Onze omgang met seksualiteit [1]
Mooie kan kapot gaan Vroeger moest je actief op zoek om zondige uitingen van seksualiteit onder ogen te krijgen, in onze tijd moet je juist je best doen om die te ontlopen. Nederland is vol van seksualiteit die niets van doen heeft met liefde, huwelijk en trouw.
E
P.J. Vergunst is hoofdredacteur van De Waarheidsvriend.
4
en van de weinige programma’s waar je op tv nog naar kunt kijken, is het journaal, hoorde ik recent van de kansel. Een minuut voor dat journaal werd onlangs op de late avond tamelijk schaamteloos een reclame uitgezonden voor mannen die op het gebied van seksualiteit stoornissen hebben. Zo leren je kinderen gelijk wat erectiepillen zijn… Hoewel, de kans is groot dat ze er elders al over geïnformeerd waren. Een werker in de thuiszorg doet haar ronde langs oudere patiënten. Bij de ‘verzorging’ die deze christenwerknemer aan een alleenstaande, zestigjarige man moet geven, hoort het aanreiken van Viagra, een middel dat de seksualiteit van mannen stimuleert. ‘Medicijn toedienen een uur voordat Joke komt’, geeft de afsprakenlijst aan. Verseksualisering De politie informeerde alweer wat jaren geleden bij een onderwijsinstelling naar de visie op seksualiteit in reformatorische kring, omdat in orthodox-christelijke dorpen jongens en meisjes in keten in het bijzijn van meerderen ongekleed seksuele wedstrijdjes deden. Ouders zouden ervan weten en de andere kant op kijken… Een schoolbegeleider van Driestar Educatief vertelt tegen leerkrachten dat meisjes van elf, twaalf jaar op
de waarheidsvriend
orthodox-christelijke basisscholen nogal eens geen onderbroek dragen, maar een string. Laten we met elkaar niet denken dat de verseksualisering van de samenleving christelijke ouderen en jongeren onberoerd laat. In denken en kleding, in de omgang met de andere sekse zijn vele christenen deze wereld wél gelijkvormig. Concreet en sober Viagra, erectiepillen, string… – passen deze woorden bij De Waarheidsvriend? Nee, eigenlijk niet. Omdat de voorbeelden hierboven niet passen bij een christelijke levensstijl. Zijn het ook woorden die uitgelegd moeten worden? Wie zijn kinderen even laat meelezen, weet dat je jongeren weinig meer hoeft te vertellen. Concreetheid in wat we willen zeggen, soberheid in het benoemen van situaties – zo willen we deze artikelenreeks aandacht geven aan onze omgang met seksualiteit. Op grond van een doordenking over wat er vandaag de dag nodig is om de gemeente van Christus te bewaren bij het Woord, heeft het hoofdbestuur van de Gereformeerde Bond besloten in 2009 aandacht te vragen voor het bijbelse onder-
Gespreksvragen
1. Wat doet u concreet (voor uw kinderen) om zondige uitingen van seksualiteit niet te zien? Wat vindt u van Job 31:1, waarin Job zegt een verbond met zijn ogen gemaakt te hebben? 2. Hoe stimuleert u een klimaat (in het gezin, in de gemeente) waarin open over de gave van seksualiteit kan worden gepraat? 3. Ervaart u in de gemeente voldoende handreikingen in het nadenken over seksualiteit? Op welke momenten en plaatsen zou dit wellicht meer kunnen?
wijs over seksualiteit en hoe dit zich verhoudt tot wat er in onze samenleving momenteel op dit gebied aan de orde is. Seksualiteit is een vorm van communicatie die we als een van de schoonste gaven van God beschouwen, maar dan geldt tegelijk dat het bederf van het beste tot het slechtste wordt. Het op bijbelse wijze functioneren van het gezin dient als weinig andere zaken de opbouw van de christelijke gemeente, maar dan geldt tegelijk dat ontsporingen op seksueel terrein – pornografie, overspel, incest, seksverslaving, ontucht, prostitutie – het functioneren van het lichaam van Christus grote schade toebrengen én het welzijn van de leden van dat lichaam ondermijnen. Positief Kerk en christenen kunnen de naam krijgen vervelende zedenmeesters te zijn, als alleen de vinger geheven wordt als er op seksueel terrein dingen mis zijn. Protest wanneer op de publieke omroep voor het eerst een pornofilm, Deep throat, wordt uitgezonden, bezwaren bij de Utrechtse ChristenUnie als een vrouw in bikini op een enorme poster afgebeeld wordt, groot ongenoegen als een prominente EO-presentator als Arie Boomsma zijn bovenlijf en getatoeëerde rug in een mannenmodeblad laat zien of zich schaars gekleed in het blad L’Homo laat portretteren. Al is het nodig dat christenen spreken als grenzen overschreden worden en oproepen om ook in het publieke leven naar Gods geboden te leven, mogen we allermeest op positieve wijze uitdragen en voorleven waartoe onze Schepper de mens als seksueel wezen gemaakt heeft. Dat is in onze tijd nodig, omdat in de samenleving het besef vrijwel afwezig is dat de mens ook met zijn (niet volmaakte of zelfs
14 mei 2009
gebrekkige) lichaam God mag verheerlijken. Dat is ook nodig omdat er op jonge mensen zoveel verkeerde prikkels afkomen en de verleidingen door middel van internet en reclame, bladen en programma’s velerlei zijn. Dat is niet minder nodig omdat jongeren aan de ene kant eerder dan vroeger geslachtsrijp zijn en tegelijk gemiddeld op latere leeftijd trouwen, zodat er een langere periode in hun leven is waarin ze zich voor hun eventuele trouwdag rein dienen te houden. In de serie artikelen over seksualiteit zal het positief verwoorden over wat God de mens geschonken heeft, benoemd worden, zowel in het luisteren naar de Bijbel als in het aanreiken van suggesties voor de (catechismus)prediking. Ontluiken en ontdekken Als kind ben je thuis bij je eigen ouders, in je eigen lichaam. Als het goed is, ben je in die levensperiode nergens veiliger dan in het ouderlijke nest. Als jongeren zich bewust worden van hun seksualiteit, komt er oog voor de ander en leren ze daardoor ook wie ze zelf bent. Seksuele aantrekkingskracht is wel de stimulans genoemd om mensen in beweging te zetten, hen uit hun schulp te laten komen. Op een wonderlijke wijze heeft God dat in de schepping gelegd. Het bijbelboek Hooglied (8:7) tekent de kracht van deze liefde: ‘Vele wateren zouden deze liefde niet kunnen uitblussen; ja, de rivieren zouden ze niet verdrinken.’ Dat proces van laten ontluiken en ontdekken is veel Nederlandse jongeren niet meer gegund. Wat schoon is, moet in onze cultuur kapotgemaakt worden. In december vroeg het HGJB-blad Dichtbij aandacht voor seksuele opvoeding in een tijd van cyberseks (seksualiteit via internet en msn, waarmee verreweg de meeste tieners en jongeren ervaring hebben). Citaat: ‘Wat als mooi beleefd kan worden in een relatie, is verworden tot een snack die je in je eentje gebruikt.’ Zo krijgen tieners niet alleen te veel en te vroeg seksuele prikkels, maar tevens een verwrongen beeld van de betekenis van seksualiteit.
de waarheidsvriend
Gefluisterd Het is op zichzelf mooi dat in onze samenleving de wal van de ongeremde vrijheid het schip van de menselijke waardigheid wil keren. De feministische journalist Myrthe Hilkens schreef enige maanden geleden het boek McSex, waarin ze haar zorgen verwoordt over jongeren die seksualiteit als afhaalmaaltijd of als consumptieartikel zien. Haar punt is met name dat vrijheid inzake seksualiteit tot onverschilligheid leidt – en dat niet alleen religieuze groeperingen hiervoor aandacht moeten vragen. Een dergelijk appèl doet denken aan het beleid van onderwijsminister Plasterk, die de seksuele weerbaarheid van jongeren vergroten wil, die wil voorkomen dat ze overspoeld worden met seksueel getinte mediabeelden. Hij wil onder meer jongeren leren meer respect te tonen voor de wensen en de grenzen van meisjes. De bottleneck voor mensen als Hilkens en Plasterk is helaas dat ze geen morele normen hanteren en daardoor vooral gericht zijn op het voorkomen van uitwassen. Prof.dr. H.W. de Knijff, die bijna een kwarteeuw geleden Venus aan de leiband, zijn boek over Europa’s erotische cultuur en de christelijke seksuele ethiek, schreef, vertelt ergens dat in zijn jeugd over seksualiteit niet gesproken kon worden. ‘Als ouderen erover spraken, al ging het alleen maar over de geboorte van een kind, werd er achter de hand over gefluisterd.’ Dat was heel ongezond. Die tijd hebben we – een seksuele revolutie later – ver achter ons gelaten. Voor veel christenen heeft seksualiteit een relatie met de zonde, terwijl het juist bij de schépping – en daarmee bij de Schepper – hoort. Dat inzicht hebben we nodig, om de gave van God te bewaren en te koesteren, te genieten en te beschermen. Ook in een individualistische genotcultuur, waarin het lichamelijke verheerlijkt wordt en het in relatie met God en de ander werkelijk mens-zijn aan waarde heeft ingeboet.
P.J. Vergunst Volgende week deel 2: Seksualiteit in bijbels licht.
De Waarheidsvriend officieel orgaan van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk Hoofdbestuur ds. H.J. Lam, Ridderkerk, 1e voorzitter; ds. M.A. Kuijt, Huizen, 2e voorzitter; ds. J. Harteman, Kampen, secretaris; A.H. Teeuwissen, Huizen, penningmeester; ds. J.A. van den Berg, IJsselmuiden; ds. C. Blenk, Lienden; dr. P.F. Bouter, Leerdam; A.D. Drost, Werkendam; ds. C. van Duijn, Gouda; mr. G. Holdijk, Uddel; ds. G.D. Kamphuis, Amersfoort; ds. A.J. Mensink, Driesum; ds. H. Roseboom, Kesteren; mr. D.G. van Vliet, Wilnis.
Redactie drs. P.J. Vergunst (hoofdredacteur); drs. B.C.Ph. van der Waal-Goudriaan (eindredacteur); mr. G. Holdijk; ds. G.D. Kamphuis; dr. W. Verboom
Algemeen secretariaat en redactie drs. P.J. Vergunst bureau: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660; Fax 055-5767707. Werkkamer thuis: tel. 055-5789132. E-mail:
[email protected] www.gereformeerdebond.nl
Voorlichter H. Geluk, tel. 0184-612632; E-mail:
[email protected]
Ledenadministratie Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660.
Advertenties Voor alle plaatsingen en informatie (uitgezonderd rouwadvertenties): G. Verweij , tel. 0187-471020. Advertenties worden aangenomen tot tien dagen voor verschijning; verzenden naar uitg. Eilanden Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Sommelsdijk onder vermelding van De Waarheidsvriend; e-mail:
[email protected]
Abonnementenadministratie Voor nieuwe abonnees, adreswijzigingen enz. liefst schriftelijk: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn. Prijs € 45,– per jaar. Losse nummers € 0,95 p. st. plus verzendkosten. Bezorgklachten: tel. 055-5766660. Voor een nieuwe jaargang kan slechts voor 1 december worden opgezegd.
Productie Opmaak ReproVinci BV, www.reprovinci.nl Druk Kon. BDU Grafisch Bedrijf BV
Gesproken editie Informatie en opgave: CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden, Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel. 0341-565499.
Digitale jaargangen Informatie en opgave: Stichting Reformatica, p/a Valleistraat 52, 3901 RT Veenendaal tel. 0318-624648, e-mail:
[email protected] ISSN: 0167-3262.
Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond (THGB) ‘Johannes Calvijn’ Directeur: dr. J. Hoek, e-mail:
[email protected] Postbus 80, 6710 BB Ede, tel. school (CHE): 0318-696300, fax 0318-696396, www.thgb.tk
14 mei 2009
5
Onze omgang met seksualiteit [2]
De koers van de Bijbel
Ds. J. Westland is hervormd predikant te Houten.
