1
INLEIDING
Duurzaam inkopen betekent dat sociale en milieuaspecten door organisaties in aanmerking worden genomen in hun beleid ten aanzien van toeleveranciers. Duurzaam inkopen is een actueel thema binnen de overheid. De rijksoverheid wil samen met de medeoverheden de markt voor duurzame producten stimuleren door het goede voorbeeld te geven en zelf duurzame producten te kopen. Jaarlijks besteden de gezamenlijke overheden (Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen) meer dan 40 miljard euro aan de inkoop van goederen, werken en diensten. Door als overheden duurzaam in te kopen, krijgt de markt voor duurzame producten een stevige impuls. Duurzaam inkopen is daarmee één van de meest krachtige hefbomen om de samenleving een meer sociale en milieuverantwoorde richting op te sturen, niet alleen in Nederland, maar tot aan de wortels van de producten- en dienstenketens in het buitenland. Door duurzaam in te kopen kan de overheid de productie van duurzaam geproduceerde goederen en diensten stimuleren en daarmee een voorbeeldfunctie vervullen voor de private sector en burgers. Ook leveranciers die hun producten via BestDeal aan de overheid verkopen krijgen te maken met duurzaamheidseisen. Daarom wil Best Deal leveranciers die hun producten aanbieden via de online catalogus de mogelijkheid bieden zich te onderscheiden op duurzaamheid. Leveranciers krijgen de mogelijkheid hun artikelen te laten toetsen op het voldoen aan de criteria voor duurzaam inkopen zoals die zijn opgesteld door SenterNovem voor 83 productgroepen. Ieder artikel dat voldoet krijgt een herkenbaar icoontje waarmee de klant in één oogopslag ziet dat het een duurzaam artikel betreft. Uit onderzoek blijkt echter dat niet alle artikelen die via Best Deal vallen onder een van de 83 productgroepen van SenterNovem te scharen zijn. Ook voor deze artikelen heeft Best Deal een oplossing. Door deze artikelen te toetsen aan de hand van een eigen duurzaamheidskader kunnen ook artikelen die buiten de SenterNovem productgroepen vallen worden voorzien van een herkenbaar duurzaamheidsicoon. BECO, een adviesbureau op het gebied van duurzaam ondernemen dat onder andere gespecialiseerd is in duurzaam inkopen zal de toetsing uitvoeren.
2
TOETSING OP BASIS VAN SENTERNOVEM
Om het SenterNovem duurzaamheidsicoon te verkrijgen dienen de producten die de leverancier wil laten opnemen te voldoen aan de criteria van SenterNovem. De leverancier levert aan BECO een lijst met artikelen die in aanmerking komen voor toetsing. BECO laat weten aan welke criteria deze artikelen moeten voldoen en wat voor bewijs moet worden geleverd. De leverancier levert de gevraagde bewijsmiddelen (of vraagt deze op bij toeleveranciers). BECO beoordeelt of dit klopt. BECO Groep
1
SenterNovem is op dit moment bezig de laatste hand te leggen aan de sociale criteria. Definitieve vaststelling van deze criteria wordt verwacht in mei 2009. Vooralsnog geldt voor het toepassen van deze sociale criteria de aanbestedingsnorm (€ 133.000 voor rijksopdrachten, € 206.000 voor overige overheden). Voor de toetsing van de artikelen uit de catalogus van Best Deal zullen we echter ook op de sociale aspecten toetsen zoals beschreven in paragraaf 3.2.
3
HET DUURZAAMHEIDSKADER
Het duurzaamheidskader bestaat uit duurzaamheidsaspecten op milieu en sociaal gebied en is gebaseerd op internationaal erkende duurzaamheidsstandaarden, zoals de Fundamentele Principes en Rechten op het Werk van de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en andere ILOverdragen, de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, de Global Compact, de richtlijnen van het Global Reporting Initiative en de concept richtlijnen van ISO 26000. Bij het duurzaamheidskader hoort een vragenlijst die de leverancier dient in te vullen. Bovendien dient de leverancier een verklaring te ondertekenen dat het desbetreffende artikel voldoet aan de aspecten die zijn opgenomen in het duurzaamheidskader. BECO beoordeelt op basis van de antwoorden in de vragenlijst en de ondertekende verklaring of de artikelen voldoen. Bij onduidelijkheden neemt BECO telefonisch contact op met de leverancier voor nadere toelichting.
