Flow Solutions Division
Seal General GB Mechanical Installation Instructions
Page 2 - 1 9
D
Gleitringdichtung: Allgemeine Installationsanweisungen
Seite 20-40
F
Instructions générales installation joint mécanique
Page 41-61
I
Istruzioni generali relative all’installazione delle tenute meccaniche a cartuccia
Generales ESP Instrucciones de Instalación para el
Pagina 62-81
Página 82-101
S
Cierre Mecánico de Cartucho Allmänna installationsinstruktioner för mekanisk tätning
Page 102-119
NL
Algemene installatievoorschriften Flowserve Asafdichtingen
Pagina 120-140
Mechanical Seal Algemene Installatievoorschriften Deze installatie-instructies kunnen worden gebruikt voor de volgende asafdichtingstypen: Veerbelaste asafdichtingen: Q-serie, U-serie, D-serie, RO, CRO, P-serie, Europac 6-serie, Europac 306, Allpac 4-serie, Allpac N-serie, UHT-serie, DHT-serie, HSC, HSH, FRO, LD, HD-serie, SRO, Simpac 3-serie, Centipac 1-serie. balgafdichtingen: BX serie, CBR serie, BXRH, BXH serie, BXLS serie, BL, BRC serie, PB, PC, CBS, PBS, PBR, X-serie
Inhoudsopgave 1. 2. 3. 4. 5. 6.
7. 8. 9. 10. 11. 12.
120
Pagina no.
Tekening, Korte omschrijving, Werking van een asafdichting Veiligheid Algemeen Transport, opslag Controle van de apparatuur Installatie mechanische asafdichting 6.1 Installatie van cartridge afdichtingen met afstelplaatjes 6.2 Installatie van een cartridge afdichting met centreerplaatjes 6.3 Installatie van een componenten afdichting 6.4 Installatie mechanische asafdichting met inwendig getrapte asbus Instructies voor leidingen Dynamisch testen van machines Aanbevelingen voor gebruik Uit bedrijf nemen, demontage Systeemcontroles Reservedelen, reparatie
121 122 123 123 124 128 128 129 131 132 134 135 136 138 139 139
1. Tekening, Korte omschrijving, Werkingsvereisten 1.1 Montagetekening De montagetekening wordt in de verzenddoos met de mechanische asafdichting meegeleverd. 1.2 Korte omschrijving Een mechanische asafdichting is bedoeld voor de afdichting van een roterende as ten opzichte van een vast huis, bijv. een pompas ten opzichte van een pomphuis. De vaste componenten bestaan uit een afdichtring en (afhankelijk van het ontwerp) een veerbelast element. Dit veerbelaste element kan een veer(veren) zijn of een balg. De afdichtring is ten opzichte van het huis afgedicht met een secundaire pakking, bijv. een O-ring. De roterende componenten bestaan uit een afdichtring en (afhankelijk van het ontwerp) een veerbelast element. Dit veerbelaste element kan een veer zijn of een balg. De afdichtring is ten opzichte van de as afgedicht met een secundaire pakking, bijv. een O-ring. Een mechanische asafdichting kan worden geleverd als voorgemonteerde cartridge of in afzonderlijke componenten. Bij de montage dient de montagetekening in acht te worden genomen. Een mechanische asafdichting draait in het verpompte product of in een andere vloeistof afkomstig van een externe bron. Voor de smering dient er altijd een vloeistoffilm aanwezig te zijn tussen de loopvlakken van de afdichtingen. Door middel van de afdichtingsvloeistoffilm worden de afdichtingsoppervlakken gedurende het ronddraaien van de as van elkaar gescheiden. De oppervlakken komen in principe niet met elkaar in aanraking, waardoor geringe slijtage optreed hetgeen resulteert in een lange levensduur. 1.3 Vereisten voor een goede werking Een goede werking van een mechanische asafdichting kan alleen worden gewaarborgd wanneer aan de volgende voorwaarden is voldaan:
121
• • • • • • • •
De afdichtingsoppervlakken zijn gepolijst volgens specificatie Haaksheid en concentriciteit van de as t.o.v. het draagvlak en centreer diameter van de afdichtingskamer Bewegingsvrijheid van de veerbelaste componenten in axiale richting Axiale en radiale asbewegingen binnen Flowserve- of OEM-toleranties, waarbij de strengste toleranties gelden. De afdichting wordt gebruikt onder bedrijfscondities waarvoor deze is geselecteerd. De machine waarin de afdichting(en) wordt (worden) geïnstalleerd, wordt gebruikt binnen normale parameters (geen cavitatie, buitensporige trillingen etc.) Voorkoming van sedimentatie op as- of asbus als gevolg van bijv. kristallisatie of polymerisatie Permanente afdichtingsvloeistoffilm tussen de afdichtingsoppervlakken
