Ethiek voor ingenieurs Van duister vakgebied naar verplichte stof Zo’n tien jaar geleden werd ethiek verplichte stof voor de meeste studenten van de TU Delft. Dat was een grensverleggende stap. Tot dan was ethiek lange tijd als een
het ging immers over waardeoordelen.
Henk Makkink
Een rioolwaterzuiveringsinstallatie filtert bepaalde, wettelijk voorgeschreven gevaarlijke stoffen uit. Niet in de wet genoemde gevaarlijke stoffen kunnen eveneens schadelijk zijn. Moeten die ook worden uitgefilterd? En wie zijn daar verantwoordelijk voor? Mag je medische apparaten ontwerpen waarmee (veel) te vroeg geboren baby’s in leven worden gehouden, die als gevolg daarvan later gehandicapt door het leven gaan en levenslang extra zorg nodig hebben? Welke voorwaarden kun je stellen als je gevraagd wordt mee te werken aan de ontwikkeling van vliegtuigen, auto’s of airco’s, zolang die op energie uit fossiele brandstoffen draaien en het broeikaseffect versterken? Over dit soort vragen buigen Delftse masterstudenten zich bij het verplichte vak Ethiek en techniek. Pasklare antwoorden hoeven ze niet te geven en dat doen de docenten ook niet. De ethiekdocenten zijn wars van het opleggen van een moraal. Vragen over gewetensproblemen en wat wel en niet moreel geoorloofd is gaan ze echter niet uit de weg.
traal moest zijn (logica), was de gangbare mening in Delft. Als de dood was men voor vervlechting met het reguliere ingenieursonderwijs. Filosofievakken werden slechts gevolgd door kleine groepen geïnteresseerden. Op een vrijblijvende manier, zoals ook een vakhoogleraar wel eens een uitstapje maakte naar de ethische kant van zijn vak. De humaniora werden tot aan de Tweede Wereldoorlog slechts mondjesmaat toegelaten. Om tegenwicht te bieden aan de eenzijdigheid van de technische studie gaf de Leidse hoogleraar Joh. Huizinga tussen 1928 en 1932 colleges cultuurfilosofie. Een nieuwe impuls gaf de oprichting in 1946 van de stichting Studium Generale. Haar talrijke voordrachten over thema’s als religie, filosofie, kunst en psychologie genoten onder studenten grote waardering. De oprichting ervan was onder meer een reactie op de verschrikkingen van de Tweede Wereldoorlog, die vooral door de ontwikkeling van wetenschap en techniek zulke buitensporige vormen hadden aangenomen.
Dilemma’s herkennen Aankomende ingenieurs hebben hun eigen verantwoordelijkheid. Om hier goed mee om te gaan hebben ze behoefte aan een denkkader, kennis, inzicht en vaardigheden. De ethiekgroep van de sectie Filosofie van de Faculteit Techniek, Bestuur en Management (tbm) reikt die aan. “We vinden het belangrijk dat toekomstige ingenieurs al tijdens hun studie leren nadenken over ethische vragen en dilemma’s die in hun beroepspraktijk kunnen rijzen”, zo rechtvaardigt het TU-bestuur de aandacht voor ethiek. Een standpunt dat tot begin jaren negentig bepaald geen gemeengoed was. Ethiek geeft een waardeoordeel en dat paste niet bij het vak filosofie dat neu-
Leerstoelen De behoefte van de voormalige Technische Hogeschool Delft aan reflectie over de betekenis en de mogelijke gevolgen van de ontwikkelingen in wetenschap en techniek leidde in 1952 tot invoering van de leerstoel Wijsbegeerte ‘bijzonderlijk in haar betrekking tot de techniek’. Die had een vaste plaats verworven door toelating van - geheel in de geest van de toenmalige verzuilde samenleving - drie bijzondere hoogleraren: dr.ir. H. van Riessen voor calvinistische wijsbegeerte, dr. L.G. van der Wal voor humanistische wijsbegeerte en dr.ir. F.P.A. Tellegen voor de Thomistische (katholieke) wijsbegeerte. Voor alle studiejaren was er ‘Inleiding tot de filosofie’ >> 7•4
Delft Integraal
terug[ blik ]
obscuur gebied beschouwd, waar je je als wetenschapper maar beter niet in kon begeven:
