Een boekje over St. MARCOEN Jaren geleden vond ik een boekje, dat bedoeld was om uit te rijken aan de vele pelgrims die op Meikes Dorst naar ons dorp kwamen om Marcoen aan te roepen tegen allerlei ziektes. Een bekend lied dat dan werd gezongen begon met: O Sint Marcoen U lieveling des Heren” maar de pelgrims zongen “O Sint Marcoen verlos mij van mijn zweren”. Dat kwam dichter bij het doel van hun reis. Ik heb de tekst van dit boekje digitaal gemaakt om het beter te kunnen lezen. Het is een uiting van wat we vroeger het Rijke Roomse Leven noemden. Maar was dit leven wel zo rijk? Ik laat dat graag aan uw oordeel over. Nog wel één opmerking: De schrijver van het boekje was duidelijk niet op de hoogte van de geschiedenis. Marcoen werd heel vroeger aangeroepen om het Koningszeer te genezen. Maar de schrijver vertaalde Koningszeer als struma en dat is duidelijk niet het geval. Het Koningszeer ofwel Scrofulose was een ontsteking van lymfeklieren in de hals voornamelijk bij kinderen. Het werd meestal veroorzaakt door het drinken van besmette melk. Maar omdat de ziekte niet meer voorkwam werd het werkterrein voor Marcoen verlegd naar kwalen die nog wél bestonden namelijk puisten, zweren, pijpzweren, negenogen, enz.
Deze kwalen werden veroorzaakt door slechte hygiëne en eenzijdige voeding. Zonder verder een waardeoordeel uit te spreken over het boekje zou ik toch willen zeggen: “Ga naar een dokter!” Jos van Alphen 2013
___________________________________________ Levensschets van de H. Marcoen Abt en Belijder Patroon van de Kerk te Dorst In Bayeux, 'n bekend stadje in Normandië (Frankrijk), werd Marcoen geboren, waarschijnlijk rond 490. Hij was de zoon van 'n adellijke en rijke familie en zijn ouders besteedden al hun zorgen aan de opvoeding van hun kind. Zoals iedere jonge ridder speelde hij soldaat, leerde schieten met pijl en boog, vechten met 't zwaard, speerwerpen en paardrijden. Hij moest immers 'n bekwaam en dapper ridder worden! Hij kreeg onderricht in de profane wetenschappen, maar bovenal kreeg hij ’n diep-christelijke vorming. Hij had een innig godsdienstig gemoed en bad graag. Als kind hield hij van de eenzaamheid en hoorde 't liefst spreken over God en de zaken van God. Als mensen van de twintigste eeuw zijn we heel licht geneigd, die vroege middeleeuwers te benijden, omdat hun leven in een christelijke maatschappij zo veel gemakkelijker en rustiger lijkt dan het onze, in 'n wereld die God heeft vergeten en het woord "christelijk" enkel nog kent als een 6 ouderwets begrip uit de donkere Middeleeuwen. En héél gemakkelijk denken we, dat de mensen in die tijd als heiligen geboren werden of anders toch haast vanzelf, zonder strijd of moeilijkheid, tot heiligen uitgroeiden. Ja, we kennen hen, maar meestal te veel als het levenloze beeld tegen de pilaren van onze kerken, te weinig als sterfelijke mensen, zoals we zelf zijn. Marcoen was 'n mens zoals wij allen, maar hij streed de goede strijd. Hij kende de gevaren en vermeed ze. In slechte gezelschappen vond men hem nooit, hij waakte angstvallig over de schat van zijn reinheid. Hij werd ouder en vorderde in de deugd. Thuis hield hij er van, zelf de hongerigen en armen te spijzigen en te verzorgen.
