EEN KOUD KUNSTJE Train je hond in een handomdraai Willem Teunisse
PRAKTIJKBOEK
EEN KOUD KUNSTJE traIN je hond in EEN HANDOMDRAAI
EEN OP BELONINGEN GEBASEERDE TRAINING
EEN KOUD KUNSTJE Copyright © 2012 Willem Teunisse Auteur Willem Teunisse Omslagontwerp W&N Vormgeving binnenwerk W&N Fotografie Jovanna Maric, Willem Teunisse, Arjen Went www.hpdibbes.nl
[email protected] Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, door middel van druk, fotokopieën, geautomatiseerde gegevensbestanden of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.
3
INHOUD 1 Train je hond in een handomdraai 4
Inhoudsopgave
6
Voorwoord
8
Hoofdstuk 1
Hoe leert uw hond?
14
Hoofdstuk 2
De vier stappen van het uitlokken & belonen
22
Hoofdstuk 3
De basisoefeningen: zit, af, staan & omrollen
35
Hoofdstuk 4
Het stap voor stap verbeteren van de oefeningen
42
Hoofdstuk 5
Lichaamstaal: de stress-signalen
48
Hoofdstuk 6
Andere basisoefeningen: blijf, kom, volg & naast
61
Hoofdstuk 7
Misverstanden in de communicatie met de hond
65
Hoofdstuk 8
Ga naar, afblijven, pak maar, pak vast & laat los
71
Hoofdstuk 9
De neus aan het werk
2 Het aanpakken van eenvoudige gedragsproblemen
4
83
Hoofdstuk 10
Het eenvoudig oplossen van vaak voorkomend probleemgedrag
101
Hoofdstuk 11
Home alone
106
Hoofdstuk 12
Problemen die u misschien bent tegengekomen
113
Hoofdstuk 13
Tot slot: over belonen versus dwang
117
Dankwoord
Inhoud
In elke relatie moet tijd en aandacht gestoken worden om die goed te laten verlopen. Ik weet één ding zeker: echt elke minuut die u steekt in de relatie met uw hond, krijgt u ook weer dubbel en dwars terug. Ik draag dit boekje op aan de trouwe honden uit mijn verleden (als ik toen had geweten wat ik nu weet…): Asta, Gabber, Boris en Gooney. En aan mijn huidige viervoeters Stitch en Ombra, die wél de vruchten van mijn tegenwoordige kennis plukken. Willem met Lola, Ombra en Stitch foto Irene Werdler
5
Hoera, we hebben een hond Of het nu na rijp beraad was of een impulsieve actie, u heeft een hond in huis genomen. Een pup of misschien een oudere hond uit een asiel of andere opvangsituatie. En wat nu? Een hond kan een enorm plezierige toevoeging aan ons leven zijn of… een enorme lastpost. Uw toekomstige relatie met uw hond, is geheel afhankelijk van wat u nu aan hem leert. U zal hem moeten leren hoe hij zich hoort te gedragen, zodat hij voor u prettig gezelschap zal zijn. Mijn vader zei vroeger tamelijk belerend: Tijd of zin heb je niet, jongen. Dat moet je maken. Het lijkt wel of iedereen tegenwoordig gebukt gaat onder stress. We zijn allemaal druk en de omgang met de hond bestaat maar al te vaak uit drie maal per dag een blokje om. Dit is jammer, want er zijn maar weinig zaken leuker dan lekker samen met de hond te trainen. U krijgt als bonus een gehoorzame en vriendelijke viervoeter die bijna overal welkom is omdat hij zich goed gedraagt. Nu is het mijn beurt om te zeggen: Tijd of zin heeft u niet, dat moet u maken. Een hond aanschaffen is geen kunst, dat kan echt iedereen, maar het vraagt een verantwoordelijk persoon om de hond ook op te voeden tot een prettig gezelschapsdier. Dit boekje is dan ook bedoeld voor al die eigenaren die thuis of tijdens de dagelijkse wandeling, hun harige vriend op een supersnelle manier willen (bij)scholen. De leermethode in dit boek is wetenschappelijk onderbouwd, maar ik heb geprobeerd de specialistische taal die in veel trainingsboeken wordt gebruikt, zoveel mogelijk te vermijden. U krijgt alleen in het eerste hoofdstuk de hoogst noodzakelijke uitleg over de manier waarop een hond leert. Alle overige informatie is al op andere plekken te vinden. Bovendien is het niet nodig om al die terminologie en theorieën te kennen om uw hond goed te kunnen trainen. En dat laatste is waar het in dit boek om draait. Het is bedoeld voor iedere hondenbezitter die snel en efficiënt wil trainen.
Willem Teunisse
6
Hoofdstuk 4 stap voor stap verbeteren van de oefeningen
PRAKTIJKBOEK
EEN KOUD KUNSTJE DEEL 1
Train je hond IN EEN HANDOMDRAAI
Hoofdstuk 1
Hoe leert uw hond? Omdat we geen universitaire studie hoeven te volgen om onze hond te laten zitten.
Hoe leert uw hond? Wie ernaar zoekt, vindt op het internet een stortvloed aan informatie over allerlei leertheorieën. Voor de doorsnee hondenbezitter is het een brij van verwarrende begrippen en moeilijke woorden die bovendien voor meerdere uitleg vatbaar lijken te zijn. Dr. altijd recht voor zijn raap Ian Dunbar zegt in de serie lezingen Dog Behavior, Medicine and Training, het volgende over de leertheorieën: “Alle leertheorieën komen oorspronkelijk voort uit experimenten gedaan in een laboratorium. Voornamelijk op ratten en duiven die werden getraind door computers. Ze zaten meestal in een kooitje, zodat ze niet aan de training konden ontkomen. Ze werden beloond of gestraft met altijd dezelfde hoeveelheden beloningen (voer) en altijd dezelfde hoeveelheden straf. Altijd hetzelfde voltage elektrische stroom, net genoeg om het dier ‘au’ te laten piepen, in de lucht te laten springen en te laten maken dat hij wegkwam. Het is één ding als een computer consequent een rat straft in een kooitje. De rat kan er niet aan ontkomen en een computer is consequent. Mensen zijn niet consequent en honden zitten niet in een kooitje. Het enige wat de hond leert van straf is: wanneer kan het baasje mij niet straffen als ik me misdraag?” Het moet allemaal veel simpeler. Welke weldenkende hondenbezitter wil een halve universitaire studie volgen om zijn hond te laten zitten? Deze studietijd kan veel beter besteed worden aan het trainen van de hond. Er is echter wel een aantal zaken die u hoort te weten over de manier waarop een hond leert.
De hond leert van de gevolgen van zijn gedrag Gedrag is werkelijk alles wat de hond doet; lopen, zwemmen, eten, drinken, zitten, bijten, likken, achter de kat van de buren aanrennen, vechten, paren, plassen, poepen, knipperen, graven, grommen en blaffen. Maar voor alle duidelijkheid, ook niets doen is gedrag.
9
Hoofdstuk 1 hoe leert uw hond?
Gedrag heeft altijd een bepaald gevolg voor de hond. Alle denkbare gevolgen van zijn gedrag, zijn grofweg in drie groepen in te delen: Gevolg 1 Er gebeurt iets goeds voor de hond. Als een hond iets doet… en dat gedrag levert hem iets goeds of iets prettigs op, dan zal hij de neiging hebben om dat gedrag te herhalen. Voorbeeld: de hond gaat zitten. U geeft hem iets lekkers en een aai over zijn bol… en de hond zal in de toekomst vaker gaan zitten. Gevolg 2 Er gebeurt iets slechts voor de hond. Als een hond iets doet… en dat gedrag levert hem iets vervelends op, dan zal hij al snel de neiging hebben om dat gedrag niet meer te herhalen. Voorbeeld: de hond wil iets eetbaars uit een openstaande vuilnisbak pakken, maar de deksel valt bovenop zijn neus. De hond schrikt en heeft pijn. Het gevolg is dat de hond in de toekomst niet meer in de buurt van een openstaande vuilnisbak komt. Gevolg 3 Er gebeurt helemaal niets. Als de hond iets doet… en er gebeurt echt helemaal niets, dan zal de hond uiteindelijk dat nutteloze gedrag steeds minder vertonen tot op het punt dat het gedrag verdwijnt. Een dier verspilt geen nodeloze energie aan zaken die hem niets opleveren. Dus… alle honden leren middels de gevolgen van hun gedrag. Dit is echt niet nieuw. Dit is al minstens honderd jaar bekend. Een korte blik in de geschiedenis leert ons dat Edward Lee Thorndike in 1911 al in zijn Law of Effect het volgende schreef over het leergedrag bij dieren: “Dieren vertonen verschillende gedragingen en als een gedrag een positief effect heeft, zal hij dat gedrag vaker vertonen. Als een gedrag een negatief effect heeft, zal dat gedrag afnemen.” Het is dan ook logisch dat de hond gedrag dat hijzelf leuk vindt en een goed gevolg heeft, heel snel leert. Voor gedrag dat de hond minder snel uit zichzelf zou doen, is echter ook een oplossing gevonden. David Premack kwam in 1959 met een stelling die bekend is geworden als het Premack principe. Het luidt als volgt:
10
Hoofdstuk 1 hoe leert uw hond?
“Gedrag dat de hond graag en vaak uit vrije wil doet en heel vaak door hem vertoond wordt, kan gebruikt worden om een gedrag dat hij minder graag en minder vaak doet en waar dus niet vrijwillig voor gekozen zou worden te bekrachtigen, zodat dat lagere frequentie gedrag vaker voorkomt.” Met andere woorden: als u iets dat de hond erg graag doet (bijvoorbeeld achter een bal aanjagen), vooraf laat gaan door iets dat de hond niet zo graag doet (bijvoorbeeld zitten op commando), dan zal hij uiteindelijk het gedrag dat hij niet graag doet (het zitten), steeds vaker en gemakkelijker gaan doen omdat hij weet dat hij daarna achter de bal aan mag. Ik benoem deze leerprincipes, omdat ik er later op ga terugkomen. Zelfs wanneer u niet van plan bent serieus met uw hond te gaan trainen, is er nog één belangrijk punt om te weten over het leren van de hond.
Steeds opnieuw hetzelfde leren Als een hond in de huiskamer heeft geleerd om te gaan zitten, moet u hem het op straat opnieuw leren, en op het grasveld opnieuw leren en op een grindpad opnieuw leren. Nee, uw hond is niet eigenwijs en nee, hij is niet ongehoorzaam en hij is zeker niet dom. Verlies niet uw geduld. Niet mopperen, vloeken of erger. Dit is gewoon de manier waarop alle honden leren. Zodra er iets verandert - de persoon die met hem traint, de situatie of de omgeving waarin een commando wordt gegeven - dan moet hij het gewoon weer opnieuw aanleren. Pas als hij het op een groot aantal verschillende plekken en ook onder verschillende omstandigheden heeft gedaan, valt bij de hond het muntje. Dan snapt hij dat als u ‘Zit’ zegt, dat hij zijn billen op de grond moet laten zakken. De ene hond zal het wat sneller oppikken dan de andere.
Training De befaamde Amerikaanse dierentrainer Bob Bailey zegt in zijn lezing The Fundamentals of AnimalTraining het volgende: “Welk gedrag laat het dier mij zien? En: welk gedrag wil ik zien? Training
11
Hoofdstuk 1 hoe leert uw hond?
beschrijft het pad dat we bewandelen van het gedrag dat we hebben, naar het gedrag dat we willen.” We moeten allereerst uitzoeken waar de hond echt warm voor loopt. Is het zijn voer, een speeltje, een knuffel, achter ballen aan mogen? Wat het ook is, we moeten het voor de hond absoluut de moeite waard maken om onze (voor hem) maffe opdrachten uit te voeren. Hoe eenvoudig dit ook klinkt, het is simpelweg waar training op neerkomt. De dingen die wij belangrijk vinden om aan de hond te leren, betekenen in de meeste gevallen helemaal niets voor het dier. We moeten het dus voor hem de moeite waard maken. Hij zal het echt niet doen omdat hij u zo geweldig vindt of omdat u de baas bent. Maar het trainen met beloningen zorgt ervoor dat het steeds meer een samenspel wordt. Gedrag wordt gedreven door beloningen uit de omgeving (iets lekkers, een aai, een knuffel, een speeltje, aandacht, vrijheid, een compliment, een schouderklopje). De meeste beloningen komen van buitenaf en het grootste deel is afkomstig van mensen. Bob Bailey: “U krijgt niet het gedrag wat u wilt, u krijgt het gedrag dat u beloont.”
Hoe gaan wij de hond trainen? We gaan de training op zo’n manier vorm geven, dat de hond eigenlijk niet veel anders kan doen dan het door ons gewenste gedrag te laten zien. We lokken dat gedrag gewoon uit. Dit gedrag levert de hond tijdens de aanleerfase veel beloningen op, dus zal hij dit gedrag steeds vaker laten zien. We gaan hem simpelweg leren welk gedrag we van hem willen, zodat hij weet wat we van hem verlangen en er geen reden is om hem te straffen voor gedrag dat we niet willen. Waar we met het trainen uiteindelijk naar toe werken is dat de hond het zo leuk gaat vinden, dat zijn motivatie om het te doen van binnenuit komt. Het doen wordt dan de beloning. De hond wordt dan niet meer beloond voor het halen van de bal. Het halen van de bal is de beloning. Net als u niet betaald wordt om te gaan sporten, te gaan dansen, te zingen of als vrijwilliger te werken bij uw favoriete vereniging.
12
Hoofdstuk 1 hoe leert uw hond?
Wat gebruiken we als trainingsgereedschap? We gebruiken, tijdens het aanleren van nieuwe oefeningen, voer om de hond in de door ons gewenste positie te lokken, maar we bouwen het uitlokken met voer ook weer zo snel mogelijk af (zie pagina 19). We gebruiken voer om hem te belonen, maar ook het belonen met voer bouwen we zo snel mogelijk af (zie pagina 19). Wat we echter niet afbouwen, is gelijk ook het allerbelangrijkste trainingsgereedschap dat we hebben, namelijk het geven van duidelijke feedback aan de hond.
Feedback Dr. Ian Dunbar, zegt in EffectiveLure/RewardTraining het volgende over feedback: “Met feedback laten we een hond weten dat hij iets goed doet of dat hij iets niet goed doet. Als hij iets goed doet, zegt u simpelweg iets in de geest van: ‘Braaf’ of ‘Goed gedaan.’ Als hij het verkeerd doet, vertel hem dan wat hij wel moet doen en… geef niet op tot hij het doet.” Wij mensen zien goed gedrag als iets vanzelfsprekends en reageren daar niet of nauwelijks op, maar we mopperen of klagen steen en been over slecht gedrag. Als we geen enkele aandacht hebben voor het goede gedrag, richten we onze aandacht steeds meer op het slechte gedrag. En bij sommige honden zal dat slecht gedrag veroorzaken. Het slechte gedrag krijgt immers meer aandacht van het baasje dan het goede gedrag. De hond leert daarvan: ‘als ik blaf, komt het baasje’ of ‘als ik aan de riem trek, zeggen ze wat tegen me’ of ‘als ik iets van tafel pak, dan rennen ze achter me aan en ik vind dat een geweldig spelletje’. De hond is nu eenmaal een supersociaal dier. Hij krijgt liever gemopper, gevloek en geschreeuw (slechte aandacht), dan helemaal geen aandacht. Ik geloof dat hiermee de belangrijkste dingen wel zijn uitgelegd. Tijdens de oefeningen krijgt u hier en daar nog wat extra uitleg als dat voor die oefening nodig is. Soms herhaal ik een aantal zaken als geheugensteuntje. De meeste aandacht gaat nu naar de oefeningen, de praktijk.
13
Hoofdstuk 1 hoe leert uw hond?
Hoofdstuk 2
De vier stappen van uitlokken & belonen Omdat het zo leuk is iets lekkers of een aai over de bol te krijgen.
Uitlokken & belonen in vier stappen De trainingsmethode uit dit boekje is een gemakkelijke en vooral snelle manier om uw hond goed gedrag of iets nieuws aan te leren. De oefeningen zijn gebaseerd op de werken van Dr. Ian Dunbar, de grondlegger van de uitlokken en belonen-methode. Uitlokken en belonen is effectief trainen met gezond verstand. Het enige wat u hoeft te begrijpen zijn de volgende vier eenvoudige stappen:
1 U verzoekt de hond om een bepaald gedrag. Stap 2 U lokt dat gedrag uit. Stap 3 De hond reageert en… Stap 4 ...u beloont de hond voor het laten zien van het gedrag. Stap
De zitoefening Stap 1
Het verzoek
Zeg: ‘Zit!’ 2 Stap
Het uitlokken
Lok de juiste reactie uit bij de hond door een lekker brokje voor de neus van uw hond te houden en het langzaam, vanaf iets boven de neus in de richting van de ogen te bewegen. 3 Stap
De reactie
De hond reageert door zijn hoofd op te heffen als hij met zijn neus het brokje volgt. Hij compenseert die beweging door zijn achterste te laten zakken en komt in een zitpositie. Dit is de gewenste reactie en dus… 4 Stap
De beloning
…geeft u hem een beloning door het brokje te geven.
15
Hoofdstuk 2 uitlokken & belonen
oefening zit
De zitoefening 1 Stap 1 Het gesproken verzoek.
2 Stap 2
Het uitlokken van de reactie.
3 Stap 3 De reactie van de hond.
4 Stap 4 De beloning.
Alle oefeningen in het boek zien er zó uit.
16
Hoofdstuk 2 uitlokken & belonen
Geheugensteuntje gedrag en gevolg Zoals Thorndyke zei: “…als een gedrag een positief effect heeft, zal hij dat gedrag vaker vertonen.” Omdat de hond voor zijn gedrag iets lekkers krijgt en het hem iets goeds oplevert, zal hij dat gedrag herhalen.