Eeuwenlang is in de christelijke kerk seksualiteit met argusogen bekeken. Het was iets gevaarlijks. Er hing een geur van onheiligheid en zonde omheen. Jongeren praatten er besmuikt over op het schoolplein. Ouderen zwegen.
E
en wel heel extreem voorbeeld van die instelling is wat ik mijn ouders over onze grootmoeder hoorde vertellen, namelijk dat zij zich in gemoede afvroeg hoe dominees kinderen konden krijgen. Seksuele omgang paste naar haar beleven kennelijk niet bij de aureool van heiligheid waarmee deze dienstknechten van God voor haar omgeven waren. Wij glimlachen een beetje als we zo iets horen of lezen. Die tijd ligt ver achter ons. Wij hebben een seksuele revolutie achter de rug, die zijn weerga niet kent. Maar of die de rechte beleving van seksualiteit ten goede is gekomen, is nog maar de vraag. Ze heeft van seks een vooral consumptieartikel gemaakt. Wijder verband Als christen zou je haast geneigd zijn om er dan maar weer helemaal afstand van te nemen, gesteld dat dat zou kunnen en niet opnieuw zou leiden tot stiekem gedoe. Beter is het om te zoeken naar de rechte beleving. Daarvoor moeten we allereerst en fundamenteel bij de Bijbel zijn. Biologische en psychologische verworvenheden kunnen ons helpen, maar de Bijbel zet voor ons de koers uit. De koers waarin wij ook de zegen van de HEERE verwachten mogen.
8
de waarheidsvriend
De Bijbel is aan de ene kant heel positief over seksualiteit. Het is een scheppingsgave. Ook de schepping van de mens als man en vrouw, met de opdracht om vruchtbaar te zijn en de aarde te vervullen, valt onder het ‘zeer goed’ van Genesis 1:31. In hoofdstuk 2 wordt dat man en vrouw zijn verder ingevuld. Het is samenzijn. Eva wordt aan Adam gegeven als een hulp tegenover hem. Samen zullen ze tot een vlees zijn. Bijbels gezien kunnen seksualiteit en voortplanting nooit helemaal losgekoppeld worden en staat het ook in het wijdere verband van het samen man en vrouw zijn. Het Hebreeuwse woord voor ‘vlees’ wordt gebruikt voor heel het aardse leven. Dat maakt seksualiteit betrekkelijk. Je kunt ook nog wel één vlees zijn als door allerlei omstandigheden in een huwelijk seksuele omgang niet mogelijk is. Ook is duidelijk dat seksualiteit haar geëigende plek vindt alleen binnen een dergelijk samenzijn. Dat vindt haar structuur in het huwelijk. Een verbond, waarin man en vrouw elkaar trouw beloven voor het leven. Zonde Toch is schepping niet het enige
Gespreksvragen
1. In de Bijbel blijkt een verkeerde omgang met onze seksualiteit vaak verbonden met de dienst aan de afgoden. Geldt dat ook voor ons vandaag? Hoe wel? Hoe niet? 2. Een gelovige christin vertelde me dat zij en haar man hadden afgesproken in de lijdenstijd geen seksuele omgang te hebben. Wat vindt u daarvan? Welke andere redenen zouden er kunnen zijn om er een poosje van af te zien? Vergelijk 1 Korinthe 7:5.
woord dat de bijbelse visie op seksualiteit bepaalt. Op Genesis 1 en 2 volgt 3. Het hoofdstuk waarin de diep tragische en schuldige zondeval van de mens wordt beschreven. Dat heeft niet het minst het seksuele leven aangetast. Een oud gezegde luidt: Het bederf van het beste is het slechtste. We zouden behoorlijk overdrijven als we seksualiteit het beste noemen. Dat is het leven in gemeenschap met God, zoals Psalm 63 belijdt dat Gods goedertierenheid beter is dan het leven. Maar het valt wel op hoe dát beste vaak ook bedorven wordt in samenhang met de seksualiteit. In de wereld van het Oude Testament was seksualiteit nauw verbonden met religie. De vruchtbaarheid van mens, dier en akker zou gestimuleerd kunnen worden door in de heiligdommen seksueel contact te hebben met priesters en priesteressen. Indringend wordt er heel het Oude Testament door tegen gewaarschuwd. De wegen van de HEERE verlaten wordt veelbetekenend nogal eens betiteld met: de afgoden nahoereren. Maar ook los van dat religieuze wordt overspel heel duidelijk als zonde gebrandmerkt. Dat maakt het zevende gebod duidelijk. Ook wat zich in het leven van David met Bathseba heeft afgespeeld, wordt op geen enkele manier vergoelijkt, maar duidelijk als zonde veroordeeld en gestraft. Hooglied Toch heeft de zonde ook in het Oude Testament niet het laatste woord. In het leven met de HEERE en binnen de grenzen van Zijn verbond mag genoten worden van de goede gave die Hij schonk in de seksualiteit. Hoe bedreigd en aangevochten ook, er mag toch iets van het goede scheppingsleven gestalte krijgen. Deuteronomium 20:7, 24:5, Spreuken 5:18 en 19 en
22 mei 2009
Prediker 9:9 spreken duidelijke taal. Ook het Hooglied bezingt in lyrische woorden de seksueel-erotische liefde. Het mag waar zijn dat dit lied een plaats in de Bijbel kreeg om het beeld van de liefde tussen God en Zijn volk, dan nog vond men dus zo’n beeld allerminst ongepast. Het stemt trouwens overeen met genoeg andere gegevens van het Oude Testament. Griekse wijsgeren In het Nieuwe Testament zullen we een oproep als van de Prediker, om van het leven te genieten met de vrouw die we liefhebben, niet tegenkomen. Toch wordt seksualiteit ook daar niet per se negatief benaderd. Dat valt op, zeker in het licht van de verachting van het lichamelijke, zoals we die bij Plato, een van de grootste Griekse wijsgeren, tegenkomen. Niet voor niets wordt een puur geestelijke liefde, waarbij lichamelijk contact zelfs als minderwaardig wordt gezien, platonisch genoemd. Ook allerlei gnostieke stromingen van toen stonden bekend om hun verachting van het lichamelijke. De goddelijke vonk van de ziel zat daarin gevangen en moest bevrijd. Vandaar dat bepaalde predikers zover gingen dat ze het huwelijk verboden. In 1 Timotheüs 4 neemt Paulus krachtig stelling tegen hen. Wat God geschapen heeft is goed en mag met dankzegging genomen worden. In diezelfde trant schrijft Hebreeën 13:4.
Toch ziet het Nieuwe Testament seksuele omgang niet als iets onmisbaars. Binnen het huwelijk kunnen er bij gezamenlijke instemming tijden van onthouding zijn om zich des te intensiever te kunnen richten op God. Wel moeten man en vrouw daarin elkaar geen last opleggen die niet te dragen valt. Ze moeten op tijd weer seksuele omgang hebben, om te voorkomen dat verkeerde wegen worden ingeslagen (1 Kor. 7). Zelf vindt Paulus het goed om niet getrouwd te zijn. Hij kan zich des te meer wijden aan zijn apostolische bediening. Ook wijst hij op de grote verdrukking die over christenen komen zal. Toch wil hij geen bindend voorschrift geven. Wie zich niet kan onthouden, moet zeker trouwen. Dat kan en mag met een gerust geweten. Ook bij de Heere Jezus vinden we een dergelijke relativering als Hij spreekt over gesnedenen om het koninkrijk (Matth. 19:12). Een opmerkelijk woord van Christus, zeker als we bedenken dat de Joden in Zijn dagen het huwelijk een heilige plicht achten. Je kunt kennelijk je levenskracht en je levensaandacht zo inzetten voor het koninkrijk der hemelen, dat andere dingen op de achtergrond raken. In dit opzicht is het ook een vraag wat de Heere Jezus precies bedoelde met Zijn antwoord aan de sadduceeën, die Hem een strikvraag voorlegden over het zwagerhuwelijk. ‘In de opstanding wordt er niet meer ten huwelijk gegeven, maar zullen de mensen zijn als
Seksualiteit heeft haar plaats binnen het huwelijk, een verbond waarin man en vrouw elkaar voor het leven trouw beloven.
de waarheidsvriend
engelen in de hemel.’ Beperkt Jezus hier de seksuele liefde werkelijk tot dit aardse bestaan of gaat het Hem alleen om de huwelijksvormen zoals wij die hier en nu kennen? Wordt de seksuele liefde in de verheerlijking van het lichaam afgelegd of mee verheerlijkt? De woorden van Jezus geven daar geen uitsluitsel over. Aantasting Maar vervolgens wordt in het Nieuwe Testament niet minder indringend dan in het Oude gewaarschuwd voor de zonde op dit terrein. De seksuele moraal van toen zag er niet eens zo heel veel anders uit dan in onze tijd. Tempelprostitutie tierde welig. Graadverschil in zonden aanbrengen kunnen we niet en mogen we niet. Wie een gebod overtreedt welke het ook is, staat schuldig aan alle. Toch is het wel heel indringend wat Paulus schrijft in 1 Korinthe 6 over het bezoek aan prostituees. Je lichaam is van Christus, het is een tempel van de Heilige Geest. Hoererij is een ernstige aantasting van de hoge, geestelijke waarde van je lichaam. Ook wat Paulus schrijft in Galaten 5:19 over de werken van het vlees laat aan duidelijkheid niets te wensen over. Al is er dus bederf te over op het terrein van de seksualiteit, bijbels gezien blijft het een goede scheppingsgave, die we genieten mogen in de veilige omheining van het huwelijk. Ook daarbinnen geldt dan geen ongebondenheid en willekeur. Ze mag de lichamelijke expressie zijn van de liefde tussen man en vrouw. Liefde, die respect heeft en dienstbaar is en zo zelf ook vervulling vindt. Dat zijn hoge woorden. De praktijk van ons door de zonde geschonden bestaan, haalt die hoogte vaak genoeg niet. Bijbels omgaan met onze seksualiteit vraagt niet het minst strijd. Maar ook in die strijd geldt dat Gods kracht in onze zwakheid wordt volbracht. Dan kan het wel eens helemaal waar zijn wat een jongere schreef, dat seksualiteit voor christenen mooier is dan de ‘lege’ seksualiteit van de maatschappij.
J. Westland
22 mei 2009
Volgende week deel 3: Seksualiteit in de geschiedenis van het christendom.
9
Onze omgang met seksualiteit [3]
Gave van God Voor velen geldt de kerk vandaag als de grote vijand van de seksualiteit. De kerkgeschiedenis is een geschiedenis van onderdrukking, in dit geval van het lichamelijke.
