1 FEBRUARI 2014
DE OORLOG DIE DE WERELD VERANDERDE
®
Vol. 135, No. 3
Oplage per uitgave: 45.944.000 IN 213 TALEN FEBRUARY 1, 2014
․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․
Semimonthly DUTCH
DIT TIJDSCHRIFT, De Wachttoren, eert Jehovah God, de Bestuurder van het universum. Het troost mensen met het goede nieuws dat Gods hemelse Koninkrijk binnenkort een eind zal maken aan alle slechtheid en daarna de aarde in een paradijs zal veranderen. Het spoort aan tot geloof in Jezus Christus, die gestorven is zodat wij eeuwig leven kunnen krijgen en die nu regeert als Koning van Gods Koninkrijk. Dit tijdschrift wordt al sinds 1879 uitgegeven en heeft geen politieke inslag. Het houdt zich aan de Bijbel als autoriteit.
COVERONDERWERP
De oorlog die de wereld veranderde
BLZ. 3-7 De oorlog die de wereld veranderde 3 De ware oorzaak van oorlog en ellende 5 ․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․․
OOK IN DEZE UITGAVE De Bijbel verandert levens 8 Wist u dit? 10
Wilt u meer informatie of een gratis Bijbelcursus? Ga naar www.jw.org/nl of schrijf naar een van de onderstaande adressen.
Veelgestelde vragen Waarom laat God toe dat de sterken de zwakken onderdrukken? 11 Volg hun geloof na Hij volhardde ondanks onrecht 12 Vragen over de Bijbel 16
Voor NEDERLAND: Jehovah’s Getuigen Noordbargerstraat 77 NL-7812 AA Emmen ¨ Voor BELGIE: Jehovah’s Getuigen rue d’Argile-Potaardestraat 60 B-1950 Kraainem Een complete lijst met adressen in de hele wereld vindt u op www.jw.org /nl/contact. ˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙˙
Deze publicatie is niet voor de verkoop bestemd maar wordt verschaft als onderdeel van een wereldwijd Bijbels onderwijzingswerk dat gesteund wordt door vrijwillige bijdragen. Tenzij anders vermeld, is de gebruikte Bijbelvertaling de Nieuwe-Wereldvertaling van de Heilige Schrift — met studieverwijzingen (uitgave 2004). De afkorting v.G.T. betekent „voor de gewone tijdrekening”. G.T. staat voor „van de gewone tijdrekening”. Waar de uitgever artikelen primair voor Jehovah’s Getuigen zelf bedoelt, zijn ze in een wat informelere stijl geschreven. The Watchtower (ISSN 0043-1087) is published semimonthly by Watchtower Bible and Tract Society of New York, Inc.; L. Weaver, Jr., President; G. F. Simonis, Secretary-Treasurer; 25 Columbia Heights, Brooklyn, NY 11201-2483, U.S.A., and in England by Watch Tower Bible and Tract Society of Britain, The Ridgeway, London NW7 1RN (Registered in England as a Charity). Uitgegeven door Wachttoren-, Bijbel- en Traktaatgenootschap, Noordbargerstraat 77, NL-7812 AA Emmen, Nederland. Christelijke Gemeente van Jehovah’s Getuigen (Verantwoordelijke uitgever: Marcel ¨ Gillet), Potaardestraat 60, B-1950 Kraainem, Belgie, PP-PB BRUXELLES X - BRUSSEL X No. 10/667. 5 2014 Watch Tower Bible and Tract Society of Pennsylvania. Printed in Britain.
MEER LEZEN? | www.jw.org/nl ANDERE VRAGEN OVER DE BIJBEL: Wereldvrede: Waarom zo moeilijk te bereiken? (Ga naar WAT DE BIJBEL LEERT > VRAGEN OVER DE BIJBEL)
34567
1 FE BRUARI 201 4
DIT TIJDSCHRIFT KAN IN VERSCHILLENDE FORMATEN GEDOWNLOAD WORDEN
DE OORLOG DIE DE WERELD VERANDERDE
COVERONDERWERP
De oorlog die de wereld veranderde Een eeuw geleden verlieten miljoenen jonge mannen de geborgenheid van hun familie en vertrokken enthousiast naar het front. Ze werden meegevoerd op een golf van patriottisme. „Ik ben blij en heel opgewonden over de prachtige tijd die komen gaat”, schreef een Amerikaanse vrijwilliger in 1914. Maar al snel sloeg hun enthousiasme om in verbittering. Niemand had voorzien dat die enorme legers jarenlang zouden zwoegen in de modder van België en Frankrijk. Destijds had men het over de „Grote Oorlog”. Tegenwoordig noemen we het de Eerste Wereldoorlog. De Eerste Wereldoorlog was inderdaad groot wat het aantal slachtoffers betreft. Volgens sommige schattingen vielen er tien miljoen doden en raakten twintig miljoen mensen verminkt. De blunders die tot de oorlog leidden, waren ook groot. Europese politici konden niet voorkomen dat internationale spanningen uitgroeiden tot een wereldconflict. Nog belangrijker is misschien wel het feit dat de „Grote Oorlog” grote littekens heeft achtergelaten. De oorlog heeft de wereld veranderd en de gevolgen ervan zijn nog steeds merkbaar. 1 FEBRUARI 2014
|
3
FATALE FOUTEN De Eerste Wereldoorlog was het gevolg van inschattingsfouten. Europese leiders gedroegen zich als een „generatie van slaapwandelaars, die gedurende die serene zomer van 1914, ongemerkt over de rand van de afgrond strompelden” (De val van de vorstenhuizen: De ineenstorting van de oude wereldorde 1905-1922). Binnen enkele weken leidde de moord op de Oostenrijkse aartshertog Frans Ferdinand ertoe dat alle Europese mogendheden in een oorlog verwikkeld raakten die ze niet wilden. Toen iemand een paar dagen na het begin van die vijandelijkheden aan de Duitse rijkskanselier vroeg hoe dit allemaal gekomen was, zei hij triest: „Ach, wist ik het maar.” De leiders die de fatale beslissingen namen waardoor de oorlog uitbrak, hadden geen idee van de consequenties. Maar de soldaten in de loopgraven begrepen al snel wat er aan de hand was. Ze ontdekten dat ze in de steek waren gelaten door hun regeringsleiders, waren misleid door hun geestelijken en waren verraden door hun generaals.