De vier stappen Het verzoek Stap 1 Stelt u zich voor dat ik tegen u “Otur” zeg. U zult waarschijnlijk niet reageren. Als ik dan hetzelfde met wat meer kracht tegen u zeg, zult u mij misschien niet begrijpend aankijken. Als ik dan vervolgens opgewonden “Otur!” tegen u roep, kunt u zich onprettig gaan voelen of zelfs geïrriteerd raken. Otur is Turks voor ‘zit’ en het is heel goed mogelijk dat u geen Turks spreekt. Net als de hond geen Nederlands spreekt. Dus wij moeten hem Nederlands als tweede taal aanleren. Het grote voordeel van de leermethode uit dit boek is, dat u het woord (het commando) dat u voor het gedrag wilt gaan gebruiken (in dit voorbeeld het woord ‘zit’) al in het begin van de aanleerfase kunt gaan gebruiken. Dit omdat u er zeker van kunt zijn dat hij het gedrag zal gaan vertonen. U probeert eerst of u hem met een brokje in de gewenste zitpositie kunt lokken. Als u merkt dat dat een aantal malen lukt, zegt u de volgende keer: “Dibbes, zit” en lokt u hem daarna met het brokje weer in een zitpositie (om misverstanden te voorkomen: in plaats van Dibbes zegt u natuurlijk de naam van uw hond). De uitlokken en belonen-training is de snelste methode om de hond de betekenis te leren van de commando’s die u gebruikt. Er wordt geen onnodige tijd verspild. Omdat de hond vanaf de eerste keer dat u de oefening met hem
17
Hoofdstuk 2 uitlokken & belonen
doet wordt uitgelokt om het verlangde gedrag te laten zien, legt de hond al snel verband tussen het commando en het verlangde gedrag. Het uitlokken Stap 2 ‘Uitlokken’ staat voor alles wat gebruikt wordt om het gewenste gedrag uit te lokken. In het bovenstaande voorbeeld is een uitlokker dus iets lekkers in uw hand dat u aan de hond laat zien, om hem er toe te brengen een bepaald gedrag te tonen. Met het lekkers als uitlokker in uw hand, kunt u er zeker van zijn dat u de hond kunt laten zitten, liggen, staan, kruipen of omrollen. De kunst van het trainen met uitlokken en belonen is het vinden van de beste manier om de hond uit te lokken, het gewenste gedrag vrijwillig te tonen. In het begin zal voedsel de meest geschikte uitlokker van gedrag blijken te zijn. Wat later in de training zal het uitlokken met speeltjes beter blijken te werken bij de pubers en de volwassen honden. Dan kunt u frisbees, kauwspeeltjes, piepspeeltjes, tennisballen en trekspelletjes gebruiken om uw hond spelenderwijs te trainen. De reactie Stap 3 Als de hond eenmaal gefocust is op het voedsel als uitlokker, zal hij met zijn neus, ogen en oren, elke uitlokbeweging volgen. Als hij zijn neus beweegt, zal hij zijn kop bewegen. Als hij zijn kop en nek beweegt, zal hij zijn hele lijf bewegen. Om de hond uit te lokken te gaan zitten en daarmee de gewenste reactie te laten zien, beweegt u het brokje (als een soort neusmagneetje) omhoog over zijn kop. Om de hond uit te lokken te gaan liggen, beweegt u het brokje naar de grond tussen zijn voorpoten. Om de hond te laten staan, beweegt u het brokje weg van zijn snuit, etc. De beloning Stap 4 De beloning is het lekkers of het leuks dat de hond (binnen drie seconden) krijgt na het vertoonde gedrag. Bij bijna elk getraind dier dat u ziet in de film en op televisie, is voedsel gebruikt om gedrag uit te lokken en te belonen. Trainers die met grote en gevaarlijke dieren werken, willen echt niet dat deze dieren negatieve gedachten gaan verbinden aan hun training.
18
Hoofdstuk 2 uitlokken & belonen
Bovendien is het natuurlijk nutteloos en nogal onzinnig om tegen een orka “Foei, stout beest” te roepen, als hij niet doet wat de trainer wil. Het is ook niet slim om een grizzlybeer een draai om zijn oren te geven of hem op zijn rug te gooien, als hij niet luistert. Ook therapiehonden en werkhonden worden meestal met beloningen getraind. Het minste dat wij voor onze honden kunnen doen is hen dezelfde rechten geven als de rest van de getrainde dierenwereld. Voedselbeloningen in training worden uiteindelijk vervangen door andere relevante, voor de hond ook waardevolle beloningen als met andere honden spelen, op de bank liggen, over de buik wrijven, met de auto mee mogen, wandelingen maken, met een trektouw spelen, achter een bal aanrennen.
Welk voer gebruiken we als uitlokker en beloning? Omdat we de hond niet willen vetmesten, gebruiken we zijn dagelijkse hoeveelheid normale brokjes als uitlokkers en beloningen. U weegt in de ochtend de dagelijkse hoeveelheid voeding af en bewaart die in een afgesloten blik. Een deel ervan gebruikt u tijdens de training. Zo krijgt de hond exact de juiste hoeveelheid voedsel per dag. Extra lekkere beloningen als gedroogde kip, lever of pens, worden alleen voor speciale momenten gebruikt. Bijvoorbeeld als de hond een oefening perfect uitvoert of iets heel moeilijks moet aanleren.
Nog even iets over de manier waarop u beloont Alleen in het begin beloont u elke maal de gewenste reactie. U zegt: ‘Zit’, u lokt het gedrag uit en de hond draait, wurmt, denkt, wiebelt en gaat uiteindelijk zitten. De eerste malen beloont u telkens deze zit. Wanneer het gewenste gedrag eenmaal voorspelbaar is geworden, dan beloont u alleen de bovengemiddelde reactie. U beloont dan alleen de snellere reacties op bijvoorbeeld het kom-commando of de mooiste uitgevoerde zit. Dit stimuleert de hond om het door u gewenste gedrag sneller en betrouwbaarder te gaan uitvoeren.
19
Hoofdstuk 2 uitlokken & belonen
Het uitlokken afbouwen Zodra de hond het allemaal een beetje door heeft en een aantal malen goed heeft gereageerd, beginnen we onmiddellijk het uitlokken af te bouwen. U stopt het lekkers in uw zak. U laat de hond goed zien dat uw handen leeg zijn en u vraagt hem, op dezelfde manier (met dezelfde handbeweging) als daarvoor om te gaan zitten. Als de hond gaat zitten, zegt u: “Goed gedaan.” U haalt vervolgens het welverdiende lekkers uit uw zak en geeft het hem. De brokjes die als uitlokkers worden gebruikt, worden onnodig op het moment dat uw hond de bedoeling van het gesproken commando en het daarbij behorende handsignaal begrijpt. Dit afbouwen van het voer om gedrag uit te lokken is erg belangrijk, omdat anders de ‘uitlokker’ al snel een ‘omkoper’ wordt. Het moet steeds meer worden en van een grotere waarde zijn om nog enig effect te hebben. Daarmee wordt het als trainingsmiddel waardeloos.
Het belonen afbouwen Niet alleen het uitlokken dient zo snel mogelijk te worden afgebouwd, maar ook het belonen. U kunt al beginnen met tijdens de eerste sessie de beloning af te bouwen, door de hond meer en meer acties te laten uitvoeren voor een enkel brokje. U zegt: “Dibbes, kom, …zit …af …sta …zit” en u geeft hem één brokje als beloning voor meerdere acties. De hele wetenschap achter de uitlokken en belonen-methode, bestaat dus uit deze vier stappen: 1. Het verzoek 2. Het uitlokken 3. De reactie van de hond 4. Het belonen van die reactie. Als deze stappenreeks een aantal malen wordt herhaald, zal de beloning het door u gewenste gedrag bij de hond sterker maken en zal hij dat gedrag dus vaker laten zien. Uw hond zal al snel leren om op de signalen van uw hand te reageren, omdat honden onderling voornamelijk met lichaamstaal communiceren. Het zal echter veel langer duren voordat uw hond in verschillende situaties betrouwbaar op de gesproken commando’s reageert.
20
Hoofdstuk 2 uitlokken & belonen
Wanneer u de hond tijdens elk spel, elke maaltijd en elke wandeling traint, dan is er voor de hond geen verschil tussen trainen en al de andere leuke dingen uit een hondenbestaan.
ALLE HONDEN HETEN DIBBES In de oefeningen worden alle honden in de mannelijke vorm aangesproken en Dibbes genoemd. Dit om te voorkomen dat ik steeds onderscheid moet maken tussen de verschillende reutjes en teefjes die zo braaf model stonden voor dit boek.
21
Hoofdstuk 2 uitlokken & belonen
Hoofdstuk 3
De basisoefeningen zit, af, staan en omrollen Omdat u Dibbes niet leert zitten (dat kon hij al toen hij drie weken was), maar omdat u Dibbes leert op uw verzoek te gaan zitten.
oefening zit vanuit staan
zit vanuit staan 1 Stap 1 Zeg: “Dibbes, zit.”
2 Stap 2
Houd een lekker brokje voor de neus van uw hond en beweeg het langzaam vanaf iets boven de neus in de richting van de ogen.
3 Stap 3 Als uw hond zijn hoofd optilt om het lekkers te volgen, zal hij automatisch gaan zitten. Houdt uw hand niet te hoog, want dan zal de hond de neiging hebben omhoog te springen.
4 Stap 4 Op het moment dat hij zit, zegt u: “Goed gedaan” en geeft u hem het brokje als beloning.
23
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
Belangrijk Het is belangrijk dat u het brokje aan hem geeft terwijl hij nog steeds zit. Als hij bijvoorbeeld net bezig is om weer op te staan en u geeft hem het brokje, dan beloont u hem niet voor het zitten maar voor het ‘bezig zijn met opstaan’.
Geheugensteuntje Op meer plaatsen aanleren van de oefening Het is belangrijk dat u de hond eerst in de huiskamer leert om te gaan zitten. Doe het op een moment dat hij niet door iets wordt afgeleid. Dan leert u hem zitten in de tuin of op een rustige plek in het plantsoen. Dan leert u het hem in een rustige straat. Dan in een iets drukkere straat. Kortom, de hond moet dezelfde oefening op meerdere plaatsen en onder verschillende omstandigheden opnieuw leren. Zoals al eerder beschreven, dit is nu eenmaal de manier waarop het beestje leert. Pas als hij het op een groot aantal verschillende plekken en onder verschillende omstandigheden heeft geleerd en gedaan, snapt hij dat u met ‘zit’ bedoelt dat hij zijn billen op de grond moet laten zakken.
Wat heeft u de hond nu eigenlijk geleerd? Heeft u Dibbes leren zitten? Welnee, natuurlijk niet. Uw hond wist al hoe hij moest gaan zitten toen hij drie weken oud was. U heeft Dibbes geleerd op uw verzoek te gaan zitten. Of eigenlijk: u heeft Dibbes geleerd op uw verzoek vanuit een staande positie te gaan zitten. Om ervoor te zorgen dat hij betrouwbaar zal reageren op het zit-commando, moet u hem ook nog leren te gaan zitten als hij ligt en vanuit andere lichaamsposities en activiteiten.
24
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
oefening zit vanuit liggen
Zit vanuit liggen 1 Stap 1 Zeg: “Dibbes, zit.”
2 Stap 2 Houd het lekkere brokje voor de neus van uw hond en til het, met uw palm naar boven, snel omhoog en beweeg er mee boven zijn hoofd. U moet er misschien speels mee bewegen of een beetje in uw handen klappen om hem enthousiast te maken om vanuit ligpositie overeind te komen.
3 Stap 3
Als uw hond op zijn zijkant is gaan liggen, doe dan een pas naar achteren en tik met het brokje op de grond voor zijn neus. Als uw hond dan terug op zijn buik rolt ter voorbereiding op het overeind komen, doe dan vlug een stap naar voren en lok hem zoals eerder beschreven tot een zit.
4 Stap 4 Als het beestje blijft zitten, prijst u hem uitbundig en geeft u hem het brokje terwijl hij zit.
25
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
Geheugensteuntje Het uitlokken afbouwen Vergeet niet het uitlokken snel af te bouwen. Zodra de hond het allemaal een beetje door heeft en een aantal malen goed heeft gereageerd, kunt u beginnen met het afbouwen van het uitlokken. U stopt het lekkers in uw zak. U laat de hond goed zien dat uw handen leeg zijn en u vraagt hem, op dezelfde manier (dezelfde handbeweging) als daarvoor, om te gaan zitten. Als de hond gaat zitten, zegt u onmiddellijk: “Goed gedaan” en geeft u hem het brokje uit uw zak.
Anekdote
De herder, de baas & de mevrouw Een man parkeert zijn kleine auto op de parkeerplaats van een supermarkt. Naast de man zit een grote herdershond op de passagiersstoel. De man draait het raampje op een kiertje open voor wat frisse lucht en zegt tegen de hond dat hij af moet gaan. Langzaam zakt de hond naar beneden tot zelfs zijn fraaie puntoortjes uit het zicht zijn verdwenen. Als de man buiten zijn auto staat, zegt hij door de kier van het raam: “Affff en blijf”. Terwijl hij langzaam achteruit bij zijn auto vandaan loopt, herhaalt hij nadrukkelijk: “Blijf… blijf… blijf…” Op dat moment wordt hij op zijn schouder getikt door een vrouw die hem vraagt: “Is het niet veel makkelijker om hem gewoon op de handrem te zetten?”
26
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
oefening af vanuit zit
af vanuit zit 1 Stap 1 Zeg: “Dibbes, af.”
2 Stap 2
Houd het brokje voor de neus van uw hond. Beweeg het snel naar de grond tussen de voorpoten van de hond en houd het daar met de palm van uw hand naar beneden gericht. Wacht geduldig tot uw hond gaat liggen. Het langzaam wegtrekken van het brokje, dus weg van de voorpoten van de hond, kan het proces iets makkelijker maken omdat hij dan met zijn neus naar voren reikt. Om er vervolgens voor te zorgen dat zijn hele lichaam de grond raakt, beweegt u het brokje weer langzaam naar voren in de richting van zijn borst.
3 Stap 3
Als uw hond uiteindelijk ligt, maakt u hem een duidelijk compliment.
4 Stap 4 U zegt zoiets als: “Goed gedaan, knappe hond hoor” en geeft hem iets lekkers terwijl hij nog steeds ligt.
27
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
1 Stap 1 Zeg: “Dibbes, af.”
2 Stap 2 Beweeg het brokje snel naar beneden tot op de grond en houd het met uw handpalm naar beneden gericht, tussen zijn voorpoten. Deze positieverandering is het moeilijkst voor de hond, dus houd u uw hand daar stil tot de hond gaat liggen.
3 Stap 3 Op het moment dat de ellebogen en de borst van de hond de grond raken en de hond een speelboog maakt, beweegt u het lekkers naar zijn borst en zullen zijn billen ook op de grond zak
4 Stap 4 Prijs de hond de hemel in (bedenk dat dit de moeilijkste oefening is) en zeg iets in de geest van: “Goed gedaan, Dibbes, wat een mooie af” en geef hem wat lekkers terwijl hij ligt.
28
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
oefening af vanuit staan
af vanuit staan
oefening Een alternatieve manier om ‘af’ aan de hond te leren
Een alternatieve manier om ‘af’ aan de hond te leren
1 Stap 1
Het kan wat moeilijk zijn om ‘af’ vanuit staan aan te leren. Een simpele truc is om uw hond met iets lekkers onder een bijzettafeltje of uw been door te lokken. Zeg: “Dibbes, af.”
2 Stap 2 Beweeg het brokje om de interesse van de hond te wekken. Als uw hond het lekkers ruikt, trekt u het langzaam weg van zijn neus…
3 Stap 3 … en uw hond zal ‘af’ gaan om onder uw been door te kunnen kruipen!
4 Stap 4 Als hij ligt, zegt u: “Brave Dibbes” en geeft u hem het brokje.
29
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
1 Stap 1 Zeg: “Dibbes, staan.”
2 Stap 2
Beweeg het brokje horizontaal weg van de neus van uw hond.
3 Stap 3 Als de hond staat, laat dan het brokje iets zakken om er voor te zorgen dat de hond naar beneden kijkt. Als hij omhoog kijkt, zal hij onmiddellijk weer gaan zitten als hij is opgestaan. Houd het brokje echter niet te laag, omdat hij dan de neiging zal hebben om te gaan liggen.
4 Stap 4 Prijs de hond kalm en rustig als hij blijft staan om dat gedrag te bekrachtigen. Als hij staat, geeft u hem het brokje. Voorzichtig en ritmisch neerwaarts drukken op de schoft van de hond helpt om het staan krachtiger te maken. Des te steviger u drukt, des te krachtiger hij zal staan.
30
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
oefening staan vanuit zit
staan vanuit zit
oefening staan vanuit af
staan vanuit af 1 Stap 1 Zeg: “Dibbes, staan.”
2 Stap 2 Beweeg het brokje eerst omhoog en dan horizontaal weg van de neus van de hond.
3 Stap 3 Als de hond niet reageert, helpt het als u een stap terug neemt en met het brokje op de grond tikt. Gewoonlijk maakt dat de hond weer wat energieker.
4 Stap 4 Prijs de hond voor de keren dat hij onmiddellijk overeind komt en beloon hem terwijl hij staat. Voorzichtig en ritmisch neerwaarts drukken op de schoft van de hond helpt om het staan krachtiger te maken. Des te steviger u drukt, des te krachtiger hij zal staan.
31
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
1 Stap 1
Laat de hond af gaan en als hij ligt, zegt u: “Dibbes, rol om.”
2 Stap 2 Houd het lekkere brokje voor de neus van uw hond en… …beweeg het vanaf zijn neus naar zijn schouderblad en dan langzaam helemaal door naar de andere kant.
3 Stap 3 Op het moment dat de hond omrolt en op zijn rug ligt...
4 Stap 4 …zegt u: “Brave Dibbes”, kroelt hem over zijn buik en u geeft hem zijn welverdiende brokje. Het omrollen en het staan op commando is ook erg handig tijdens de bezoeken aan een dierenarts. Bij onderzoek scheelt het enorm voor de arts als een hond kan (stil)staan en omrollen.
32
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
oefening omrollen
omrollen
Geheugensteuntje Het afbouwen van de beloningen U hebt de hond nu een aantal verschillende oefeningen geleerd. Dit is het moment om te beginnen met het afbouwen van de beloningen. Dat doet u door de hond meer en meer acties te laten uitvoeren voor één enkel brokje. U zegt bijvoorbeeld: “Dibbes... kom… zit… af… sta… zit” en u geeft hem één brokje als beloning voor meerdere acties. Het is goed om daar gelijk een leuk spelletje aan vast te plakken. Het moet immers voor de hond de moeite waard zijn om onze maffe opdrachten uit te voeren en een spelletje met de baas is een waardevolle beloning. Het is uiteindelijk de bedoeling dat de voedselbeloningen verderop in de training vervangen worden door andere plezierige zaken.
