Inhoud
Startpagina
Luchtverfrissers
060–1
Luchtverfrissers
Inleiding Vóór de Tweede Wereldoorlog stond „luchtverfrissing” gelijk met ventilatie. Of het nu komt omdat de lucht buitenshuis tegenwoordig ook niet altijd meer zo fris is of omdat men energiebewust de warmte binnenshuis wil houden, een feit is, dat de bestrijding van onaangename geuren in huis – anders dan door het openzetten van de ramen – de laatste 40 jaar een grote vlucht heeft genomen. In tweederde van de Nederlandse huishoudens is in één of andere vorm tenminste één luchtverfrisser aanwezig en nadert de omzet daarvan ƒ 20.000.000,– per jaar. In Nederland werden in 1987 17,6 miljoen luchtverfrisserspuitbussen geproduceerd en 3,7 miljoen stuks verbruikt. Van de gebruikers plaatst circa 80% een luchtverfrisser in het toilet. Van het snel slinkend aantal niet-gebruikers geeft bijna de helft daarvoor als motief: overbodige luxe. Werking van luchtverfrissers Er zijn drie principieel verschillende methoden om de impressie van een onaangenaam ruikende, benauwde atmosfeer weg te nemen. a. Adsorptie Het op fysische wijze wegnemen van onaangename geur kan verdeeld worden in adsorptie aan een vast oppervlak (actieve koolstof) en adsorptie aan – wellicht ook absorptie in – kleine druppeltjes vloeistof. Het werken met actieve koolstof is alleen zinvol in zeer kleine ruimten, zoals een koelkast, en zelfs dan nog alleen als men de bron van de onaangename geur niet onbeperkt open laat staan. Voor het verChemische feitelijkheden 1-80
Herdruk 1996
Inhoud
Startpagina
060–2
Luchtverfrissers
stuiven in kleine druppeltjes wordt als vloeistof vooral water gebruikt. Toevoeging van glycolen verhoogt het absorptief vermogen en vertraagt de verdamping. Water heeft ook het voordeel, dat het door de zintuigen als verfrissend wordt ervaren. b. Door een chemische reactie De bekendste methode om onaangename geuren chemisch te vernietigen is verbranding. Het plaatsen van een brandende kaars in een rokerige kamer en het ontsteken van een lucifer in het toilet zijn van oudsher bekende huismiddeltjes. Er zijn echter ook vele pogingen ondernomen om kwalijk ruikende stoffen te bestrijden met zeer reactieve stoffen. Eén van de eerste commerciële luchtverfrissers bevatte chlorofyl, dat weliswaar frisheid suggereert, maar waarvan de chemische werking zich beperkt tot koolzuurassimilatie, hetgeen uiteraard geen enkele invloed heeft op geuren. De patentliteratuur vermeldt enkele stoffen met zeer reactieve dubbele bindingen, zoals dihexylfumaraat, geranylcrotonaat, esters van methacrylzuur, glutaaraldehyde en formaldehyde. Dat werkelijk chemische reacties optreden met de onaangename geur veroorzakende stoffen is echter nimmer bevestigd en ook zeer onwaarschijnlijk. Deze stoffen worden namelijk vaak aangeboden in combinatie met parfums, maar het is niet duidelijk waarom de gepatenteerde stof voorkeur zou hebben voor een reactie met onaangename geuren boven die met aangename. Voor zover een vermindering van het geurniveau (gaschromatografisch) is vast te stellen, is dat meer het gevolg van fysische adsorptie aan de verstoven druppels. Bij gebruik van formaldehyde constateert men wel degelijk effect: men ruikt veel minder door verdoving van de reukzenuw, een uiteraard verwerpelijke methode van „luchtverfrissing”! c. Overdekking met parfum Overdekking met parfum is de meest gebruikte en ook een zeer effectieve luchtverfrissingsmethode. De onaangename geur wordt overdekt door of nog geraffineerder – aangevuld met een aangenaam ruikende parfumcompositie. De keuze van het parfum moet aangepast zijn aan de plaats van gebruik. In het toilet zal bijvoorChemische feitelijkheden 1-80
Herdruk 1996
Inhoud
Startpagina
Luchtverfrissers
060–3
beeld geen jasmijnachtig parfum worden gebruikt, omdat dit een faecalische geur ondersteunt in plaats van compenseert. Cologne- of citrusgeuren doen het op die plaats daarentegen zeer goed. De effectiefste methode is een combinatie van methode c. met a. of b. Een combinatie van fysische adsorptie met overdekking vindt men bij de geparfumeerde spray op waterbasis. Een voorbeeld van een combinatie van overdekking met een chemische reactie is de geurkaars, waarbij tijdens het branden parfum ontwijkt uit het hete gesmolten kaarsvet. Uitvoeringsvormen De in de markt aanwezige luchtverfrissers zijn te verdelen in twee groepen: – Continue luchtverfrissers. Deze luchtverfrissers zijn lange tijd ononderbroken in werking. – Periodieke luchtverfrissers. Hierbij geschiedt de verfrissing stootsgewijs. Continue luchtverfrissers De eenvoudigste vorm van een continue luchtverfrisser is een geparfumeerd kartonnetje, dat ergens wordt neergelegd of opgehangen. Het probleem is hierbij, dat een enigszins geavanceerd parfum uit tientallen, zo niet honderden, componenten bestaat, alle met een verschillende verdampingssnelheid. Aanvankelijk wordt een sterke geur afgegeven van vluchtige bestanddelen, maar na enige dagen is het geurniveau aanzienlijk teruggevallen. De geur verandert, omdat de minder vluchtige componenten gaan overheersen. Deze stoffen hopen zich op aan het oppervlak van het papier en blokkeren als het ware de geurafgifte. Al na korte tijd straalt een dergelijke luchtverfrisser geen geur meer af aan een wijde omgeving. Vlakbij ruikt men echter nog wel parfum, zodat de consument het kartonnetje laat hangen zonder dat het nog als luchtverfrisser functioneert. Er zijn vele moderne verschijningsvormen: – fraaigekleurde, glasheldere plastic voorwerpen, waarbij de kunststof sterk is geparfumeerd; Chemische feitelijkheden 1-80