Ze waren in de steek gelaten door hun regeringsleiders, misleid door hun geestelijken en verraden door hun generaals
De regeringsleiders beloofden dat de oorlog de weg zou openen voor een nieuwe en betere wereld. De Duitse rijkskanselier verklaarde: „Wij strijden voor de vruchten van onze vreedzame arbeid, voor de erfenis van een groot verleden en voor onze toekomst.” De Amerikaanse president Woodrow Wilson was een van de bedenkers van de geruststellende oorlogsslogan „Maak de wereld veilig voor democratie”. En in Groot-Brittannië had men het over „de oorlog die een eind maakt aan oorlog”. Ze hadden het allemaal bij het verkeerde eind. De geestelijken gaven enthousiast hun steun. „De beschermers van Gods woord dirigeerden het krijgskoor. Totale oorlog kreeg de betekenis van totale haat”, zegt The Columbia History of the World. En de geestelijken wakkerden het vuur van haat eerder aan dan dat ze het doofden. „De geestelijken waren niet in staat, en in de meeste gevallen niet bereid, het christelijke geloof boven nationaliteit te plaatsen”, zegt A History of Christianity. „De meesten kozen de weg van de minste weerstand en stelden het christendom gelijk met patriottisme. Christelijke soldaten van alle denominaties werden aangespoord elkaar in de naam van hun Verlosser te doden.” De generaals beloofden een snelle en makkelijke overwinning, maar het liep anders. De strijdende partijen kwamen al snel in een slopende patstelling terecht. Daarna kregen miljoenen soldaten te maken met wat een historicus beschreef als „misschien de grootste beproeving op grote schaal, die lichaam en geest van de mens (...) hebben moeten verduren”. Ondanks verschrikkelijke verliezen bleven de generaals hun mannen naar prikkeldraadversperringen en het spervuur van mitrailleurs drijven. Zoals te verwachten, brak er overal muiterij uit. Welke invloed had de Eerste Wereldoorlog op de maatschappij? Een veteraan zei: „De oorlog (...) verschroeide de geest en het karakter van een generatie.” In de nasleep van die oorlog gingen inderdaad complete rijken ten onder. Dat tragische conflict bleek het begin te zijn van de bloedigste eeuw die de mensheid ooit heeft gekend. Revoluties en stakingen leken een normaal verschijnsel te worden. Hoe kwam het dat deze oorlog de wereld compleet veranderde? Was de oorlog alleen maar een ongelukkige samenloop van omstandigheden? Onthullen de antwoorden iets over onze toekomst?
De ware oorzaak van oorlog en ellende Op 11 november 1918 eindigde de Eerste Wereldoorlog. Winkels sloten hun deuren en de mensen dansten op straat. Maar de vreugde maakte al snel plaats voor een volgend gevaar dat nog dodelijker was dan machinegeweren. De Spaanse griep was in juni 1918 de slagvelden van Frankrijk binnengedrongen. Binnen enkele maanden stierven er in Frankrijk meer Amerikaanse soldaten door deze dodelijke plaag dan door vijandelijk vuur. En de troepen die na de oorlog naar hun vaderland terugkeerden, namen het virus mee, waardoor de griep zich al snel over de hele wereld verspreidde. De jaren na de oorlog werden ook gekenmerkt door honger en economische depressie. Toen er in 1918 een eind kwam aan de vijandelijkheden leed
een groot deel van Europa honger. In 1923 was de Duitse mark praktisch niets meer waard. Zes jaar later stortte de hele wereldeconomie in. En uiteindelijk, in 1939, begon de Tweede Wereldoorlog — in sommige opzichten een vervolg van het eerste internationale conflict. Wat zat er achter deze unieke opeenvolging van rampen? HET TEKEN VAN DE LAATSTE DAGEN Bijbelprofetieën laten zien wat de achterliggende oorzaken waren van bepaalde historische gebeurtenissen, en dat geldt vooral voor de Eerste Wereldoorlog. Jezus Christus had een tijd voorspeld waarin het ene volk tegen het andere zou strijden en waarin de aarde geteisterd zou worden door hongersnoden en epidemieën (Mattheüs 24:3, 7; Lukas 21:10, 11).
Oorlog op aarde en oorlog in de hemel Zo’n negentien eeuwen vóór de Eerste Wereldoorlog deed Satan een poging Jezus te verleiden door hem „alle koninkrijken der wereld” aan te bieden (Mattheüs 4:8, 9). Jezus ging niet op dat aanbod in, maar hij noemde de Duivel later „de heerser van de wereld” (Johannes 14:30). En de apostel Johannes schreef: „De gehele wereld ligt in de macht van de goddeloze” (1 Johannes 5:19). Als de Duivel zo veel macht over de wereld heeft, zou het dan niet redelijk zijn te concluderen dat hij op zijn minst voor een deel verantwoordelijk is voor de Eerste Wereldoorlog en de nasleep ervan? Het boek Openbaring brengt Satan dan ook in verband met de ellende die de aarde sinds 1914 teistert. Hier volgt een kort overzicht van de gebeurtenissen die in Openbaring hoofdstuk 12 staan beschreven:
Vers 7 Er breekt oorlog uit in de hemel tussen Michaël (Jezus Christus) en de draak (Satan). Vers 9 De Duivel, „die de gehele bewoonde aarde misleidt”, wordt naar de aarde geslingerd. Vers 12 „Wee de aarde en de zee, want de Duivel is tot u neergedaald, en hij heeft grote toorn, daar hij weet dat hij slechts een korte tijdsperiode heeft.” De Bijbelse chronologie en de wereldgebeurtenissen geven aan dat deze oorlog in de hemel plaatsvond nadat Gods Koninkrijk in 1914 in de hemel was opgericht. Dus in datzelfde betekenisvolle jaar brak er op aarde en in de hemel oorlog uit. Zie hoofdstuk 8 van het boek Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
1 FEBRUARI 2014
|
5
Hij zei tegen zijn volgelingen dat zulke rampen een onderdeel zouden zijn van het teken van de laatste dagen. Meer details staan in het boek Openbaring, waar „weeën” op aarde in verband gebracht worden met een oorlog in de hemel. (Zie het kader „Oorlog op aarde en oorlog in de hemel”.) Openbaring beschrijft ook vier ruiters, soms de vier ruiters van de Apocalyps genoemd. Drie van hen zijn een afbeelding van dezelfde rampen die Jezus eerder had voorspeld: oorlogen, hongersnoden en epidemieën. (Zie het kader „Zijn de vier ruiters echt aan het rijden?”) Het is duidelijk dat
de Eerste Wereldoorlog de aanzet gaf tot een periode van ernstige moeilijkheden waaraan nooit een eind is gekomen. En de Bijbel laat zien dat Satan in zekere zin de aanstichter ervan was (1 Johannes 5:19). Zal er ooit een eind komen aan zijn macht? Openbaring geeft ons ook de verzekering dat Satan „slechts een korte tijdsperiode heeft” (Openbaring 12:12). Daarom is hij woedend en veroorzaakt hij onnoemelijk veel ellende op aarde. De problemen die we om ons heen zien, vormen dus een bewijs dat Satans tijd opraakt.