Geheugensteuntje Belonen op het juiste moment Doe u best om het belonen zo goed mogelijk te doen, dat wil zeggen zo snel als u kunt en terwijl de hond in de positie is die u van hem vroeg. Stel dat ik mijn hond op commando laat liggen en hij staat vervolgens op en ik beloon hem terwijl hij opstaat, waar heb ik hem dan voor beloond? In dat geval heb ik hem dus beloond voor het opstaan. Als het mijn bedoeling was om hem te belonen voor het liggen, heb ik daar dus behoorlijk gefaald. De beloning dient zo snel mogelijk aan de hond gegeven te worden. Als de beloning onmiddellijk wordt gegeven is het 100% effectief. Na één seconde is het 60 - 70% effectief en na 2 seconden 20 - 30% effectief. Als u langer dan drie seconden wacht met belonen, beloont u de hond voor heel iets anders.
33
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
Stel dat u tegen problemen aanloopt In hoofdstuk 12 behandel ik een aantal zaken waar u tijdens het trainen tegenaan kunt lopen. Bijvoorbeeld: mijn hond houdt helemaal niet zo van voer. Mijn hond komt uit een asiel. Mijn hond heeft geen enkele aandacht voor me. Of: als mijn hond buiten is, heeft hij alleen maar aandacht voor andere zaken. Ik was eerst van plan om dat soort zaken aan het begin te beschrijven, maar de meeste pups en honden zullen geen problemen hebben met de vriendelijke manier van trainen uit dit boek. Als u tegen één van bovenstaande problemen aan loopt, kunt u het beste eerst hoofdstuk 12 lezen. Voor de andere lezers is het tijd voor hoofdstuk 4.
34
Hoofdstuk 3 de basisoefeningen
Hoofdstuk 4
Het stap voor stap verbeteren van de oefeningen Omdat uw hond het zo leuk vindt om te trainen en dingen te leren.
Als de voorgaande oefeningen allemaal goed zijn verlopen, kan uw hond inmiddels zitten, af gaan, staan en omrollen. Oefen dit een groot aantal malen per dag (minimaal een keer of twintig), op verschillende plekken in huis en op straat. Oefen de verschillende posities apart van elkaar of combineer ze met elkaar. Oefen in korte sessies van een paar minuten (ongeveer de duur van een reclameblokje op tv). Maak eens een lange wandeling en vraag uw hond om de 25 meter om één van de posities of combineer ze met elkaar. Zo leert de hond dat zit, af, sta en rol om, altijd en overal betekent dat hij moet gaan zitten, staan, afgaan of omrollen.
Afstand, afleiding en duur Als de hond braaf doet wat u aan hem vraagt, kunt u beginnen met het stap voor stap verbeteren van de oefeningen. Wat kunt u eigenlijk verbeteren aan de oefeningen? Schrijfster en gedragsdeskundige Jean Donaldson, zegt op haar dvd Perfect Paws in 5 Days: “Tijdens de training zou, als de hond de oefening beheerst, de oefening slechts op één van de volgende punten verbeterd moeten worden: Afstand, afleiding en tijdsduur. Dat zijn de punten waar u apart aan moet werken om de training te verbeteren.”
Afstand U leert uw hond te gaan zitten, of te blijven zitten, op steeds grotere afstanden bij u vandaan. Afleiding U leert uw hond te blijven zitten ook als er een bal voorbij rolt, een kind op een step langskomt of er een lekker ruikend patatzakje voorbij waait. Duur U leert uw hond voor langere tijd te blijven zitten. De bovenstaande voorbeelden betreffen enkel zitoefeningen, maar de drie verbeterpunten gelden natuurlijk voor alle oefeningen.
36
Hoofdstuk 4 stap voor stap verbeteren van de oefeningen
Een stapje verder, op de plaats halt of een stapje terug Elke oefening moet vijf maal herhaald worden om te testen of de hond de oefening perfect of snel genoeg doet. U zult uzelf moeten aanleren om te tellen. U telt zowel het aantal goed uitgevoerde oefeningen als ook het totale aantal oefeningen.
Het klinkt misschien wat complex, maar het gaat als volgt: Eén van één de hond heeft de oefening goed gedaan. Twee van twee opnieuw heeft hij de oefening goed gedaan. Twee van drie de hond deed de oefening niet goed, dus van de drie herhalingen heeft hij er twee goed gedaan. Pas als de hond het vijf van de vijf herhalingen perfect doet, gaan we een stapje verder. Zo niet, dan houden we op de plaats halt of doen we (figuurlijk) een stapje terug. We gaan een stapje verder: Als de hond de oefening vijf maal goed doet, gaan we één van de drie verbeterpuntjes uitvoeren. Dat betekent:
of we laten de hond op een grotere afstand luisteren… of we verhogen de hoeveelheid afleiding… of we laten de oefening langer duren. We houden op de plaats halt: Als de hond de oefening drie of vier van de vijf keer goed doet, handhaven we hetzelfde niveau waarop we oefenen. We trainen gewoon nog een tijdje door tot de hond het wel vijf maal achter elkaar perfect doet. We doen een stapje terug: Als de hond tijdens het testen, de oefening twee of minder van de vijf keren goed doet, moeten we de oefening wat naar beneden bijstellen. We moeten het minder moeilijk maken want we gaan te snel. We zijn een stapje te ver gegaan en we lopen een serieuze kans dat de hond het niet meer leuk vindt en het bijltje erbij neer gooit. Trainen moet altijd leuk zijn, voor de hond én de baas 37
Hoofdstuk 4 stap voor stap verbeteren van de oefeningen
TIP begin met oefenen zonder hond Trainen is een mechanische vaardigheid. Als u heeft gemerkt dat u loopt te stuntelen terwijl u aan het trainen bent of als u merkt dat u wat moeite hebt met de volgorde van handbewegingen, uitlokken of belonen, oefen dan (voor een spiegel) zonder hond. Oefen het gesproken woord en het daarop volgende handgebaar. Oefen de bewegingen die bij de training horen. Oefen, oefen, oefen. De hond heeft niets aan uw verwarring. Train eerst zonder hond en ga pas aan de slag met de hond als u zeker bent wat u moet doen.
De handgebaren op een rijtje Het uitlokken met voer heeft ervoor gezorgd dat de hond het gebaar van uw hand ‘leest’ en dat het handgebaar zijn begrip van het gesproken commando vergroot. Voor alle duidelijkheid zet ik de handgebaren nog even achter elkaar:
zit
Om de hond te laten zitten, beweegt u uw hand omhoog met de palm van uw hand naar boven gericht.
38
Hoofdstuk 4 stap voor stap verbeteren van de oefeningen
af
Om de hond af te laten gaan, beweegt u uw hand omlaag met de palm van uw hand naar beneden gericht.
sta Om de hond te laten staan, beweegt u uw hand horizontaal weg van de neus van de hond.
TIP Hoe u met belonen het gedrag kunt verbeteren U zou vanaf nu nooit meer dan 50% van de oefeningen moeten belonen, anders beloont u ook de slechtere prestaties en zal de training achteruit gaan. Alleen de bovengemiddelde prestaties worden beloond. De goede prestaties worden goed beloond en de extreem goede prestaties worden extreem goed beloond.
39
Hoofdstuk 4 stap voor stap verbeteren van de oefeningen
Een eerste simpele aandachtoefening: Let op Hoewel ik een vreemde hond nooit recht in de ogen staar (dat kan door een hond als een uitdaging worden opgevat), heb ik voor mijn honden één simpele gedragsregel: ik doe niets voor de hond zit en naar mij kijkt. Als hij zit en mij aankijkt mag hij vrij, eten of achter de bal aanrennen. Het is een beleefdheidsvorm die ik tijdens het trainen prettig vind en het is eenvoudig aan de hond te leren. De beloningen worden snel vervangen voor andere zaken die een hond gelukkig maken. De oefening wordt al snel: “Dibbes, let op, goed zo, ga vrij” of “Dibbes, let op, goed zo, ga eten”, etc. Deze oefening went de hond aan het feit, dat hij in het dagelijkse leven vaak recht aangekeken zal worden. Alleen al door hun lengte, kijken kinderen honden vaak recht aan. En wij willen geen hond die dan denkt: hé, ik geloof dat ik word uitgedaagd.
tip Ga voor succes! Stop met oefenen op het moment dat de hond de oefening succesvol en met plezier uitvoert. Dwing uzelf niet te grote stappen te nemen. Leg de lat niet te hoog en zorg dat u er zeker van bent dat de hond kan slagen. Zo blijft trainen voor beide partijen leuk.
40
Hoofdstuk 4 stap voor stap verbeteren van de oefeningen
U laat uw hond zitten. Dan neemt u wat lekkers in uw hand en u houdt dat onder de neus van uw hond. U zegt tegen de hond: “Dibbes, let op.”
2 Stap 2
U brengt het brokje in de richting van uw gezicht en wijst met twee vingers naar uw ogen.
3 Stap 3
Het moment dat de hond u in de ogen kijkt…
4 Stap 4
…zegt u “Goed zo” en geeft u het dier zijn beloning. U zult al heel snel merken dat de hond op het gebaar begint te letten, zonder dat u wat lekkers in uw hand heeft.
41
Hoofdstuk 4 stap voor stap verbeteren van de oefeningen
oefening Leer uw hond u in de ogen te kijken
1 Stap 1
Hoofdstuk 5
Lichaamstaal stress-signalen Omdat uw hond met zijn lijf laat merken dat hij het leven even niet zo leuk vindt.
LICHAAMSTAAL STRESS-SIGNALEN
Honden kunnen ook stress hebben Stress is een lichamelijke reactie op gebeurtenissen in de omgeving van (in dit geval) de hond. Leren is een proces dat altijd stress veroorzaakt, omdat de hond met allerlei zaken te maken krijgt die volledig nieuw voor hem zijn. Wij zouden als verantwoordelijk baasje moeten zorgen dat de training zo min mogelijk stress veroorzaakt. We moeten de moeilijkheidsgraad slechts stapje voor stapje verhogen en vooral niet te veel in één keer van de hond verwachten. Een beetje stress is normaal en helpt het leerproces. Het houdt de hond oplettend en alert. Als de hond echter te veel stress heeft, lukt het hem niet langer meer om nieuwe zaken in zich op te nemen. Het leren wordt dan onmogelijk. Een gestreste hond blokkeert en is niet in staat om leerstof in zich op te nemen. Als de hond gestresst is, neem dan de oorzaak van de stress weg. Leg minder druk op de hond, doe een stapje terug, maak een wandelingetje of speel een spelletje of doe een bekende oefening met hem zodat u hem weer een beloning kunt laten verdienen. De hond laat met een aantal lichamelijke reacties merken dat hij het allemaal even niet meer snapt of dat u teveel druk op hem legt. Houd deze signalen in de gaten, want het kan betekenen dat u te ver gaat in datgene wat u van hem verlangt.
Stress-signalen 1. Gapen Als het baasje de hond bijvoorbeeld een uitbrander geeft, zien we vaak dat de hond gaapt. Andere gaapmomenten zien we tijdens de training, als het gedrag van de baas ervoor zorgt dat de hond onzeker wordt of als de hond de oefening niet begrijpt. Hij gaapt uitgebreid terwijl hij niet moe is. Gapen werkt kalmerend.
43
Hoofdstuk 5 stress-signalen
U vraagt of eist iets van de hond en hij krabt opeens achter zijn oor of oksel. Natuurlijk krabt een hond zich als hij jeuk heeft. Maar als hij zich krabt op een moment dat er iets van hem gevraagd wordt, dan heeft hij stress en probeert hij met dat krabben de stress te verminderen. Het krabben wordt ook wel overspronggedrag genoemd. Stel, u roept uw hond en die is onzeker of hij wel of niet zal komen. Als hij twijfelt, stelt hij zijn beslissing nog even uit. Hij krabt zich dan even uitvoerig of hij begint semi-geïnteresseerd de grond om hem heen te besnuffelen. Boos op hem worden heeft geen zin. Dat zal hem alleen maar nog meer laten twijfelen.
3. Uitschudden Als de hond uit het water komt, zal hij zich uitschudden om droog te worden. Schudt hij zich uit terwijl zijn vacht niet vies, nat of door de war is, dan is dat een teken dat hij gestresst is. Het uitschudden wordt soms ook wel een ‘adrenaline shake off’ genoemd.
4. Tongelen Het begrip ‘tongelen’ staat voor het snel de tong naar buiten steken en de lippen of de neus aflikken. Dit uitsteken van de tong lijkt een beetje op wat een slang doet. Ook met tongelen probeert de hond zijn stress te laten wegvloeien.
44
Hoofdstuk 5 stress-signalen
LICHAAMSTAAL STRESS-SIGNALEN
2. Krabben
LICHAAMSTAAL STRESS-SIGNALEN
5. Kwijlen Een hond kwijlt als hij iets lekkers ruikt. Dat kan eten zijn, maar ook een loops teefje. Als een hond zomaar kwijlt, heeft hij last van spanning.
6. Verstarren Verstarren is een duidelijk stress-signaal. Als u bijvoorbeeld uw hond roept op een boze en agressieve toon, lijkt hij ter plekke te bevriezen. Hij probeert uw boosheid af te wenden. Hij is te bang om weg te lopen en durft zich niet meer te bewegen. Pas op. Het kan een voorbode zijn van een felle uitval.
7. Het optillen van een voorpoot Het optillen van de voorpoot, zoals jachthonden dat doen als ze iets interessants zien, zie je vaak in situaties als; mag ik wel of mag ik niet? Het is een teken dat de hond gespannen is.
8. Niezen Niezen is een manier van de hond om de luchtwegen te reinigen, maar in de meeste gevallen zal het een teken zijn dat hij wat last van stress heeft.
9. Vertragen Als de baas zijn stem verheft en geïrriteerd of boos naar de hond roept dat-ie moet komen, zal de hond zijn pas vertragen. Des te bozer de baas wordt, des te meer de hond in slow motion gaan bewegen. 45
Hoofdstuk 5 stress-signalen
10. Afwenden Wat u vaak ziet als iemand de hond te opdringerig benaderd of aanraakt, is dat de hond zijn kop of soms zijn hele lijf afwendt. Het is een gebaar waarmee de hond tracht de ander te kalmeren. Hij zegt als het ware: “Ik voel me niet op mijn gemak met wat je doet.” Ook Esmaine, de supervriendelijke Boston Terriër die mij elke ochtend enthousiast en blij knorrend kwam begroeten, vertelt mij hier met het afwenden van haar lijf dat ik nu echt teveel in haar persoonlijke ruimte dring.
46
Hoofdstuk 5 stress-signalen
LICHAAMSTAAL STRESS-SIGNALEN
Opnieuw is dit een manier van de hond om de bedreigende partij te kalmeren. Trage bewegingen zijn immers veel minder bedreigend dan snelle bewegingen. Hij is dus niet ongehoorzaam. Hij probeert de baas te kalmeren.
Wie is toch die arme labrador? Even voor de mensen die zich zorgen maken over de geestelijke gezondheid van de hond op de voorbeeldfoto’s: het zijn oude foto’s van onze eigen trouwe Stitch. Stitch is een goed voorbeeld van een hond die door de fokker gedurende de eerste acht superbelangrijke weken van zijn leven, niet in huis gehouden werd. Hij was dus slecht gesocialiseerd, niet gewend aan normale zaken en geluiden en daardoor in het begin heel onzeker. Inmiddels zouden we zulke foto’s niet meer van hem kunnen maken. Hij is nu een gelukkige snuiter en een heel stuk zelfverzekerder.
47
Hoofdstuk 5 stress-signalen
Hoofdstuk 6
Andere basisoefeningen blijf, kom, volg en naast Omdat uw hond het zo fijn vindt steeds meer te leren.
Blijf Op het moment dat uw hond snel en gretig af gaat, gaat staan of zitten, begint u hem te leren (ook op afstand) in die positie te blijven. U begint met een paar seconden te wachten voordat u hem beloont. Geef de hond eerst op een rustige en beheerste manier complimentjes als hij in de gewenste positie blijft liggen, staan of zitten. Tel de seconden als volgt; “Mooie zit, blijf, één… brave zit, blijf, twee… keurige zit, blijf, drie… etc.” Begin met gemakkelijk haalbare doelen, zodat uw hond succes kan scoren. Bijvoorbeeld drie seconden voor een relaxte Bullmastiff, één seconde voor turbo Labrador en een fractie van een seconde voor een superbeweeglijk schoothondje.
Bridge Ik weet dat ik eerder een aantal malen meldde, dat een beloning zo snel mogelijk gegeven moet worden. In dit geval overbruggen we met onze stem, de tijd tussen het goede gedrag en de uiteindelijke beloning. Dat wordt een bridge (brug) genoemd.
Zitten en blijven Als de hond eenmaal wat meer betrouwbaar blijft zitten, kunt u beginnen met een stapje naar achteren te zetten en de afstand tussen u en de hond geleidelijk wat groter te maken. In dit geval gebruikt u uw stem als uitlokker, om hem te laten blijven zitten. Als u rustig spreekt, hebt u de beste kans van slagen. Als de hond overeind komt, zegt u simpelweg: “Zit”. U maakt daarbij de handbeweging die bij dat commando hoort. Als hij het niet snapt, stap dan wat dichter naar hem toe. Als hij gaat zitten begint u hem opnieuw beheerst en met een zachte stem te prijzen.
49
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
1 Stap 1 Vraag de hond om te gaan zitten en zeg: “Dibbes, blijf.”
2 Stap 2 U maakt met uw hand een stopteken zoals een agent dat doet als hij het verkeer regelt. U herhaalt een aantal malen rustig: “Blijf, brave Dibbes hoor, blijf.” U probeert de hond met een kalme stem uit te lokken om te blijven zitten en u doet rustig een pas naar achteren.
3 Stap 3 Als de hond inderdaad blijft zitten, komt u weer rustig naderbij terwijl u zijn mooie zitten en blijven met zachte stem prijst en…
4 Stap 4 …u zegt: “Brave Dibbes” en geeft hem zijn verdiende brokje terwijl hij zit.
50
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
oefening blijf
blijf
oefening komen op commando, het jojo spel
Komen op commando, het jojo spel 1 Stap 1 U laat iemand anders uw hond vasthouden en u zegt: “Dibbes, kom”, terwijl de andere persoon de hond loslaat. Het is wel belangrijk, dat degene die de hond vasthoudt, als een standbeeld stil blijft staan en helemaal niets zegt. Dus ook niet de hond aanmoedigt.
2 Stap 2 Open uitnodigend uw armen, zwaai met iets lekkers of met een leuk speeltje en prijs hem elke maal dat hij uw richting opkomt. Denk erom dat de eerste stap in uw richting de belangrijkste stap is. Dus prijs die stap uitbundig en blijf hem prijzen tot hij bij u is.
3 Stap 3 Als de hond vlakbij u is, zegt u: “Zit”, terwijl u het handgebaar maakt voor het zitcommando (de handpalm omhoog terwijl u het hondensnoepje of het speeltje vasthoudt).