Onder Gods licht en met Zijn genade groeide in hem het verlangen naar het ridder-ideaaI. Maar geen ridder zoals de wereld toen z'n ridders kende, wilde hij worden; nee, Gods ridder, dàt was zijn wens. En hij wèrd Gods ridder! Na de dood van zijn ouders verliet hij 't trotse kasteel en de rijkdom van z'n vader, groette 't landschap van z'n jeugd en z'n geboortegrond en ging naar Coutances, waar de H. Possessor bisschop was. Deze bisschop nam hem op onder de jongens die zich voorbe7 reidden op het heilig Priesterschap. Hij was al gauw 'n voorbeeld, voor de anderen en ofschoon hij zich onwaardig achtte voor het heilig ambt, gehoorzaamde hij zijn Bisschop en ontving de heilige Wijdingen. Toen stuurde de Bisschop hem uit om op verschillende plaatsen in het bisdom het Evangelie te verkondigen. Als priester die de waardigheid en de verantwoordelijkheid van zijn roeping ten volle besefte, was hij 'n voorbeeld van ijver en plichtsbetrachting. Hij was 'n toevlucht voor de gelovigen. zowel in hun geestelijke als lichamelijke nood. In Jesus' naam deed hij veel wonderen. Door zijn gebed werden blinden genezen. doven hoorden, stommen spraken, kreupelen en lammen werden gezond. Marcoen werd bekend om zijn heiligheid en zijn wonderen. Veel godsdienstige jongens en mannen vroegen hem hun geestelijke leiding op zich te nemen. Om hen gemakkelijker op de weg der volmaaktheid te leiden, wilde Marcoen voor hen 'n klooster stichten. Maar dit plan bracht vroeger, evenals nu, grote moeilijkheden met zich mee en Marcoen zat in zorg over de uitvoering van zijn plan. God gaf uitkomst: in zijn slaap zond Hij Marcoen ’n engel, die hem boodschapte 8 naar koning Childebert te gaan om zijn koninklijke steun te vragen voor deze kloosterstichting. Marcoen ging en ontmoette onderweg 'n aantal bezetenen, die door de duivel gekweld en soms tot razernij gebracht werden. Hij had medelijden met deze gemartelde mensen en in de meest nederige houding bad hij tot God om verlossing. De duivel verliet z'n slachtoffers, maar liet ze meer dood dan levend achter. Marcoen maakte 'n kruisteken over hen en stuurde ze gezond naar huis. Koning Childebert ontving hem met achting en eerbied, want hij had veel over deze heilige horen spreken. Graag
gaf hij hem zijn steun en gaf hem een stuk grond in Nauteuil. waar Marcoen z'n klooster bouwde. 't Was stil in de kapel en de cellen van de monniken, alleen 't zeegeruis klonk door de psalmen van het officie. Maar juist in deze stilte groeit het grote leven: de ziel zoekt en vindt God. Zijn ook nu niet de zwijgende, biddende kloosters de rustpunten in de storm en is het niet in hoofdzaak om hùn gebed en 't stille offer van hun verborgen leven, dat God de wereld nog spaart? Als overste werd Marcoen de dienaar van zijn medebroeders, steeds klaar om 9 hen te helpen. Elk jaar, als de grote Vasten naderde, ging hij naar 'n klein eilandje in de buurt, dat nu nog zijn naam draagt (St. Marcouf), om in deze nòg grotere eenzaamheid zijn vasten te beginnen. Dan leefde hij in een hut, sliep op de grond en had 'n steen tot hoofdkussen. Water en brood en wat rauwe kruiden waren zijn voedsel. Veertig dagen leefde hij hier in eenzaamheid; rond Pasen trok hij weer naar zijn medebroeders. De duivel hield niet van dit leven en, evenals hij Jesus bekoorde in de woestijn, kwam hij naar Marcoen. In de gedaante van 'n schipbreukelinge, 'n vrouw, klopte hij tijdens 'n storm aan