Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
Draaiboek Uitval Energie (Elektriciteit en Gas) Onderdeel van het Handboek Bescherming Vitale Infrastructuur
Veiligheidsbureau Zuidoost-Brabant December 2007
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Colofon
Uitgave Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant Projectgroep Bescherming Vitale Infrastructuur Datum December 2007 Alle rechten voorbehouden. Niets van deze uitgave mag worden verveelvoudigd zonder voorafgaande, schriftelijke toestemming van de redactie.
Vastgesteld door het Veiligheidsbureau Zuidoost-Brabant op 17 december 2007
Voedsel Drinkwater
Energie
Gezondheid
Vitale Infrastructuur
Openbare Orde en Veiligheid
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE .....................................................................................................3 1
INLEIDING.............................................................................................................4 1.1 1.2 1.3 1.4
2
AANLEIDING.......................................................................................................4 TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN VAN DE ENERGIESECTOR ...........................4 METHODE EN OPBOUW ........................................................................................5 LEESWIJZER........................................................................................................5
CONTINUÏTEIT UITVAL ENERGIE...................................................................6 2.1 AFSCHAKELPLAN ZUIDOOST-BRABANT (ELEKTRICITEIT) ......................................6 2.1.1 Noodstroomvoorzieningen..........................................................................7 2.1.2 Herstel van de stroomvoorziening ..............................................................8 2.2 COMMUNICATIE REGIO EN DE NETBEHEERDERS ....................................................8
3
MAATREGELEN BIJ UITVAL ENERGIE..........................................................9 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
TAKEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN ................................................................9 UITVAL ENERGIE BINNEN DE GRIP-OPSCHALING ................................................ 12 CHECKLIST UITVAL ENERGIE .............................................................................13 MATRIX VAN VOORZIENBARE RISICO’S ............................................................... 15 TELECOMMUNICATIE ........................................................................................ 19 RISICOCOMMUNICATIE ...................................................................................... 23
BIJLAGE 1
BEGRIPPENLIJST............................................................................24
BIJLAGE 2
GEGEVENS NETBEHEERDERS .................................................... 26
BIJLAGE 3
RAMPBESTRIJDINGSPROCESSEN .............................................27
PROJECTGROEP BESCHERMING VITALE INFRASTRUCTUUR HENK ARKESTEIJN (VOORZITTER, VERTEGENWOORDIGER POLITIE) MIEKE VAN HOOF (VERTEGENWOORDIGER GEMEENTEN) JANINE TAN (VERTEGENWOORDIGER BRANDWEER) EDWIN VOGELS (VERTEGENWOORDIGER GEMEENTEN) TINY WIJNANDS (VERTEGENWOORDIGER GHOR) IN AFSTEMMING MET DE NETBEHEERDERS VAN DE REGIO ZUIDOOST -BRABANT
3
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
1 Inleiding
1.1
Aanleiding
De kwetsbaarheid van de vitale infrastructuur en de effecten van de uitval hiervan, kunnen leiden tot maatschappelijke ontwrichting. De stroomstoring in Haaksbergen is hier een goed voorbeeld van evenals de grootschalige uitval van gastoevoer in Hulst in Zeeland. Beide incidenten hadden behoorlijke gevolgen voor de maatschappij. Daarnaast heeft Nederland de laatste jaren tijdens de zomers te maken gehad met koelwaterbeperkingen. Deze beperkingen kunnen leiden tot een tekort aan elektriciteit. Om de gevolgen voor de samenleving en de burger zo veel mogelijk te beperken, is een goede voorbereiding op de uitval van gas en stroom evident.