Niet in acht nemen van deze vereisten leidt tot overmatige lekkage en/of een verkorte levensduur van de afdichting
2. Veiligheid Lees deze instructies zorgvuldig door. Het uitvoeren van de installatie volgens de onderstaande instructies draagt bij tot een lange, probleemloze levensduur van de mechanische asafdichting. Voor hulpapparatuur van de mechanische asafdichting (reservoirs, koelers, etc.) zullen afzonderlijke instructies worden verstrekt. De eindgebruiker moet ervoor zorgen dat het personeel dat verantwoordelijk is voor de behandeling, installatie en bediening van de mechanische asafdichting plus bijbehorende apparatuur goed op de hoogte is van het ontwerp en de bedieningsvoorwaarden van dergelijke apparatuur. Beschadiging van de afdichtingscomponenten, met name de loopvlakken,
122
kan leiden tot (overmatige) vloeistof- of gaslekkages. De mate van gevaar is afhankelijk van het afgedichte product en kan gevolgen hebben voor personen en/of het milieu. Componenten die met lekkages in contact komen, moeten corrosiebestendig of afdoende beschermd zijn. Fabrieksvoorschriften ten aanzien van werkveiligheid, ongevallenpreventie en milieuvervuiling moeten strikt in acht genomen worden.
3. Algemeen Alle afbeeldingen en details in deze installatie- en bedieningsinstructies kunnen als gevolg van een verbeterde productspecificatie zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd. Het copyright van deze instructies is het eigendom van Flowserve. Deze instructies zijn bedoeld voor onderhouds-, bedienings- en toezichtpersoneel, en bevatten technische voorschriften en tekeningen die niet, volledig of gedeeltelijk, mogen worden gecopieerd, verspreid, gebruikt voor concurrentiedoeleinden zonder toestemming, of aan derden ter beschikking mogen worden gesteld. Flowserve aanvaardt geen aansprakelijkheid voor gevallen van schade en/of storingen als gevolg van het niet in acht nemen van deze installatie-instructies.
4. Transport, opslag De mechanische asafdichting en bijbehorende apparatuur dienen te worden vervoerd en opgeslagen in de ongeopende, originele verpakking. De ruimte waarin de mechanische asafdichting en bijbehorende hulpapparatuur worden opgeslagen, moet droog en stofvrij zijn. Stel de mechanische asafdichting en de hulpapparatuur niet bloot aan grote temperatuurschommelingen, vocht en/of straling.
123
Onderdelen of complete mechanische asafdichtingen die gevallen zijn of op een andere manier zijn blootgesteld aan zware schokken tijdens het transport, mogen niet geïnstalleerd worden. In dat geval wordt een inspectie door Flowserve of een van haar vertegenwoordigers ten zeerste aanbevolen. Na een opslagperiode van drie jaar moet de mechanische asafdichting worden gecontroleerd om na te gaan of deze nog steeds in staat van nieuw verkeert. Dit geldt met name voor de afdichtingsloopvlakken en secundaire afdichtingselementen. Een inspectie door Flowserve is derhalve noodzakelijk. Als de machine moet worden geconserveerd met gemonteerde mechanische asafdichting(en), mag het conserveringsmiddel de werking van de mechanische asafdichting niet nadelig beïnvloeden door bijv. verontreiniging van de afdichtingsloopvlakken, en/of aantasting van de secundaire afdichtingen.
5 Controle van de apparatuur 5.1 Volg eerst de ter plaatse geldende veiligheidsvoorschriften op alvorens met de werkzaamheden aan te vangen. 5.1.1 Draag de voorgeschreven persoonlijke veiligheidsvoorzieningen. 5.1.2 Vergrendel de aandrijving en de afsluiters van de machine waaraan gewerkt moet worden. 5.1.3 Blok de machine in en blaas alle druk af. 5.1.4 Raadpleeg de ter plaatse geldende materiaalveiligheidsinformatiebladen (MSDS) inzake gevaarlijke materialen. 5.2 Demonteer de machine volgens de instructies van de fabrikant zodat de sealkamer toegankelijk wordt. 5.3 Verwijder bestaande asafdichting (mechanisch of anders). Reinig de sealkamer en de as grondig.
