LEERPLAN SECUNDAIR ONDERWIJS
Vakken:
AV Lichamelijke opvoeding AV Sport (topsport triatlon/duatlon)
2/2 lt/w 10/10 lt/w
Basisvorming Specifiek gedeelte
Studierichtingen:
Wetenschappen-topsport (ASO 2), Handeltopsport (TSO 2), Topsport (TSO 2), Moderne talen-topsport (ASO 3), Wetenschappentopsport (ASO 3), Wiskunde-topsport (ASO 3), Handel-topsport (TSO 3), Topsport (TSO 3)
Studiegebied:
Sport
Onderwijsvorm:
ASO/TSO
Graad:
tweede en derde graad
Leerjaar:
eerste en tweede leerjaar
Leerplannummer:
2007/012 (vervangt 2006/154)
Nummer inspectie:
2005 / 36 // 1 / T / SG / 3H / II / / D/ 2006 / 102 // 1 / T / BS / 1 / III / / D/ (vervangt 2005 / 36 // 1 / T / BS / 2H / II / / V/08)
Pedagogische begeleidingsdienst GO! Onderwijs van de Vlaamse Gemeenschap Emile Jacqmainlaan 20 1000 Brussel
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
1
INHOUD Visie ......................................................................................................................................................... 2 Beginsituatie ............................................................................................................................................ 4 Algemene doelstellingen ......................................................................................................................... 5 Leerplandoelstellingen............................................................................................................................. 9 Leerinhouden......................................................................................................................................... 17 Pedagogisch-didactische wenken en timing ......................................................................................... 22 Minimale materiële vereisten................................................................................................................. 27 Evaluatie ................................................................................................................................................ 29 Bibliografie ............................................................................................................................................. 30
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
2
VISIE 1
Algemeen
Sport heeft in onze samenleving een vaste stek gevonden Topsport vervult een belangrijke maatschappelijke functie in ons dagelijks leven. Haar betekenis laat zich schetsen vanuit drie dimensies: -
de individuele ontplooiing van jongeren met een uitzonderlijk sportief talent;
-
de sociaal-culturele dimensie: topsport zorgt niet alleen voor topamusement. Topsport levert ook een bijzonder sterke bijdrage aan de passieve recreatie en de sociale cohesie en integratie in onze samenleving;
-
de economische betekenis van topsport voor de samenleving, die zowel in financiële zin als op het gebied van de werkgelegenheid is gegroeid mede dankzij de sterk gestegen publieke belangstelling.
De kwaliteit van de sportprestaties is de laatste jaren sterk toegenomen. Dit is zeker het gevolg van het verhogen van zowel de kwantiteit als van de kwaliteit van de training. De moderne sporters trainen niet alleen veel meer, ze trainen ook veel intensiever, ze trainen veel rationeler en dit op een wetenschappelijk verantwoorde manier! Vele Vlaamse sportfederaties sloten al een topsportconvenant af met een Vlaamse topsportschool voor de 2e en de 3e graad. Door de instroom van de aspirant-leerlingen topsport uit te breiden naar de eerste graad en de basisschool kan iedere sportfederatie i.f.v. de noden op het ideale moment starten met de meer professionele begeleiding. Met het aanbieden van topsport willen we talentrijke sportieve jongeren de mogelijkheid bieden om een kwaliteitsvolle sportspecifieke opleiding (tactisch, technisch, conditioneel en mentaal) in relatie tot een gereglementeerde studieloopbaan te volgen met maximale kansen op slagen. Aan vakken van de basisvorming wordt niet geraakt, de toekomst van deze leerlingen mag niet gehypothekeerd worden. Indien deze jongeren uiteindelijk niet voor een topsportcarrière in aanmerking komen omdat zij de vooropgestelde sportieve einddoelen niet behaalden, blijven wij hen studiecarrière met toekomst garanderen. Hoofddoel is de leerlingen op deze jeugdige leeftijd degelijk voor te bereiden op de zwaardere fysieke en mentale belastingen die zij zullen ondervinden in hun specifieke topsportopleiding en om een evenwicht te vinden tussen topsport en studie.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
2
Specifiek naar triatlon/duatlon toe
Door middel van talentdetectie de jonge atleten selecteren en vervolgens samenbrengen in een perfect ‘topsportkader’ en topsportvriendelijk milieu zodat zij zich verder kunnen ontwikkelen tot atleten die acteren op het hoogste niveau (1). Wij zorgen voor een kwaliteitsvolle uitgebalanceerde begeleiding (2) en een optimale trainingsinfrastructuur (3), zonder daarbij de algemene ontwikkeling (4) van de jongere uit het oog te verliezen. De algemene visie van de basisvorming Lichamelijke Opvoeding wordt versterkt en toegepast in de triatlon en duatlonsport in het algemeen, en de topsport in het bijzonder. Hieronder kan worden verstaan: het ontwikkelen van een gezonde en veilige levensstijl (a), motorische competentie (b), een positief zelfbeeld (c) en sociale relaties (d).
(1) hetzij nationaal, Europees, wereldniveau, deelname aan Olympische Spelen (voor triatlon) (2) begeleidingsteam bestaande uit trainerskorps (minimum trainer-A niveau), sportarts, kinesist, diëtiste, mentale begeleider,… (3) officieel zwembad, piste, veilige en gevarieerde fiets- en loopparcours, fitnessruimte, ontspanningsmogelijkheden,… (4) mogelijkheid om verder te studeren in het Hoger Onderwijs of op universitair niveau
(a) letten op voeding, voldoende rust, lichaamsverzorging, rugscholing, veiligheid op de weg … (b) streven naar optimale motorische, fysieke en perceptuele perfectie (c) leren omgaan met tegenslagen, leren relativeren, zich bewust zijn van eigen mogelijkheden en beperkingen … (d) omgang met medeatleten, coach en begeleidingsteam, pers …
3
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
4
BEGINSITUATIE Niveau van de leerlingen Om toegelaten te worden tot een tweede graad van de topsportschool moet de leerling aan de volgende criteria voldoen: Op vlak van studie Æ volgens de geldende onderwijsreglementering toegelaten worden tot het beoogde leerjaar. Aangezien we ervan overtuigd zijn dat het einddoel niet door iedereen kan worden bereikt, hechten we zeer veel belang aan de studiekansen die de topsportschool biedt op het niveau ASO en/of TSO. Naast de normale lesuren kunnen er op vrije momenten en in samenspraak met de trainer inhaallessen worden georganiseerd wanneer men van oordeel is dat de leerling een studieachterstand heeft voor één of meerdere vakken. Op sportief vlak Instapvoorwaarden voor topsportschool triatlon en duatlon: -
een wedstrijdlicentie hebben bij een club, aangesloten bij de Vlaamse triatlon- en duatlonliga;
-
deelgenomen hebben aan minimum 1 triatlon/duatlon of dat doen in het lopende seizoen;
-
bij voorkeur behoren tot de Belgische top in de eigen leeftijdscategorie: y
Belgische kampioenschappen jeugd B of A: top 3;
y
Jeugdcup circuit (2): top 3;
y
behoren tot de nationale jeugdselectie voor internationale wedstrijden (3).