Zijn de vier ruiters echt aan het rijden? Background, fiery horse: From the book The Photographic History of the Great European War in Gravure (1916)
Het witte paard, waarvan de berijder Koning in de hemel is (Openbaring 6:2). De Koning, Jezus Christus in eigen persoon, is degene die rijdt „voor de zaak van (...) rechtvaardigheid” (Psalm 45:4). Zijn eerste taak is de hemel te ontdoen van Satan en zijn demonen (Openbaring 12:9).
6
|
DE WACHTTOREN
Het vuriggekleurde paard, waarvan de berijder autoriteit heeft om „de vrede van de aarde weg te nemen” (Openbaring 6:4). Sinds 1914 wordt de mensheid constant geteisterd door oorlogen. Slechts 21 jaar na de Eerste Wereldoorlog brak er een tweede wereldoorlog uit die nog veel meer slachtoffers eiste. Deze oorlog kostte naar schatting zo’n zestig miljoen mensen het leven. Sinds 1945 hebben oorlogen een plaatselijker karakter gekregen, maar dat wil niet zeggen dat ze minder wreed zijn geworden. Sommige historici hebben berekend dat er in de oorlogen van de twintigste eeuw ruim honderd miljoen slachtoffers zijn gevallen.
DE WERKEN VAN DE DUIVEL VERBREKEN De Eerste Wereldoorlog was inderdaad een keerpunt in de geschiedenis. Het was het begin van een tijdperk van totale oorlog, van revoluties en van wantrouwen tegen menselijke leiders. Het leverde ook overtuigend bewijs dat Satan uit de hemel was verdreven (Openbaring 12:9). En deze onzichtbare heerser reageerde als een wrede dictator die weet dat zijn dagen geteld zijn. Als zijn tijd voorbij is, zal de ellendige periode die in gang gezet is door de Eerste Wereldoorlog eindelijk tot het verleden behoren.
In het licht van Bijbelprofetieën is er alle reden om erop te vertrouwen dat Jezus Christus, onze Koning in de hemel, binnenkort „de werken van de Duivel” zal „verbreken” (1 Johannes 3:8). Miljoenen mensen bidden al om Gods Koninkrijk. Doet u dat ook? Door dat Koninkrijk zullen mensen die trouw zijn aan God eindelijk ervaren dat op aarde Gods wil — niet die van Satan — wordt gedaan (Mattheüs 6:9, 10). Onder Gods Koninkrijk zal er nooit meer een wereldoorlog zijn, of wat voor oorlog maar ook! (Psalm 46:9) Als u meer over dat Koninkrijk leert, kunt u erbij zijn wanneer er overal op aarde vrede zal heersen! — Jesaja 9:6, 7.
Background, pale horse: National Museum of Health & Medicine, Armed Forces Institute of Pathology, NCP 1603
Het zwarte paard, waarvan de berijder een weegschaal in zijn hand heeft als teken van hongersnood (Openbaring 6:5, 6). Tijdens de Eerste Wereldoorlog zijn er in Duitsland door een blokkade van de geallieerden ongeveer 750.000 mensen omgekomen van de honger. In 1921 stierven ruim twee miljoen Russen van de honger, en op andere plaatsen deden zich al snel soortgelijke tragedies voor. In totaal zijn er in de twintigste eeuw zo’n zeventig miljoen mensen van de honger gestorven. Elk jaar sterven er nog steeds meer dan drie miljoen kinderen onder de vijf jaar aan de gevolgen van ondervoeding.
Het vale paard, waarvan de berijder doodt met dodelijke plagen (Openbaring 6:8). De eerste grote plaag in de twintigste eeuw was de Spaanse griep. De cijfers lopen nogal uiteen, maar volgens één schatting doodde de griep zo’n vijftig miljoen mensen. „Deze pandemie was een van de ergste rampen in de geschiedenis”, zegt het boek Man and Microbes. „Zelfs de builenpest heeft in zo’n korte tijd niet zo veel slachtoffers gemaakt.” Andere infectieziekten, zoals pokken, malaria en tbc, hebben in de twintigste eeuw honderden miljoenen slachtoffers geëist.
