasten voorziening (5) 1.192.061 255.485 188.191 337.071 Begrote baten voorziening (6) 398.750 398.750 398.750 398.750 Werkelijke/beoogde baten voorziening (7) 398.750 398.750 398.750 398.750 Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7) 346.474 489.739 700.298 761.977
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
2019 761.977 170.607 398.750 990.120 170.607 170.607 398.750 398.750 990.120
Voor nu en in de toekomst op een planmatige wijze werken aan een verantwoorde staat van bouwkundig en technisch onderhoud van het provinciehuis (alsook de bestrating en omheining) en daartoe de financiële middelen beschikbaar hebben. Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 A. van der Tuuk H.J. Schimmel Programma 8. Middelen Product 8.3. ICT en facilitaire zaken De vermeerderingen aan deze voorziening zijn vastgesteld op basis van een inschatting op het meerjarig onderhoudsplan voor de periode 2012-2022 zoals deze in de VJN 2011 is opgenomen. Op basis van het vernieuwde gebouwcomplex is door een extern bureau een onderhoudsplanning opgesteld voor 25 jaren (waarvan de laatste 15 jaar voorlopig zijn). In 2010 is het planmatige onderhoud vanwege de revitalisering van het provinciehuis deels opgenomen binnen het Programma Provinciehuis van Morgen. In 2011 is ook het overige (geplande) deel van het planmatig onderhoud uitgevoerd. De voorziening op basis van 25 jaar is ingesteld om fluctuatie in de jaarlijkse (groot) onderhoudskosten te voorkomen. Omdat in 2014, 2022, 2027 en 2032 een aantal investeringsbudgetten beschikbaar komt, zijn deze in mindering gebracht op de jaarlijkse dotatie en kan de jaarlijks dotatie worden beschouwd voor een periode van 25 jaar op € 398.750,-- per jaar. Doordat de onderhoudswerkzaamheden van een aantal daken en galerijen, het aanbrengen van de valbeveiliging en schilderwerk van dakopbouwingen zijn uitgesteld, wordt in 2015 veel meer besteed. De komende jaren zullen de planmatige onderhoudswerkzaamheden echter nog beperkt zijn doordat het gebouw in 2011 geheel gerenoveerd is.
196
083177 Voorziening groot onderhoud Drents Museum Verloop 2015 2016 2017 2018 Saldo aanvang jaar (1) 254.940 238.270 211.116 18.551 Onttrekking (2) 119.947 192.154 357.565 104.196 Toevoeging (3) 103.277 165.000 165.000 165.000 Saldo einde jaar (1-2+3) 238.270 211.116 18.551 79.355 Begrote lasten voorziening (4) 119.947 192.154 357.565 104.196 Werkelijke/beoogde lasten voorziening (5) 119.947 192.154 357.565 104.196 Begrote baten voorziening (6) 103.277 165.000 165.000 165.000 Werkelijke/beoogde baten voorziening (7) 103.277 165.000 165.000 165.000 Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7) 238.270 211.116 18.551 79.355
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen) Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
2019 79.355 180.785 165.000 63.570 180.785 180.785 165.000 165.000 63.570
Voor nu en in de toekomst op een planmatige wijze werken aan een verantwoorde staat van bouwkundig en technisch onderhoud van het Drents Museum en daartoe de financiële middelen beschikbaar hebben. Nota Reserves en Voorzieningen 2005 d.d. 15 juni 2005 A. van der Tuuk H.J. Schimmel Programma 8. Middelen Product 8.3. ICT en facilitaire zaken Evenals bij het provinciehuis wordt bij het Drents Museum sinds 2002 gewerkt met een meerjaren-onderhoudsplan voor de gebouwen van het Drents Museum. De planning beslaat een periode van 25 jaar (waarvan de laatste 15 jaar voorlopig zijn). De vermeerderingen aan deze voorziening zijn vastgesteld op basis van een inschatting van het meerjarig onderhoudsplan voor de periode 2012-2022, zoals dit in de VJN 2011 is opgenomen. De nieuwe onderhoudsplanning voor de jaren 2012-2022 op basis van het vernieuwde gebouwcomplex is door een extern bureau opgesteld. Het reguliere bedrag voor toevoeging aan de voorziening is vastgesteld op € 165.000,--. Vanwege de uitbreiding en verbouwing van het Drents Museum in 2011 zijn (achterstallige) werkzaamheden gelijktijdig met de verbouwingswerkzaamheden uitgevoerd. De voorziening op basis van 10 jaar is ingesteld om fluctuatie in de jaarlijkse (groot) onderhoudskosten te voorkomen de eerstvolgende 10 jaar. Na 2022 zal een substantiële verhoging van planmatige onderhoudskosten aan de orde zijn, omdat er voor het Drents Museum geen sprake is van vrijvallende investeringen in de berekende onderhoudsperiode van 25 jaar. Vooralsog wordt dan uitgegaan van een jaarlijks benodigde storting van € 379.427,- per jaar. In 2016 en de komende wordt er beperkt planmatig onderhoud uitgevoerd. Omdat het oude gebouw deels is gerenoveerd en de aanbouw een volledige nieuwbouw betreft zijn planmatige onderhoudskosten nog beperkt de komende jaren. 197
083180 Verloop
Voorziening op vordering op verkoop Vennootschap B.V. 2015 2016 2017 2018 2019
Saldo aanvang jaar (1) Begrote onttrekking (2) Begrote toevoeging (3)
10.082.285 -
10.082.285 -
10.082.285 -
10.082.285 -
10.082.285 -
Saldo einde jaar (1-2+3) Begrote lasten voorziening (4) Beoogde/werkelijke lasten voorziening (5) Begrote baten voorziening (6) Beoogde/werkelijke baten voorziening (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
10.082.285 -
10.082.285 -
10.082.285 -
10.082.285 -
10.082.285 -
-
-
-
-
-
-
-
-
-
-
10.082.285
10.082.285
10.082.285
10.082.285
10.082.285
Doelstelling (in te realiseren maatschappelijke doelstellingen)
Afdekking risico van nog af te wikkelen verplichtingen die voor rekening komen van de "vendors" van de aandelen Essent Holding N.V. aan RWE AG.
Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product
Jaarstukken 2009 d.d. 2 juni 2010 A. van der Tuuk R. Kavsek Programma 8. Middelen Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen
198
Toelichting
Deze voorziening is ingesteld na verkoop van Essent. Met RWE is overeengekomen dat de aandeelhouders een voorziening treffen ten laste van de verkoopopbrengst Essent. Het is mogelijk dat dan een gedeelte alsnog wordt uitgekeerd aan de aandeelhouders, afhankelijk van het beroep dat op de voorziening moet worden gedaan vanwege nog af te wikkelen zaken. Indien alsnog tot uitkering wordt overgegaan, dan zal op dat moment de opbrengst in de begroting worden opgenomen. Het vermogen in het General Escrow Fonds was bij de oprichting van het fonds in 2009, EUR 800 mln. In april 2011 is het eerste deel van de General Escrow minus gemelde claims door RWE vrijgevallen en aan de aanhouders uitgekeerd. In het General Escrow Fonds resteert nu nog een bedrag van EUR 440 miljoen voor de afwikkeling van claims van RWE als gevolgen van garantie en vrijwaringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven. Het General Escrow Fonds wordt belegd conform de FIDO/RUDDO-regels, die gelden voor decentrale overheden. De looptijd van deze vennootschap is afhankelijk van de periode dat claims (die door RWE tot uiterlijk 30 september 2015 kunnen worden ingediend) worden afgewikkeld. Op 30 september 2015 zal automatisch het gedeelte van het General Escrow Fonds vrijvallen waarvoor RWE geen claims heeft ingediend. Gelet op de afhandeling van lopende claims en nog eventueel tot door RWE in te dienen claims, kan over de omvang van deze vrijval nog geen uitspraak worden gedaan. Planning is om in de 2e helft van 2015 de discussies met RWE over de ingediende claims af te ronden. De vennootschap zal daarmee eind 2015 (mogelijk begin 2016) kunnen worden geliquideerd. Een positief liquidatiesaldo zal vrijvallen aan de aandeelhouders.
199
083181 Verloop Saldo aanvang jaar (1)
Voorziening Algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (Appa) 2015 2016 2017 2018 2019 8.486.610
8.426.610
8.366.610
8.306.610
8.246.610
Onttrekking (2)
350.000
350.000
350.000
350.000
350.000
Toevoeging (3)
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
8.426.610
8.366.610
8.306.610
8.246.610
8.186.610
Begrote lasten voorziening (4) Werkelijke/beoogde lasten voorziening (5)
350.000
350.000
350.000
350.000
350.000
350.000
350.000
350.000
350.000
350.000
Begrote baten voorziening (6) Werkelijke/beoogde baten voorziening (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-56+7)
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
290.000
8.426.610
8.366.610
8.306.610
8.246.610
8.186.610
Saldo einde jaar (1-2+3)
Doelstelling (in te realiseren De provincie is voor pensioenen van (ex-)gedeputeerden eigen maatschappelijke doelstellingen) risicodrager. Deze pensioenen zijn niet ondergebracht bij het ABP of een pensioenverzekeringsmaatschappij. De voorziening is ingesteld om ervoor te zorgen dat de opgebouwde pensioenrechten van (ex-)gedeputeerden ook daadwerkelijk kunnen worden betaald door de provincie. Instellingsbesluit Nota Reserves en Voorzieningen 2010 d.d. 10 november 2010 Portefeuillehouder A. van der Tuuk Teamleider R. Kavsek Programma Programma 8 Middelen Product Product 8.2 Personeel en organisatie Toelichting De ingehouden pensioenpremies van de huidige gedeputeerden alsmede het werkgeversdeel pensioenpremie voor huidige gedeputeerden worden gestort in de voorziening. Aan de voorziening worden de daadwerkelijk betaalde pensioenen onttrokken. De voorziening is op peil om aan de toekomstige verplichtingen te voldoen. Begroot is een jaarlijkse rentetoevoeging van € 200.000,-- en daarnaast een verwachte premiestorting van € 90.000,--.