Herdruk 1996
Inhoud
Startpagina
060–4 – –
Luchtverfrissers
met parfum gevulde dunwandige plastic flaconnetjes of kussentjes, waarbij de parfumafgifte door de wand plaatsvindt; glazen flacons met een parfumoplossing, die opgezogen wordt door een pit (van bijvoorbeeld papier, textiel of poreus polyurethaan of polyetheenschuim) en afgegeven aan een poreus groot verdampend oppervlak.
Bij al deze uitvoeringen doet zich echter het euvel voor dat het oppervlak verstopt raakt met langzaam of zelfs in het geheel niet meer verdampende stoffen. Slechts wanneer men genoegen zou nemen met de geur van één enkele stof of met een compositie van enkele geurgrondstoffen met precies gelijke dampspanning, is een constante geurafgifte met dit soort apparaatjes te verwezenlijken. Iets beter functioneren luchtverfrissers waarbij men een parfumoplossing heeft met een daarin ondergedompelde „wick”. Deze wick van sponsachtig materiaal wordt uitgetrokken en verspreidt dan geur. Weliswaar vindt ook hierbij afdestillatie plaats, maar door regelmatig indopen wordt tenminste het oppervlak regelmatig schoongespoeld. Een tweede methode om een geblokkeerd oppervlak te voorkomen is het als het ware laten verdwijnen van het dragermateriaal. Dit is het geval met de geur-gel. Bij fabricatie hiervan wordt het parfum geëmulgeerd in water. Door toevoeging van enkele procenten van een gelvormer, zoals alginaat, gelatine, pectine, agar-agar, karayagom, tragacenth of carragenaat, wordt een puddingachtige substantie verkregen. Door de verdamping van het water, waarbij de geurstof wordt meegesleurd, klinkt de massa in, tot uiteindelijk slechts een paar procent nauwelijks geurend poeder overblijft. Omdat het verdampend oppervlak steeds kleiner wordt, neemt ook de geursterkte asymptotisch af. Het commerciële voordeel van deze luchtverfrissers is echter dat men kan zien dat de luchtverfrisser op is. Het nadeel van continue luchtverfrissers is dat zij ook werken als er geen behoefte aan bestaat. Weliswaar zijn vele op een of andere manier afsluitbaar, maar over het algemeen zal de consument zo’n luchtverfrisser alleen (als hij eraan denkt!) gedurende de vakantie dichtzetten. Hierin schuilt dus een element van verspilling. Boven-
Chemische feitelijkheden 1-80
Herdruk 1996
Inhoud
Startpagina
Luchtverfrissers
060–5
dien is de continue luchtverfrisser, met zijn constante vrij lage geurniveau, niet geschikt voor het opvangen van piekbelasting. Periodieke luchtverfrissers Na het eten koken, na bezoek van vele – sigaretten – rokers, maar vooral ook in het toilet, bestaat de behoefte aan een apparaat, dat stootsgewijs een grote hoeveelheid verfrissend materiaal verspreidt. Het gebruik van spuitbussen voor dit doel heeft in de jaren zeventig in Nederland plotseling een grote vlucht genomen. Door de spuitbus specifiek te positioneren in het toilet, aldaar op te laten hangen en zelfs van een trekmechanisme te voorzien, steeg het gebruik spectaculair. Aanvankelijk bestond de inhoud van de bus meestal uit een alcoholische parfumoplossing met een drijfgas. Later zijn waterbasis-aërosolen ontstaan. Waterbasis-recepturen met butaan als drijfgas waren reeds lang bekend. Deze moesten echter voor het gebruik worden geschud. Voor een spuitbus die opgehangen moet worden, komt een schudreceptuur niet in aanmerking. Met de ontdekking van het drijfgas dimethylether, dat in tegenstelling tot butaan goed in water oplosbaar is, kwam de mogelijkheid van een toiletluchtverfrisser op waterbasis in zicht. Het probleem was nog slechts niet-uitzakkende parfum-in-wateremulsies te creëren. Verrassend goede resultaten werden verkregen met de zogenaamde pluronics. Met deze copolymeren van polyoxyetheen en polyoxypropeen bleek het mogelijk parfum glashelder in water op te lossen. De aantasting van de ozonlaag, waardoor de chloorfluorkoolwaterstoffen als drijfgas in een kwaad daglicht kwamen te staan, heeft de spuitbusverkoop onder druk gezet. De luchtverfrisseraërosols hebben daaronder ten onrechte geleden omdat ze allang geen chloorfluorkoolwaterstoffen meer bevatten. Inmiddels zocht men desondanks naar alternatieven voor de spuitbus. Deze zijn gevonden in de vorm van plastic verstuiverflacons. Daarbij moest teruggekeerd worden naar vooral alcohol als oplosmiddel voor het parfum: door toevoeging van veel water zou de viscositeit immers zo zeer toenemen dat de verstoven druppels te groot worden en niet volledig verdampt op de vloer terechtkomen.