124
5.4 Verifieer de afmetingen van de as zoals aangegeven op de samenstellingstekening van de asafdichting. Controleer of de oppervlakken ter plaatse van o-ringen en pakkingen vrij zijn van putten of krassen of andere beschadigingen. 5.5 Verifieer of de diameter van de sealkamer waarmee de asafdichting wordt gecentreerd overeenstemt met de op de samenstellingstekening aangegeven waarden. 5.6 Controleer aan de hand van de samenstellingstekening of er, voor de installatie van de asafdichting, aanpassingen aan de machine moeten worden aangebracht en handel dienovereenkomstig. De slingering van de as mag op geen enkel punt groter zijn dan 0,05 mm totale klokuitslag (TIR) bij gebruik van kogel- of rollagers. Voor glijlagers, raadpleeg de instructies van de fabrikant van genoemde lagers. Indien de machine niet geheel gedemonteerd is, controleer dan de slingering ter plaatse van de mechanische asafdichting. De bovenstaande waarden zijn van toepassing bij omwentelingssnelheden variërend van 1000 tot 3600 TPM. Voor hogere of lagere waarden, raadpleeg Flowserve. Zie figuur 1. Figuur 1.
125
De axiale beweging van de as mag niet groter zijn dan 0,10 mm TIR bij hoekcontactlagers. Voor kantelbloklagers, zie de instructies van de fabrikant van genoemde lagers. Figuur 2 Zie figuur 2.
De radiale asbeweging moet worden gecontroleerd aan de hand van de specificaties van de fabrikant van de machine waarin de asafdichting wordt geinstalleerd. Over het algemeen geldt 0,05 - 0,10 mm TIR voor kogel- of rollagers. Voor glijlagers zijn deze waarden over het algemeen in de orde van 0,10 - 0,15 mm TIR. Figure 3 Zie figuur 3.
De haaksheid van het voorvlak van de sealkamer, waar tegen de asafdichting wordt vastgezet, ten opzichte van de middellijn van de as mag niet meer afwijken dan 0,025 mm per 25 mm asdiameter tot een maximum van 0,13mm TIR.
126
Opmerking: zorg ervoor dat de axiale beweging niet van invloed is op de metingen. Controleer of het voorvlak van de sealkamer onbeschadigd is, zodat de pakking of o-ring goed afdicht. Zie figuur 4. Figuur 4
De concentriciteit van de as ten opzichte van de sealkamer mag niet meer afwijken dan 0,025 mm per 25 mm asdiameter, tot een maximum van 0,13 mm TIR. Figuur 5 Zie figuur 5.
Verwijder alle scherpe hoeken van de as terplaatse van stappen, schroefdraad, verschralingen, spiebanen, etc., waarover o-ringen en dergelijke moeten worden geschoven en/of waartegen ze moeten afdichten.
127
6. Installatie mechanische asafdichting De juiste afstelling is belangrijk voor een succesvol functioneren van de asafdichting. Bij cartridgeafdichtingen wordt de afdichting inclusief flens en asbus samengebouwd zodat deze als geheel kan worden geïnstalleerd. Componentafdichtingen worden onderdeel voor onderdeel geinstalleerd. Hierbij zijn zorgvuldige metingen nodig om de plaats van de roterende- en stationaire onderdelen ten opzichte van elkaar goed te kunnen bepalen en te borgen. Zorg er bij het meten van de afstelling of bij het bevestigen van cartridgeafdichtingen altijd voor dat de as zich in dezelfde positie bevindt waarin deze is wanneer de machine in bedrijf is (met inbegrip van de gevolgen van thermische uitzetting of inkrimping van de as ten opzichte van het huis van de machine). Om de installatie te vereenvoudigen kunnen pakkingen en/of o-ringen licht ingevet worden. Het gebruikte smeermiddel mag de gebruikte materialen niet aantasten danwel reageren met het produkt wat afgedicht gaat worden. Over het algemeen is siliconenvet geschikt. Dit moet echter worden gecontroleerd voordat het vet wordt aangebracht. Let op: druk balgen niet te ver in, aangezien dit kan leiden tot verminderde veerspanning en lengte.