3.1
Milieu aspecten
Bij milieuaspecten gaat het om het effect van het product of productieproces op het milieu, bijvoorbeeld door energie of materiaalgebruik. De milieuaspecten voor dit duurzaamheidskader zijn afgeleid van de milieuaspecten zoals beschreven in de concept ISO 26000 richtlijnen. De doelstelling van ISO 26000 - Guidance on Social Responsibility is het ondersteunen van organisaties die MVO willen invoeren. Daarom geeft ISO 26000 praktische richtlijnen voor het opzetten en invoeren van MVO. Voor het duurzaamheidskader gaan we uit van de onderstaande milieuaspecten: ¾ ¾ ¾ ¾
2
Voorkomen van milieuvervuiling Duurzaam gebruik van (natuurlijke) materialen en grondstoffen Klimaatverandering Bescherming en herstel van de natuurlijke leefomgeving
BECO Groep
Voorkomen van milieuvervuiling Bij dit aspect kijken we naar hoe een organisatie vorm geeft aan het voorkomen van milieuvervuiling. Hierbij gaat het bijvoorbeeld om de uitstoot van vervuilende stoffen naar de lucht, watervervuiling, afval, gevaarlijke chemische stoffen of andere vormen van vervuiling die schadelijk zijn voor het milieu en/of de gezondheid. Duurzaam gebruik van (natuurlijke) materialen en grondstoffen Is het product gemaakt van hergebruikt grondstoffen? Is het product zelf herbruikbaar ('energetische recycling' is het absolute minimum)? Staat de levensduur van de verpakking in verhouding tot die van het product? Is de leverancier bezig met “Cradle to Cradle”? zijn vragen die relevant zijn bij dit aspect. Klimaatverandering Bij het aspect klimaatverandering kan het enerzijds gaan over het productieproces, wat wordt er bijvoorbeeld gedaan om CO2 uitstoot te beperken, wordt er gebruik gemaakt van alternatieve brandstoffen? Daarnaast kan ook het vervoer een belangrijk aspect zijn, wordt er actief voor gezorgd dat er zo weinig mogelijk transportbewegingen worden gemaakt in de keten? Tenslotte wordt gekeken naar de gebruiksfase. Is het product zuinig met energie in de gebruiksfase? Vooral van toepassing voor producten "met een stekker of een benzinetank". Hierbij kunnen energielabels bijvoorbeeld van toepassing zijn. Bescherming en herstel van de natuurlijke leefomgeving (Biodiversiteit) Biodiversiteit vormt een belangrijke voorwaarde voor het functioneren van ecosystemen en de levering van ecosysteemdiensten. Voedsel, hout, vezels of klimaatregulatie zijn allemaal voorbeelden van ecosysteemdiensten. Naast een ecologische waarde heeft biodiversiteit ook belangrijke economische en sociale waarden. Wanneer een product of het productieproces een negatieve invloed heeft op de biodiversiteit zal bijvoorbeeld gevraagd worden wat de leverancier doet om deze impact te minimaliseren of hoe wordt gezorgd voor herstel.
3.2
Sociale aspecten
SenterNovem is op dit moment druk bezig de laatste hand te leggen aan de sociale criteria voor de 83 productgroepen. Het concept voor de invulling hiervoor is al beschikbaar1. Dit concept document ligt aan de basis van de sociale aspecten voor het Best Deal toetsingskader. Best Deal probeert hiermee een gelijk speelveld te creëren voor leveranciers van producten die binnen de productgroepen van SenterNovem vallen en de leveranciers die artikelen leveren die buiten deze productgroepen vallen.
1
http://www.senternovem.nl/duurzaaminkopen/Criteria/sociale_criteria/index.asp BECO Groep
3
De verwachting is dat het conceptdocument van SenterNovem een goed beeld geeft van het uiteindelijke document dat naar verwachting in mei 2009 ter vaststelling aan de ministerraad wordt aangeboden voor de zomer van 2009 definitief zal worden vastgesteld. Mochten er veranderingen plaatsvinden dan zal het duurzaamheidskader ook worden aangepast. We baseren de sociale criteria voor het duurzaamheidskader op de generieke sociale criteria die SenterNovem voor ogen heeft. We maken gebruik van de fundamentele arbeidsnormen van de International Labour Organisation (ILO) en de mensenrechten in de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. De arbeidsnormen bestaan uit: ¾ ¾ ¾ ¾
Afschaffing van dwangarbeid en slavernij Afschaffing van kinderarbeid Vrijwaring van discriminatie op het werk en in beroep Vrijheid van vakvereniging en recht op collectieve onderhandelingen
Voor een toelichting van deze normen zie bijlage I. De mensenrechten zullen gerelateerd worden aan de arbeidsrelevante en bedrijfsrelevante aspecten van de Universele Verklaring van de rechten van de Mens. (Op dit moment is de precieze formulering nog niet duidelijk). De leverancier dient aan te tonen dat hij een redelijke inspanning verricht om de sociale criteria te implementeren in de productieketen. Van een bedrijf mag verwacht worden dat het de invloed die het heeft ook ruimhartig aanwendt om verantwoordelijkheid te nemen in de keten. 3.3
Praktische toepassing duurzaamheidskader
De milieu en sociale aspecten zoals hiervoor beschreven vormen het uitgangspunt voor de vragenlijst en daarmee de toetsing. Natuurlijk kan het zo zijn dat voor sommige artikelen bepaalde aspecten niet relevant zijn. In samenspraak met de leverancier bepalen we welke aspecten relevant zijn en dus zullen worden getoetst.
