J. van Bodegom en Zn. B.V. CO2-Prestatieladder v2.2 EnergieManagement Actieplan
Datum uitgifte: 24-09-2015 Blad 1 van 12 bladen
ENERGIE MANAGEMENT ACTIEPLAN CONFORM 3.B.2 OP BASIS VAN DE INTERNATIONALE NORM ISO 50001 – 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 EN 4.6.4
J. van Bodegom & Zn. B.V.
Auteur(s): O. van Rijswijk, CO2-functionaris, J. van Bodegom & Zn. B.V. M. de Lange, extern adviseur, Nedcon Organisatieadvies B.V.
Doc.code: Versie: Datum: Status:
EnMP 3.0 24-09-2015 Definitief
Handboek CO2-prestatieladder, niveau 3, versie nr. 3.0
1
J. van Bodegom en Zn. B.V. CO2-Prestatieladder v2.2 EnergieManagement Actieplan
Datum uitgifte: 24-09-2015 Blad 2 van 12 bladen
INHOUDSOPGAVE 1. 2. 3.
4.
5. 6. 7.
Inleiding Normatieve verwijzingen Reductiedoelstellingen t.o.v. basisjaar 3.1 Algemeen 3.2 Reductiedoelstelling per jaar per scope (zie 3.B.1 / pag. 93 SKAO) 3.3 Doelstellingen gerealiseerd 3.4 Afwijkingen, correcties, preventieve en/of corrigerende maatregelen Plan van aanpak 4.1 Maatregelen scope 1 4.2 Maatregelen scope 2 Monitoring en meting 5.1 Energie prestatie-indicatoren (EnPI’s) Periodieke opvolging / voortdurende verbetering Actieplan: verantwoordelijkheden, taakstellingen en budget 7.1 Verantwoordelijkheden 7.2 Actieplan
Handboek CO2-prestatieladder, niveau 3, versie nr. 3.0
3 4 4 4 4 5 5 5 5 6 6 7 7 8 8 8
2
J. van Bodegom en Zn. B.V. CO2-Prestatieladder v2.2 EnergieManagement Actieplan
1.
Datum uitgifte: 24-09-2015 Blad 3 van 12 bladen
INLEIDING
In onze eerdere emissiereductieverklaring hebben wij de doelstelling uitgesproken om onze CO 2-uitstoot te reduceren met 4% per 5 jaar ten opzichte van de genormaliseerde CO2-uitstoot in het basisjaar 2011 op basis van het aantal werknemers (FTE’s). Om die doelstelling te bereiken hebben wij onderzoek gedaan naar de verschillende reductiemogelijkheden. Hiervoor hebben wij onze eigen medewerkers om advies gevraagd en hebben wij gebruik gemaakt van de besparingsmaatregelen die andere bedrijven in de sector hebben genomen. Bij hoofdstuk 3 (3.3) komen we hier op terug aangaande de behaalde doelstellingen. De geselecteerde maatregelen zijn samen met de doelstellingen vastgelegd in dit Energie Management Actieplan. Dit plan heeft betrekking op het jaar 2014. Het actieplan is opgesteld conform NEN-ISO 50001 en wordt middels de ondertekening van deze inleiding onderschreven door de directie. Al onze projecten zijn min of meer vergelijkbaar. Derhalve hebben wij een vaste set maatregelen gedefinieerd die in principe voor alle projecten geldt. Mochten er projecten zijn waarbij weinig van de bedrijfsmaatregelen toepasbaar zijn, dan zullen wij nagaan of er wellicht andere maatregelen mogelijk zijn in dat specifieke project, en/of het geheel van bedrijfsmaatregelen wel voldoende compleet is. Het plan is gecommuniceerd (intern en extern) en voor zover mogelijk geïmplementeerd voor ons bedrijf en de projecten waarop CO₂-gerelateerd gunningvoordeel verkregen is. Voor zover implementatie van een bepaalde maatregel nog niet is gerealiseerd is hiervoor een streefdatum in het actieplan vastgelegd. Het plan wordt jaarlijks (of zo vaak als nodig) bijgesteld en goedgekeurd door de directie. John van Bodegom, directeur Voor akkoord, Wieringerwerf, 24 september 2015
Handboek CO2-prestatieladder, niveau 3, versie nr. 3.0
3
J. van Bodegom en Zn. B.V. CO2-Prestatieladder v2.2 EnergieManagement Actieplan
2.