1 FEBRUARI 2014
|
7
DE BIJBEL VERANDERT LEVENS
De belofte van een paradijs op aarde veranderde mijn leven! MIJN VERLEDEN: Ik ben geboren in Riga, de hoofdstad van
VERTELD DOOR IVARS VIGULIS
GEBOORTEJAAR
1974 LAND VAN HERKOMST
LETLAND VOORGESCHIEDENIS
ROEKELOZE MOTORCOUREUR
Letland. Mijn moeder stond er bij de opvoeding van mijn zus en mij alleen voor. Hoewel we katholiek waren, gingen we alleen op religieuze feestdagen naar de kerk. Ik heb altijd in een hogere macht geloofd, maar als kind werd ik door veel andere dingen afgeleid. Ik was er goed in dingen uit elkaar te halen en weer in elkaar te zetten. Omdat er zo veel dingen in huis waren die gedemonteerd konden worden, liet mijn moeder me nooit graag alleen thuis. Daarom gaf ze me een doos meccano. Ik vond het geweldig dingen te bouwen en weer uit elkaar te halen. Dat ging samen met een andere passie van me: brommerracen. Mijn moeder schreef me in voor een brommerrace genaamd Zelta Mopēds (De Gouden Bromfiets). Eerst racete ik met brommers en later met motoren. Al gauw werd ik heel goed in deze snelle en gevaarlijke sport. Drie keer won ik in verschillende motorklassen het Lets kampioenschap, en twee keer won ik het Baltisch kampioenschap. DE BIJBEL VERANDERT MIJN LEVEN: Op het hoogtepunt van
mijn carrière kwam mijn vriendin Evija (met wie ik later trouwde) in contact met Jehovah’s Getuigen. Ze had wat lectuur van de Getuigen in handen gekregen, en daar zat een bon in waarmee je een Bijbelcursus kon aanvragen. Ze vulde de bon in en stuurde hem op. Al gauw kwamen er twee Getuigen langs. Ik vond het prima dat Evija de Bijbel ging bestuderen, maar zelf had ik niet zo veel belangstelling voor geestelijke zaken. Later vroegen de Getuigen of ik bij Evija’s Bijbelcursus wilde komen zitten. Dat deed ik, en wat ik hoorde vond ik geweldig. Iets wat me vooral raakte, was de Bijbelse
8
|
DE WACHTTOREN
belofte dat de aarde een paradijs zou worden. Ze lieten me bijvoorbeeld Psalm 37:10, 11 lezen, waar staat: „Nog maar een korte tijd en de goddeloze zal er niet meer zijn; en gij zult stellig acht geven op zijn plaats, en hij zal er niet zijn. De zachtmoedigen daarentegen zullen de aarde bezitten, en zij zullen inderdaad hun heerlijke verrukking vinden in de overvloed van vrede.” Die belofte sprak me erg aan. Ik raakte steeds meer geïnteresseerd in geestelijke zaken. Ik begon te beseffen hoeveel religieuze leugens er bestaan. Maar de leringen uit de Bijbel vond ik juist verfrissend logisch en duidelijk. Door mijn studie van de Bijbel leerde ik hoe kostbaar Jehovah het leven vindt (Psalm 36:9). Dat had invloed op mijn racen — ik wilde mijn leven niet langer op het spel zetten. Ik wilde het
Ik ging begrijpen dat ik een verantwoordelijkheid heb tegenover de Levengever, Jehovah
DE VOORDELEN:Een paar van mijn motorvrien-
den zijn gestorven door hun roekeloze manier van leven. Door mijn studie van de Bijbel ging ik begrijpen dat ik een verantwoordelijkheid heb tegenover de Levengever, Jehovah. Dat inzicht heeft waarschijnlijk mijn leven gered. Vier jaar lang hebben Evija en ik het voorrecht gehad om fulltime op het bijkantoor van Jehovah’s Getuigen in Riga te werken. Nu genieten we van onze dochter, Alise, en helpen we haar van Jehovah te gaan houden. Ik heb het voorrecht een dag in de week op het vertaalkantoor van de Getuigen auto’s en andere dingen te repareren. Ik ben blij dat ik de vaardigheden die ik als kind heb geleerd goed kan benutten! Ik haal dus nog steeds dingen uit elkaar die ik later weer in elkaar zet. Ik vind het een kostbaar voorrecht om samen met mijn gezin te getuigen van de enige ware God, en dat allemaal dankzij alles wat ik uit de Bijbel heb geleerd. De belofte van een paradijs op aarde heeft inderdaad mijn leven veranderd!
liever gebruiken om Jehovah te eren. Ik vond de bekendheid, de roem en de kick van het racen niet meer belangrijk. In 1996 bezocht ik een internationaal congres van Jehovah’s Getuigen in Tallinn (Estland), niet ver van het circuit waar ik vaak had geracet. Op het congres zag ik personen uit allerlei landen in vrede en harmonie met elkaar omgaan. Toen een Getuige bijvoorbeeld haar tas verloor, ging ik ervan uit dat ze die nooit meer terug zou zien. Maar al snel bleek dat een Getuige de tas naar de afdeling Gevonden voorwerpen had gebracht, met alles er nog in. Ik was stomverbaasd! Nu begreep ik dat de Getuigen zich echt aan de hoge normen uit de Bijbel houden. Evija en ik bleven vorderingen maken met onze studie van de Bijbel, en in 1997 werden we als Jehovah’s Getuigen gedoopt. 1 FEBRUARI 2014
|
9
WIST U DIT?
Wat is de aloë die in Bijbelse tijden werd gebruikt? De Bijbel zegt dat aloë werd gebruikt om kleding en bedden te parfumeren (Psalm 45:8; Spreuken 7:17; Hooglied 4:14). De aloë uit de Bijbel was waarschijnlijk afkomstig van de adelaarsboom (een Aquilaria-soort). Wanneer het hout van deze boom wegrot, scheidt het aromatische olie en hars af. Het hout werd tot poeder vermalen, dat dan verkocht werd als aloë. De Bijbel vergelijkt de tenten van Israël met „aloë’s die Jehovah heeft geplant” (Numeri 24:5, 6). Hiermee kan gedoeld worden op de vorm van de wijdvertakte adelaarsboom, die wel dertig meter hoog kan worden. Hoewel deze boom tegenwoordig in Israël niet voorkomt, zegt A Dictionary of the Bible dat „het heel goed kan zijn dat deze en andere bomen die nu niet bekend zijn in [de streek], destijds in het rijke en dichtbevolkte Jordaandal werden gekweekt”. ALOË WERD GEMAAKT VAN ADELAARSHOUT
Welke offers waren aanvaardbaar in de tempel in Jeruzalem?