Detectie van atleten gebeurt aan de hand van testen afgenomen tijdens een officiële testdag georganiseerd door de Vlaamse triatlon- en duatlonliga. De testprocedure, opgesteld door de topsportcel (1) van de Vlaamse triatlon- en duatlonliga omvat: -
200m zwemmen, met tijdsopname en techniekevaluatie (enkel voor triatlon);
-
1000m lopen, met tijdsopname;
-
mentale test (4).
De kandidaat atleet moet voldoen aan de vooropgestelde limiettijden: -
inspanningstest (met o.a. bepalen VO2max, lactaatproductie …);
-
biometrische profielbepaling.
Het selecteren van de kandidaten gebeurt op basis van selectiecriteria en herselectiecriteria Æ hier gelden de criteria zoals ze goedgekeurd werden door de selectiecommissie. Deze commissie is samengesteld uit de Vlaamse topsportmanager, de vertegenwoordigers van BLOSO en het BOIC.
(1) topsportcel samenstelling: topsportcoördinator, bondsarts, mentale trainer, afgevaardigde van Raad van Bestuur van de VTDL, 2 topatleten (1 uit duatlon en 1 uit triatlon) (2) Jeugdcup circuit bestaat per categorie uit 5 wedstrijden, met een eindrangschikking aan de hand van een puntensysteem (3) nog geen (individueel) Europees kampioenschap in die leeftijdscategorie (4) Leuvense motivatievragenlijst voor competitiesporters
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
5
ALGEMENE DOELSTELLINGEN 1
2
3
4
Motorische competentie: motoriek, fysiek, perceptie -
Het leren uitvoeren van de motorische basisbewegingen met gebruik van de juiste techniek en tactisch inzicht.
-
Bewegingen en acties met inzicht en vaardigheid leren uitvoeren, zowel individueel als in groep.
-
Kennis van en inzicht in de uitgevoerde bewegingssituaties aanleren.
-
Motorische vaardigheden en fysieke bekwaamheden leren inzetten om te komen tot sportefficiënte bewegingsuitvoeringen.
-
Taakgericht leren werken en het belang ervan leren ervaren voor een esthetischexpressieve en/of sportefficiënte beweging in verschillende omstandigheden.
-
Bij bewegingsuitvoeringen aandacht leren hebben voor de samenhang van kwalitatieve aspecten.
Motorische competentie: leren en sturen -
De bewegingsuitvoering leren bijsturen en optimaliseren bij zichzelf en bij anderen.
-
Toelichting leren geven m.b.t. trainingsdoelen.
-
Zelfstandig leren oefenen en reflecteren en het leren vervullen van verschillende rollen in bewegingssituaties zoals aanvallen, ploegenspel, underdog, enz..
-
Zich leren uitdrukken en leren communiceren via bewegingen en houdingen en zo een persoonlijke bewegingsstijl leren opbouwen.
Gezondheid en veiligheid -
Inzicht krijgen op de invloed van bewegen op de fysieke, mentale en sociale gezondheid en dit leren vergelijken met andere factoren die de gezondheid beïnvloeden.
-
Het ontwikkelen van een optimale fitheid gebaseerd op uithouding, kracht, lenigheid en snelheid.
-
Het leren kennen en toepassen van de belangrijke principes van fitheid, veiligheid, blessurepreventie, voeding en lichaamsverzorging bij de eigen sportbeoefening.
-
De principes van medisch verantwoord sporten leren toepassen.
-
Het leren correct interpreteren van meetresultaten.
-
Het evenwicht tussen sportprestaties, fysieke conditie en gezondheid leren nastreven.
Zelfconcept en sociaal functioneren -
Het leren ervaren dat motivatie, bewegingsvreugde, betrokkenheid en positief zelfbeeld, belangrijke aspecten zijn bij topsportbeoefening, sportbeleving en sportief presteren.
-
Mentale vaardigheden en mentale routines leren gebruiken om progressies te maken in het omgaan met spanning, stress, het behouden van controle … met het oog op een esthetisch-expressieve en/of sportefficiënte beweging.
-
Samenwerking en teamvorming leren realiseren.
-
Het tonen van sociaal aanvaardbaar gedrag op vlak van fair play, loyaliteit, regelgeving, hiërarchie en bij het uiten van bedenkingen, opmerkingen en gevoelens.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) -
5
6
7
6
Het leren ervaren dat topsportbeoefening bijdraagt tot sociale interacties.
Samenleving -
Zich leren informeren over organisaties en netwerken, die het topsportlandschap sturen.
-
Op een positieve wijze leren omgaan met externe actoren, zoals media en supporters, scheidsrechters …
-
Leren ervaren, via eigen sportbeoefening en sportbeleving, dat topsport verweven is met, en effecten heeft op andere maatschappelijke domeinen.
Onderzoekscompetentie -
Zich kunnen oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken.
-
Ter ondersteuning van de bewegingspraktijk een onderzoeksopdracht over sportthema’s kunnen voorbereiden, uitvoeren en evalueren.
-
De onderzoeksresultaten en conclusies kunnen rapporteren en ze kunnen confronteren met andere standpunten.
Vakoverschrijdende doelstellingen -
Het objectief kunnen toeschrijven van oorzaken van slagen en mislukken.
-
Het constructief kunnen participeren en het helpen realiseren van groepsdoelstellingen.
-
Het tonen van luisterbereidheid bij conflicten.
-
Eigen grenzen kunnen en willen verleggen.
-
Zich engageren om verantwoordelijkheid op te nemen.
-
Passend reageren op elke vorm van fanatisme, discriminatie en onverdraagzaamheid.
-
Pestgedrag leren vermijden.
-
Ongelijk of onmacht kunnen toegeven in sport- en spelsituaties.
-
Leiding geven en aanvaarden in sport- en spelsituaties.
-
Ordelijk, systematisch en regelmatig oefenen.
-
Het identificeren van veilige en onveilige situaties en voorbeelden kunnen geven van preventieve maatregelen.
-
....
Wij wensen de gebruiker van dit leerplan erop te wijzen dat deze lijst met vakoverschrijdende doelstellingen zeker niet limitatief is en slechts enkele sportgerelateerde voorbeelden bevat uit de verschillende vakoverschrijdende thema’s. De uitbreiding van deze lijst is sterk afhankelijk van de aanpak van de individuele leraar, alsook van projecten, opgezet door de vakgroep en/of door de school.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
8
7
Doelstellingen van de topsportopleiding
Door de talentvolle jongeren de mogelijkheid te bieden om toegang te verwerven tot de topsportschool willen we hun kansen verhogen om: -
zich verder sportief te ontwikkelen, zonder daarbij de studies te verwaarlozen of hun toekomst te hypothekeren;
-
planmatig te leren werken, zowel op sport als studiegebied (leren leren);
-
extra sociale vaardigheden te ontwikkelen, door het trainen in groep en het samenleven op internaat;
-
op een professionele en doordachte wijze te worden begeleid, en dit op alle vlakken: trainingstechnisch, sportfysiologisch, medisch en paramedisch, mentaal …;
-
gebruik te kunnen maken van optimale accommodatiemogelijkheden, zowel met betrekking tot: sport (ideale sportinfrastructuur en omgeving), studies (zowel tijdens de lesuren als in naschoolse opvang) als op het niveau van vrije tijd: verantwoord gebruik van beschikbare tijd;
-
optimaal de beschikbare en (eventueel) extra tijd te besteden via:
-
y
1. een aangepast uurrooster = binnenuurrooster;
y
2. extra uren = buiten uurrooster (woensdagnamiddag);
y
3. stagemogelijkheden en deelname aan wedstrijden, zowel in binnen- als buitenland;
door te stromen naar Universiteit en Hoger Onderwijs. Dit verhoogt de toekomstmogelijkheden.