35
34
7•4
Delft Integraal
Foto: Nout Steenkamp/fmax
terug[ blik ]
Prof. Doorman Prof. S.J. Doorman MSc, van 1972 tot 1994 Delfts hoogleraar wijsbegeerte (logica, methodologie, wetenschapsfilosofie, wetenschapskritiek) en oud-voorzitter van de VPRO. Hij adviseerde over de opzet van het vak Ethiek en techniek. Over dat onderwerp zei hij onder meer: “Morele kwesties worden vaak door de praktijk gecamoufleerd. Degene die zich het eerst bezighield
Platform voor Ethiek en Techniek
met het ontcijferen van de genetische code,
Op 7 november 1996 stelde het cvb het Platform voor
kon niet bedenken wat voor gevolgen dat
Ethiek en Techniek in met het doel ‘ethische vragen
in onze tijd zou krijgen. Denk maar aan de
die in de beroepspraktijk voorkomen signaleren en
mogelijkheden van klonen. En dat geldt
mogelijkheden ontwikkelen om deze vragen systematisch aan de orde te stellen’. Daartoe organiseert
Vroeger sprak je wel van nabuur-ethiek:
het Platform regelmatig TU-brede activiteiten, zoals
wat heeft deze ontwikkeling voor gevolgen voor mijn buurman? Tegenwoordig moet je de gevolgen voorspellen voor generaties
terug[ blik ]
die nog niet zijn geboren.”
Foto: Sam Rentmeester/fmax
voor veel ontdekkingen en uitvindingen.
jaarlijkse werkconferenties over ethische aspecten van het ingenieursberoep. Het Platform stimuleert dergelijke discussies ook op faculteitsniveau en het looft jaarlijks en tweejaarlijks de Mekelprijs uit voor de beste essays over ethiek van de techniek.
en voor de ouderejaars onder meer ‘Techniek en cultuur’ en ‘Van techniek tot wijsbegeerte’. Van Riessen gaf colleges in filosofie der techniek. Vanaf 1966 gaf prof.dr. W. van Dooren humanistische wijsbegeerte in ‘moderne filosofische problemen’. Prof. dr. W.A.M. Luijpen verzorgde vanaf 1968 vanuit de rooms-katholieke Sint Radboudstichting colleges wijsbegeerte, waarin het existentialisme en de fenomenologie ruime aandacht kregen. In 1972 stelde de TH Delft een gewone leerstoel Filosofie in en prof. S.J. Doorman MSc werd toen de eerste gewoon hoogleraar wijsbegeerte. Na de studentenrevoltes van eind jaren zestig kwamen de maatschappijvakken volop in de belangstelling te staan. In de jaren zeventig schoot in de ene na de andere faculteit het verplichte vak Techniek en maatschappij wortel, een studieonderdeel dat sindsdien niet meer uit de curricula is verdwenen. Filosofiedocenten schonken eveneens aandacht aan de ethische kanten van de techniek. Zo ging Van Dooren in op onder meer de ethische problemen die voortkwamen uit de ontwikkeling van wetenschap
Verzuild filosofieonderwijs De leerstoel Wijsbegeerte werd in 1952 opgericht in de geest van de verzuilde samenleving. Dr.ir. H. van Riessen (rechts) werd aangetrokken voor de calvinistische wijsbegeerte, dr. L.G. van der Wal (links) voor de humanistische wijsbegeerte en dr.ir. F.P.A. Tellegen (midden) voor de Thomistische (katholieke) wijsbegeerte. Bron van de foto’s van Van der Wal en Riessen: Archief TU Delft, Bron van de foto van Tellegen: Katholiek Documentatie Centrum, Nijmegen
36
7•4
Delft Integraal
en techniek en hij discussieerde met de studenten over actuele problemen. In 1974 zette prof.dr.ir. E. Schuurman de colleges cultuurfilosofie van Van Riessen voort en spitste hij er één toe op wijsgerige beschouwingen over de computerontwikkeling en cybernetica en de groeiende invloed van de computer op het cultureel-maatschappelijke leven. Later werd dit vak Ethiek van de techniek. Ook dr. L.C. Fretz behandelde in de jaren zeventig en tachtig ethische aspecten van de techniekontwikkeling. Verantwoordelijkheid Ethiek van de techniek werd theoretisch-abstract benaderd, ver van de ingenieurspraktijk. Als toekomstig ingenieur kon je er weinig mee. Begin jaren negentig zwengelden