Dyslexiebeleid op Wolfert Lyceum Inleiding Volgens de meest gangbare definitie is dyslexie een stoornis die gekenmerkt wordt door hardnekkige problemen in de automatisering van de woordidentificatie (lezen) en/of schriftbeeldvorming (spellen). Dit betekent dat het gaat om een ernstige lees- en/of spellingsachterstand, ondanks voldoende gelegenheid tot lezen. Het automatiseringsprobleem blijkt in het voortgezet onderwijs vooral bij ingewikkelde taken (lange teksten, functionele schrijfopdrachten) en moderne vreemde talen. Dyslexie is een handicap die niet te verhelpen is. Het is niet altijd gemakkelijk dyslexie te herkennen, want het komt in verschillende mate voor, van zwak tot zeer ernstig. Het doel van het dyslexiebeleid van het Wolfert Lyceum is om dyslectische leerlingen zoveel mogelijk in staat te stellen op hun niveau een diploma te behalen, daarbij rekening houdend met de faciliteiten die wettelijk vastgesteld zijn in het dyslexieprotocol van het Ministerie van Onderwijs1.
Dyslexiebeleid Er is een dyslexiecoach, die een aantal uren per week heeft om dyslectische leerlingen waar mogelijk bij te staan. De dyslexiecoach organiseert de screening, verstrekt faciliteitenkaarten, regelt zonodig vrijstellingen, houdt via e-mail de ouders op de hoogte van recente ontwikkelingen, voert gesprekken met dyslectische leerlingen en hun ouders, onderzoekt de mogelijkheid van aanschaf van ondersteunende software en bezoekt studiedagen om de kennis op peil te houden. De dyslexiecoach heeft iedere donderdag een speciaal daltonuur voor dyslectische leerlingen. De verschillende secties hebben nagedacht over problemen waar dyslectische leerlingen bij hun vak tegenaan kunnen lopen en proberen deze op verschillende manieren weg te nemen. Zo is er voor sommige leerlingen de mogelijkheid om een moderne vreemde taal laten vallen. Ook hierbij houden we ons aan de regels die opgesteld zijn door het Ministerie van Onderwijs. Binnen de secties zijn er ook afspraken over het omgaan met spelfouten. Leerkrachten zijn op de hoogte van de faciliteiten waar leerlingen recht op hebben en houden hier rekening mee.
Vaststelling dyslexie Om in aanmerking te komen voor faciliteiten dient een leerling in het bezit te zijn van een officiële dyslexieverklaring. Zo’n verklaring kan alleen afgegeven worden door professionals (bv. orthopedagogen) die over de daarvoor vereiste papieren beschikken. Er zijn twee mogelijkheden: 1
Dit protocol is ter inzage aanwezig in het kantoor van de dyslexiecoach.
a) Sommige leerlingen hebben al op de basisschool zo’n dyslexieverklaring gekregen. Bij hen hoeft geen vervolgonderzoek plaats te vinden. b) leerlingen waarbij door ouders of mentoren (bv. naar aanleiding van het onderwijskundig rapport) mogelijke dyslexie wordt vermoed, worden op school gescreend op lees- en spellingsproblemen d.m.v. een dictee, een leestoets en een luistertoets. Bij de screening worden ook de CITO- scores voor taal, rekenen en informatieverwerking betrokken. De fouten in deze screening worden beoordeeld door de dyslexiecoach en een psycholoog, en samen met de gegevens uit de dossiers bepaalt dat welke leerlingen in aanmerking komen voor een kort diagnostisch onderzoek. Aan de hand van de gegevens uit de screening en het korte diagnostische onderzoek wordt bepaald welke leerlingen in aanmerking komen voor een uitgebreid diagnostisch onderzoek. Zo’n onderzoek moet uitgevoerd worden door een psycholoog of orthopedagoog die is gespecialiseerd in dyslexie. Deze kan vervolgens, als de leerling inderdaad dyslectisch blijkt te zijn, een officiële dyslexieverklaring afgeven. De kosten van zo’n onderzoek bedragen ongeveer € 500,-, inclusief de officiële dyslexieverklaring en het advies voor aanpak en behandeling. Deze kosten dienen betaald te worden door de ouders. In sommige gevallen is een beroep op de Wet Bijzondere Bijstand van de Gemeente mogelijk. Ouders kunnen ook contact opnemen met hun zorgverzekeraar voor een eventuele vergoeding.