6.1 Installatie van cartridgeafdichtingen met afstelplaatjes. Zie figuur 6. 6.1.1 Controleer eerst de samenstellingstekening en de asafdichting alvorens te beginnen met de installatie. 6.1.2 Schuif de cartridgeafdichting over de as totdat de flens tegen de voorzijde van de sealkamer rust. 6.1.3 Zorg ervoor dat de diverse aansluitingen op de flens juist georienteerd zijn in relatie tot het aansluitende leidingwerk. 6.1.4 Draai bouten/moeren waarmee de flens wordt vastgezet gelijkmatig en
128
Figuur 6
6.1.5 6.1.6 6.1.7 6.1.8 6.1.9
6.1.10
overhoeks aan om te voorkomen dat deze scheef komt te zitten. Laat de borgschroeven waarmee de aandrijfring op de as wordt vastgezet, los staan. Voltooi de montage van de machine, inclusief druklager(s) indien van toepassing. Verifieer dat de afstelplaatjes correct geplaatst zijn en goed in de groef (groeven) in de asbus geplaatst zijn. Draai de borgschroeven in de aandrijfring aan tot het aanhaalmoment dat is vermeld op de samenstellingstekening. Schuif de afstelplaatjes van asbus vandaan en zet ze goed vast in ontkoppelde stand. Controleer de uitlijning van de machine ten opzichte van de aandrijfas volgens de instructies van de fabrikant van de koppeling en/of de aandrijf cq aangedreven machine. Wanneer de machine op bedrijfscondities is gebracht qua druk en temperatuur, moet de uitlijning tussen de machine en aandrijving nogmaals worden gecontroleerd. Indien nodig aanpassen.
6.2
Installatie van een cartridgeafdichting met centreerplaatjes. Zie figuur 7. 6.2.1 Controleer eerst de samenstellingstekening en samenstelling van de afdichting alvorens te beginnen met de installatie.
129
Figuur 7
6.2.2 Schuif de cartridgeafdichting over de as totdat de flens tegen de voorzijdevan de sealkamer rust. 6.2.3 Zorg ervoor dat de diverse aansluitingen op de flens juist georienteerd zijn in relatie tot het aansluitende leidingwerk. 6.2.4 Installeer de bouten/moeren van de flens, maar draai ze niet vast. De flens moet vrij kunnen bewegen in radiale richting. Laat ook de borgschroeven waarmee de aandrijfring op de as wordt vastgezet, los staan. 6.2.5 Voltooi de montage van de machine, inclusief druklager(s) indien van toepassing. 6.2.6 Verifieer dat de afstelplaatjes correct geplaatst zijn en goed in de groef (groeven) in de asbus geplaatst zijn. 6.2.7 Draai bouten/moeren waarmee de flens wordt vastgezet gelijkmatig en overhoeks aan, om te voorkomen dat deze scheef komt te zitten. 6.2.8 Draai de borgschroeven in de aandrijfring aan tot het aanhaalmoment dat is vermeld op de samenstellingstekening. 6.2.9 Verwijder centreerplaatjes en bewaar ze op een bekende plaats. 6.2.10 Controleer de uitlijning van de machine ten opzichte van de aandrijfas volgens de instructies van de fabrikant van de koppeling en/of de aandrijf cq aangedreven machine. 6.2.11 Wanneer de machine op bedrijfscondities is gebracht qua druk en temperatuur, moet de uitlijning tussen pomp en aandrijving nogmaals worden gecontroleerd. Indien nodig aanpassen.
130
Figure 8
6.3 6.3.1
6.3.2
6.3.3
6.3.4
Installatie van een componentafdichting. Zie figuur 8. Controleer eerst de samenstellingstekening en of alle onderdelen van de afdichting aanwezig zijn alvorens te beginnen met de installatie. Zorg ervoor dat alle vlakken waarop o-ringen en dergelijke moeten afdichten vrij zijn van vervuiling, krassen, of andere beschadigingen. Veeg, net voor het installeren de loopvlakken schoon met een schone niet pluizende tissue en een sneldrogend oplosmiddel dat geen resten achter laat. Het smeren van de afdichtingvlakken van de afdichting is niet aanbevolen, tenzij dit apart vermeld staat op de bijbehorende samenstellingtekening. Bouw de machine zover samen dat de sealkamer en as ten opzichte van elkaar op dezelfde plaats liggen als wanneer de machine in bedrijf is (inclusief druklagers indien van toepassing). Controleer de afstelling (‘S’ maat) van de afdichting, zoals weergegeven op de samenstellingtekening. Indien nodig moet de afstelling binnen de aangegeven tolerantie worden gebracht. Dit kan b.v. door het nabewerken van een borst in of op de asbus, het gebruik van vul ringen en dergelijke. Assembleer, indien van toepassing, de roterende en stationaire onderdelen of sub-assemblages van onderdelen van de afdichting van tevoren volgens de samenstellingtekening. Installeer eerst de roterende onderdelen in de juiste volgorde in de machine en borg deze op de op de samenstellingstekening aangegeven wijze.