Voor de ‘leerling-topsporter’ is de 2e graad, door de enorme verandering van levenswijze (internaat, meer trainingen op weekbasis, dus ook meer volume) gefocust op de aanpassingen en het gewoon worden van deze nieuwe situatie. Het leren trainen en technische kennis vergaren staat centraal. Voor de ‘leerling-topsporter in de 3e graad staat de vervolmaking centraal. Het leren gericht trainen naar een bepaald doel is daarbij van groot belang.
Deze onderverdeling zal de kwaliteit van de opleiding ten goede komen en de kans verhogen om op een goede basis te starten voor een lange termijn van automatisering en vervolmaking. Het resultaat van de vorming van een jong atleet om het maximale, competitieve niveau te bereiken is afhankelijk van zijn talenten en staat in verhouding tot zijn potentieel en de geïnvesteerde trainingsarbeid. 8.1
Combinatie topsport en studie
Ondanks het feit dat we overtuigd zijn dat kwaliteit van de training boven kwantiteit staat, mogen we niet vergeten dat we heel veel moeten trainen om het einddoel te kunnen bereiken. We trachten, in relatie met de theoretische lessen, een gunstige uitgangspositie in te nemen, zodat er een goed evenwicht bestaat tussen de geestelijke en fysieke inspanningen. De recuperatie speelt een belangrijke factor in deze niet te onderschatten combinatie. De juiste hoeveelheid training wordt uiteraard bepaald door de draagkracht van het kind, maar het spreekt voor zich dat onze geselecteerden over de nodige fysieke kwaliteiten moeten beschikken om de minimum hoeveelheden te kunnen afwerken. De trainingshoeveelheid en intensiteit wordt zo veel mogelijk individueel bepaalt in samenspraak met de atleet, zijn persoonlijke trainer en de begeleiders van de topsportschool.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) 8.2
8
Persoonlijkheidsontwikkeling
De lat wordt hoog gelegd in de topsportschool, zowel op sportief als op studievlak. Maar de studie blijft primordiaal. Het behalen van goede resultaten blijft een eerste vereiste om als ‘leerling-topsporter’ te kunnen slagen. De combinatie studie en topsport vergt enorm veel doorzettingsvermogen, overtuiging en inzet. De voorbereiding op een topsportcarrière vergt echter nog meer van de leerling. Hij/zij krijgt een rol van ‘ambassadeur’ op de schouder gelegd en krijgt zodoende een ‘voorbeeldfunctie’ toebedeeld. Hij/zij wordt zonder het zelf te willen een blikvanger die steeds in het middelpunt van de belangstelling zal staan op sportief gebied en in het dagelijks leven. Vandaar dat er wordt getracht om tijdens de begeleidende en opvoedende taak van de leraren, trainer en school de uitbouw van de persoonlijkheid, zelfstandigheid, maturiteit en zelfdiscipline extra te benadrukken. 8.3
8.4
Het respecteren van de polyvalentie en de aandacht voor de eindtermen -
De invulling van de eindtermen gebeurt op een uitgebreide en adequate wijze. Op die manier durven we zeggen dat de opleiding topsport triatlon/duatlon beantwoordt aan een polyvalente opleiding.
-
Het aspect FYSIEK komt ruimschoots aan bod en dekt ladingen als uithouding (extensieve en intensieve uithouding), weerstand, kracht, snelheid, lenigheid …
-
Tijdens het tussenseizoen (de maanden september-oktober) krijgen andere sporttakken (waaronder ook alternatieve sporten zoals muurklimmen, skeeleren, zelfverdediging …) op dat ogenblik meer aandacht met als doel toch fysiek actief te blijven en de mentale belasting te minimaliseren. Daarnaast brengen behendigheidscircuits, slagbal en doelsporten de nodige motorische ontwikkeling, een sociale vaardigheid en een gezonde en veilige levensstijl bij. Deze vormen worden enerzijds aangeboden om te voldoen aan de eindtermen. Anderzijds bieden ze een leuk maar toch zeer nuttig alternatief.
Vakoverschrijdende doelstellingen -
Internationalisering: jaarlijks wordt er deelgenomen aan zo veel mogelijk buitenlandse wedstrijden en stages. Het spreekt voor zich dat topsporters zich, met het oog op het verbeteren van hun prestatieniveau, moeten meten met hun buitenlandse leeftijdsgenoten. Naast het trainen en presteren wordt er ook aandacht besteed aan culturele en sociale activiteiten en krijgt de student de kans om extra ervaring op te doen met vreemde talen. Daarbij leren deze stages ook de studenten om zelfstandig te kunnen functioneren in een vreemde omgeving. Later zullen ze dit zowel in hun sportcarrière, professionele carrière als hun vrije tijd nog uitvoerig moeten gebruiken.
-
Zelfstudie. Tijdens deze verblijven met een internaatskarakter krijgen de leerlingen leerpakketten mee die door de leraren samengesteld worden. De leerlingen moeten met begeleiding de opdrachten uitvoeren of de leerstof instuderen op zelfstandige basis.
-
Aanvaarden en respecteren van het inwendige reglement. Vooral de volgende onderwerpen worden beklemtoond: y
het belang van de studie. Het diploma blijft het belangrijkste streefdoel;
y
het wederzijdse respect voor de fysieke ongeschondenheid en voor de revalidatie;
y
het ethische gedrag is 24 op 24 uur van primordiaal belang tijdens de opleiding;
y
een verslaving aan roken, drank of drugs heeft verwijdering tot gevolg.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
LEERPLANDOELSTELLINGEN Tweede graad ET LO
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen leren: Motorische competentie: motoriek, fysiek, perceptie
6,7,8
1
technisch en conditioneel voldoende onderlegd te zijn in: -
zwemmen: leren op correcte wijze crawl zwemmen, minimum een afstand van 1500m af te leggen;
-
fietsen: leren techniek aan voor nemen van bochten, stayeren, minimum een afstand van 50km af te leggen;
-
lopen: minimum een afstand van 10km kunnen af te leggen;
1,2,3,7,8
2
individueel en in groep op basis van inzicht, tactische oplossingen brengen die adequaat zijn aan de probleemstelling.
6,8
3
juist wisselen van zwemmen naar fietsen en van fietsen naar lopen.
9
4
inzicht tonen in triatlon/ duatlon door: -
zelf grenzen te trekken en zichzelf te sturen;
-
een wedstrijdstrategie te opperen in functie van het parcours en de tegenstanders;
-
het toepassen van de meest aangewezen en technisch correcte techniek in complexe oefenvormen en wedstrijdsituaties.
11,12
5
op een economische manier prestaties leveren zodat het uiteindelijke resultaat dat van de tegenstrever overstijgt.
