Een miskraam
Albert Schweitzer ziekenhuis januari 2015 pavo 0605
Inleiding Uw gynaecoloog heeft u verteld dat u een miskraam heeft. Een miskraam is een verdrietige gebeurtenis, die meestal veel vragen en gevoelens oproept. In deze folder leggen we uit wat een miskraam is, wat de klachten zijn en wat er gedaan kan worden als de miskraam is vastgesteld. Ook uw herstel na de miskraam wordt besproken.
Wat is een miskraam? Een miskraam wordt ook wel een abortus genoemd. Een miskraam in de eerste drie maanden van de zwangerschap wordt een vroege miskraam genoemd. Afhankelijk van de duur van de zwangerschap spreken we over een embryo (korter dan zeven weken) of een foetus (vanaf zeven weken). De oorzaak van een miskraam is bijna altijd een afwijking in de chromosomen. Die afwijking is toevallig ontstaan bij de bevruchting van de eicel. Dit leidt tot een stoornis in de aanleg van de zwangerschap waardoor het embryo of de foetus niet verder kan groeien en wordt afgestoten. Het is belangrijk om te weten dat een miskraam niet kan worden tegenhouden of kan worden voorkomen. Medicijnen gebruiken, bedrust houden of stoppen met werken hebben geen invloed. Een inwendige echo kan aantonen of er sprake is van een miskraam. In Nederland krijgen jaarlijks 20.000 vrouwen een miskraam. De kans op een miskraam neemt toe met de leeftijd. Voor vrouwen beneden de 35 jaar is de kans op het krijgen van een miskraam 10%, tussen de 35 en 40 jaar 16% en boven de 40 jaar 33%. Na één miskraam is de kans op het krijgen van een volgende miskraam niet groter.
1 van 9
Verschijnselen bij een miskraam Zwangerschapsverschijnselen zoals gespannen borsten of ochtendmisselijkheid worden soms vlak voor een miskraam minder. Een miskraam begint meestal met vaginaal bloedverlies en menstruatiepijn. De bloeding kan binnen enkele uren tot dagen erger worden en kortdurend hevig zijn en gepaard gaan met krampende pijn. U kunt daarbij ook stolsels verliezen, stukjes weefsel (baarmoederslijmvlies). Het vruchtzakje met embryo of foetus kunt u ook verliezen. Het bloedverlies en de krampen nemen daarna snel af en houden na een paar dagen op. Soms is er nog enkele weken een beetje bloedverlies. Het kan ook zijn dat u nog geen bloedverlies heeft gehad, maar dat op een echo wordt ontdekt dat het embryo of de foetus niet meer leeft. Er is dan geen hartactie (meer) te zien. U kunt dan binnen enkele dagen (soms weken) een bloeding verwachten, waarbij het vruchtje vanzelf wordt afgestoten.
Wat als een miskraam is vastgesteld? U kunt in principe kiezen tussen afwachten op het spontane beloop van de miskraam of een curettage. Bij een curettage wordt al het zwangerschapsweefsel uit uw baarmoeder verwijderd. De arts overlegt met u wat in uw situatie het beste is.
Afwachten Voordelen van afwachten U kunt er voor kiezen om af te wachten omdat een spontane miskraam een meer natuurlijk verloop heeft. U kunt dan thuis aan uw verdriet toekomen. Eventuele complicaties van een curettage worden vermeden.
2 van 9
Nadelen van afwachten Als u besluit om een spontane miskraam af te wachten, is het verstandig om te bedenken hoe lang u wilt afwachten. Bespreek dit met uw arts. Afwachten kan medisch gezien geen kwaad en heeft geen gevolgen voor een eventueel nieuwe zwangerschap. Wel kan het emotioneel zwaar voor u zijn. Ook kan door veel bloedverlies of pijn of door een niet complete miskraam later alsnog een curettage nodig zijn. Bovendien kunt u zwangerschapsverschijnselen blijven houden zolang er nog zwangerschapsweefsel in uw baarmoeder aanwezig is.
Curettage Voordelen van curettage Minder onzekerheid over het beloop zoals bij afwachten. Nadelen van curettage Een curettage is een medische ingreep met een kleine kans op complicaties. Een weinig voorkomende complicatie bij een curettage is het syndroom van Asherman. Hierbij ontstaan verklevingen aan de binnenkant van de baarmoeder. Deze verklevingen kunnen nadelig zijn voor de vruchtbaarheid en zullen in een later stadium met een operatie moeten worden verwijderd. Een enkele keer komt een perforatie voor. Hierbij gaat het curettageslangetje door de wand van de baarmoeder, waardoor er een gaatje ontstaat. Dit gaatje sluit zich meestal vanzelf weer. Dit heeft geen gevolgen, maar soms is het verstandig een extra nacht in het ziekenhuis te blijven. Vaak krijgt u dan antibiotica. Een andere complicatie is een niet complete curettage, waarbij een deel van het zwangerschapsweefsel achterblijft. Dit gedeelte kan alsnog spontaan naar buiten komen, maar soms is een tweede curettage nodig.