131
6.3.5 6.3.6 6.3.7 6.3.8
6.3.9
6.4
Plaats vervolgens de flens met de daarin gemonteerde stationaire onderdelen. Zorg ervoor dat de diverse aansluitingen op de flens juist georiënteerd zijn in relatie tot het aansluitende leidingwerk. Draai bouten/moeren waarmee de flens wordt vastgezet gelijkmatig en overhoeks aan, om te voorkomen dat deze scheef komt te zitten. Voltooi de montage van de machine, inclusief druklagers indien van toepassing. Controleer de uitlijning van de machine ten opzichte van de aandrijfas volgens de instructies van de fabrikant van de koppeling en/of de aandrijf cq aangedreven machine. Wanneer de machine op bedrijfscondities is gebracht qua druk en temperatuur, moet de uitlijning tussen pomp en aandrijving nogmaals worden gecontroleerd. Indien nodig aanpassen. Installatie mechanische asafdichting met inwendig getrapte asbus (pompen met een overhagende waaier constructie [overhung pump]). Zie figuur 9. Figuur 9
6.4.1 Controleer eerst de samenstellingstekening en of alle onderdelen van de afdichting aanwezig zijn alvorens te beginnen met de installatie. Zorg ervoor alle vlakken waarop o-ringen en dergelijke moeten afdichten vrij zijn van vervuiling, krassen, of andere beschadigingen. Veeg, net voor
132
6.4.2
6.4.3
6.4.4
6.4.5
6.4.6 6.4.7
6.4.8
het installeren de loopvlakken schoon met een schone niet pluizende tissue en een sneldrogend oplosmiddel dat geen resten achter laat. Het smeren van de afdichtingvlakken van de afdichting is niet aanbevolen, tenzij dit apart vermeld staat op de bijbehorende samenstellingtekening. Bouw de machine zover samen dat de sealkamer en as ten opzichte van elkaar op de zelfde plaats liggen als wanneer de machine in bedrijf is (inclusief druklagers indien van toepassing). Controleer de afstelling (‘S’ maat) van de afdichting, zoals weergegeven op de samenstellingtekening. Indien nodig moet de afstelling binnen de aangegeven tolerantie worden gebracht. Dit kan b.v. door het nabewerken van een borst in of op de asbus, het gebruik van vulringen en dergelijke. Assembleer, indien van toepassing, de roterende en stationaire onderdelen of sub-assemblages van onderdelen van de afdichting van tevoren volgens de samenstellingtekening. Monteer de afdichtingsonderdelen in de juiste volgorde in de machine. Plaats de flens over de as tegen het lagerhuis. Schuif nu voorzichtig de asbus met de daarop gemonteerde componenten over de as waarbij de flens dient te worden opgetild op het moment dat de asbus daar in wordt geschoven. Indien van toepassing, installeer aandrijfsspie zoals aangegeven op de samenstellingstekening van de afdichting en/of de machine. Zorg ervoor dat de diverse aansluitingen op de flens juist georiënteerd zijn in relatie tot het aansluitende leidingwerk en breng voorzichtig het pompdeksel over de as/asafdichting waarbij wordt gezorgd dat de tapeinden in de daarvoor bestemde gaten in de afdichtingsflens komen. Zet het pompdeksel vast tegen het lagerhuis. Draai bouten/moeren waarmee de flens wordt vastgezet gelijkmatig en overhoeks aan, om te voorkomen dat deze scheef komt te zitten. Monteer de waaier(s) en zet de moer waarmee deze op de as wordt geborgd vast op het door de machine fabrikant opgegeven aanhaal moment. Controleer na het vastzetten of de asbus op de juiste plaats zit. Voltooi de montage van de machine, inclusief druklagers indien van toepassing.
133
6.4.9 Controleer de uitlijning van de machine ten opzichte van de aandrijfas volgens de instructies van de fabrikant van de koppeling en/of de aandrijf cq aangedreven machine. 6.4.10 Wanneer de machine op bedrijfscondities is gebracht qua druk en temperatuur, moet de uitlijning tussen pomp en aandrijving nogmaals worden gecontroleerd. Indien nodig aanpassen.
7. Instructies voor leidingen De instructies voor de leidingen worden vermeld op de samenstellingstekening van de mechanische asafdichting. Deze instructies moeten nauwkeurig worden opgevolgd om een correcte werking van de afdichting te kunnen garanderen. Voor hulpapparatuur: lees zorgvuldig de meegeleverde bedieningsvoorschriften. Beperk het aantal restricties, met name in een gesloten circuit. Tenzij anders aangegeven moet de binnen diameter voor leidingen, buizen en verbindingstukken minimaal 12,7 mm bedragen. De totale lengte van de leidingen en het aantal bochten moet tot een minimum beperkt blijven. Gebruik bochten met een grote radius; gebruik geen ellebogen, T-stukken, e.d. Indien een smoorplaatje wordt gebruikt dient deze zo ver mogelijk (doch minimaal 6 x de pijpdiameter) van de afdichting worden geïnstalleerd. Een uitzondering op deze regel dient te worden gemaakt voor smoorplaatjes die in de drainleiding worden aangebracht. Om verstopping van de opening te voorkomen, is het aan te raden om deze in de afdichtingsflens aan te brengen, zodat de gegenereerde warmte het gelekte product vloeibaar houdt Voor gesloten circuits: Leidingen moeten, tussen de aansluitpunten, ofwel continu omhoog of omlaag lopen, zodat er een goede circulatie, ontluchting en afvoer mogelijk is. Zorg ervoor dat er geen “dode hoeken” in het gesloten circuit, inclusief flens van de afdichting kunnen ontstaan waarin lucht en/of dampresten zich kan verzamelen.