de Tweede Kamer en dr.ir. J.M.M. Ritzen, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, de discussie aan over ethische aspecten van wetenschap en techniek. Uitgenodigd door een kamermotie lanceerde hij in 1991 de notitie ‘Kader voor discussies over ethische aspecten van wetenschappelijk onderzoek’, waaraan ook zeven andere departementen hadden meegewerkt. Een jaar later werd in de Wet op het Hoger Onderwijs en het Wetenschappelijk Onderzoek een passage opgenomen over ethische aspecten van wetenschappelijk onderzoek. Het TU-bestuur nam zijn verantwoordelijkheid. Het installeerde in 1993 een adviescommissie Richtlijnen Ethiek, die onder leiding van de filosoof prof. S.J. Doorman MSc adviezen gaf over doel, aard, opzet en aanpak van het nieuwe vak. De TU nam deze adviezen over en besloot in 1995 dat alle opleidingen in hun eindfase, de huidige masterstudie, verplichte vakken in ethische aspecten van techniek, natuurwetenschap en het ingenieursberoep moesten opnemen. Zo kon de TU bijdragen aan de vorming van moreel verantwoord handelende ingenieurs. Het jaar daarop kreeg de sectie Filosofie de taak deze vakken te ontwikkelen en te doceren. Inmiddels had prof.
Prof. Mekel TH-hoogleraar dr.ir. J.A.A. Mekel, lid van het verzet en terechtgesteld in mei 1942. Ter nagedachtenis aan hem heeft de TU Delft de Mekelprijs ingesteld. De prijs heeft tot doel studerenden te stimuleren na te denken over ethisch-technische dilemma’s en wordt toegekend aan degene Bron: Archief TU Delft
die het beste essay schrijft over de relatie tussen ethiek en techniek. Er zijn twee prijzen: een jaarlijkse Mekelprijs van 500 euro voor een student en een tweejaarlijkse Mekelprijs van 1.000 euro waar promovendi, leraren-in-opleiding en ontwerpers-inopleiding naar kunnen dingen.
Prof.dr.ir. E. Schuurman gaf colleges over de groeiende invloed van de computer op het cultureel-maatschappelijk leven
Doorman de leiding van de sectie Filosofie overgedragen aan prof.dr.ir. P.A. Kroes. Mede daardoor veranderde het vak van een abstracte in een op toepassingen gerichte filosofie van de techniek. Eén van de eerste Na de tweejarige startfase namen meer faculteiten Ethiek en techniek in hun studieprogramma’s op. In het studiejaar 1998/1999 volgden zo’n zevenhonderd studenten uit negen van de vijftien opleidingen Ethiek en techniek. Daarmee was de TUD één van de eerste Europese universiteiten die op grote schaal verplicht ethiekonderwijs gaf. Met de toename van het ethiekonderwijs en –onderzoek en de ontwikkeling van de poot over grondslagen van de filosofie van de techniek, groeide de sectie Filosofie uit van twee wetenschappelijk medewerkers omstreeks 1995 tot ongeveer 25 nu.
Bij de ontwikkeling van Ethiek en techniek maakte men gebruik van de ervaring die de technische faculteiten hadden opgedaan met het projectonderwijs Techniek en maatschappij. Dit wordt onderhouden en begeleid door de eigen (techniek)docenten en wordt benaderd vanuit de techniek. En dat spreekt studenten meer aan dan zuiver niet-technische vakken. Bij Ethiek en techniek werken de docenten van de vakopleiding en docenten van de sectie Filosofie nauw samen aan praktijkvoorbeelden uit het vakgebied van de faculteit: vakdocenten staan borg voor de inhoudelijke aspecten en docenten filosofie leveren kennis over de theorie van de ethiek. Kennis van ethiek is nodig omdat bij dit vak de nadruk ligt op de verantwoordelijkheid van de ingenieur,als individu, die rekenschap van zijn handelen moet kunnen geven. Dit zogenaamde joint-ventureonderwijsmodel is succesvol gebleken. >>
Ethisch parallelonderzoek Naast de verzorging van onderwijs heeft de ethiekgroep
Centers of Excellence heeft opgericht: duurzame
van TBM in 2002 een onderzoeksprogramma opgezet.
