EXAMENEISEN EN LITERATUURLIJST NIMA MARKETING-A (Van toepassing op de examens vanaf januari 2008)
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
INHOUDSOPGAVE A I II III
Niveau & positionering NIMA Marketing-A Examenmethodiek Toelatingsrichtlijnen en vrijstellingen
4 6 7
Inhoud module NIMA Marketing-A1 (MK-A1) Hoofdstuk 1 Marketing: filosofie, systeem en basisbegrippen 1.1 Marketing naar haar belangrijkste begripsinhouden 1.2 Marketing als denk- en werkdiscipline 1.3 Basisconcepten in marketing
9 9 9
Hoofdstuk 2 Grondslagen van de strategisch marketing
10
Hoofdstuk 3 Analyse van de externe omgeving 3.1 Niet-beïnvloedbare omgeving en (potentieel) beïnvloedbare omgeving 3.2 Analyse marktontwikkeling 3.3 Afnemersgedrag 3.4 Marktonderzoek
10 10 10 11 12
Hoofdstuk 4 Analyse van de interne omgeving 4.1 Organisatie van de marketingfunctie 4.2 Plaats, beschrijving en inhoud van belangrijke marketingfuncties 4.3 De betekenis van een MIS en VIS 4.4 Analyse van de marketingstrategie en de marketingresultaten 4.5 Boston Consultancy Group matrix 4.6 Financiële kengetallen
13 13 14 14 14 14 15
Hoofdstuk 5 SWOT
15
Hoofdstuk 6 Marketingstrategie 6.1 Strategische opties voor het marketingbeleid 6.2 Segmenteren, targetten en positioneren (STP)
15 15 15
Hoofdstuk 7 Product- en merkenbeleid 7.1 Productniveaus 7.2 Productclassificaties en hun implicaties voor het marketingbeleid 7.3 Opzet en evaluatie van het assortimentsbeleid 7.4 Opzet en evaluatie van het merkenbeleid 7.5 Typering (en evaluatie) van het verpakkingsbeleid 7.6 Typering en het beleid in de diverse stadia van de Productlevenscyclus (PLC) 7.7 Bekendheid met concepten m.b.t. het productontwikkelingsproces
16 16 16 17 17 17 17 17
Hoofdstuk 8 Prijsbeleid 8.1 Prijszettingsmethoden (inclusief afgeleiden) 8.2 Externe aspecten van het prijsbeleid 8.3 Interne aspecten van het prijsbeleid 8.4 Operationele aspecten van het prijsbeleid 8.5 Prijsbeleid voor nieuwe producten 8.6 Overige aspecten van prijsbeleid
18 18 18 18 18 18 18
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
2
Hoofdstuk 9 Distributiebeleid 9.1 Distributiestrategieën 9.2 Distributiefuncties, -structuren en -kanalen 9.3 Distributiedoelstellingen 9.4 Fysieke distributie 9.5 Ontwikkelingen in de distributie/logistiek
19 19 19 19 19 19
Hoofdstuk 10 Communicatiebeleid 10.1 Communicatie 10.2 Sales Promotions 10.3 Public Relations 10.4 Directe communicatie
20 20 21 21 21
Hoofdstuk 11 Marketing in het digitale tijdperk 11.1 Aspecten van digitalisering 11.2 Toepassingen
22 22 22
Inhoud module NIMA Marketing-A2 (MK-A2) Hoofdstuk 1 Analyse van de externe omgeving 1.1 Afnemersgedrag 1.2 Marktonderzoek
24 24 24
Hoofdstuk 2 Analyse van de interne omgeving 2.1 Analyse van de marketingstrategie en de marketingresultaten 25 2.2 Marketing als denk- en werkdiscipline
25 25
Hoofdstuk 3 Communicatiebeleid 3.1 Communicatie
27 27
Hoofdstuk 4 Internationale marketing 4.1 Aspecten van internationale marketing
27 27
Referentieliteratuur NIMA Marketing-A
28
Bijlage I
31
Europees kwalificatiemodel
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
3
EXAMENEISEN I.
Niveau & positionering NIMA Marketing-A
Het NIMA Marketing-A examen toetst of kandidaten beschikken over de kennis, vaardigheden en persoonlijke- en beroepscompetenties om op uitvoerend niveau (verrichten) binnen het domein van de marketing te kunnen opereren. Het NIMA Marketing-A examen vormt de basis voor beroepsrollen op uitvoerend niveau c.q. marketing assistent op niveau 4 van het Europese marketing kwalificatieraamwerk, gebaseerd op de uitgangspunten van het Europese kwalificatieraamwerk (EQF) (zie bijlage I).
domein
beroepsrollen contexten kerntaken deeltaken
Figuur 1. Metastructuur NIMA-A examen
Beroepsrollen en contexten NIMA-A: NIMA gediplomeerden zijn werkzaam in de marketing binnen zowel het MKB als binnen grote (multinationale) organisaties. Deze commerciële dan wel non-profit organisaties opereren in verschillende marktsegmenten, bijvoorbeeld gericht op consumenten, diensten en de zakelijke markt. NIMA-A gediplomeerden voeren, naast de generieke marketingactiviteiten, mogelijk ook taken op het gebied van verkoop en/of communicatie uit. NIMA-A gediplomeerden onderhouden veelvuldig persoonlijk contact, schriftelijk of telefonisch, met relaties en klanten. NIMA-A gediplomeerden vervullen taken op het gebied van informatie- en datamanagement. NIMA Marketing-A is gericht op het verkrijgen van kennis en inzicht met betrekking tot algemene marketinggrondslagen en –principes, marketinginstrumenten en marketingomgevingen, alsmede de relatie daartussen. Voorts mag worden verwacht dat de kandidaat toepassingsvaardigheden bezit op beleidsvoorbereidend en uitvoerend niveau.