134
Tenzij anders aangegeven, moeten reservoirs en/of koelers 40 tot 60 cm boven de in- of uitlaat van de afdichting (de hoogst gelegen van de twee) worden gemonteerd, om het thermosyphon-effect bij “stand by” te bevorderen. Afdichtingen voorzien van detectie van verhoogde lekkage: Detectie van verhoogde lekkage, welke vaak wordt gebruikt bij enkele of niet drukbelaste dubbele tandem afdichtingen, wordt meestal bereikt door bewaking van het vloeistofniveau of een druktoename in het reservoir. Bij een dergelijke opstelling moet de leiding voor de afvoer van de normale lekkage continu omlaag lopen naar het verzamelpunt (bv. afvoergoot). Zie de samenstellingstekening van de afdichting voor aanvullende eisen omtrent de leidingen, inclusief de juiste locatie van het smoorplaatje en instrumentatie.
8. Dynamisch testen van machines. Pompfabrikanten bepalen vaak de diverse curves van de pomp door te testen met water met geïnstalleerd mechanische asafdichting(en). Voor sommige ontwerpen en/of loopvlakmaterialen zijn speciale voorzorgsmaatregelen nodig om beschadiging van de loopvlakken tijdens deze tests te voorkomen. Bijvoorbeeld bij een afdichting welke is uitgerust met twee harde loopvlakken dient tenminste een van deze te worden vervangen door een materiaal dat geschikt is voor het afdichten van water. Over het alsgemeen zal dit een koolstof ring zijn welke na het testen weer vervangen dient te worden door het geselecteerde materiaal. Wanneer afdichtingen worden getest waarin pakkingringen zijn gebruikt welke van geextrudeerde grafiet vezel zijn gemaakt (grafoil) moeten de afdichtingen na de test zorgvuldig worden gedroogd om te voorkomen dat water dat door de pakkingen is geabsorbeerd, verdampt wanneer de pomp kort na de test op de (hoge) bedrijfstemperatuur wordt gebracht. Neem contact op met uw vertegenwoordiger van Flowserve voor meer informatie.
135
9. Aanbevelingen voor gebruik 9.1
9.2
9.3
9.4
9.5
9.6
136
De druk en temperatuur in de sealkamer of van de barriervloeistof mogen niet hoger zijn dan de maximale waarden waarvoor de asafdichting geschikt is. Ook het toerental van de as mag de maximale waarden niet overschrijden. Bij afdichtingen waarbij gebruik wordt gemaakt van externe koeling en/of injectie, moet deze in werking worden gesteld voordat de machine wordt opgestart. Bij enkele en/of tandem afdichtingen moet de druk in de sealkamer een voldoende positieve marge hebben t.o.v. de dampspanning van het afgedichte product, om te voorkomen dat het product tussen de loopvlakken van de afdichting verdampt. Bij dubbele, niet-drukbelaste (tandem-) afdichtingen moet de druk van de buffervloeistof op een lagere waarde worden gehouden dan de druk van de afdichtingskamer. De druk van de buffervloeistof is meestal gelijk aan de atmosferische druk of de druk van het fakkelsysteem, tenzij anders aangegeven. Bij dubbele drukbelaste afdichtingen moet de druk van de spervloeistof ten minste 2 bar (30 psi) boven de hoogste druk in de sealkamer worden ingesteld, tenzij anders aangegeven. Men dient er voor te zorgen dat de afdichting altijd onder druk staat voordat de machine onder druk wordt gebracht. Wanneer de machine uit bedrijf wordt genomen moet deze eerst volledig ingeblokt, drukvrij en ontlucht zijn, voordat het spersysteem drukvrij gemaakt kan worden. Wanneer tandem afdichtingen worden gebruikt om een niet vluchtig product af te dichten, dan zal lekkage van de primaire afdichting niet verdampen bij atmosferische druk, hetgeen resulteert in vervuiling van de buffervloeistof. Omdat ook het niveau in het reservoir zal stijgen, moet dit periodiek worden afgetapt tot het "veilige minimumniveau", zoals weergegeven op het reservoir of in de instructies, waarna het opnieuw dient te worden gevuld met verse buffervloeistof.