bij de monnik om hulp. Marcoen kende die duivelse streken; daarom gaf hij de bedrieger 'n stuk brood, zegende het door het kruisteken en zei: "Neem dit brood aan in de naam van Jesus Christus en als ge gekomen zijt om mij te bekoren, ga dan weg van hier". De duivel stortte zich met 'n hels geschreeuw in zee. Toen Marcoen dat jaar bij zijn medebroeders terugkwam, vertelde hij hun vol dankbaarheid, hoe God hem had beschermd. Onder zijn leerlingen waren er enkelen, die 'n strenger leven leidden en die verlangden naar 'n nog groter eenzaamheid. Daarom liet hij hen naar 't eiland Gersey 10 (Jersey) vertrekken, waar ze 'n absoluut kluizenaarsleven leidden. Enige tijd later volgde Marcoen zijn leerlingen en stichtte op Gersey 'n nieuw klooster. 't Eiland werd in die tijd door de Saksen bedreigd, die met hun schepen 'n inval trachtten te doen. Bij dit dreigend gevaar van 'n overmachtige vijand namen de bewoners hun toevlucht tot Marcoen, die zijn wapen ter hand nam: 'n vurig gebed. God verhoorde weer zijn dienaar: in 'n storm werden de schepen teruggeslagen en op de rotsen verpletterd. Steeds meer mannen werden getrokken door het stille voorbeeld der zwijgende monniken en Marcoen moest veel nieuwe kloosters stichten om hen onderdak te
verschaffen. Hij was zelf arm, maar koning Childebert weigerde ook deze keer zijn hulp niet. Marcoen werd oud en hij wilde zijn laatste dagen doorbrengen in Nauteuil, waar hij zijn eerste klooster had gebouwd en zijn eerste leerlingen nog leefden. Op zijn sterfbed riep hij zijn broeders bij zich, troostte hen en vermaande hen te waken en te bidden. Bedroefd om het verlies van hun vader. stonden de monniken rond zijn bed. maar Marcoen ging glimlachend heen, wetend dat zijn taak volbracht 11 was en dat zijn ziel haar eeuwige rust zou vinden in God. Hij stierf op 1 Mei van het jaar 558. De bisschop van Coutances liet hem begraven in het klooster. Ongeveer honderd jaar later gaf de H. Andoenus, bisschop van Rouaan, zijn graf, waar veel wonderen gebeurden, 'n ereplaats in het klooster. Toen de Noormannen deze streken onveilig maakten, werd zijn H. Gebeente in 906 naar Corbény overgebracht, waar men de eerste Marcoenkerk bouwde. Velen werden genezen door de voorspraak van de H. Marcoen: tot 1825 gingen de Franse koningen na hun zalving ter bedevaart naar Corbény, waar ze zijn voorspraak inriepen en de macht verkregen, door aanraking lijders aan een soort kropgezwel (struma) te genezen. Vandaar werd zeer waarschijnlijk aan die ziekte de naam gegeven van "koningszeer" of koningsziekte. Een afdoende verklaring, natuurlijke of bovennatuurlijke, voor het historisch vaststaand feit van de genezing van het koningszeer heeft men niet. [Kath. Encyc1opaedie XV din.]. Later zijn de relikwieën van de Heilige op meerdere plaatsen verspreid; ook de parochiekerk van Dorst bezit 'n relikwie 12 sinds 1689. Toen pastoor Norbertus Somers O. Cist. in dat jaar bij de Bisschop van Antwerpen zijn nood klaagde, schonk de Bisschop hem voor de kerk te Dorst een kostbare relikwie van de H. Marcoen, afkomstig. uit de Sint Salvatorabdij te Antwerpen zeggende: "nu zult ge voortaan in Dorst wel gelukkig leven". Toen Dorst in 1790 een zelfstandige parochie werd, is de parochiekerk ook toegewijd aan de H. Marcoen. Velen komen hier in de Meimaand ter bedevaart "Meikesdorst", om de machtige voorspraak van Sint Marcoen in te roepen of hun genezing te vragen.
