Vriendschap Trefwoord is een methode voor levensbeschouwelijke vorming in de basisschool en wil kinderen begeleiden en ondersteunen bij het verkennen, bewustmaken en verrijken van hun wereld. Tijdens deze levensoriëntatie komen ze allerlei vragen tegen, zoals: wat is eerlijk, wat heeft zin, waar is mijn overleden opa, wat betekent God voor mensen, waarom heeft niet iedereen genoeg te eten, waarom pesten mensen elkaar, enzovoort. Het zijn levensvragen van alle tijden waarop verhalen uit verschillende tradities (onder andere joodse en christelijke traditie) in de loop der eeuwen ook een antwoord zochten. Deze en ook eigentijdse bronnen kunnen kinderen inspireren, aan het denken zetten om vervolgens er met elkaar in de klas op te reflecteren. Ze dagen hen uit om zelf keuzes te maken voor hun handelen. Dat geeft houvast, vertrouwen en perspectief, op weg naar de toekomst. (uit: Trefwoord, verantwoording. Waarom Trefwoord?) (uitgave: Kwintessens)
Trefwoord werkt aan de hand van pedagogisch verantwoorde thema’s, die hun oorsprong vinden in een serie samenhangende Bijbelverhalen. Ze zijn voor ieder kind herkenbaar in zijn eigen werkelijkheid. De thema’s worden van verschillende kanten belicht, zodat allerlei ervaringen uit de wereld van kinderen een plek kunnen krijgen. Daardoor ontstaat er volop ruimte voor het oproepen van vragen en dilemma’s, reflecteren op het eigen handelen en het ontwikkelen van het kritisch vermogen. De ervaringen van kinderen krijgen betekenis. (uit: Trefwoord, wat is de inhoud?) (uitgave: Kwintessens) Deze weken staat het thema “vriendschap” centraal. Vriendschap is voor kinderen net zo belangrijk als eten en drinken. Als je vrienden hebt, hoor je erbij. Dan stel je iets voor. Echte vrienden hebben elkaar iets te bieden. Je kunt je verhaal kwijt, samen dingen ondernemen, delen en elkaar helpen. Maar vriendschap is niet vanzelfsprekend. Ze kunnen veranderen, omdat bijvoorbeeld je beste vriend verhuist of nieuwe vrienden maakt. Een vriendschap kan bekoelen en zelfs omslaan in “ik wil je niet meer zien”. Vriendschap kun je niet afdwingen, ook al doet een kind soms verwoede pogingen daartoe. Het vraagt om een ‘klik’ en dat heb je niet altijd zelf in de hand. In vriendschap moet je investeren. Het is een kwestie van geven en nemen. Met een houding van alleen ‘wat levert het mij op’ red je het niet. Vrienden zijn geen koele zakenpartners, je raakt vertrouwd met elkaar en bent op elkaar ingesteld en dat maakt je meteen ook kwetsbaar. (uit: Trefwoord, themaoverzicht aflevering twee, “vrienden”.) We vertellen de Bijbelverhalen over David en Jonathan, de zoon van koning Saul. Vanaf het begin ontstaat er een vriendschappelijke vertrouwdheid die uitgroeit tot genegenheid. Het is een niet voor de hand liggende vriendschap tussen een herdersjongen
en een kroonprins. Jonathan laat zien dat hij een echte vriend is. Hij maakt zijn eigen toekomst als troonopvolger ondergeschikt aan de toekomst van David. Een vriend die zichzelf helemaal wegcijfert. Hoe kun je je bewust worden van echte vriendschap? Vriendschap wil niet zeggen dat er nooit iets misgaat. Ook tussen vrienden is het niet altijd koek en ei. Hoe maak je het weer goed wanneer het mis is gegaan tussen twee vrienden? Hoe moet je een ruzie, hoe groot of klein dan ook weer oplossen? Vrienden vergeten elkaar nooit, ook niet wanneer hij verhuist of echt weg is… Een paar prachtige prentenboeken om bij dit thema te gebruiken…
Derk Das was een goede vriend van alle dieren in het bos. Maar hij was oud, héél oud. Op een dag vond Victor Vos een brief van Derk: 'Ik ben de lange tunnel ingegaan. Dag jongens... daaag!' De dieren missen Derk Das heel erg, maar als ze over hem praten is hij toch een beetje bij hen.