1.2
Taken en verantwoordelijkheden van de energiesector
Met het oog op het garanderen van de leveringszekerheid van elektriciteit en gas, zijn de taken en verantwoordelijkheden van alle netbeheerders vastgelegd in de Elektriciteitswet en de Gaswet en de daaruit voortvloeiende procedures en regelgeving. Met het oog op storingen of dreigende storingen in de elektriciteitsvoorziening zijn in de ‘Ministeriele regeling tariefstructuren en voorwaarden elektriciteit van 9 januari 2005’, afschakelcriteria opgenomen die door de Minister van Economische zaken zijn vastgelegd (zie paragraaf 2.1). De landelijke netbeheerder van het hoofdtransportnet, de zogenaamde ‘snelwegen’, van elektriciteit is TenneT en vanuit die rol o.a. verplicht om afschakel- en herstelplannen op te (laten) stellen. De landelijke netbeheerder van het hoofdtransportnet van gas is Gas Transport Services B.V. (GTS)1. De regionale netbeheerders, verantwoordelijk voor het beheer van één of meer elektriciteits- en gasnetten anders dan de landelijke netten, in de regio ZuidoostBrabant zijn Essent Netwerk (elektriciteit en gas), NRE (elektriciteit en gas) en Obragas NET BV (gas). Bij calamiteiten op het hoofdtransportnet is de afspraak dat de regionale netbeheerders in eerste instantie aanspreekpunt zijn voor de hulpverleningsdiensten. Voor de verdeling van de levering in het gebied wordt verwezen naar bijlage 2. Het leveren van noodstroomvoorzieningen is geen verantwoordelijkheid van de netbeheerders. Essent Netwerk en NRE2 treden vanuit hun rol echter wel coördinerend op bij het voorzien in noodstroomaggregaten.
1 GTS is een 100% dochter van de N.V. Nederlandse Gasunie en beheerder van het landelijke aardgastransportnet. Het operationele beheer en onderhoud van dit net wordt uitgevoerd door de N.V. Nederlandse Gasunie. 2 Wordt intern besproken
4
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
De netbeheerders voor elektriciteit zijn verplicht om calamiteitenplannen op te stellen. In de regio Zuidoost-Brabant hebben alle drie de netbeheerders een calamiteitenplan opgesteld. Voor een meer uitgebreide omschrijving van deze en overige begrippen wordt verwezen naar de begrippenlijst (bijlage 1).
1.3
Methode en opbouw
Bij het draaiboek uitval energie is de methode en opbouw en de kaders zoals beschreven in het handboek gevolgd. Voor de inventarisatie van de risico’s bij de uitval van energie wordt verwezen naar het draaiboek ‘voorzien in primaire levensbehoeften’ van de desbetreffende gemeente(n).
1.4
Leeswijzer
Het handboek bescherming vitale infrastructuur bestaat uit een algemeen deel dat aangevuld kan worden met de verschillende opgestelde of nog op te stellen draaiboeken per sector van de vitale infrastructuur. Dit betekent dat de draaiboeken ook los kunnen worden gebruikt. De algemene informatie is opgenomen in het handboek, de afzonderlijke draaiboeken zijn hierdoor handzaam in gebruik. Voorliggend draaiboek is als volgt opgebouwd: Hoofdstuk 1 bespreekt de aanleiding en de taken en verantwoordelijkheden van de energiesector. In hoofdstuk 2 staat de continuïteit van de uitval van energie beschreven, toegespitst op de regio. In dit hoofdstuk wordt ook nader ingegaan op de rollen en verantwoordelijkheden van de verschillende actoren tijdens een incident. Hoofdstuk 3 ten slotte, toont de maatregelen die genomen moeten of kunnen worden tijdens een uitval van energie. Dit o.a. in de vorm van checklisten.
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
5
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
2 Continuïteit uitval energie
Er zijn twee aspecten die invloed hebben op de continuïteit van de voorziening in energie. Het eerste aspect betreft het falen van de gas of stroomvoorziening. Dit kan verschillende, voorzienbare en onvoorzienbare oorzaken hebben, waaronder weersomstandigheden, vandalisme, terrorisme en technisch of menselijk falen. Dit soort storingen vraagt om direct ingrijpen vanuit de bedrijfsvoeringcentra; keuzemarges zijn vaak niet aanwezig door de tijdsdruk en de lokale technische randvoorwaarden. Het tweede aspect is het bewust afschakelen, bijvoorbeeld bij koelwaterproblemen tijdens warme, droge zomers; bewust afschakelen geldt alleen voor elektriciteit. Voor het bewust afschakelen zijn plannen opgesteld, het plan voor de regio Zuidoost-Brabant is hieronder beschreven.
