En de kleur is rood
Eerste druk, 2013 © 2013 Ingrid Hamming-Drost Corrector: Tekstissimo te Zwolle Fotograaf: Rob Rotgers Fotografie te Drachten isbn: nur:
9789048430710 332
Uitgever: Free Musketeers, Zoetermeer www.freemusketeers.nl
Hoewel aan de totstandkoming van deze uitgave de uiterste zorg is besteed, aanvaarden de auteur en uitgever geen aansprakelijkheid voor eventuele fouten en onvolkomenheden, noch voor de directe of indirecte gevolgen hiervan. Niets uit deze uitgave mag zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever worden openbaar gemaakt of verveelvoudigd, waaronder begrepen het reproduceren door middel van druk, offset, fotokopie of microfilm of in enige digitale, elektronische, optische of andere vorm of (en dit geldt zonodig in aanvulling op het auteursrecht) het reproduceren (I) ten behoeve van een onderneming, organisatie of instelling of (II) voor eigen oefening, studie of gebruik welk(e) niet strikt privé van aard is.
INGRID HAMMING-DROST
EN DE KLEUR IS
ROOD
Met speciale dank aan mijn dierbare ouders, mijn bijzondere zus en mijn liefhebbende echtgenoot.
– Als je stil blijft staan kom je nooit een stap vooruit –
1
De eerste huiveringwekkende gebeurtenis vond plaats op een zaterdagavond, midden in juli. Het was een paar dagen snikheet geweest, maar zoals voorspeld was, was het weer drastisch omgeslagen. De koele regen kletterde nu tegen de ramen, maar in huis was de hittegolf was nog duidelijk voelbaar. Sofie van Duinen voelde zich door het slechte weer ongemakkelijk. De donder deed het huis trillen en zo nu en dan lichtte de hemel op door felle bliksemschichten. Sofie was al zo lang ze zich kon herinneren bang geweest voor onweer. Toen ze nog een klein meisje was hadden haar ouders haar altijd uit bed gehaald als het hevig onweerde. Dan zaten haar ouders met jassen aan en waardevolle papieren in hun hand in de huiskamer te wachten tot de bui was overgetrokken. Ze wist zich als de dag van gisteren nog te herinneren hoe die ene nacht de bliksem insloeg en er vuur uit de stopcontacten schoot. Het huis van haar ouders was niet meer te redden geweest, ze hadden midden in de nacht toegekeken hoe het vuur al hun bezit verslond en alles verteerde. Sofie had er altijd een angst aan overgehouden, maar was door de goede bliksembeveiligingen op hun huis niet meer zo panisch als vroeger. Ze had de radio iets harder gezet zodat het lawaai van de donder minder goed hoorbaar was en ze had de luxaflex in de keuken dichtgedraaid. Toch waren de bliksemschichten helaas nog steeds goed zichtbaar. Sofie zette de vaat in de afwasmachine en probeerde te doen alsof het onweer er gewoon niet was. Waarom moest Marlon uitgerekend nu weer zo laat werken, dacht ze. Hij wist hoe bang ze voor dit weer was. Sofie had een hekel aan elke huishoudelijke klus; haar duur gemanicuurde handen werden er lelijk van, maar nu leek de afleiding meer dan welkom. Marlon zei wel eens dat ze een verwend nest was. Misschien had hij wel gelijk, maar dat zou ze nooit toegeven. 7
Met tegenzin zette ze het laatste bord in de vaatwasser en viste ze een vaatwastablet uit het aanrechtkastje. Ze drukte op de knop om de machine aan te zetten. Een harde knal deed haar beven. Ze bleef even verstijfd staan; wat was dat in vredesnaam? Dat was geen donderslag, dat wist ze zeker. Bijna automatisch keek ze omhoog naar het secuur gestuukte plafond; het geluid was van boven gekomen. Ze wierp een blik op Cairo, die rustig zijn logge kop ophief. Sofie wist dat Cairo nergens van aansloeg. Als er een inbreker voor zijn neus zou staan, zou hij hoogstens nieuwsgierig aan hem gaan