energie, nanotechnologie, informatie- en communica-
Recent hebben de ethiekgroepen van de drie TU’s (Delft,
tietechnolgie (ICT), HighTech Systems (mechatronica)
Eindhoven, Twente) hun krachten gebundeld in het 3TU
en vloeistof- en vastestofdynamica. Mede dankzij een
Centrum voor Ethiek en Technologie, dat op 24 januari
excellente beoordeling door de VSNU wist ook het
2007 werd geopend door dr. P. Winsemius, toentertijd
3TU-ethiekcentrum zich, als zesde Center of Excellence,
minister van VROM. Om de landelijke politiek in Den
daarbij aan te sluiten. Het ethiekcentrum zal bij de
Haag te kunnen informeren over ethisch-technische
andere centra zogenaamd ethisch parallelonderzoek
kwesties, vestigde het centrum zich bovendien op de
gaan uitvoeren; dat is onderzoek waarbij ethici actief
Campus Den Haag (aan het Lange Voorhout), een initia-
over de schouders van de ingenieurs meekijken en
tief van de Universiteit Leiden en de TU Delft.
helpen ethische kwesties te benoemen, aan de orde
Om beurten neemt één van de drie ethiekgroepen het
te stellen en er beter mee om te gaan, zodat er sprake
voortouw in het gezamenlijke centrum. De eerstko-
is van verantwoord innoveren. Het centrum loopt met
mende drie jaar is dat Delft met prof.dr. Jeroen van den
deze benadering wereldwijd voorop. Meer informatie
Hoven als Scientific Director en dr.ir. Ibo van de Poel als
over het centrum is te vinden op www.ethicsandtech-
Managing Director. Het ethiekcentrum richt zich op
nology.eu.
de vijf aandachtsgebieden waarvoor de 3TU Federatie
7•4
Delft Integraal
37
[schoonman]
column
Duurzame energie in Delft Sinds Al Gore met zijn film ‘An Inconvenient Truth’ de wereld heeft gewezen op de catastrofale gevolgen van het broeikaseffect, staat duurzame energie plotseling hoog op de politieke agenda. Zijn we nu pas zo ver dat we met dat onderzoek
een begin kunnen maken? Zo erg is het gelukkig niet. De Technische Universiteit
Bron: Archief TU Delft
Delft heeft de afgelopen tien jaar samen met anderen al het nodige werk verzet.
Prof.dr. W. van Dooren: humanistische wijsbegeerte in ‘moderne filosofische’ problemen
Jammer alleen dat in dezelfde periode de subsidies voor duurzame energie alleen maar zijn afgenomen. Dat tij lijkt nu te keren.
In 1996 heeft het toenmalige college van bestuur de Delftse Interfacultaire
OnderzoeksCentra (DIOC’s) ingesteld. De geestelijke vader, college-lid prof.dr.ir. Guus Berkhout, beoogde met de DIOC’s een 1 + 1 = 3 situatie in het onderzoek te stimuleren met faculteitsoverschrijdende projecten. Het DIOC Duurzame Energie ontving van het cvb een startsubsidie van 5.600.000
gulden (2.540.000 euro) voor een periode van vier jaar. Het DIOC richtte zich op de decentrale conversie en opslag van duurzame energie en liet zien dat materiaal-
Tevreden Voor de masteropleidingen Biochemische Techniek en Life Science and Technology bestaat het vak Ethiek en techniek uit twee delen van drie ec-punten elk en paart het vak theorie aan praktijk. Het eerste deel bestaat uit een serie van negen colleges gevolgd door een serie van negen groepsgesprekken over praktijkvoorbeelden. De theorie biedt analysemodellen en ethische denkkaders, gebaseerd op normatief-ethische theorieën en beroepsethiek. Hiermee kan meer onderbouwd over ethische vragen worden nagedacht en het morele analyse- en oordeelsvermogen worden verscherpt. De participatie van de studenten bestaat uit discussiëren, vragen beantwoorden, opdrachten uitvoeren en deelnemen aan rollenspelen in fictieve besluitvormingsprocessen. Het tweede deel bestaat uit een scriptie-opdracht. Voor de meeste andere opleidingen in Delft is dit vak kleiner van omvang en is het tweede deel niet verplicht. Studenten zijn dik tevreden over Ethiek en techniek. Volgens een in 2003 gehouden enquête was het voor 90 procent van hen duidelijk wat de relevantie van het vak voor hun studie was en ervoer 70 procent de cursus als nuttig. Ook over de opzet van het vak en de onderwijsmethoden was de meerderheid vol lof. Dat dit vak in de meeste opleidingen zonder enige beknotting de overgang naar het bachelor-mastersysteem heeft overleefd en een plaats in het sterk techniekgeoriënteerde masterprogramma heeft gekregen, zegt ook genoeg over de waardering door de betrokken technische faculteiten. Inmiddels vindt de Delftse cursus Ethiek en techniek buiten de TUD navolging.
