Fotoverslag uit het kruispunt van Europa en Afrika: Het koninkrijk Marokko
Casablanca
Het economische hart van Marokko telt vier miljoen inwoners. Een aardige plek om rustig op adem te komen. Zoals in het magnifieke hotelletje op de volgende foto of op de boulevard nabij de grote en bijzonder fraaie moskee.
Rabat Hoe saai kan een hoofdstad zijn? Als je vers uit de trein stapt en een enorme stoet Marokkanen je tegemoet schreeuwt zwaaiend met Syrische vlaggen? ‘Wat willen ze?’ vroeg ik mijn buurman op het terras van een koffiehuis. ‘Ze willen dat de Syrische regering opstapt.’ ‘En waar is de oproerpolitie?’ ‘Waarvoor hebben we die nodig?’ antwoordde hij verbaasd. ‘Nou voor als het uit de klauw loopt.’ ‘Waar kom jij in hemelsnaam vandaan? ‘Uit Holland.’ ‘En daar hebben ze oproerpolitie nodig voor een vredige demonstratie? Die hebben wij hier niet nodig,’ grinnikte hij. ‘Wij gedragen ons netjes.’ Daarmee kon ik het doen. Op zondagmiddag werd er dus gedemonstreerd nabij het presidentieel paleis. Het bleek eigenlijk om een familieuitje te gaan. Een vlaggetjesverkoper grinnikte breeduit. De kleine vlaggen deden het extreem goed. ‘Veel kinderen willen iets te zwaaien hebben!’ Op zondagmiddag viel er veel te genieten in zonnig Rabat. In de prachtige medina, bij het monument en in de casbah waar een kat zich schoonlikte bij de deunen van twee straatmuzikanten.
De trein van Rabat naar Tanger vertrok stipt om 8:47. En net als op alle andere stations (Fes, Casablanca, Marrakech en Tanger) was het er zo schoon en keurig dat ik er bijna bang van werd.
Op 15 kilometer van Spanje ligt Tanger. Boven: de medina en de casbah. Onder: het centrum met links de haven, waar de boot naar Spanje vertrekt.
Ceuta
Wat een kolder. Je zet een stap en de klok moet twee uur vooruit (tijdverschil), omdat je ineens in ‘Spanje’ bent. Je komt erachter dat deze Spaanse enclave door belastinggeld van de Europese Unie in stand wordt gehouden. Het tijdverschil kwam me tegen zes uur wel weer goed uit, want ik was er niet in geslaagd om een hotel te scoren. En eigenlijk wilde ik ook veel liever in Marokko zijn. Ik wandelde circa 5 km terug naar de grens om een kilometer ervoor de prachtige foto met ‘Marokko 1 km’ te maken. Bij de grens nam ik een ‘grand taxi’ naar het wonderschone Tetouan. Waar de handen van Fatima het centrum bepalen en de medina een tijdloos plaatje is met het Rifgebergte als betoverend achtergronddecor.
In Tetouan vond ik een voor Marokkaanse begrippen Spartaans hotelletje. Ik probeerde even naar huis te bellen, maar de zwarte bakelieten telefoon weigerde dienst…
Marokkaanse nostalgie pur sang. De plaatsnaam is nauwelijks uit te spreken: Chefchaouen. Veel meer klinkers kun je er in ieder geval niet in kwijt…
Vierdubbele woordwaarde bij Scrabble. En de uitspraak? Chefsjoen? Sja-oen. De medina is een plaatje, van een ongekende pracht.
In Ouezzane maakte deze Real Madrid fan mijn broodje klaar. Verser is niet mogelijk. Zijn collega deelde mijn voorkeur voor FC Barcelona, want: ‘Alle Marokkaanse politieagenten zijn voor Real.’
Bij gebrek aan belangstelling voor een grand taxi naar Fes moest ik vier uur wachten in Ouezzane. Geen straf. Er viel genoeg te beleven.
Fes, Meknes en de Midden Atlas Ruim 160.000 Fes’ers wonen in de ‘oude’ medina. In 1200 woonden er zo’n 120.000 mensen (bestond Amsterdam toen al?). Het is de grootste autovrije zone ter wereld. De ezel regeert er. In 1277 werd de ‘nieuwe stad’ gebouwd. Daar wonen thans zo’n 800.000 mensen. Helaas begint het toerisme er op gang te komen (Unesco moest er zo nodig een Werelderfgoed van maken). En wordt het binnenkort net zoveel vervelend als in Marrakech (waar je constant wordt lastig gevallen over tapijten, kralen en spiegels). Maar niet getreurd. Een uurtje van Fes ligt nog een gigantje, een parel: Meknes. Onontgonnen toeristengebied. Op zaterdagmiddag telde ik het aantal beroepen op het plein. Bij 25 ben ik gestopt. Een greep uit het aanbod: slangenbezweerders, sigaretten-, loten-, pinda-, ballonnen- en prullariaverkopers, paardenverhuurders, schoenenpoetsers, waarzeggers, suikerspinmakers en een enkele professionele bedelaar:
Ifrane is de koudste plek in Afrika (record: - 23 graden). Het voelt als de Alpen en je kunt er slapen in Hotel Chamonix. Dan is het handig dat er bordjes staan dat dit toch echt AFRIKA is.