200
083182 Voorziening groot onderhoud Depot Drents Museum Verloop 2015 2016 2017 2018 Saldo aanvang jaar (1) 50.384 54.240 65.483 78.366 Onttrekking (2) 10.187 2.800 1.160 1.189 Toevoeging (3) 14.043 14.043 14.043 14.043 Saldo einde jaar (1-2+3) 54.240 65.483 78.366 91.220 Begrote lasten voorziening (4) 10.187 2.800 1.160 1.189 Werkelijke/beoogde lasten voorziening (5) 10.187 2.800 1.160 1.189 Begrote baten voorziening (6) 14.043 14.043 14.043 14.043 Werkelijke/beoogde baten voorziening (7) 14.043 14.043 14.043 14.043 Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7) 54.240 65.483 78.366 91.220
2019 91.220 3.015 14.043 102.248 3.015 3.015 14.043 14.043 102.248
Doelstelling (in te realiseren Voor nu en in de toekomst op een planmatige wijze werken aan een maatschappelijke doelstellingen) verantwoorde staat van bouwkundig en technisch onderhoud van het Depot Drents Museum en daartoe de financiële middelen beschikbaar hebben. Instellingsbesluit Portefeuillehouder Teamleider Programma Product Toelichting
Jaarstukken 2010 d.d. 23 mei 2011 A. van der Tuuk H.J. Schimmel Programma 8. Middelen Product 8.3. ICT en facilitaire zaken Net als voor het provinciehuis en Drents Museum is op basis van een meerjaren-onderhoudsplan voor de gebouwen van het Depot Drents Museum in 2011 een voorziening aangemaakt. De planning beslaat een periode van 25 jaar. De vermeerderingen aan deze voorziening zijn vastgesteld op basis van een inschatting op het meerjarig onderhoudsplan voor de periode 2012-2036 zoals die in de 1e Bestuursrapportage 2011 opgenomen zijn. Het reguliere bedrag voor toevoeging aan de voorziening was vastgesteld op € 53.590,--. De voorziening is ingesteld om fluctuatie in de jaarlijkse (groot) onderhoudskosten te voorkomen. Omdat in 2026 een investeringsbudget beschikbaar komt t.b.v. de installaties van het depot, is deze in mindering gebracht op de jaarlijkse dotatie en kan de jaarlijks dotatie worden verlaagd naar € 14.043,-- per jaar. In 2016 en de komende jaren is veelal alleen dagelijks onderhoud van toepassing. Omdat het gebouw een nieuw gebouw betreft zijn planmatige onderhoudskosten (nog) maar beperkt aan de orde.
201
083183 Voorziening financieel risico IAP Drenthe Verloop 2015 2016 2017 Saldo aanvang jaar (1) 695.516 695.516 695.516 Onttrekking (2) Toevoeging (3) Saldo einde jaar (1-2+3) 695.516 695.516 695.516 Begrote lasten voorziening (4) Beoogde/werkelijke lasten voorziening (5) Begrote baten voorziening (6) Beoogde/werkelijke baten voorziening (7) Saldo einde jaar (8=1-2+3+4-5-6+7) 695.516 695.516 695.516
2018 695.516 695.516 -
2019 695.516 695.516 -
-
-
695.516
695.516
Doelstelling (in te realiseren Afdekking risico van nog af te wikkelen claim n.a.v. een audit bij het SNN maatschappelijke doelstellingen) over het Innovatieve Actieprogramma Drenthe 2008-2010, waarbij een deel van de subsidiabele kosten is afgekeurd. Instellingsbesluit Jaarstukken 2012 d.d. 29 mei 2013 Portefeuillehouder A. van der Tuuk Teamleider E. Bos Programma Programma 8. Middelen Product Product 8.1. Financiering en algemene dekkingsmiddelen Toelichting Deze voorziening is ingesteld omdat na een audit bij het SNN bij het Innovatieve Actieprogramma Drenthe 2008-2010 een deel van de subsidiabele kosten is afgekeurd. Het risico hiervoor ligt bij de provincie. De definitieve correctie door SNN moet nog plaatsvinden. In afwachting hiervan is deze voorziening van € 1.088.000,-- ten laste van het Innovatieve Actieprogramma Drenthe gemaakt. In 2013 zijn werkzaamheden uitgevoerd die hebben geresulteerd in een aangepaste einddeclaratie, waardoor een deel van de voorziening daadwerkelijk aangesproken is. In totaal is toen een bedrag van € 392.000,-- ten laste van de voorziening gebracht. Ondanks dat wij staan voor de huidige einddeclaratie en deze ook definitief hebben ingediend bij het SNN loopt de provincie volgens ons het risico dat SNN dan wel de rijksaudit autoriteit toch niet akkoord gaat met het volledige subsidiabel zijn van de einddeclaratie. Voorzichtigheidshalve handhaven wij daarom nu de voorziening om later niet alsnog opnieuw een verlies te moeten nemen. Zodra de einddeclaratie door het SNN is vastgesteld, dat zal naar verwachting eind 2015 gebeuren, zal het saldo van de voorziening ten gunste van de Reserve versterking economische structuur komen.
202
Paragraaf 2.9 Europa Inleiding Drenthe heeft een stevige ambitie op het terrein van Europa. Europese kansen willen we benutten om onze Drentse beleidsdoelstellingen te realiseren. Om deze kansen te kunnen benutten wordt bij de meeste Europese projecten provinciale EU cofinanciering gevraagd. Door middel van een integrale afweging over de inzet van de provinciale middelen bij Europese projecten en programma's wordt getracht deze Drentse ambitie te bewerkstelligen. Wat willen wij bereiken? Aansluiting vinden bij het beleid, de netwerken en de mogelijkheden van Europa is geen doel op zichzelf. Het is een middel om onze eigen Drentse ambities te verwezenlijken en met onze doelen tegelijkertijd bij te dragen aan die van Europa. Europa is met andere woorden facetbeleid. Wij geven dit vorm via onze Europa aanpak. Dat doen we niet alleen voor onszelf, maar bovenal voor en met onze stakeholders. Wij werken waar energie zit. Wij werken van abstract strategisch tot concrete projecten en alles wat daartussen zit. Wij zijn daarbij vaak afhankelijk van het enthousiasme, draagvlak en de inzet van stakeholders. Wat gaan wij daarvoor doen? In 2015 zijn de Europese regioprogramma’s OP EFRO, Interreg A (Nederland-Duitsland) en B (Noordzee), Interreg Europe en het POP voorzichtig van start gegaan. Deze regioprogramma’s onderscheiden zich van andere Europese instrumenten omdat Drenthe mede indiener van die programma’s is, Drenthe in het werkingsgebied van die programma’s ligt en wij mede verantwoordelijk zijn voor de uitvoering en cofinanciering ervan. Alle overige instrumenten worden door de Europese Commissie zelf uitgevoerd.
Het OP EFRO is een Noord-Nederlands programma dat innovatie bevordering en de overgang naar een koolstofarme economie beoogt.
Het INTERREG A programma heeft betrekking op het gehele Nederlands-Duitse grensgebied. De projecten waar Drentse bedrijven of instellingen in deelnemen kunnen door partijen uit dat gehele grensgebied worden ingediend.
Het hoofddoel van INTERREG Noordzeeregio is om via een gezamenlijke inzet de gebieden grenzend aan de Noordzee te laten uitgroeien tot gebieden met een sterkere en duurzamer werken leefomgeving.
Het Plattelandsontwikkelingsprogramma POP3 is onderdeel van het Europees Gemeenschappelijk Landbouwbeleid. Het programma is erop gericht om de duurzame ontwikkeling van het platteland, en van de landbouw in het bijzonder, een krachtige impuls te geven. Het POP3 richt zich op de volgende doelen: 1. het versterken van innovatie, verduurzaming en concurrentiekracht van de landbouw, 2. jonge agrarische ondernemers, 3. natuur en landschap, 4. het verbeteren van de waterkwaliteit, en 5. het stimuleren van brede plattelandsontwikkeling via LEADER. In het najaar van 2015 zal naar verwachting duidelijkheid ontstaan over de programmering in 2016 en het benodigde cofinancieringsbudget. Wij verwachten dat de uitvoering van die programma’s in 2016 pas echt goed op stoom komen. Onze verantwoordelijkheid om mede bij te dragen aan de regionale cofinanciering van die programma’s hebben we financieel geregeld door naast de beleidsbudgetten een reserve EU cofinanciering te creëren en te vullen. Met de door ons voorgestelde intensivering verwachten wij voldoende middelen 203
beschikbaar te hebben om projecten vanuit Drentse stakeholders gedurende de gehele programmaperiode tot en met 2021 te kunnen cofinancieren. Met het onlangs aan u voorgelegde spelregelkader zijn de interne speregels en de afspraken over de verantwoording van die reserve geregeld. Voor al die programma’s geldt dat de besteding van de reserve wel sterk afhankelijk is van de mate waarin de Drentse stakeholders in staat zijn goede plannen (mede) te ontwikkelen voor die programma’s. In feite zijn de kasstromen dan ook moeilijk in te schatten. Naast de genoemde regioprogramma’s zullen wij proberen ook andere Europese instrumenten, soms in samenwerking met andere Europese regio´s in te zetten om onze ambities gefinancierd te krijgen. De mogelijkheden en kansrijkheid ervan zullen per initiatief verschillen. Ook daarvoor dient de reserve als financieringsbron voor de benodigde cofinanciering. Voor wat betreft het anticiperen op nieuwe Europese kaders zal onze aandacht de komende jaren onder andere gericht zijn op de contouren van de volgende programmaperiode na 2021 en de ontwikkelingen rond een Europese energieunie. Beleidsanticipatie is een proces van lange adem, maar wij hebben de ambitie om mede richtinggevend en aangehaakt te zijn voor de Europese koers op belangrijke thema´s die onze provincie raken. Wij zullen dit zoveel mogelijk in goede samenwerking en afstemming met onder andere Groningen en Fryslan en onze oosterburen vormgeven. Tijdens de behandeling van de begroting 2015 is de motie Europa Werkwijze aangenomen. De motie ondersteunt onze Europa aanpak. De middelen zetten wij in voor onze deelname aan (internationale) netwerken en het organiseren van eigen netwerkbijeenkomsten. Tot slot willen we onze inspanningen gericht op de grensoverschrijdende samenwerking met andere Europese regio´s verder richting geven. Vooral de samenwerking met onze oosterburen heeft daarbij onze aandacht. Daartoe willen we een Duitsland Agenda ontwikkelen.