V
Volgende week deel 4: Verschuivingen op seksueel terrein.
eel mensen hebben daarbij de klok horen luiden en beschouwen de kritische houding van de kerk als een erfenis van Augustinus. Maar de werkelijke gang van zaken is gecompliceerder. De negatieve opvatting van de seksualiteit is een erfenis van de late Oudheid in meer algemene zin. Ze is weliswaar in veel opzichten door de ‘sluis’ van Augustinus bij ons binnengekomen, maar het is wel opvallend dat deze kerkvader zelf zich juist veel moeite heeft gegeven een positieve, schepselmatige seksualiteitsopvatting te ontwikkelen. Hoe zit het met de ‘antieke’ erfenis? De klassieke cultuur is wel van andere culturen onderscheiden met de betiteling proseksueel: er zijn geen beperkingen aan het seksueel gedrag. Inderdaad was seksualiteit in die cultuur alom zichtbaar aanwezig, tot in zijn grofste vormen toe. We zouden dit met ons huidige cultuurpanorama kunnen vergelijken; dat is ongetwijfeld ook proseksueel te noemen. Maar er is één verschil: de antieke seksualiteit heeft een godsdienstig karakter, zij hangt ten nauwste samen met de goddelijkheid van de natuur, die in de seksualiteit beleefd en vereerd wordt. In vele cultussen is daarom sprake van een expliciet seksueel element. Beslissend voor de latere Europese ontwikkeling is echter dat de invloedrijke moraalleer van de late Oudheid (bijvoorbeeld van de stoïcijnen) met alle mogelijke middelen probeert de slavernij van het ‘vlees’ te overwinnen. Zij wordt tot
10
de waarheidsvriend
Dr. H.W. de Knijff uit Rheden is emeritus hoogleraar dogmatiek. In 1987 verscheen van zijn hand ‘Venus aan de leiband’, over Europa’s erotische cultuur en christelijke seksuele ethiek.
hater van al het lichamelijke met zijn onbeheersbare passies. Ascetisme en lichaamsverloochening worden de grote drijvende krachten van de heersende filosofieën. De geest wordt de beslissende factor die het lichaam moet onderwerpen. Hier is niet alleen sprake van een moraalleer, maar van een allesomvattende werkelijkheidsopvatting: de hogere wereld van de geest staat lijnrecht tegenover de lagere, zondige wereld van het vlees. Goede schepping Het is tegen deze achtergrond dat we Augustinus’ theorieën moeten begrijpen. De kerkvader is zich sterk bewust van het feit dat God de mens niet slecht geschapen kan hebben en dat dus het lichaam met al zijn functies in principe goed is. Hij ontwikkelt daarom een leer over ‘het goed van het huwelijk’ en sluit de seksualiteit daarbij duidelijk in. Maar omdat wij ook in seksueel opzicht in een zondige staat leven, worden er rond die seksualiteit scherpe grenzen getrokken. Zo komt het dan toch, ook al weet de bisschop over de liefde tussen man en vrouw veel schoons te vertellen, tot een naar ons oordeel wat magere seksualiteitsopvatting. Maar het blijft van belang dat zij in principe van een goede schepping uitgaat. Dat is ook het geval in de Middeleeuwen. Opvallend is bijvoorbeeld dat Thomas van Aquino, de grootste theoloog van de Middeleeuwen, erkent dat ook de seksuele lust door God geschapen is. Als alles maar in de goede orde geschiedt.
Geen minderwaardigheid In de hervormingstijd beginnen andere opvattingen door te dringen. Dat komt overal tot uiting, bijvoorbeeld in maatschappelijk opzicht in de nieuwe burgerlijke cultuur. Er ontwikkelt zich een opvatting die het huwelijk ziet als een waardige levensstaat en dat geldt ook voor het seksuele leven. Naar mijn mening wordt dat nergens zo goed zichtbaar als in de gereformeerde wereld. Calvijn ziet in de seksualiteit onverbloemd een gave (en opdracht) Gods, waarvan aards geluk en genieting (zeker: ook zorgen en moeiten) kenmerken zijn. Hier is absoluut geen sprake van de minderwaardigheid van het lichaam. Oorzaak van een liederlijke seksualiteitsbeleving is het feit dat de mens geen maat weet te houden. Het zijn de ongereguleerde driften, die het bestaan dreigen te overspoelen als een woeste rivier. Calvijn ontwikkelt als sociaal hervormer (!) als eerste een opvatting van seksuele gelijkheid tussen man en vrouw (binnen het huwelijk). Ook spreekt hij met groot medegevoel over het lot van door hun man verlaten vrouwen. Kortom, Calvijn ziet in de seksualiteit een scheppingsgegeven waarmee in wezen niets mis is, en hij spreekt zelfs nogal kritisch over een ascetisme dat zich daarboven meent te moeten verheffen – de monnikenmoraal.
Kerk geen vijand maar verdediger van seksualiteit
Opkomen Dit alles is goed af te lezen aan de calvinistische samenlevingen van de volgende eeuw. Wie nog vastzit
28 mei 2009
aan de genoemde oppervlakkige oordelen over de geschiedenis van het christendom, wrijft zich de ogen uit als hij kennisneemt van de openhartige en genuanceerde beschrijvingen in bijvoorbeeld de zeventiende-eeuwse huisboeken en de opvattingen binnen het gereformeerde puritanisme, ook in ons land. We kunnen in het algemeen stellen dat de kerk hier voor het huwelijk als instituut is opgekomen, maar niet dat zij de seksualiteit zwart wilde maken. Zelfs de lectuur van latere negentiende-eeuwse ethische handboeken – dus de periode van de victoriaanse discriminering van de seksualiteit! – laat zien dat de theologen heel wat genuanceerder dachten dan mensen meestal menen. Wel vormt de kerk het kader waarin de algemeen aanvaarde moraal haar beschermster vond – maar de bron ervan is eigenlijk niet kerkelijk. Victoriaans Waar is dan toch die radicaal negatieve beoordeling, die angst zelfs voor alle seksualiteit, in onze cultuur vandaan gekomen? Ze zijn een vrucht van een merkwaardige combinatie van rationalistische gezondheidsleer en romantische liefdesidealisering in de achttiende en negentiende eeuw. Aan het idee dat de mens zijn lichaam moet leren beheersen en rein houden heeft allereerst de Verlichting een grote bijdrage geleverd. De dramatisering van bijvoorbeeld de masturbatie, die voor de negentiende eeuw zo kenmerkend ge-
Gespreksvragen
1. In hoeverre kan juist de verdediging van het huwelijk als instituut tot een positieve opvatting van de seksualiteit bijdragen? 2. Is de ‘antieke’ opvatting van de beheersing van ongebreidelde lusten onzinnig? 3. Welke aspecten spelen in een rijpe en volwassen seksualiteit naast het element van de lust een rol?
de waarheidsvriend
worden is, stamt van achttiendeeeuwse artsen en filosofen. Daar kwam in de negentiende eeuw de idealisering van het huwelijk bij. Hier wordt de liefde als een soort eeuwigheidsmoment, als ideale lichamelijke vereniging van twee verwante zielen beschouwd. Dat klinkt bij romantische poëten prachtig, maar de combinatie van beide heeft in feite op de natuurlijke seksualiteitsbeleving een zeer negatieve uitwerking gehad, in de zin dat het de bekende ‘victoriaanse’ tweedeling van een officiële bovenwereld van ideale huwelijken en een officieuze benedenwereld van ongebreidelde prostitutie in het leven riep. Samen met de idee van volledige lichamelijke reinheid riep deze opvatting een cultuur in het leven die zelfs het noemen van het lichamelijke ‘vies’ vond en het lichaam radicaal in een kwaad daglicht stelde – behalve, raadselachtig genoeg, in de beeldende kunsten, zoals blijkt uit het beeldhouwwerk aan de grote, officiële gebouwen. Van hieruit gezien was de zogenaamde seksuele emancipatie een harde noodzaak. Weggevallen De twintigste eeuw brengt deze emancipatie als een proces dat van eerst kleine groepen van kunstenaars, vervolgens seksuologen en journalisten zich in de westerse cultuur als een algemeen aanvaard gegeven verbreidt. Dat binnen deze ontwikkeling een forse radicalisering plaatsgreep, kunnen we ons goed voorstellen als we de destijds (omstreeks 1930) befaamde publicatie van Th.H. van de Velde Het volkomen huwelijk vergelijken met moderne seksuele voorlichtingsprogramma’s op bijvoorbeeld televisie. Terwijl het aan gedetailleerdheid en openhartigheid bij een man als Van de Velde aan niets ontbreekt, valt in de moderne programmatuur op dat hier iedere binding van huwelijk en seksualiteit is weggevallen. Dat laatste was uiteraard niet de lijn van de kerken. In 1952 deed de
hervormde synode het behartigenswaardige herderlijk schrijven Het huwelijk het licht zien, waarin de seksualiteit als elementair gegeven van het mensenbestaan werd verdedigd (met als implicatie een pleidooi voor het goed recht van voorbehoedsmiddelen), maar dan wel strikt als relationeel gegeven en niet als enkel lustbeleving. De Nederlandse Vereniging voor Sexuele Hervorming werd in die dagen niet moe de lust als uiteindelijk beginsel van de seksualiteit te verdedigen. De gevolgen van deze beperkte opvatting zijn verwoestend geweest – al heeft deze vereniging ongetwijfeld ook goed werk verricht, maar theoretisch stond zij zwak. Subliem Het verband tussen huwelijk en seksualiteit goed aan te geven is nog niet zo eenvoudig. Een weg terug naar het in een negatief daglicht zetten van de seksualiteit is allerminst gewenst. De christelijke ethiek zal echter op zijn minst een relationele opvatting van de seksualiteit moeten blijven verdedigen. Zij belichaamt een werkelijkheid waarin de mens zich verenigt met één bepaalde ander en waarin algehele overgave en zorgzame, tedere trouw beslissend zijn. Daarmee krijgt zij de ruimte om in het mens zijn een sublieme vorm van blijvende levensgenieting en levensvreugde te brengen. Van een duurzaam levensgeluk blijft echter in de huidige praktijk niet zo heel veel over. Kerk en theologie mogen het zich tot hun taak rekenen niet alleen de zo verschraalde en uitgeholde huwelijksopvatting nieuw leven in te blazen, maar in het bijzonder ook de verdediging op zich te nemen van de bedreigde menselijke seksualiteit als bron van duurzame levensvreugde. In tegenstelling tot haar vermeende negatieve rol in het verleden zou zij dan in de merkwaardige positie komen te verkeren van verdedigster van de bedreigde seksualiteit.
H.W. de Knijff
28 mei 2009
11
Onze omgang met seksualiteit [4]
Veranderde opvattingen Hoe zijn de vragen over seksualiteit die een christenhuisarts krijgt na de jaren zestig verschoven? En wat kunnen we van die verschuivingen leren in het licht van het vreemdelingschap zoals de christelijke gemeente dat belijdt?
I
Dr. J. Schilperoort is voormalig huisarts te Veenendaal.
n 1952 schrijft de synode van de Nederlandse Hervormde Kerk in een rapport over de ‘onjuiste opvatting, dat geslachtsgemeenschap alleen geoorloofd zou zijn, wanneer de bedoeling of de bereidheid een kind te verwekken aanwezig is. Want dit zou betekenen, dat de seksuele daad in het huwelijk op zichzelf verwerpelijk is en alleen geheiligd wordt door de bedoeling kinderen te verwekken. Deze veronderstelling is echter een miskenning van het wezen der liefde.’ Er wordt over de band huwelijk en liefde gesproken. Thans wordt in de voorlichtingsfolder over vaccinatie tegen baarmoederhalskanker het hebben van seksuele contacten op jonge leeftijd zonder meer als uitgangspunt genomen. Ik citeer: ‘Dan laat ik me wel prikken. Ik wil later wel met meerdere jongens naar bed, niet met eentje’ en ‘De klas lacht instemmend.’ Vertier Seksualiteit is bij veel jongeren met wisselende seksuele contacten ordinaire seks geworden. Een puur seksueel vertier. Ook de wereld van volwassenen heeft zich aangepast aan bevrijdende moderne opvattingen over seksualiteit. Over huwelijk en liefde wordt in de folder niet gesproken. De zogenaamde seksuele revolutie van de jaren zestig en zeventig heeft de visie op seksualiteit grondig veranderd. Maar die revolutie
8
de waarheidsvriend
was slechts een deel van de geweldige revolutie op alle terreinen van de maatschappij. Begrippen als secularisatie, individualisering, materialisme, emancipatie, vrijetijdsbesteding, overmatige consumptie, zelfexpressie, bevrijding, televisie en internet, verlies van sociale controle, alcoholmisbruik en echtscheiding zijn begrippen die horen bij die totale revolutie. De pil Goed beschouwd heeft de historicus Johan Huizinga in zijn bekende boek uit 1935 In de schaduwen van morgen al gewezen op de komende geweldige verschuivingen in de maatschappij. In zijn ogen geen veranderingen ten goede. We moeten vaststellen dat ook mensen in de kerk betrokken waren bij die revolutie. Met zoveel dynamiek in onze maatschappij en met de teloorgang van zoveel tot dusver gangbare normen en waarden kon het niet uitblijven dat er ook in de seksuele moraal een herwaardering zou komen van het geslachtsverkeer. Gesprekken over seksualiteit behoorden tot de jaren zestig veelal tot de taboesfeer en zo er al over gesproken werd, dan was ook de hulpverlener iemand van zijn tijd. In de jaren zestig en zeventig kwam er veel meer openheid en in de jaren tachtig werd het als een kunstfout beschouwd wanneer in de spreekkamer ook het onderwerp seks niet regelmatig aan de orde kwam. De jonge generatie had met die ontwikkeling geen moeite. Al op jonge leeftijd krijgen ze immers in
de biologielessen het onderwerp seksualiteit vrijmoedig behandeld. Een ontwikkeling die hoort bij een moderne maatschappij. Daar is ook niets mis mee. Maar buiten de schooltijden en in de uitgaansgelegenheden bleven de contacten steeds minder beperkt tot het gezellig samenzijn en ging jongeren verder. Daar vonden de grote veranderingen plaats: een gezellig feest werd steeds meer een introductie om na afloop samen naar bed te gaan. Angst voor zwangerschap behoefde er niet meer te zijn. De onderzoeker Pincus ontdekte in 1958 dat er tabletten konden worden gefabriceerd om de eisprong te voorkomen. De betekenis van ‘de pil’ in die seksuele revolutie kan moeilijk overschat kan worden.