KLEIZEGEL VAN DE TEMPEL IN JERUZALEM, ONGEVEER 2000 JAAR OUD LEVINE/SIPA
10
|
DE WACHTTOREN
In Gods Wet stond dat alle offers die in de tempel werden aangeboden, van de allerbeste kwaliteit moesten zijn. God aanvaardde geen gebrekkige offers (Exodus 23:19; Leviticus 22:21-24). Volgens Philo, een Joodse schrijver uit de eerste eeuw n.Chr., onderzochten priesters in zijn tijd de dieren „van top tot teen” om er zeker van te zijn dat ze in alle opzichten gaaf waren en „geen enkel plekje of gebrek hadden”. Volgens de Bijbelgeleerde E.P. Sanders kan het zijn dat de tempelbeambten „betrouwbare verkopers van offerdieren machtigden om uitsluitend dieren te verkopen die door priesters waren geïnspecteerd. De verkoper moest de koper dan een soort bewijsje geven dat aangaf dat er niets aan het dier mankeerde.” In 2011 hebben archeologen in de buurt van de tempel zo’n keuringsbewijs gevonden: een kleizegel ter grootte van een munt, daterend van tussen de eerste eeuw v.Chr. en 70 n.Chr. De inscriptie bestaat uit twee Aramese woorden die „Zuiver voor God” betekenen. Men denkt dat tempelbeambten zulke keuringsbewijzen bevestigden aan producten voor ritueel gebruik of aan dieren die geofferd zouden worden.
VEELGESTELDE VRAGEN
Waarom laat God toe dat de sterken de zwakken onderdrukken? In de Bijbel staan een aantal voorbeelden van ernstige onderdrukking van zwakkeren. Neem het geval van Naboth. Achab, die in de tiende eeuw v.Chr. koning van Israël was, wilde graag Naboths wijngaard hebben. Daarom liet hij toe dat zijn vrouw, Izebel, opdracht gaf om Naboth en zijn zoons te vermoorden (1 Koningen 21:1-16; 2 Koningen 9:26). Waarom deed God niets om dit schandelijke machtsmisbruik te voorkomen? Laten we ons op één belangrijke reden concentreren: God kan niet liegen (Titus 1:2). Wat heeft dat met boosaardige onderdrukking te maken? God, Jehovah, waarschuwde de eerste mensen dat opstand tegen hem een afschuwelijk gevolg zou hebben: de dood. Zijn woorden kwamen uit. Sinds de opstand in de Hof van Eden is de dood voor mensen een realiteit. En de eerste mens die stierf, stierf door onderdrukking. Dat was toen Kaïn zijn broer Abel vermoordde (Genesis 2:16, 17; 4:8). Gods Woord zegt over de menselijke geschiedenis sinds die tijd dat „de ene mens over de andere mens heeft geheerst tot diens nadeel” (Prediker 8:9). Zijn die woorden waar gebleken? Jehovah waarschuwde zijn volk, Israël, dat ze zouden merken dat een koning onderdrukkend zou zijn, waardoor ze tot God om hulp zouden roepen (1 Samuël 8:11-18). Zelfs de wijze koning Salomo legde zijn volk buitensporige belastingen op (1 Koningen 11:43; 12:3, 4). Slechte koningen, zoals Achab, waren nog veel hardvochtiger. Sta hier eens bij stil: als God al die gevallen van onderdrukking had voorkomen, zou hij dan zijn eigen woorden niet in een leugen hebben veranderd? Bovendien beweert Satan dat mensen God alleen uit zelfzuchtige motieven dienen (Job 1:9, 10; 2:4). Als God zijn aanbidders tegen alle vormen van overheersing zou beschermen, zou dat dan niet bewijzen dat Satans bewering klopt? En als God alle vormen van onderdrukking voor iedereen zou voorkomen, Zie het artikel „Volg hun geloof na” in deze uitgave.
zou hij dan niet verantwoordelijk zijn voor een nog grotere leugen? Door die bescherming zouden velen kunnen denken dat mensen zichzelf met succes kunnen besturen zonder God. Maar Gods Woord zegt juist het tegenovergestelde: dat mensen totaal niet in staat zijn zichzelf te besturen (Jeremia 10:23). We hebben Gods Koninkrijk nodig, want alleen dat Koninkrijk zal een eind maken aan onrecht. Betekent dat dan dat God niets tegen onderdrukking doet? Nee. Ten eerste stelt hij onderdrukking aan de kaak. Zijn Woord belicht bijvoorbeeld elk aspect van Izebels complot tegen Naboth. Verder laat de Bijbel zien dat er een machtige heerser is die zijn identiteit verborgen wil houden en dat hij degene is die tot zulke boosaardige daden aanzet (Johannes 14:30; 2 Korinthiërs 11:14). De Bijbel ontmaskert hem als Satan de Duivel. Doordat God onthult waar
De ene mens heeft over de andere mens geheerst tot diens nadeel. — Prediker 8:9. God kan niet liegen. — Titus 1:2. die slechtheid en onderdrukking eigenlijk vandaan komen, worden we geholpen ons daar zelf niet schuldig aan te maken. Op die manier stelt hij onze eeuwige toekomst veilig. Ten tweede geeft God de verzekering dat er een eind zal komen aan onderdrukking. Omdat hij Achab en Izebel — en vele anderen — heeft geoordeeld en gestraft, kunnen we vertrouwen op zijn beloften dat hij in de toekomst alle kwaaddoeners zal straffen (Psalm 52:1-5). God geeft ons ook de betrouwbare belofte dat hij binnenkort de gevolgen van slechtheid zal terugdraaien voor mensen die van hem houden. Naboth en zijn zoons zullen dan eeuwig in een paradijs op aarde leven waar geen onrecht is (Psalm 37:34). Zie hoofdstuk 11 van het boek Wat leert de bijbel echt?, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen.