2.1
Afschakelplan Zuidoost-Brabant (elektriciteit)
Het is de verantwoordelijkheid van de regionale netbeheerders in samenwerking met de decentrale overheden, primair de Commissarissen van de Koningin, om de landelijke vastgestelde afschakelcriteria toe te spitsen op de regionale omstandigheden en vast te leggen in een provinciaal afschakelplan. Het afschakelplan voor de provincie Noord-Brabant is in 2007 opgesteld en ter besluitvorming aan de besturen van de veiligheidsregio’s voorgelegd. Op 31 oktober 2007 is het afschakelplan van kracht geworden. De richtlijnen afschakelcriteria van het Ministerie EZ toegespitst op de regio Zuidoost-Brabant Categorieën
Omschrijving Ministerie EZ
Vertaling voor
ZO-Brabant Prioriteit 1
• Openbare orde en veiligheid • Volksgezondheid
Grote steden
Prioriteit 2
• Kritische processen industrie (i.v.m. milieu en onherstelbare schade Grote industrie • Nuts- en basisvoorzieningen
Prioriteit 3
• • • •
Overige industrie Openbare gebouwen Bedrijven Consumenten
6
Overig
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Afschakelvolgorde Zuidoost-Brabant (onderdeel van het provinciaal plan) Automatisch: Plaats van het probleem is mede bepalend voor de afschakeling. Ook bij keuzevrijheid moeten de richtlijnen van de afschakelcriteria worden gehanteerd. Eerste trap (15%)
Tweede trap (15%)
Derde trap (20%)
Aarle Rixtel
Best Hapert Helmond Oost
Helmond zuid Maarheeze
Eerde Oss Biesbosch Etten
Uden Roosendaal Woensdrecht
Den Bosch Noord Moerdijk Oosteind Waalwijk
Handmatig: De richtlijnen afschakelcriteria worden eveneens gehanteerd. Indien mogelijk worden de volgende grote steden als laatste afgeschakeld: Eindhoven Tilburg Den Bosch Breda. Daarna grote industrie. Keuzemogelijkheden Bij langdurige tekorten is roulerend afschakelen in intervallen van 2 – 4 uur mogelijk. Prioritering wordt door het RBT, waarin de crisismanagers van de regionale netbeheerders vertegenwoordigd is, bepaald.
2.1.1 Noodstroomvoorzieningen Eigen verantwoordelijkheid stroomafnemers Bij langdurige uitval kan behoefte aan noodstroomvoorziening ontstaan. Bedrijven en instellingen kennen echter een eigen verantwoordelijkheid, en zullen er op gewezen worden dat zij, ten behoeve van hun bedrijfsprocessen, zelf moeten zorg dragen voor noodvoorzieningen. Zie hiervoor hoofdstuk 3 risicocommunicatie. Rol netbeheerders Bij mogelijke langdurige uitval kunnen noodstroomaggregaten ingezet worden. Essent Netwerk en NRE treden vanuit hun rollen en connecties als netwerkbeheerders coördinerend op bij het voorzien in aggregaten. Essent Netwerk stelt in 2008 in samenwerking met de gemeenten noodplannen op. Op basis van de risico-inventarisatie en de lokale omstandigheden is in de noodplannen de aansluitvolgorde van de aggregaten in principe bepaald. Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
7
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Rol gemeenten De gemeenten zijn verantwoordelijk voor de aansluitvolgorde van de noodstroomaggregaten zoals beschreven in de noodplannen. Deze aansluitvolgorde kan in het GBT of RBT eventueel gewijzigd worden.
2.1.2 Herstel van de stroomvoorziening Ook bij het herstel van stroomvoorziening wordt de aansluitvolgorde, zoals beschreven in de noodplannen, gehanteerd. Rekening houdend met de infrastructurele aspecten van het netwerk.
2.2
Communicatie regio en de netbeheerders
Alarmering en informatie bij een uitval van energie tussen de regio en de netbeheerders loopt via de gemeenschappelijke meldkamer. De GMK heeft een verbindingslijn met de bedrijfsvoeringscentra van de netbeheerders en andersom. Deze bedrijfsvoeringscentra zijn 24 uur per dag bereikbaar. Bij zeer grootschalige, bovenregionale storingen wordt tevens de provincie ingeschakeld via de piketambtenaar provincie. De informatie bij voorspelde (12 uur van tevoren) handmatige afschakeling als gevolg van bijvoorbeeld productietekorten, loopt ook via deze piketambtenaar.