204
Wat gaat dat kosten/wat levert dat op? Investeren in Europese kennis en netwerk levert beter beleid, betere (anticipatie op) regelgeving (70% van de EU regels slaan neer op decentrale overheden), betere resultaten en middelen op voor onze eigen beleidsdoelen. Het is nu niet mogelijk te zeggen op welk thema er in 2016 middelen worden binnengehaald of welke regel er in 2016 zal worden aangepast dankzij ons lobbywerk. Brussel is evenals onze eigen beleidsomgeving daarvoor te dynamisch. Vaste evenementen als Open Days en lidmaatschap van EU netwerken als de CPMR dragen daartoe bij. Bedragen x € 1 miljoen
2015
2016
2017
2018
2019
2020
2021
4,3
3,1
3,1
3,1
3,1
5,8
3,1
1,0
1,0
1,0
0,6
0,6
0,6
0,6
0,3
0,3
0,3
0,4
0,4
0,4
0,4
0,2
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
0,1
2,3
1,3
1,3
1,5
1,5
1,6
1,6
Overig (thematische fondsen, interreg Europe, etc)
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
0,5
Netwerken Europa
0,05
0,05
0,05
0,05
0,05
0,05
0,05
Werkwijze Europa
0,025
0,025
0,025
0,025
0,025
0,025
0,025
Cofinancieringsreserve Europa EFRO 1. Arbeidsmarkt MKB 2. Samenwerking MKB-kennisinstellingen 3. Valorisatieprojecten 4. CO2 reductie
INTERREG A 1. Innovatie MKB en CO2
reductie 65%
2. Sociaal-culturele en territoriale cohesie 35%
INTERREG B 1. Onderzoek, tech. ontw. en innovatie 2. Efficiënte omgang met hulpbronnen 3. Klimaat 4. Duurzaam vervoer
POP 1 Innovatie landbouw 2 Landbouw struct.verb./ kavelruil 3 Jonge boeren 4 Agrarisch natuurbeer 5 Water (KRW,PAS) 6 Leader
205
206
II Financiële begroting
207
208
II.1 Overzicht van lasten en baten, tevens Meerjarenraming 20162019 Programma
2014 Rekening
2015 Begroting
2016 Begroting
2017 Begroting
2018 Begroting
2019 Begroting
2.484.828 -1.672 2.483.156
8.715.919 -19.640 8.696.279
6.109.919 -19.640 6.090.279
6.120.972 -19.640 6.101.332
6.132.245 -19.640 6.112.605
6.143.744 -19.640 6.124.104
Programma 2. Regionale economie Lasten Baten
18.399.862 -221.283
14.104.161 -977.945
8.551.173 -32.200
8.801.173 -32.200
8.801.173 -32.200
8.801.173 -32.200
Totaal programma
18.178.579
13.126.216
8.518.973
8.768.973
8.768.973
8.768.973
Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Lasten 68.127.825 111.731.845 Baten -35.774.234 -41.552.041 Totaal programma 32.353.592 70.179.804 Programma 4. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer
89.462.673 -10.731.693 78.730.980
79.572.369 -10.731.693 68.840.676
67.633.769 -10.731.693 56.902.076
63.258.996 -5.881.693 57.377.303
Programma 1. Kwaliteit openbaar bestuur Lasten Baten Totaal programma
Lasten Baten
3.171.392 -817.735
8.514.365 -710.000
2.820.968 -710.000
2.819.247 -710.000
2.817.526 -710.000
2.815.805 -710.000
Totaal programma Programma 5. Milieu, Energie & Bodem Lasten Baten Totaal programma Programma 6. Cultuur Lasten Baten Totaal programma
2.353.656
7.804.365
2.110.968
2.109.247
2.107.526
2.105.805
8.416.211 -1.601.267 6.814.944
14.344.676 -3.378.845 10.965.831
8.437.077 -301.345 8.135.732
7.976.827 -301.345 7.675.482
7.982.380 -301.345 7.681.035
7.988.016 -301.345 7.686.671
59.151.416 -42.273.311 16.878.105
18.762.375 -1.412.507 17.349.868
19.002.502 -1.308.872 17.693.630
17.804.779 -1.335.049 16.469.730
18.045.027 -1.361.750 16.683.277
18.053.505 -1.388.985 16.664.520
46.766.839 -10.944.586 35.822.253
47.695.169 -8.966.407 38.728.762
76.732.002 -8.917.933 67.814.069
68.118.786 -7.827.017 60.291.769
51.496.807 -23.000 51.473.807
50.915.721 -23.000 50.892.721
48.451.147 -160.011.584 -111.560.437 254.969.520
56.491.812 -154.307.200 -97.815.388 280.360.322
52.119.094 -209.930.342 -157.811.248 263.235.408
54.079.860 -211.038.030 -156.958.170 245.294.013
55.174.208 -199.441.278 -144.267.070 218.083.135
55.259.881 -199.910.537 -144.650.656 213.236.841
-251.645.672
-211.324.585
-231.952.025
-231.994.974
-212.620.906
-208.267.400
3.323.848
69.035.737
31.283.383
13.299.039
5.462.229
4.969.441
Programma 7. Dynamiek in leefomgeving Lasten Baten Totaal programma Programma 8. Middelen Lasten Baten Totaal programma Alle programma lasten excl. reserve mutaties Alle programma baten excl. reserve mutaties Exploitatiesaldo vóór toevoeging c.q. onttrekking aan reserves
2014 Rekening
2015 Begroting
2016 Begroting
2017 Begroting
2018 Begroting
2019 Begroting
Alle programma lasten exclusief reserve mutaties
254.969.520
280.360.322
263.235.408
245.294.013
218.083.135
213.236.841
Alle programma baten exclusief reserve mutaties
-251.645.672
-211.324.585
-231.952.025
-231.994.974
-212.620.906
-208.267.400
3.323.848
69.035.737
31.283.383
13.299.039
5.462.229
4.969.441
37.749.903
6.634.732
50.210.753
7.452.807
2.692.912
2.002.128
-44.364.875 -6.614.972
-75.670.469 -69.035.737
-81.494.136 -31.283.383
-20.751.846 -13.299.039
-8.155.141 -5.462.229
-6.971.569 -4.969.441
-3.291.124
0
0
0
0
0
Exploitatie vóór toevoeging c.q. onttrekking aan reserves Product 8.4 Reserve mutaties, toevoegingen Product 8.4 Reserve mutaties, onttrekkingen Saldo mutaties reserves Resultaat exploitatiesaldo na toevoeging aan c.q. onttrekking aan reserves
209
Saldo programma's Programma
2014 Rekening
2015 Begroting
2016 Begroting
2017 Begroting
2018 Begroting
2019 Begroting
Programma 1. Kwaliteit openbaar bestuur Programma 2. Regionale economie
2.483.156
8.696.279
6.090.279
6.101.332
6.112.605
6.124.104
18.178.579
13.126.216
8.518.973
8.768.973
8.768.973
8.768.973
Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Programma 4. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer
32.353.592
70.179.804
78.730.980
68.840.676
56.902.076
57.377.303
2.353.656
7.804.365
2.110.968
2.109.247
2.107.526
2.105.805
Programma 5. Milieu, Energie & Bodem Programma 6. Cultuur Programma 7. Dynamiek in leefomgeving
6.814.944 16.878.105 35.822.253
10.965.831 17.349.868 38.728.762
8.135.732 17.693.630 67.814.069
7.675.482 16.469.730 60.291.769
7.681.035 16.683.277 51.473.807
7.686.671 16.664.520 50.892.721
-111.560.437 3.323.848
-97.815.388 69.035.737
-157.811.248 31.283.383
-156.958.170 13.299.039
-144.267.070 5.462.229
-144.650.656 4.969.441
Programma 8. Middelen Saldo voor bestemming
Product 8.4 Reserve mutaties, toevoegingen
37.749.903
6.634.732
50.210.753
7.452.807
2.692.912
2.002.128
Product 8.4 Reserve mutaties, onttrekkingen
-44.364.875
-75.670.469
-81.494.136
-20.751.846
-8.155.141
-6.971.569
-6.614.972 -3.291.124
-69.035.737 0
-31.283.383 0
-13.299.039 0
-5.462.229 0
-4.969.441 0
Saldo mutaties reserves Resultaat exploitatiesaldo na toevoeging aan c.q. onttrekking aan reserves
210
II.2 Toelichting op belangrijke ontwikkelingen Inleiding De bedragen opgenomen in het overzicht van baten en lasten, tevens meerjarenraming 2016-2019, geven in sommige gevallen aanmerkelijke verschillen te zien. Hiervoor is een aantal algemene oorzaken aan te wijzen, waarvan we hier de voornaamste noemen.
Bepaalde begrotingsjaren bevatten incidentele uitgaven.
Elk jaar worden de boekwaarden van de financieel nog niet afgesloten investeringen geactualiseerd.
Door nieuwe inschattingen van wanneer kredieten daadwerkelijk kunnen worden afgesloten, samen eventuele gewijzigde uitgangspunten, in casu de te hanteren rentepercentages en afschrijvingstermijnen, leidt dit tot geactualiseerde kapitaallasten van deze investeringen.
Met name in de sfeer van de specifieke uitkeringen komt het voor, dat programma’s aflopen; in de regel levert dat zowel aan de kant van de lasten als aan de kant van de baten verschillen tussen jaren op.
In de Meerjarenraming 2016-2019 zijn de besluiten verwerkt die zijn genomen naar aanleiding van de Voorjaarsnota 2015 en het financieel perspectief dat bij de Begroting 2016 is opgesteld. In de Nota van aanbieding bij de Begroting 2016 worden de financiële aanpassingen nader toegelicht. Een toelichting op de specifieke verschillen tussen de dienstjaren 2015 en 2016 is gegeven in het programmaplan, bij de betreffende programma’s. Waar de financiële totaaloverzichten voor de programma’s substantiële verschillen (afwijkingen groter dan € 50.000,--) tussen de jaren 2015 en 2016 laten zien, wordt hiervoor een toelichting gegeven. Wij verwijzen naar de toelichting per programma. Enige algemene ontwikkelingen met financiële gevolgen worden hierna besproken. Algemene uitkering provinciefonds Voor de raming van de algemene uitkering uit het provinciefonds hebben wij ons gebaseerd op de gegevens uit de meicirculaire provinciefonds 2015 met een beperkte risico afslag om lagere vaststelling als gevolg van voornamelijk de doorwerking van het principe trap-op - trap-af op te kunnen vangen binnen de bestaande begroting. De gegevens van de septembercirculaire provinciefonds 2015 zijn gezien het moment van beschikbaar komen van die informatie nog niet verwerkt in de begroting 2016. Een eventuele aanpassing zal op basis van de bestuursrapportage verwerkt worden. Voor de komende jaren 2016-2019 wordt voor de algemene uitkering uit het provinciefonds als raming uitgegaan van een jaarlijks bedrag van € 52.303.023,--. Opcenten motorrijtuigenbelasting (MRB) De ontwikkeling in de opbrengst van de opcenten op de motorrijtuigenbelasting bestaat allereerst uit de indexering van de opcenten. Die index bestaat het gemiddelde van de prijsindex voor gezinsconsumptie over de laatste 4 jaar. We gaan verder uit van een geringe groei van het wagenpark met 0,5 % van het jaar. Ontwikkelingen van de rente Sedert het invoeren van schatkistbankieren behoren - op grond van de Wet fido - de overtollige middelen in ’s Rijks schatkist te worden geplaatst. Inmiddels wordt ook zo veel mogelijk gebruik gemaakt van de mogelijkheid die de wet biedt, liquide middelen uit te lenen aan mede-overheden – met name gemeenten – waarmee de provincie Drenthe geen toezichtrelatie heeft. Drenthe houdt voortdurend een kritische blik op haar totale financiële portefeuille. Voor nadere informatie wordt verwezen naar de paragraaf financiering in deze begroting.