4 Stap 4 Vertel Dibbes dat u overgelukkig bent dat hij deze oefening zo goed heeft gedaan. Geef hem iets lekkers, houd de hond vast en laat de persoon die de hond vasthield, nu de hond roepen.
51
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
Hier volgen vier simpele oefeningen om een hond tijdens het uitlaten of spelen te laten komen en te zitten op commando.
Oefening 1
Loop rustig naar uw hond. Pak de hond bij de halsband met uw linkerhand en geef hem iets lekkers met uw rechterhand. Prijs de hond en zeg: “Vrij.” Als u dat zonder problemen en in verschillende (spel)situaties kunt doen, wordt het tijd voor oefening 2.
Oefening 2
Loop rustig naar uw hond. Pak de hond bij de halsband met uw linkerhand, zeg: “Zit.” Lok hem met iets lekkers in uw rechterhand uit om te gaan zitten. Prijs de hond als hij zit, geef hem het lekkers en zeg: “Vrij.” Als u dat ook zonder problemen onder verschillende omstandigheden kunt doen, wordt het tijd voor oefening 3.
Oefening 3
Loop rustig naar uw hond. Zeg: “Zit” en lok hem met iets lekkers uit om te gaan zitten. Pak de hond pas als hij zit bij de halsband met uw linkerhand, geef hem iets lekkers met uw rechterhand. Prijs de hond en zeg: “Vrij.” Lukt dit ook, dan wordt het tijd voor de laatste oefening.
Oefening 4
Blijf op een kleine afstand van uw hond staan en trek zijn aandacht door met iets lekkers te bewegen. Zeg: “Dibbes, kom” en lok hem naar u toe. Daarna lokt u hem met iets lekkers uit om te gaan zitten. Pak de hond bij de halsband met uw linkerhand, geef hem iets lekkers, prijs de hond en zeg: “Vrij.”
oefening Komen op commando als de hond met iets anders bezig is
tip
Hoe laat u uw hond komen en zitten als hij niet aan de lijn is?
Oefen dit zeker in het begin, zo vaak als u wilt. De hond went al snel aan deze onderbreking van zijn ‘hondse’ activiteiten en denkt: hé, daar heb je de baas met mijn snack! Normaal vormt alles in de omgeving van de hond een afleiding op het trainen. Nu wordt hij beloont met complimentjes en iets heel lekkers als hij bij u komt en gaat zitten. Daar bovenop mag hij als extra beloning van u doorgaan met wat hij aan het doen was. Hiermee verandert u de afleiding in zijn omgeving in een geweldige beloning.
52
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
52
oefening Komen op commando als de hond met iets anders bezig is
Komen op commando als de hond met iets anders bezig is
1 Stap 1 Roep de hond terwijl hij aan het spelen is, zeg; “Dibbes, kom.”
2 Stap 2
Open uitnodigend uw armen, zwaai met iets lekkers of met een leuk speeltje en prijs enthousiast elke stap in uw richting en… belangrijk… ga door tot hij bij u is, geef het absoluut niet op.
3 Stap 3 Als de hond vlakbij u is, zegt u: “Zit” en maakt u het daarbij behorende handgebaar voor het zitcommando.
4 Stap 4 Vertel Dibbes dat u overgelukkig bent dat hij succesvol was in het volbrengen van deze oefening. Geef hem een brokje en een aai over z´n bol. Als hij extreem zijn best heeft gedaan, kunt u een enthousiast spel met hem doen en hem daarna vrij te laten om te spelen.
53
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
Volg Oefen het loslopen in veilige, afgeschermde gebieden, bijvoorbeeld binnenshuis of in een omheinde tuin. Laat uw hond u overal volgen binnen en buiten, in verschillende kamers en rond stoelen en tafels. Er zijn slechts twee simpele regels om uw hond te verleiden u te volgen:
1. Blijf bewegen 2. Beweeg weg van uw hond Denk eraan, dat de hond u niet kan volgen als u nergens naartoe gaat. Als u niet van de hond wegbeweegt, zult u merken dat u op een gegeven moment de hond volgt en niet andersom. En dat is natuurlijk niet de bedoeling. Het is de bedoeling dat de hond leert u te volgen. Als de hond langzaam gaat lopen, gaat u sneller lopen, als hij snel voorop gaat lopen, vertraag dan uw pas. Als de hond naar links afdwaalt, gaat u naar rechts en als hij naar rechts wegtrekt, gaat u naar links en u versnelt uw pas. Als hij zijn best doet om bij u te komen en met u mee te lopen, prijst u hem natuurlijk uitbundig. Het gevolg daarvan is dat hij op u begint te letten en u volgt. Regelmatig lange wandelingen los van de lijn, zijn het geheim van goede wandelingen aan de lijn. Als de hond los graag bij u is, zal hij aan de lijn minder trekken. Als uw hond te ver achterblijft, verstop uzelf dan. Roep af en toe zijn naam. Blijf verstopt, maar houd de hond in de gaten. Wacht tot hij u vindt en overlaad hem met complimentjes. Het is hoogst onwaarschijnlijk, dat het u meer dan een paar keer lukt om u te verstoppen.
54
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
Naast lopen en naast zitten Uw hond goed naast leren lopen, is een van de meest ingewikkelde trainingsoefeningen. Om het proces zo gemakkelijk mogelijk te maken, delen we het leren ‘naast lopen’ op in een aantal eenvoudige oefeningen. Oefening 1. Het zitten Al vanaf de eerste lesdag traint u uw hond om snel en betrouwbaar te gaan zitten. Voordat u uw hond gaat leren naast lopen, moet u er eerst voor zorgen dat hij altijd en overal gaat zitten als u daarom vraagt. Als de hond dat niet doet, loopt u de kans gefrustreerd te raken tijdens de volgende oefeningen. Daarmee kunt u zijn wens om naast u te willen lopen grondig verpesten, omdat u constant loopt te mopperen om hem te laten zitten.
55
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
Oefening 2. Naast komen en zitten Leer uw hond om in een exacte positie naast te komen en te gaan zitten terwijl u stilstaat. Zeg: “Dibbes, naast” en gebruik een brokje in uw rechterhand om uw hond uit te lokken om links naast te komen en te gaan zitten. Neem vervolgens een flinke stap in welke richting dan ook en lok de hond opnieuw uit om link naast u te komen zitten. Varieer. Stap voorwaarts of achterwaarts, neem een stap naar rechts of naar links. Herhaal ook deze oefening keer na keer in verschillende omgevingen zoals in huis, in de tuin of op het hondenveld. Oefening 3. Naast lopen in een rechte lijn Leer de hond om in een rechte lijn naast te lopen op de volgende manier: laat hem eerst naast zitten, dan naast lopen en vervolgens weer naast zitten. Als u begint met de ‘naast loop’-oefening die op de volgende pagina staat uitgewerkt, loop dan de eerste malen zo snel mogelijk zodat uw hond wel in een rechte lijn moet lopen om u bij te kunnen houden. Als u op uw gemak in een rechte lijn kuiert, heeft uw hond volop de kans om alle kanten op te dwalen. Als de hond heeft laten zien dat hij in de gaten heeft wat de bedoeling is, houd dan zijn aandacht vast door voortdurend van snelheid te wisselen. Zeg: “Sneller” voor u sneller gaat lopen en: “Langzaam” voor u uw pas vertraagt. Met het sneller en langzamer lopen, lokt u de hond uit om dat ook te doen. U leert de hond op deze manier al snel de betekenis van de commando’s ‘sneller’ en ‘langzaam’. U hebt deze commando’s nodig op het moment dat u alle ‘naast loop’-oefeningen gaat combineren. Hij zal tijdens het naar rechts draaien dan zijn pas moeten versnellen, terwijl hij juist langzamer moeten lopen als u naar links draait.
56
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
Houd het leuk. Maak er een spelletje van. Het is belangrijk dat u samen plezier blijft hebben. Prijs uw hond regelmatig en geef hem zo af en toe een brokje tijdens het lopen als hij de oefening erg goed doet. Beloon hem ook als hij snel en keurig ‘naast’ gaat zitten.
57
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
1 Stap 1 U zegt: “Dibbes, naast” en geeft het handsignaal door het brokje in uw linkerhand heen en weer te bewegen voor de neus van de hond.
2 Stap 2 Loop in een rechte lijn, blijf het brokje voor de neus van de hond bewegen en prijs het dier tijdens het lopen. Zeg: “Dibbes, zit” en daarna geeft u tijdens het lopen met uw rechterhand het zitsignaal voor de snuit van uw hond.
3 Stap 3 Dan stopt u en prijst u uw hond op het moment dat hij gaat zitten: “Goed zo, mooie zit Dibbes. Dat is een hele mooie zit.”
4 Stap 4 En omdat het zo goed ging geeft u hem een aai over de bol en wat lekkers. Oké, tot zover goed gedaan. Het wordt tijd dat we nu de oefeningen combineren.
58
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
oefening naast lopen en zitten in een rechte lijn
naast lopen en zitten in een rechte lijn
oefening Naar rechts draaien terwijl u loopt
Naar rechts draaien terwijl u loopt 1 Stap 1 Om te voorkomen dat de hond achter u langs loopt als u rechtsom draait, zegt u: “Sneller!”
2 Stap 2 Beweeg u linkerhand naar voren om uw hond wat sneller te laten lopen, zodat zijn kop zich voor uw knie bevindt. Loop zelf ook wat enthousiaster om uw hond aan te sporen om de draai wat sneller te maken. Draai om uw eigen as naar rechts en lok de hond met u mee.
3 Stap 3 Als de hond de draai goed (of bijna goed) heeft gemaakt...
4 Stap 4 …vertelt u hem dat en u beloont hem tijdens het naast lopen.
59
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
1 Stap 1 Om te voorkomen dat u tegen de hond aanloopt als u links om hem heen draait, zegt u: “Langzaam!”
2 Stap 2 Beweeg uw linkerhand achter uw knie om uw hond een beetje af te remmen en…
3 Stap 3 … als de hond de draai goed (of bijna goed) heeft gemaakt…
4 Stap 4 …vertelt u hem dat en u beloont hem tijdens het naast lopen.
60
Hoofdstuk 6 blijf, kom, volg en naast
oefening Naar links draaien terwijl u loopt
Naar links draaien terwijl u loopt
Hoofdstuk 7
Misverstanden in de communicatie met uw hond Omdat wij soms denken dat de hond ongehoorzaam en eigenwijs is, terwijl hij het juist zo goed bedoelt.
Geheugensteuntje De hond Nederlands leren In het begin van dit boek, zei ik dat werken met de uitlokken en belonen-training de snelste methode is om de hond de betekenis te leren van commando’s. Er wordt geen onnodige tijd verspild. Omdat de hond vanaf de eerste keer dat u de oefening met hem doet wordt uitgelokt om het verlangde gedrag te laten zien, legt de hond al snel verband tussen het commando en het verlangde gedrag. De hond, niet voor niets de beste vriend van de mens, is een sociaal wezen. Het zou nalatig van ons zijn als we hem niet zouden trainen, want hoe kunnen we anders met hem communiceren? We kunnen proberen zijn hondenlichaamstaal te gaan spreken, maar dat lijkt mij wat onpraktisch. Ik kan niet met mijn oren bewegen, ik mis een staart om mee te kwispelen en om de boel te gaan markeren met urine vind ik onsmakelijk. Gelukkig kunnen we een hond wel heel makkelijk onze taal aanleren. Hondentraining is de manier om de hond spelenderwijs Nederlands als tweede taal aan te leren. Daarmee leren we de hond om de woorden te begrijpen die wij gebruiken voor zijn hondengedrag, zoals: zit, kom, af, etc. Maar het duurt vaak veel langer dan wij denken, voordat het muntje gevallen is en de hond het woord werkelijk snapt.
Vaak krijgt een hond onterecht straf Het is belangrijk dat u beseft dat honden vaak worden bestraft, omdat het baasje ten onrechte denkt dat de hond ongehoorzaam of eigenwijs is en niet naar hem luistert. Dit is echter een groot misverstand.
Wat bedoelt het baasje toch? Wij nemen vaak te snel aan dat de hond snapt wat we zeggen. De eigenaar denkt dat de hond de woorden begrijpt, omdat hij reageert als de baas wat zegt. In werkelijkheid begrijpt de hond alleen de klank van de woorden, in
62
Hoofdstuk 7 misverstanden in de communicatie
combinatie met de daarbij behorende lichaamstaal. De baas zegt: “Zit” en tilt tegelijkertijd zijn hoofd op en zijn hielen van de grond. Of hij zegt: “Af” en knikt tegelijkertijd met zijn hoofd naar de grond. Het is voor de hond heel makkelijk om betekenis toe te kennen aan al die waarneembare zaken in de lichaamstaal van de eigenaar. Dat is immers een deel van zijn natuur. Dat is de manier waarop honden onderling gegevens uitwisselen. In één oogopslag ziet een hond aan de lichaamstaal van een andere hond of dat dier vriendelijk of vijandig, zeker of onzeker, bang of boos is. De hond begrijpt in veel gevallen onze gesproken woorden niet, als de situatie anders is dan de manier waarop hij het heeft geleerd. Ga voor de grap eens, met uw rug naar de hond, voor een etalage staan en vertel uw hond te gaan zitten. U zult in de weerspiegeling van het ruit waarschijnlijk zien dat hij zijn kopje en oren draait in een poging om te begrijpen wat u zegt. Hij heeft echter nog nooit uw achterwerk “Zit” tegen hem horen zeggen. De situatie is veranderd en ondanks het feit dat zijn hersenen overuren maken, begrijpt hij de combinatie van signalen niet. Of doe eens het volgende, ga op uw rug liggen met uw handen voor uw borst gekruist en zeg: “Dibbes, af.” Een wat drukkere hond zal op uw borst springen om uw gezicht af te likken. Een Newfoundlander zal waarschijnlijk gapen en in slaap vallen. Ze lezen de ‘situatie gebonden signalen’. De eigenaar gaat liggen en de drukkere hond denkt: ‘spelen’ terwijl de Newfoundlander denkt: ‘slapen’. De honden horen het woord ‘af’ niet. Het woord bereikt simpelweg het brein van de hond niet. Het is niet van belang. Het baasje ligt op de vloer, dat is van belang.
63
Hoofdstuk 7 misverstanden in de communicatie
Een ander testje: roep uw hond bij zijn naam. Zeg verder niets, maar laat hem gaan zitten, afgaan en staan, door alleen de handsignalen te gebruiken die u bij de oefeningen geleerd heeft. Doet de hond het? Tel het aantal handsignalen dat u voor elke positieverandering moet geven. Het is een beetje afhankelijk van hoe vaak u getraind hebt, maar ik geef het een goede kans dat de hond de meeste positieveranderingen na één handsignaal doet. Wacht een paar minuten en doe dan het volgende testje: doe uw handen op uw rug. Blijf stokstijf als een standbeeld staan, zonder een spier in uw lijf te bewegen en zeg de hond te gaan zitten, af te gaan en te gaan staan. Tel het aantal commando´s dat u nu moet geven. Ik verwacht dat u nu wel meer commando’s moet geven om de hond te laten luisteren. Als de hond wel luistert… mijn complimenten: goed gedaan, braaf baasje, u hebt goed getraind. Als het goed is, weet uw hond nu in ieder geval wel hoe hij heet. Dit komt omdat zijn naam voor elk verzoek gebruikt wordt. Waarschijnlijk betekent zijn naam voor hem zoveel als: ‘Let op, ze gaan wat zeggen’, maar hoe dan ook… hij reageert er in ieder geval op. In het volgende hoofdstuk gaan we zijn woordenschat nog wat groter maken.
64
Hoofdstuk 7 misverstanden in de communicatie
Hoofdstuk 8
Ga naar, afblijven, pak maar, pak vast en laat los Omdat uw hond best Nederlands wil studeren.
Ga naar, afblijven, pak maar, pak vast en laat los Om van al de woorden die wij als commando’s voor de hond gebruiken wat meer Nederlandse zinnen te kunnen maken, doen we er goed aan om zijn woordenschat wat te vergroter. Automatisch hebben we dat al een beetje gedaan. Honden leggen al snel het verband tussen woorden als: eten, mee, straatje, bal, auto en alle plezierige zaken die bij die woorden horen. In dit gedeelte wil ik aandacht besteden aan opdrachten waarmee de hond klusjes en kunstjes kan klaren. Als ik na het eten koffie zet, vind ik het volgende erg vermakelijk om te doen en zeker als we visite hebben. Ik roep mijn labrador Stitch naar de keuken en, alsof het de gewoonste zaak van de wereld is, geef ik hem een rol koekjes. Ik zeg tegen hem: “Breng naar het vrouwtje.” Hij loopt dan keurig met de koekjes naar binnen en geeft ze aan mijn vrouw. Als we dit eenvoudige kunstje nader bekijken, zien we zeven apart aangeleerde stappen: Stitch (zijn naam), kom, zit, pak vast, breng naar, de naam van het vrouwtje en los (bedenk daarbij dat het gaat over een rol koekjes en een labrador met een eeuwige eetlust). Als hij dit klusje geklaard heeft, komt hij altijd trots naar mij terug omdat hij weet dat hij van mij iets lekkers als beloning krijgt. Ik verwacht dat uw hond inmiddels zijn naam kent. Hij kan al komen en hij kan zitten. Vastpakken is nieuw, net als het loslaten. Het naar iemand toesturen is ook nieuw, maar u hebt al iets in die geest gedaan. Het is namelijk een variant op het jojo spel. Laten we daar dan ook maar mee beginnen.
66
Hoofdstuk 8 afblijven, pak vast en laat los
1 Stap 1 Ga met een aantal mensen in een kring staan en laat één van die personen de hond vasthouden. Deze persoon kiest iemand uit en zegt tegen de hond: “Dibbes, ga naar …” en noemt daar bij de naam van de persoon in kwestie. Daarna zegt de persoon die de hond stuurt, echt helemaal niets meer, geen woord, geen aanmoediging, helemaal nada, noppes, niets.
2 Stap 2 De persoon waar de hond naartoe moet, opent uitnodigend zijn armen, zwaait met iets lekkers of met een leuk speeltje en prijst hem elke keer uitbundig als hij zijn richting opkomt.
3 Stap 3 Als de hond vlak bij de persoon is, zegt hij of zij: “Zit”, en maakt het handgebaar voor het zitcommando.
4 Stap 4 De persoon geeft de hond een groot compliment en beloont hem met iets lekkers. Hij pakt de hond vast en stuurt hem vervolgens naar een ander persoon uit de kring die stap 2, 3 en 4 herhaalt.