8
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
3 Maatregelen bij uitval energie
Het is voor zowel de hulpverleningsdiensten als de gemeenten van groot belang te anticiperen op een uitval van energie. Naarmate de uitval langer voortduurt nemen ook de risico’s toe. Daarnaast kunnen ook de weeromstandigheden negatief van invloed zijn op de gevolgen van een uitval. Door te anticiperen kunnen bepaalde gevolgen tijdig worden voorzien en daardoor ook de nodige maatregelen worden genomen.
3.1
Taken en verantwoordelijkheden
In dit hoofdstuk wordt nader ingegaan op de taken en verantwoordelijkheden die een rol spelen tijdens een onderbreking van de stroomvoorziening.
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
9
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Bij het uitwerken van bovenstaande deelprocessen wordt zo veel als mogelijk gewerkt volgens de bestaande rampbestrijdingsprocessen. Deelproces
Proceseigenaar
1. Inventariseren en analyseren van meldingen 2. Opsporen van de oorzaken van de storingen + de te nemen maatregelen 3. De inschatting van de effecten van de gas en/of stroomstoring 4. Voorlichting en communicatie 5. Integrale analyse besluitvorming en coördinatie 6. Voorzien in noodstroom. (let op: grootschalige noodvoorziening gas is niet mogelijk) 7. Herstel van de gas en/of elektriciteitsvoorziening en de te nemen maatregelen 8. Schadeafhandeling en nazorg
Energiebedrijf, gemeenschappelijke meldkamer Energiebedrijf De hulpverleningsdiensten en het energiebedrijf Voorlichting energiebedrijf en gemeenten De hulpverleningsdiensten en het energiebedrijf De overheid en de netbeheerder
De overheid en de netbeheerder
Overheid, netbeheerder en voorlichting
Deelproces 1 Deelproces 1 betreft het in ontvangst nemen van storingsmeldingen door het energiebedrijf en eventuele meldingen bij de gemeenschappelijke meldkamer. Kritische aspecten: registreren, verifiëren, met elkaar in verband brengen en analyseren van alle meldingen, het alarmeren en het snel doorgeven van informatie. Deelproces 2 e Dit deelproces bestaat op hoofdlijnen uit de volgende stappen: Oorzaak vaststellen en 1 hersteltijd inschatten
Opsporen van de oorzaak van de storing; Onderzoeken mogelijkheden om de storing op te heffen; Maken inschatting van de tijd die nodig is voor herstelopties; Maken inschatting risico’s andere storingen; Bepalen van de mogelijkheden om meer storingen te voorkomen.
Kans vervolgstoring en preventie-opties bepalen
Tijdsplanning voor herstel en preventie incl. marges
Herstel en preventie maatregelen nemen
10
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Deelproces 3 De getroffen gemeenten en de regio maken op basis van de risico-inventarisatie rampenplannen en / of op basis van de huidige situatie een inschatting van de effecten van de storing.
Facilitering noodstroomvoorzieningen (coördinatie door netbeheerders. Tijdens opschaling neemt netbeheerder als adviseur zitting in het GBT / RBT. Burgemeester heeft opperbevel); Waarschuwen bevolking en bedrijfsleven; Opvang en verzorging kwetsbare burgers; Voorzien in primaire levensbehoeften; Schaderegistratie i.s.m. de netbeheerders.
Kritische randvoorwaarden: een actuele risico-inschatting, snelle informatievoorziening over (veranderingen in) prognoses van evt. vervolgstoringen, herstelduur en weersomstandigheden. Deelproces 4 Voorlichting en communicatie: Burgemeester heeft de verplichting om betrokkenen te informeren; Zorgdragen voor een vroegtijdige communicatie over de verwachte duur van de storing en het voorzien in noodstroom zodat ondernemingen en burgers zelf maatregelen kunnen treffen; Ook taak voor het energiebedrijf en de pers om informatie te geven. Kritische randvoorwaarden: centrale aansturing en coördinatie van de voorlichting. Belangrijk hierbij is: consistentie, tijdigheid, actualiteit. Deelproces 5 Analyse, aanpak, besluitvorming en coördinatie van de crisisbeheersing. Kritische aspecten zijn de centrale aansturing van de voorlichting en de afweging van de kosten van snelle noodvoorzieningen tegenover het belang daarvan voor de stroomverbruikers en de aansluitvolgorde op het net. Aandachtpunt: mogelijke verschillende belangen van de netbeheerders en de overheid en maatschappij.