16
6
bewegingen uitvoeren die relateren met de ruimte en de tijd. aandacht schenken aan houding en vormspanning van het lichaam bij de uitvoering van bewegingsopdrachten. al spelenderwijs en op muziek de conditie trainen op de fiets.
10
hangen, steunen, klimmen, zwaaien en draaien in verschillende situaties.
13
veilig vallen en landen in verschillende situaties.
14
als aanvaller een keuze maken m.b.t. doelen, passen, dribbelen en vrijspelen. als verdediger positie kiezen tussen aanvaller en doel binnen aangepaste vormen van minimum 1 doelspel.
9
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) ET LO
DSET
15
10
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen leren: het eigen speelveld te verbeteren. te scoren na samenspel binnen aangepaste vormen van minimum 1 terugslagspel. Motorische competentie: leren en sturen
4,5,6,11
7
goede van slechte uitvoeringen te onderscheiden. uitvoeringen te verbeteren door het uitvoeren van correctieve oefeningen en dit zowel bij zichzelf als bij de anderen. een techniek beschrijven en analyseren.
2,4
8
verbale toelichting te geven bij het kiezen van een techniek en tactiek: -
wat periodisering is;
-
de basiseigenschappen (snelheid, kracht, lenigheid, weerstand) in hun eigen programma te herkennen.
5,19
9
zelfstandig oefenen door controle van afgelegde zwemmeters, fietskilometers en looptijd, opnemen van eigen trainingstijden en opvolgen van de hartslag.
5,27*
10
een zelfevaluatie te maken na een bepaalde trainingsperiode of na een wedstrijd. Gezondheid en veiligheid
18
11
begrijpen dat sportprestaties niet alleen gebaseerd zijn op louter trainen, maar ook in verhouding staan met het mentale evenwicht en de sociale gezondheid.
22*,23*
12
begrijpen dat rusten even belangrijk is als trainen. Zij beseffen tevens dat een degelijke actieve opwarming en cooling down van primordiaal belang is om efficiënt te trainen en aldus hun prestaties te verbeteren.
1,2,17,20
13
de wegcode te respecteren bij het fietsen en lopen. altijd een helm te dragen op de fiets en beseffen het belang hiervan.
21*,28*
14
zich na elke training goed te verzorgen zodat dit de gezondheid en hygiëne ten goede komt. individueel oefeningen uit te voeren met als doel blessurepreventie: stretchen, stabilisatie en spierversterkende oefeningen.
23*
15
weten wat gezonde voeding is. weten wat een juist voedingspatroon inhoudt voor duursportatleten.
20*,21*
16
de principes van medisch verantwoord sporten toepassen.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) ET LO
23*,28*
DSET
11
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen leren:
17
dat doping of andere ongeoorloofde middelen verboden zijn en een gevaar betekenen voor de gezondheid van het eigen lichaam.
18
een evenwicht te zoeken tussen fysieke prestaties en de gezondheid van het lichaam. Dit door metingen (bijv. bloedonderzoek) en zelfcontrole (ochtendpols, gewicht, uren slaap en rust). Dit alles wordt samen met de trainingen ingevuld in een digitale agenda.
17
mountainbiken en oriëntatielopen in de natuur waarbij genieten en respecteren van de natuur een centrale plaats krijgt. Zelfconcept en sociaal functioneren
26*
19
dat motivatie leidt tot plezier in hun sport, zowel tijdens wedstrijden als tijdens trainingen. beseffen dat een grote betrokkenheid en een positief zelfbeeld belangrijke aspecten zijn om degelijke prestaties te kunnen leveren.
25
20
op een verantwoorde wijze hun zelfbeheersing onder controle te houden. omgaan met elementen als spanning, verlies en winst. Zij zijn bezig met het verbeteren van hun stressbestendigheid en hun mentale weerbaarheid
3,25*,29*
21
dat ondanks het feit dat triatlon en duatlon individuele sporten zijn, men als een ‘team’ naar trainingsstages of wedstrijd toegaat open te staan voor teambuilding.
24,27*,30* 22
op een correcte manier communiceren met medestudenten, tegenstanders, trainers en leraren. ten allen tijde ‘fair play’ respecteren en om te gaan met winst en verlies. hun sportmateriaal verzorgen en respect te tonen voor de sportaccommodatie.
24
23
ervaren dat sportbeoefening op hoog niveau bijdraagt tot sociale contacten. Samenleving
24,29*
16,25
24
zich informeren over triatlon/ duatlon op nationaal en internationaal vlak via sites op internet. Dit geldt ook voor het gebruik van de elektronische agenda en het gebruiken van modulaire systemen op het internet..
25
zich gedragen t.o.v. supporters, scheidsrechters en media.
26
leren het onderscheid tussen het statuut van betaalde en niet - betaalde topsporter. Zij leren waar zich te informeren over dit statuut.
27
hoe en waar ze informatie kunnen vinden over arbeidswetgeving en verzekeringsproblematiek die eigen is aan topsport.
28
door de eigen sportbeoefening en sportbelevingen, ervaren en begrijpen dat topsport effecten heeft op andere maatschappelijke domeinen.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) ET LO
DSET
12
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen leren: Onderzoekscompetentie
18,25
29
via verschillende (multimedia)kanalen gericht naar informatie zoeken betreffende sport in het algemeen, en triatlon/ duatlon in het bijzonder op een geordende manier een oplossing vinden voor een probleem.
30
ter ondersteuning van de bewegingspraktijk een beperkte onderzoeksopdracht voorbereiden.
31
de bekomen informatie verwerken en rapporteren t.o.v. anderen.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
13
Derde graad ET LO
DSET
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: Motorische competentie: motoriek, fysiek, perceptie
6,7,8,12
1
kunnen zwemmen, fietsen en lopen op een technisch correcte manier. kunnen een duikstart van een platform uitvoeren. zijn conditioneel in staat om een afstand van 2500 m te zwemmen, 15 km te lopen en 60 km te fietsen.
7,8,11
2
kunnen op basis van inzicht, tactische oplossingen brengen die adequaat zijn aan de probleemstelling.
5,10,11
3
kunnen snel en efficiënt wisselen van zwemmen naar fietsen en van fietsen naar lopen.
5,9,11,12
4
tonen inzicht in de sporttak door: -
zelf grenzen te trekken en zichzelf te sturen in eender welke wedstrijdsituatie;
-
een tactisch concept (strategie) te opperen in functie van een bepaalde (wedstrijd) situatie;
-
het toepassen van de meest aangewezen en technisch correcte techniek of tactische vaardigheid in complexe oefenvormen en wedstrijdsituaties;
-
een juiste interpretatie te geven aan trainingsprincipes toegepast in triatlon en duatlon.
8,10,11,1 2
5
leveren op een fysiek economische manier prestaties, zodat het uiteindelijke resultaat dat van de tegenstrever overstijgt.
9,11,12,1 6
6
kunnen bewegingen uitvoeren die relateren met de ruimte en de tijd. schenken aandacht aan de houding en de vormspanning van het lichaam bij de uitvoering van bewegingsopdrachten. onderscheiden zich van anderen door het ritmische verloop van de diverse technieken en de explosieve impulsen. kunnen op muziek de conditie trainen op de fiets.