En velen ondervonden dat hij in werkelijkheid is: “n machtig voorspreker bij God". 13 Litanie ter ere van de H. Marcoen Abt en Belijder Heer, ontferm U over ons. Christus, ontferm U over ons. Heer, ontferm U over ons. Christus, aanhoor ons. Christus verhoor ons. God, hemelse Vader ontferm U over ons. Heilige Drievuldigheid. één God, ontferm U over ons. H. Maria, bid voor ons. H. Marcoen, Abt en Belijder, bid voor ons. Uitverkoren dienaar van God. Rijk versierd met de gaven van de H. Geest, Oprechte navolger van Jesus Christus, Versmader van de wereld en van al haar ijdelheden, Minnaar van het eenzaam en afgezonderd leven, Leraar en toonbeeld van de Evangelische armoede. Rechtvaardige, levend uit het geloof, Voortdurend verslonden in het gebed en hemelse beschouwingen, Geheel vervuld met vertrouwen op God, Altijd tevreden en geheel overgegeven aan de wil van God, 14 Brandende oven van de goddelijke liefde, Voorbeeld van nederigheid en zachtmoedigheid, Spiegel van gehoorzaamheid, Engel in zuiverheid, Wonder van boetvaardigheid en strengheid van leven, Ware apostel van het geloof, Onvermoeide verkondiger van het Evangelie, Goede herder, steeds bezorgd om de verdwaalde schapen van Jesus te zoeken en tot de rechte weg terug te brengen, Wijs en voorzichtig leidsman op de weg van deugd en volmaaktheid, Bestrijder en overwinnaar van de helse machten, Innig doordrongen van liefde en medelijden jegens alle noodlijdenden, Liefderijke vader en verzorger van de armoede, Bijstand van de weduwen en wezen, Trooster van de bedroefden, Toevlucht in alle ziekten en: kwalen, Hulp in alle noodwendigheden, Hoop van allen, die U standvastig vereren en aanroepen, Machtige voorspreker bij God, 15 Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, spaar
ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, verhoor ons, Heer. Lam Gods, dat de zonden van de wereld wegneemt, ontferm U over ons. Christus, aanhoor ons. Christus, verhoor ons. Onze Vader en Wees gegroet. Laat ons· bidden. O Heer en genadige God, verhoor de gebeden die wij tot U richten, opdat wij, die vertrouwen op de oneindige verdiensten van Uw Zoon Jesus Christus, het Lam zonder Vlek, barmhartigheid verwerven door de voorspraak van Uw trouwe dienaar de H. Marcoen en van onze ziekten en kwalen door Uw alvermogende hand genezen mogen worden. Door dezelfde Jesus Christus, onze Heer. Amen. 16 GEBEDEN voor een Noveen ter ere van de H. Marcoen Eerste dag. H. Vader en Abt Marcoen, trouwe dienaar van God, grote leraar en lichtend voorbeeld van alle deugden, verlichte leidsman van de zielen, geef dat ik Uw lessen altijd voor ogen houd. Geef dat ik volgens de vermaningen, die Gij de gelovigen onophoudelijk op het hart hebt gedrukt, de verplichtingen van mijn H. Doopsel trouw volbreng en mij meer en meer door een zedig gedrag de verheven naam van Christen waardig maak. Geef dat ik Uw deugden en heilige levenswandel navolg, opdat ik aan God behaag en in alle noodwendigheden, zowel naar ziel als naar lichaam, Uw machtige bijstand moge verdienen. Onze Vader - Wees gegroet. Tweede dag. H. Vader en Abt Marcoen, die vanaf Uw jeugd het gebed en de godsvrucht hebt bemind; U hebt afgezonderd van alle 17 wereldse en lichtzinnige gezelschappen en alle gevaarlijke gelegenheden tot zonde hebt gevlucht, bid voor mij, opdat ik ook bijtijds de gevaren mag inzien, de gezelschappen en de omgang met lichtzinnige mag vermijden en in plaats van in wereldse en gevaarlijke bijeenkomsten, mijn behagen vind in het gebed en in oefeningen van godsvrucht, om mijn ziel zuiver te