Seksuele daad nu vorm van normaal contact
Exclusief De christelijke gemeente leeft vanuit het Woord en luistert naar wat daarin gezegd wordt over de lichamelijke omgang tussen de geslachten. In de Bijbel is er een wezenlijke verbinding tussen relatie en seksualiteit. Seksualiteitsbeleving mag niet losgemaakt worden van die duurzame, monogame, eenheid die we huwelijk noemen (Matth. 19). Het seksuele is exclusief gereserveerd voor en opgenomen in die verbondenheid voor het hele leven. Tegelijkertijd valt op dat in de Bijbel zeer open gesproken wordt over de lichamelijk relatie tussen man en vrouw. Waarvan akte! De laatste decennia hebben we gezien dat er afstand genomen is van dit unieke verbond. De eerder genoemde zelfexpressie, individu-
4 juni 2009
alisering, bevrijding, maar ook het zoeken naar geborgenheid en liefde, het zoeken naar andere betekenisvolle verbintenissen, hebben geleid tot alternatieven voor de traditionele plaats van de seksuele relatie. Bij veel jongeren is seks tot centrale waarde verheven met als gevolg maximale consumptie van seks met wisselende partners. De liefde is uit het zicht verdwenen. Zullen zij later in staat zijn een stabiele liefdesrelatie in stand te houden? Het hoge percentage echtscheidingen geeft het antwoord al. Samenwonen Samenwonen is alom geaccepteerd als een alternatief voor het huwelijk, evenals het krijgen van kinderen binnen die relatie. Voor de keuze van samenwonen worden allerlei redenen aangegeven. De belangrijkste is wel deze: alvorens de stap naar het huwelijk te doen wordt een proefperiode ingebouwd om de stabiliteit van de relatie te testen. Het afscheid nemen van elkaar in deze samenlevingsvorm wordt als minder belastend en ingrijpend beschouwd als een echtscheiding. Mijn ervaring is dat de psychische averij na jaren samenwonen en vervolgens afhaken dikwijls even groot is als bij echtscheiding. In-bed-gebeuren Binnen de band van het huwelijk was het aangaan van een seksuele relatie met een derde (‘vreemdgaan’) tot de jaren zestig een reden om nagewezen te worden. In mijn loopbaan ben ik regelmatig geconfronteerd met buitenechtelijke escapades. Ook bij kerkgangers. Veelal ligt de oorzaak natuurlijk niet in de behoefte aan meer seksualiteit of in een uitdaging naar meer verstrooiing. De werkelijke reden is een probleem in de relatie. Hoe dan ook, het blijft overspel. Van wezenlijk belang in de benadering van al deze verschuivingen is de sterke verandering in de visie op de plaats en de betekenis van de seksuele omgang. De ontkoppeling van seksualiteit en huwelijk heeft geleid tot devaluatie van de
de waarheidsvriend
seksuele daad: van een ingebed gebeuren tot een in-bed-gebeuren. Een gebeuren wat te consumeren is en waar lust aan te beleven valt. Een vorm van lichamelijk contact zoals een omhelzing bij een ontmoeting of een schouderklop. Niets meer en niets minder. De seksuele omgang is een vanzelfsprekendheid geworden in de omgang met elkaar. Vanzelfsprekend Die vanzelfsprekendheid van seksuele activiteit op jonge leeftijd wordt het beste weergegeven met het noemen van motieven bij de vraag naar een recept voor de pil: ‘want ik ken mijn vriend al twee maanden’ of ‘mijn moeder vindt dat het veiliger is’ of ‘mijn vriend wil dat ik aan de pil ga’ of ‘ik ga met vakantie en je weet maar nooit’. Bij velen is de pil gaan behoren tot de huisapotheek, zoals paracetamol en neusdruppels. Een gesprek over die vanzelfsprekendheid is nauwelijks mogelijk, want ‘het hoort bij deze tijd’ of ‘al mijn vriendinnen doen het’ of ‘mijn vriend wil het’. Eenzelfde vanzelfsprekendheid zien we bij de vraag naar een recept voor de morning-afterpil of bij het plaatsen van een spiraaltje: er is nauwelijks aandacht voor de werking van deze anticonceptiva (die eigenlijk interceptiva zijn: middelen die de innesteling van het embryo in het baarmoederslijmvlies verhinderen). Helaas moeten we vaststellen dat veel volwassenen de seksuele activiteit op jonge leeftijd ook zijn gaan beschouwen als een vanzelf-
Gespreksvragen
1. Seksuele omgang is een vanzelfsprekendheid in de omgang met elkaar geworden. Hoe gaan we met dit soort vanzelfsprekendheden om? 2. Hoe kijkt de christelijke gemeente aan tegen de in dit artikel besproken veranderingen; welke zijn positief, welke negatief? 3. Wat betekent het om wel in de wereld, maar niet van de wereld te zijn? 4. Hoe ziet de toerusting en de investering in onze gezinnen er concreet uit?
sprekendheid, behorend bij de groei naar volwassenheid. De publieke opinie heeft de nieuwe seksuele moraal geaccepteerd. Tegen stroom in Deze vanzelfsprekendheden behoren niet tot het leven in de christelijke gemeente. Daar wordt de levensstijl niet bepaald door ‘men’ of door de publieke opinie, maar door waarden en normen die we uit de Bijbel halen. De leden van de gemeente mogen uitdragen dat de seksuele omgang een intense beleving is van de liefdevolle en totale verbondenheid in het huwelijk. Net zoals trouw, geborgenheid, strijd en het elkaar bijstaan in goede en slechte tijden ook tot die totale levensgemeenschap behoren.
De pil is gaan behoren tot de huisapotheek, zoals paracetamol en neusdruppels.
Dit radicale uitgangspunt uitdragen naar onze jongeren is een grote klus. Het lijkt een onmogelijke opgave om met deze visie de wereld te bereiken waarin onze jongeren verkeren. Het is roeien tegen de stroom in. Maar we mogen er van uitgaan dat jongens en meisjes ook verlangen naar betekenisvolle verbintenissen waarin geborgenheid gevonden wordt. We moeten hun leefwereld ernstig nemen en de dingen concreet durven benoemen. Het hanteren van genoemde uitgangspunten is een handvat om in de Woordverkondiging, op gemeenteavonden, jongerenbijeenkomsten en catechese de wezenlijke inhoud, betekenis en de enige en echte plaats van de seksuele omgang te bespreken. In alle openheid en met alle openhartigheid.
J. Schilperoort
4 juni 2009
Volgende week deel 5, over de oorzaak van de verseksualisering van Nederland.
9
Onze omgang met seksualiteit [5]
Een bloosloze wereld Twee jaar geleden introduceerden Kees van Kooten en Wim de Bie een nieuw woord: bloosloos. Volgens de twee cabaretiers is het blozen teloorgegaan. Ze wezen op ‘het comadrinken, de aanpak van het tuig en de maar doorgaande topsalarissen’. We kunnen het ook toepassen op de verseksualisering van onze samenleving.
D K. de Jong is staflid bij de stichting Tot Heil des Volks te Amsterdam.
10
át onze samenleving is verseksualiseerd, daarover is geen twijfel mogelijk. Als zelfs minister Plasterk zich zorgen maakt over ‘de toenemende vercommercialisering en seksualisering van het vrouwelijk lichaam’ dan moet er wel echt iets aan de hand zijn. De journaliste Myrthe Hilkens doet er met haar geruchtmakend boek McSex nog een schepje bovenop. De ondertitel van haar boek luidt: De pornoficatie van onze samenleving. Volgens haar geeft dat beter weer wat we bedoelen, ‘namelijk de invloed van een ooit obscure en nu commerciële, lucratieve miljardenindustrie’. Dat heeft Hilkens scherp gezien. Vooral de seksindustrie heeft er baat bij dat seks een consumptieartikel is. De gevolgen van de erotische explosie zijn overal zichtbaar en voelbaar. Wat we voelen is dat je de pornoachtige zaken niet meer hoeft op te zoeken. Het is veel meer de vraag hoe je ze nog kunt ontlopen. Onze vrijheid is er een van een bedenkelijk soort geworden. Het begin van deze ‘bevrijding’ ligt in de jaren zestig van de vorige eeuw, de tijd van de seksuele revolutie. Het woord revolutie is in dit verband zeker niet overdreven. Alles werd in die jaren in hoog tempo door elkaar geschud. Oude waarden verwaaiden als kaf. Vanaf die
de waarheidsvriend
tijd moest alles kunnen. Dat ‘alles’ moest je overigens niet al te letterlijk nemen. Het betekende vooral dat op seksueel gebied alle remmen los moesten. In rap tempo gingen we ‘de schaamte voorbij’. En nu, een halve eeuw later, zijn we alweer voorbij ‘de schaamte voorbij’. Nu begint men zich langzamerhand af te vragen waar dit moet dit eindigen. Moderne literatuur De tijd van de drieslag gezin-kerkschool ligt definitief achter ons. We hebben nu te maken met vele opvoeders. De groep bijvoorbeeld oefent op jongeren een steeds grotere invloed uit en ook de straat draagt haar steentje bij. Internet verbindt ons met de wereld in al haar verschijningsvormen. En dan is er nog de wereld van kunst en de literatuur. ‘De Heer zij geprezen, omdat ik kan lezen’, dichtte Jan de Liefde rond 1850. Deze sociaal bewogen evangelist leerde oude Jordanezen lezen, zodat ze zelf de Bijbel ter hand konden nemen. ‘Nu kan ik
ook leren, wat rijkdom des Heren de Bijbel bevat.’ Zoals met alle verworvenheden is het lezen ook voor verschillende doeleinden bruikbaar. Je kunt de Bijbel lezen of literaire werken, maar met dezelfde vaardigheid kunnen we ook pulp tot ons nemen of geestverziekende pornografie. Kunst en literatuur zijn in hoge mate trendsettend. Ze brengen nieuwe ideeën en nieuwe vormen onder de mensen. Het is niet helemaal duidelijk of kunstenaars een trend zetten of dat ze wellicht door hun gevoeligheid de komende ontwikkelingen voorvoelen. Hoe dan ook, ze lopen vooruit en hebben veel invloed. Kunstenaars zijn vooral op zoek. Op zoek naar de onzichtbare werkelijkheid achter het zichtbare. Ze proberen door maskers, schone schijn en andere vermommingen heen, de naakte werkelijkheid aan het licht te brengen. Moeras Niet zelden lijkt die werkelijkheid op wat we in reformatorische krin-
Jan Wolkers, hier zijn boeken signerend, is een van de bekendste taboedoorbrekende schrijvers.