13
passen aanvallende en verdedigende strategieën toe in aangepaste vormen van een doelspel of terugslagspel.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) ET LO
DSET
14
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: Motorische competentie: leren en sturen
4,5,6,7,10 7 , 11
onderscheiden goede van slechte uitvoeringen. kunnen uitvoeringen verbeteren, dit zowel bij zichzelf als bij de anderen. kunnen aangepaste correctieve oefeningen uitvoeren en deze inpassen in de globale beweging met als doel automatisering van de beweging. kunnen een techniek beschrijven en analyseren.
3,4
8
kunnen verbale toelichting geven bij het kiezen van een techniek of tactiek. leggen de link tussen oefenstof en trainingsdoelstellingen. herkennen de basiseigenschappen (snelheid, kracht, lenigheid, weerstand) en kunnen ze toepassen op hun eigen programma. maken onderscheid tussen meso-, macro en microcyclus.
4
9
oefenen op hun niveau zelfstandig, door het opmeten en beoordelen van hun eigen trainingstijden en controleren van de hartslag. worden in staat geacht om hun kunnen productief te maken in het belang van de individuele prestatie.
6
10
evalueren zichzelf (eigen mogelijkheden inschatten en verbeteren). leren naar de lichaamssignalen te luisteren en in functie daarvan te handelen.
14*
gaan kritisch om met het bewegingsaanbod in hun leefomgeving. Gezondheid en veiligheid 11
begrijpen dat sportprestaties niet alleen gebaseerd zijn op louter trainen, maar dat een sportprestatie ook in verhouding staat met het mentale evenwicht en de sociale gezondheid.
20,22*
12
kunnen inschatten wanneer ze extra rust nodig hebben en begrijpen dat rusten even belangrijk is als trainen. Zij beseffen eveneens dat stabiliseren, herstellend trainen, stretchen, een cooling down na de training onontbeerlijke componenten zijn om prestaties op hoog niveau te leveren.
1,17,18,2 3
13
onderscheiden welke bewegingen, welke contacten of welke spelsituaties gevaarlijk zijn voor zichzelf of voor de tegenstander. Ze hebben een notie van en kunnen EHBO toepassen in bepaalde bewegingssituaties. zijn een voorbeeld betreffende het respecteren van de wegcode bij het fietsen en lopen. kennen het belang van het dragen van een helm bij het fietsen en doen dit ook in alle situaties.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) ET LO
DSET
16,19,21* 14
15
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: kunnen individueel stabiliserende en/of spierversterkende oefeningen uitvoeren. kunnen individueel, sporten of bewegingsvormen kiezen die hen toelaten om minder belastend te trainen. kunnen zelfstandig recupererend of revaliderend trainen. integreren ‘bewegen’ in de bredere zin van het woord in hun dagelijks leven. verzorgen zich goed na elke training. Zij stellen een goede gezondheid en hygiëne voorop..
16,20
15
onderscheiden de essentie en het belang van een gezonde sportvoeding en passen die toe.
17
16
passen de principes van medisch verantwoord sporten toe.
17
weten dat doping of andere ongeoorloofde middelen verboden zijn en een gevaar betekenen voor de gezondheid van het eigen lichaam weten welke producten op de dopinglijst staan en waar deze lijst te raadplegen valt
6,19,22*,
18
25
kunnen een evenwicht behouden tussen fysieke prestaties en de gezondheid van het lichaam. Zij laten zich hierbij sturen door metingen en testen (bijv.: statodynamische evaluatie, bloedonderzoek, krachtonderzoek … zelfcontrole (ochtendpols, gewicht, uren slaap en rust,….). De interpretatie hiervan moet eerlijk en correct verlopen. houden deze gegevens, samen met de trainingsdata, bij in een digitale agenda.
9,12
respecteren en genieten van de natuur tijdens het mountainbiken en oriëntatielopen. Zelfconcept en sociaal functioneren 19
weten dat motivatie leidt tot plezier in hun sport, zowel tijdens wedstrijden als tijdens trainingen. weten dat een grote betrokkenheid en een positief zelfbeeld belangrijke aspecten zijn om degelijke prestaties te kunnen leveren.
20
werken op een bewuste wijze aan hun zelfbeheersing. kunnen omgaan met elementen als spanning, verlies en winst. Zij optimaliseren hun stressbestendigheid en hun mentale weerbaarheid.
2,8,23,24
21
kunnen, ondanks het feit dat triatlon en duatlon individuele sporten zijn, samenwerken in teamverband tijdens de sportactiviteit (training of wedstrijd). Zij staan open voor teambuilding en zien de noodzaak en het nut van een teamgeest in.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) ET LO
DSET
25
22
16
LEERPLANDOELSTELLINGEN De leerlingen: respecteren ten allen tijde de ‘fair play’. gaan correct om met succes en ontgoocheling. communiceren op een correcte wijze met medestudenten, concurrenten, trainer en leraren. verzorgen hun sportmateriaal en tonen respect voor de sportaccommodatie.
15*,25
23
ondervinden dat sportbeoefening op hoog niveau bijdraagt tot duurzame bewegingsvreugde en sociale contacten. Samenleving
24
kunnen zich informeren over triatlon en duatlon op nationaal en internationale vlak via sites op het internet. Dit geldt eveneens voor het gebruik van de elektronische agenda en het gebruiken van modulaire systemen op het internet.
25
gedragen zich ten opzichte van supporters, officials en media.
26
kunnen een onderscheid maken tussen het statuut van betaalde en niet - betaalde topsporter. Zij kunnen zich informeren over dit statuut weten wat hun studiemogelijkheden zijn na hun topsportschoolcarrière.
16,25
27
kunnen zich informeren over de arbeidswetgeving en de verzekeringsproblematiek die eigen is aan topsport.
28
ervaren en begrijpen, door de eigen sportbeoefening en sportbeleving, dat topsport effecten heeft op andere maatschappelijke domeinen. Onderzoekscompetentie
24
29
zich oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken.
30
Ter ondersteuning van de bewegingspraktijk een onderzoeksopdracht over sportthema’s voorbereiden, uitvoeren en evalueren.