Hoe gaan docenten om met dyslectische leerlingen? Dyslexie is een leerstoornis die zich in vele vormen en gradaties kan voordoen. In welke mate een leerling ook dyslectisch is, steeds zal hij/zij problemen hebben (in meer of mindere mate) met de verwerking van letters en klanken (informatieverwerking, lees- en spellingsproblemen), het lezen van teksten en het geautomatiseerd toepassen van kennis bij schriftelijke en mondelinge taken. Wanneer de taken groter en moeilijker worden, zal ook de concentratie voor problemen kunnen zorgen. Om te zorgen dat dyslectische leerlingen zoveel mogelijk op hun niveau een diploma halen, wordt op een aantal manieren hulp geboden. Dit is per leerling verschillend, afhankelijk van de mate van dyslexie. Docenten kunnen tijdens hun lessen op een aantal manieren inspelen op de handicap van de leerling: -
spellingtoetsen zo klein mogelijk maken of in aangepaste vorm aanbieden, bij overige toetsen (boekverslagen, grammaticatoetsen, werkstukken, overhoringen woordenschat, samenvattingen, antwoorden op open vragen in tekstverklaringen) spelfouten niet of minder zwaar meetellen, extra tijd geven voor proefwerken en repetities: bij een tijdsduur tot 45 minuten 15 minuten extra, duurt een tentamen, repetitie etc. 46 minuten of langer, dan is de extra tijd 30 minuten, geen onverwachte leesbeurten geven,
-
toetsen in aangepaste vorm aanbieden (groter lettertype2, korte teksten, mondelinge overhoring), leerling met computer (met spellingscontrole) laten werken, bij het taalonderwijs, waar het lezen van boeken verplicht is, de leerling indien mogelijk gebruik laten maken van een bijbehorende geluidsband, waar mogelijk de leerling gebruik laten maken van regelkaarten, bv. bij ontleden. tijdens de lessen de uitleg zo duidelijk en eenvoudig mogelijk houden, toestemming geven om aantekeningen en dictaten te kopiëren.
Een deel van bovengenoemde adviezen is ook terug te vinden op de faciliteitenkaart. Daarnaast heeft de school het computerprogramma Kurzweil 3000 aangeschaft. Dit programma kan onder andere alle gedrukte tekst omzetten in gesproken tekst. Dyslectische leerlingen krijgen uitleg over dit programma en kunnen het gebruiken als ze dat willen.
Faciliteiten voor dyslectische leerlingen bij het eindexamen Leerlingen met dyslexie die in een schooljaar eindexamen doen en aanpassingen nodig hebben, moeten dit voor 1 november van dit jaar aanvragen bij de directeur van de school. Op grond van artikel 55 van het eindexamenbesluit is de directeur bevoegd om de eindexamencondities aan te passen op grond van het rapport van een deskundige. De aanpassingen moeten worden gemeld bij de inspectie. Afhankelijk van de mate van dyslexie zijn de volgende aanpassingen mogelijk: ‐ Vergroting van het lettertype van de opgave, ‐ Verlenging van de examentijd met 30 minuten, ‐ Auditieve ondersteuning, zoals a. Audio (daisyspeler). De examentekst is omgezet in gesproken woord en kan met een daisyspeler of computer met speciale software worden beluisterd. b. Tekstbestand op cd-rom (de tekst is met synthetische spraak hoorbaar te maken). c. ICT-ondersteuning, zoals laptop met tekstverwerker met spellingcorrector, spraakherkenning, of andere ondersteunende softwareprogramma’s. In de deskundigenverklaring die bij de dyslexieverklaring wordt afgegeven, staat welke hulpmiddelen aansluiten bij de begeleidingsadviezen. Bij de beslissing wordt ook meegewogen of een leerling het hulpmiddel al jarenlang gebruikt. Het is niet logisch het hulpmiddel alleen bij examens in te zetten. Dedicon, dat het centraal schriftelijk eindexamen maakt in gesproken woord en tekstbestand, adviseert met deze vormen van aanpassingen te oefenen voor het examen. Bronnen: ‐ Regeling toegestane hulpmiddelen (CFI) ‐ Het examenblad voor dyslectische kandidaten (Eindexamen.nl) ‐ Centraal Schriftelijke eindexamens voor VMBO, HAVO en VWO (Dedicon).
2
Uit onderzoek is gebleken dat dyslectische leerlingen de voorkeur geven aan lettertype Verdana in puntgrootte 14, en dan het liefst gewoon op A4-formaat.
Vrijstelling In sommige gevallen kan besloten worden dat op de HAVO het vak Frans en/of Duits in het 2e en 3e leerjaar niet gevolgd hoeft te worden. De tijd die dan vrijkomt, moet besteed worden aan de resterende talen/vakken. Het besluit dat een leerling een taal mag laten vallen wordt genomen door de directie, na toestemming van de ouders en overleg met de docent. De controle van de manier waarop de vrijgekomen uren besteed worden, berust bij de mentor.
Coach De dyslexiecoach, Dick Koene, is altijd bereid om hulp te bieden of meer informatie te verschaffen. Hij is te bereiken via e-mail (
[email protected]).
Bijlage 1: faciliteitenkaart
Faciliteiten • Extra tijd voor proefwerken en overhoringen (standaard 20 % bij alle vakken). • Groter lettertype bij schriftelijke opgaven en aanwijzingen (bij voorkeur Verdana 14 op A4). • Bij repetities en schriftelijke overhoringen een aangepaste beoordeling van spellingsfouten. • Extra mondelinge overhoring voor woordkennis bij vreemde talen. • Extra hulp voor de uitspraak en spelling bij vreemde talen. • Niet onverwachts hardop laten voorlezen, eerst de mogelijkheid bieden om een tekst voor te bereiden. • Aantekeningen controleren of eventueel kopiëren.
Bijlage 2
Stappenplan vaststelling dyslexie 1.
2.
3. 4. 5. 6.
screening (afname op indicatie) ----geen aanwijzingen ---- →stopt ↓ ↓ aanwijzingen ↓ ↓ kort diagnostisch onderzoek --- geen dyslexie maar wel spellingsproblemen ↓ ↓ ↓ ↓ aanwijzingen soms remediëring ↓ ↓ onderzoek door orthopedagoog ↓ ↓ vaststelling ↓ ↓ dyslexieverklaring ↓ ↓ faciliteiten