Datum uitgifte: 24-09-2015 Blad 4 van 12 bladen
NORMATIEVE VERWIJZINGEN
Dit Energie Management Actieplan is opgebouwd conform de paragrafen 4.4.3, 4.4.4, 4.4.5, 4.4.6, 4.6.1 en 4.6.4 van de norm NEN-ISO 50001. De internationale erkende norm ISO 50001 bestaat uit eisen met gebruiksrichtlijnen voor energie- managementsystemen. In de onderstaande tabel is per paragraaf een verwijzing opgenomen naar het hoofdstuk in dit rapport waar het betreffende punt uit de ISO 50001 norm wordt behandeld. ISO 50001
Onderwerp
Hoofdstuk
§ 4.4.3
Uitvoeren van een energie audit
6
§ 4.4.4
Uitgangswaarden voor energieverbruik / Referentiejaar
3
§ 4.4.5
Energie Prestatie Indicatoren
5
§ 4.4.6
Doelstellingen, Taakstellingen, Actieplan
8
§ 4.6.1
Monitoring, meten en analyseren
5
§ 4.6.4
Afwijkingen, correcties, corrigerende en preventieve maatregelen
3
3.
REDUCTIEDOELSTELLINGEN T.O.V. BASISJAAR
3.1
ALGEMEEN
De meest materiële emissies zijn bepaald in de CO2-footprint van J. van Bodegom & Zn. B.V.. Jaarlijks zal in het energieauditverslag worden nagegaan of de emissie inventaris (onderdeel van de CO2-footprint rapportage) actueel is en zal er vorm worden gegeven aan onze reductiedoelstellingen. De algemene bedrijfsdoelstelling is een reductie van 4% in 2016 ten opzichte van de uitstoot in het basisjaar 2011. Dit energie management actieplan beschrijft welke maatregelen wij gaan nemen om deze reductiedoelstelling te kunnen behalen.
3.2
REDUCTIEDOELSTELLING PER JAAR PER SCOPE
(zie 3.B.1 / pag. 93 SKAO) Om uiteindelijk aan de algemene bedrijfsdoelstelling te kunnen voldoen zullen we per jaar en per scope een reductiedoelstelling formuleren. De reductiedoelstelling voor scope 1 is 0,8% per jaar. Deze reductiedoelstelling heeft betrekking op de meest materiële emissies: Dieselverbruik. De reductiedoelstelling voor scope 2 is 0,8% per jaar. Deze reductiedoelstelling heeft betrekking op de meest materiële emissies: Elektriciteitsverbruik.
Scope 1 Scope 2
2014
2015
2016
2017
729,3 13,6
723,5 13,5
717,7 13,4
712,0 13,3
Handboek CO2-prestatieladder, niveau 3, versie nr. 3.0
4
J. van Bodegom en Zn. B.V. CO2-Prestatieladder v2.2 EnergieManagement Actieplan
3.3
Datum uitgifte: 24-09-2015 Blad 5 van 12 bladen
DOELSTELLINGEN GEREALISEERD
Ja, als we kijken naar de uitstoot in het afgelopen jaar t.o.v. het basisjaar. De afgelopen jaren is er echter veel fluctuatie geweest in de uitstoot. Dit komt door veranderende en verschuivende activiteiten waarbij het tanken wel of niet binnen de eigen energiestromen (scope-1 en scope-2) viel. Onze reductiedoelstellingen zijn in basis genomen vanaf het basisjaar 2011 met 4% over 5 jaar gebaseerd op ton CO2 per FTE. Het aantal FTE’s bij Van Bodegom zijn nagenoeg niet veranderd maar de omzet is door de extra werkzaamheden wel gestegen in de afgelopen jaren, maar het laatste jaar ook weer flink verminderd. De reductiedoelstelling gebaseerd op ton CO2 per FTE loopt hierdoor niet altijd in de pas en geeft soms een scheef en een vertekend beeld. Er was eerder al gekozen om het schema, 9.1 historische gegevens footprint, aan te passen door omzet percentage t.o.v. het basisjaar toe te voegen. Dit zal toekomstig naast het aantal draaiuren een prominentere plek krijgen binnen ons systeem van de prestatieladder. In de Directiebeoordeling is de signalering, de toelichting en de maatregel uiteengezet hoe wij onze doelstelling gaan aanpassen in de toekomst om een goede normalisatiefactor te gebruiken. Bij een gelijkblijvende aantal FTE’s en een forse omzetstijging door verschuiving van werkzaamheden, geeft een normalisatie op het aantal FTE’s geen goede basis in de verdere toekomst. Echter is de normalisatie op dit moment nog niet aangepast, er zijn alleen andere vergelijkingszaken aan toegevoegd.