9.7
9.8
9.9
9.10
Flowserve kan informatie verstrekken m.b.t. de temperatuur en de benodigde circulatiehoeveelheden van de sper- of buffervloeistof op basis van type en grootte van de afdichting, producttemperatuur, kenmerken van de spervloeistof en het toerental van de as. Zorg ervoor dat de sper- of buffervloeistof schoon is en verenigbaar is met het product. Deze asafdichting is ontworpen op bestendigheid tegen corrosie door het/de product(en) welke zijn vermeld op de samenstellingstekening. Stel de materialen van de afdichting niet bloot aan andere producten dan welke zijn vermeld op de tekening. Op de samenstellingstekening zijn de constructiematerialen van de afdichting vermeld. Raadpleeg uw Flowserve vertegenwoordiger in geval van twijfel of wanneer u de afdichting gebruikt voor een andere toepassing dan waarvoor deze was bedoeld. Start de apparatuur niet droog op (tenzij de afdichting is ontworpen voor een gas). Open de afsluiters om de machine te vullen met productvloeistof. Ontlucht de machine, afdichtingskamer en eventueel systeem grondig alvorens de machine op te starten. Ontlucht ook de koelwaterzijde en leidingen van de koeler (indien van toepassing). De afdichtingskamer moet altijd vol zijn met procesvloeistof en onder druk staan in geval van enkele en tandem afdichtingen. Druksystemen van dubbele afdichtingen moeten te allen tijd zijn gevuld met op de juiste druk ingestelde spervloeistof als de machine in bedrijf is. Dubbele afdichtingen kunnen onder druk gezet worden door middel van een drukoverbrenger (transmitter) met een zuiger. Vul de transmitter niet volledig wanneer de machine in bedrijf wordt gesteld. Er moet altijd ruimte zijn voor de zuiger om een neerwaartse beweging te maken (naar de “vol”-positie) om te voorkomen dat de afdichtingen aan een te hoge druk worden blootgesteld. Wanneer de transmitter maximaal is gevuld, zal de zuiger op de bodem van de cilinder rusten waardoor een zogenaamd “ridged system” ontstaat. Warmte van de machine en warmte welke wordt gegenereerd door de loopvlakken, zal een temperatuurstijging van de barriervloeistof veroorzaken, waardoor deze uitzet. Bij niet in acht nemen
137
9.11
9.12
van de voorschriften kunnen drukken ontstaan die veel te hoog zijn voor de afdichting(en). Waarden tot 180 bar zijn geregistreerd. Indien voorgeschreven, moet droge stoom worden aangevoerd via de quenchaansluiting op de flens van de asafdichting. Gebruik een naaldventiel (of een andere restrictie) om de toevoer druk aan de quenchaansluiting af te stellen op 0,1 bar (1 tot 1,5 psi). Dit moet resulteren in een geringe hoeveelheid stoom welke tussen de asbus en flens van de afdichting tevoorschijn komt. Zorg ervoor dat alle condensaat uit de toevoerleiding wordt afgetapt, en open de stoomkoeling langzaam, voordat de machine pomp is voorverwarmd om een temperatuurschok te voorkomen. Start de machine op in overeenstemming met de normale bedieningsvoorschriften, tenzij uitdrukkelijk anders aangegeven door Flowserve. Als de machine niet goed functioneert (bv. afdichtingen en/of lagers lopen warm, cavitatie, sterke vibraties, etc.), schakel deze dan uit en probeer de oorzaak te achterhalen.
10. Uitschakelen, demontage De machine kan altijd worden uitgeschakeld vooropgesteld dat dit procestechnisch verantwoord is. Voordat de mechanische asafdichting kan worden verwijderd, moet de druk van de machine worden gehaald. Barrierdruk (indien van toepassing) dient pas te worden afgeblazen nadat de machine van druk is gehaald. Tijdens het verwijderen van de mechanische asafdichting kan product vrijkomen. De veiligheidsvoorschriften van de fabriek kunnen eisen bevatten ten aanzien van voorzorgsmaatregelen en beschermende kleding. Een verdere demontage van de mechanische asafdichting moet worden uitgevoerd in overeenstemming met de specificaties van de leverancier.
138
11. Systeemcontrole De controle van het systeem blijft beperkt tot het regelmatig controleren van de druk, de temperatuur, lekkages en het verbruik van barrier- (buffer-) vloeistof, indien van toepassing.