1 FEBRUARI 2014
|
11
VOLG HUN GELOOF NA | ELIA
Hij volhardde ondanks onrecht LIA liep door het Jordaandal en was al weken onderweg. Vanaf de berg Horeb was hij helemaal naar het noorden getrokken. Nu hij eindelijk terug was in Israël zag hij veranderingen in zijn geboorteland. De gevolgen van de lange droogte waren steeds minder zichtbaar. De zachte herfstregens waren begonnen, en boeren bewerkten hun velden. Het kan een troost voor de profeet zijn geweest dat het land zich herstelde, maar hoe het met de mensen ging, vond hij belangrijker. In geestelijk opzicht ging het helemaal niet goed met ze. Ze hielden zich nog steeds bezig met de walgelijke Baälaanbidding, en Elia had nog veel te doen. In de buurt van Abel-Mehola zag Elia een grootschalig landbouwproject. Het land werd bewerkt met vierentwintig ossen in twaalf spannen achter elkaar, waarbij evenwijdige voren in de vochtige aarde werden getrokken. De man die met het laatste span ploegde, was de persoon naar wie Elia op zoek was. Het was Elisa, de man die Jehovah had uitgekozen als Elia’s opvolger. Eerder had Elia gedacht dat hij de enige was die trouw was aan God, dus hij wilde deze man natuurlijk graag ontmoeten (1 Koningen 18:22; 19:14-19). Vond Elia het toch een beetje moeilijk om een deel van zijn verantwoordelijkheden over te dragen, zijn voorrechten met iemand anders te delen of ooit vervangen te worden? Dat weten we niet.
E
Jehovah, God, had een droogte van drie en een half jaar gebruikt om aan te tonen hoe machteloos Baäl was. Deze god werd aanbeden als de brenger van regen en vruchtbaarheid (1 Koningen hfst. 18). Zie de artikelen „Volg hun geloof na” in De Wachttoren van 1 januari en van 1 april 2008.
12
|
DE WACHTTOREN
Maar misschien heeft hij wel bij dat soort dingen stilgestaan. Hij was immers „een mens met dezelfde gevoelens als wij” (Jakobus 5:17). Het Bijbelverslag zegt in ieder geval: „Elia dan stak naar hem over en wierp zijn ambtsgewaad op hem” (1 Koningen 19:19). Elia’s ambtsgewaad — waarschijnlijk van schapenvacht of geitenvel — werd als een mantel gedragen en was een teken van zijn speciale aanstelling door Jehovah. Toen Elia zijn mantel om Elisa’s schouders sloeg, was dat een betekenisvol gebaar. Elia onderwierp zich bereidwillig aan Jehovah’s gebod om Elisa als zijn opvolger aan te stellen. Elia vertrouwde zijn God en gehoorzaamde hem. Ook de jongere man was bereidwillig en wilde de oudere profeet graag helpen. Elisa zou Elia niet meteen opvolgen. In plaats daarvan zou hij de oudere profeet zo’n zes jaar lang nederig ondersteunen. Elisa kwam later bekend te staan als de man „die water uitgoot over de handen van Elia” (2 Koningen 3:11). Wat een troost voor Elia om zo’n bekwame en behulpzame bediende te hebben! De twee mannen werden waarschijnlijk goede vrienden. Hun wederzijdse aanmoediging zal ze zeker allebei geholpen hebben om te volharden ondanks het verschrikkelijke onrecht overal in het land. Vooral het slechte gedrag van de koning, Achab, ging van kwaad tot erger. Omdat we in een corrupte wereld leven, hebben we allemaal weleens met onrecht te maken. Als we dan een vriend hebben die van God houdt, kan dat een hulp zijn te volharden. We kunnen ook veel leren van het geloof van Elia.
„DAAL AF, ACHAB (...) TEGEMOET” Elia en Elisa werkten hard om het volk geestelijk op te bouwen. Blijkbaar namen ze het voortouw in het opleiden van andere profeten, die misschien in een soort scholen georganiseerd waren. Na verloop van tijd kreeg Elia van Jehovah een nieuwe taak: „Sta op, daal af, Achab, de koning van Israël, tegemoet” (1 Koningen 21:18). Wat had Achab gedaan? Om te beginnen was Achab een afvallige; er was in Israël zelfs nog nooit zo’n slechte koning geweest. Hij was getrouwd met Izebel en had ervoor gezorgd dat steeds meer mensen in het land Baäl gingen aanbidden, en hij deed dat zelf ook (1 Koningen 16:31-33). Bij de Baälaanbidding hoorden vruchtbaarheidsriten, rituele prostitutie en zelfs kinderoffers. Verder had Achab kort daarvoor Jehovah’s gebod genegeerd om de slechte Syrische koning Ben-Hadad terecht te stellen. Dat deed hij blijkbaar omdat hij dacht er financieel beter van te worden (1 Koningen hoofdstuk 20). Maar nu hadden de hebzucht, het materialisme en het geweld van Achab en Izebel een nieuw dieptepunt bereikt. Achab had een paleis in Samaria, en dat was een gigantisch bouwwerk! Hij had ook een paleis in Jizreël, zo’n 37 kilometer verderop. Aan deze Elia was nederig en stelde Elisa als zijn opvolger aan