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
4
De belangrijkste kerntaken van NIMA-A gediplomeerden zijn: • Assisteren van de marketingmanager • Betrokken bij marketingplanning • Betrokken bij commerciële activiteiten • Beheren van informatie en data • Onderhouden contacten en relaties • Uitvoeren marktonderzoek • Organiseren evenementen Samenhangende deeltaken van NIMA-A gediplomeerden zijn: Marketing gerelateerde competenties • Assisteren in de ontwikkeling van een strategisch marketingplan • Doen van voorstellen ten aanzien van een operationeel marketingplan • Coördineren van marketingprojecten • Opzetten, coördineren en uitvoeren marktonderzoeken • Ontwikkelen van operationele commerciële activiteiten • Opstellen van presentaties • Voeren van verkoopgesprekken • Relatiemanagement • Organiseren van verschillende promotie activiteiten • Vermogen om de NIMA-A examenstof toe te passen in een casus dan wel in praktijk situaties Sociale en communicatieve competenties • Samenwerking met interne en externe contacten • Voeren van telefoongesprekken • Schriftelijke en digitale communicatie • Ontvangen en begeleiden van klanten • Deelnemen aan verschillende adviserende structuren Management en organisatorische competenties • Omgaan met verantwoordelijkheid en autoriteit • Plannen van activiteiten • Initiatief tonen • Omgaan met vertrouwelijke informatie Persoonlijke ontwikkeling • Omgaan met weerstand • Openstaan voor vernieuwing • Systematisch denken • In teamverband kunnen werken • Flexibele instelling • Evalueren en afstemmen eigen gedrag • Vragen om en ontvangen van feedback • Actualiseren van professionele kennis en bijhouden van marktontwikkelingen
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
5
II.
EXAMENMETHODIEK
Het NIMA Marketing-A examen wordt volledig schriftelijk afgenomen en neemt in totaal 270 minuten in beslag. De A1-module: De A1-module bestaat uit twee onderdelen: Onderdeel 1 van de A1-module (60 minuten) bestaat uit 30 meerkeuzevragen en toetst primair de kennis van de verschillende marketingbegrippen en de daarbij benodigde rekenvaardigheden. Onderdeel 2 van de A1-module (60 minuten) bestaat uit 15 meerkeuzevragen die zijn opgebouwd rondom een beknopte beschrijving van een vraagstuk uit de marketingpraktijk (minicase). Onderdeel 2 toetst naast kennis ook inzicht en rekenvaardigheden. De wegingsfactor van de onderdelen 1 en 2 bij het vaststellen van het eindcijfer voor de A1-module is 40% voor onderdeel 1 en 60% voor onderdeel 2. De A2-module: De A2-module (150 minuten) bestaat uit een praktijksituatie in de vorm van een case met open vragen, die primair het inzicht in marketingvraagstukken en de toepassings-vaardigheden op beleidsvoorbereidend en uitvoerend niveau van de kandidaat toetst. De inhoud van zowel de A1 module (zie pagina 8) alsook de A2 module (zie pagina 23) vormen daarbij het uitgangspunt. Bij de toetsing van de A1- en A2-module wordt een evenwichtige spreiding van de onderwerpen uit de exameneisen nagestreefd. Tevens kunnen actuele onderwerpen uit het marketingvakgebied aan de orde worden gesteld.
Kennis
Vaardigheden
Competentie Beroepshouding
Persoonseigenschappen
Figuur 2. Elementen van een competentie
Om in het bezit te komen van het NIMA Marketing-A diploma dient de kandidaat voor beide modules (A1-module en A2-module) een voldoende resultaat (>5,5) te hebben behaald. Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
6
III.
TOELATINGSRICHTLIJNEN EN VRIJSTELLINGEN
Als richtlijn voor toelating tot het NIMA Marketing-A examen adviseert het NIMA een minimum leeftijd van 18 jaar of een diploma VWO, HAVO, MBO of NIMA Marketing Oriëntatie. Het NIMA adviseert voor de beoordeling van gelijkwaardige diploma’s (bijvoorbeeld een buitenlands diploma met Nuffic-verklaring) contact op te nemen met een opleidingsinstituut. Kandidaten die in het bezit zijn van een diploma van één van de vakspecialismen (NIMA Sales-A, NIMA COM-A en NIMA MIM-A) komen in aanmerking voor vrijstelling voor de module NIMA Marketing-A2 en kunnen door het behalen van de NIMA Marketing-A1 module in het bezit komen van een volledig NIMA Marketing-A diploma. Gediplomeerden assistent Exportmanagement (Fenedex A, bestaande uit Exportbinnendienst A1 en Export-buitendienst A2) komen in aanmerking voor vrijstelling voor de module NIMA Marketing-A2 en kunnen door het behalen van de NIMA Marketing-A1 module in het bezit komen van een volledig NIMA Marketing-A diploma.
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
7
INHOUD MODULE NIMA GENERIEKE MARKETING-A1 (GK-A1)
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
8
1.
MARKETING: FILOSOFIE, SYSTEEM EN BASISBEGRIPPEN
Vereist: kennis van en inzicht in de ontwikkeling van het vakgebied marketing, in termen van achterliggende ideeën, beginselen, werkterrein en basisconcepten. 1.1
Marketing naar haar belangrijkste begripsinhouden
-
Marketing als concept: visie, idee, beginsel, ontwikkelingslijnen productie-oriëntatie, productoriëntatie, verkooporiëntatie, marketingoriëntatie en maatschappelijke marketingoriëntatie customer focus Marketing als ruilactiviteit: bartering, trade, marketing Marketing als functie: ontwikkeling van verkoop naar moderne marketing Marketing als probleemgebied: van afzetproblematiek van commerciële organisaties tot marktproblematiek van alle organisaties Marketing als onderzoeksgebied: studieniveaus: micro, meso, macro
1.2
Marketing als denk- en werkdiscipline
-
De beoogde relatie en doelgroepen: consumentenmarketing, handelsmarketing, industriële marketing en internationale marketing, relationship marketing, one-to-one marketing, direct marketing, e-marketing Object van de relatie: goederen, diensten, organisaties, personen en ideeën Initiator van de relatie: commerciële marketing, overheidsmarketing, non-profit marketing en detailhandelsmarketing Relatie instrumentarium: telemarketing, database marketing en interactieve marketing
1.3
Basisconcepten in marketing
-
Doelgroep, ruil, relatie, reputatie en imago, marketingplan(ning) en marketing-mix
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
9
2.
GRONDSLAGEN VAN DE STRATEGISCHE MARKETINGPLANNING
Vereist: kennis van, inzicht in en toepassing van de belangrijkste begrippen en concepten met betrekking tot strategische aspecten van het marketingbeleid alsmede de marketingplanning. Grondslagen van de (strategische) marketingplanning Niveaus van planning: strategisch (lange termijn), tactisch (korte termijn) en operationeel (uitwerking binnen 1 jaar) Onderdelen van het (strategisch) marketing plan: missie, doelstellingen, externe analyse, interne analyse, SWOT, opties, keuze en uitwerking, implementatie en evaluatie Begrippen: missie, marktdefinitie, ondernemingsdoelstelling, marketingdoelstelling, instrumentdoelstelling Begrippen: core business, core competence Product-Marktcombinatie (PMC), Strategic Business Unit (SBU) Invloed van ICT (Informatie Communicatie Technologie) 3.