Paultje is woedend! Hij heeft ruzie met zijn beste vriend. Paultje wil Gijs nooit meer zien. Voortaan speelt hij wel alleen. Hij heeft Gijs niet nodig om een dam te bouwen. Gelukkig komt er vanzelf weer een eind aan de ruzie.
Maar hoe maak je het weer goed? Het komt niet altijd vanzelf goed. Voor kleuters is het erg belangrijk om vriendjes te hebben, maar vriendschap is op deze leeftijd vaak betrekkelijk. Maar belangrijk is het wel voor een kleuter. Voor het ene kind is het maken van vriendschap iets wat vanzelf gebeurt, voor het andere kind is het iets wat veel moeite en inspanning kost, soms lukt het ook niet. Kinderen van vier, vijf jaar willen graag vriendjes hebben en beredeneren sterk vanuit hen zelf. Een kleuter kijkt of het vriendje dezelfde verwachtingen
van de vriendschap heeft, van dezelfde activiteiten houdt of makkelijk bereikbaar is. (in de buurt wonen, in dezelfde klas zitten) Je zult je vriendje eerst beter moeten leren kennen. Na elkaar wat geobserveerd te hebben, moet je leren hoe je moet communiceren en leer je informatie uit te wisselen. En hoe doe je dat als je praten in een grote groep spannend vindt. Wij merkten dat het praten in de grote groep voor een aantal kleuters erg spannend en belemmerend werkt, vandaar dat wij nu werken met kleine kringen en zelfs gesprekjes met twee kinderen tegenover elkaar laten gebeuren. “Waar woon je”, “waar speel je graag mee”, “wat eet je het liefst”, “waar ben je bang voor”, “lust je limonade”, “wil jij een keer met mij spelen”…
Naar elkaar kijken, naar elkaar luisteren en interesse tonen voor elkaar is niet altijd even makkelijk. We willen graag dat klasgenootjes plezierig met elkaar omgaan, daarom maken we soms tweetallen die als vrienden hetzelfde doen. Samen een prentenboek bespreken, samen een spel uit de kast kiezen. In het speellokaal spelen we “vriendentikkertje”, twee vrienden houden elkaars hand vast en zijn samen de tikker of vluchten samen voor de tikker.
We spelen “Kanjerspelletjes”. Om een voorbeeld te geven: Namenleerspel, oprechte interesse begint met het onthouden van iemands naam. Met een foambal probeert een tikker een kind waarvan de naam wordt geroepen te tikken. De tikker staat in het midden van de kring. Om te voorkomen dat je getikt wordt, roep je snel de naam van iemand anders. In dit spel leren we samen te werken en we maken kennis met elkaar.
Poortentikkertje, waarbij we elkaar moeten vertrouwen. In dit spel is het de bedoeling dat we elkaar helpen te bevrijden, wanneer je getikt bent.
Baldoorgevertje: een spel waarbij we plezier hebben en leren samen te werken. Ze hebt hier zelfbeheersing en respect voor elkaar nodig. Het spel wordt gedaan in twee groepen. De kinderen uit een groep vormen een rij, achter elkaar, de bal wordt door de voorste over het hoofd doorgegeven en de volgende kinderen geven de bal tussen de benen door. Wanneer de bal achteraan is gekomen gaat de achterste met de bal naar voren en begint het spel opnieuw, net zolang totdat de oorspronkelijke eerste weer vooraan staat.
De kruiwagen, een spel dat draait om vertrouwen, samenwerken en plezier hebben. We werken in tweetallen, de ene is de drager, de ander de kruiwagen. De kruiwagen loopt op handen, de drager houdt de voeten vast. Wie is het eerst aan de overkant?
Staartenroof: een spel waarbij het gaat om plezier hebben en samenwerken. Ieder kind heeft een staart (lintje) dat achter in de broek, rok is gestopt. Er zijn twee tikkers die zoveel mogelijk staarten gaan pakken.