31
de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren en ze confronteren met andere standpunten.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
LEERINHOUDEN Tweede graad LEERINHOUDEN Zwemmen: verbeteren van de crawltechniek en aandacht voor de andere zwemstijlen (wekelijks tussen 4 en 6u, afhankelijk van de periode) -
Techniek: duikstart – zwemtechniek – keerpunttechniek – wrikoefeningen en andere stijl/drill oefeningen
-
Uithouding: crawl tot 1500 m non-stop en in fracties
-
Snelheid: sprinten van 10 tot 25 m in verschillende situaties (inclusief triatlonspecifieke oefeningen)
-
Weerstand: vermogen en capaciteitstrainingen en wisseltrainingen
-
Kracht: zwemmen met paddels en zwemvliezen
Fietsen: verbeteren van de techniek en houding op de fiets (wekelijks tussen 2 en 4 uur, afhankelijk van de periode) -
Techniek: circuitvorm – verschillende fietshoudingen – op en van de fiets springen – stayeren – nemen van bochten – gebruik versnellingen
-
Uithouding: tot 1u30 min non-stop fietsen
-
Snelheid: sprintjes tot 15 sec uitvoeren
-
Weerstand: vermogen en capaciteitstrainingen en wisseltrainingen
-
Kracht: heuveltrainingen, trainingen op groot verzet
Lopen: verbeteren van de looptechniek (wekelijks tussen 2 en 4 uur, afhankelijk van de periode) -
Techniek: verschillende drill oefeningen
-
Uithouding: tot 10 km non-stop lopen
-
Snelheid: sprintjes tussen 50 en 200 m uitvoeren
-
Weerstand: vermogen en capaciteitstrainingen en wisseltrainingen
-
Kracht: heuveltraining
17
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) LEERINHOUDEN Rekkingsoefeningen: verbeteren van de lenigheid en blessurepreventie (voor en na elke training), o.a. -
Bovenkuit en onderkuit
-
Hamstrings en quadriceps
-
Adductoren en abductoren
-
Illiopsoas
-
Triceps en biceps
-
Buik en rug
Mentale trainingen Techniek en tactiekbesprekingen Voedingsanamnese en besprekingen Trainingslogboek dagelijks invullen (zelfevaluatie)
18
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) LEERINHOUDEN Andere sporten met link naar triatlon/duatlon (wekelijks 2 uur) -
Gymnastiek: aanleren van basisvaardigheden (14 uur per jaar) Æ kracht, vormspanning, lenigheid, rugscholing en lichaamshouding
-
Balsporten: volleybal, handbal, basketbal en voetbal (elk 6u per jaar) Æ bevorderen van oog-hand en oog-voetcoördinatie
-
Ritmiek en dans: conditietraining op muziek (6 uur per jaar) Æ door spinning krachttraining en techniektraining op de fiets
-
Atletiek: spring- en kampnummers (10 uur per jaar) Æ krachttraining en explosiviteit
-
Natuursporten: mountainbike en oriëntatieloop
-
Zelfverdediging
-
Slagsporten: badminton en tafeltennis (elk 4 uur per jaar) Æ verbeteren oog-hand, oog-voetcoördinatie en reflexen
Derde graad LEERINHOUDEN Zwemmen: optimaliseren van de crawltechniek en aandacht voor de andere stijlen (wekelijks tussen 4 en 6u, afhankelijk van de periode) -
Techniek: duikstart – zwemtechniek – keerpunttechniek - wrikoefeningen en andere stijl/drill oefeningen
-
Uithouding: crawl tot 2000 m non-stop en in fracties
-
Snelheid: sprinten van 10 tot 25 m in verschillende situaties (inclusief triatlonspecifiek)
-
Weerstand: vermogen en capaciteitstrainingen en wisseltrainingen
-
Kracht: zwemmen met paddels en zwemvliezen
19
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) LEERINHOUDEN Fietsen: verbeteren van de techniek en houding op de fiets (wekelijks tussen 2 en 4 uur, afhankelijk van de periode) -
Techniek: circuitvorm – verschillende fietshoudingen – op en van de fiets springen – stayeren – nemen van bochten – behendigheidstraining
-
Uithouding: tot 2 uur non-stop fietsen
-
Snelheid: sprintjes tot 15 sec uitvoeren
-
Weerstand: vermogen en capaciteitstrainingen en wisseltrainingen
-
Kracht: heuveltrainingen, trainingen op groot verzet
Lopen: verbeteren van de looptechniek en efficiëntie (wekelijks tussen 2 en 4 uur, afhankelijk van de periode) -
Techniek: verschillende drilloefeningen
-
Uithouding: tot 12 km non-stop lopen
-
Snelheid: sprintjes tussen 50 en 200 m uitvoeren
-
Weerstand: vermogen en capaciteitstrainingen en wisseltrainingen
-
Kracht: heuveltraining
Rekkingsoefeningen: verbeteren van de lenigheid en blessurepreventie (voor en na elke training), o.a. -
Bovenkuit en onderkuit
-
Hamstrings en quadriceps
-
Adductoren en abductoren
-
Illiopsoas
-
Triceps en biceps
-
Buik en rug
Mentale trainingen Techniek- en tactiekbesprekingen Voedingsanamnese en besprekingen
20
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) LEERINHOUDEN Trainingslogboek dagelijks invullen en van commentaar voorzien (zelfevaluatie) Maken van een schriftelijk werk betreffende sport Andere sporten met link naar triatlon/duatlon (2 uur per week) -
Gymnastiek: aanleren van basisvaardigheden (14 uur per jaar) Æ kracht, vormspanning, rugscholing, lenigheid en lichaamshouding
-
Balsporten: volleybal, handbal, basketbal, voetbal (elk 6 uur per jaar) Æ bevorderen van oog-hand en oog-voet coördinatie
-
Ritmiek en dans: conditietraining op muziek (6 uur per jaar) Æ door spinning krachttraining, souplesse-oefeningen en techniektraining op de fiets
-
Atletiek: spring- en kampnummers (10 uur per jaar) Æ krachttraining en explosiviteit
-
Slagsporten: badminton en tafeltennis (elk 4 uur per jaar) Æ verbeteren oog-hand en oog-voetcoördinatie en reflexen
-
Natuursporten: mountainbike en oriëntatieloop
-
Zelfverdediging
21
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
22
PEDAGOGISCH-DIDACTISCHE WENKEN EN TIMING 1
Algemene pedagogisch-didactische wenken
Onderzoekscompetentie Wat? In de specifieke eindtermen voor de verschillende polen in het ASO komt er telkens een onderdeel onderzoekscompetentie voor. Het onderdeel onderzoekscompetentie wordt geconcretiseerd in 3 specifieke eindtermen (SET): -
zich oriënteren op een onderzoeksprobleem door gericht informatie te verzamelen, te ordenen en te bewerken;
-
een onderzoeksopdracht voorbereiden, uitvoeren en evalueren;
-
de onderzoeksresultaten en conclusies rapporteren en confronteren met andere standpunten.
Deze drie SET kunnen vertaald worden naar een aantal onderzoeksvaardigheden die samen een onderzoekscyclus uitmaken.