ANALYSE VAN DE EXTERNE OMGEVING
Vereist: Men dient over voldoende kennis en inzicht te beschikken en tevens deze kennis en dit inzicht te kunnen toepassen om de markt (aanbieders, handel en afnemers) en haar omgeving naar aard, type, omvang, samenstelling en ontwikkeling in kaart te kunnen brengen. Overwegend beperkt tot nationale scope. 3.1
Niet-beïnvloedbare omgeving en (potentieel) beïnvloedbare omgeving
3.1.1
Macro omgevingsfactoren.
-
Ontwikkelingen in de: Geografische omgeving, demografische omgeving, economische omgeving, politiek-juridische omgeving, socio-culturele omgeving, technologische omgeving, institutionele omgeving
3.2 Analyse marktontwikkeling Kennis van, inzicht in en vaardigheden om de markt (vraag en aanbod) naar aard, type, omvang en samenstelling in kaart te kunnen brengen. 3.2.1 -
Marktanalyse Actuele, potentiële en effectieve vraag Potentiële markt Primaire, secundaire en selectieve vraag Finale en afgeleide vraag Initiële vraag, additionele vraag, vervangingsvraag en uitbreidingsvraag Penetratiegraad en bezitsgraad Marktaandeel Vraagvoorspelling (Parfitt-Collins analyse)
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
10
3.2.2
Concurrentie-analyse
Bedrijfstakanalyse: Samenwerkingsverbanden in ruime zin Marktvormen vanuit de aanbodzijde Concentratiegraad (C4-index) Bedrijfskolomparticipanten cq intermediairs Groothandels- en detailhandelsvormen Concurrentenanalyse: Aard van de concurrentie naar niveau: behoeften, generiek, productvorm, merk Niveau van de concurrentie: bedrijfskolom, bedrijfstak, branche Analyse van concurrentiegedrag (leider, uitdager, volger, nicher) Sterke en zwakke punten 3.2.3
Analyse van de publieksgroepen
-
Stakeholders Consumentisme
3.2.4
Analyse van de distributie
-
Bewegingen in de bedrijfskolom
3.3 Afnemersgedrag Vereist: kennis van en inzicht in de belangrijkste begrippen. Tevens dient men inzicht te hebben in de relatie tussen het afnemersgedrag en het marketinginstrumentarium. 3.3.1
Factoren die het afnemersgedrag beïnvloeden
-
Cultureel: cultuur subcultuur sociale klasse
-
Sociaal: referentiegroepen familie rollen en status
-
Persoonlijk: leeftijd en fase in levenscyclus beroep economische omstandigheden lifestyle persoonlijkheid en zelfbeeld productbezit
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
11
-
Psychologisch: motivatie perceptie leerproces attitudes adoptie- en diffusieprocessen cognitieve dissonantie trouw tevredenheid
3.3.2
Beslissingsprocessen consumenten
-
Stimulus-responsmodel (black box). Componenten: communicatie-, aankoop-, gebruiks- en afdankgedrag Beslissingsfase schema (van probleemherkenning tot ervaringen na de koop) De mate van betrokkenheid (high versus low involvement) Koopsituaties (RAG, BPO, UPO) Soorten koopgedrag: complex, dissonance reducing, habitual en variety seeking Kooprollen De rol van imago, reputatie, choice en consideration set en perceived risk Customer loyalty
3.3.3
Beslissingsprocessen organisaties
-
Koopsituaties (straight rebuy, modified rebuy en new task) DMU en rollen in DMU (initiator, gatekeeper, beïnvloeder, adviseur, koper, beslisser en gebruiker)
3.4
Marktonderzoek
3.4.1
Marktonderzoek
-
Een marktonderzoek briefing kunnen maken Een voorstel voor een onderzoeksopzet kunnen beoordelen Een probleemanalyse kunnen maken In staat zijn steekproefuitkomsten te interpreteren In staat zijn de uitkomsten van een onderzoek op relevante wijze te communiceren
3.4.2
De informatievoorziening en het onderzoeksproces
-
Functies van informatie, informatiebronnen Proces: onderzoeksdoelen, informatiebehoefte, onderzoeksopzet, secundair- en primair onderzoek, analyse en rapportage Vooronderzoek en pilotonderzoek (inclusief expert en delphi) Verklarend versus exploratief onderzoek Kwalitatief versus kwantitatief onderzoek Datamining en datawarehousing
-
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
12
3.4.3
Steekproeven: kennen van de belangrijkste begrippen
-
Populatie Steekproef Steekproefkader Steekproefomvang Aselect Betrouwbaarheid Nauwkeurigheid (Non-)response Representativiteit
3.4.4
Beschrijvende en verklarende statistiek
-
Kennen van het begrip frequentieverdeling/-dichtheid Kennen van het begrip (standaard) normale verdeling Kennen van het begrip significantie Het kunnen berekenen van de volgende kengetallen op het niveau van discontinue variabelen: (on-)Gewogen gemiddelde, modus, mediaan Enkelvoudige indexcijfers Interpretatie van steekproefuitkomsten in termen van validiteit, betrouwbaarheid, nauwkeurigheid en overschrijdingskansen
3.4.5
Presentatietechnieken
-
Het kunnen structureren van data en interpreteren van grafische weergaven: staaf- en kolommendiagram (histogram) cirkel- en beelddiagram (pie chart) lijndiagrammen frequentie-polygonen concentratiecurve
4.