211
Ontwikkelingen van de Index bruto overheidsinvesteringen (IBOI) Aan de Reserve Regio Specifiek Pakket wordt de index IBOI toegevoegd. Voor de jaren 2014 en 2015 is door het Rijk de IBOI op 0% vastgesteld. Voorzichtigheidshalve handhaven wij voor de jaren vanaf 2016 het begrote percentage van 1%. Uitgangspunten en actualisering index gesubsidieerde instellingen Jaarlijks worden voor de subsidies van de instellingen, waarmee we een structurele samenwerking hebben, een index voor loon- en prijsstijgingen toegepast op basis van een 5 jaargemiddelde van de cijfers van het CPB (o.b.v. cijfers maart 2015 die ook verwerkt zijn in de meicirculaire van het ministerie). Dit is in 2007 besloten om schommelingen in de indexering zoveel mogelijk tegen te gaan en de nacalculatie af te schaffen. Deze index wordt elk jaar geactualiseerd. Voor 2016 bedraagt de werkelijke index 1,62%. Deze werkelijke index 2016 wijkt niet af van de index die nu is verwerkt in de begroting . Meerjarig stellen we de begrote index wel bij, omdat de trend die het CPB aangeeft dalend is. We gaan nu uit van 1,3% index voor het jaar 2017 en voor de jaren 2018 en verder van 1,5% index. Begroot stond een index van 1,4%. Dit is gebaseerd op de verwachte ontwikkelingen van het CPB, maar loon- en prijsontwikkelingen blijven altijd erg onzeker. De gewijzigde indices hebben tot een extra last geleid. Tenslotte is de huurindex van het Drents Museum (van 2%) doorgetrokken naar 2019. Ook hier is meerjarig sprake van een beperkt nadeel. Dit komt omdat de werkelijk indexatie van 2015 is aangepast. Begroot was een stijging van de huren van 2%, maar de reële stijging voor 2015 is 0,9%. Hierdoor zullen naar verwachting ook de meerjarige huuropbrengsten lager uitkomen. Uitgangspunten en actualisering budget Openbaar vervoer In verband met de overgang van BDU Verkeer en Vervoer naar Provinciefonds per 1/1/2016 wordt de exploitatiebijdrage vanaf 2016 aan het OV-bureau Groningen Drenthe en de Bijdrage ten behoeve van de Vechtdallijnen geïndexeerd op basis van de Landelijk Bijdrage Index (LBI) en is deze niet meer afhankelijk van de jaarlijkse Rijksbeschikking. Voor het begrotingsjaar 2016 is de bijdrage 2015 aan het OV-bureau en Vechtdallijnen 2015 basis aangehouden. Samen met de provincie Groningen is afgesproken om de jaarlijkse index op de provinciale bijdragen aan het OV-bureau, zowel door de provincie Groningen als de provincie Drenthe vast te leggen volgens een vaste formule, zijnde de gemiddelde OV-index (LBI) die het OV-bureau berekent aan de concessiehouders van de vijf laatst bekende jaren. Voor 2016 betekent dat de gemiddelde LBI van de jaren 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014. En zo voortschrijdend. Eventuele bezuinigingen of extra bijdragen worden dus ‘reëel’ doorberekend aan het OV-bureau, en niet via een wijziging van de gehanteerde indexsystematiek. Voor een verdere toelichting op de belangrijkste ontwikkelingen wordt verwezen naar de Nota van aanbieding bij de Begroting 2016.
212
Overzicht gebruikte indices en percentages voor begrotingsjaar 2016. Omschrijving Gebruikt in 2016 Index gesubisieerde instellingen 1,62% Index t.b.v. Openbaar vervoer 2,00% IBOI t.b.v. Reserve Regio Specifiek Pakket 1,00% Index belastingen en heffingen 1,94% Groei van het wagenpark in relatie tot MRB 0,50% Rentepercentage toegerekende rente 4,50% Rentetoerekening aan reserves 0,00% Huurindex Drents Museum 2,00% Rentepercentage opbrengst kort geld 0,00% Rentepercentage opbrengst lang geld 0,50%
213
214
II.3 Incidentele lasten en baten In de Meerjarenraming 2016-2019 zijn incidentele lasten en baten opgenomen. Hieronder zijn ook begrepen de eenmalige lasten die worden gedekt door bijdragen van derden (veelal de rijksoverheid) en de lasten die worden gedekt door een bijdrage van reserves. De Notitie incidentele en structurele baten en lasten van de Commissie BBV is hierbij als leidraad genomen, omdat het BBV geen scherpe definitie geeft wat incidenteel of structureel is. De volgende vier verduidelijkingen zijn bij het samenstellen gehanteerd:
1. Indien bestaand structureel beleid, niet zijnde een tijdelijke geldstroom, binnen de termijn van drie jaar een wijziging ondergaat dan worden de daarmee samenhangende lasten of baten in het begrotingsjaar niet als incidenteel aangemerkt. Bijvoorbeeld als in het kader van de bezuinigingen besloten is in jaar t+3 geen subsidies meer te verstrekken; de daarmee samenhangende lasten worden in t+2, t+1 en t nog als structureel beschouwd. 2. Na afloop van een begrotingsjaar zullen bij het opmaken van de jaarrekening altijd wel enige (relevante) verschillen tussen de werkelijkheid en de begroting blijken. Budgetverschillen op activiteiten inzake structureel bestaand beleid blijven naar hun aard “structureel”. 3. Toevoegingen aan en onttrekkingen uit de reserves worden als incidenteel beschouwd, tenzij het gaat om reguliere onttrekkingen aan financieringsreserves c.q. dekkingsreserves (kapitaallasten) of om onttrekkingen uit een daartoe toereikende (bestemmings-) reserve gedurende een periode van minimaal 3 jaar met als doel het dekken van structurele lasten. Binnen de provincie Drenthe zijn daarom de kapitaallasten die een relatie hebben met de Reserve Investeringen verkeer en vervoer en de reserve mutaties zelf als structureel aangemerkt. 4. Meerjarige tijdelijke geldstromen waarvan de eindigheid vastligt vanwege een PS-besluit en/of een toekenningsbesluit klasseren als incidentele baten en lasten, ook als de geldstroom (nog) langer is dan 3 jaar. De in de begroting opgenomen intensiveringen van ons college vallen onder punt 4. Deze zaken worden als incidenteel aangemerkt hoewel de termijn van toekenning vaak 4 jaar is. Hier wordt niet de gebruikelijke 3-jarige termijn aangehouden bij het beoordelen of een post een incidenteel karakter heeft maar naar de toekenning van de budgetten. De overzichten van de incidentele lasten en baten zien er als volgt uit.
LASTEN Programma omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Kosten Netwerken Europa
50.000
25.000
25.000
25.000
25.000
200 jaar Drenthe
75.000
0
0
0
0
Visievorming Midden-bestuur
10.000
0
0
0
0
Kosten duaal bestuur
65.000
0
0
0
0
Bijdragen in projecten Cofinancieringsreserve Europa
5.600.000
3.100.000
3.100.000
3.100.000
3.100.000
Totaal incidenteel
5.800.000
3.125.000
3.125.000
3.125.000
3.125.000
Totaal structureel
2.915.919
2.984.919
2.995.972
3.007.245
3.018.744
Totale lasten programma
8.715.919
6.109.919
6.120.972
6.132.245
6.143.744
Programma 1. Kwaliteit openbaar bestuur
215
Programma omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Kennisontwikkeling en goede aansluiting onderwijs en arbeidsmarkt
1.000.000
500.000
500.000
500.000
500.000
Risicofinanciering MKB
4.000.000
0
0
0
0
500.000
500.000
500.000
700.000
700.000
Programma 2. Regionale economie
Bijdragen in projecten versterking economische structuur Breedband
0
200.000
200.000
0
0
Regionaal Sectorplan vrijetijdssector Drenthe
945.745
0
0
0
0
Projectenbureau Drenthe
500.000
0
0
0
0
0
750.000
1.000.000
1.000.000
1.000.000
6.945.745
1.950.000
2.200.000
2.200.000
2.200.000
7.158.416 14.104.161
6.601.173 8.551.173
6.601.173 8.801.173
6.601.173 8.801.173
6.601.173 8.801.173
Intensiveren marketing Totaal incidenteel Totaal structureel Totale lasten programma Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Intensivering uitvoering fietsnota Onderhoud en verbeteringswerken N34 Uitvoering luchtvaartbeleid Intensivering uitvoering fietsnota Intensivering m.b.t. fietspaden Onderhoud Vaarwegen, aandeel uit reserve Vaarwegverbinding Erica - Ter Apel Bereikbaarheid Emmen Atalanta Integrale gebiedsontwikkeling Emmen (RSP verbreed)
200.000
200.000
0
0
0
5.750.000
0
0
0
0
56.437
0
0
0
0
200.000
200.000
0
0
0
1.500.000
0
0
0
0 31.765
0
1.091.765
31.765
31.765
450.000
0
0
0
0
4.850.000
5.500.000
6.916.000
77.514
50.000
14.798.775
7.780.000
0
0
0
4.558.401
13.014.958
4.122.771
6.228.266
936.032
0
3.500.000
3.500.000
3.500.000
750.000
Integrale gebiedsontwikkeling Coevorden Bijdrage van en aan regionaal mobiliteitsfonds Verbetering spoor Zwolle Coevorden en Emmen
750.000
1.500.000
7.450.000
350.000
2.000.000
Ruimtelijk Economisch Programma
15.500.000
4.200.000
3.000.000
2.800.000
2.000.000
Totaal incidenteel
48.613.613
36.986.723
25.020.536
12.987.545
5.767.797
Totaal structureel
63.118.232
52.475.950
54.551.833
54.646.224
57.491.199
111.731.845
89.462.673
79.572.369
67.633.769
63.258.996
Inzet op specifieke ontwikkelingen
306.700
400.000
400.000
400.000
400.000
Ruimtelijk ontwerp
200.000
0
0
0
0
Versterking stedelijke kernen
2.700.000
0
0
0
0
Duurzame krimpregeling
1.200.000
0
0
0
0
Uitgaven ISV III
450.000
0
0
0
0
Voortzetting Groen-blauwe diensten
500.000
0
0
0
0
0
500.000
500.000
500.000
500.000
Totale lasten programma Programma 4. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer
Kader Richtlijn Water Totaal incidenteel
5.356.700
900.000
900.000
900.000
900.000
Totaal structureel
3.157.665
1.920.968
1.919.247
1.917.526
1.915.805
Totale lasten programma Programma 5. Milieu, Energie & Bodem
8.514.365
2.820.968
2.819.247
2.817.526
2.815.805
Projecten Energie
2.598.154
1.750.000
2.000.000
2.000.000
2.000.000
Windenergie
445.000
400.000
0
0
0
RUD projectkosten
496.738
315.000
0
0
0
6.948.079
2.144.561
2.144.561
2.144.561
2.144.561
75.000
0
0
0
0
250.000
250.000
250.000