67
Hoofdstuk 8 afblijven, pak vast en laat los
oefening Ga naar… een variant op het jojo-spel
Ga naar… een variant op het jojo-spel
oefening Naar rechts draaien terwijl u loopt
Afblijven & pak maar Voordat u de hond de commando´s ‘pak vast’ en ‘laat los’ leert, begint u met hem ‘afblijven’ en ‘pak maar’ te leren. U kunt hem dat heel gemakkelijk leren als u hem zijn brokjes met de hand voert. Zeg: “Dibbes, pak maar” en geef hem een brokje. Herhaal dit een keer of vijf. Dan zegt u: “Dibbes, afblijven” en presenteert u het brokje verstopt in uw gesloten vuist. Laat de hond daar rustig een tijdje zijn hoofd over breken. Hij zal met zijn poot en zijn bek aan uw hand rommelen. Als hij u daarbij pijn doet, dan slaakt u een hoge kreet! U negeert hem dan echt volledig gedurende ongeveer dertig seconden. Daarna vraagt u hem om te komen, te gaan zitten en te gaan liggen voordat u doorgaat met de oefening. Uiteindelijk zal hij zijn pogingen tijdelijk staken en zijn snuit weghalen. Het moment dat de hond het contact met uw hand verbreekt, zegt u: “Dibbes, pak maar” en opent u uw hand zodat hij het brokje uit uw handpalm kan pakken. Herhaal deze reeks keer op keer, verleng stapsgewijs elke maal de tijd waarin de hond geen contact heeft met uw hand, voordat u uw hond de instructie geeft om het brokje te pakken. Het helpt om de hond te prijzen voor het niet hebben van contact door brave hondjes te tellen: “Brave hond één, brave hond twee”, enzovoort. Als uw hond eenmaal heeft geleerd om minstens tien brave hondjes lang uw hand niet aan te raken, kunt u het brokje tussen duim en wijsvinger presenteren terwijl u: “Afblijven” zegt. Uiteindelijk kunt u dit oefenen door: “Dibbes, afblijven” te zeggen, het brokje op de grond of op zijn poten te leggen en het weer op te pakken voor u: “Dibbes, pak maar” zegt.
68
Hoofdstuk 8 afblijven, pak vast en laat los
We beginnen deze oefening met bijvoorbeeld een stok of een trektouw, omdat die door u en uw hond tegelijk vastgehouden kunnen worden. Het feit dat u het vast kunt houden is een erg belangrijk deel van dit bezittersspel. Uw hond zal minder de neiging vertonen om een object te claimen als u het nog steeds vast hebt. Laat het touw in het begin echt niet los, want de kans is dan veel groter dat hij zijn ‘buit’ zal claimen. Zoals u al hebt geoefend in de vorige oefening, zegt u tegen uw hond: “Dibbes, afblijven” en daarna: “Dibbes, pak vast.” Beweeg uitnodigend het object heen en weer voor de snuit van uw hond. Prijs hem als hij het object vastpakt maar laat het niet los. Zeg: “Dibbes, los.” Stop met het bewegen van het object om te voorkomen dat hij er aan gaat trekken. Pak met uw andere hand een heel lekker ruikend hapje en beweeg dat voor zijn neus heen en weer. Prijs uw hond op het moment dat hij zijn bek opent en u daarmee het volledige bezit over het object teruggeeft. Zeg, “Goed zo, los” en herhaal het woord “los”, terwijl u hem twee of drie van die lekkere hapjes voert. Daarna geeft u hem de instructie om het object weer vast te pakken en herhaalt u de procedure. Als uw hond een keer of vijf achter elkaar het object op verzoek onmiddellijk los heeft gelaten, kunt u proberen om zelf het object ook los te laten. Als dat goed gaat, bent u klaar om met kleinere objecten te gaan werken, bijvoorbeeld met een tennisbal.
69
Hoofdstuk 8 afblijven, pak vast en laat los
oefening Naar links draaien terwijl u loopt
Pak vast & laat los
oefening Naar rechts draaien terwijl u loopt 70
Op het moment dat uw hond de objecten zonder problemen aanneemt en afgeeft, kunt u het speeltje laten vallen of wegwerpen. Als de hond het pakt en naar u toekomt, zegt u simpelweg: “Dibbes, los.” Op deze manier leert uw hond spelenderwijs de eerste stappen van het apporteren. De meeste honden vinden apporteerspelletjes leuk en ontwikkelen snel vertrouwen in het afgeven van objecten. Honden vinden het een geweldige deal. Ze ruilen tijdelijk hun speeltjes voor lekkere hapjes, de eigenaar bewaart het allemaal veilig terwijl zij van hun lekkers genieten. Vervolgens krijgen ze hun speeltjes terug om weer in te ruilen voor nog meer lekkere hapjes. Het apporteren is ook nodig om uw hond voor te bereiden op een ander spel dat hij geweldig zal vinden: het zoeken van objecten.
Hoofdstuk 8 afblijven, pak vast en laat los
Hoofdstuk 9
De neus
aan het werk Omdat een hond niks leuker vindt dan zoekspelletjes.
Zo werken de ogen van uw hond Vroeger dacht men dat honden kleurenblind waren. Uitgebreid onderzoek heeft aangetoond dat honden wel kleuren kunnen zien, maar anders en minder kleuren dan de mens. Eerst iets over de werking van het oog. Het oog werkt bij mensen en honden vrijwel hetzelfde. Achter in de oogbol zit het netvlies gevormd uit verschillende cellen.
De cellen in het netvlies hebben de vorm van staafjes en kegeltjes. De kegeltjes zorgen ervoor dat wij kleuren kunnen zien. De staafjes worden actief als het donkerder wordt. Zij kunnen geen kleuren doorgeven en zijn dus vooral bedoeld om in het duister nog iets te kunnen waarnemen. Tussen mensen en honden is er een belangrijk verschil: mensen hebben drie verschillende kegels (rood, groen en blauw) en kunnen daardoor een groot aantal kleuren zien. Met zijn drie soorten kegeltjes kan de mens de regenboog waarnemen: violet, blauw, blauwgroen, groen, geel, oranje en rood. Een hond heeft van moeder natuur slechts twee verschillende kegeltjes gekregen: groen en blauw/violet. De hond ziet een regenboog waarschijnlijk als donkerblauw, lichtblauw, grijs, geel, donkergeel/bruin en zeer donkergrijs. Honden zien de wereld dus vooral in de kleuren geel en grijsachtig blauw. Overigens heeft een hond er geen last van dat hij niet alle kleuren ziet. De oren en met name de neus van een hond, compenseren de tekortkomingen van de ogen ruimschoots. Wanneer u bijvoorbeeld een bal gooit en de hond ziet het voorwerp niet vlijmscherp, dan schakelt hij over op zijn oren. Hij luistert naar
72
Hoofdstuk 9 de neus aan het werk
waar de bal terechtkomt en rent erachter aan. Dan neemt de neus het over en vind hij de bal op de geur. De hond ‘ziet’ als het ware, een enorm kleurpallet aan geuren. Naast het feit dat honden minder kleuren zien, zien ze ook minder scherp dan de mens. Doordat hij veel minder kegeltjes heeft, neemt een hond in het licht ook minder gedetailleerd waar dan wij. De scherpte van het beeld van het hondenoog is waarschijnlijk kleiner dan bij de mens en meer op beweging gericht. Stilstaande dingen zijn voor de hond minder goed waar te nemen. Honden nemen dus vooral bewegende voorwerpen waar.
De stilstaande figuur (foto links) wordt door de hond niet opgemerkt. Als de man zich echter begint te bewegen, is de hond zich wel onmiddellijk van zijn aanwezigheid bewust. Onderzoek heeft aangetoond dat honden in vergelijking met mensen, een gezichtsvermogen hebben van 6 op 23. Dit wil zeggen dat een hond op 6 meter
73
Hoofdstuk 9 de neus aan het werk
nog net een stilstaand voorwerp kan zien, terwijl een mens dit nog kan zien op 23 meter. Maar het dier heeft wel een ander voordeel: een hond heeft meer staafjes. Dat betekent dat een hond in de schemering beter kan zien dan een mens.
De neus aan het werk Als er een spel perfect geschikt is voor bijna elke hond, dan is het wel een zoekspel. Het is zeker geschikt voor overactieve, drukke turbohonden. Omdat de honden zelfstandig moeten zoeken, werken en denken, raken ze veel van hun overtollige energie kwijt. Zoekspelletjes zijn ook geschikt voor timide en onzekere honden, omdat door het zelfstandig werken het zelfvertrouwen in veel gevallen toeneemt. Op de foto hieronder ziet u Stitch (u weet wel, die van al die stress-signalen). Hij beklimt dapper een berg puin om een geurbuis te zoeken. Hij heeft daarvoor zijn angst voor het onbekende (terrein) stapje voor stapje moeten overwinnen. Toen hij dat eenmaal had gedaan, werd het zoeken echt een feestje voor hem.
74
Hoofdstuk 9 de neus aan het werk
Het zoekspel maakt hem zichtbaar trots als hij ermee bezig is. Als u het object gewoon op vlak terrein of bij u thuis verstopt zonder allerlei complexe obstakels, biedt het zoeken, zelfs voor honden met lichamelijke problemen, de kans om weer gewoon hond te zijn. Raadpleeg bij lichamelijke beperkingen wel eerst uw dierenarts.
Gelaagd ruiken Als u een tijdje nauwlettend naar uw hond kijkt, dan valt het op dat hij alles met zijn neus scant. Hij gaat al snuffelend door zijn leefomgeving en onderzoekt echt alles met die natte dop. Meestal vluchtig en soms ook irritant langdurig. Hij is tijden bezig om precies uit te zoeken waar hij zijn plasje gaat doen om zijn pee mail achter te laten. Elk paaltje, struikje en elke boom wordt aan een grondig geuronderzoek onderworpen. De hond heeft veel meer en veel betere reukcellen dan de mens. Ook het gedeelte in zijn hersenen waar de geuren worden verwerkt, is veel beter ontwikkeld en groter dan bij ons.
75
Hoofdstuk 9 de neus aan het werk
Waar de mens denkt: hé, lekker. Ik ruik chili con carne, ruikt de hond gehakt, uien, paprika, bruine bonen, tomatenpuree en rijst. Dat wordt ‘gelaagd’ ruiken genoemd. De hond ruikt alle afzonderlijke ingrediënten. Het is dit ‘gelaagde’ ruiken dat ervoor zorgt dat drugshonden in staat zijn om drugs te onderscheiden van allerlei andere geuren. Het zorgt er ook voor dat speurhonden één bepaald persoon kunnen vinden te midden van vele andere mensen. Snuffelend allerlei zaken vinden, zit ook bij uw hond in zijn bloed. Zijn neus werkt altijd, vierentwintig uur per dag. Waarom zouden we geen gebruik maken van die natuurlijke gave? Het is een verademing voor een hond om zijn neus bewust aan het werk te mogen zetten. En u leert een heel nieuwe kant van uw hond kennen.
Wat u nodig hebt Omdat een hond los van de lijn werkt terwijl hij zoekt, hebt u om uw hond te leren om iets te vinden, dus eigenlijk niets bijzonders nodig. Een voorwaarde is wel, dat hij eerst een paar commando’s uit dit boek goed moet beheersen. Dat zijn de commando’s: ’zit’, ’blijf’, ’pak maar’ en ’los’. Het is ook van belang dat hij het apporteren goed onder de knie heeft, omdat het apporteren een belangrijk onderdeel van het zoekspel is. Als de hond iets vindt en het dan vervolgens niet komt brengen of het niet los wil laten, lopen we de kans daarover geïrriteerd te raken. Daarmee zien we dan over het hoofd dat hij het voorwerp wel goed gevonden heeft.
76
Hoofdstuk 9 de neus aan het werk
Lijstje met benodigdheden 1. De normale halsband en riem van uw hond 2. Heeft uw hond een favoriet speeltje? Neem dat dan ook mee 3. Voor honden die gek zijn op eten neemt u een voerbal mee met een paar brokjes erin of iets wat een ‘geurbuis’ wordt genoemd Zelf gebruik ik voor dit soort zoekspelletjes een PVC-geurbuis. Het is een buis met gaatjes waarin ik een lapje stof heb geschoven dat ik een dag lang in mijn broekzak heb gedragen en dus mijn geur draagt. U hoeft niet extreem handig te zijn om deze PCV-buisjes zelf te maken. Vaak heeft de plaatselijke ijzerhandel PVC-koppelstukjes en de daarbij behorende dopjes. U hoeft dan alleen nog maar de gaatjes te boren. Stel dat de hond niet enthousiast wordt van dit zoekspel, dan kunt u altijd nog wat brokjes in de buis stoppen.
77
Hoofdstuk 9 de neus aan het werk
oefening Zoeken: an de slag
Aan de slag De training van een hond om objecten te zoeken, bestaat uit een aantal stappen. De duur van iedere stap verschilt van hond tot hond.
Stap 1 Het uiteindelijke doel is dat de hond op zoek gaat naar een favoriet speeltje of een geurbuis. Wij kunnen zijn enthousiasme om te zoeken vergroten door het speeltje wat extra waarde te geven. Neem het speeltje en doe er gekke dingen mee. Gooi het omhoog en vang het op. Daag de hond speels uit door het voor zijn snuit heen en weer te bewegen. Maak rare geluiden, rol het over de grond en beweeg vrolijk. Kortom, activeer uw hond om mee te spelen en het speeltje te pakken. U zegt: “Dibbes, pak maar” en geeft hem zijn ‘buit’. U gebruikt het ‘los- commando en begint het spelletje weer opnieuw. Als u wilt werken met een geurbuis kunt u op bovenstaande manier zelfs dat simpele stukje PVC-pijp, tot een waardevol object maken. Dit spelletje kunt u gedurende een aantal dagen een paar maal met hem doen. Het zal hem enthousiast maken voor dat speeltje en dat is ook nodig want hij moet het wel echt willen vinden natuurlijk.
Stap 2 Net als bij alle andere oefeningen, begint u het zoekspel in de vertrouwde huiskamer. Dit is bekend terrein en hier wordt de hond niet snel afgeleid. U gebruikt het speeltje (of de buis) waarmee u de dagen daarvoor al die leuke spelletjes heeft gespeeld. Dit is voor hem ondertussen een waardevol object geworden. U geeft de commando’s “Zit” en “Blijf.” U legt het speeltje ongeveer op een meter afstand voor hem neer. U gaat terug naar de hond en vertelt hem met kalme stem dat hij moet blijven zitten. Als u naast hem staat, zegt u: “Dibbes, zoek.” Als de hond te enthousiast is om te blijven zitten en te wachten tot hij van u de opdracht krijgt om te gaan zoeken, lijn hem dan aan en bevestig de riem ergens aan vast. Het is niet de bedoeling dat hij op zijn eigen houtje op zoek gaat. U laat hem ook niet eerder los dan op het moment dat hij rustig zit. Dan pas geeft u hem het commando: “Dibbes, zoek.”
78
Hoofdstuk 9 de neus aan het werk
Stap 3 Als de hond het object gemakkelijk zoekt en vindt, wordt het tijd om het speurobject verder bij hem vandaan te leggen. De hond moet het speeltje nog wel kunnen zien. Bij het trainen zorgen we er altijd voor dat de hond succes heeft. De hond moet vertrouwen ontwikkelen in wat hij doet, dus voeren we de moeilijkheidsgraad in kleine stapjes op. Met andere woorden: de hond moet steeds wat meer zoeken. Hij werkt nu nog op zicht en geur, maar het is de overgangsfase naar het echte werk met zijn reukorgaan.
Stap 4 Nu gaat u het speeltje of de speurbuis ergens achter verstoppen. U plaatst het object achter een struik, tak of boom, zodat hij echt met zijn neus aan het werk moet om het te vinden. U houdt in het begin de afstand tussen de hond en het object klein. U verstopt het dichtbij zodat hij nog kan zien wat u doet. Prijs hem de hemel in als hij het vindt en vergeet niet om dolenthousiast te reageren als hij zijn taak volbrengt. Oefen op verschillende plaatsen en maak de afstanden elke keer groter. De hond zal steeds gerichter met zijn neus gaan zoeken. De hond zal de grond afzoeken om eerst uw lichaamsgeur te volgen en op die manier het speeltje of de buis te vinden. De eerste malen loopt u in een rechte lijn heen en weer tussen het object en de hond. Na verloop van tijd kunt u in een paar eenvoudige bochtjes lopen of een andere weg terug nemen. Houd het simpel. Zorg dat de hond succes kan blijven hebben. 79
Hoofdstuk 9 de neus aan het werk
oefening zoeken: aan de slag
Het zoeken en vinden van het object wordt beloond door een enthousiast spel of iets lekkers. Als dit goed gaat kunt u dit spel op andere plekken spelen zoals in een tuin of op een rustig plekje in het park.
Zaken om rekening mee te houden 1. De hond zoekt het makkelijkst bij licht vochtig weer 2. Het moet vooral niet al te hard waaien 3. Verberg het object tegen de wind in, zodat de lucht in de richting van de hond waait Als de hond wat meer ervaring heeft, kunt u het spel stapje voor stapje wat moeilijker voor hem maken. Als u en uw hond van dit spel genieten, ga dan op zoek naar een cursus of speuropleiding in uw omgeving. Uw hond heeft in ieder geval wat ervaring opgedaan en, als het goed is, de smaak (of eigenlijk de geur) te pakken. Een waarschuwing: er kan een aantal redenen zijn waarom de hond het zoekspelletje niet of niet meer doet:
• U beloont niet voldoende of niet enthousiast genoeg • U heeft een paar stappen overgeslagen en u heeft het te snel, te moeilijk voor hem gemaakt • U heeft te veel druk op hem gelegd • Het is ook mogelijk dat de hond zich lichamelijk niet lekker voelt Als u de stappen rustig volgt, verwacht ik dat u en uw hond een hoop plezier met dit spel zullen beleven.
80
Hoofdstuk 9 de neus aan het werk
PRAKTIJKBOEK
EEN KOUD KUNSTJE DEEL 2
HET AANPAKKEN VAN EENVOUDIGE GEDRAGSPROBLEMEN
Hoofdstuk 10
Het eenvoudig oplossen van vaak voorkomend probleemgedrag Omdat een hond die zich verveelt gaat grommen, blaffen, kauwen en graven.