ANALYSE VAN DE INTERNE OMGEVING
Vereist: kennis van, inzicht in en vaardigheden met betrekking tot de belangrijkste concepten en technieken die relevant zijn voor het in kaart brengen van de marketingorganisatie en voor het analyseren van de eigen marketingactiviteit. 4.1 -
Organisatie van de marketingfunctie De begrippen 'organisatie' en 'organiseren' Basisstructuren van de marketingafdeling (naar project, account, product, afnemer, functie en gebied) Lijn-, staf- en matrixorganisatie Formele versus informele organisatie Organogram
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
13
4.2 -
Plaats, beschrijving en inhoud van belangrijke marketingfuncties Marketing medewerker Marketing assistent Productmanager Accountmanager Marketing services manager Marketing manager Marketing/commercieel directeur Generieke marketing functies Sales manager DM-manager,-assistent,-medewerker Communicatiemanager,-assistent,-medewerker E-functies
4.3
De betekenis van een Marketing Informatie Systeem (MIS) en Verkoop Informatie Systeem (VIS) Informatiecommunicatietechnologie en marketing Interne informatiesystemen analyse van verkopen en doelgroepen analyse van individueel klantgedrag Verkoopautomatisering
4.4 -
-
Analyse van de marketingstrategie en de marketingresultaten Analyse van de resultaten van het gevoerde marketingbeleid (naar doelgroepen, assortiment, marketingmix en marketingorganisatie) Waardenketen (value-chain) begrip van primaire en ondersteunende activiteiten Analyse van de financiële implicaties van het marketingbeleid: kosten/baten analyse naar: productgroepen, klantencategorieën en marktsegmenten break-even analyse terugverdientijd Analyse van de marketingresultaten naar: omzet, marge, winst, marktaandeel naambekendheid, merkbekendheid, merkvoorkeur, attitude en positionering doelstellingen, afnemers, concurrenten en marktontwikkelingen Analyse van klanten: customer loyalty life-time-value klanttevredenheid Functies van klachtenbehandeling Rol van consumentenorganisaties Organisatie klachtenbehandeling Werkingsveld van productaansprakelijkheid Kennis van de strekking van de regelgeving
4.5 -
Boston Consultancy Group matrix BCG-matrix kunnen toepassen Voor- en nadelen BCG-matrix kennen
-
-
-
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
14
4.6 Financiële kengetallen Kennen en kunnen toepassen van: Rentabiliteitsratio: ROI Return on investment: Winst voor belasting
Omzet X
Omzet -
ROS (return on sales)
5.
SWOT
6.
Geïnvesteerd vermogen
Het begrip SWOT-analyse kennen en kunnen interpreteren Het kunnen opsommen van kansen, bedreigingen, sterke en zwakke punten MARKETINGSTRATEGIE
Vereist: kennis van, inzicht in en toepassen van de belangrijkste begrippen en concepten met betrekking tot strategische aspecten van het marketingbeleid alsmede de marketingplanning. 6.1
Strategische opties voor het marketingbeleid
Groeistrategieën: Ansoff groeimatrix: diversificatie
penetratie,
marktontwikkeling,
productontwikkeling,
Overige strategieën: Bewegingen in de bedrijfskolom: integratie (achterwaarts-, voorwaarts en horizontaal) en differentiatie 6.2
Segmenteren, targetten en positioneren (STP)
6.2.1
Segmentatie
-
Opdelen en groeperen Voordelen en nadelen van segmentatie Voorwaarden voor effectieve segmentatie Segmentatie, doelgroepbepaling en positionering (SDP ofwel STP) Contrasegmentatie Macro/microsegmentatie
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
15
6.2.2
Segmentatiecriteria
Consumentenmarkt (criteria en achterliggende variabelen): Geografisch Demografisch Psychografisch Gedragsmatig Business to business markt: Macro segmentatie: grootte branche (BIK-code) locatie -
Micro segmentatie: aankoopgedrag grootte en samenstelling van de decision making unit mate van aankoopcomplexiteit
6.2.3
Segmentatiestrategieën
6.2.4 7.
Geconcentreerde benadering Gedifferentieerde benadering (extreme situatie, one-to-one marketing) Ongedifferentieerde benadering Positionering Positionering en perceptual mapping in relatie tot de marktinstrumenten PRODUCT- EN MERKENBELEID
Vereist: kennis van, inzicht in en toepassen van de belangrijkste begrippen die een rol spelen bij de vertaling van de marketingstrategie naar het marketinginstrument 'product'. 7.1 7.2 -
Productniveaus Fysiek, uitgebreid en totaal product Core benefit, basic product, expected product, augmented product en potential product Productattributen en -eigenschappen: instrumenteel versus expressief, functioneel versus emotioneel Productmix Productclassificaties en hun implicaties voor het marketingbeleid Goederen/diensten-continuüm kunnen toepassen Consumenten en industriële goederen Verbruiksgoederen en duurzame goederen (fast moving consumer goods/durables) Convenience- (impuls, staple, emergency), shopping-, specialty- en unsought goods Productiemiddelen, halffabrikaten, gereedschappen en grond- en hulpstoffen Onafhankelijke, substitutie- en complementaire goederen Inferieure, noodzakelijke en luxe goederen Mass-customization
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
16
7.3 -
Opzet en evaluatie van het assortimentsbeleid Productklasse, productgroep, productvariant Assortimentsmix: breedte, diepte, lengte, hoogte en consistentie van het assortiment Begrippen upgrading en downgrading, trading up en trading down Line extension, brand extension, line stretching, line filling, line pruning
7.4 -
Opzet en evaluatie van het merkenbeleid Begrippen: merk, merknaam, keurmerk en handelsmerk Soorten merken naar reikwijdte: individueel, collectief, familie- en paraplumerk, endorsement, co-branding Merkbetekenis en -strategie: individueel, collectief, fabrikanten versus detaillistenmerk versus distribuantenmerk (handelsmerk in marketingbetekenis) familie en paraplumerk Merken naar positionering: A-, B- en C-merken, fancy merk, private label, detailhandelsmerk Functie van een merk: herkomst, onderscheiding en emotional appeal Merktrouw Juridische betekenis van het merkenrecht, met name registratie van beeld- en woordmerken
7.5 7.6 7.7 -
Typering (en evaluatie) van het verpakkingsbeleid Functies en belang van de verpakking: bescherming, handling en gebruiksgemak, herkenning, informatie, emotional appeal en na- en hergebruikswaarde, imagoondersteuning Uitingsvormen van een verpakking: primaire en secundaire verpakking, de vervoersverpakking en labeling Keuzecriteria: kosten, informatie, handel, milieu en wet- en regelgeving Industrieel merkenbeleid Typering en het beleid in de diverse stadia van de Productlevenscyclus (PLC) Fasen van de PLC (introductie, groei, volwassenheid en neergang) en grafische weergave Samenhang PLC met adoptie / diffusieprocessen Niveaus van bestuderen (behoefte, technologie, productklasse, vorm, merk, variant) Toepassing nut PLC-concept binnen het planningsproces Marketingbeleid in de verschillende fasen van de PLC Maatregelen om de PLC te verlengen Bekendheid met concepten m.b.t. het productontwikkelingsproces Fasen in productontwikkelingsproces: 7-fasen model (exploratiefase, screeningfase, conceptontwikkelingsfase, strategieontwikkelingsfase, fysieke productontwikkelingsfase, testfase, productintroductiefase) Organisatie productontwikkeling Succes-/faalfactoren bij new productdevelopment Time to market (begrip) Conceptontwikkelingsfase (concepttesting)
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
17
8.