11 juni 2009
gen leren over het wezen van de mens. Als het plaatje zichtbaar wordt gemaakt, wil je het liever niet zien. Het leven is vol kwaad. Schrijvers putten zich uit om dat kwaad onder woorden te brengen. Ze vinden dat je hun werk alleen maar mag beoordelen op literaire kwaliteit. Is het goed geschreven, daar gaat het om. De Belgische schrijfster Kristien Hemmerechts doet in haar pamflet De man, zijn penis en het mes een poging om de rol van het literair excuus te ontzenuwen. ‘Wat schrijvers ook over hun personages beweren, ze hebben wel degelijk iets met ‘echte’ mensen gemeen. Misschien zijn ze zelfs echter dan echte mensen.’ Dat wil nog steeds niet zeggen dat de zoektocht van de kunstenaar alleen maar verwerpelijk is. Wel is in confrontatie met de moderne literatuur een kritisch denkvermogen, gevormd door Gods waarheid, onmisbaar. Zonder Gods aanwijzingen is het leven zowel een moeras als een doolhof.
ouders gewaagd en ontdekt wat er te vinden was; en nu roepen we wanhopig om echte trouw, het geborgen gezin, ware liefde en respect in plaats van platte seksualiteit. Ik reken het mezelf tot schuld dat we ons door Jan Wolkers en anderen een ‘onbenepen’ wereld hebben laten verkopen, die uiteindelijk een dramatische kat in de zak bleek. Hadden we maar bijtijds ingezien dat waar het christelijk geloof voor staat geen benepenheid is, maar ruimte en vrijheid en vreugde.’ Overleven Hoe kunnen we als christenen overleven? Twee valkuilen bevinden zich op loopafstand. We zijn geneigd de tijd(geest) te onderschatten en onszelf te overschatten. Het eerste gevaar wordt duidelijk in een kleine dialoog tussen twee toonaangevende christenen uit de negentiende eeuw. Izaäk da Costa had een stoer lied geschreven: ‘Zij zullen ons niet hebben, de goden dezer eeuw.’ Prachtig. Hij stuurde het ter beoordeling aan zijn vriend Groen van Prinsterer. Groen beschikte over een meer bezonnen karakter dan zijn vurige vriend Da Costa. Zijn commentaar was kort maar krachtig: ‘dichterlijke illusie, ze hebben ons al’. Het is van levensbelang dat we ons realiseren dat we in deze wereld levend de tijdgeest inademen. Goed, we ademen misschien iets minder diep in, maar toch. De dichter Guido Gezelle had het gevoel dat de wereld op zijn nek zat. ‘De wereld wil mij achterna,/ al waar ik ga/ of sta/ of ooit mijn ogen sla’. De trekkracht van de wereld mag niet worden onderschat. Ze werkt als een magneet. Hoe dichter je erbij komt, hoe harder ze trekt. Op afstand kun je nog weerstand bieden, maar voorbij het kritieke punt wordt de macht overgenomen.
Wolkers verkocht dramatische kat in de zak
Spijtoptant Een van de bekendste taboedoorbrekende schrijvers is de vorig jaar overleden Jan Wolkers. In zijn onlangs verschenen bundel Bijeen met man en muis schrijft Hans Werkman onder andere een beschouwing over deze beeldenstormer onder de titel ‘Men kan zich niet van Jan Wolkers afmaken door hem onfatsoenlijk te vinden’. Het opstel eindigt met een citaat van een spijtoptant. Via een ingezonden stuk in Trouw liet deze man weten dat hij zich onder invloed van Wolkers had losgebroken uit de benepen sfeer waarin hij was opgegroeid. Nu zou hij pas echt gaan leven, zichzelf ten volle kunnen realiseren. ‘Intussen zijn we oud(er) geworden, hebben veelal een x-aantal huwelijken of relaties achter de rug. We hebben ons in meerdere of mindere mate buiten de benepen wereld van onze
de waarheidsvriend
Zo werken alle verslavingen. Ook verslaving aan pornografie. Even denk je dat je het aankunt maar voor je het in de gaten hebt raak je in een bewustzijnsvernauwing en wordt de macht overgenomen. Radicaal breken is de enige mogelijkheid om je vrijheid terug te winnen. Lukt dat niet meer op eigen kracht dan is hulpvragen wijs en noodzakelijk. We moeten ons realiseren dat we zwak zijn en ook en beetje dom. Schaamte Over de leugenachtigheid van de wereld kun je niet slecht genoeg denken. De duivel is een leugenaar van het begin af en hij zal dat tot het eind toe blijven. Op een of andere manier uit die leugenachtigheid zich het meest hevig en opdringerig op het gebied van de intimiteit en de seksualiteit. Of zijn wij er op dat gebied misschien het gevoeligst voor? Eros is een bedrieger heet een aangrijpend boek van de psycholoog Herman Kaal. ‘Hij beloofde te schieten met pijlen van liefde, maar hij schoot met pijlen van dood.’ Kaal werkte jarenlang als hulpverlener voor hiv-geïnfecteerden en hun partners. De Bijbel liegt niet als ze over de wereld spreekt in termen van duisternis en dood. Jezus liegt niet als Hij Zichzelf de Waarheid en het Leven noemt. Telkens staan we weer voor de keus om te kiezen voor het leven of voor de schijn ervan. Laten we ons door de wereld bederven of zijn we een zoutend zout? Jacobus geeft een prachtige definitie van zuivere godsdienst. ‘Zuivere en onbevlekte godsdienst voor God, de Vader, is: omzien naar wezen en weduwen in hun druk en zichzelf onbesmet van de wereld bewaren.’ Jezelf onbesmet van de wereld bewaren bereik je niet met een instelling: hoe ver kan ik zonder te ver te gaan? De Bijbel spreekt op verschillende plaatsen over wijken van het kwaad. Schaamte kan ons daarbij helpen. De Deense filosoof en theoloog Kierkegaard noemde de schaamte een ‘leidsman in het leven’.
K. de Jong
Volgende week deel 6, over seksuele voorleving door ouders.
11 juni 2009
11
Onze omgang met seksualiteit [6]
Zoals de ouden zongen Jongeren zijn gebaat bij seksuele voorleving. Wat betekent dat voor ouders, hoe geef je dat vorm?
E
Mw.drs. H.M. Klok werkt als psycholoog en W. Kroon als systeemtherapeut bij Eleos in Dordrecht.
Om door te praten
1. Welke gevoelens en gedachten heb ik, of hebben wij samen, over seksualiteit en hoe beïnvloeden die de seksuele opvoeding van onze kind(eren)? 2. Waar zijn onze kind(eren) op seksueel gebied mee bezig en waar hebben zij van ons/ mij behoefte aan? Wat doen we daarmee? 3. Welke manier van seksuele opvoeding past bij mij en mijn kind?
12
lke ouder heeft bepaalde dingen die hij extra belangrijk vindt in de opvoeding van zijn kinderen. Die dingen kunnen zijn ingegeven door je eigen opvoeding, door je geloof, door je geschiedenis of door je karakter. Als je eigen ouders eigenlijk nooit echt tijd voor je hadden, vind je het misschien heel belangrijk dat je kinderen altijd met hun verhaal bij je terecht kunnen. Of als je nogal precies en nauwkeurig bent aangelegd, zal een rommelig huis al snel op je zenuwen werken en vind je het belangrijk dat kinderen hun kamer netjes houden. Soms ben je je bewust van de dingen die jij extra belangrijk vindt, soms ook niet. Sommige van deze boodschappen breng je in woorden over. Andere worden woordeloos gecommuniceerd. Zonder woorden Ook op het gebied van liefde en seksualiteit heeft elke ouder bepaalde ideeën die hij zijn kinderen graag wil meegeven. Sommige daarvan rusten op een heel bewuste keuze. Bijvoorbeeld: ‘Ik wil dat mijn kinderen weten dat God ons vraagt seksuele gemeenschap te bewaren tot het huwelijk.’ Van andere ideeën ben je jezelf misschien amper bewust. Toch draag je ze over aan je kinderen. Vaak zonder woorden. Bijvoorbeeld door de manier waarop je praat over seksualiteit, wat je wel en niet laat zien, hoe je met je kinderen omgaat, hoe je je kleedt en de manier waarop je als ouders met elkaar omgaat. ‘Bij ons thuis
de waarheidsvriend
werd heel open en respectvol gepraat over seksualiteit. Als ik op het schoolplein iets nieuws hoorde, vroeg ik het gewoon ’s avonds aan m’n ouders.’ Kinderen pikken deze onbewust en onuitgesproken overgedragen boodschappen vaak feilloos op. Juist daarom is het belangrijk om als ouder zicht te hebben op wie je zelf bent, wie je samen bent, wat je belangrijk vindt en hoe je dat doorgeeft aan je kinderen.
der vaak onderwerp van gesprek. Wensen en grenzen ten aanzien van seksualiteit zijn nauwelijks onderwerp bij ouders. Anticonceptie- en condoomgebruik komen bij een meerderheid toch nog wel ter sprake. Meisjes praten vaker dan jongens met de ouders over verliefdheid en relaties, grenzen en anticonceptie. Over alle onderwerpen wordt meer gecommuniceerd met vrienden dan met ouders (zie tabellen 1 en 2).
Welke boodschappen over liefde en seksualiteit geef je als ouders door aan je kind(eren) zonder dat je daar met hen over praat? Een paar voorbeelden: • ouders die elkaar regelmatig een knuffel geven • ouders die respectvol met elkaar en met elkaars lichaam omgaan • ouders die een feestje vieren als ze negen jaar getrouwd zijn • ouders die op de kamerdeur van hun puberdochter kloppen en wachten op reactie voordat ze naar binnen gaan • ouders die een vriend of vriendin hebben die open is over homofiele of lesbische gevoelens • een vader die laat merken dat hij trots is op zijn dochter • een moeder die regelmatig verzucht dat alle mannen uit zijn op maar één ding…
Echt Opvoeden is geven wat je kunt geven. Dat betekent dat je als ouder dicht bij jezelf mag blijven. Je hoeft niet geforceerd de meest creatieve ouder van de klas te zijn als je gaven eigenlijk op een heel ander terrein liggen. Dicht bij jezelf blijven, betekent ook dicht bij je eigen behoeften blijven. Als je het door je eigen opvoeding of door je geschiedenis lastig vindt om open te zijn over seksualiteit, hoef je daarin niet je eigen grens te negeren. Het is veel belangrijker dat je ‘echt’ bent. Dat merken kinderen. Liever een hakkelende ouder die blozend aan zijn puber vertelt waarom het best lastig kan zijn om je grenzen aan te geven in een relatie, dan een perfect en vloeiend verhaal dat ‘losstaat’ van de ouder zelf. Het is belangrijk dat je je als ouder bewust bent van je eigen ideeën en behoeften. Daarnaast is het ook van belang dat je zicht hebt op de behoeften van je kind(eren). Niet elk kind is daarin hetzelfde. Leeftijd speelt een grote rol, maar ook persoonlijkheid en context (vrienden, schoolomgeving, kerkomgeving). Weet je als ouder wat er op je kind afkomt? Waar heeft je zoon het over met zijn vrienden? Welke foto’s heeft je dochter van zichzelf op hyves staan? Als je weet waar je kind mee bezig is,
Vrienden In 2005 is een grootschalig onderzoek gedaan naar de seksuele gezondheid van jongeren tussen de 12 en 25 jaar. Communicatie over seksualiteit vormt een apart onderdeel van het onderzoek. Uit het onderzoek blijkt dat de meeste jongens en meisjes voor het zestiende jaar over verliefdheid en relaties spreken met hun ouders (gemiddeld 68 procent van de jongens en 78 procent van de meisjes). Alle andere thema’s zijn min-
18 juni 2009
De Waarheidsvriend Tabel 1. Communicatie over seksualiteit met ouders (% dat hier ten minste wel eens over praat)
Tabel 2. Communicatie over seksualiteit met vrienden (% dat hier ten minste wel eens over praat)
totaal Jongens
totaal Jongens
officieel orgaan van de Gereformeerde Bond in de Protestantse Kerk Hoofdbestuur ds. H.J. Lam, Ridderkerk, 1e voorzitter; ds. M.A. Kuijt, Huizen, 2e voorzitter; ds. J. Harteman, Kampen, secretaris; A.H. Teeuwissen, Huizen, penningmeester; ds. J.A. van den Berg, IJsselmuiden; ds. C. Blenk, Lienden; dr. P.F. Bouter, Leerdam; dr. M. van Campen, Zwartebroek; A.D. Drost, Werkendam; ds. C. van Duijn, Gouda; ds. C.H. Hogendoorn, Oud-Beijerland; mr. G. Holdijk, Uddel; ds. A.J. Mensink, Driesum; mr. D.G. van Vliet, Wilnis.