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
11
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Deelproces 6 Proces noodstroom. Kritische factoren: snelle inschatting hersteltijd, prioritering van noodstroomvoorziening, de beschikbaarheid van aggregaten etc. (zie hoofdstuk 2). Deelproces 7 Herstel van de gas en/of elektriciteitsvoorziening, het afkoppelen van de aggregaten en het weer aansluiten van de afnemers op de netvoeding. Opnieuw is belangrijk de communicatie over de gas en/of stroomuitval, nu ook tijdens het afkoppelen van de aggregaten. Deelproces 8 Nazorg en het afhandelen van geleden schade. Communicatie, deskundigheid en de samenwerking tussen de overheid en de netbeheerders zijn hierbij kritische succesfactoren.
3.2
Uitval energie binnen de GRIP-opschaling COPI
OT
GBT
RBT
Team niet actief
Team niet actief
Team niet actief
Team niet actief
Team niet actief
Team niet actief
GRIP 1
Storingsleider (Team niet actief) Storingsleider (Team niet actief) Storingsleider
Team niet actief
Team niet actief
Team niet actief
GRIP 2
Storingsleider
Operationeel calamiteitenleider
Team niet actief
Team niet actief
GRIP 3
Storingsleider
Operationeel calamiteitenleider
Crisismanager
Niet van toepassing
GRIP 4
Storingsleider
Operationeel calamiteitenleider
CollegaCrisismanager operationeel cal.leider calamiteitenleider
Routine GRIP 0
Branchevertegenwoordiger in de GRIP
Indien opgeschaald wordt naar een GRIP 2, 3 of 4, neemt een vertegenwoordiger van de desbetreffende netbeheerder plaats in het OT, GBT en / of RBT. Echter, dit gebeurt alleen op verzoek van de operationeel leider en / of de burgemeester en alleen als daar daadwerkelijk aanleiding toe is. Fysieke zitting in het team heeft de voorkeur, telefonisch contact is afdoende. De gebruikelijke opkomsttijden gelden niet voor de netbeheerders.
12
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
3.3
Checklist uitval energie
Actie- en aandachtspunten
Alarmering regelen voor getroffen gebied. Kan er geen alarmering plaatsvinden: voorbereidingen treffen hoe burgers incidenten kunnen melden, kazernes laten bemannen, extra personeel in dienst laten komen en wijze van alarmering afstemmen;
Beschikbaarheid van materieel in de gaten houden, verdeling van materieel (verdeling van schaarste);
Aandacht voor de samenstelling van het RBT. Wanneer is opgeschaald naar GRIP 4 moet de branchevertegenwoordiger van de netbeheerder zich verplaatsen van het GBT naar het RBT;
Gemeente(n) meldpunten laten inrichten, mogelijk opstarten IAC loket (afstemmen met het MT);
Voorlichting en eenduidige afstemming van voorlichting op alle coördinerende niveaus en met de netbeheerders;
Heb nadrukkelijk oog voor onderscheid tussen uitgesproken verwachtingen en eventuele garanties. De netbeheerders spreken in het algemeen van verwachtingen. Zorgvuldige communicatie hieromtrent is dus vereist;
Overweeg ondersteuning van defensie. Houdt hierbij rekening met onder andere de “Koninklijke weg”, de relatief hoge opkomsttijden en niet gegarandeerde beschikbaarheid. De liaison van defensie vervult hierbij een ondersteunende rol;
Callcenter instellen voor burgers, mogelijk inschakelen ERC (N.B. Hier zijn kosten aan verbonden);
Berichtgeving naar bevolking stagneert, Omroep Brabant inschakelen. Let op: alleen te beluisteren via transistor- en autoradio’s;
Kwetsbare objecten voorzien van noodstroomaggregaten, voor aansluitvolgorde wordt verwezen naar de noodplannen;
Zorg dragen voor afstemming in gevraagde noodstroomcapaciteit en geleverde noodstroomcapaciteit. Sluit geen grote aan als men genoeg heeft aan een kleine aggregaat;
Verhoogde hulpvraag door weersinvloed, eventueel door gemeente opvang
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
13
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Actie- en aandachtspunten regelen.