PRIJSBELEID
Vereist: kennis van, inzicht in en toepassingsvaardigheden m.b.t. de belangrijkste begrippen en technieken die een rol spelen bij de vertaling van de marketingstrategie naar het marketinginstrument 'prijs'. 8.1 -
Prijszettingsmethoden (inclusief afgeleiden) Afnemersgeoriënteerd Concurrentiegeoriënteerd Kostengeoriënteerd
8.2 -
Externe aspecten van het prijsbeleid Reacties van afnemers: Prijs/prestatie verhouding, prijsafstand en -perceptie Psychologische prijsbeleving: prijsgrenzen, -drempels en -acceptatie Kruis- en inkomenselasticiteit van de vraag Reacties van de concurrenten (aanbodscurve) Randvoorwaarden vanuit de wet- en regelgeving
8.3 -
Interne aspecten van het prijsbeleid Vanuit doelstellingen (marktaandeel, winst, rentabiliteit, stabiliteit en concurrentie): Stay-out en put out pricing, dumping Prijsleiderschap, -volger Vanuit kosten: Constante/variabele kosten ('direct costing') en directe/indirecte kosten Kostensoorten/kostenplaatsen Differentiële/integrale calculatie Margebepaling en -berekeningen
8.4 -
Operationele aspecten van het prijsbeleid Prijsopbouw assortiment Loss leader pricing Prijs/margebeleid: functionele-, prestatie-, inruil- en actiekortingen
8.5 -
Prijsbeleid voor nieuwe producten Afroomprijsstrategie versus penetratie
8.6 -
Overige aspecten van prijsbeleid Prijsdiscriminatie versus prijsdifferentiatie Prijsovereenkomsten, kartelvorming
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
18
9.
DISTRIBUTIEBELEID
Vereist: kennis van, inzicht in en enige toepassingsvaardigheden m.b.t. de belangrijkste begrippen en technieken die een rol spelen bij de vertaling van de marketingstrategie naar het marketinginstrument 'distributie'. 9.1 -
Distributiestrategieën Direct versus indirect Enkelvoudige, duale of multikanalen strategie Intensieve, selectieve en exclusieve distributie Push versus pull (en communicatie-aspect) Eén of twee-doelgroepenbenadering (en communicatieaspect)
9.2 -
-
Distributiefuncties, -structuren en -kanalen Functies van distributie (informatie, promotie, onderhandeling, orders boeken, financiering, risicobereidheid, opslag en eigendom) Verticale en horizontale marketingsystemen Verschijningsvormen van een verticaal marketingsysteem (VFB, GWB, inkoopcombinaties, franchising, servicemerchandising) Distributiediagram
9.3 -
Distributiedoelstellingen Het berekenen en interpreteren van distributie-kengetallen Distributiespreiding Marktbereik Selectie-indicator Omzetaandeel, afzetaandeel en marktaandeel
9.4 -
Fysieke distributie Activiteiten en functies Out-of-stock/servicegraad EDI (Electronic Data Interchange) Ketenmanagement Supply chain (push en pull) Supply chain management ECR (efficient consumer response) JIT (just in time)
9.5 -
Ontwikkelingen in de distributie/logistiek Made to order
-
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
19
10.
COMMUNICATIEBELEID
Vereist: kennis van, inzicht in en enige toepassingsvaardigheden m.b.t. de belangrijkste begrippen en technieken die een rol spelen bij de vertaling van de marketingstrategie naar het marketinginstrument 'communicatie'. 10.1
Communicatie
10.1.1 Aspecten van communicatie -
Bepaling communicatiedoelgroep (primair/secundair) Klassiek hiërarchische modellen: AIDA-model, DAGMAR, Lavidge and Steiner, STARCH en Rogers
10.1.2 Communicatiedoelstellingen -
Bekendheid (spontaan/geholpen), herinnering (spontaan/geholpen) Positionerings-, attitude-, imago- en gedragsverandering
10.1.3 Communicatiestructuur en -vormen -
Geïntegreerde communicatie Corporate communication Communicatiemedia: o.a. pers, print, RTV, projectie, online, buitenreclame, bioscoop, winkelobjecten Communicatietype: persoonlijke versus niet-persoonlijke communicatie broad versus narrowcasting
10.1.4 Elementen van het communicatieproces -
Communicatiemodel: zender, codering, boodschap, medium, decodering, ontvanger, response, feedback, ruis Two-step flow of communication
10.1.5 Methoden ter bepaling van het communicatiebudget -
Taakstellende methode Pariteitenmethode Percentage van de omzet methode Anti-cyclische methode Sluitpostmethode
10.1.6 Communicatiemix -
Reclame, sales promotions, public relations, directe communicatie, persoonlijke verkoop.
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
20
10.1.7 Reclame -
Actiereclame, themareclame, institutionele reclame, collectieve reclame, combinatiereclame, coöperatieve reclame, point of purchase reclame, vergelijkende reclame, sluikreclame en ideële reclame, online reclame.
10.1.8 Aspecten van reclame 10.2 -
-
Reclamedoelstellingen Mediumtypekeuze en mediumtitelkeuze (communicatievermogen, bereik en dekking, kosten-per-1000 op basis van nettodekking) Keuze inschakelingsvariabelen (formaat, kleur, frequentie, GRP, interval, tijdstip, plaatsingsschema en kosten) Pretesting/posttesting Evaluatie reclame en effectiviteit Accountability Relevante begrippen: oplage, GRP, clicks Reclamebereik Bereik/dekking per medium: netto, bruto, cumulatief Controlled circulation, sponsored magazine Umfeld Carry-over-effecten van reclame Sales Promotions Doelgroepen van promoties (salesforce, handel en eindgebruikers) Doelstellingen (breedtewerking versus dieptewerking, selling in versus selling out) Werkingsmoment (directe versus indirecte promoties) Verschillende soorten handelspromoties: Beurzen, displays, POP-material, spaarsystemen, mystery man e.d. Verschillende soorten consumentenpromoties: Sampling, monsters, couponning, waardepunten, spaarsystemen, refund, (selfliquidating) premiums, wedstrijden, sweepstakes, cadeaus, mystery man, goede-doel acties, joint-promotions etc. Relevante juridische aspecten.