over verliefdheid en relaties
68
over verliefdheid en relaties
92
over dingen die ze graag (zouden willen) doen
18
over dingen die ze graag (zouden willen) doen
75
Redactie
over dingen die ze niet willen doen
19
over dingen die ze niet willen doen
67
drs. P.J. Vergunst (hoofdredacteur); drs. B.C.Ph. van der Waal-Goudriaan (eindredacteur); mr. G. Holdijk; dr. W. Verboom
over zwangerschap en anticonceptie
53
over zwangerschap en anticonceptie
62
Algemeen secretariaat en redactie
over condooms ter voorkoming van soa
55
over condooms ter voorkoming van soa
61
Meisjes
Meisjes
drs. P.J. Vergunst bureau: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660; Fax 055-5767707. Werkkamer thuis: tel. 055-5789132. E-mail:
[email protected] www.gereformeerdebond.nl
over verliefdheid en relaties
78
over verliefdheid en relaties
97
over dingen die ze graag (zouden willen) doen
18
over dingen die ze graag (zouden willen) doen
67
Ledenadministratie Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn, tel. 055-5766660.
over dingen die ze niet willen doen
26
over dingen die ze niet willen doen
71
over zwangerschap en anticonceptie
68
over zwangerschap en anticonceptie
77
over condooms ter voorkoming van soa
62
over condooms ter voorkoming van soa
54
Bron: Seks onder je 25e, 2005. Soa Aids Nederland & Rutgers Nisso groep.
kun je daarbij aansluiting zoeken. Dat biedt kansen om met elkaar in gesprek te gaan (= naar elkaar te luisteren)! Keuzes ‘Mijn man is van huis uit niet gewend om de badkamerdeur op slot te doen. Bij mij thuis gebeurde dat juist heel strikt. Dat is best even zoeken nu onze kinderen ouder worden.’ Zeker bij een eerste kind kan het lastig zijn om samen keuzes te maken in wat je over seksualiteit wilt overdragen aan je kinderen. Misschien spelen ineens allerlei gevoeligheden, die je niet eens van jezelf kende, een rol. Bovendien praten weinig pubers graag met hun ouders over liefde en seksualiteit. Ze doen dat liever met vrienden. Andersom geldt trouwens hetzelfde: weinig ouders
de waarheidsvriend
praten graag met hun pubers over seksualiteit. Des te belangrijker dat je je bewust bent van de boodschappen die je ‘woordeloos’ overbrengt. Opvoeden is soms moeilijk. Dat is het zeker het geval als je alleen bent als ouder. Deel je ervaringen en vragen met andere ouders, bijvoorbeeld uit je vriendenkring of gemeente. ‘Echt zijn’ kan op gespannen voet staan met de behoeften van je kind. Dan is het extra belangrijk dat je er met elkaar over praat hoe je daarin naar elkaar toe kunt groeien. Het is goed om concreet te zijn richting je kinderen. Humor doet vaak wonderen, bijvoorbeeld als je je puber vertelt hoe je verkering vroeg aan hun moeder.
Rieneke Klok en Wilco Kroon
Voorlichter H. Geluk, tel. 0184-612632; E-mail:
[email protected]
Advertenties Voor alle plaatsingen en informatie (uitgezonderd rouwadvertenties): G. Verweij , tel. 0187-471020. Advertenties worden aangenomen tot tien dagen voor verschijning; verzenden naar uitg. Eilanden Nieuws, Postbus 8, 3240 AA Sommelsdijk onder vermelding van De Waarheidsvriend; e-mail:
[email protected]
Abonnementenadministratie Voor nieuwe abonnees, adreswijzigingen enz. liefst schriftelijk: Kleine Fluitersweg 253, 7316 MX Apeldoorn. Prijs € 45,– per jaar. Losse nummers € 0,95 p. st. plus verzendkosten. Bezorgklachten: tel. 055-5766660. Voor een nieuwe jaargang kan slechts voor 1 december worden opgezegd.
Productie Opmaak ReproVinci BV, www.reprovinci.nl Druk Kon. BDU Grafisch Bedrijf BV
Gesproken editie Informatie en opgave: CBB, Christelijke Bibliotheek voor Blinden en Slechtzienden, Postbus 131, 3850 AC Ermelo, tel. 0341-565499.
Digitale jaargangen Informatie en opgave: Stichting Reformatica, p/a Valleistraat 52, 3901 RT Veenendaal tel. 0318-624648, e-mail:
[email protected] ISSN: 0167-3262.
Theologische Hogeschool van de Gereformeerde Bond (THGB) ‘Johannes Calvijn’ Directeur: dr. J. Hoek, e-mail:
[email protected] Postbus 80, 6710 BB Ede, tel. school (CHE): 0318-696300, fax 0318-696396, www.thgb.tk
18 juni 2009
13
Onze omgang met seksualiteit [7]
Eerst vrienden leren zijn In het EO-programma ‘40 dagen zonder seks’ maakt Niels een onderscheid tussen gewone meisjes en trouwmeisjes. Met gewone meisjes kun je seks hebben. Trouwmeisjes zijn speciaal, die gebruik je niet maar voor het vervullen van je seksuele behoeften. Het zijn meisjes met wie je een echte relatie hebt.
D W.H. Schonewille is HGJB-staflid.
it vreemde onderscheid is ook te zien bij andere deelnemers aan het programma. Hun seksuele moraal laat blijkbaar toe dat je bepaalde mensen gebruikt voor het vervullen van je seksuele behoeften. Soms is het zelfs een soort zakelijke afspraak om elkaar ‘van dienst te zijn’. De gedachte hierachter is dat je als jongeren nu eenmaal seksuele gevoelens hebt. Daar verander je niets aan, dus die kun je maar beter bevredigen. Maar blijkbaar is dat wat anders dan je verbinden aan de ander – in een intieme relatie die je kunt typeren met de term ‘liefde’. Er wordt een knip gelegd tussen je lichaam (seksuele behoeften die nu eenmaal bevredigd moeten worden) en geest (je persoonlijkheid die vraagt om intimiteit). Zijn wij anders? Nu is dit een voorbeeld uit de boze buitenwereld, waarvan we misschien snel afstand nemen: ‘Dit komt bij ons niet voor.’ Toch zou dat niet alleen onjuist, maar ook veel te makkelijk zijn. Het wijzen naar de boze buitenwereld, waar het droevig gesteld is met de seksuele moraal, wordt dan te makkelijk als afleidingsmanoeuvre gebruikt die onszelf buiten schot houdt. Hoe is het onder ons dan gesteld? Ondanks het feit dat christelijke
10
de waarheidsvriend
jongeren opgevoed worden met een seksuele moraal, daar ga ik ten minste vanuit, is het de vraag of ze die kunnen toepassen in hun dagelijks leven. De volgende waargebeurde situaties zijn wat dat betreft veelzeggend. - Na de ochtenddienst staan de jongeren op het kerkplein wat na te praten. ‘Heb je het gehoord van Anne? Dan ben je echt dom!’ Ze verwijzen daarbij naar de constatering dat Anne zwanger is. ‘Daar kun je toch wat tegen gebruiken?’ - ‘Mam, je bent echt hopeloos ouderwets.’ Peter kijkt zijn moeder verwijtend aan. ‘Ik kan toch prima een matras op mijn kamer erbij leggen? Je laat Corine toch niet in zo’n rommelkamer slapen… Lekker gastvrij ben je voor je aanstaande schoondochter.’ Experimenteren Hoe helpen wij jongeren in hun seksuele ontwikkeling? Veelal komen wij als christelijke gemeente niet verder dan: ‘geen seks voor het huwelijk’. Maar wat heb je daar als jongere aan als je leeft in een cultuur waarin zo’n sterk onderscheid wordt gemaakt tussen de ‘seksuele behoefte’ (daar moet je wat mee) en de ‘intieme relatie’ (daar kun je nog niks mee).
Wanneer je dan alleen maar hoort dat seks voor het huwelijk fout is, helpt je dat niet in je seksuele ontwikkeling. Want ondertussen zit je wel met je seksuele gevoelens. Het adagium verhindert dan ook niet dat er allerlei andere manieren gevonden worden om de seksuele behoeften te bevredigen. Je experimenteert met elkaar en je speelt op allerlei manieren met verleidingen. Zo af en toe kijk ik in het kerkelijke jeugdwerk vol verbazing naar tieners die over elkaar heen hangen, op elkaars schoot zitten of die elkaar tijdens feestjes opwinden met tongzoenen. Ik luister met verbazing naar verhalen van jongeren die het geen enkel probleem vinden om elkaar te gebruiken voor experimenten met seksualiteit. Of over vakantieliefdes die tot in de slaapzak beleefd worden. Dan denk ik eerlijk gezegd dat we wel erg naïef de nadruk hebben gelegd op die éne morele regel om ‘geen seks voor het huwelijk’ te hebben. In de kou Van de weeromstuit kunnen we elke uiting van seksualiteit als iets zondigs gaan zien. Seksualiteit als het grote gevaar dat in ons lichaam huist en in toom moet worden gehouden. Liefst willen we alle seksualiteit en lichamelijkheid
Hoe helpen wij jongeren in hun seksuele ontwikkeling? Veelal komen wij als christelijke gemeente niet verder dan: ‘Geen seks voor het huwelijk’.
25 juni 2009
ontkennen. Het gaat er ten slotte alleen maar om dat je ziel (de geest) in de hemel komt. Het enige wat we met ons lichaam moeten doen, is het in bedwang houden. Maar daarmee laten we onze jongeren in de kou staan. Ze komen daarmee nog meer klem te zitten tussen aan de ene kant hun seksuele gevoelens (gevoed door een cultuur die weinig tot geen moraal kent) en aan de andere kant een doorgeslagen moraal die veelal afwijzend staat ten opzichte van seksualiteit. Uiteindelijk doen we ook tekort aan God. Als Schepper heeft Hij ons geschapen als seksuele wezens en dat is iets geweldigs. De ontkenning daarvan is tegelijk ook een ontkenning van de goede Schepper. Kaders aanreiken Hoe begeleiden we onze jongeren dan wel? De eerste uitdaging is dat we aansluiten bij hun seksuele ontwikkeling. Een kind is geen tiener en een tiener is geen jongere. Passend bij hun leeftijd en seksuele ontwikkeling mogen wij onze jongeren helpen, begeleiden en kaders aanreiken. Waar tieners kennismaken met hun eigen seksualiteit en de hormonen door de tienerruimte vliegen, zal een tienerleider in groepsactiviteiten kaders moeten aanreiken om te voorkomen dat tieners vastlopen in hun beleving van seksualiteit. En als jongeren telkens heen en weer geslingerd wordt tussen enerzijds de behoefte om leeftijdsgenoten te ontmoeten en anderzijds de angst om niet geaccepteerd te worden, zullen we op de jeugdvereniging een veilige context moeten bieden waarin ze kunnen leren om vriendschappen aan te gaan. Kortom, neem zowel de seksuele gevoelens serieus als de moeite om vriendschappen en intieme relaties aan te gaan. Grenzen vervagen Beide kanten zijn van belang, juist ook als we inzoomen op de leeftijd van achttien jaar en ouder. Als jongere heb je een seksuele ontwikkeling doorgemaakt, maar die loopt vaak niet parallel aan de groei
de waarheidsvriend
op relationeel gebied. Uit het HGJB-onderzoek ‘Jongeren en geloof ’ blijkt dat in de groep 21- tot 25-jarigen ruim 50 procent vrijgezel is. Als reden daarvoor wordt door henzelf genoemd dat studie en carrière meer prioriteit krijgen dan een vaste relatie. Daarnaast wordt ook genoemd dat ze kritischer zijn: ‘Het moet wel echt goed voelen, anders ga ik er niet voor.’ Veel jongeren hebben een soort bindingsangst, ‘omdat veel relaties toch vast lopen’. Ondanks het feit dat veel jongeren lichamelijk toe zijn aan een intieme relatie, is die er dus in veel gevallen nog niet. Op de vraag in het onderzoek wat dit betekent voor de beleving van seksualiteit, wordt geantwoord dat zij makkelijker zijn gaan denken over seksualiteit: ‘De grenzen vervagen gewoon.’ Uitstellen verkering Niet alleen bij Niels maar ook bij onze eigen jongeren ontdekken we dus een ongelijktijdigheid: seksuele beleving die los is komen te staan van een relatie waarin jij je veilig voelt; seksualiteit zonder relatie, lichaam los van persoonlijkheid. Maar als we daarmee het probleem helderder krijgen, ligt hier misschien ook wel de oplossing. De ongelijktijdigheid tussen enerzijds de seksuele ontwikkeling en anderzijds het ontstaan van een intieme structurele relatie moeten we opheffen. Dit kan bijvoorbeeld door jongeren te ontmoedigen om op tienerleeftijd al verkering te hebben. Als een
Om door te praten 1. Herkennen we de dilemma’s rondom seksualiteit in het leven van jongeren? Bemoedig jongeren die hier bewuste keuzes in maken. 2. Hoe kunnen we aan jongeren laten merken dat ze hun seksuele behoeften positief mogen waarderen? 3. Hoe oefenen we hen tegelijkertijd op dit terrein in uitstel van behoeftebevrediging?