12. Reservedelen, reparaties Deze asafdichting is ontworpen voor een betrouwbare werking onder uiteenlopende bedrijfsomstandigheden. Reparaties zijn echter nodig wanneer de afdichting het einde van de normaal verwachte levensduur heeft bereikt of wanneer deze is gebruikt voor toepassingen waarvoor hij niet is ontworpen. Dit product is een precisieafdichting. Het ontwerp en de bewerkingstoleranties zijn van essentieel belang voor het functioneren van de afdichting. Alleen onderdelen welke zijn geleverd door Flowserve mogen worden gebruik om deze afdichting te repareren. Deze zijn verkrijgbaar via een van de vele vestigingen van Flowserve. Om reserveonderdelen te bestellen, heeft u de onderdeelcode, het bestelnummer of originele ordernummer nodig, dat u kunt vinden op de samenstellingstekening. Het wordt aanbevolen om een reserveafdichting in voorraad te houden om de uitvaltijd van de apparatuur zo beperkt mogelijk te houden. Flowserve is op geen enkele manier aansprakelijk en verleent geen enkele garantie voor schade als gevolg van het gebruik van niet-originele vervangende delen en toebehoren. Let op: voor alle onderdelen van de producten die door ons zijn vervaardigd gelden speciale fabricage- en leveringsspecificaties, en de door ons aangeboden vervangende onderdelen voldoen altijd aan de nieuwste technologieën en de meest recente voorschriften en wetten.
139
Flowserve-afdichtingen kunnen gewoonlijk worden gerepareerd. Wanneer reparatie nodig is, dan moet de afdichting voorzichtig uit de machine worden gedemonteerd (installeer de centreerplaatjes of afstelplaatjes indien nodig). Reinig de afdichting grondig en stuur deze naar een door Flowserve erkende reparatie werkplaats onder vermelding van de opdracht “Repareren of vervangen”. Een ondertekend reinigingscertificaat dient te zijn bijgevoegd. Een materiaalveiligheidsinformatieblad (MSDS) moet zijn ingesloten voor elk product waarmee de afdichting in contact is geweest. De afdichting wordt geïnspecteerd en, indien reparatie mogelijk is, wordt een prijsopgave gemaakt om deze weer in zijn originele staat terug te brengen. Na aanvaarding van de prijsopgave, worden de afdichting opnieuw geassembleerd, getest en teruggestuurd naar de verzender. De informatie en specificaties in deze productbrochure zijn zo accuraat mogelijk opgesteld, maar uitsluitend bedoeld ter informatie en mogen niet worden beschouwd als een officiële verklaring of als een garantie voor bevredigende resultaten. Niets in deze uitgave mag, expliciet of impliciet, worden geïnterpreteerd als een waarborg of garantie met betrekking tot het product. Hoewel Flowserve Corporation wel algemene toepassingsrichtlijnen kan geven, kan zij geen specifieke informatie leveren voor alle mogelijke toepassingen. De koper/gebruiker moet blijf aansprakelijkheid voor het maken van de juiste selectie, installatie, werking en het onderhoud van Flowserve producten. Omdat Flowserve Corporation haar producten constant verbetert en actualiseert, kunnen de specificaties, afmetingen en overige informatie in deze uitgave zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
140
141
Flow Solutions Division
MAJOR EUROPE, AFRICA & MIDDLE EAST CONTACTS AUSTRIA, Sieghartskirchen, (43) 2274-6991. BELGIUM, Antwerpen, (32) 3-5460450. DENMARK, Allerød, (45) 48 176500. FRANCE, Courtaboeuf, (33) 1-69592400, Martigues,(33) 4-42-130270. GERMANY, Dortmund, (49) 231-6964-0. ITALY, Cormano (Milano), (39) 02-61558.1, Sicily, (39) 0931-994-770. KINGDOM OF SAUDI ARABIA, Al Khobar, (966) 3-857-3150. THE NETHERLANDS, Roosendaal, (31) 165-581400. POLAND, Katowice, (48) 32-252-8944, Warszawa, (48) 22-844-7108. RUSSIA, Moscow, (7) 095-737 0184. SWEDEN, Göteborg, (46) 705 24 7181. SPAIN, Tarragona, (34) 977-544400. SWITZERLAND, Oensingen, (41) 62-3883088. UNITED ARAB EMIRATES (U.A.E.), Abu Dhabi, (971) 2-317141. UNITED KINGDOM, Manchester, (44) 161-8691200.
WORLDWIDE HEADQUARTERS UNITED STATES OF AMERICA 222 West Las, Colinas Blvd, Suite 1500 Irving, TX 75039 Dallas (1) 972-443-6500. FIS 144 EUR ORG 402 EUR
142
www.flowserve.com