10.3 -
Public Relations Functies, taken en doelstellingen van PR Doelgroepen van PR Instrumenten van PR: persbijeenkomsten, persberichten, speeches, seminars, jaarverslagen, donaties, sponsoring, publicaties, community relations, lobbyen, identity media, huisblad, evenementen, productrecalls, e.d.
10.4
Directe communicatie
10.4.1 Begrippen en ontwikkelingen -
Definitie van direct marketing Positie en ontwikkeling van direct marketing binnen de marketing
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
21
10.4.2 Direct marketing media -
Direct mail (geadresseerd/ongeadresseerd) Telemarketing, callcenter Direct response advertising, direct response television, direct response radio Catalogus Interactieve middelen (Internet, voice-response systemen) Niveaus van direct marketing (strategisch en operationeel)
10.4.3 Externe omgevingsfactoren -
Juridische kader (regels registratiekamer) Technologische (interactieve media, systemen en software)
10.4.4 Direct marketing kengetallen -
Redemptie/respons Conversie
11.
MARKETING IN HET DIGITALE TIJDPERK
Vereist: kennis van, inzicht in en enige toepassingsvaardigheden m.b.t. de belangrijkste begrippen en technieken die een rol spelen bij marketing in het digitale tijdperk. 11.1 -
-
11.2 -
Aspecten van digitalisering Gevolgen van het Internet Digitalisering en Connectiviteit Invloed van het Internet Intermediatiatie (ontstaan nieuwe type intermediairs zoals infomediairs) Desintermediatie (uitschakeling van tussenschakels) Customization Van push naar pull (omkering van de traditionele machtsverhoudingen) E-business E-commerce E-marketing E-marketing domeinen B2C (business to consumer) B2B (business to business) C2C (consumer to consumer) C2B (consumer tot business) Toepassingen CRM Portals Veilingen Zoekmachine optimalisatie (bijvoorbeeld Google Adwords) Viral marketing Online advertising (banners, links, e-mail)
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
22
INHOUD MODULE NIMA GENERIEKE MARKETING-A2 (GK-A2)
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
23
1.
ANALYSE VAN DE EXTERNE OMGEVING
Vereist algemeen: men dient over voldoende kennis, inzicht en tevens deze kennis en inzicht kunnen toepassen om de markt (aanbieders, handel en afnemers) en haar omgeving naar aard, type, omvang, samenstelling en ontwikkeling in kaart te kunnen brengen. 1.1
Afnemersgedrag
1.1.1
Beslissingsprocessen organisaties
-
Industrieel koopproces en inkoopproces Problem Solving Unit (PSU) Interactie tussen afnemer en leverancier
1.2
Marktonderzoek
1.2.1
Marktonderzoek
-
Een onderzoeksbriefing kunnen doen Kunnen maken van een eenvoudige vragenlijst en aangeven van een passend meetniveau Maken van een eenvoudig voorstel voor budget/financiering voor een onderzoek Bepalen van een steekproeftrekking en steekproefomvang aan de hand van een onderzoeksdoelstelling De verschillende vormen van steekproeftrekking; volledig a-selecte steekproef, systematische steekproef, random route steekproef, clustersteekproef, area steekproef, gestratificeerde steekproef (proportioneel en disproportioneel); vorm van een selecte steekproeftrekking: quota steekproef
-
1.2.2
Methoden voor primair (field) onderzoek
-
Observatie en registratie: scanning pantrycheck, dustbin-check Experimenten Enquêtes en interviews: naar organisatie (omnibus, multiclient en pooling) naar contactwijze (schriftelijk, telefonisch, persoonlijk) naar aard (continue, ad hoc) naar afname (straat, in-home en in-use) naar opzet (single en (focus)group) Panelonderzoek
-
-
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
24
1.2.3
Vragenlijst ontwerp: technieken en schalen
-
Naar vraagvorm en opbouw ((her)kennen + implicaties): mate van voorstructurering direct versus indirect gesloten versus open dichotoom versus meerkeuze vraagvolgorde (openings-, selectie- en afsluitvragen) validiteit
-
Naar meet- en schaaltechnieken: schaaltypen (nominaal, ordinaal, interval en ratio) continue versus discontinue variabelen semantisch differentiaal (Osgood-schaal) Likertschaal
1.2.4
Beschrijvende en verklarende statistiek
-
Het in eenvoudige situaties kunnen berekenen van kengetallen: variatiebreedte (range), standaarddeviatie en standaardfout Het kunnen werken met de formule 'wortel P*Q/N'
2.
ANALYSE VAN DE INTERNE OMGEVING
Vereist: kennis van, inzicht in en vaardigheden met betrekking tot de belangrijkste concepten en technieken die relevant zijn voor het in kaart brengen van de marketingorganisatie en voor het analyseren van de eigen marketingactiviteit. 2.1 -
Analyse van de marketingstrategie en de marketingresultaten Analyse van klanten: klantenpiramides A/B/C/D klanten strategische klanten lost order analysis
2.2
Marketing als denk- en werkdiscipline
2.2.1
Karakteristieken van de business to business markt
-
Aantal/omvang van de afnemers Relatie afnemer/aanbieder Geografische concentratie Afgeleide vraag Sterk fluctuerende vraag Professioneel inkopen/rationeel koopgedrag Vele betrokkenen bij inkopen Reciprociteit
-
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
25
2.2.2
Karakteristieken van de dienstenmarkt
-
Belang dienstensector en toepassingsgebieden Soorten diensten (classificaties) en soorten dienstenmarketing (profit, not-for-profit, uitbestedingsdienst vs kennis/kundedienst, machine, mens of systeemgebonden dienstverlening) Kenmerkende verschillen met goederen, diensten als proces, onderscheid front en back office Marketingmix Ruil, relatie, reputatie (3 R-model) Goederen/dienstcontinüum
-
Kenmerken van een dienst: -
Productdefinities: mate waarin diensten zich van goederen onderscheiden: ontastbaarheid, vergankelijkheid, heterogeniteit, persoonsgebondenheid, simultane productie en consumptie, interactieve consumptie geen voorraadvorming: mogelijk ongebruikte productiecapaciteit maximale en optimale capaciteit capaciteitslevelling
-
Classificaties diensten en hun implicaties voor het marketingbeleid: indeling kern- vs ondersteunende en faciliterende diensten
2.2.3
Karakteristieken van not-for-profit organisaties
-
Verschillen profit en not-for-profit sector Soorten/typen not-for-profit organisaties Doelstellingen not-for-profit organisaties Meetbaarheid van de output (aantallen/satisfactie) Financieringsbronnen (leden/donateurs/subsidies/sponsors/fondsenwerving) Producten (fysieke producten/dienstverlening/ideeën) Definitie not-for-profit
2.2.4
Karakteristieken van de retailmarkt
-
Trends in detailhandel en verschillende winkeltypes Category management (definitie en toepassingsgebieden) Detailhandelskengetallen
-
Omzetsnelheid Rendementsanalyse Margeberekeningen Direct product profitability (DPP) Scanning, elektronische informatie
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
26
3.