250.000
250.000
Kosten uitvoering bodemsaneringsprogramma Kosten monitoring voormalige stortplaatsen Kosten bedrijvenregeling Uitvoering reguliere milieu taken Totaal incidenteel
100.000
100.000
100.000
100.000
100.000
10.912.971
4.959.561
4.494.561
4.494.561
4.494.561
3.431.705
3.477.516
3.482.266
3.487.819
3.493.455
14.344.676
8.437.077
7.976.827
7.982.380
7.988.016
Totaal structureel Totale lasten programma
216
Programma omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
778.000
1.705.000
660.000
660.000
660.000
62.500
62.500
0
0
0
494.185
494.185
494.185
494.185
494.185
Programma 6. Cultuur Gebiedsontwikkeling Koloniën van Weldadigheid UNESCO traject Restauratie Rijksmonumenten Festivals en bijzondere evenementen Totaal incidenteel
265.000
375.000
375.000
375.000
375.000
1.599.685
2.636.685
1.529.185
1.529.185
1.529.185
Totaal structureel
17.162.690 16.365.817 16.275.594 16.515.842 16.524.320
Totale lasten programma
18.762.375 19.002.502 17.804.779 18.045.027 18.053.505
Programma 7. Dynamiek in leefomgeving Vitaal Platteland (Impuls sev) Landbouw structuur versterking Drenthe beweegt Sport subsidies Bijdrage in projectbureau Veenkoloniën
1.978.000
600.000
600.000
600.000
0 225.000
0
225.000
225.000
225.000
200.000
200.000
0
0
0
0
145.000
145.000
145.000
145.000
100.000
0
0
0
0
23.000
23.000
23.000
23.000
23.000
Uitfinanciering ILG verplichtingen overig Natuur
6.136.403
6.136.403
3.068.363
0
0
Totaal incidenteel
8.437.403
7.329.403
4.061.363
993.000
393.000
Kosten landelijk meetnet Flora
Totaal structureel
39.257.766 69.402.599 64.057.423 50.503.807 50.522.721
Totale lasten programma
47.695.169 76.732.002 68.118.786 51.496.807 50.915.721
Programma 8. Middelen Financiële adviezen, programma P&C
0
250.000
250.000
250.000
125.000
Onvoorziene uitgaven
0
450.000
950.000
950.000
950.000
Groen voor Grijs/ Programma P&C (salariskosten)
0
870.000
870.000
870.000
870.000
500.000
525.000
525.000
525.000
525.000
0
1.250.000
1.250.000
937.500
625.000
500.000
3.345.000
3.845.000
3.532.500
3.095.000
Organisatie ontwikkeling Friciekosten Totaal incidenteel Totaal structureel
55.991.812 48.774.094 50.234.860 51.641.708 52.164.881
Totale lasten programma, zonder reserve mutaties
56.491.812 52.119.094 54.079.860 55.174.208 55.259.881
Totale lasten alle programma's, zonder reserve mutaties
280.360.322 263.235.408 245.294.013 218.083.135 213.236.841
Waarvan incidenteel
88.166.117 61.232.372 45.175.645 29.761.791 21.504.543
Waarvan structureel
192.194.205 202.003.036 200.118.368 188.321.344 191.732.298
Product 8.4 Reserve mutaties Bijdrage aan reserve vaarweg Meppel de Punt
0
1.091.765
31.765
31.765
31.765
1.797.876
25.000
0
0
0
589.765
0
0
0
0
1.050.000
1.000.000
1.000.000
0
0
Bijdrage aan reserve natuurbeleid
0
0
4.269.085
0
0
Bijdrage aan Reserve investeringsagenda
0 45.000.000
0
0
0
Bijdrage aan Egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen
0
0
159.251
659.251
0
Bijdrage aan Egalisatiereserve voormalige bdu verkeer en vervoer
0
2.032.753
1.742.143
1.891.304
1.890.811
Inflatiecorrectie RSP (IBOI)
0
493.170
250.563
110.592
79.552
Totaal incidenteel
3.437.641 49.642.688
7.452.807
2.692.912
2.002.128
Totaal structureel
3.197.091
568.065
0
0
0
Totaal reserve mutaties lasten
6.634.732 50.210.753
7.452.807
2.692.912
2.002.128
Bijdrage aan saldireserve Bijdrage aan reserve provinciaal aandeel ILG Bijdrage aan RSP reserve
Totaal lasten generaal inclusief reserve mutaties
286.995.054 313.446.161 252.746.820 220.776.047 215.238.969
217
BATEN Programma omschrijving Programma 1. Kwaliteit openbaar bestuur
2015
Totaal incidenteel Totaal structureel Totale baten programma Programma 2. Regionale economie Rijksbijdrage Regionaal Sectorplan vrijetijdssector Drenthe
2016
2017
2018
2019
0
0
0
0
0
-19.640 -19.640
-19.640 -19.640
-19.640 -19.640
-19.640 -19.640
-19.640 -19.640 0
-945.745
0
0
0
Totaal incidenteel
0
0
0
0
0
Totaal structureel
-977.945
-32.200
-32.200
-32.200
-32.200
Totale baten programma
-977.945
-32.200
-32.200
-32.200
-32.200
Programma 3. Regionale bereikbaarheid en regionaal openbaar vervoer Vaarwegverbinding Erica - Ter Apel Bijdrage van regionaal Mobiliteitsfonds RSP Totaal incidenteel
1.150.000
0
0
0
0
0
-5.900.000
-5.900.000
-5.900.000
-1.050.000
1.150.000
-5.900.000
-5.900.000
-5.900.000
-1.050.000
-42.702.041 -41.552.041
-4.831.693 -10.731.693
-4.831.693 -10.731.693
-4.831.693 -10.731.693
-4.831.693 -5.881.693
Totaal incidenteel
0
0
0
0
0
Totaal structureel
-710.000
-710.000
-710.000
-710.000
-710.000
Totale baten programma
-710.000
-710.000
-710.000
-710.000
-710.000
-250.000
Totaal structureel Totale baten programma Programma 4. Duurzame ruimtelijke ontwikkeling & waterbeheer
Programma 5. Milieu, Energie & Bodem Convenant bodemsanering bedrijventerrein
-250.000
-250.000
-250.000
-250.000
Bijdragen bodemsaneringen
-3.077.500
0
0
0
0
Totaal incidenteel
-3.327.500
-250.000
-250.000
-250.000
-250.000
Totaal structureel Totale baten programma
-51.345
-51.345
-51.345
-51.345
-51.345
-3.378.845
-301.345
-301.345
-301.345
-301.345
Programma 6. Cultuur Totaal incidenteel
0
0
0
0
0
Totaal structureel
-1.412.507
-1.308.872
-1.335.049
-1.361.750
-1.388.985
Totale baten programma
-1.412.507
-1.308.872
-1.335.049
-1.361.750
-1.388.985
-23.000
-23.000
-23.000
-23.000
-23.000
0
-5.308
-5.308
0
0
Opbrengst verkoop grond en gebouwen
-5.600.000
-5.360.000
-4.269.085
0
0
Opbrengst grond voor grondprincipe
-3.243.407
-3.529.625
-3.529.624
0
0
Totaal incidenteel
-8.866.407
-8.917.933
-7.827.017
-23.000
-23.000
Programma 7. Dynamiek in leefomgeving Bijdrage Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu Overige opbrengsten
Totaal structureel Totale baten programma
-100.000
0
0
0
0
-8.966.407
-8.917.933
-7.827.017
-23.000
-23.000
-2.280.000
-2.144.561
-2.144.561
-2.144.561
-2.144.561
Programma 8. Middelen Decentralisatie-uitkering bodemsanering Decentralisatie-uitkering monumentenzorg
-494.185
-494.185
-494.185
-494.185
-494.185
-2.591.139
-2.591.139
-2.591.139
-2.591.139
-2.591.139
Luchthavens 2011-2014
-56.437
0
0
0
0
Decentralisatie-uitkering Zwemwaterrichtlijn
-77.007
0
0
0
0
-5.498.768
-5.229.885
-5.229.885
-5.229.885
-5.229.885
Decentralisatie-uitkering RSP (extrapolatie)
Totaal incidenteel Totaal structureel
-148.808.432 -204.700.457 -205.808.145 -194.211.393 -194.680.652
Totale baten programma, zonder reserve mutaties
-154.307.200 -209.930.342 -211.038.030 -199.441.278 -199.910.537
Totale baten alle programma's, zonder reserve mutaties
-211.324.585 -231.952.025 -231.994.974 -212.620.906 -208.267.400
Waarvan incidenteel Waarvan structureel
-16.542.675
-20.297.818
-19.206.902
-11.402.885
-6.552.885
-194.781.910 -211.654.207 -212.788.072 -201.218.021 -201.714.515
218
Programma omschrijving
2015
2016
2017
2018
2019
Product 8.4 Reserve mutaties Bijdrage van reserve voor algemene doeleinden
-3.364.380 -14.700.000
0
0
0
Bijdrage van reserve versterking economisch structuur
-1.750.000
-1.000.000
-1.000.000
0
0
Bijdrage van de saldireserve
-5.593.286
-2.077.000
0
0
0
-36.666.037 -25.753.819 -15.247.632
Bijdrage van Reserve RSP
-3.214.641
-844.893
-1.190.000
-1.000.000
-340.000
-340.000
-340.000
-75.000
0
0
0
0
Bijdrage van reserve achterstallig onderhoud & verbeteringswerken N34
-5.750.000
0
0
0
0
Bijdrage van Reserve vaarverbinding Erica - Ter Apel
-5.600.000
0
0
0
0
0
-1.647.998
-1.018.132
0
0 0
Bijdrage van reserve beheer vaarweg Meppel - De Punt Bijdrage van reserve monitoring voormalige stortplaatsen
Bijdrage van reserve provinciaal aandeel ILG Bijdrage van Financieringsreserve
0
0
Bijdrage van reserve vitaal platteland
-3.928.000
0 -30.500.000 -600.000
-600.000
-600.000
0
Bijdrage van Cofinancieringsreserve Europa
-4.312.554
-1.887.446
-1.887.446
-3.100.000
-3.100.000
Bijdrage van reserve organisatie ontwikkeling
-500.000
0
0
0
0
Bijdrage van Reserve financieringsfonds Drenthe
-4.000.000
0
0
0
0
Bijdrage van reserve natuurbeleid Bijdrage van Egalisatiereserve groot (variabel) onderhoud wegen en vaarwegen
-2.941.212
-2.327.873
0
0
0
0
0
0
0
-340.749
-75.670.469 -81.494.136 -20.093.210
-7.254.641
-4.625.642
-900.500
-2.345.927
Totaal incidenteel Totaal structureel
0
Totaal reserve mutaties baten
0
-658.636
-75.670.469 -81.494.136 -20.751.846 -8.155.141 -6.971.569 -286.995.054 313.446.161 252.746.820 220.776.047 215.238.969
Totaal baten generaal inclusief reserve mutaties Totaal gehele begroting
0
0
0
0
0
Resumerend Totale lasten programma, zonder reserve mutaties
56.491.812 52.119.094 54.079.860 55.174.208 55.259.881
Totale lasten alle programma's, zonder reserve mutaties
280.360.322 263.235.408 245.294.013 218.083.135 213.236.841
Waarvan incidenteel
88.166.117 61.232.372 45.175.645 29.761.791 21.504.543
Waarvan structureel
192.194.205 202.003.036 200.118.368 188.321.344 191.732.298 -154.307.200 209.930.342 211.038.030 199.441.278 199.910.537 -211.324.585 231.952.025 231.994.974 212.620.906 208.267.400
Totale baten programma, zonder reserve mutaties Totale baten alle programma's, zonder reserve mutaties Waarvan incidenteel
-16.542.675 -20.297.818 -19.206.902 -11.402.885 -6.552.885 -194.781.910 211.654.207 212.788.072 201.218.021 201.714.515
Waarvan structureel
Saldo structurele lasten en baten
-2.587.705
-9.651.171 -12.669.704 -12.896.677
-9.982.217
Uit dit overzicht blijkt dat de structurele baten hoger zijn dan de lasten en er dus sprake is van een structureel en reëel evenwicht.