Chemische feitelijkheden 1-80
Herdruk 1996
Inhoud
Startpagina
060–6
Luchtverfrissers
Combinaties Volledigheidshalve noemen wij nog twee produkten, waarbij continue en periodieke luchtverfrissers zijn gecombineerd. Er bestaan parfumstaafjes, die in de stofzuiger moeten worden opgezogen. In de stofzak geven zij continu geur af. Men bespeurt daar echter alleen wat van gedurende de tijd van het stofzuigen. De lucht, die daarbij wordt verspreid en door vele huisvrouwen als muf wordt ervaren, wordt aangenaam overdekt. Een andere combinatie, die wij enige tijd op de Nederlandse markt hebben aangetroffen, is een spuitbus, waarbij rondom het ventiel een schuimplastic kraag was gemonteerd. Bij het in werking stellen wordt de spuitnevel in de lucht verstoven, maar gedeeltelijk ook in het schuim opgenomen om van daaruit nog lange tijd voor een continu, zij het lager, geurniveau te zorgen. Wet, milieu, toxicologie Voor luchtverfrissers bestaan noch in Nederland noch elders in de wereld specifieke wettelijke bepalingen. In de EG is echter in juni 1988 een richtlijn van kracht geworden, die de etikettering regelt van gevaarlijke preparaten in het algemeen. Binnen 36 maanden dient deze richtlijn in de wetgeving van de lidstaten te zijn geïntegreerd. Op dat moment zullen alle huishoudelijke produkten, dus ook de luchtverfrissers, toxicologisch aan de wet moeten worden getoetst. Voor zover bekend bevat geen enkele Nederlandse luchtverfrisser stoffen, die in deze wet als schadelijk voor de gezondheid worden aangemerkt. Uit de praktijk zijn dan ook geen toxicologische problemen met luchtverfrissers bekend. Incidentele persoonlijke overgevoeligheid voor bepaalde (parfum)bestanddelen zijn echter niet uit te sluiten. Luchtverfrissers in spuitbussen nemen een bijzondere plaats in. Zij vallen al sinds 1978 onder het Aerosolenbesluit Warenwet. Daarin wordt echter alleen de veiligheid van spuitbussen als verpakkingsvorm geregeld. Wat het drijfgas betreft, bestaat in Nederland dan nog het Chloorfluormethaanbesluit, waarin waarschuwende etikettering wordt vereist, indien het produkt dit drijfgas bevat. Op Nederlandse luchtChemische feitelijkheden 1-80
Herdruk 1996
Inhoud
Startpagina
Luchtverfrissers
060–7
verfrissers zal men deze tekst niet aantreffen, aangezien daarin slechts propaan, butaan en dimethylether worden verwerkt. Aan deze drijfgassen zijn geen toxicologische en slechts uiterst geringe milieutechnische bezwaren verbonden. Prognose De luchtverfrisser is niet meer uit de Nederlandse huishouding weg te denken. Toch zal men rekening moeten houden met de steeds kritischer instelling van de consument. De luchtverfrisser zal zich op den duur alleen kunnen handhaven op plaatsen waar hij echt nodig is (hoofdzakelijk op het toilet) en als hij werkelijk goed functioneert. Daarom zal de continue luchtverfrisser, hoewel zich voorlopig nog handhavend door doorlopend nieuwe vormgeving, het op den duur verliezen van de periodieke luchtverfrisser. Alleen bij de laatste immers kan de verbruiker een door hemzelf te bepalen hoeveelheid verstuiven op het moment, dat hij het zelf nodig vindt. Literatuur Over luchtverfrissers is weinig algemeen toegankelijke literatuur. Marketinggegevens, die door speciale bureaus zijn verzameld, zijn eigendom van de opdrachtgevers. Openbaar zijn de produktie- en verkoopstatistieken van de Nederlandse Aerosol Vereniging. Voor chemisch-technische gegevens over luchtverfrissers kan uitsluitend worden verwezen naar de patentliteratuur. augustus 1988 Ir. G. P. Wijker Amersfoort
Chemische feitelijkheden 1-80
Herdruk 1996