bewaren van zonde, waardoor de dood, de ziekte en alle ellende in de wereld zijn gekomen. Amen. Onze Vader - Wees gegroet. Derde dag. H. Vader en Abt Marcoen, die zo edelmoedig de wereld hebt verzaakt en alles hebt verlaten om Jesus alleen te volgen, verkrijg voor mij, ik bid er U om, dat ik mijn hart nimmer aan de wereld hecht, noch haar rijkdommen bemin, noch haar ijdele plezieren en zondige vermaken najaag, maar dat ik mijn hart geheel en onverdeeld aan Jesus geef, opdat Jesus ook mij zal beminnen en mij zegenen zal naar ziel en lichaam. Amen. Onze Vader - Wees gegroet. 18 Vierde dag. H. Vader en Abt Marcoen, Uw leven was zo heilig en toch hebt Gij nog zo'n strenge boetvaardigheid gedaan. En ik, die zo ver van Uw heiligheid afsta, ik, die zoveel fouten bega, ja, misschien veel en grote zonden heb bedreven, ik denk er zo weinig aan om boetvaardigheid te doen. Verkrijg voor mij van God de genade om voortaan altijd mijn zonden met een oprecht berouw te betreuren en door werken van boetvaardigheid te herstellen. Verkrijg voor mij nu, dat ik tenminste mijn ziekte en pijnen geduldig mag verdragen tot uitboeting van mijn zonden, opdat ik door de boetvaardigheid gereinigd en hersteld naar de ziel, ook het herstel naar het lichaam mag ontvangen. Amen. Onze Vader - Wees gegroet. Vijfde dag. H. Vader en Abt Marcoen, grote bestrijder en overwinnaar van de helse machten, die in Uw leven in de naam en door de kracht van God duivelen hebt uitgedreven en hun boze listen wist te ontdekken en te verijdelen, sta mij bij in de strijd, die ik tegen deze aartsvijanden van mijn 19 zaligheid moet voeren. Bescherm mij tegen de boze listen en helse aanslagen. waardoor ze mij naar ziel en lichaam zouden kunnen hinderen. Amen. Onze Vader - Wees gegroet.
19 Zesde dag. H. Vader en Abt Marcoen, grote minnaar van de heilige kuisheid! Hoe kostbaar was die deugd in Uw ogen! Wat waart Gij steeds bezorgd en bekommerd om die nooit genoeg te waarderen schat te bewaren! Geef. dat ik altijd Uw engelachtig leven mag navolgen; geef, dat ik ook die heilige deugd altijd zal beminnen en hoogschatten en alles zal vermijden, wat die schitterende parel zou kunnen bevlekken of in gevaar brengen van verloren te gaan. Ik bid U: bescherm mij in de bekoringen, bewaar mij in de gevaren, opdat ik Kind van God mag blijven en van alle ziekten mag genezen of er voor gevrijwaard worden. Amen. Onze Vader - Wees gegroet. Zevende dag. H. Vader en abt Marcoen, in wiens hart God een bijzondere liefde en medelij 20 den voor de noodlijdende mensen heeft ingestort, ik bid U, medelijden met een ongelukkige te hebben en Uw veelvermogende voorspraak bij God aan te wenden, opdat Hij mij helpe in mijn ziekte en kwalen. Verkrijg ook, dat mijn hart door medelijden zal bewogen worden, om anderen in hun nood bij te staan, opdat ik zal mogen ondervinden, dat hij, die anderen barmhartigheid bewijst, ook zelf bij God barmhartigheid zal verwerven. Amen. Onze Vader - Wees gegroet. Achtste dag. H. Vader en Abt Marcoen, Gij waart met de wil van God tevreden; Gij berustte steeds in de wijze beschikking van de goddelijke Voorzienigheid, omdat Gij wist, dat God alles ten beste richt voor diegenen, die Hem beminnen. Helaas! Ik ben zo ongeduldig, ik klaag en mor zo dikwijls tegen God, omdat de ziekte mij is overkomen en niet genezen wil. Verkrijg voor mij een standvastig geduld, opdat ik de verdiensten van mijn lijden niet zal verliezen en de last van mijn ziekte door mijn eigen ontevredenheid niet zal verzwaren. Integendeel, geef mij, dat ik door volkomen onderwerping aan de 21