3.4
AFWIJKINGEN, CORRECTIES, PREVENTIEVE EN/OF CORRIGERENDE MAATREGELEN
Zie 3.3. en de directiebeoordeling.
4.
PLAN VAN AANPAK
4.1
MAATREGELEN SCOPE 1
Om te kunnen voldoen aan de reductiedoelstelling voor 2014 zullen we verschillende maatregelen gaan nemen. 1. Duurzamer machinepark Deze maatregel heeft betrekking op het reduceren van dieselverbruik. Wij willen met het ‘groener’ maken van ons inkoopbeleid een CO2-reductie bewerkstelligen door bij de inkoop actief te letten op de verbruiksgegevens bij zowel de machines als de bedrijfswagens. Wij verwachten met deze maatregelen een CO2-besparing te halen van 0,4% in de komende jaar. De maatregel kost hoogstens extra manuren om verschillende leveranciers en machines qua verbruik te vergelijken. Naast duurzamere machines wordt ook nieuwe brandstof toevoeging afgetast om zuiniger te gaan opereren. Dit is in samenwerking met de brandstofleverancier opgezet (Eco2Fuel). We verwijzen hieromtrent naar het document van het Sector- en Keteninitiatief. Tevens is de organisatie ad blue gaan gebruiken. 2. Gedrag op de projecten Deze maatregel heeft betrekking op het reduceren van dieselverbruik. De maatregel betreft het realiseren van een gedragsverandering onder het personeel op de projecten. Voor deze maatregel is gekozen omdat een ieder binnen J. van Bodegom & Zn. B.V. zijn aandeel moet leveren in CO2besparing. Wij verwachten met deze maatregel een CO2-besparing te behalen van ca. 0,4%. Deze maatregel zal manuren kosten om een gedragsverandering voor elkaar te krijgen bij de verschillende betrokkenen. 3. Gedrag in de werkplaats De maatregel heeft betrekking op het reduceren van dieselverbruik en het gas- en elektriciteitsverbruik. De maatregel betreft het realiseren van een gedragsverandering onder het personeel in de werkplaats. Voor deze maatregel is gekozen omdat een ieder binnen J. van Bodegom & Zn. B.V. (in dit geval de werkplaatsmedewekers) zijn aandeel moet leveren in CO2-besparing. Wij verwachten met deze maatregel een CO2-besparing te behalen van ca. 0,4%. Deze maatregel zal manuren kosten om een gedragsverandering voor elkaar te krijgen bij werkplaatsmedewerkers.
Handboek CO2-prestatieladder, niveau 3, versie nr. 3.0
5
J. van Bodegom en Zn. B.V. CO2-Prestatieladder v2.2 EnergieManagement Actieplan
Datum uitgifte: 24-09-2015 Blad 6 van 12 bladen
4. Nieuwe rijden / nieuwe draaien voor het materieel De emissiestroom waarop deze maatregel betrekking heeft is brandstofverbruik van het materieel. Voor deze maatregel is gekozen omdat wij denken hiermee aanzienlijk te kunnen besparen. Het nieuwe rijden/draaien kan (volgens opgave) een besparing opleveren van ca. 2%. Reëel zal dit lager liggen. Banden dienen wel op spanning te worden gehouden. Een cursus nieuwe rijden/draaien kost tussen de € 80,= en € 120,= per persoon. Zie ook 3.3!