Waarom? Het ontwikkelen van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij het PPGO, waarbij we “streven naar de totale ontwikkeling van de persoon: kennisverwerving, vaardigheidsontwikkeling, attitudevorming met bijzondere aandacht voor een kritische en creatieve ingesteldheid ten aanzien van mens, natuur en samenleving”. Het nastreven van onderzoeksvaardigheden sluit aan bij de noodzaak om lerenden efficiënt en effectief te leren omgaan met de veelheid aan informatie. Meer en meer is men genoodzaakt om die informatie te kunnen omzetten van beschikbare naar bruikbare kennis. Het werken aan onderzoeksvaardigheden ontwikkelt het probleemoplossend vermogen van leerlingen. Het werken aan onderzoeksvaardigheden is een aanzet tot een wetenschappelijke attitude, nodig voor het vervolgonderwijs. Naast een kennismaking met elementaire onderzoeksvaardigheden van een bepaald wetenschapsdomein dient maximale transfer van deze vaardigheden naar andere contexten nagestreefd te worden. In het kader van de vakoverschrijdende eindtermen kan het een aangewezen sluitstuk zijn van de leerlijn “leren leren” over de drie graden heen en tevens een belangrijke bijdrage leveren aan “sociale vaardigheden”. Het werken aan onderzoeksvaardigheden geeft de school mogelijkheden om aan begeleid zelfgestuurd leren te doen.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
23
Hoe te realiseren? Samenwerking tussen leraren Om de studielast van de leerlingen en de planlast van de leraren beheersbaar te houden, zijn afspraken en samenwerking met betrekking tot een aantal aspecten onontbeerlijk. Studielast van leerlingen, bijv.: -
afspraken rond het aantal en de spreiding van de onderzoeksopdrachten;
-
transfer van vaardigheden (zie onderzoekend leren in de eindtermen van de basisvorming, bepaalde deelvaardigheden zoals verslaggeving, informatieverwerving en -verwerking, bibliografische verwerking …);
-
voortbouwen op verworven kennis en vaardigheden;
-
coöperatief leren;
-
…
Planlast van de leraren, bijv.: -
afspraken over wie welke deelvaardigheden realiseert;
-
gelijkgerichte didactische visie;
-
ontwikkelen van bepaalde begeleidings- en evaluatiemodellen, bijv. portfolio, logboek, zelfevaluatie …;
-
efficiënt gebruik van bepaalde lokalen, materialen en werkingsmiddelen;
-
afspraken over wie wat wanneer begeleidt;
-
…
Een gestructureerde aanpak: het OVUR-schema Om de SET te realiseren in de verschillende polen van het ASO kan het OVUR-schema (Oriënteren, Voorbereiden, Uitvoeren en Reflecteren) een goede leidraad zijn. In dit schema kan de onderzoekscyclus in een aantal stappen worden uitgewerkt. Stappen 1 Oriënteren
Oriënteren op het onderzoeksprobleem Formuleren van onderzoeksvragen
2 Voorbereiden
Maken van een onderzoeksplan
3 Uitvoeren
Verwerven van informatie Verwerken van informatie Beantwoorden van vragen en formuleren van conclusies Rapporteren
4 Reflecteren
Eigen evaluatie van het onderzoeksproces en het onderzoeksproduct
De onderzoeksopdracht als proces Het werken met onderzoeksopdrachten biedt mogelijkheden om procesmatig aan de ontwikkeling van onderzoekscompetentie te werken. Een onderzoeksopdracht is een (begeleid) zelfstandig onderzoek binnen een onderzoeksthema dat aansluit bij één of meerdere vakken van de pool.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
24
Hoewel de onderzoeksvaardigheden in elk vakleerplan zijn opgenomen, dienen ze niet in elk vak gerealiseerd te worden, maar afhankelijk van de onderzoeksopdracht gebeurt dit in samenspraak binnen het geheel van de pool. De concretisering gebeurt op het niveau van de vakgroep. Met betrekking tot de tweepolige studierichtingen zijn geïntegreerde projecten mogelijk. Daarin komen de onderzoeksvaardigheden uit beide polen aan bod. Evaluatie Bij de evaluatie van onderzoekscompetentie gaat het om de mate waarin de leerling de hierboven vermelde eindtermen heeft gerealiseerd. Hierbij kan de leraar het stappenplan als leidraad gebruiken. Bij elke stap zal een aantal beoordelingscriteria moeten opgesteld worden.
2
Specifieke pedagogisch-didactische wenken
De combinatie van 3 (of 2) verschillende sporten tot één, maakt dat triatlon/duatlon een arbeidsintensieve sport is. De beschikbare 10 uur (plus 2 uur algemene sporten) zijn een minimum aan tijdsbesteding voor training. Deze moeten dan ook optimaal worden ingevuld. Hoe deze worden ingevuld is afhankelijk van de periode Æ 1e trimester: -
test zwemmen (200 m) en lopen (1000 m);
-
videoanalyse zwemtechniek;
-
vetmetingen en voedingsanalyse;
-
mentale screening;
-
SDE-analyse, krachttesten en inspanningstest op de fiets;
-
lactaattest zwemmen en lopen;
-
qua training ligt accent op algemene stabilisatieoefeningen, zwemmen 3 tot 4x/week, lopen 2 tot 3x/week en 1x/week fietsen (meestal MTB). Nadruk op techniek en basisuithouding.
Æ 2e trimester -
test zwemmen en lopen;
-
opvolging voedingsanalyse en mentale begeleiding;
-
lactaattest zwemmen en lopen;
-
fietsstage rond de Krokusvakantie in het Zuiden van Europa;
-
stage rond Pasen ;
-
trainingen 3 tot 4x zwemmen, 3x lopen en 2 tot 3x fietsen, aandacht voor uithouding, weerstand en snelheid, differentiëren naargelang noden atleet.
Æ 3e trimester -
test zwemmen en lopen;
-
opvolging voedingsanalyse en mentale begeleiding;
-
trainingen: 3x zwemmen, fietsen en lopen. Specifieke trainingen naar wedstrijdseizoen toe met o.a. wisseltrainingen.
Er wordt zoveel mogelijk individueel gewerkt, voornamelijk bij: -
opvolgen voedingsanalyse en biometrisch profiel;
-
techniektraining;
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) -
mentale begeleiding;
-
specifieke voorbereidingsperiode (3e trimester).
De groep zou ook bij fiets- en looptrainingen gesplitst moeten worden gezien het niveauverschil tussen jongens en meisjes. Daarom misschien vooral naar het fietsen toe een 2e coach/begeleider aan te stellen om bijvoorbeeld met de meisjes op stap te gaan.
25
26
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week) Grosso modo ziet een week aan de school er als volgt uit:
Lesuur
tijdstip
maandag
dinsdag
woensdag donderdag
vrijdag
1e lesuur
8.20 tot 9.10
Theorie
Theorie
Theorie
Theorie
Theorie
2e lesuur
9.10 tot 10.00
Theorie
Theorie
Theorie
Theorie
Theorie
3e lesuur
10.00 tot 10.50
Theorie
Theorie
Theorie
Theorie
Theorie
Pauze
10.50 tot 11.05
4e lesuur
11.05 tot 11.55
Theorie
Training
Theorie
Training
Theorie
5e lesuur
11.55 tot 12.45
Theorie
Training
Theorie
Training
Theorie
Middagpauze
12.45 tot 13.45
6e lesuur
13.45 tot 14.35
Theorie
Theorie
Training
Theorie
L.O.
7e lesuur
14.35 tot 15.25
L.O.
Theorie
Training
Theorie
Training
8e lesuur
15.25 tot 16.15
Training
Training
Training
Training
Training
9e lesuur
16.15 tot 17.05
Training
Training
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
27
MINIMALE MATERIËLE VEREISTEN1 1
Naar infrastructuur toe
2
1
-
indoor zwembad (25 of 50 m in lengte), met minimum 2 afgelijnde zwembanen voor eigen gebruik (Faber-KUL en/of Stad Leuven)
-
atletiekpiste (400 m) (Faber-KUL en/of Stad Leuven)
-
omnisporthal voor basketbal, volleybal, handbal, minivoetbal en badminton (KAG Leuven en Faber KUL)
-
fitnessruimte (Faber-KUL)
-
gymnastiekzaal (KAG Leuven en Faber KUL)
-
dans en ritmiekzaal met muziekinstallatie (KAG Leuven)
-
goed berijdbare, veilige wegen en gevarieerd parcours (vlak, heuvelachtig, bochtrijk …) (Leuven en omstreken)
-
loopparcours bosrijk, in velden, verhard en zachte ondergrond … (Omgeving van Leuven)
-
onderzoekslabo’s voor inspanningstesten, biomechanische testen, video-opnames zwemmen … (Faber-KUL)
-
veilige fiets en materiaalberging (KAG-Leuven)
Specifiek sportmateriaal -
voor het zwemmen: plank, vlotter, elastiek, handpaddels, zwemvliezen, zwemklok …
-
voor het fietsen: MTB, koersfiets (correct afgesteld), herstelmateriaal, pomp, rollen …
-
voor het lopen: kegels, lage horden …
-
voor training in het algemeen: lactaattoestel, hartslagmeter, chronometer …
-
materiaal voor andere sporten …
Inzake veiligheid is de volgende wetgeving van toepassing: -
Codex ARAB AREI Vlarem.