kundige problemen dienden te worden opgelost.
Er werd grote vooruitgang geboekt. Zo werd de 3D nanogestructureerde zonnecel
geboren op basis van goedkope materialen in vergelijking met het te dure silicium, en werden functionele materialen ontdekt voor herlaadbare lithium-ionbatterijen. Het bedrijf ‘Advanced Photovoltaic Applications’ bouwt momenteel een pilotplant in Leeuwarden om in 2008 de 3D nanogestructureerde zonnecel te commercialiseren. Het DIOC bestudeerde ook windenergieturbines en legde de basis
voor het Delft Energie Laboratorium van prof. ir. Lou van der Sluis, waarin silicium zonnepanelen gekoppeld werden aan het net via speciale hoogvermogenselektronica. Behalve in lithium-ionbatterijen kan groene stroom ook via elektrolyse van water in de vorm van de energiedrager waterstof opgeslagen worden. De veilige en goedkope opslag van waterstof is een belangrijke voorwaarde voor de introductie van een waterstofeconomie. Het DIOC heeft zich ook op deze problematiek gericht. Het DIOC Duurzame Energie heeft in de looptijd 1.135.000 euro aan tweede- en derdegeldstroomfondsen kunnen verwerven. Na de DIOC-periode richtte de TU het Delft Instituut voor Duurzame Energie (DIDE) op en verleende het cvb een subsidie voor onderzoek naar de waterstofeconomie, ook weer sterk materiaalkundig georiënteerd. Vanaf 1 januari 2007 is prof. dr.ir. Tim van der Hagen mij opgevolgd als wetenschappelijk directeur van DIDE. Het instituut is uitgebreid met DUWind en het Delft Energie Laboratorium en is nu het Delft Research Centre for Sustainable Energy. Met groot plezier en voldoening heb ik gedurende bijna tien jaar de leiding gehad van het DIOC en DIDE. Samen met uitstekende projectleiders heb ik het onderzoek naar de decentrale conversie en opslag van duurzame energie inhoud kunnen geven. De financiële ondersteuning van het Duurzame Energieonderzoek in Delft is uniek en heeft de TU een leidende positie gegeven in het onderzoek naar de decentrale conversie en opslag van duurzame energie. Geen wonder dat het Laboratorium voor Anorganische Chemie, tezamen met het ECN, twee jaar geleden een project ter waarde van US$ 815.000 (het Delftse deel) gehonoreerd heeft gekregen binnen het Stanford Climate and Energy Project (GCEP), gericht op Schoon Fossiel. Prof. dr.dr.h.c. Joop Schoonman is hoogleraar anorganische chemie bij de faculteit Technische
Ethiek van de techniek is de laatste decennia steeds praktischer geworden en is nu een vak waar inge nieurs iets aan hebben. Het geeft specifieke vaardig heden voor de uitoefening van hun werk. Met de ontwikkeling van de op de praktijk afgestemde Ethiek van de techniek is het oude ideaal, dat de filosofie in het dagelijks leven bruikbaar moet zijn, in ere hersteld. <<
Natuurwetenschappen.
7•4
Delft Integraal
39