De vrije loop, een spel dat gaat om vertrouwen, elkaar helpen, het gaat ook om concentratie. Kinderen zijn van elkaar afhankelijk. Er wordt gewerkt in tweetallen. Eén kind heeft een blinddoek voor, de ander begeleidt. Er zijn spelletjes genoeg te bedenken waarbij het gaat om vriendschap, wederzijds vertrouwen, respect, eerlijk spel en gewoon plezier hebben. Wanneer het lijkt te klikken zullen de kleuters op zoek gaan naar activiteiten om samen te doen en thuis afspraakjes maken. Wanneer ze het gevoel hebben vrienden te kunnen zijn, zullen ze ook aan het oplossen van eventuele conflicten werken en hier samen een oplossing proberen te vinden. Maar moeilijk is het wel en het woordje “sorry” is maar een klein woordje en snel gezegd. Op school gebruiken wij de “Kanjertraining”. De Kanjertraining kiest voor een wereld van vertrouwen en hanteert de vuistregel bij conflicten: zoek een oplossing die in de toekomst houdbaar is en doe elkaar recht.
Thema’s voor de kinderen: Hoe zie ik mijzelf. Jezelf voorstellen. Iets aardigs zeggen over de ander en over jezelf. Welke gevoelens ken je en wat zijn dat? Hoe voelt de ander zich. Probeer pesters te laten kletsen. Hoe leer je vragen stellen en antwoorden geven. Hoe leer je samen werken en luisteren naar elkaar. Wat is vriendschap. Hoe maak je keuzes. Hoe zorg je ervoor dat je niet meedoet met narigheid. Doe je niet anders voor dan je in werkelijkheid bent. We willen graag dat iedereen met plezier naar school gaat en zich veilig voelt. De Kanjertraining gaat er van uit dat een goede opvoeding zich richt op fundamentele menselijke waarden. Zoals liefde, vertrouwen, mededogen, toewijding, verantwoordelijkheid en betrokkenheid in de breedste zin van het woord. “Durf het leven te vertrouwen, zoals het zich voordoet”. De Kanjertraining kent vijf uitgangspunten: we vertrouwen elkaar, we helpen elkaar, niemand speelt de baas, niemand lacht uit, niemand doet zielig. De uiteenzetting wordt aangevuld met ervaringen uit de dagelijkse praktijk en thema’s zoals die in de kanjerboeken zijn uitgewerkt. De Kanjerlessen gaan uit van de positieve eigenheid van het kind, die het verlangen heeft het goed te doen.
Er wordt gebruik gemaakt van vier gedragstypen. De Kanjer ( witte pet), de Vlerk ( pestvogel, zwarte pet), de Aap ( pias, rode pet), en het Konijn ( bang, gele pet).
Kinderen gedragen zich, evenals volwassenen, verschillend in verschillende situaties. Je bent dus geen gedragstypetje, maar je gedraagt je als de Kanjer, het Konijn, de Aap of de Vlerk. De Kanjerafspraken zijn het fundament waarop de Kanjertraining rust. In onze groep wordt gebruik gemaakt van een knieboek: : Max en het dorpje”.
Max heeft een dorpje ontdekt, waarin pestvogels, tijgers, konijnen en apen uiteindelijk op een goede manier met elkaar omgaan.
In de klas hangen drie Kanjerposters, waar wij iedere dag naar verwijzen..
We leren elkaar kennen door met elkaar in gesprek te gaan, in een grote groep en kleine groepjes of in tweetal. Het samen werken leren we door onder andere spelletjes te doen in het speellokaal. Hoe leer je voor jezelf op te komen? Hoe leer je “sorry “ te zeggen, hoe maak je het weer goed. Vriendschap kan tegen een stootje, je kunt het weer goedmaken. Vriendschap is niet altijd vanzelfsprekend en soms wordt vriendschap, vertrouwen op de proef gesteld, het is niet altijd makkelijk, maar wel te leren…en dat hoef je niet alleen te doen. Dinsdag 11 november vieren we met elkaar een Trefwoordviering, waarbij “vriendschap” centraal staat. Kijk ook eens op Youtube: “als je vriendjes bent”… http://www.youtube.com/watch?v=1Bc1UZmph8M
Een vriend is als…
En wat doe je wanneer je papa, je allerbeste vriend ver weg is, op vredesmissie in Mali… Die mis je dan wel heel erg. Hoe fijn is het dan wanneer je een vriend hebt die heel speciaal voor jou is en samen met jou een brief aan je papa wil schrijven. Samen wij… Lynn en Jesse, twee kleuters die elkaar heel speciaal vinden en verliefd zijn.
Samen wij…