3 van 9
Bloedonderzoek Als u veel bloed verliest, kan er bloed worden geprikt om te onderzoeken of u bloedarmoede heeft. Als het nodig is, krijgt u van de arts een recept voor staaltabletten mee naar huis. Meestal wordt bij het bloedprikken ook de bloedgroep en Rhesusfactor onderzocht.
Dagbehandeling Als er voor een curettage gekozen wordt, wordt u in het ziekenhuis opgenomen voor een dagbehandeling. Soms heeft u een paar dagen van tevoren nog een gesprek met de anesthesioloog en intakeverpleegkundige. De anesthesioloog stelt u vragen over uw gezondheid en geeft u informatie over de narcose. De intakeverpleegkundige stelt u ook vragen die van belang zijn voor uw opname en geeft u informatie over de gang van zaken op de verpleegafdeling. Het is ook mogelijk dat u zonder deze gesprekken opgenomen wordt op de verpleegafdeling. De verpleegkundige stelt u dan ook op de afdeling deze vragen. Een curettage is een kleine ingreep. De baarmoeder wordt via de vagina (schede) met behulp van een dun slangetje leeggezogen. De ingreep duurt ongeveer tien minuten. Het zwangerschapsweefsel dat wordt verwijderd, wordt opgestuurd voor onderzoek. Voorbereidingen Om uw opname zo voorspoedig mogelijk te laten verlopen, vragen wij u de volgende voorbereidingen te treffen: Voor deze operatie moet u nuchter zijn. De regels over nuchter zijn leest u in de folder “Anesthesie en pré-operatieve screening”. De anesthesioloog spreekt met u af welke medicijnen u de dag van de curettage in mag nemen met een slokje water.
4 van 9
Het is verstandig om zowel de dag vóór de curettage als de dag van de curettage niet te roken en geen alcohol te drinken. Eventuele make-up en nagellak moeten verwijderd worden. Als u kunstharsnagels heeft die niet blank gelakt zijn, moet er één nagel per hand verwijderd worden. Wij vragen u om ’s morgens thuis te douchen. Dit is om te voorkomen dat bacteriën zich kunnen verspreiden op de operatiekamer. Op de dag van de curettage is het niet toegestaan om bodylotion te gebruiken. We raden u aan om sieraden en andere kostbaarheden thuis te laten.
Wat neemt u mee naar het ziekenhuis Alle medicijnen die u thuis gebruikt in de originele verpakking. Uw toiletartikelen, (nacht)kleding/ochtendjas, pantoffels of slippers. Ook als u voor dagopname komt! Namen en telefoonnummers van twee contactpersonen die wij informatie mogen geven. Een boek, tijdschrift of iets dergelijks om de tijd mee door te komen. De opname De verpleegkundige voert met u een opnamegesprek. Als u al eerder voor een opnamegesprek bent geweest en er zijn daarna nog dingen veranderd, kunt u dit doorgeven aan de verpleegkundige. Voordat u naar de operatiekamer gaat, worden uw temperatuur, hartslag en bloeddruk gecontroleerd. Daarna krijgt u medicijnen als voorbereiding op de narcose. De verpleegkundige brengt u met bed naar de operatiekamer. Hier krijgt u een infuus. De anesthesioloog geeft u een korte narcose. Na de ingreep ligt u een tijdje op de uitslaapkamer (verkoeverkamer). Hier controleert een verpleegkundige uw hartslag en bloeddruk. Ook wordt gecontroleerd hoeveel bloed u verliest.
5 van 9
Wanneer u goed wakker bent, wordt u door een verpleegkundige weer naar uw kamer gebracht. Op uw eigen kamer kunt u verder herstellen. Uw arts of zaalarts komt later bij u langs. De arts geeft u dan informatie over uw herstel. Ook kunt u uw vragen dan stellen. Injectie met Anti-D Als u een Resusnegatieve bloedgroep heeft, krijgt u na de operatie een injectie met Anti-D. Daarmee wordt voorkomen dat er Rhesusantistoffen ontstaan. Deze antistoffen kunnen bij een volgende zwangerschap problemen veroorzaken. Als u hierover meer wilt weten kunt u de folder ‘Bloedgroep. Rhesusfactor en irregulaire antistoffen’ lezen. Het ontslag U mag naar huis als u na de ingreep goed wakker bent, weinig bloedverlies heeft, gegeten en geplast heeft en de controles van uw hartslag, bloeddruk en temperatuur goed zijn. We raden u aan om vervoer naar huis te regelen. Omdat uw reactievermogen door de toegediende medicijnen bij de narcose tijdelijk kan verminderen, mag u van de verzekering niet zelf deelnemen aan het verkeer. Ook pijnstillers kunnen uw reactievermogen verminderen. Voor ontslag bespreekt de verpleegkundige met u de leefregels en de pijnbestrijding voor thuis. Na zes weken komt u voor controle terug op de polikliniek Gynaecologie. De afdelingssecretaresse maakt voor u deze afspraak.