meisje op haar zestiende verkering krijgt, vervolgens nog zo’n acht jaar moet wachten voordat ze kan trouwen (omdat er eerst nog gestudeerd en carrière gemaakt moet worden), kan het niet anders of het is vragen om problemen. Wanneer het uitstellen van de verkeringsleeftijd niet haalbaar is, zullen wij als opvoeders – en misschien zelfs als gemeente – deze jongeren moeten helpen om eerder te trouwen. In een aantal gevallen is het gewoonweg niet mogelijk om te trouwen, omdat er te weinig inkomsten zijn, er geen woonruimte gevonden kan worden. Hier ligt de mogelijkheid voor de christelijke gemeente om te ondersteunen en daarmee ook handen en voeten te geven aan de zorg voor onze jongeren. Oefenen Als westerse christenen genieten we volop van de welvaart om ons heen. Uitstel van behoeftebevrediging is nauwelijks meer nodig. Ergens naar toeleven, verlangen en uitzien – het is iets wat niet meer geoefend wordt. Eenzelfde houding geldt ook voor de seksuele beleving van jongeren: waarom zou je wachten? Als opvoeders zullen wij onszelf én onze kinderen weer moeten oefenen in ‘uitstel van behoeftebevrediging’, zodat we weer gaan verwachten en verlangen. En tijdens deze periode van ‘uitstel’ kunnen jongeren relaties aangaan, zonder seksuele druk. Jongeren moeten leren om vrienden te zijn voordat ze minnaars kunnen worden. Daarom is het nodig dat er duidelijkheid is over de aard van de relatie: eerst vriendschappen, en pas als de tijd er rijp voor is seksualiteit. Dat wil niet zeggen dat de seksualiteit verdrongen moet worden zodat jongeren toch weer alleen staan in het dilemma tussen ‘seksuele behoefte’ en ‘intieme relatie’. Erken de aanwezigheid van seksualiteit, maak het bespreekbaar en begeleid jongeren in het maken van keuzes om op het juiste moment en met de juiste persoon te kunnen genieten van seksualiteit.
Wout Schonewille
25 juni 2009
Volgende week deel 8, over seksualiteit en verstandelijke handicap.
11
Onze omgang met seksualiteit [8]
Een verstandelijke beperking Seksualiteit is een scheppingsgave. Maar wie een verstandelijke beperking heeft, ervaart dat anders dan iemand zónder zo’n handicap. Het verschil tussen de lichamelijke en verstandelijke ontwikkeling stelt hen en hun ouders vaak voor lastige problemen.
W Drs. G. van den Berg uit Baarn is staf functionaris van de vereniging Op weg met de ander.
e worden vandaag indringender geconfronteerd met seksualiteit dan voorheen. Ook iemand met een verstandelijke beperking ziet prikkelende afbeeldingen in bushokjes en bij tankstations. In sommige zorginstellingen worden zij zelfs in staat gesteld om een beroep te doen op een speciale seksverzorgende. Zowel de veranderende maatschappelijke seksuele moraal als de emancipatie van mensen met een verstandelijke handicap is er oorzaak van dat er speciale aandacht besteed wordt aan seksualiteit bij deze mensen. In vijftig jaar is er veel gewijzigd. Het wonen, werken, recreëren en sociaal verkeer van mensen met een handicap is meer en meer geïntegreerd in onze maatschappij. Er wordt in toenemende mate gesproken over het ideaal van een zogeheten inclusieve samenleving. Dit past bij een bijbelse benadering van mensen met een beperking. Daarin worden hun beperkingen en hun mogelijkheden beide in het juiste perspectief gezien. Maar dat stelt wel voor nieuwe vraagstukken en dilemma’s, onder meer in relatie tot de thema’s relatievorming en seksualiteit. Verkering Sommige vragen zijn eenvoudig te beantwoorden. De eerder genoemde seksverzorgende wijzen we af. We zijn het er ook over eens dat een volwassene met een ernstig meer-
10
de waarheidsvriend
voudige handicap en een ontwikkelingsleeftijd van een peuter niet kan komen tot een huwelijk. Maar op veel vragen is minder eenvoudig een antwoord te geven. Want hoe ga je om met je dochter van 23 die een lichte verstandelijke handicap heeft en vertelt dat ze verkering heeft met een jongen van de sociale werkplaats? Hoe reageer je als je ontdekt dat je zoon regelmatig masturbeert? Hoe bereid je een jongere met een verstandelijke beperking voor op de lichamelijke veranderingen die horen bij de groei naar volwassenheid? Is dat eigenlijk wel mogelijk: seksuele voorlichting aan jongeren van wie de verstandelijke ontwikkeling achterblijft bij de lichamelijke? Bijbels kader Als we nadenken over het bijbelse kader bij deze vragen, komt als eerste naar voren dat God de mens mannelijk en vrouwelijk heeft geschapen. Het onderscheid tussen
man en vrouw is door God gewild en heeft als belangrijke doelstelling: het menselijk geslacht in stand houden, opdat de aarde beheerd wordt en het Koninkrijk van God uitgebreid. De zondeval heeft het mooie van de schepping aangetast, ook het mooie in de relatie tussen man en vrouw. In de vorm van de Tien Geboden geeft de Heere een duidelijke begrenzing voor het menselijk, zondig gedrag. Met betrekking tot het thema seksualiteit gelden vooral de geboden ‘Gij zult niet echtbreken’ en ‘Gij zult niet begeren’. God wil dat man en vrouw een bestendige, monogame relatie aangaan en Hij biedt geen ruimte voor overspel, echtbreuk of homoseksuele relaties. Als het gaat om het functioneren van seksualiteit als de beleving van de eigen lichamelijkheid en/of de aantrekkingskracht tussen de verschillende seksen, dan is het bijbelse uitgangspunt dat de geslachtsgemeenschap thuis hoort in
Ouders doen er goed aan hun kind met een beperking zo vroeg mogelijk voorlichting over zijn of haar lichamelijke ontwikkeling te geven.
2 juli 2009
de huwelijksrelatie. Het klassieke formulier dat wordt gebruikt voor de kerkelijke inzegening van het huwelijk, noemt drie voorwaarden waaraan gehuwden moeten voldoen om ‘godzalig in de huwelijkse staat te leven’: (1) elkaar trouw helpen en bijstaan in alle dingen die tot het tijdelijke en eeuwige leven behoren. (2) de kinderen die uit het huwelijk voortkomen in ware kennis en vrees van God opvoeden, Hem tot eer en hun tot zaligheid. (3) het vermijden van alle onkuisheid en zondige lusten, levend met een goed en gerust geweten. Moeilijker wordt het om duidelijke bijbelse kaders te vinden als het gaat om andere aspecten van de lichamelijke kant van seksualiteit. Ook voor de emotionele kant ligt het minder eenvoudig. Strelen en zoenen, bijvoorbeeld in een verkeringsperiode, worden niet als zondig ervaren of geduid, masturberen daarentegen soms wel. Het ervaren van de aantrekkingskracht tussen man en vrouw op zichzelf is niet verkeerd, maar het kijken naar de ander om hem of haar te begeren wel. Juist de aspecten die voor discussie of verschil van inzicht vatbaar zijn, vormen in het leven van mensen met een verstandelijke beperking een extra complicatie. Uiteenlopend Mensen met een verstandelijke handicap zijn niet over één kam te scheren. We kunnen niet spreken van dé verstandelijk gehandicapte. Het betreft hier een zeer diverse groep mensen met uiteenlopende beperkingen, maar ook met uiteen-
Om over door te praten
1. Hoe worden vanuit de onderlinge liefde voor mensen met een handicap de kaders bepaald voor seksuele opvoeding en begeleiding? 2. Op welke wijze kan de kerkelijke gemeente ouders begeleiden in de seksuele opvoeding van kinderen met een verstandelijke beperking? 3. Hoe kan een eigen organisatie als Op weg met de ander ouders hierbij behulpzaam zijn?
de waarheidsvriend
lopende mogelijkheden en behoeften. Daarnaast hoeft een verstandelijke handicap niet altijd uiterlijk zichtbaar te zijn. In een gangbare definitie van het begrip ‘verstandelijke handicap’ wordt aangegeven dat er aanzienlijke beperkingen zijn in het huidige functioneren. Deze beperkingen blijken onder andere uit een intellect dat aantoonbaar lager is dan het gemiddelde. Ook is er tegelijkertijd sprake van beperkingen in twee of meer van de volgende vaardigheden: communicatie, zelfverzorging, wonen, sociale vaardigheden, deelname aan de samenleving, zeggenschap, gezondheid en veiligheid, toegepaste kennis, vrijetijdsbesteding en werk. De verstandelijke handicap komt voor het achttiende levensjaar tot uiting. Juist dan vindt ook de lichamelijke ontwikkeling naar volwassenheid plaats. Als dan blijkt dat er ongelijkheid is tussen deze lichamelijke en de verstandelijke ontwikkeling kunnen er problemen ontstaan. Zo vroeg mogelijk De beperking in vaardigheden heeft grote invloed op de omgang met de seksuele ontwikkeling. Bijvoorbeeld bij aspecten als de hygiëne rondom de menstruatie, het omgaan met zaadlozingen, het dragen van passende en gepaste kleding en het consequent gebruiken van medicijnen. Maar ook in het omgaan met gevoelens, het onderkennen en hanteren van prikkelingen, het kunnen aangeven dat je bepaalde dingen niet fijn vindt of niet wilt. Ook voor mensen met een verstandelijke handicap hanteren we het uitgangspunt dat geslachtsgemeenschap alleen mogelijk is binnen het huwelijk. Voor de meeste mensen met een verstandelijke handicap is een huwelijk niet haalbaar. In die situaties moet zo goed mogelijk worden tegemoet gekomen aan het omgaan met aspecten van seksualiteit. Dat betekent in de eerste plaats dat ouders er goed aan doen, net als bij andere kinderen, zo vroeg mogelijk te beginnen hun kind met een beperking voorlichting over zijn of haar lichamelijke ontwikkeling te geven.
Voorlichtingsmateriaal
Stichting Op weg met de ander ontwikkelt samen met Helpende Handen, de belangenorganisatie van de Gereformeerde Gemeenten, materiaal om ouders en andere opvoeders van kinderen met een verstandelijke beperking te helpen bij de seksuele voorlichting. Tijdens een symposium in De Werelt te Lunteren over dit thema op DV zaterdag 3 oktober worden een leesboek, werkboek en handboek onder de titel ‘Verliefd en zo…’ gepresenteerd. Meer info: www.opwegmetdeander.nl.