Baas, ik heb zin om aan het werk te gaan Ik kom in mijn praktijk heel vaak tegen, dat probleemgedrag van de hond afneemt of verdwijnt op het moment dat er weer enthousiast met hem getraind wordt. Als ik vraag: “Wat doet u zoal met Fikkie”, dan hoor ik hondenbezitters vaak zeggen: “Ooh, uh… ik doe heel veel met mijn hond.” Oké, dat is heel mooi, maar wat doet u dan? “Nou we wandelen vaak hele stukken en we gaan in het weekend lekker met hem naar het strand en dan kan hij lekker uitrazen.” Toegegeven, dat is inderdaad heel mooi en de hond zal dat zeker op prijs stellen, want veel van zijn makkers worden gedwongen om tevreden te zijn met drie maal daags een blokje om. Het is echter nog geen antwoord op de vraag: “Wat doet u dan met uw hond?” In de loop der tijd hebben we noeste werkers gefokt voor diverse doeleinden en werkzaamheden. We selecteerden eeuwenlang de beste honden om het vee te bewaken, de jager bij te staan, de boer te helpen, zware karren te trekken en militaire- en politietaken te vervullen. Gelukkig is een aantal van die oorspronkelijke taken overbodig geworden. We hebben de hond uit zijn oorspronkelijke functie ontheven. Maar de kwaliteiten die hem zo geschikt maakte voor dat werk, hebben we daarmee niet uit de hond gehaald. Onze voormalig harde werkers slijten nu hun tijd met luieren en naar de voerbak slenteren. Behalve de enkele exemplaren die nu nog een baan als hulp- of diensthond hebben, leiden de meeste van onze honden eigenlijk een weinig uitdagend, saai en vervelend bestaan. Eigenlijk vervelen sommige honden zich letterlijk dood. En omdat honden nu eenmaal geen mensen zijn, lezen ze niet, kaarten ze niet en kijken ze geen soaps op de televisie. In plaats daarvan doen ze voor een hond volkomen natuurlijke, normale en voorspelbare zaken zoals: blaffen, grommen, jagen, kauwen en graven. Veel eigenaren ervaren dit natuurlijke gedrag als een probleem en dus verdwijnen de honden in het asiel of erger. Ik denk dat we meer rekening moeten houden met de achtergrond en de oorspronkelijke functie van onze trouwe viervoeter, om te voorkomen dat hij zich doodverveelt. Denk aan zaken als de zoekspelletjes uit het vorige hoofdstuk, of bijvoorbeeld jachttraining, speuren, behendigheid, etc. Het is leuk om samen iets te doen, wat bij de aard van de hond past. Dit zorgt voor een speciale binding tussen u en uw harige vriend.
84
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
!
WAARSCHUWING
Er zijn absoluut honden die een serieuzer gedragsprobleem hebben dan alleen maar verveling. Daarom de volgende waarschuwing: Als u twijfels heeft over het gedrag van uw hond - als hij angstig of nerveus reageert; als hij wegkruipt of uitvalt of wat dan ook - dan is het aan te raden onmiddellijk contact op te nemen met een ervaren gedragsdeskundige. Zelf experimenteren kan verkeerd uitpakken voor zowel hond als mens. Een betrouwbare gedragsdeskundige heeft de opleiding en de nodige ervaring om, in de meeste gevallen, het leven van u en uw hond weer leefbaar te maken.
Waarom? Dat doet er niet toe Niet alleen jonge kinderen hebben een waarom-periode, ook sommige hondeneigenaren lijken geobsedeerd door die vraag. Zoals in het verhaal hierboven: waarom gaat mijn hond er steeds vandoor? Of: waarom springt mijn
Anekdote
De hond die ervandoor ging
Op een van mijn wandelingen door de mooie groengebieden van Amsterdam Noord, sprak ik een man met een jachthond. De beste man had mij al eens verteld dat zijn hond de gewoonte had om de benen te nemen en pas na een hele poos weer terug te keren. Toen ik het dier een vriendelijke aai over zijn bolletje gaf, zag ik een knipperend apparaatje dat aan zijn halsband bevestigd was. Het was duidelijk geen shockband, maar ik kon het niet thuisbrengen. Ik vroeg de man nieuwsgierig wat de hond om zijn nek had. Het bleek een vernuftig fototoestelletje te zijn, dat om de zoveel seconde een foto maakte van de omgeving. De man legde uit dat hij op deze manier wilde ontdekken waarom zijn hond er steeds vandoor ging en waar hij dan naar toe ging. Ik moest toegeven, het was een slim idee. Dagen later ontmoette ik de man opnieuw en ik vroeg hem of hij nu wat wijzer was geworden en wist wat zijn hond deed als hij er vandoor ging. Hij antwoordde wat terneergeslagen: “Ja, hij gaat zwemmen… en daar kon het fototoestel niet zo goed tegen.”
85
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
hond tegen de visite op? Of: waarom trekt mijn hond aan de lijn? Het antwoord op die vragen is niet altijd even gemakkelijk. De ene keer is het snel duidelijk waarom de hond iets doet, de andere keer blijft het een mysterie. Gelukkig hoeven we het antwoord op de waarom-vraag ook niet te weten. Het antwoord is meestal helemaal niet nodig om het probleem op te kunnen lossen. Bijvoorbeeld; de hond springt tegen de visite op. Stel uzelf dan de volgende vraag: wat zou ik willen dat de hond doet als er visite binnenkomt? Als het antwoord is: ik zou willen dat hij gaat zitten, moet u hem gewoon leren te gaan zitten als er bezoek binnenkomt. Laat de waarom-vraag maar achterwege. Train hem gewoon om het gewenste gedrag te laten zien.
Twee oplossingen voor probleemgedrag Op de volgende pagina’s beschrijf ik twee eenvoudige methodes voor het oplossen van vaak voorkomende probleempjes. De eerste oplossing: Het belonen van de afwezigheid van probleemgedrag. De tweede oplossing is: Zet het probleemgedrag onder commando. Bij deze methode krijgt u een aantal schema’s om uw hond te leren op commando te blaffen, grommen, stil te zijn, etc.
Oplossing 1. Het belonen van de afwezigheid van probleemgedrag Er bestaat een manier waarmee u eenvoudig probleemgedrag zelf kunt proberen op te lossen: u beloont simpelweg de afwezigheid van dat probleemgedrag.
De blaffende hond Een voortdurend blaffende hond, biedt u een geweldige kans om met hem te trainen. U zegt helemaal niets. U negeert het geblaf volledig. Op het moment dat hij uiteindelijk stopt met blaffen, loopt u naar hem toe en zegt iets in de geest van: “Oh wat ben jij een goede hond, je bent gestopt met blaffen. Hier heb je iets lekkers en nog iets lekkers en nog iets lekkers.”
86
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
En de hond denkt: hmm, dat was makkelijk. Alles wat ik hoefde te doen was stoppen met blaffen en het baasje komt naar me toe en ik krijg wat lekkers. Natuurlijk denkt de hond dat niet echt, maar het is wel wat er in zijn onderbewustzijn gebeurt. Omdat hij lekkere hapjes krijgt als hij stil is, wordt hij beloond voor het stil zijn. Het is dus niet zo dat hij daarna zal blaffen om stil te kunnen zijn en beloond te worden. Die link legt hij helemaal niet als u hem een tijd lang doorvoert terwijl hij stil is.
Geheugensteuntje
Nogmaals de feiten over het belonen Om effectief te zijn, dient een beloning binnen drie seconden gegeven te worden. Binnen 1 seconde is 100% effectief. Binnen 2 seconden 60% tot 70% en binnen 3 seconden 20% tot 30% effectief. Na drie seconden is het belonen zinloos, want dan beloont u voor iets anders.
Het is dus niet zo dat u de hond beloont voor het blaffen In dit geval zit er veel meer dan drie seconden tussen het blaffen en het belonen, dus beloont u niet het blaffen maar u beloont het ‘stil zijn en niet grommen’. U beloont hem alleen maar omdat hij goed gedrag vertoont. Het is als volgt: hij blaft… hij blaft… hij blaft… oh kijk nou, hij blaft niet. “Brave hond”, beloning. Wees niet bang dat u hem aanleert om te blaffen. In tegenstelling tot wat u verwacht, denkt de hond niet: als ik blaf en daarna stop, dan krijg ik lekker een beloning. Zo werkt dat niet bij honden.
Kwestie van geduld Als de hond blaft of ander probleemgedrag vertoont, weet u één ding zeker: hij houdt er vroeg of laat ook weer mee op. Een hond moet ook een keer ademhalen, poepen of eten. Dus we weten dat hij zijn (probleem)gedrag op een bepaald moment stopt… zodat we hem kunnen belonen voor het niet vertonen van dat gedrag. Het enige wat u moet doen is geduldig zijn, volhouden en erop vertrouwen dat het uiteindelijk gaat werken.
87
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
Het actief uitlokken van probleemgedrag U kunt ook het probleemgedrag zelf uitlokken, om het stoppen ervan te kunnen belonen. Hier volgen een tweetal praktijkvoorbeelden van uitgelokt probleemgedrag.
Aan de lijn trekken Mensen veroorzaken dat de hond trekt aan de lijn. Als de hond naar voren trekt, gaan wij sneller lopen. Gaat hij naar links of rechts, dan volgen wij baasjes braaf. Wij hebben de hond daarmee beloond voor het trekgedrag aan de lijn, dus zal de hond meer en meer gaan trekken. Aan de lijn trekken is voor honden gewoon lollig om te doen. Zij bepalen de weg en sjorren u achter zich aan. Hoewel dit een veel voorkomend gedragsprobleem is, zijn de gevolgen vaak enorm. Omdat de hond voortdurend trekt, vinden de eigenaren het steeds minder leuk om met de hond te lopen. Het gevolg is dat zij steeds minder en korter lopen. De hond komt met steeds meer opgekropte energie te zitten en zoekt andere manieren om die kwijt te raken en zichzelf te vermaken. Er zijn meerdere gevolgen denkbaar: de boel slopen, lichtjagen, ijsberen, blaffen, etc. Het is dus belangrijk om de hond netjes aan de lijn te leren lopen. Dit gaat u niet lukken als u haast hebt, snel thuis moet zijn of nog een paar laatste boodschappen moet halen voor de winkel sluit. U moet hem dit leren als u voldoende tijd hebt om aan deze training te werken.
De eerste stap U leert uw hond om niet te trekken terwijl u stilstaat. Houd de lijn stevig met beide handen vast en weiger ook maar één
88
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
millimeter te bewegen zolang uw hond de lijn strak trekt. Beweeg echt geen stap en negeer elke plotselinge ruk aan de lijn. Het maakt niet uit hoe lang het duurt. Houd de riem wel goed stevig vast, want er is een kans dat de hond wegschiet tot aan het eind van de lijn. U mag hem niet de winst geven dat hij u ook maar een minuscuul stapje weg kan trekken. Als u de hond links wilt leren lopen, doet u tijdens deze oefening de lus van de riem rond de pols van uw rechterhand en u houdt de lijn met beide handen voor de borst vast. Er zijn lange lijnen in de handel van 180 tot 200 cm. Als u zo’n lijn heeft, legt u een extra lus in de riem en houdt u die met beide handen voor uw borst vast. Door de lus groter of kleiner te maken kunt u later, tijdens het lopen, de lijn verlengen of inkorten. Ook als u niet loopt, zoals in deze oefening, geeft het u meer controle. U houdt immers uw hond met twee handen vast. Bovendien leert u uzelf vanaf het begin aan om beide handen rustig te houden. Wacht tot de hond gaat zitten. Uiteindelijk zal uw hond stoppen met trekken (geduld is een schone zaak) en gaan zitten. Geef hem een complimentje als hij het doet. Op het moment dat hij zit, zegt u: “Goed zo Dibbes, brave hond” en u prijst het feit dat hij aandacht voor u heeft. U neemt één flinke, grote stap naar voren en blijft opnieuw staan. U zult merken dat uw hond uit elkaar klapt van de energie, ervandoor schiet en de lijn strak trekt. Het is daarom van belang dat u slechts één stap neemt en niet zes of twaalf stappen. Als u meer stappen neemt zal dat de hond
89
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
onbedoeld belonen voor trekken en ervoor zorgen dat hij blijft trekken. Dus laat hem nadenken en gaan zitten, geef hem zijn complimentjes, neem één stap en blijf staan. Laat hem opnieuw nadenken en gaan zitten, geef hem zijn complimentjes, neem één stap en blijf staan. Herhaal deze cyclus tot uw hond kalm elke stap meeloopt en snel gaat zitten als u stopt en stilstaat. Hij leert snel dat u per keer maar één stap neemt, en leert ook snel dat hij de macht heeft om u weer te laten lopen. Hij leert dat, als hij de lijn los laat hangen en gaat zitten, u weer een stap verder gaat. In dit geval is het doorlopen de beloning voor het zitten. Na een aantal series van één stap en stilstaan zonder dat hij trekt, probeert u per keer twee stappen te nemen. Daarna gaat u voor drie stappen, vijf, acht, twaalf enzovoorts. Nu zult u merken dat de hond oplettend aan een loshangende lijn loopt en automatisch gaat zitten als u stopt. Het enige dat u hoeft te zeggen is: “Goed zo.”
Hoe leer ik mijn hond niet tegen mensen op te springen? De voornaamste reden dat honden tegen mensen opspringen, is dat wij ze als pup aangeleerd hebben om dat te doen. Als dat schattige wollige puppie tegen ons aan kwam staan, lachten we vertederd en bukten ons om hem over zijn bolletje te aaien. Vaak vertelden wij hem dan ook nog dat hij braaf was. Wij beloonden daarmee de hond voor het tegen ons opspringen. Maar het puppie groeide op. Nu is het opeens een volwassen labrador met modderige poten en er is nu eenmaal niets zo aanhankelijk als een kletsnatte labrador. Nu is dat opspringen om ons te begroeten opeens niet zo leuk meer. Wat dan te doen?
90
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
Een slimme manier om dat op te lossen, is u te bedenken hoe u zou willen dat uw hond u en andere mensen begroet. En vervolgens traint u hem om dat te doen. Persoonlijk vind ik dat ‘zitten’ de beste manier is om mensen te begroeten en hier volgt een simpele manier om dat aan hem te leren:
Nodig een paar mensen uit bij u langs te komen • Instrueer deze mensen elk gedrag dat uw hond vertoont om aandacht te krijgen, volledig te negeren. Het maakt niet uit of hij blaft, rondjes draait of tegen de mensen opspringt, er wordt niet gereageerd. • Maar… als de hond in de buurt van één van de mensen gaat zitten, moet die persoon onmiddellijk met positieve aandacht reageren en iets zeggen in de geest van: “Goed zo, brave Dibbes” en de hond een beloning geven. • Het zal slechts een keer of twaalf herhaald hoeven te worden voor de hond het in de gaten krijgt. En het mooie van alles is dat de hond waarschijnlijk het gevoel krijgt dat hij u aan het trainen is: wow, alles wat ik hoef te doen is voor mensen te gaan zitten en dan krijg ik voer!
Oplossing 2. Het onder commando zetten van probleemgedrag Er is nog een manier om probleemgedrag aan te pakken. U zet het onder commando. Laten we bijvoorbeeld, de hond die opgewonden blaft als de deurbel gaat, leren om te blaffen op commando. Een aantal onder u zal dit vreemd vinden en zich afvragen: mijn hond blaft mij al de oren van mijn hoofd, dus waarom zou ik hem leren nog meer te blaffen? Antwoord: Omdat u, nadat u hem op commando hebt leren blaffen, hem kunt leren stil te zijn op momenten dat hij niet doorgedraaid en opgefokt is. U kunt hem na wat oefening dan ook stil laten zijn als er visite voor de deur staat. U kunt hem leren stil te zijn op het moment dat het u uitkomt. U leert de hond twee zaken tegelijkertijd aan. Eerst het probleemgedrag (in dit voorbeeld: het blaffen) en dan het gewenste gedrag (het stil zijn). U beloont het
91
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
stil zijn elke maal met drie of vier brokjes. Het stil-commando wordt vervolgens weer gevolgd door het blaf-commando. Dus… behalve dat de hond complimentjes en flink wat brokjes krijgt voor het stil zijn, wordt hij ook nog beloond met… mogen blaffen. En dat was nu net wat hij uit zichzelf al zo graag deed. Als u deze commando´s heen en weer jojoot, komt u na een keer of acht op een punt dat het stil-commando veel meer wordt beloond dan het blafcommando. In de hersenen van de hond maakt het stil-commando uiteindelijk meer stofjes aan die een geluksgevoel veroorzaken, dan het blaffen.
Even samenvatten Als u probleemgedrag onder commando wilt zetten, leert u hem twee dingen tegelijkertijd aan. Eerst het ongewenste gedrag: “Dibbes, blaf”… en dan de oplossing: “Dibbes, stil”… De oefening wordt dus: “Dibbes, blaf”… “Dibbes, stil”… “Dibbes, blaf”… “Dibbes, stil”… “Dibbes, blaf”… “Dibbes, stil”… etc. U stopt de oefening altijd met het door u gewenste gedrag, in dit geval: “Stil.” Denk erom, alleen het gewenste gedrag wordt met voer beloond.
Leer uw hond op commando te blaffen U gebruikt de vier stappen uit de ‘uitlokken en belonen’-methode, om de hond te leren te blaffen als u dat aan hem vraagt.
92
Stap 1
Zeg: “Dibbes, blaf.”
Stap 2
Lok uw hond uit om te blaffen en…
Stap 3
… als uw hond reageert en blaft,
Stap 4
beloont u hem met complimentjes voor het blaffen.
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
Wat kunt u gebruiken om hem uit te lokken om te blaffen? Wat dacht u van een medeplichtige die aanbelt of op de deur klopt, nadat u Dibbes het blafcommando heeft gegeven. Na zes tot acht herhalingen van deze trainingssessie, zal uw hond leren dat “Blaf” betekent dat de deurbel zo gaat komen en zal hij, in afwachting van dat geluid, blaffen als u “Dibbes, blaf” zegt. Een onderdeel van het leren blaffen (en grommen) op commando, is het aanleren van het stil-commando. Wissel “Dibbes, blaf” en “Dibbes, stil” met elkaar af tot de hond het perfect beheerst. Hij zal al snel leren wat ‘Stil’ betekent als u dat in de oefeningen van hem vraagt. Nu begrijpt uw hond ook wat u bedoelt, wanneer u hem vraagt stil te zijn als hij opgewonden of angstig is.
Leer uw hond om op commando stil te zijn Het ‘uitlokken en belonen’ is zo’n snelle en gemakkelijke manier van trainen dat u op hetzelfde moment dat u hem leert blaffen of grommen, hem ook kan leren om stil te zijn. Wat gaan we gebruiken om het ‘stil zijn’ uit te lokken? Antwoord: iets heel lekkers. Een smakelijk hapje onder de neus van uw hond is het beste lokmiddel. Een hond kan niet aan iets lekkers snuffelen en blaffen te gelijk. Probeer zelf maar eens iets te ruiken en te praten op hetzelfde moment. Beloon het stil zijn met gulle hand
93
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
oefening blaf & stil
Blaf Stap 1 Zeg: “Dibbes, blaf”.