snuffelen. Ze wierp de vaatdoek op het aanrecht en liep behoedzaam naar de trap. Met een lichte aarzeling greep ze de trapleuning vast en probeerde te bedenken wat die knal veroorzaakt zou kunnen hebben. Sofie keek naar boven en spitste haar oren. Afgezien van de regen was het muisstil. Er deugde iets niet; ze voelde het. Met een geforceerde zelfverzekerdheid liep ze de brede trap op naar boven. Door de vide kwam het licht van een bliksemschicht binnen en Sofia kromp ineen. ‘Wat een klote avond’, dacht Sofie. De trap kwam uit op de overloop met aan weerszijden diverse kamers. Aan het eind van de gang stond een kamerdeur op een kier en een lichtbundel scheen over de overloop. Sofie boog zich naar voren, maar ze zag niets ongebruikelijks. Weer kwam er een felle flits, direct gevolgd door een harde donderslag. Ze rilde. Zachtjes liep ze op haar pantykousjes richting de geopende kamer. Er klopte iets helemaal niet. Weer een knal, gevolgd door een flits. Er zat amper een seconde tussen, de bui hing recht boven haar huis. Met een ferme beweging duwde ze de slaapkamerdeur verder open. De deur sloeg hard tegen de muur erachter. Met ingehouden adem zag ze Jorne door de knieën op de grond zakken. Hij hief zijn handen omhoog, beide vuurrood, alsof ze helemaal onder het bloed zaten.
8
2
Katie van der Laan droeg alleen een string en stond achter de coulissen. Ze gluurde ingespannen door een kier van het donkerrode gordijn naar de donkere zaal, in de hoop iets bekends te zien, maar door de felle lampen die op het podium schenen kon ze de mensen in de zaal niet goed onderscheiden. Angelica, zo liet ze zich noemen, danste voor mannen. Niet de gedachte dat ze over tien minuten de bühne op zou moeten, maar de gedachte aan wie er in het publiek zouden zitten maakte haar nerveus. Zou hij er ook zijn? ‘Boe,’ klonk het plotseling zacht achter haar en ze voelde een paar warme handen op haar blote heupen rusten. Katies hart sloeg een keer over en geschrokken keek ze om. ‘Ben je op zoek naar je vriendje?’ fluisterde haar vriendin Saskia. Katie keek verschrikt om zich heen om te zien of iemand Saskia gehoord had. Het was streng verboden om een relatie met een klant aan te gaan, dat zou haar haar baan zelfs kunnen kosten. Maar ook al wist ze wat de gevolgen konden zijn, toch had ze haar hart aan een klant verloren. ‘Nee, er is hier niemand!’ zei Saskia als reactie op de schichtige blik van Katie. ‘Heb jij hem al gezien?’ fluisterde Katie. Saskia schudde haar hoofd. ‘Ik moest van Davey zeggen dat je over tien minuten op moet,’ zei Saskia. ‘Ik weet het,’ zei Katie enkel en ze bleef gespannen naar de zaal turen. Katie had haar act die avond samen met Kelly gedaan. Ze danste graag met Kelly. Tevreden nam ze haar verdiende geld van Davey aan toen ze om vier uur klaar was; haar werk zat er voor die dag weer op. Het was geen baan waar ze trots op was, maar ze kon er haar studie en haar kamer mee betalen. Bovendien had ze Max hier ontmoet. 9
‘Max…’ zuchtte ze verliefd, ‘ik wou dat je hier was…’ Katie ontgrendelde haar gsm en zag dat ze vierentwintig gemiste oproepen had en drie ongeopende sms’jes. Ze glimlachte toen ze Max’ naam onder het eerste berichtje las. ‘Bel je me even terug?’ Het tweede berichtje was ook van Max: ‘Waarom bel je niet, ben je aan het werk?’ Het derde sms’je was: ‘Mis je … Max.’ Alle gemiste oproepen waren ook van Max. Saskia noemde het bezitterigheid of zelfs obsessief. Maar Katie vond het schattig. Door Max voelde ze zich een waardevolle, gewaardeerde vrouw. Katie, die zich inmiddels in een jurkje had gehesen en de dikke laag make-up had verwijderd, wandelde de zwoele zomernacht in. Wat was de zomer toch een heerlijk seizoen. Als ze afgestudeerd zou zijn en wat ervaring als arts had opgedaan zou ze naar een warm land verhuizen om daar aan de slag te gaan. Bye bye, koud kikkerland. Ze droomde van een land als Spanje, Portugal of misschien ZuidFrankrijk. Maar Spanje had haar voorkeur, misschien wel omdat ze aan dat land zulke heerlijke herinneringen had. Katies tante was naar Spanje geëmigreerd toen Katie nog een klein meisje was. Ze had een aantal zomers achter elkaar bij haar tante gelogeerd. Ze had niet alleen warme gevoelens voor haar tante, maar ook had ze haar hart verloren aan het heerlijke klimaat in het zuiden. Toen Katie achttien was geworden, was tante Nora echter plotseling overleden. Na de verdrietige begrafenis was ze nooit meer teruggekeerd naar Spanje. Maar ze miste het land nog maar al te vaak. Misschien zou ze volgend jaar in de zomer kunnen gaan, als ze tegen die tijd genoeg verdiend zou hebben en als ze haar relatie met Max goed voor Davey verborgen zou kunnen houden. Als de tijd daarvoor rijp zou zijn zou ze Max vragen om met haar mee te gaan. Hij zou haar droom compleet maken. Samen zouden ze een nieuw bestaan kunnen opbouwen. Max zou daar zelfs een tweede vestiging van zijn bedrijf kunnen opstarten en Katie zou misschien een eigen praktijk kunnen beginnen. Na de dood van tante Nora had Katie haar studie weer opgepakt en daar was ze met haar eenentwintig jaar nog steeds druk mee. Misschien keken de mensen op haar neer omdat ze danste in wat men 10
een louche bar noemde. Maar uiteindelijk zou zij lachen als ze haar bul kreeg en een gevierd arts zou zijn. En wat deed ze nu dan eigenlijk verkeerd? Ze danste voor mannen, ja, daar was ze natuurlijk niet trots op. Maar de klanten raakten haar niet aan. Het enige wat ze na afloop deed was aan de bar extra geld binnenhalen door met door het publiek aangeboden dure mixen te drinken. Wat de klanten niet wisten was dat er helemaal geen alcohol in de glazen van de meiden zat, zodat elk van hen nuchter bleef, terwijl de mannen dronken naar huis gingen. Het publiek dat hier kwam was ook niet zo erg als je zou verwachten. De klanten waren allemaal beslist geen onverzorgde mannen of vieze ventjes die naar een sexy vrouw kwamen kijken. Over het algemeen waren het keurige zakenlui die na een vergadering wat ontspanning zochten. Of het waren mannen die niet gelukkig waren in hun huwelijk en hier hun eigenwaarde wat kwamen opkrikken. Katie en haar collega’s waren erin getraind om mannen een goed gevoel te geven, het gevoel dat zij uniek en speciaal waren. Max paste in de groep zakenlieden en volgens Katie was hij een uitermate geslaagd man. Hij reed in een zilvergrijze, chique auto die je niet kreeg als je een laaggeschoold baantje had. Bovendien had Max zelf ook gezegd dat hij eigenaar was van een hightech bedrijf. Maar pas tijdens een van hun laatste ontmoetingen had hij haar verteld, dat zijn bedrijf computerprogramma’s ontwerpt voor designers en dat hij daardoor allang binnen was. Maar Max schepte daar nooit over op en Katie waardeerde de bescheidenheid van de mysterieuze man, die ze zo adoreerde. Misschien had Max geen vrouw omdat hij simpelweg geen tijd voor een huwelijk had. Het was Katie opgevallen dat hij geen ring om zijn vinger droeg. De meeste mannen trokken voordat ze de club binnengingen snel de trouwring van hun vinger en vergaten dan dat de zon hun handen bruin had gekleurd, maar de plaats onder de ring wit had gelaten. Max had geen witte streep op de plek waar een trouwring zou hebben gezeten. Hij was vrijgezel en hij was perfect.
11