Verhoogde zorgvraag: thuiszorg, beademingsapparatuur, terminale patiënten en mensen in liften;
Afvalwater en riool worden niet meer weggepompt, geen waterzuivering meer, rioolwater wordt geloosd op open water, beken lopen vol;
Bedrijven, supermarkten en particulieren, temperatuur in koelinstallaties stijgt, opslag gevaarlijke stoffen onder thermische omstandigheden in overleg met ROGS extra aandacht geven;
Bereikbaarheid van materieel en brandstof in de gaten houden en eventueel logistiek ten aanzien van de brandstofvoorziening voor de hulpdiensten voorbereiden;
Werking van de processen bij het waterschap verifiëren (o.a. werking van zuiveringsinstallaties), bedrijven, supermarkten en particulieren, temperatuur in koelinstallaties stijgt;
Overleg met NS betreffende bewaking overgangen en dienstregeling, dan wel vervoer gevaarlijke stoffen;
Bij meldpunten het instellen van inzameling besmette waren overwegen en opslag gevaarlijke stoffen onder thermische omstandigheden in overleg met ROGS extra aandacht geven;
Rekening houden met een hoger brandrisico in verband met alternatieve lichtvoorziening en storingsmeldingen van inbraak- en brandmeldcentrales trachten te achterhalen en in kaart brengen;
Rekening houden met problemen in de veesector door uitval melkinstallatie, verwarming en ventilatie in stallen en dieren in bedreigde omstandigheden helpen, eventueel overleg met LTO Nederland i.v.m. overbrengen/onderbrengen van veestapel;
Mogelijk plunderingen in winkel,- en uitgaansgebieden. Optioneel uitvaardigen van een noodbevel uitval elektriciteitsvoorziening;
14
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
3.4
Matrix van voorzienbare risico’s
Elektriciteit Kwetsbaar object
Betrokkenen
Mogelijke consequenties
Maatregelen
Medische apparatuur thuis en in zorginstellingen.
Zorginstellingen
Slachtoffers, beademingsapparatuur
Mensen in bedreigde omstandigheden helpen en voorzien van stroom.
Thuiszorg
Verhoogde zorgvraag
Overweeg het onderbrengen van patiënten in ziekenhuizen en/of zorginstellingen Prioriteit 1: mensen in bedreigde omstandigheden helpen. Thuiszorginstanties alarmeren.
Alarmeringsapparatuur in Zorginstellingen en bejaarden- en thuiszorg thuiszorg
Slachtoffers, verhoogde zorgvraag
Eerstelijnshulp
Huisartsen e.d.
Uitval steunzenders
Brandweer
In geval van telefoonuitval verminderde bereikbaarheid. Te lage beschikbaarheid, waardoor verhoogde zorgvraag ziekenhuizen Ontdekking brand neemt af, komen veel storingsmeldingen binnen op de meldkamer
Prioriteit 1: mensen in bedreigde omstandigheden helpen. Huisartsenpost onderbrengen in ziekenhuizen Verhoogde paraatheid brandweer en politie
Openbaar telefoonnet en KPN alarmnummers, bereikbaarheid medische voorzieningen
Vermindering bereikbaarheid waaronder hulpverleningsdiensten
Inrichten en bemannen meldpunten
Waarschuwingsstelsel
Bij stroomstoringen die langer dan 4 uur duren moeten na die tijd de sirenes die in het storingsgebied staan gecontroleerd worden of ze niet in storing staan.
Storingsmeldingen maken voor de sirenes en doorgeven aan Siemens en BZK
Hulpverleningsdienste n, politie en gemeenten
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
15
Communicatie via noodnet
Bedenken /voorbereiden van
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Elektriciteit Kwetsbaar object
Betrokkenen
Mogelijke consequenties
Maatregelen
Er zijn wel accu’s voor noodstroomvoorziening maar werken niet altijd
alternatieven waarschuwen bevolking
Indien nodig Omroep Brabant inschakelen. Let op: alleen te beluisteren via transistor- en autoradio’s Noodstroomvoorzienin gen
Rampenzender, radio en tv
Omroep Brabant, overige omroepen
Berichtgeving naar bevolking stagneert
Gemeentehuis, brandweer, politie, GHOR, GGD, kantoren, banken, (zorg-)instellingen Callcenter gemeente
Een ieder
Uitval van computernetwerk en communicatievoorzienin gen
Een ieder
Overbelasting callcenter met vragen vanuit de bevolking
Watervoorziening
Brabant Water
De drukverhogingsinstallatie s werken niet meer
Drukriolering, Gemeente, waterzuiveringsinstallatie waterschappen s, Pompgemalen, rioolpersleiding (buitengebied)
Stagneren van diensten, afvalwater en riool wordt net meer weggepompt. Geen waterzuivering meer, rioolwater wordt geloosd op open water en beken lopen vol.