219
220
II.4 Financiële positie en toelichting 4.1 Investeringen naar nut Artikel 20 van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) bepaalt dat bij de raming voor het begrotingsjaar van de financiële gevolgen van het bestaande en nieuwe beleid afzonderlijk aandacht moet worden besteed aan de investeringen. Hierbij wordt een onderscheid gemaakt in vervangingsen uitbreidingsinvesteringen met een economisch nut en met een maatschappelijk nut. Investeringen hebben een economisch nut indien ze verhandelbaar zijn en/of indien ze kunnen bijdragen aan het genereren van middelen. 2016
2017
2018
2019
1. Vervangingsinvesteringen met een economisch nut: Hard- en software facilitaire ondersteuning
1.016.235-
1.128.000
1.956.000
325.000 200.000 1.730.600 1.328.000
1.956.000
-
-
-
-
-
19.882.467
2.928.897
-
-
-
1.405.600
Provinciehuis 1.016.235-
2. Uitbreidingsinvesteringen met een economisch nut -
3. Uitbreidingsinvesteringen met een maatschappelijk nut: 19.363.586 Investeringen verkeer en vervoer (incl. prioriteit 3.11) en wegen 1.877.540 Investeringen vaarwegen
1.400.000
Totaal
21.241.126
21.282.467
2.928.897
-
20.224.891
23.013.067
4.256.897
1.956.000
De kapitaallasten van de Investeringen Verkeer en Vervoer (Pup) en de kapitaallasten van investeringen Verkeer en Vervoer prioriteit 3.11 worden via de begroting verrekend met de Reserve Investeringen Verkeer en Vervoer. De kapitaallasten van de overige investeringen komen rechtstreeks ten laste van de diverse programma's zonder een verrekening met reserves. In het hierna volgende overzicht is per investeringsproject aangegeven wat het totale krediet is en in welke jaren de uitgaven en inkomsten worden verwacht. De totalen van deze bedragen zijn meegenomen in de EMU-saldo berekening en zijn meegenomen in de berekening van de verwachte renteopbrengsten. Tevens is vermeld aan welke programma's en producten de kapitaallasten op termijn zullen worden doorberekend.
221
222
223
224
225
226
227
4.2 Meerjarige financieringspositie Om een beeld te krijgen van de ontwikkelingen van de meerjarige financieringspositie hebben wij een meerjarige investerings- en financieringsstaat opgesteld. De meerjarige investerings- en financieringsstaat is in het navolgende per aanvang van het jaar opgesteld. Meerjarige financieringspositie 2016
2017
2018
2019
A1. Materiële activa (maatschappelijk nut)
68.178.591
83.349.720
98.962.816
96.177.697
A2. Materiële activa (economisch nut)
42.141.106
37.781.983
36.098.652
33.792.089
Investeringen
B. Financiële activa 1. deelnemingen (economisch nut)
714.069
714.069
714.069
714.069
15.365.518
15.082.831
13.175.845
11.768.858
3. Verstrekte langlopende geldleningen
127.829.005
138.101.865
120.451.865
114.801.865
Totaal investeringen
254.228.289
275.030.469
269.403.247
257.254.578
2. Bijdrage aan activa in eigendom derden (maatschappelijk nut)
Financieringsmiddelen A. reserves/voorzieningen 1. Algemene reserves 2. Bestemmingsreserves 3. Voorzieningen (middelen derden) 4. Voorzieningen B. Opgenomen langlopende geldleningen C. Incidentele financieringsmiddelen Totaal financieringsmiddelen Saldo financieringsmiddelen (overschot)
49.523.921
32.771.921
32.771.921
32.771.921
244.031.020
229.499.637
216.200.598
210.738.370
2.809.552
2.909.552
3.009.552
3.109.552
19.843.395
19.910.749
19.881.626
19.956.963
253.258
0
0
0
10.000.000
10.000.000
10.000.000
10.000.000
326.461.146
295.091.859
281.863.697
276.576.806
72.232.857
20.061.390
12.460.450
19.322.228
228
Bijlagen
229
230
1. Controleprotocol Controleprotocol voor de accountantscontrole van de Jaarrekening 2015 van de provincie Drenthe Inleiding Provinciale Staten (PS) hebben aan Ernst & Young Accountants opdracht verstrekt de accountantscontrole, als bedoeld in artikel 217 van de Provinciewet, voor de provincie Drenthe uit te voeren. Ter voorbereiding en ondersteuning van de uitvoering van deze accountantscontrole moeten PS echter nog een aantal zaken nader regelen, die op hoofdlijnen in dit Controleprotocol staan. Object van controle is de Jaarrekening 2015 en daarmede tevens het financieel beheer over het jaar 2015, zoals uitgeoefend door of namens het College van Gedeputeerde Staten (GS) van Drenthe. Doelstelling Dit Controleprotocol heeft als doel nadere aanwijzingen te geven aan de accountant over de reikwijdte van de accountantscontrole, de daarvoor geldende normstellingen en de daarbij verder te hanteren goedkeuring- en rapporteringtoleranties voor de controle van de Jaarrekening 2015 van de provincie Drenthe. Wettelijk kader De Provinciewet, artikel 217, schrijft voor dat PS een of meer accountants aanwijzen kan geven, als bedoeld in BW2: artikel 393 lid 1, voor de controle van de in artikel 201 van de Provinciewet bedoelde Jaarrekening en het daarbij verstrekken van een controleverklaring en het uitbrengen van een verslag van bevindingen. In het kader van deze opdrachtverstrekking aan de accountant kunnen PS nadere aanwijzingen geven voor te hanteren goedkeuring- en rapporteringtoleranties. Tevens zal in de opdrachtverstrekking duidelijk aangegeven moeten worden welke wet- en regelgeving in het kader van het financieel beheer onderwerp van rechtmatigheidcontrole zal zijn. PS hebben op 17 maart 2004 de Verordening ex artikel 217 van de Provinciewet voor de controle op het financieel beheer en op de inrichting van de financiële organisatie van de provincie Drenthe vastgesteld. Dit Controleprotocol en het door de accountant te hanteren Normenkader van wet- en regelgeving zullen in hun vergadering van 11 november 2015 ter goedkeuring/ vaststelling aan PS worden voorgelegd. Met dit Controleprotocol (waarin onder andere opgenomen de goedkeuring- en rapporteringtolerantie) stellen PS nadere aanwijzingen vast die specifiek van toepassing zijn voor het controlejaar 2015. Algemene uitgangspunten voor de controle (getrouwheid én rechtmatigheid) Zoals in artikel 217 van de Provinciewet is voorgeschreven, zal de controle van de in artikel 201 van de Provinciewet bedoelde Jaarrekening uitgevoerd door de door PS benoemde accountant gericht zijn op het afgeven van een oordeel over: - de getrouwe weergave van de in de Jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de activa en passiva; - het rechtmatig totstandkomen van de baten en lasten en balansmutaties in overeenstemming met de Begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder de provinciale verordeningen;
231
-
-
de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken; het in overeenstemming zijn van de door het college van GS opgestelde Jaarrekening met de bij of krachtens Algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoeld in artikel 186 van de Provinciewet (BBV); de verenigbaarheid van het Jaarverslag met de Jaarrekening.
Bij de controle zullen de nadere regels die bij of krachtens Algemene maatregel van bestuur worden gesteld op grond van artikel 217, zesde lid, van de Provinciewet (Besluit accountantscontrole provincies en gemeenten (BAPG)), en de Richtlijnen voor de Accountantscontrole (NIVRA) bepalend zijn voor de uit te voeren werkzaamheden. Onder rechtmatigheid wordt begrepen de definitie volgens het BAPG dat de in de rekening verantwoorde lasten, baten en balansmutaties rechtmatig tot stand zijn gekomen, dat wil zeggen "in overeenstemming zijn met de begroting en met de van toepassing zijnde wettelijke regelingen, waaronder provinciale verordeningen". Te hanteren goedkeuring- en rapporteringstoleranties De accountant accepteert bij de controle bepaalde toleranties en richt de controle daarop in. De accountant controleert niet ieder document of iedere financiële handeling, maar richt de controle zodanig in dat voldoende zekerheid wordt verkregen over het getrouwe beeld van de Jaarrekening en de rechtmatigheid van de verantwoorde baten en lasten en balansmutaties en financiële beheershandelingen met een belang groter dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie. Door de toepassing van een risicoanalyse kan het zo zijn dat niet alle transacties die groter zijn dan de vastgestelde goedkeuringstolerantie individueel worden gecontroleerd. Ook kunnen andere gegevensgerichte werkzaamheden dan deelwaarnemingen worden toegepast. Vooral door toepassing van cijferanalyse (verbandcontroles) kan het aantal deelwaarnemingen worden beperkt. De accountant richt de controle in op het ontdekken van belangrijke fouten en baseert zich daarbij op risicoanalyse, vastgestelde toleranties en statische deelwaarnemingen en extrapolaties. In het BAPG zijn minimumeisen voor de in de controle te hanteren goedkeuringstoleranties voorgeschreven. PS mogen de goedkeuringstoleranties scherper vaststellen dan deze minimumeisen. Dit moet dan wel worden toegelicht in de controleverklaring. De minimumeisen zijn de volgende: Strekking controleverklaring: Goedkeuringstolerantie Goedkeurend Beperking Fouten in de jaar≤ 1% >1%<3% rekening (% lasten) Onzekerheden in de controle ≤ 3% >3%<10% (% lasten)
Oordeelonthouding -
Afkeurend ≥ 3%
≥ 10%
-
Naast deze kwantitatieve benadering zal de accountant ook een kwalitatieve beoordeling hanteren (professional judgement). De weging van fouten en onzekerheden vindt ook plaats op basis van professional judgement. De definitie van de goedkeuringstolerantie is als volgt. Het bedrag dat de som van fouten in de Jaarrekening of onzekerheden in de controle aangeeft, die in een Jaarrekening maximaal mogen voorkomen, zonder dat de bruikbaarheid van de Jaarrekening voor de oordeelsvorming door de gebruikers kan worden beïnvloed.