COMMUNICATIEBELEID
Vereist: kennis van, inzicht in en enige toepassingsvaardigheden m.b.t. de belangrijkste begrippen en technieken die een rol spelen bij de vertaling van de marketingstrategie naar het marketinginstrument 'communicatie'. 3.1
Communicatie
3.1.1
Aspecten van communicatie
-
Niet-hiërarchische modellen: Stimulus responsemodellen, black boxmodel, low-involvement model, dissonantiereductietheorie Juridische aspecten m.b.t. communicatie (o.a. regelgeving via KOAG/KAG, Reclame Code Commissie, DDMA)
3.1.2
Bepaling marketingcommunicatie
-
Communicatiebriefing en daaraan verbonden eisen kunnen formuleren Conceptontwikkeling 'Propositie', 'copy-platform' en 'pay-off'
4.
INTERNATIONALE MARKETING
Vereist: kennis van, inzicht in en enige toepassingsvaardigheden m.b.t. de belangrijkste begrippen en technieken die een rol spelen bij de vertaling van de marketing naar het internationale context. 4.1
Aspecten van internationale marketing
-
Globalisering Internationale macro omgevingsfactoren Interculturele aspecten Country-of-origin effect Entree strategieën: directe investering, Joint venture, Licesing, direct exporting en indirect exporting. Vijf internationale product en communicatiestrategieën: straight extension, communication adaption, product adaption, dual adaption, product invention.
-
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
27
REFERENTIELITERATUUR NIMA MARKETING-A BASISLITERATUUR J.C.A. Smal, A.A.M.M. Tak, Kernstof Nima-A, 5e druk 2005, ISBN 90 01 65403 7 Wolters Noordhoff Baarda en de Goede, Basisboek Methoden en Technieken, 4e druk 2006, ISBN 90 2073315 X, Wolters Noordhoff P. de Boer, M.P. Brouwers en W. Koetzier, Basisboek bedrijfseconomie, 7e druk 2005, ISBN 90 01 09418 X, Wolters-Noordhoff Examentraining Oefenexamens, NIMA bestelsite i.s.m. Wolters-Noordhoff REFERENTIELITERATUUR 1.
Naslagwerk algemeen
E. Waarts, N. Lamperjee, E. Peelen, J.M.D. Koster, Nima Marketing Lexicon, Wolters Noordhoff 4e druk 2004, ISBN 90 01 65234 4 2.
Marketing algemeen
J.J. Boekema, M.A. Broekhoff, E.B. van Bueren, W.G. de Groot, R. Koornstra, A. Oosterhuis, Eindredactie: A.A.M.M. Tak, Basisboek marketing, 5e druk 2005, ISBN 90 01 09258 6, Wolters Noordhoff Ir. M.A. Broekhoff, Over Marketing, Thieme Meulenhoff, ISBN 90 06 87000 5 Leo Broekhuizen, Competentietraining Marketing, 2004, ISBN 90 5352 993 4, Boom onderwijs Drs. J. Dekker, H.J. Kevelham, Drs. G.J.L. Weusthof, Elementaire Marketing, ISBN 90 03 61922 0, Thieme Meulenhoff Philip Kotler, Principes van Marketing (Nederlandstalig), 4e druk 2006, Pearson ISBN 90 430 1071 5 Drs. J. Dekker, drs. C. Szerkowski, drs. G.J.L. Weusthof, F.J.C.M. van Rooy, T. Bil, Strategische planning Marketing op A-niveau, ISBN 90 06 95058 0, Thieme Meulenhoff Drs. J. Dekker, drs. C. Szerkowski, drs. GJ.L. Weusthof, F.J.C.M. van Rooy, T. Bil, De Marketingmix, Marketing op A-niveau, ISBN 90 06 95062 9 Eelko Huizingh m.m.v. K.J. Alsem, R. Bruins, Brugboek Marketing, 90.395 2037 2 Opgaven Brugboek Marketing, 90 395 2150 6 Eelko Huizingh, Fundamenten van Marketing, 2004, 90 395 2287 1, Academic Service Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
28
Prof. Dr. P.S.H. Leeflang, Marketing, 2e druk 2003, ISBN 90 207 3256 0, Wolters Noordhoff Prof. Dr. B.J. Verhage, Inleiding tot de Marketing, 3e druk 2005, ISBN 90 207 3308 7 Prof. B.J. Verhage, Grondslagen van de Marketing, 6e druk 2004, ISBN 90 207 3298 6 Prof. B.J. Verhage, Marketing Fundamentals, 1e druk, 2006, Stenfert Kroese Ten Berge en van Kooten, Dit is Marketing!, Coutinho 2006, ISBN-10: 90 6283 484 1 3.
Digitale Marketing
C. Molenaar, Wisseling van de macht, 1e druk 2006, Pearson ISBN 90 430 0955 5 D. Chaffey, E-Business en E-commerce, een managementperspectief, 2e druk 2005, Pearson ISBN 90 430 0830 3 4.
Marketingstrategie
Philip Kotler, Marketing management de essentie, Pearson, 2e druk, 2003, ISBN 90-430-06742, 5.
Marktonderzoek
R. Kooiker, Marktonderzoek, 6e druk 2003, Wolters Noordhoff ISBN 90 01 48834 X Bakker e.a., (Markt)onderzoek: basis en verdieping, Academic Service 2006, ISBN 90 395 2475 0 6.