4.2
MAATREGELEN SCOPE 2
Groene stroom Deze maatregel heeft betrekking op het reduceren van het elektriciteitsverbruik. Voor deze maatregel is gekozen omdat wij denken hiermee aanzienlijk te kunnen besparen. De CO 2-besparing die windenergie oplevert ten opzichte van grijze elektriciteit is 97%. Er mag namelijk een conversiefactor van 15 g CO2 / kWh gebruikt worden i.p.v. 455 g CO2 / kWh. Let er wel op dat deze maatregel geen energiebesparing oplevert, maar wel een CO2-besparing. De werkplaats zal worden ingericht met LED-verlichting. Dit zal een besparing van elektra opleveren; naar verwachting 1%. In de nieuwe loods is een nieuwe lichtstraat in gebruik genomen. Tevens zullen er volgens planning de komende tijd zonnepanelen worden aangebracht op de bedrijfsruimte. Verder is er in de kantoor/kantine ruimte al led-verlichting aangebracht en bewegingssensoren. Zie ook 3.3!
5.
MONITORING EN METING
Elke besparingsmaatregel die wij nemen wordt gemonitord. Hiervoor is een meet- en monitoringssysteem ingericht (zie procedure A.2 van het handboek ‘Managementsysteem voor CO2-bewust handelen’). De monitoring en meting van de CO2-reductiemaatregelen zal periodiek plaatsvinden. Als een maatregel in de praktijk tegenvalt, kunnen wij beslissen om te stoppen met de maatregel en/of de monitoring. We gaan om de CO2-reductie beter te kunnen monitoren een nieuwe rekenmethode gebruiken. We hebben het jaarlijkse verbruik van de brandstoffen (Diesel) berekend met het aantal draaiuren van de tractoren. In het verleden was het zo dat voor de voertuigen (auto’s) (de oude witte) diesel werd verbruikt, echter gebruiken deze nu ook dezelfde diesel als de (oude rode) diesel. Aangezien wij uit een voorraad tank tanken is het verschil tussen voertuigen die per draaiuur werken of per km lastiger te meten. We hebben het totaal van de gereden km opgeteld en voor elke 100 km, berekenen we 1 draaiuur als een landbouwvoertuig. Het aantal uren wat hier uit komt tellen we op bij de draaiuren van de machines. Het aantal verbruikte liters delen we dan door deze totaal telling, hierdoor is het verbruik en verschil in uitstoot meetbaar en vergelijkbaar per jaar. Als we altijd deze rekenmethode gebruiken komen we het beste tot een reëel meetbaar en vergelijkbaar getal. Zo komen we nu op de volgende berekeningen uit. Zie het excel-overzicht. Weersomstandigheden kunnen per jaar sterk wisselen en hebben direct invloed op het verbruik, een ‘nat’ jaar zal bijvoorbeeld meer brandstof vragen. Ook het soort projecten/werkzaamheden heeft invloed. Als er meer machinaal gedaan kan worden ipv handwerk heeft dit ook zijn effect. Het aantal fte’s kan gelijk blijven maar als er meer mensen een machine moeten bedienen omdat het werk dit vraagt gaat het verbruik omhoog. Aan de hand van het in kaart brengen van de draaiuren van de trekkers/kranen en km’s van de auto’s/bussen is het verbruik inzichtelijker.
Handboek CO2-prestatieladder, niveau 3, versie nr. 3.0
6
J. van Bodegom en Zn. B.V. CO2-Prestatieladder v2.2 EnergieManagement Actieplan
5.1
Datum uitgifte: 24-09-2015 Blad 7 van 12 bladen
ENERGIE PRESTATIE-INDICATOREN (ENPI’S)
Om daadwerkelijk sturing op het energieverbruik mogelijk te maken hebben wij een aantal Energie prestatieindicatoren (EnPI’s) geformuleerd. EnPI’s kunnen bestaan uit een parameter (absoluut energiegebruik), energiegebruik per eenheid (bijvoorbeeld werkdag, weekenddag, fabricatieduur, product, ploeg) of een multivariabel model.