232
De goedkeuringstolerantie is bepalend voor de oordeelsvorming, de strekking van de af te geven controleverklaring. Naast de goedkeuringstoleranties wordt onderkend de rapporteringtolerantie. Deze kan als volgt worden gedefinieerd. Een bedrag dat gelijk is aan of lager is dan de bedragen voortvloeiend uit de goedkeuringstolerantie. Bij overschrijding van dit bedrag vindt rapportering plaats in het verslag van bevindingen. Een lagere rapporteringtolerantie leidt in beginsel niet tot aanvullende controlewerkzaamheden, maar wel tot een uitgebreidere rapportage van bevindingen. De rapporteringtolerantie kan worden vastgesteld op een percentage, bijvoorbeeld 10%, van de goedkeuringstolerantie of op een maatschappelijk relevant geacht absoluut bedrag zoals € 150.000. De rapporteringtolerantie wordt door PS vastgesteld, met inachtneming van vorengenoemde minimumeisen. De accountant richt de controle in, rekening houdend met de rapporteringtolerantie om te kunnen waarborgen dat alle gesignaleerde onrechtmatigheden die dit bedrag overschrijden ook daadwerkelijk in het verslag van bevindingen worden opgenomen. In het hierna opgenomen schema zijn de goedkeuringstolerantie en de rapporteringtolerantie(s) opgenomen zoals door PS vastgesteld voor het controlejaar 2015.
Goedkeuringstolerantie Fouten in de jaarrekening (% lasten) Onzekerheden in de controle (% lasten)
Strekking controleverklaring: Goedkeurend Beperking ≤ 1% >1%<3%
Oordeelonthouding -
Afkeurend ≥ 3%
≤ 3%
≥ 10%
-
>3%<10%
Fouten spreken voor zich. Onzekerheden zijn minder hard kwantificeerbaar. Voor zover het totaal van de individuele fouten kleiner dan of gelijk is aan ca. € 2,5 miljoen wordt de jaarrekening goedgekeurd. Als het totaal van de fouten tussen ca. € 2,5 miljoen en maximaal ca. € 7,6 miljoen blijven, komt een verklaring met beperking bij de jaarrekening. Als het totaal van de fouten groter of gelijk is dan ca. € 7,6 miljoen, komt een afkeurende verklaring bij de jaarrekening. Hetzelfde geldt voor de onzekerheden: - onzekerheden kleiner dan of gelijk is aan ca. € 7,6 miljoen: goedkeurende verklaring; - onzekerheden tussen ca. € 7,6 miljoen en maximaal ca. € 25,4 miljoen: verklaring met beperking; - onzekerheden groter dan of gelijk aan ca. € 25,4 miljoen: verklaring van oordeelonthouding. Een verklaring met beperking is een goedkeurende verklaring, waarvan een deel van de baten en lasten wordt uitgezonderd op grond van geconstateerde fouten of onzekerheden. De gehanteerde tolerantiegrenzen zijn gebaseerd op de jaarrekening 2014. Op basis van de Jaarrekening 2015 zal de definitieve goedkeuringstolerantie (voor 2015) worden bepaald. Voor de rapporteringtolerantie stellen PS als maatstaf dat de accountant op het niveau van programma’s/ producten in de Begroting elke fout of onzekerheid groter dan of gelijk aan € 255.000 rapporteert, zijnde 10% van de fouten-goedkeuringstolerantie.
233
Reikwijdte accountantscontrole rechtmatigheidstoetsing De accountantscontrole op rechtmatigheid voor het kalenderjaar 2015 is limitatief gericht op het volgende. - De naleving van wettelijke kaders, zoals opgenomen in het Normenkader in het kader van de rechtmatigheidcontrole bij de provincie. Dit uitsluitend voor zover deze directe financiële beheershandelingen betreffen of kan betreffen. - Indien en voor zover bij de accountantscontrole materiële financiële onrechtmatige handelingen worden geconstateerd, worden deze in de rapportage en oordeelsweging uitsluitend betrokken indien en voor zover het door de staten of hogere overheden vastgestelde regels betreft. Met andere woorden: interne regels van college naar ambtelijke organisatie, GS-besluiten, vallen daar buiten. Wel worden in de accountantscontrole betrokken GS-besluiten voor zover zij een nadere uitwerking zijn van hogere wet- en regelgeving en betrekking hebben op financiële rechtmatigheid (kaderstellende besluiten). Een afwijking van deze lagere regelgeving kan passend zijn binnen de uitvoering van "hogere" besluiten. Het is (over het algemeen) aan GS om een oordeel te vellen over de geconstateerde afwijkingen van lagere interne regels. Rapportering accountant Tijdens en na afronding van de controlewerkzaamheden rapporteert de accountant hierna in het kort weergegeven als volgt. Interim-controles In de tweede helft van het jaar wordt door de accountant een zogenaamde interim-controle uitgevoerd. Over de uitkomsten van die tussentijdse controle wordt een verslag uitgebracht. Bestuurlijk relevante zaken worden, op grond van de overeengekomen rapportagewensen, ook aan PS gerapporteerd. Verslag van bevindingen In overeenstemming met de Provinciewet wordt over de controle een Verslag van bevindingen uitgebracht aan PS en in afschrift aan GS. In het Verslag van bevindingen wordt gerapporteerd over de opzet en uitvoering van het financiële beheer en of de beheersorganisatie een getrouw en rechtmatig financieel beheer en een rechtmatige verantwoording daarover waarborgen. Uitgangspunten voor de rapportagevorm Gesignaleerde onrechtmatigheden worden toegelicht gespecificeerd naar de aard van het criterium (begrotingscriterium, voorwaardencriterium, etc.). Fouten of onzekerheden die de rapporteringtolerantie als bedoeld in hoofdstuk 3 van dit Controleprotocol overschrijden, worden weergegeven in een apart overzicht bij het Verslag van bevindingen. De accountant rapporteert ook over eventuele bevindingen met betrekking tot de betrouwbaarheid en de continuïteit van de door de provincie Drenthe gehanteerde geautomatiseerde informatieverzorging. Controleverklaring In de controleverklaring wordt op een gestandaardiseerde wijze, zoals wettelijk voorgeschreven, de uitkomst van de accountantscontrole weergegeven, zowel ten aanzien van de getrouwheid als de rechtmatigheid. Deze controleverklaring is bestemd voor PS, zodat deze de door het college van GS opgestelde Jaarrekening kan vaststellen.
234
2. Normenkader Kader interne regelgeving met financiële beheershandelingen 2015 d.d. 1 juni 2015 1 Algemeen bestuur 1.1 Het organisme
Regeling vergoedingen Statenfracties (10/06/11) Verordening rechtspositie gedeputeerden, staten- en commissieleden (16/04/14) Besluit mandaat en machtiging provinciale staten (24/12/11) 1.2 Organisatie
Organisatiebesluit provincie Drenthe 2014 (26/11/13) Financiële verordening Drenthe 2012 (24/11/12) Controleverordening provincie Drenthe Financieringsstatuut 2014 (24/03/14) Besluit mandaat, volmacht en machtiging gedeputeerde staten van Drenthe 2007, m.u.v. artikelen 2, 2b en 3 (ingetrokken 19/02/08) (nog geldig voor externe mandaten) Mandaatbesluit LNV Dienst Landelijk Gebied provincie Drenthe 2007 (ingetrokken 19/02/08). Op grond van het voorgaand punt zijn bepaalde bevoegdheden in het kader van de ILG gemandateerd aan DR/DLG. In dit kader is in het Bestuurlijk Overleg Landelijk Gebied in het najaar van 2007 besloten om één landelijk "Normen- en toetsingskader accountantsonderzoeken DR en DLG/BBL 2007 " toe te passen. Hierdoor is het van toepassing zijnde normenkader 2007 van de provincie Drenthe aangepast. Het van toepassing zijnde Normenkader accountantsonderzoeken DR en DLG 2007 is als bijlage opgenomen (bijlage 1a en 1b) Besluit overzicht mandaat, volmacht en machtiging programmamanager Prolander (1-32015) Besluit ondermandaat beleidsregel financiering provinciale monumenten (26/03/09) Nota reserves en voorzieningen 2012 Mandaatbesluit Omgevingsdienst Groningen-Provincie Drenthe (03/12/13) Mandaatbesluit milieutaken directeur Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe (20/12/13) Besluit overzicht interne ondermandaten en vertegenwoordiging in rechte (20/12/13) Uitvoeringskader Financieringsinstrumentarium Drenthe beschreven in notitie Fondsvorming provincie Drenthe Besluit mandaat SNN inzake Interestsubsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw particulieren 2013-2015 (IEBB Drenthe 2013-2015) (10/02/14) Besluit mandaat SNN inzake Tijdelijke Drentse Energiepremie Bestaande Bouw Particulieren 2014 (Drentse Energiepremie 2014) (23/05/14)
2 Belastingen, retributies en heffingen
Legesverordening provincie Drenthe 2010 (18/12/13) Grondwaterheffingsverordening provincie Drenthe (01/01/15) Heffingverordening ontgrondingen Drenthe 2000 (11/12/02) Verordening op de heffing op de opcenten op de hoofdsom van de motorrijtuigenbelasting Drenthe (01/01/13)
3 Subsidieregelingen 3.1 Algemeen
Algemene subsidieverordening Drenthe 2007 en 2012 Kader revolverend financieren (19/12/12) 3.2 Natuur en milieu
Subsidieverordening inrichting landelijk gebied (08/10/10) Uitvoeringsbesluit natuur en milieueducatie Subsidieregeling energieprojecten (01/01/06) Beleidsregel water vasthouden en bergen (01/10/09) 235
Subsidieverordening Natuur- en Landschapsbeheer en Programma van eisen kwaliteit handboek natuurbeheer