Onderzoek van het weefsel Het zwangerschapsweefsel dat bij de curettage wordt verwijderd, wordt altijd met het blote oog bekeken. Meestal wordt het weefsel ook nog onder de microscoop onderzocht. Beide onderzoeken zijn nodig om nogmaals te bevestigen dat u een miskraam heeft gehad. De onderzoeken zeggen niets over de oorzaak van uw miskraam of het geslacht van het embryo.
6 van 9
Na de miskraam Lichamelijk herstel Na een spontane miskraam of een curettage herstelt u lichamelijk meestal snel. We raden u wel aan nog enkele dagen rustig aan te doen. U kunt nog één tot zes weken wat bloedverlies of bruinige afscheiding hebben. We raden u aan om met geslachtsgemeenschap te wachten tot het bloedverlies gestopt is. Na de miskraam mag u meteen weer zwanger worden. Medisch gezien is het niet nodig om te wachten. Wanneer u uw volgende menstruatie zult krijgen, is niet te voorspellen. Meestal begint deze vier tot zes weken na de miskraam. Wanneer moet u een arts waarschuwen ? Het is verstandig om uw arts of verloskundige te waarschuwen: Bij hevig bloedverlies (langdurig en meer dan een gewone menstruatie). Bij klachten van ‘sterretjes zien’ of flauwvallen. Bij aanhoudende klachten, zoals krampende pijn in de buik en/of hevig bloedverlies. Dit kan wijzen op een niet complete miskraam, waarbij nog een rest van het zwangerschapsweefsel in de baarmoeder is achtergebleven. Een (nieuwe) curettage kan dan nodig zijn. Bij koorts. Een temperatuur van 38˚C of hoger kan wijzen op een ontsteking van de baarmoeder, die eventueel behandeld moet worden met antibiotica. Bij ongerustheid. Emotioneel herstel Na een miskraam kunt u een moeilijke tijd hebben. Verdriet, schuldgevoelens, ongeloof, boosheid en een gevoel van leegte zijn veel voorkomende emoties. Het is moeilijk aan te geven hoeveel tijd u nodig zult hebben om emotioneel te herstellen. Bedenkt u wel dat schuldgevoelens eigenlijk nooit terecht zijn. We raden u aan om over uw gevoelens te praten met uw partner, familie, vrienden of arts.
7 van 9
Een volgende zwangerschap Een volgende zwangerschap gaat in de meeste gevallen goed, ook bij vrouwen die meer dan één miskraam hebben gehad. Als u weer zwanger wilt worden is het altijd verstandig om gezond te leven. Een miskraam is niet te voorkomen. Wel kan het geruststelling geven om bij een volgende zwangerschap een afspraak te maken voor een inwendige echo, vroeg in de zwangerschap.
Meer informatie . Er bestaat geen landelijke hulporganisatie die zich speciaal richt op vrouwen die een miskraam hebben gehad. Wel kunt u informatie vinden in boeken en op internet. Boeken Met lege handen. Marianne Cuisinier en Hettie Janssen. Houten: Unieboek, 2e dr. 1997. ISBN 90 269 6699 7. Als je zwangerschap misloopt. Wiebe Braam en Martha van Buuren. Baarn: La Rivière 1999. ISBN 90 384 0365 8. Omgaan met een miskraam. Bernard Spitz, Manu Keirse en Annemie Vandermeulen, ISBN 90 209 57 26 0 Websites www.nvog.nl www.miskramen.nl www.zwanger-miskraam.startpagina.nl
8 van 9
Arts waarschuwen Als u last krijgt van onderstaande klachten, raden wij u aan een arts te waarschuwen: Toenemende pijn Koorts boven de 38˚C, rectaal gemeten Veel vaginaal bloedverlies (meer dan bij een normale menstruatie) Niet goed uit kunnen plassen of pijn bij het plassen Bij ongerustheid Tot tien dagen na uw operatie, moet u bij problemen contact opnemen met de afdeling Gynaecologie. Als u na deze tijd klachten krijgt, moet u contact opnemen met uw huisarts.
Tot slot Als u vragen heeft of ongerust bent, kunt u tijdens kantooruren altijd bellen naar uw verloskundige of gynaecoloog op de polikliniek Gynaecologie, tel. (078) 654 64 46.
De tekst van deze folder is gebaseerd op de NVOG-folder ‘Bloedverlies in de eerste helft van de zwangerschap’ 2005. De tekst is waar nodig aangepast aan de situatie in het Albert Schweitzer ziekenhuis.
9 van 9