ENERGIE PRESTATIE-INDICATOREN (ENPI’S) Onderwerp
Registratie
Waterverbruik Watermeter Gasverbruik Gasmeter Elektriciteitsverbruik Elektrameter Brandstofverbruik Leverancier Aantoonbaar door middel van energienota’s.
6.
Intervalperiode Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks Jaarlijks
Toegestaan verbruik in periode Historisch Historisch Historisch Historisch
Toelaatbare afwijking (%) N.v.t. 500m3 5.000kWh 50.000 liter
PERIODIEKE OPVOLGING / VOORTDURENDE VERBETERING
Het formuleren van doelstellingen, selecteren van besparingsmaatregelen is geen eenmalige actie. Om ervoor te zorgen dat het beleid ook daadwerkelijk onderdeel wordt van de dagelijkse bedrijfsvoering moeten deze activiteiten continu plaatsvinden. Zo zullen wij gedurende het jaar de reductiemaatregelen uitvoeren, verbruik registreren, communiceren en processen in de organisatie periodiek bijwerken en evalueren. Door het doorlopen van de Plan-Do-Check-Act stuurcyclus zorgen wij ervoor dat wij werken aan voortdurende verbetering van onze CO2 prestaties.
Minimaal eenmaal per jaar buigt, onder verantwoordelijkheid van de directie, de organisatie zich over het functioneren van het energie management systeem. De directiebeoordeling vormt samen met het energie audit verslag mede de input tot voortdurend verbeteren.
Handboek CO2-prestatieladder, niveau 3, versie nr. 3.0
7
J. van Bodegom en Zn. B.V. CO2-Prestatieladder v2.2 EnergieManagement Actieplan
Datum uitgifte: 24-09-2015 Blad 8 van 12 bladen
7.
ACTIEPLAN: VERANTWOORDELIJKHEDEN, TAAKSTELLINGEN EN BUDGET
7.1
VERANTWOORDELIJKHEDEN
Binnen J. van Bodegom & Zn. B.V. is de directie eindverantwoordelijk voor het uitvoeren van het Energie Management Actieplan binnen het energie-managementsysteem. De proceseigenaar is de COF. Dat geldt zowel voor de projecten als voor binnen de organisatie.
7.2
ACTIEPLAN
Nr.
Datum invoer
Actie / Doelstelling (SMART formuleren)
Mogelijke CO2reductie of energiebesparing (%) 2.D.2
Benodigde middelen en budget
1.
Vanaf 2012
Deelname Stichting SKAO
2.
vanaf 2013
Verbruiksgegevens als voorwaarde bij inkoop
1.B.1,3.C.2
Inkoopvoorwaarden aanpassen (staan op internet)
3.
vanaf 2013
Aanschaf bedrijfwagens / mobiel materieel met lage emissie
1.B.1
4.
vanaf 2013
Overstappen op groene stroom
2.B.2 -1% footprint
5.
vanaf 2013
Personeel informeren en betrekken
2.B.3, 3.C.1 - 1% reductie
6.
vanaf 2014
Deelname aan initiatief van Cumula
3.D.1 - 1% reductie
7.
vanaf 2014
Aanpassing energiereductieverklaring
8.
Vanaf 2013
belanghebbenden informeren
9.
vanaf 2013
plaatsten zonnepanelen (bij nieuwbouw)
Handboek CO2-prestatieladder, niveau 3, versie nr. 3.0
Geregeld.
Verantwoordelijke en eventueel betrokken belanghebbenden Directie / COF
Streefdatum
Directie, leverancier
Juli 2015
Jaarlijks continuerend
Status Gerealiseerd Gecommuniceerd Gedocumenteerd
Datum
Op Website
Jaarlijks continuerend bij vervanging Directie, Leverancier Eneco
2015 / 2016
2 man-uren, per halfjaar handboek med. statio-nair draaien minder Budget afhankelijk van besparingsmogelijkheid,
Directie / COF
Continuerend via toolboxen
Directie,
medio 2015
Regulier adm.
COF, directie
Nov. 2014
3.C.1
Website updaten
COF, directie
Continuerend
2.B.2 - 100% op elec. verbruik
€ 20.000 excl. BTW
Directie, Leverancier
2015 - 2016
Gebeurd
8