Beleidsregel voor Duurzame Ontwikkeling Drenthe 2008-2011 (04/03/10) Mandaat en machtigingenbesluit Programma Beheer, Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer, subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap, provinciale Subsidieverordening Inrichting Landelijk Gebied (04/10/13) Uitvoeringsbesluit verdeling waarderingssubsidies per boekjaar (natuur)werkgroepen (01/07/12) Subsidieregeling grondaankoop EHS (01/01/12 ) Interestsubsidieregeling energiebesparing bestaande bouw particulieren (15/12/11) Uitvoeringsbesluit milieusteun energieprogramma Drenthe (28/4/12) Subsidiereglement Drentse Green deals (tot 31/12/15) Besluit tot intrekking van drie besluiten over het Groenmanifest 2012 (31/01/14) Besluit Vaststelling Beleidskader Stikstof 2.0 (11/02/14) Subsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw particulieren (2011-2013) Subsidieregeling asbest eraf, zonnepanelen erop Drenthe Uitvoeringsbesluit subsidie ‘Duurzaamheidslening hernieuwbare energie’(‘zonnelening’) (18/12/13) Subsidiegids Platteland (01/01/14) Interestsubsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw particulieren Drenthe 2013-2015 (IEBB Drenthe 2013-2015) (28/01/14) Uitvoeringsbesluit en nadere regels Interestsubsidieregeling Energiebesparing Bestaande Bouw particulieren (IEBB Drenthe 2013-2015) (28/01/14) Beleidsregel Tijdelijke Drentse Energiepremie Bestaande Bouw Particulieren 2014 (14/04/14) Beleidsregel Duurzaam Door Drenthe 2013-2016 Reglement Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Drenthe (15/04/03) Beleggingsstatuut Fonds nazorg gesloten stortplaatsen provincie Drenthe (01/11/14) Verordening nazorgheffing stortplaatsen provincie Drenthe (28/11/14) Beleidsregel opstellen en beoordelen nazorgplannen van stortplaatsen en baggerdepots (05/03/11) Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer provincie Drenthe 2015 Subsidieverordening natuur en landschapsbeheer provincie Drenthe 2016 Bodemnota “werk maken van eigen bodem 2014-2019” 3.3 Economie, recreatie/toerisme en landbouw
Verordening Transitie II en Pieken (27/04/13 ) Subsidieregeling Human Resource Management Plus 2010 Beleidsregel Provinciaal herstructurering Programma (PHP) 2011 Subsidieregeling Noordelijke Innovatie Ondersteuningsfaciliteit 2008 (27/04/13) Kaderverordening subsidies Samenwerkingsverband Noord-Nederland 2000 Omnibus Decentraal-regeling Drenthe (01/01/09) Omnibus Decentraal-regeling Noord-Nederland Openstellingsbesluit LEADER Besluit ondermandaat SNN (14/04/10) Besluit ondermandaat STINAT (19/12/08) Besluit ondermandaat stichting Meer en Minder inzake SEBB particulieren (2011-2013) Mandaat, volmacht en machtigingsbesluit inzake aanwijzing toezicht houders NIOF en NIOF 2008 Uitvoeringsbesluit subsidie economische structuur versterking Uitvoeringsbesluit Dorpsinitiatieven Drenthe - Uitvoeringsbesluit vraagbundeling breedbandnetwerken Drenthe 2014 - Uitvoeringsregeling Ruimte voor ontwikkeling in de vrijetijdssector - Verordening Ruimtelijk Economische Programma Samenwerkingsverband Noord-Nederland 3.4 Cultuur en welzijn
236
4 Water, (water)wegen, verkeer en vervoer
Verordening Provinciale Commissie Verkeer- en Vervoerberaad Drenthe (06/06/01) Financieel Protocol Convenanten Duurzame stedelijke bereikbaarheid 2006-2008 (09/09/08) Aanbestedingsbeleid voor werken 2013 (01/04/13) Aanbestedingsbeleid voor diensten en leveringen (01/04/13) Subsidiekader kwaliteitsimpuls fietspaden (16/09/14)
5 Cultuur en welzijn
Subsidieverordening jeugdzorg Drenthe en Controleprotocol jeugdzorg (01/07/12) Uitvoeringsbesluit culturele gemeente van Drenthe (01/07/12) Reglement culturele prijs van Drenthe Uitvoeringsbesluit subsidieverlening cultuurnota 2013-2016 Uitvoeringsbesluit financiering herbestemming karakteristiek bezit in Drenthe 2013-2016 (01/01/13) Uitvoeringsbesluit financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe (01/01/13) Uitvoeringsvoorschriften instandhouding provinciale monumenten in Drenthe, Leidraad te financieren instandhoudingkosten laagrentende leningen Uitvoeringsvoorschriften financiering instandhouding provinciale monumenten in Drenthe Besluit ondermandaat financiering provinciale monumenten Provinciale monumentenverordening (24/03/07) 7 Omgeving
Provinciale omgevingsverordening Drenthe (10e en 12e wijzigingstranche)
237
Bijlage 1a bij het kader interne regelgeving met financiele bheershandelingen 2015 d.d. 1 juni 2015 Normenkader Externe regelgeving Het gaat om de volgende regelgeving: Algemene wet bestuursrecht Europese aanbestedingsrichtlijnen artikelen 107,108 en 109 van het VWEU Relevante Vo van de EU, inclusief alle richtsnoeren (inclusief kader richtlijn water) Wet op het BTW compensatiefonds (BCF)/ Wet Omzetbelasting Algemene wet inzake Rijksbelastingen EU kaderverordening Plattelandsontwikkeling Leader + Verordening Europese Structuurfondsen (inclusief POP, EPD) WILG Reconstructiewet Landinrichtingswet Nationaal bestuursakkoord water Invorderingswet Besluit rivierdijkversterking Subsidieregeling (PSAN, PSN, SVNL en SKNL Bijlage 1b bij het kader interne regelgeving met financiele bheershandelingen 2015 d.d. 1 juni 2015 Normenkader interne regelgeving voor DLG/DR Het gaat om de volgende LNV regelgeving: 1.2.10. Besluit mandaat, volmacht en machtiging gedeputeerde staten 2004 3.3.2 Subsidieregeling natuurbeheer Drenthe (25/07/07 tw kracht tot 01/01/07) 3.3.3. Subsidieverordening Natuur en Landschapsbeheer (van kracht tot 01/01/2017) 3.3.4 Subsidieregeling Kwaliteitsimpuls Natuur en Landschap De volgende regelingen/verordeningen/regels zijn ingetrokken, maar zijn nog vermeld voor de afwikkeling van lopende gevallen: Niet van toepassing.
238
Kader Externe regelgeving met financiële beheershandelingen 2015 d.d. 1 juni 2015 0.0 Financiering en algemene dekkingsmiddelen
Wet Fido (11/12/13) Regeling uitzettingen en derivaten decentrale overheden (Ruddo) (03/04/09) Financiële verhoudingswet (provinciefonds) Provinciewet Invorderingswet Besluit Begroting en Verantwoording Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties van 7 juli 2006, houdende regels met betrekking tot de verantwoordingsinformatie over specifieke uitkeringen in de jaarrekening van provincies en gemeenten (Regeling verantwoordingsinformatie specifieke uitkeringen) Informatie voor derden (IV3) Wet op het BTW compensatiefonds Wet omzetbelasting Algemene Wet inzake rijksbelastingen
1.1 Bestuurlijke aangelegenheden
Burgerlijk Wetboek Wet gemeenschappelijke regelingen Artikelen 107,108 en 109 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) Algemene wet bestuursrecht
3.1 Beheer en onderhoud
Europese aanbestedingsrichtlijnen voor werken, diensten en leveringen Aanbestedingswet 2012 (01/04/2013) Wegenwet Waterstaatswet 1900
3.2 Verkeer
BDU Besluit BDU verkeer en vervoer Uitvoeringsregeling en beleidsregel BDU verkeer en vervoer Wet Luchtvaart Besluit Burger Luchthavens Regeling Burgerluchthavens en militaire luchthavens
3.3 Vervoer
Wet personenvervoer Besluit infrastructuurfonds 4.0 Waterhuishouding
Waterschapswet (10/09/13) Waterwet (01/07/14) Invoeringswet Waterwet (22/12/09) 5.0 Milieu Algemeen
Wet milieubeheer Wijzigingsregeling subsidieregeling BANS klimaatconvenant (vereenvoudiging subsidievoorwaarden en vaststelling Prestatie kaart provincies) 239
Wet sanering industrielawaai 5.1 Bodem
Wet bodembescherming Wet stedelijke vernieuwing Regeling financiële bepalingen bodemsanering Besluit financiële bepalingen bodemsanering Besluit uniforme saneringen Regeling uniforme saneringen Besluit bodemkwaliteit Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
5.2 Vergunnnigverlening en handhaving milieubeheer
Ontgrondingenwet Wet algemene bepalingen omgevingsrecht 6.1 Natuur
Kaderwet LNV subsidies Flora- en Faunawet Boswet: schadevergoeding Natuurbeschermingswet 1998 (08/10/14) Landinrichtingswet Wet inrichting Landelijk gebied
7.0 Economie
artikelen 107, 108 en 109 Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VwEU) Kaderwet EZ-subsidies Wet toezicht Europese subsidies Beschikkingen EZ-Kompas/ D2 Beschikking Operationeel Programma voor Noord Nederland (OPEFRO) Beschikking Operationeel Programma voor Noord Nederland (OP-EFRO) Plattelandsontwikkelingsprogramma Nederland Europees programma Innovatieve Acties CCI 2005 NL 16 0 PP 002 Gebiedsopgave Zuidoost-Drenthe 2007-2013 Algemene groepsvrijstellingsverordening nr. 800/2008
Onderstaande regelgeving is van belang voor zover de provincie Drenthe cofinanciering verstrekt aan projecten die tevens financiering uithoofde van deze regelingen ontvangen, omdat dan de ASV niet van toepassing is.
Standaardvoorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van het Kompasprogramma, voor EFRO en EZ/KOMPAS
Standaardvoorwaarden voor projecten uitgevoerd in het kader van Pieken in de Delta Noord Nederland, het Operationeel programma Noord Nederland 7.1 Toerisme en recreatie
EG verdrag 70/2001 8.0 Welzijn
Wet maatschappelijke ondersteuning 8.2 Cultuur
Wet op specifiek cultuurbeleid 240
Bekostigingsbesluit cultuuruitingen Regeling subsidie en uitkeringen cultuuruitingen Monumentenwet Mediawet Wet op de jeugdzorg Uitvoeringsbesluit Wet op de jeugdzorg Regeling bekostiging jeugdzorg Landelijk beleidskader Jeugdzorg 2009-2012
9.0 Ruimtelijke ordening
Wet ruimtelijke ordening Crisis en herstel wet Besluit Algemene regels Ruimtelijke Ordening Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo)
9.1 Volkshuisvesting/stedelijke vernieuwing
Wet ruimtelijke ordening Invoeringswet Wet ruimtelijke ordening en uitvoeringsbesluiten Wet Stedelijke vernieuwing (24/04/08, staatsblad 2008 nr. 167 i.v.m. SISA) Invoeringswet stedelijke vernieuwing
10 Algemeen
Wet markt en overheid 10 Inkopen
Europese aanbestedingsrichtlijnen levering Europese aanbestedingsrichtlijnen werken Aanbestedingswet 2012 (01/04/13) 10 Personeel
Ambtenarenwet Fiscale wetgeving Sociale verzekeringswetten Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers Rechtspositiebesluit Commissarissen van de Koningin Rechtspositiebesluit Gedeputeerden Wet normering topinkomens
241