Bedrijfseconomie
R. Slot, m.m.v. G.H. Minnaar, Elementaire bedrijfseconomie, 14e druk, ISBN 90 207 3241 2, Wolters Noordhoff J.C.A. Smal, Commerciële calculaties 1, 4e druk 2005, Rekenen op Nima-A niveau Wolters Noordhoff W.A. Tijhaar, W.J. Ruiter, Inleiding Bedrijfseconomie, 10e druk 2005, ISBN 90 01 86420 1, Wolters Noordhoff 7.
Internationale marketing
Gerald Albaum, Edwin Duerr, Jesper Strandskov, International Marketing and Export Management, 5e druk 2004, ISBN 0 273 68634 8 8.
Duurzame ontwikkeling
Niko Roorda, Basisboek duurzame ontwikkeling, 1e druk 2006, ISBN 978 90 01 26709 4
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
29
9.
Tijdschriften
Adformatie Tijdschrift voor Marketing Marketingtribune 10.
Online bronnen
www.pitchtalk.tv www.marketing-online.nl www.MolBlog.nl www.nima.nl
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
30
Bijlage I
Europees Kwalificatieraamwerk Kennis Kwalificaties vereisen:
Vaardigheden Kwalificaties voorzien het vermogen om toe te passen:
Zelfstandigheid en verantwoordelijkheid Kwalificaties voorzien het vermogen om:
EQF Niveau 1
• Algemene basiskennis.
• Basisvaardigheden voor het uitoefenen van eenvoudige taken.
• Werken en leren onder direct toezicht in bekende en gecontroleerde omgeving
EQF Niveau 2
• Basiskennis in het werk- of studieveld.
• Basale cognitieve en praktische vaardigheden om relevante informatie te gebruiken en problemen op te lossen met eenvoudige regels.
• Werken en leren onder toezicht met enige mate van zelfstandigheid in eenvoudige en stabiele werkomgevingen
EQF Niveau 3
• Kennis van feiten, grondslagen, processen en algemene concepten, in het werkof studieveld.
• Een uitgebreide reeks van cognitieve en praktische vaardigheden om problemen op te lossen door, de selectie en toepassing van basismethoden, instrumenten, materialen en informatie.
• Verantwoordelijkheid nemen om taken in het werk of studie in stabiele omgevingen uit te voeren.
• Praktische en theoretische kennis in brede contexten, relevant voor het werkof studieveld.
• Gespecialiseerde cognitieve en praktische vaardigheden om oplossingen voor problemen te genereren.
• Zelfstandig functioneren binnen de richtlijnen van werk of studie die redelijk voorspelbaar zijn, maar ook aan veranderingen onderhevig kunnen zijn.
• Een uitgebreide reeks van gespecialiseerde cognitieve en praktische vaardigheden om creatieve oplossingen voor concrete en abstracte problemen te ontwikkelen.
• Werk- en studieactiviteiten van anderen in situaties met onvoorspelbare veranderingen te sturen en onder toezicht te houden.
EQF Niveau 4
EQF Niveau 5
• Uitgebreide praktische en theoretische kennis in het gespecialiseerd werk- of studieveld en bekendheid van de beperkingen van kennisbasis
• Eigen gedrag aan omstandigheden aan te passen om problemen op te lossen.
• Toezicht op het werk van anderen te houden en enige verantwoordelijkheid te nemen om werk- en studieactiviteiten van anderen te evalueren en te bevorderen.
• Prestatie van zelf en anderen te beoordelen en te ontwikkelen.
Prestaties op niveau 5 in de hogere onderwijs- en opleidingsprogramma’s worden ook door 1 criteria voor de korte cyclus binnen de eerste cyclus in het EHEA stelsel beschreven.
1
EHEA framework reference (Europese Hoger Onderwijs Stelsel binnen de Bologna afspraken)
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
31
EQF Niveau 6
Kennis Kwalificaties vereisen:
Vaardigheden Kwalificaties voorzien het vermogen om toe te passen:
Autonomie en verantwoordelijkheid Kwalificaties voorzien het vermogen om:
• Gevorderde praktische en theoretische kennis in het werk- of studieveld met kritisch begrip van theorieën en grondslagen.
• Gevorderde vaardigheden die kennis en innovatie laten blijken in een complex en gespecialiseerd werk- of studieveld.
• Ingewikkelde technische of professionele activiteiten of trajecten te sturen, verantwoordelijkheid voor besluitvorming te nemen in onvoorspelbare werk- en studiesituaties. • Werk- en studiegroepen te leiden.
Prestaties op de niveau 6 in het Hoger Onderwijs worden ook door criteria voor de eerste cyclus in het EHEA stelsel beschreven EQF Niveau 7
• Hooggespecialiseerde praktische en theoretische kennis, sommige aan het front van kennis in het werkof studieveld, als een basis voor origineel denken. • Kritische bekendheid van kenniskwesties in het vakgebied en aan het raakvlak tussen verschillende vakgebieden.
• Gespecialiseerd onderzoek en probleemoplossende vaardigheden, inclusief analyse en synthese om nieuwe kennis en procedures ontwikkelen en kennis van verschillende vakken te integreren.
• Leiderschap en innovatie in de werken studiegebieden te demonstreren, die complex en onvoorspelbaar zijn en die nieuwe strategische benaderingen vereisen. • Verantwoordelijkheid nemen om persoonlijke ontwikkeling voort te brengen die kan bijdragen tot professionele kennis en vaardigheden, alsmede om strategische teamprestatie te kunnen beoordelen.
Prestaties op niveau 7 in het Hoger Onderwijs worden ook door criteria voor de tweede cyclus in het EHEA stelsel beschreven. EQF Niveau 8
• Kennis op het meest gevorderde niveau aan de grens van het werkof studieveld en op het raakvlak tussen verschillende vakgebieden.
• De meest gevorderde en gespecialiseerde onderzoekstechnieken, inclusief synthese en beoordeling, om kritische problemen op te lossen en bestaande kennis en/of professionele vaardigheden uit te breiden en opnieuw te definiëren.
• Substantieel leiderschap, innovatie en zelfstandigheid in de werk-, studie- en onderzoeksvelden te demonstreren. • Wetenschappelijke integriteit en aanhoudende overtuiging voor de ontwikkeling van nieuwe ideeën of processen te demonstreren.
Prestaties op niveau 8 in het Hoger Onderwijs worden ook door criteria voor de derde cyclus in het EHEA stelsel beschreven.
Exameneisen NIMA Marketing-A, module A1 en A2 September 2007
32