wl van God, verdien mijn gezondheid terug te krijgen, of, indien dit mij niet zalig is. door geduldig lijden eenmaal in de hemel een schone kroon te ontvangen. Amen. Onze Vader - Wees gegroet. Negende dag. H. Vader en Abt Marcoen, toen Gij nog op aarde waart, was Uw gebed alvermogend bij God omdat het bezield was door een levend geloof en een vast vertrouwen op God. Mijn gebed is dikwijls krachteloos en ik vind geen verhoring omdat ik niet bid met dat sterke geloof en omdat ik te weinig vertrouw op de oneindige goedheid en barmhartigheid van God. De H. Jacobus zegt immers, dat hij die twijfelt, niets van God zal ontvangen. Ik bid U, verkrijg voor mij de gave van 'n gelovig en vertrouwvol gebed; voeg Uw gebed bij het mijne, opdat het des te aangenamer zij aan God en ik datgene verkrijg wat voor mijn ziel en lichaam zalig is. Amen. Onze Vader - Wees gegroet. 22 SLOTGEBED. Almachtige God! Vader van barmhartigheid en God van alle vertroosting, zonder Wie niets volmaakt is in de hemel en op aarde niemand gelukkig kan zijn; Die Uw engelen zendt om ons te helpen en Uw heiligen roept om ons in dit gevaarvolle leven te beschermen en bij te staan, wij komen tot U en bidden om genezing door de voorspraak van de H. Marcoen. Toen hij nog op aarde was, verrichtte hij vele wonderen en genas de zieken; nu hij in Uw hemel is, bidden wij, om zijn verdiensten en door zijn voorspraak, verlost te mogen worden van onze ziekten en kwalen, opdat wij, de lof van de H. Marcoen verbreidend, U in hem verheerlijken en onze gezondheid tot Uw glorie en onze zaligheid mogen gebruiken. Door Jesus Christus, onze Heer. Amen . AANHANGSEL. Om de godsvrucht tot de H. Marcoen te verbreiden en op zijn voorspraak genezing te verkrijgen van eczeem, koningszeer en alle klierziekten, heeft Z. H. Exc. Mgr. P. Leyten, Bisschop van Breda, op 14 23 Nov. 1889 de Broederschap van de H. Marcoen opgericht in de parochiekerk van Dorst.
23 Zij, die lid van deze Broederschap wensen te worden, kunnen zich laten inschrijven in het ledenregister en betalen tot steun aan de parochiekerk jaarlijks 10 cent of f3.50 ineens. Bij Rescript van 8 Dec. 1889 en van 7 Jan. 1896 verleende Z. H. Paus Leo XIII een volle aflaat: 1 e. Op het feest van de H. Marcoen (1 Mei) of op een dag van het Octaaf of op één der dagen na het Octaaf tot en met de tweede Zondag in Mei. 2e. Op het feest van Maria's ten Hemelopneming (15 Aug.) of op een dag van het Octaaf. Om de volle aflaat, die we kunnen toepassen op de gelovige zielen, te verdienen, moet men op één der voornoemde dagen biechten, communiceren, de parochiekerk van Sint Marcoen te Dorst bezoeken en daar bidden tot voortplanting van het Geloof en tot intentie van Z. H. de Paus. 24 ____________________________________________ IMPRIMATUR. Die 28 Januari 1949, † JOS BAETEN, Episc. Coadj. Bredanus. ____________________________________________ I