tweede residentie grensde een wijngaard. Op dat stuk land, dat van de man Naboth was, had Achab zijn zinnen gezet. Achab riep Naboth bij zich en bood hem geld of een andere wijngaard aan. Maar Naboth zei: „Het is wat mij betreft, van Jehovah’s standpunt uit bezien, ondenkbaar u de erfelijke bezitting van mijn voorvaders te geven” (1 Koningen 21:3). Was Naboth koppig, of roekeloos? Dat wordt vaak gedacht. Maar in feite was hij gehoorzaam aan de Wet van Jehovah, die het de Israëlieten verbood om land dat een erfelijk bezit van hun familie was, permanent te verkopen (Leviticus 25:23-28). Het was voor Naboth ondenkbaar Gods Wet te overtreden. Hij had geloof en was moedig, want hij wist heel goed dat het gevaarlijk was om tegen Achab in te gaan. Achab trok zich natuurlijk niets van Jehovah’s Wet aan. Hij ging naar huis, „mismoedig en terneergeslagen” omdat hij zijn zin niet had gekregen. „Toen legde hij zich neer op zijn rustbed en hield zijn gezicht afgewend, en hij at geen brood” (1 Koningen 21:4). Toen Izebel haar man zo zag mokken als een verwend kind, bedacht ze snel een plan om ervoor te zorgen dat hij toch nog zou krijgen wat hij wilde — en waarbij in één moeite door een rechtvaardige familie te gronde gericht zou worden. Het is moeilijk om over haar intriges te lezen zonder compleet verbijsterd te zijn door haar slechtheid. Koningin Izebel wist dat Gods Wet voorschreef dat er twee getuigen nodig waren om een ernstige aanklacht te bevestigen (Deuteronomium 19:15). Daarom besloot ze in Achabs naam brieven te schrijven. Daarin gaf ze vooraanstaande mannen van Jizreël het bevel twee mannen te zoeken die bereid waren valse beschuldigingen tegen Naboth in te brengen — beschuldigingen van laster, waarop de doodstraf stond. Haar plan werkte maar al te goed. Twee „nietswaardige lieden” legden een vals getuigenis tegen Naboth af, en als gevolg daarvan werd hij gestenigd, niet alleen hij, maar ook zijn zoons! (1 Koningen 21:5-14; Leviticus 24:16; 2 Koningen 9:26) Achab had zijn Het kan zijn dat Izebel ook de zoons van Naboth liet vermoorden omdat ze bang was dat het eigendom van de wijngaard over zou gaan op zijn erfgenamen. Zie voor een bespreking van de vraag waarom God onderdrukking toelaat het artikel „Veelgestelde vragen” in dit tijdschrift.
1 FEBRUARI 2014
|
13
verantwoordelijkheid als gezinshoofd niet genomen en zijn vrouw haar gang laten gaan, waardoor die onschuldige mensen werden gedood. Hoe zal Elia zich gevoeld hebben toen Jehovah hem vertelde wat de koning en koningin hadden gedaan? Het kan heel ontmoedigend zijn als slechte mensen het lijken te winnen van goede mensen (Psalm 73:3-5, 12, 13). In deze tijd zien we vaak verschrikkelijk onrecht om ons heen dat soms zelfs veroorzaakt wordt door machtige personen die zich vertegenwoordigers van God noemen. Maar dit verslag kan bemoedigend voor ons zijn. Het herinnert ons eraan dat voor Jehovah niets verborgen is. Hij ziet alles (Hebreeën 4:13). En wat doet hij aan al het slechte wat hij ziet? „HEBT GIJ MIJ GEVONDEN, O MIJN VIJAND?” Jehovah stuurde Elia naar Achab en zei onomwonden: „Zie, hij is in de wijngaard van Naboth” (1 Koningen 21:18). Toen Izebel tegen Achab zei dat de wijngaard nu van hem was, sprong hij meteen overeind om naar zijn nieuwe aanwinst te gaan kijken. Het kwam niet in hem op dat Jehovah alles zag. Wat zal hij tevreden hebben gekeken toen hij in de wijngaard liep te fantaseren over de geweldige tuin die hij ervan zou maken. Maar plot„Hebt gij mij gevonden, o mijn vijand?”
seling zag hij Elia! Achabs gelukzalige blik veranderde, en met een gezicht vertrokken van woede en haat zei hij fel: „Hebt gij mij gevonden, o mijn vijand?” — 1 Koningen 21:20. Achabs woorden waren in twee opzichten dom. Ten eerste bleek uit zijn vraag „Hebt gij mij gevonden?” dat hij geestelijk blind was. Jehovah had hem al gevonden. Hij had gezien dat Achab de gave van de vrije wil misbruikte en de vruchten plukte van Izebels boosaardige complot. God kon in Achabs hart kijken en zien dat liefde voor materiële dingen elk gevoel van barmhartigheid, gerechtigheid of medeleven had verdrongen. Ten tweede zei hij: „O mijn vijand!” Daarmee liet hij zien dat hij haat koesterde voor een man die een vriend van Jehovah was en die hem had kunnen helpen zijn rampzalige gedrag te veranderen. We kunnen belangrijke lessen leren uit Achabs onverstandige gedrag. We mogen nooit vergeten dat Jehovah alles ziet. Als liefdevolle Vader weet hij of we van het rechte pad afwijken, en hij wil graag dat we ons slechte gedrag achter ons laten. Om ons te helpen gebruikt hij vaak zijn vrienden — mensen die hem trouw zijn en die net als Elia zijn woorden aan andere mensen overbren-
gen. Het zou dom zijn om Gods vrienden als onze vijanden te bezien! — Psalm 141:5. Elia’s antwoord was: „Ik heb u gevonden.” Hij wist wat voor man Achab was. Hij was een dief, een moordenaar en iemand die tegen Jehovah in opstand kwam. Wat moedig dat Elia de confrontatie met die slechte man aan durfde te gaan! Vervolgens vertelde hij Achab hoe God hem zou straffen. Jehovah zag het hele plaatje: de slechtheid van Achabs familie tastte het hele volk aan. Elia zei dus tegen Achab dat God had bepaald dat er „een flinke opruiming” gehouden zou worden; die hele dynastie zou uitgeroeid worden. Ook Izebel zou haar verdiende loon krijgen (1 Koningen 21:20-26). Elia ging er niet cynisch van uit dat het slechte en onrechtvaardige gedrag van mensen ongestraft blijft. Als je naar deze wereld kijkt, zou je dat bijna wel denken. Dit Bijbelverslag herinnert ons eraan dat Jehovah niet alleen weet