Stap 2 Een medeplichtige belt een aantal malen aan of klopt een paar maal op de deur.
Stap 3 De hond blaft als reactie op de bel of het kloppen.
Stap 4 U prijst de hond: “Blaf, goede hond, blaf.” Het prijzen van de hond is een beloning op zich. Het moedigt tevens het blaffen aan.
Stil Stap 1 Zeg: “Dibbes, stil.”
Stap 2
Beweeg een heel lekker hondensnoepje voor de neus van uw hond heen en weer.
Stap 3 De hond snuffelt en stopt met blaffen. Snuffelen en blaffen, dat lukt nu eenmaal niet samen.
Stap 4 U prijst de hond. U zegt: “Stil, goed gedaan, stil” en u geeft de hond het lekkers.
94
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
Denk erom dat u altijd zacht praat als u het stil-commando geeft en dat ‘stil zijn’ versterkt door hem fluisterend complimentjes te geven. Des te zachter u praat, des te beter zal de hond geneigd zijn op te letten en te luisteren, en daarom ook niet blaffen. Vervolgens oefent u blaf/stil tijdens een lange wandeling, zodat de hond de commando’s leert in verschillende omgevingen en onder meerdere omstandigheden. U leert hem stil te zijn als hij rustig is en na veel oefening ook als hij opgewonden is. Nu kunt u hem ook vragen om stil te zijn als de deurbel gaat. U bent natuurlijk vrij om voor andere commando’s kiezen zoals: ‘luid’ of ‘spreek’ en ‘sssst’, ‘houd je mond’ of ‘kiezen op elkaar’. Het maakt niet uit, zolang u maar steeds hetzelfde commando gebruikt.
TIP Straf een hond vooral niet als hij tegen u gromt Het domste wat we kunnen doen, is de hond straffen als hij tegen ons gromt. Het (vaak langdurig) grommen, is immers een waarschuwing dat hij wil gaan bijten. Grommen is de manier van de hond om te zeggen: “Gggrrrr, hou daar mee op. Ggggrrrrrr, ik vindt dit echt niet leuk. Grrrrrr, als je er niet mee stopt, ga ik je bijten.” Als we deze waarschuwing bestraffen, krijgen we een hond die boos of bang is geworden van iets wat wij hebben gedaan en ons niet meer waarschuwt voor hij bijt. Als we het grommen bestraffen, halen we de waarschuwing weg. We creëren daarmee een tijdbom zonder tik.
95
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
oefening Naar links draaien terwijl u loopt
Herhaal de bovenstaande blaf/stil-oefening een aantal malen. Bij elke herhaling wacht u iets langer met de beloning na het stil-commando. U kunt de tijd die de hond stil is, als volgt tellen: “Goed stil één, knap hoor stil twee, goed zo stil drie”… etc.
oefening op commando grommen
Leer uw hond op commando te grommen U kunt uw hond ook gemakkelijk leren te grommen op commando. Opnieuw gebruiken we daarvoor een trektouw om het gedrag uit te lokken. Als u een touwtrekspelletje met hem doet, zegt u tegen de hond: “Grom” en trekt u wat krachtiger aan het speeltje. Als hij gromt, prijs hem dan enthousiast. Zeg dan: “Dibbes, stil.” U stopt met trekken en laat hem een heel lekker hapje ruiken. Als hij stopt met grommen, prijst u hem heel rustig en geeft u hem een aantal hapjes voor u het trekspelletje hervat.
Grom Stap 1 Zeg: “Dibbes, grom.”
Stap 2 U lokt het grommen uit door wat wilder aan het trektouw te trekken.
Stap 3 De hond gromt als reactie op het wildere trekspel.
Stap 4 U prijst de hond: “Grom, ja, brave hond, grom.”
96
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
Stap 1 Zeg: “Dibbes, stil.”
Stap 2 U stopt met trekken, maar u houdt wel het touw vast en u beweegt met een lekker hapje voor zijn neus.
Stap 3 De hond snuffelt en stopt met grommen (probeer zelf maar eens te praten en te ruiken op hetzelfde moment).
Stap 4 U zegt tegen de hond: “Stil, goed zo, stil” en u geeft de hond het lekkere hapje, en nog één, en nog één...
Herhaal deze reeks keer op keer. Als u de hond kunt laten grommen en stil zijn als u daarom vraagt, kunt u dit met hem oefenen tijdens wandelingen. Daarmee leert de hond om dit in verschillende omgevingen en omstandigheden te doen.
97
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
oefening op commando grommen
Stil
oefening op de bank & op de grond
op de bank & op de grond Het is al een aantal malen gezegd: de hond begrijpt geen Nederlands. De hond begrijpt geen enkele mensentaal behalve de woorden die wij hem tijdens het oefenen leren. Dat betekent dat wij hem moeten leren wat we bedoelen. Als de hond steeds op de bank springt en u wilt dat niet, leert u hem eerst op uw verzoek op de bank te springen. Daarna leert u hem het commando: “op de grond.”
Stap 1 U zegt: “Dibbes, op de bank” en u klopt uitnodigend op de zitting. Omdat dit iets is wat de hond graag doet, beloont u hem niet met voer voor het op de bank springen.
Stap 2 Daarna zegt u: “Dibbes, op de grond” en u nodigt hem uit om op de grond te komen. Als het niet lukt om hem met uw stem en wat enthousiaste bewegingen van de bank af te lokken, houdt u een brokje dicht tegen zijn neus en lokt u hem daarmee van de bank af. Als hij van de bank af is, beloont u hem met het brokje. Als u: “Op de bank” en: “Op de grond” een aantal malen herhaalt, zal de hond al snel ook de betekenis van ‘op de grond’ snappen.
Leer uw hond sneller of langzamer lopen aan de lijn Het kan lastig zijn om de hond te leren goed aan de lijn te lopen. De twee belangrijkste problemen die zich voordoen zijn: 1. De hond loopt te snel en sleurt de eigenaar achter zich aan 2. De hond loopt te langzaam en moet bijna door de eigenaar meegesleurd worden.
98
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
Het probleemgedrag wordt altijd als eerste aangeleerd. Stel dat de hond te snel loopt en trekt, dan begint u met het commando: “Dibbes, hup hup” (of elk ander woord dat u wilt gebruiken). Om uw hond aan te leren om sneller te lopen, doet u het volgende terwijl u op een normaal tempo met hem wandelt:
Stap 1
Zeg: “Dibbes, hup hup.”
Stap 2
Ga onmiddellijk enthousiast een stuk sneller lopen.
Stap 3
Uw hond zal ook sneller gaan lopen.
Stap 4
U prijst hem en geeft hem (tijdens het sneller lopen) iets lekkers.
Na een aantal herhalingen, zal uw hond gaan snappen dat u sneller zal gaan lopen als u hup hup zegt. Daarmee leert hij dat hup hup betekent dat hij zijn pas moet versnellen. Om uw hond te leren om langzaam te lopen,gebruikt u het commando “Dibbes, langzaam” of elk ander woord dat u wilt gebruiken, terwijl u op een normaal tempo met hem wandelt.
Stap 1
Zeg: “Dibbes, langzaam.”
Stap 2
Ga onmiddellijk heel langzaam lopen (in slow motion).
Stap 3
Uw hond zal verbaasd naar u kijken en langzamer gaan lopen.
Stap 4
U prijst hem rustig en geeft hem (tijdens het langzaam lopen) iets lekkers.
Na een aantal herhalingen, zal uw hond gaan snappen dat u uw pas vertraagt als u langzaam zegt. Daarmee leert hij dat ‘langzaam’ betekent dat hij zijn pas moet vertragen.
99
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
oefening op de bank & op de grond
Interessant is dat elk van deze twee problemen de oplossing is voor het andere probleem. Door de hond te leren om op commando langzamer te lopen, voorkomt u dat de hond u uitlaat. Door de hond te leren om op commando sneller te lopen, voorkomt dat u de hond op sleeptouw hebt.
oefening op de bank & op de grond
Als de hond beide oefeningen een beetje onder de knie heeft, wisselt u tijdens uw dagelijkse wandelingen beide oefeningen met elkaar af. Doe dit regelmatig en wanneer u maar wilt, en schakel naar wens over tussen langzaam, normaal en snel tijdens. Hiermee voorkomt u dat de hond zich verveelt en zijn afleiding in de omgeving gaat zoeken. Als u uw hond eenmaal hup hup en langzaam hebt geleerd, zal het aan de lijn wandelen een stuk plezieriger verlopen voor u en de hond.
TIP Hup hup als hulpmiddel Het hup hup-commando is ook een handige hulp als de hond traag reageert wanneer u hem bij u roept. Als u boos: “Kom” roept, zal de hond gewoonlijk juist vertragen. Wees reëel, wie gaat er nu graag snel naar iemand toe die boos naar hem schreeuwt? Maar als u: “Hup hup” zegt, weet de hond in ieder geval dat u wilt dat hij sneller komt.
100
Hoofdstuk 10 vaak voorkomend probleemgedrag
Hoofdstuk 11
Home Alone Omdat we niet willen dat hij het meubilair te grazen neemt. En omdat we de buren te vriend willen houden.
Mijn hobby is blaffen, janken, ijsberen, graven en kauwen Het is al eerder gezegd: blaffen, janken, ijsberen, graven en kauwen op uw kleding of meubilair, het zijn allemaal volkomen normale en natuurlijke gedragingen voor de hond. Deze hondenhobby’s mogen voor hem dan normaal zijn, wij vinden ze minder leuk. U doet er goed aan om deze gedragingen zo snel mogelijk aan te pakken wanneer ze de kop opsteken. Doe het snel, voordat het uitgroeit tot een gedrag dat de hond zelf niet meer kan stoppen. Als dit al het geval is doet u er goed aan, de hulp in te roepen van een professionele hondengedragsdeskundige. In dit hoofdstuk behandel ik een oplossing voor een hond die met zijn tanden het interieur te lijf gaat. Het is echter ook de oplossing voor veel andere zaken die de hond doet op het moment dat de baas de deur achter zich dichttrekt. Laten we de hond iets geven om te doen. Een bezigheidstherapie die ervoor zorgt dat de hond tot rust komt.
Valt hier nog iets te knagen? Kauwen is nodig voor de gezondheid van de tanden, het tandvlees en de kaken. Met name puppies hebben een ernstige behoefte om de irritatie te verlichten die gepaard gaat met het krijgen van tanden. Zoals u uw handen gebruikt om objecten te onderzoeken en te dragen, zo gebruikt de hond zijn kaken. Eigenlijk benadert een hond alle zaken in zijn omgeving als volgt: wat ruik ik? En: Kan ik er op kauwen? Ook wolven kauwen na een maaltijd altijd op stokken, botten of stukken huid. Vroeger werd gedacht dat zij dat deden om speeksel te produceren of hun tanden schoon te maken. Inmiddels heeft wetenschappelijk onderzoek aangetoond dat door het kauwen in het lichaam endorfine wordt aangemaakt. Endorfines zijn chemische stofjes die die door het lichaam zelf worden aangemaakt om bij een verwonding de pijn verlichten. Tevens veroorzaken deze stofjes een prettig geluksgevoel en een vermindering van angst en agressie. Endorfines werken net als opium verslavend. Dat betekent dat als de hond eenmaal is begonnen met het knagen aan een bankstel, hij dat gedrag niet gemakkelijk zal kunnen stoppen.
102
Hoofdstuk 11 home alone
Honden kauwen dus om ongerustheid en verveling kwijt te raken, maar ook om zichzelf te vermaken. Om ervoor te zorgen dat de hond zijn tanden en kiezen niet in de verkeerde zaken zet of om het kauwen op de verkeerde zaken aan te pakken, moeten we ervoor zorgen dat de hond zijn natuurlijke kauwaandrang richt op daarvoor geschikte kauwspeeltjes.
De activiteitencurve van een hond Zoals het onderstaande grafiekje laat zien, slapen honden over het algemeen gedurende de nacht en het middelste gedeelte van de dag. Kauwen is de voornaamste vorm van vermaak voor de hond tijdens de activiteitenpieken in de morgen en in de late middag. Er zijn maar een paar activiteiten mogelijk voor een hond, als hij alleen thuis is. Hij heeft een aantal hondenhobby’s en slopen is helaas één daarvan. De meeste kauwfeestjes komen voort uit de zoektocht naar een activiteit om de dag door te komen als er niemand thuis is.
Voorkom het destructieve kauwen Laat uw hond achter in een begrensde ruimte, als u het huis verlaat. Bijvoorbeeld een kamer met een comfortabele ligplaats, een bak water en niets anders om op te kauwen dan een aantal kauwspeeltjes gevuld met vers voer.
103
Hoofdstuk 11 home alone
Als u die ruimte niet hebt of gewend bent om de hond in de bench (met een vaste waterbak) achter te laten, dan geeft u hem daar de gevulde kauwspeeltjes. Het doel van de afzondering in de aparte ruimte of de bench, is het voorkomen dat uw hond op de verkeerde zaken gaat kauwen en de kans te vergroten dat uw hond een gezonde ‘verslaving’ aan kauwspeelgoed ontwikkelt. Hij wordt immers voortdurend met voer beloond voor het rustig liggen en op dat ding kauwen.
Het gaat bijna automatisch. De hond zal als het ware zichzelf trainen om op kauwspeeltjes te kauwen.
Voordelen van kauwspeelgoed Als de hond een voorliefde ontwikkelt voor kauwspeelgoed zal hij zich niet langer tegoed doen aan tapijten, gordijnen, banken, kleding, stoelen, dvd’s, kinderspeelgoed en elektrische kabels. U zult ook veel minder kans lopen dat uw hond zich tot een eenzame blaffer ontwikkelt. Het langdurig blaffen zorgt ervoor dat, net als bij het kauwen, gelukstofjes worden aangemaakt. Ook de blaffanaat zal uiteindelijk rustig en tevreden met een kauwspeeltje gaan liggen. Het kauwspeelgoed zorgt ervoor dat hij zich niet verveelt of opwindt als hij alleen wordt achtergelaten.
104
Hoofdstuk 11 home alone
Wat dacht u van de hond die voortdurend heen en weer drentelt en niet de tijd neem om even rustig te gaan liggen? Ook voor deze honden geldt, dat het gaan liggen en kauwen zichzelf beloont en hij dat gedrag steeds vaker zal laten zien.
Welk kauwspeelgoed is geschikt? Neem stevige kauwspeeltjes die een hond niet stuk kan knagen. De weekmakers in sommige rubberen speeltjes zijn schadelijk voor de gezondheid van de hond als hij stukjes binnenkrijgt. Speeltjes van een slechte kwaliteit moeten dus vaak vervangen worden. De goede kauwspeeltjes zijn misschien wat prijzig, maar wat kost het opnieuw bekleden van uw bankstel? De wat duurdere kauwspeeltjes blijken in de praktijk vaak een goede investering. Neem kauwspeelgoed dat van natuurlijke producten is gemaakt, hol is en gevuld kan worden met voer om uw hond er toe aan te zetten alleen daarop te kauwen.
Waarmee vult u het kauwspeelgoed? Om te voorkomen dat uw hond moddervet en kogelrond wordt, vult u het kauwspeelgoed met gedeelten van de dagelijkse maaltijd. Weeg elke avond de hoeveelheid brokjes voor de volgende ochtend af en laat het een poos weken in water. Vul daarmee een aantal holle kauwspeeltjes. Laat nog iets lekkers, bijvoorbeeld een stukje vlees of worst, uitsteken aan de buitenkant zodat de hond gelijk een gemakkelijk succesje heeft. Dit zal hem motiveren om door te gaan met de moeilijke onderdelen. Leg het geheel gedurende de nacht in het vriesvak. Geef de hond voor u weggaat deze gevulde en bevroren voerijsjes en hij zal meer dan een uur bezig zijn om zijn ontbijt eruit te halen. Als de brokjes ontdooien zal een gedeelte er gemakkelijk uitkomen. Andere delen komen eruit als de hond een tijdje op het kauwspeeltje kauwt. En dat stimuleert hem om door te gaan. In ieder geval hebt u met deze simpele methode een mogelijkheid om vervelende gedragsproblemen van uw hond op een vriendelijke manier aan te pakken. Succes.
105
Hoofdstuk 11 home alone
Hoofdstuk 12
Problemen die u misschien bent tegengekomen Omdat elke hond wel eens een probleem heeft.
Problemen die u misschien bent tegengekomen Als u dit laatste hoofdstuk hebt opgezocht, terwijl u de rest nog niet hebt gelezen, kan ik er veilig van uit gaan dat u tegen een aantal problemen bent aangelopen. Maar ook voor degenen onder u die geen problemen hebben ondervonden, biedt dit hoofdstuk waardevolle informatie. Ik ga u een aantal oplossingen aanreiken voor zaken als: mijn hond houdt helemaal niet zo van voer. Of: mijn hond komt uit een asiel. Of: als mijn hond eenmaal buiten is, heeft hij alleen maar aandacht voor andere zaken.
!
WAARSCHUWING
Nogmaals en misschien ten overvloede, maar als u twijfels hebt over het gedrag van uw hond - als hij angstig of nerveus reageert, hij wegkruipt of uitvalt, of wat dan ook - dan is het aan te raden om onmiddellijk contact op te nemen met een gedragsdeskundige. Zelf experimenteren kan funest uitpakken voor zowel hond als mens.
Mijn hond houdt niet zo van voer Er is een aantal honden dat niet erg warm loopt voor voer als beloning. Persoonlijk zou ik elke hond eerst leren om van eten te houden. Kijk eerst of er iets is dat hij echt lekker vindt. Een hond die van voer houdt is namelijk heel eenvoudig te trainen. In het begin van dit boek beschreef ik het Premack-principe. Weet u het nog? “Als u iets dat de hond erg graag doet (zoals achter een bal aanjagen) vooraf laat gaan door iets dat de hond niet zo graag doet (zoals gaan zitten op commando), dan zal hij uiteindelijk het gedrag dat hij niet graag doet, namelijk het zitten, steeds vaker en gemakkelijker gaan doen omdat hij weet dat hij daarna achter de bal aan mag.” Wel, hetzelfde geldt voor voer. Als u de hond een brokje aanbiedt voor alles wat hij leuk vindt om te doen (spelen, vrij mogen, knuffelen, etc.), zal hij het brokje net zo op prijs gaan stellen als de activiteit die er op volgt. Het vraagt wat geduld en handigheid van uw kant. Als het brokje voor de hond een teken
107
Hoofdstuk 12 problemen die u misschien bent tegengekomen
wordt dat er iets leuks te gebeuren staat, maakt u een goede kans. Als het brokje eenmaal de waarde vertegenwoordigt van alles wat leuk is, kunt u het als beloning in training gaan gebruiken. Een pup kan gemakkelijk geleerd worden om van voedsel te houden door hem, gedurende de eerste weken, met de hand zijn brokjes te voeren op die momenten dat hij zich goed gedraagt. De pup/hond krijgt zijn brokjes dus een voor een, in plaats van alles tegelijk in zijn voerbak als het etenstijd is. Deze manier van voeren voor goed gedrag wordt ook wel de ‘alles of niets’-methode genoemd. U beloont hem simpelweg als hij goed gedrag vertoont.