Deze wetgeving bevat de technische voorschriften die in acht moeten genomen worden m.b.t.: -
de uitrusting en inrichting van de lokalen; de aankoop en het gebruik van toestellen, materiaal en materieel.
Zij schrijven voor dat: -
duidelijke Nederlandstalige handleidingen en een technisch dossier aanwezig moeten zijn; alle gebruikers de werkinstructies en onderhoudsvoorschriften dienen te kennen en correct kunnen toepassen; de collectieve veiligheidsvoorschriften nooit mogen gemanipuleerd worden;
-
de persoonlijke beschermingsmiddelen aanwezig moeten zijn en gedragen worden, daar waar de wetgeving het vereist.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
3
28
Andere middelen -
ter beschikking stellen van twee halftijdse verantwoordelijken
-
financiering: departement onderwijs, Vlaams Ministerie van sport en cultuur (incl. BLOSO), Vlaamse triatlon- en duatlonliga, de school en de gemeentelijke sportdienst van Leuven
-
expertise van FABER-KUL op het gebied van wetenschappelijke begeleiding en van Dr. Jan Olbrecht voor de lactaattesten zwemmen en lopen
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
29
EVALUATIE Om te kunnen evalueren, moeten de doelstellingen uiteraard eerst concreet omschreven worden en aanvaard zijn door de selectiecommissie. De federatie en trainer(s) zijn dan verplicht om bij aanvang van het schooljaar deze criteria te bespreken met de leerling en kenbaar te maken. De trainer moet vanuit dit document zijn strategie bepalen om tot de ideale doelen op jaarbasis te komen. Naast deze jaarlijkse doelstellingen moeten er uiteraard ook doelen op korte termijn bepaald worden. Deze doelen moeten haalbaar zijn en zullen zeer belangrijk zijn om de motivatie in elke training optimaal hoog te houden en om tijdens de tussentijdse evaluaties de leerling in staat te stellen zijn vorderingen in te schatten. De tussentijdse en lange termijn doelen staan onder supervisie van de hoofdtrainer en de topsportcoördinator. Tijdens de evaluatie op het einde van het schooljaar komt het er dus op aan na te trekken in hoeverre de leerling-topsporter zijn doelen heeft bereikt en het recht krijgt zijn verblijf op de topsportcel te verlengen.
Om te komen tot een evaluatie worden de volgende stappen ondernomen 1) Op regelmatige basis worden een aantal testen uitgevoerd: Æ zwemmen
- videoanalyse techniek; - tijdsopname 50 m, 100 m, 200 m, 400 m en 1000 m crawl; - 30’ test; - lactaattest;
Æ fietsen
- houding op fiets, bochten nemen, stayeren
Æ lopen
- tijdsopname 1000 m, 3000 m, 5000 m; - lactaattest;
2) Op frequente basis is er een gesprek met de mentale begeleider en indien nodig ook met een diëtiste; 3) Wedstrijdresultaten tijdens nationale jeugdcup, BK en internationale wedstrijden. Wedstrijdseizoen loopt van mei tot september.
Het spreekt voor zich dat de tussentijdse evaluatie en het continue werken met doelen noodzakelijk is om maximale leervorderingen te verkrijgen.
ASO/TSO – 2e en 3e graad – Basisvorming + specifiek gedeelte Topsport AV Lichamelijke opvoeding (2e en 3e graad: 2/2 lestijden/week) AV Sport (topsport triatlon/duatlon) (2e en 3e graad:10/10 lestijden/week)
30
BIBLIOGRAFIE 1
Algemeen
BOHR en STAFLEU, e.a., Fysiologie van de voeding, De Mole, AW Houten, 1989. DE CUYPER, B., Communiceren moet je leren, Arko sports media, Niewegein, 2004. DE CUYPER, B., Zwijgen of spreken? Goud of Zilver, Kluwer, Diegem, 2001. DUFOUR, W, 4000 conditieoefeningen voor thuis, school en club, Sint Amandsber/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 1986. HODGES, J., Sportsmind, Greenridge Press, Toowoomba, 1999. OLBRECHT, J., Plannen, periodiseren, trainen, bijsturen en winnen, 1997. VAN DE BOSSCHE, F., Wegwijzer voor gezond trainen, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, Groot Brittaniëlaan, 112, 9000 Gent, 1987. VANDENAUWEELE en DE CUYPER, e.a., De Leuvense motivatievragenlijst voor competitiesport, , Lannoo campus, 2004. VANDENAUWEELE, e.a., Competitie-belevings-vragenlijst, Acco, 2003. Zenuwachtigheid en stress in de competitiesport, experimentele versie, Faber, KU Leuven. VRIJENS, J. en BOURGOIS, J., e.a., Basis voor verantwoord trainen, 5e en volledig herwerkte uitgave, Monografie voor LO nr 42, Sint Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 2001.
2
Specifiek
ASCHWER, H., The complete guide to triathlontraining, Meyer and Meyer sport Ltd., Oxford, 2001. DELAHAYE, L., Triathlon, Uitgeverij De Vrieseborch, DA Haarlen. FRIEL, J., The triathlon training bible, 2nd edition, Velopress, Boulder, Colorado, 2004. LOUWAGIE, M., Zwemmen. Van initiatie tot trainen, Sint Amandsberg/Gent, Publicatiefonds voor Lichamelijke Opvoeding, 1990. MAGLISHO, E.W., Swimming even faster, Mayfield Publishing Company, Moutain View, California, 1993. NEUMANN, G. en PFUTZNER, A., Succesful endurace training, Meyer and Meyer sport Ltd.,Oxford, 2000. TREW, S., Triathlon – A training manuel, The Crowood Press Ltd., Ramsbury, Marlborough Wiltshire, 2003. WALLENFELDS, L., The triathlete’s guide to bike training, Velopress, Boulder, Colorado, 2004.
3
Nuttige adressen en internet sites
BLOSO, Zandstraat 2, 1000 Brussel – http://www.bloso.be BVLO, Waterkluiskaai, 16, Sint Amandsberg/Gent – http://www.bijv.lo.be SVS, Steenweg op Jette, 1080 Brussel – http://www.schoolsport.be VTDL, Boomgaardstraat, 22 bus 11, 2600 Antwerpen – http://www.vtdl.be ITU – http://www.triathlon.org ETU – http://www.etu_triathlon.org BOIC, Bouchoutlaan, 9, 1020 Brussel – http://www.boic-coib.be http://www.sport.be