wat er speelt maar er ook voor zal zorgen dat er overal gerechtigheid zal zijn. Zijn Woord verzekert ons ervan dat hij een dag heeft bepaald waarop hij voor altijd een eind zal maken aan onrecht! (Psalm 37:10, 11) Maar bestaan Gods oordelen alleen uit straf? Of oordeelt hij ook barmhartig? „HEBT GIJ GEZIEN HOE ACHAB ZICH WEGENS MIJ HEEFT VEROOTMOEDIGD?” Misschien verbaasde Elia zich over de manier waarop Achab reageerde op het oordeel van God. Het verslag zegt: „Nu gebeurde het dat zodra Achab deze woorden hoorde, hij voorts zijn klederen scheurde en een zak om zijn vlees deed; en hij ging vasten en legde zich voortdurend neer in de zak en liep gedrukt rond” (1 Koningen 21:27). Had Achab berouw? Het was in ieder geval een stap in de goede richting. Achab vernederde zich — en dat viel niet mee voor zo’n trotse, arrogante man. Maar had hij echt berouw? Vergelijk hem eens met een latere koning die misschien nog wel slechter was dan hij: Manasse. Toen Manasse door Jehovah werd gestraft, vernederde hij zich en smeekte hij Jehovah om hulp. Maar hij ging nog verder. Hij gooide het roer om en deed de afgodsbeelden die hij had opge-
steld weg, deed moeite om Jehovah te aanbidden, en moedigde zelfs het volk aan hetzelfde te doen (2 Kronieken 33:1-17). Helaas kan zoiets niet van Achab gezegd worden. Zag Jehovah Achabs openlijke vertoon van verdriet? Jehovah zei tegen Elia: „Hebt gij gezien hoe Achab zich wegens mij heeft verootmoedigd? Omdat hij zich om mijnentwil heeft verootmoedigd, zal ik de rampspoed niet in zíȷ́n dagen brengen. In de dagen van zijn zoon zal ik de rampspoed over zijn huis brengen” (1 Koningen 21:29). Vergaf Jehovah Achab? Nee, dan had hij oprecht berouw moeten hebben (Ezechiël 33:14-16). Maar omdat Achab een mate van spijt liet zien, reageerde Jehovah ook met een mate van barmhartigheid. De verschrikkelijke ervaring dat zijn hele familie werd uitgeroeid, zou Achab bespaard blijven. Toch stond Jehovah’s oordeel vast. Later overlegde Jehovah met zijn engelen over de beste manier om Achab zover te krijgen dat hij meedeed aan de strijd die zijn dood zou betekenen. Niet lang daarna kreeg Achab de straf die Jehovah had bepaald. Hij raakte gewond in de strijd en bloedde dood in zijn strijdwagen. Het verslag vermeldt nog een luguber detail: toen de koninklijke wagen werd schoongespoeld, likten honden het bloed van de koning op. Zo kwamen Jehovah’s woorden uit die Elia aan Achab had overgebracht: „Op de plaats waar de honden het bloed van Naboth hebben opgelikt, zullen de honden uw bloed oplikken” (1 Koningen 21:19; 22:19-22, 34-38). Voor Elia, Elisa en alle andere trouwe aanbidders van God is Achabs einde een geruststelling: Jehovah was de moed en het geloof van Naboth niet vergeten. De God van gerechtigheid zal slechte mensen vroeg of laat straffen; en hij zal altijd barmhartig zijn in zijn oordeel als daar een basis voor is (Numeri 14:18). Wat een krachtige les voor Elia, die tientallen jaren onder het bestuur van die slechte koning had volhard! Ben jij weleens het slachtoffer geweest van onrecht? Zie je uit naar de tijd dat God dingen gaat rechtzetten? Volg dan het geloof van Elia na. Samen met zijn loyale vriend Elisa bleef hij Gods boodschappen bekendmaken en volhardde hij ondanks onrecht! 1 FEBRUARI 2014
|
15
VRAGEN OVER DE BIJBEL
Van het Woord van God verwachten we dat het uniek is, en dat kan zeker van de Bijbel worden gezegd. Er zijn miljarden exemplaren van gedrukt, in honderden talen. De wijsheid uit de Bijbel heeft de kracht om mensen ten goede te veranderen. (Lees 1 Thessalonicenzen 2:13; 2 Timotheüs 3:16.) We weten dat de Bijbel van God afkomstig is omdat de Bijbel nauwkeurig de toekomst voorspelt. Er is geen mens die dat uit zichzelf kan. Neem bijvoorbeeld het boek Jesaja. In een grot bij de Dode Zee werd een afschrift of kopie daarvan gevonden die ruim een eeuw voor Jezus’ geboorte was gemaakt. Daarin stond dat de stad Babylon compleet verlaten zou worden. Jaren na Jezus’ leven op aarde gebeurde dat ook. (Lees Jesaja 13:19, 20; 2 Petrus 1:20, 21.)
Hoe werd de Bijbel geschreven? De Bijbel werd in een periode van zo’n 1600 jaar geschreven, door ongeveer veertig mannen. Ze hielden zich aan één thema, zonder elkaar tegen te spreken. Hoe was dat mogelijk? Ze werden bij het schrijven door God geleid. (Lees 2 Samuël 23:2.) Soms sprak God tot Bijbelschrijvers via engelen, visioenen of dromen. Meestal bracht God zijn gedachten over naar de geest van de schrijver, waarna die de vrijheid kreeg om Gods boodschap in eigen woorden op te schrijven. (Lees Openbaring 1:1; 21:3-5.)
De Jesajarol
Zie voor meer informatie hoofdstuk 2 van dit boek, uitgegeven door Jehovah’s Getuigen Te downloaden van www.jw.org/nl
De Bijbel online in zo’n 50 talen
Ga naar www.jw.org/nl of scan de code
wp14 02/01-O [g] 131211
WAT LEERT DE BIJBEL ECHT?
LEES HET ANTWOORD OP MEER VRAGEN OVER DE BIJBEL OP ONZE SITE Gratis downloads van dit tijdschrift en eerdere uitgaven
Shrine of the Book, Photo © The Israel Museum, Jerusalem
Is de Bijbel echt Gods Woord?