Ifrane: reclame voor Lucaffe.
In Azrou in de Midden-Atlas (nabij Ifrane) noteerde ik het suikerklontjesrecord bij een kop koffie: vier. Twee schaapherders lagen in het zonnetje, terwijl ik even daarna met de grand taxi (dit zijn altijd Mercedessen D200, 230 of 240, waarin je met zes anderen plaats neemt tegen een uitermate schappelijk prijsje) richting Meknes reisde.
Marrakech Het kon me niet bekoren. Het geleur, gezever en gezeik van de lokale toeristenjagers viel mee. Maar het feit dat je het weergaloze Marokko moet delen met duizenden toeristen stond me niet aan. De prijzen gingen in het centrum maal twee en de service door de helft. Wegwezen dus. Ik huurde een auto bij een lokaal autoverhuurbedrijf dat een auto uitgerust met een medewerker op de hoek van Hassan 2 had geplaatst. ‘Vier uur zit ik erin, dan word ik vervangen door een collega.’ De volgende dag scheurde ik door de regen, modder en sneeuw. Het Atlas-Gebergte WOW!!!!
Atlas Gebergte
April in de Hoge Atlas Twee keer ging het faliekant mis. Met mijn kleine botsauto probeerde ik het nog zeven km op weg naar Zaouit Ahansal. Totdat ik weggleed in de sneeuw, uitstapte, voor me nog veel meer sneeuw zag en een halve meter verderop een gapend gat ontdekte van een metertje of duizend. Ik rookte een peuk, begon te trillen en wachtte totdat ik mezelf weer beheerste. De Tamda Pas op 2.660 meter bleek een brug te ver. Ik keerde mijn auto in achttien voorzichtige handelingen…
Een uur later was ik weer in Ait Mahmed en volgde een stippellijntje op mijn wegenkaart die leidde naar Tabant. Tevergeefs. Een fraai edoch doodlopend spoor. De regen kwam in bakken naar beneden. Ik volgde de weg richting Agouti, die na een tien km overging in een glibberige rode kleipiste. Twee Franse wandelaars adviseerden mij na dertig km rechtsomkeert te maken. ‘Alleen terreinwagens redden het. De kans is groot dat er iets breekt, maar als je het redt bespaar je drie uur omrijden.’ Ik reed door tot Agouti. ‘Hé, vriend,’ hoorde ik vanaf een berg. ‘Je moet terug! Vandaag zijn alle terreinwagens teruggekomen. Het is veel te gevaarlijk.’ Aldus een inwoner van Agouti. Een dag later was het droog en slaagde ik erin om over een weg toch over de Hoge Atlas te komen. De foto’s zijn stille getuigen van een bijzonder fraai landschap, waar het met een Suzuki Celerio niet zo goed toeven is.
Eindelijk… Assermou. De Suzuki Celerio heeft de bergen bedwongen.
Ouarzazate Het Hollywood van Afrika: Ouarzazate. Aan de andere kant van de Hoge Atlas. Aan het begin van de woestijn. Bekend van honderden Hollywood films die zijn opgenomen in de Atlas Studios (o.a. Gladiator, Asterix & Obelix en Kingdom of Heaven). http://moroccofilmlocations.com/atlas-film-studio-morocco
Linksboven: Het hotel binnen het filmcomplex met de ‘Gladiator Bar’. Rechtsboven: de filmset van Asterix & Obelix wordt veranderd in het décor voor de volgende Hollywood blockbuster.
The road to Agadir…
http://www.imdb.com/title/tt0800069/locations De filmset van The Hills Have Eyes II in het oneindige niemandsland van Marokko… Bizar geinig.
Agadir is nauwelijks Marokko. De stad werd in 1961 weggevaagd door een aardbeving. Het is er dus ‘modern’, maar voor zij die willen genieten van de zon en van de veelgeprezen gastvrijheid van de Marokkanen. EEN AANRADER!!! En vrijwel het enige dat de aardbeving doorstond, was de casbah. En jawel het is een stille getuige dat wij er al waren in 1746: VREEST GOD EN EERT DE KONING! En geniet vooral van de zon en het heerlijke eten…
Op de terugweg van Agadir naar Marrakech reed ik over de Tizi N Test. Kinderspiel. Maar zeker niet minder spectaculair!
Einde