4
BECO Groep
4
BIJLAGE 1: TOELICHTING ARBEIDSNORMEN
Dwangarbeid Er zal geen gebruik gemaakt worden van dwangarbeid, waaronder gedwongen arbeid ter aflossing van een schuld of gevangenisarbeid (ILO Conventies 29 en 105). Toelichting: Dwangarbeid kent, behalve de fysieke dwang om arbeid te leveren, nog andere vormen zoals onderbetaling of zelfs niet-betaling als gevolg van vermeende schulden, en situaties waarin werknemers de facto worden gedwongen tot het overschrijden van de normen ten aanzien van werktijden, of waarin werknemers in onveilige en ongezonde werksituaties worden geplaatst. Ook situaties waarin sprake is van mensenhandel, zoals gedefinieerd in het Protocol bij het VN-Verdrag tegen Transnationale Georganiseerde Criminaliteit (UNTOC Protocol) uit 2000, worden begrepen als dwangarbeid. Discriminatie Bij het aannamebeleid, loonbeleid, de toegang tot opleidingen, het promotiebeleid, de beëindiging van de arbeidsrelatie, de pensionering en ieder ander aspect van de arbeidsrelatie zal sprake zijn van gelijke kansen en gelijke behandeling, ongeacht ras, huidskleur, sekse, godsdienst, politieke overtuiging, vakbondslidmaatschap, nationaliteit, maatschappelijke afkomst, gebreken of handicaps (ILO Conventies 100 en 111). Kinderarbeid Er wordt geen gebruik gemaakt van kinderarbeid. Er worden alleen werknemers in dienst genomen die niet langer leerplichtig zijn en in ieder geval 15 jaar of ouder zijn (ILO Conventie 138). Er is geen sprake van vormen van slavernij of vergelijkbare praktijken, zoals het verkopen en verhandelen van kinderen, gebondenheid door schuld en lijfeigenheid en gedwongen arbeid. [ .] Kinderen [in de leeftijd van 15-18] mogen geen werk verrichten dat, door de aard van het werk of de omstandigheden waaronder het werk wordt uitgevoerd, vermoedelijk schadelijk is voor hun gezondheid, veiligheid of moraal (ILO Conventie 182). Vrijheid van vakvereniging en recht op collectief onderhandelen Het recht van alle werknemers om vakbonden op te richten, zich bij een vakbond aan te sluiten en om collectieve onderhandelingen te voeren zal erkend worden (ILO Conventies 87 en 98). In situaties waarin het recht op vrijheid van vakvereniging en collectief onderhandelen door de wet beperkt zijn, worden gelijksoortige oplossingen aangereikt voor onafhankelijke en vrije verenigingen en onderhandelingen voor alle werknemers. Werknemersvertegenwoordigers worden niet gediscrimineerd en krijgen toegang tot alle werkruimten die noodzakelijk zijn voor het uitvoeren van hun vertegenwoordigende taken (ILO Conventie 135 en Aanbeveling 143).
BECO Groep
5
Verklarende woordenlijst 1
Cradle to Cradle: De kern van Cradle to Cradle ligt in het concept ‘afval is voedsel’. Alle gebruikte materialen zouden na hun leven in het ene product, nuttig kunnen worden ingezet in een ander product. Hierbij zou geen kwaliteitsverlies mogen zijn en alle restproducten moeten hergebruikt kunnen worden of milieuneutraal zijn. Deze kringloop is dan compleet en afval is voedsel. Duurzame ontwikkeling is de ontwikkeling waarbij de huidige generatie in haar noden voorziet, zonder de mogelijkheden daartoe voor de volgende generatie te beperken. De Cradle-to-Cradle (C2C) filosofie gaat verder en wil voorzien in onze eigen noden, maar ook de toekomstige generaties van meer mogelijkheden voorzien. Het motto daarbij is probeer goed te zijn in plaats van minder slecht! De drie basisregels van Cradle to Cradle zijn: •
Afval = voedsel
•
Zon is de energiebron
•
Respect voor Diversiteit
1
MJA: De meerjarenafspraken energie-efficiency (MJA's) zijn overeenkomsten tussen de overheid en bedrijven en instellingen over het effectiever en efficiënter inzetten van energie.
1
Biodiversiteit: De meest simpele definitie voor biodiversiteit is 'Al het leven op aarde'.
Biodiversiteit is een samentrekking van de woorden biologische diversiteit. Het verwijst naar de variatie van al het leven op aarde en naar de verschillende levensgemeenschappen die ze vormen. Het BiodiversiteitsVerdrag geeft de volgende definitie die breed wordt gedragen: "biodiversiteit is de variatie in organismen uit de gehele wereld, waaronder terrestrische, mariene en ander aquatische ecosystemen en de ecologische verbanden waar ze deel van uitmaken; de diversiteit betreft de variatie binnen soorten, tussen soorten en tussen ecosystemen". Met het laatste wordt aangegeven dat biodiversiteit wordt onderscheiden op het genetisch, soorten en ecosysteem niveau
6
BECO Groep