Mijn hond komt uit een asiel Als u hebt gekozen voor een oudere hond uit een asiel of andere opvangsituatie en u weet weinig of niets van zijn voorgeschiedenis, dan is de hieronder beschreven alles of niets-methode ook een fantastische manier om de hond sociaal gedrag aan te leren.
De alles of niets-methode Het werkt als volgt: u negeert al het ongewenste en ongepaste gedrag en geeft alleen aandacht aan het gewenste en goede gedrag. U kijkt simpelweg naar uw hond om te zien hoe hij zich gedraagt. Op het moment dat hij iets doet wat u bevalt, zegt u: “Brave hond” en u geeft hem een brokje. Dat is niet moeilijk, want de gemiddelde hond gedraagt zich 90 tot 95% van de tijd goed. De alles of niets-methode komt neer op het volgende: u geeft geen enkele instructie aan de hond. U geeft geen commando’s aan de hond. U lokt hem niet uit om bepaald gedrag te vertonen, u moedigt hem niet aan om iets te doen en u dwingt hem niet met uw handen om een bepaalde positie in te nemen. U beloont uw hond dus als hij zit of ergens rustig ligt, als hij stopt met janken, grommen of blaffen, als hij stopt met tegen u opspringen, als hij naar u kijkt of als hij iets leuks doet.
108
Hoofdstuk 12 problemen die u misschien bent tegengekomen
Uiteindelijk gaat elke hond braaf zitten Hier is een voorbeeld van wat er gebeurt wanneer u de hond wel een commando zou geven. U zegt: “Dibbes, zit.” Oké, wat gebeurt er nu als Dibbes niet gaat zitten? We lopen na een aantal mislukte pogingen een aardige kans om gefrustreerd te raken, nietwaar? En als de eigenaar gefrustreerd raakt, wordt er op de hond gemopperd, lelijk naar hem gekeken of straf gegeven. Wat gebeurt er als de hond geen commando krijgt om te gaan zitten? Nou, dan kan hij het ook niet fout doen. Als we naar een hond kijken, in de buurt van een eigenaar die niets tegen hem zegt, zien we dat de hond op een gegeven ogenblik uit verveling gaat zitten en uiteindelijk een blik op de eigenaar werpt. Precies op dit moment beloont u hem met wat lekkers en u hebt de hond als het ware in uw zak. Als de baas niets vraagt of zegt, zal de aangelijnde hond normaal gesproken binnen twee tot drie minuten gaan zitten (er zijn enkele uitzonderingen die het langer volhouden) en kijkt hij naar de baas. Er is geen commando aan de hond gegeven. Er is geen frustratie, er is geen geschreeuw, het is kalm en… alle honden gaan uiteindelijk zitten. Ook een superdrukke turbohond zal ooit gaan zitten. Blijf gewoon staan, houd de lijn stevig vast, zeg niets, laat de hond de hele omgeving in zich opnemen, snuffelen, onderzoekend staren, tegen u opspringen, het maakt niet uit. Uiteindelijk gaat hij zitten … werpt een blik in uw richting en u geeft hem een lekker hapje en zegt: “Brave hond.” U moet misschien erg lang wachten op de eerste reactie, de eerste blik, de eerste zit of het eerste goede gedrag. Maar als u de eerste reactie eenmaal heeft gehad zal de hond zich al snel socialer en beter gaan gedragen. Als er na verloop van tijd een band met de hond is ontstaan en hij meer aandacht voor u heeft, kunt u vervolgens overstappen naar het werken met de uitlokken & belonen-trainingsmethode uit dit boek.
109
Hoofdstuk 12 problemen die u misschien bent tegengekomen
Eerst een gewetensvraag je: heeft u afdoende gezocht naar iets wat de hond voldoende motiveert om onze, voor hem vreemde en weinig interessante, opdrachten uit te voeren? Wat de mens belangrijk vindt om aan de hond te leren, betekent in de meeste gevallen helemaal niets voor het dier. We moeten het dus voor hem de moeite waard maken. Maar als de hond echt geen aandacht voor u heeft, dan wordt het trainen een stuk lastiger. Speciaal voor de eigenaren van die honden, volgt er hier een aantal aandachtoefeningen.
Aandachtoefeningen Oefening 1 U houdt iets lekkers in uw hand en zorgt dat de hond dat weet. Houdt vervolgens uw handen voor uw borst. Dan draait u zich abrupt van de hond af en wacht af wat hij gaat doen. U besteedt echt geen enkele aandacht aan hem. De hond moet het zelf uitzoeken, hij moet om u heen lopen, voor u gaan zitten en naar u kijken. Dan zegt u: “Goed gedaan.” U geeft hem een lekker hapje en u draait zich weer abrupt om, negeert alles tot het moment dat hij weer voor u zit en naar u kijkt, etc. Dit is een geweldige aandachtoefening.
Oefening 2 U neemt een heel lekker hapje en legt het, voor de hond heel duidelijk zichtbaar, op de schoorsteenmantel of in een boekenkast. De hond zal enige tijd gebiologeerd naar het lekkers blijven kijken. Op het moment dat hij zijn blik van het lekkers afwendt en naar u kijkt, zegt u: “Goed gedaan” en geeft u hem het lekkers en u herhaalt de oefening een aantal malen.
Oefening 3 U vraagt een vriend om iets lekkers in zijn hand te houden (de hond letterlijk een worstje voorhouden). Niemand zegt iets. Het moment dat de hond u (waarschijnlijk hulpeloos) aankijkt, zegt u: “Goed gedaan” en uw vriend geeft hem onmiddellijk het lekkers. Dit herhaalt u een aantal malen. Door het doen van dit soort oefeningen wordt het lekkers niet gebruikt als uitlokker, maar als afleiding. 110
Hoofdstuk 12 problemen die u misschien bent tegengekomen
oefening zo vangt u de aandacht van de hond
Mijn hond heeft geen enkele aandacht voor me
oefening zo vangt u de aandacht van de hond
Oefening 4 U maakt een wandeling met de hond aan een normale lijn. Ongeveer elke 25 meter stopt u en laat u de hond rustig de boel verkennen zodat hij de omgeving in zich op kan nemen. Het kan even duren, maar er komt een moment dat de hond heel even naar u kijkt. U krijgt even zijn aandacht, maar dat is niet genoeg. U blijft rustig staan. Er komt een moment dat de hond gaat zitten en naar u kijkt. Op dat moment zegt u vrolijk: “Goed zo, ga je mee?” Dit herhaalt u 25 meter later opnieuw. Eerst in een rustige straat. Dan in een straat waar af en toe een auto voorbij komt, dan een straat waar kinderen spelen. U kiest steeds een wat drukkere straat, waar steeds wat meer afleiding is. Het resultaat zal zijn dat de hond gaat zitten met aandacht voor u, elke maal dat u stopt.
Oefening 5 Tijdens een normale wandeling gaat u twee á drie keer rustig ergens zitten met de hond. Laat hem rustig de omgeving in zich opnemen. Dan gaat u elke verandering en elke afleiding in de omgeving belonen. “Kijk, een oude man. ” De hond kijkt en u zegt: “Goed gedaan, braaf.” “Kijk een kind in de verte”, geef de hond een complimentje en een brokje. Daar komt een kind op een skateboard, hij kijkt ernaar en u zegt: “Goed zo, knappe hond” en u geeft iets extra lekkers. Op deze manier raakt de hond wat meer gewend aan de afleidingen in de omgeving en leert hij dat veranderingen in de omgeving iets goeds voor hem opleveren.
111
Hoofdstuk 12 problemen die u misschien bent tegengekomen
Als mijn hond eenmaal buiten is, heeft hij alleen maar aandacht voor andere zaken U kunt er maar beter van uit gaan dat uw hond gaat reageren op allerlei afleidingen uit de omgeving. Voorbijwaaiende blaadjes, lekker smerig ruikende troep, honderden geuren die ons niets zeggen maar hem wel, spelende kinderen, andere honden. Alle levensvormen reageren op prikkels dus wees niet verbaasd als de hond reageert op prikkels uit de omgeving. U zou zich eigenlijk zorgen moeten maken als hij dat niet doet. De harde werkelijkheid is dat ongeveer 60 tot 70% van de training van de hond bestaat uit het voorbereiden van het dier op de afleiding uit de omgeving, terwijl hij een oefening doet. Een schamele 30% wordt besteed aan het werkelijk leren van die oefening. Als u heeft uitgevonden waar uw hond echt warm voor loopt en hem ruimschoots beloont voor zijn goede gedrag, zal het dier al snel bereid zijn uw spelletjes mee te spelen. Hij zal ook minder snel afgeleid zijn door prikkels uit zijn omgeving. Als u werkt met beloningen die uw hond maar matig interesseren of als u hem nauwelijks beloont, zal hij al snel om zich heen kijken of er ergens anders geen interessantere dingen te beleven zijn. Zoals in het begin van het boek al gezegd is: we moeten eerst uitzoeken waar de hond warm voor loopt. Speeltjes, knuffels, voer, achter ballen aanjagen? Wat het ook is, we moeten het voor de hond de moeite waard maken om onze (voor hem) vreemde oefeningen te doen. Hoe simpel dit ook klinkt, het is waar training op neerkomt
112
Hoofdstuk 12 problemen die u misschien bent tegengekomen
Hoofdstuk 13
Tot slot
belonen versus dwang Omdat boos worden geen zin heeft en we veel meer bereiken met liefde en geduld.
Trainen is spelen en spelen is trainen Het boek is klaar. Ik kan tevreden zijn want het meeste wat ik te zeggen heb staat erin. Het eerste deel is een duidelijke handleiding geworden die een hondeneigenaar de handvatten geeft om op een snelle en simpele manier zijn hond te trainen. Het tweede deel reikt een aantal oplossingen aan voor vaak voorkomende gedragsprobleempjes. Maar toch… Elke keer dat ik tijdens het schrijven door de hoofdstukken ging, bekroop mij het gevoel dat ik iets miste. Bij het laatste hoofdstuk wist ik het opeens. Ik heb het in hoofdstuk 2 wel even aangeroerd, maar ik wil er nog wat verder op ingaan. Door mijn studie, het volgen van lezingen, mijn werken met onze eigen, plus vele andere honden, is er iets in mijn systeem geslopen waarvoor ik niet echt bewust gekozen heb. Toen ik foto’s aan het bekijken was waar ik met honden op sta, viel mij opeens op dat ik altijd aan het trainen ben. Bij alles wat ik met de honden doe, elk spel, elke maaltijd en elke wandeling. De training is niet een apart onderdeel in het leven van onze honden. Trainen maakt deel uit van alles wat ze leuk en waardevol vinden. Het is niet een uurtje per week op het veld van een gezellige hondenvereniging. Het is gewoon een deel geworden van het dagelijks leven en omdat het hoort bij alles wat de honden leuk en belangrijk vinden, brengt het nauwelijks enige druk of stress met zich mee. Het trainen wordt veel speelser en geeft daardoor niet de indruk dat ik de honden aan het drillen ben. Ondanks (of dankzij) het speelse karakter van het op deze manier trainen, luisteren onze honden geweldig.
114
Hoofdstuk 13 belonen versus dwang
Ombra (onze Welsh Springer Spaniel) loopt enthousiast keurig naast me en gaat graag netjes naast me zitten, wachtend op het moment dat ik haar vooruit stuur. Want als beloning mag ze achter de bal aan en dat doet ze zo graag. Stitch (de Labrador) springt naast me in een prachtige zit en blijft zitten terwijl ik de bal, zo ver als ik kan, in het water gooi. Hij kijkt naar me in gespannen afwachting van het apport-commando. Het zitten, het blijven wachten en het geven van aandacht, maakt allemaal deel uit van het zwemmend achter de bal aan mogen. Dat is immers zijn ultieme hobby. Ik heb voortdurend de aandacht van de honden. Ook als ik met ze door natuurgebieden wandel. En dat is anders dan vroeger. Ik ben opgegroeid in de tijd van de oude ram-bam-boterham-methode. De baas moest de baas zijn en de hond moest zijn plaats (onderaan de ladder) kennen. Dat werd hem in die tijd met veel ruk-, duw- en trekwerk aan zijn verstand gepeuterd. Die trainingsmethode stamt uit het begin van de vorige eeuw. Toen heerste er een militaristische stijl van hondentraining. In die tijd werden honden voornamelijk voor oorlogsdoeleinden getraind. Die training moest per definitie wel streng en zwaar zijn. Het was een temperament-test, die nodig was om de honden uit te sluiten die het in de oorlogsgebieden niet zouden redden. Naar mijn idee zijn de oude en op kracht en overheersing gebaseerde methoden, ongeschikt voor het trainen van onze gezelschapshonden. Onze honden leven niet meer in een roedel. Ze hoeven niet te vechten voor hun dagelijkse maaltijd. Ze maken deel uit van menselijke groep en die functioneert veel meer als een familie. Een familie waar wordt samengewerkt. Er is een sociale structuur, maar die is gebaseerd op bepaalde regels en niet op fysieke kracht. In plaats van onze hond te dwingen dingen te doen, kunnen we onze honden met plezierige methodes trainen. Om de dingen te leren die bij onze persoonlijke levensstijl passen. En wat die levensstijl is, dat verschilt per baas en gezin. We leren onze kinderen onze gedragsregels, onze normen en waarden. Daarbij gebruiken we ook geen fysieke kracht. We rukken ze niet aan een slipketting door het huis als ze het niet snappen en het verkeerd doen. We houden van onze kinderen en leggen het daarom gewoon nog en keer uit. Wij leren onze honden onze gedragsregels. Als ze het goed doen, geven we ze een complimentje. Als ze het niet snappen, dan leren we ze gewoon wat we wel van ze willen, zodat we ze kunnen belonen voor hun goede werk.
115
Hoofdstuk 13 belonen versus dwang
Wij moeten onze honden eenvoudigweg leren welk gedrag we van ze wensen. Wij kunnen met de vriendelijke methode uit dit boek, honden tot een waardevolle aanvulling op ons leven maken. Vandaag bleef ik in het vrije veld even staan. Gewoon om een moment te genieten van de omgeving en mijn gedachten de vrije loop te laten. Omdat het een gebied is waar honden vrij rond mogen lopen, zijn mijn honden daar nooit aan de lijn. Toen ik uit mijn dagdromerij ontwaakte, lagen mijn honden heel dicht bij me. Zomaar uit zichzelf.
Ik realiseerde mij dat mijn vriendelijke manier van trainen, die gericht is op samenwerken en niet op onderwerping, ervoor heeft gezorgd dat mijn honden graag in mijn buurt zijn. En dat wilde ik nog even aan u kwijt.
116
Hoofdstuk 13 belonen versus dwang
Dankwoord Mijn dank gaat uit naar een aantal mensen, die mij tot voorbeeld hebben gediend en wiens methoden mij hebben aangezet tot het schrijven van dit boek. Mensen als Dr. Ian Dunbar (de man achter de in dit boek beschreven basisoefeningen), Bob Bailey (die alles met een vachtje, veren of vinnen heeft getraind), Jean Donaldson (schrijfster en gedragsdeskundige), Paul Owens (de enige echte dog whisperer) en Hotsche Luik (van wie ik veel over lesgeven heb geleerd). Ik wil met name mijn vrouw Hanneke en dochter Rana bedanken voor hun niet aflatende hulp, goede ideeën en geduld. Irene Werdler, die de foto op pagina 5 heeft gemaakt. Arjen Went en Manon Navarro, die hebben geholpen mijn boek er als een boek uit te laten zien. Ook Stephanie Navarro en Els Rozenbroek die naar de tekst hebben gekeken. Jovanna Maric die een groot deel van de foto’s heeft gemaakt en vaak model stond bij de oefeningen. Simeuna Maric, Robert van Leeuwen en zijn kameraadje Jack, Linda en haar Jax en Sjors. De honden Pablo, Bella, Che, Buddy. Puckje, Lindsey en Balou, Elza, Saartje, Bas, Douha, Esmaine (†), Willem en natuurlijk onze eigen honden Stitch en Ombra. En natuurlijk alle andere honden uit mijn omgeving. Hun medewerking heeft van suffe theorie, bruikbare praktijk gemaakt.
117
Hoofdstuk 13 belonen versus dwang
Goed gedaan, baasje U hebt uw best gedaan en als het goed is hebt u veel plezier gehad met het trainen van uw harige vriend. U hebt geprobeerd van uw hond een (w)aardig lid van onze samenleving te maken. Misschien is het niet allemaal even vlekkeloos gegaan, maar u hebt het wel gedaan. U hebt als baasje dan ook een stevige schouderklop en een lekker hapje verdiend.
Een laatste advies Doet u uzelf een plezier en ga niet in discussie met de mensen die commentaar leveren op wat u tot nu toe hebt gedaan en misschien in de toekomst nog gaat doen. Deze mensen behoren maar al te vaak tot de JA MAAR-mensen. Zij komen voortdurend met tegenwerpingen. Ja maar… dat werkt niet bij mijn hond. Ja maar… ik heb een Golden Retriever en die hoef je niet te trainen. Ja maar… het is genetisch. Ja maar… mijn hond heeft een syndroom. Ja maar… mijn hond heeft een lichamelijke afwijking. Ja maar… het is instinct. U hebt dit boek gelezen en de oefeningen gedaan. Uw beloning hebt u al gehad. U hoeft alleen maar in die trouwe hondenogen te kijken als uw viervoeter rustig en tevreden naast u zit.
118
Hoofdstuk 13 belonen versus dwang
EEN KOUD KUNSTJE Train je hond in een handomdraai Willem Teunisse is elke middag op het hondenveldje in Amsterdam-Noord te vinden. Daar wordt hij omringd door andere hondenbezitters, die hem als het even kan om raad vragen. Want Willem heeft een oplossing voor elk probleem. Zijn missie: mensen helpen hun hond op een snelle, simpele manier te trainen. Zijn methode: nooit boos worden, maar uitlokken & belonen. Zijn doel: van je hond je beste vriend maken.