Daarbij moeten zaken zo concreet mogelijk benoemd worden. Hoe moeilijk het ook is, aan kinderen met een lichte of matige verstandelijke handicap zal ook verteld moeten worden dat sommige dingen niet kunnen of niet mogen. Daarin zijn geen absolute grenzen aan te geven. Sommige ouders zullen masturbatie willen verbieden, anderen niet. Sommigen zullen hun dochters anticonceptiva laten nemen, anderen juist niet. Risicogroep Omstanders van mensen met een handicap dienen zich ervan bewust te zijn wat houding, kleding, gebaren en uitdrukkingen teweeg kunnen brengen. We hoeven het gesprek over seksueel gerelateerde zaken niet te mijden, maar dienen er wel voorzichtig mee te zijn. Een specifiek aspect in de begeleiding van kinderen en volwassenen met een verstandelijke handicap is het risico op seksueel misbruik. Mensen met een verstandelijke handicap behoren tot een risicogroep. Hun openheid, afhankelijkheid en gebrek aan kritisch onderzoeken van andermans bedoelingen, maken dat ze vaker dan anderen seksueel misbruikt worden. Daarom moeten hen ook geleerd worden zichzelf te verdedigen en nee te kunnen en te durven zeggen. Sommige ouders kiezen vanwege de kans op seksueel misbruik op voorhand voor het gebruik van anticonceptiva. Het gebedsleven rondom deze beslissingen is van groot belang.
G. van den Berg
2 juli 2009
Volgende week de laat ste bijdrage in deze serie, over aandacht voor seksualiteit in de prediking.
11
Onze omgang met seksualiteit [9, slot]
Een preek met schroom De predikant die in een catechismuspreek aandacht geeft aan het onderwerp seksualiteit, doet dat met de nodige schroom. Toch zijn de gave en gevaren van seksualiteit te belangrijk om vanaf de kansel niet aan de orde te laten komen.
I
Dr. W. Verboom uit Harderwijk is emeritus hoogleraar in de geschiedenis van het gereformeerd protestantisme vanwege de Gereformeerde Bond te Leiden.
6
k stel me voor dat ikzelf een catechismuspreek over seksualiteit houd en kies in dit artikel daarom voor de ik-vorm. Om te beginnen lijkt het me onmogelijk om in één preek de dingen die van belang zijn voor de gemeente te behandelen. Daarvoor zijn minimaal twee preken nodig. Ik houd het zelf vanwege het geladen onderwerp op twee. Zondag 41 van de Heidelbergse Catechismus kan goed als leidraad dienen en wel zo dat de kernen ervan in mijn preken verwerkt worden, waardoor de zondag functioneel wordt in de concrete situatie. Ik vraag me eerst af wat het doel moet zijn van mijn preken over seksualiteit. Dat kan in elk geval niet zijn het geven van een afstandelijk beschouwing. Of alleen maar een klaagzang over de hedendaagse moraal. Het doel van mijn preken zal moeten zijn te proberen vanuit de Bijbel leiding te geven aan de wijze waarop gemeenteleden als gelovigen omgaan met de seksualiteit, als gegeven met ons mens-zijn. Mijn preek moet daarom een bij uitstek pastoraal karakter dragen. Niet mijn veroordelende vinger, maar mijn – door het Woord – kloppende hart zal de toon aan moeten geven. Heel zorgvuldig zal ik mijn woorden moeten kiezen, omdat één verkeerd woord meer kwaad dan goed doet. Ik moet me grondig voorbereiden. Vanzelfsprekend dienen mijn preken helemaal uit-
de waarheidsvriend
geschreven te worden. Verder plaats ik deze leerdiensten in een breder kader. Er zijn allerlei middelen die gemeenteleden kunnen helpen om iets aan de preken te hebben en ze voor zichzelf te verwerken. Ik denk aan berichten of vragen op de website van de gemeente, bespreking in kringen en catechese en uitnodiging tot contacten met mij als pastor. Ook lijkt het me goed de preken kort samengevat uitgeprint aan de gemeente mee te geven, vergezeld van gespreksvragen. Zuivere bedoeling Ik geef tien aandachtspunten voor de preek. Ze zijn bedoeld om de belangrijkste thema’s aan de orde te stellen. Ze zijn gemakkelijk te veranderen, verminderen of uit te breiden. 1. De preek zet ik in met een positieve karakterisering van seksualiteit. Zij is een kostbare gave van God, gegeven met ons menszijn. Man en vrouw schiep God ons. (Gen.1:27) Hiermee wordt een van
de wezenlijke relaties tussen ons mensen genoemd. We zijn mens als man en als vrouw op elkaar aangelegd. Zo bedoelt God het met ons. Met seksualiteit is dus niets mis. God zag dat ze goed was. Als de catechismus spreekt over ‘kuis’ leven, dan betekent dat niet preuts of onnatuurlijk, maar overeenkomstig deze zuivere bedoeling die God met de seksualiteit voor ons heeft. Ons lichaam en onze ziel mogen een tempel zijn van de Heilige Geest. (1 Kor.6:19) Seksualiteit en Heilige Geest hebben dus alles met elkaar te maken. We hoeven seksualiteit niet te mijden, maar dienen haar te wijden. 2. Seksualiteit is niet alleen kostbaar, maar ook kwetsbaar. Sinds Genesis 3 zijn onze seksuele gevoelens in de greep van het kwaad gekomen. Seksualiteit kan zomaar een invalspoort worden voor duistere begeerten die diep in ons huizen. We zijn helaas de onschuld kwijt. We hebben Gods gebod nodig als norm voor onze seksuele begeerten en als een beteugeling ervan.
Een preek over seksualiteit zal bij uitstek een pastoraal karakter dragen.
9 juli 2009
Het zevende gebod, zowel uit Exodus 20 als uit Deuteronomium 5, is niet het enige gebod dat we nodig hebben, maar het is wel een heel cruciaal gebod en verbod in ons leven. Als het kwaad van egoïsme zich meester maakt van onze seksualiteit gaat er zo ontstellend veel kapot. Dan ben ik er niet meer voor de ander, maar is de ander is er voor mij, zelfs als object. De catechismus spreekt harde woorden, zoals ‘vloek’, maar dit harde is eenvoudig waar en moet gezegd worden. Zo zegenrijk een bijbelse omgang met seksualiteit mag zijn, zoveel vloek brengt het bederf ervan teweeg. Onder druk 3. Ik spits nu de gave van de seksualiteit toe op het huwelijk. Het is de grondvorm van de seksuele relatie van man en vrouw. God bracht onze eerste ouders in die band bij elkaar. (Gen. 2:24) Eén man voor één vrouw en andersom, heel uniek. Een verbond van liefde en trouw voor het hele leven. Hun geheim is de trouw die zij elkaar beloven, hun liefde het kenmerk. Het is nog meer, want hun huwelijk mag ook een afspiegeling zijn van het huwelijk van Christus en Zijn gemeente. (Ef.5) Een goede voorbereiding op het huwelijk is nodig. Huwelijkscatechese is een zegen. Kinderen krijgen is een gave en een opgave. Ik besef dat ik in de preek moet denken aan echtparen die geen kinderen krijgen. Ook moet ik me ervan bewust zijn dat er echtparen zijn bij wie hun relatie onder druk is komen te staan. Ook de relatie in de seksuele omgang. Soms is professionele hulp nodig, ik mag niet vergeten daarheen te verwijzen. 4. Echtscheiding is iets wat God niet wil. Ik moet dat de Bijbel heel duidelijk nazeggen. Tegelijk weet ik als pastor dat er situaties kunnen optreden, door overspel, maar ook door andere vormen van ontwrichting, dat het onmogelijke mogelijk moet worden. Soms is er een nooduitgang nodig, omdat het huis in brand staat (zo dr. Hoek). Ik weet van de pijn die ik nu oproep en hoe kwetsbaar het leven rondom en na een echtscheiding
de waarheidsvriend
is. Ook voor kinderen uit gebroken gezinnen. Ik zal straks voor hen bidden en voor andere gemeenteleden die in soortgelijke nood verkeren. Pervers 5. Ik kom nu toe aan het punt dat wij opgroeien en leven in een samenleving die in haar seksuele praktijk geen weet meer heeft van wat God wil. Onze maatschappij is verziekt door perverse erotiek. De duivel is in niets zo creatief als in deze perversie. Maar vrij zijn van normen leidt tot slavernij. Door seks als consumptieartikel te beschouwen, verliezen we God en elkaar. Ik zeg in de preek dat we het hierover moeten hebben in de nabespreking. Wat betekent het woord van Paulus voor ons: Maar u geheel anders? (Ef.4:20) 6. Dan moet ik homoseksualiteit ter sprake brengen. Ik zeg dat naar bijbelse normen een seksuele relatie tussen man en man of vrouw en vrouw niet kan en ik zeg ook waarom niet. Laat staan een homohuwelijk of inzegening van homoseksuele relaties. Ik weet als herder dat nu de ziel van broeders en zusters die homoseksueel zijn kan gaan beven. Het gaat hier om hun identiteit. Hier zal ik moeten voorkómen dat iemand denkt: ik mag er niet zijn zoals ik ben. Hier zal ik ook een bewogen appèl moeten doen op de gemeente om oog te hebben voor die verborgen worsteling langs de rand van het bestaan. Ik zal proberen de stille lijders het gevoel te geven bij mij als herder veilig te zijn. Op dit punt moeten we als gemeente nog veel leren om anders te zijn dan de wereld.
Om over door te praten 1. Wat sprak u aan in de preken en waar had u moeite mee? Waar zit dat in? 2. Wat zou u in het gesprek in de gemeente over seksualiteit willen inbrengen? 3. Welke plaats had de seksuele opvoeding in uw eigen opvoeding en hoe zou het in onze tijd moeten?
Opvoeding 7. Over samenwonen als relatie van liefde en trouw spreek ik ook. Ik zal duidelijk maken waarom samenwonen geen alternatief is voor het huwelijk. Ook als samenwonenden niet bepaald geïnspireerd worden door het voorbeeld van gehuwden. Ik zal zó mijn woorden moeten kiezen dat het niet zo is dat ik wel de waarheid behoud, maar de mensen verlies. Maar ik zal ook hier trouw dienen te zijn aan wat de Heere God wil. Ik zeg dat de kerkenraad graag met samenwonenden in gesprek wil gaan en met hen wil zoeken naar een weg die leidt tot het huwelijk en het trouwen in de kerk. 8. Speciale aandacht besteed ik in de preek aan de alleengaande en alleenstaande. Aan de gescheiden man en vrouw. Aan hun schuldgevoelens en verlangens. Ook wil ik denken aan de weduwe en weduwnaar. Hun gemis, slapeloze nachten en gevaar van isolement. Maar ook roep ik de gemeente op om aan hen te denken. Een bemoedigend mailtje of kaartje doet al zoveel goed. Ik heb oog voor mensen die slachtoffer zijn van seksueel geweld en anderen die verborgen seksuele noden kennen. 9. Dan de seksuele opvoeding, die een onmisbaar onderdeel van de opvoeding vormt. Ouders hebben hierin een dure roeping. Ze dienen hun kinderen wegwijs te maken in gesprek en voorbeeld, hoe om te gaan met hun eigen seksualiteit in onze tijd (internet!). Er zijn gelukkig pedagogisch verantwoorde hulpmiddelen. Ik zal ze op de website of in het kerkblad noemen. Nieuw begin mogelijk 10. Ik wil de preek positief eindigen. Het moet duidelijk zijn dat seksualiteit een kostbare gave van God is, juist als opgave. Ik mag de gemeente verkondigen dat Gods Zoon ook voor de schuld van mensen die het zevende gebod overtraden betaalde met Zijn kostbaar bloed. Er is boete, berouw en een nieuw begin mogelijk, zelfs in de vergeving van elkaar. Ik eindig met Psalm 133: Waar liefde woont, gebiedt de Heer zijn zegen.
W. Verboom
9 juli 2009
7