Acties wegzetten bij instanties. Putten eventueel leeg laten pompen. Eventueel loonbedrijven inschakelen en toewijzen aan meldpunten gemeente
Ongemak
Prioriteit 1: mensen in bedreigde omstandigheden helpen. Opvang regelen Verwarming regelen (hete luchtkanonnen) Evt opstarten proces opvang en verzorging
Rioolzuivering
CV-installatie / verwarming (zowel bij gas als stroomstoring)
Inwoners / kwetsbare zorginstellingen
Bij lange uitval voor sommige groepen verhoogde hulpvraag
16
Inrichten en bemannen meldpunten
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Elektriciteit Kwetsbaar object
Betrokkenen
Mogelijke consequenties
Ventilatiesystemen
Bedrijven, supermarkten en particulieren
Temperatuur in koelinstallaties stijgt
Installaties klimaat en luchtbeheer
Agrarische sector
Liften in bedrijven en instellingen
Bedrijven, zorginstellingen etc.
Openbare verlichting
Inwoners
Alarmeringsinstallaties Fabrieken, winkels, werken niet, deuren gaan banken particulieren wel / niet open
Maatregelen
Eigen verantwoordelijkheid, mogelijke aggregaat regelen. Opslag gevaarlijke stoffen onder koeling in overleg met AGS aandacht geven. Uitval elektriciteit, Prioriteit 2: dieren in veesterfte, uitval bedreigde melkinstallatie, geen omstandigheden verwarming en ventilatie helpen. stallen Overleg evt met LTO Nederland ivm over / onderbrengen van veestapel Mensen blijven Wordt in principe vastzitten in liften volgens reguliere processen opgelost. Zorgt voor verhoogde belasting van de brandweer. Alternatieve Verhoogde paraatheid lichtvoorziening hoger brandweer: 1 brandrisico bemanning ts in kazerne Verhoogde kans op Verhoogde paraatheid inbraak en brandrisico brandweer en politie Mensen kunnen Overweeg het gebruik gebouwen niet meer uit. van noodbevelen
Sprinklerinstallaties
Inrichtingen
Elektrische pompen werken niet
Verhoogde paraatheid brandweer
Spoorbomen
NS
Filevorming, gevaarlijke situatie spoorwegovergangen
Brandstofvoorziening
Tankstations
Geen brandstof meer beschikbaar
Overgangen moeten bewaakt worden (verantwoordelijkheid NS) Aggregaten regelen voor één of meer tankstations. Brandstofvoorraad dan wel logistieke brandstof regelen voor hulpdiensten.
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
17
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
GAS Kwetsbaar object Bij uitval gas, kan de vraag naar elektriciteit door elektrische bijverwarming bij lage buitentemperatuur toenemen. Dit kan leiden tot uitval van elektriciteit CV-installatie / verwarming (zowel bij gas als stroomstoring)
Betrokkenen
Mogelijke consequenties
Maatregelen
Ongemak
Prioriteit 1: mensen in bedreigde omstandigheden helpen. Opvang regelen Verwarming regelen (hete luchtkanonnen) Evt opstarten proces opvang en verzorging
Zie eerdergenoemde risico’s bij uitval elektriciteit
Inwoners / kwetsbare zorginstellingen
18
Bij lange uitval voor sommige groepen verhoogde hulpvraag
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Vervolg GAS Kwetsbaar object
Betrokkenen
Mogelijke consequenties
Maatregelen
CV- en waterinstallaties woningen en gebouwen/verwarming
Alle getroffenen
Bij langdurige uitval van het gasnet in een vorstperiode kunnen de CV- en waterinstallaties stuk vriezen.
Warm watervoorziening en gaskooktoestellen
Alle getroffenen
Ongemak
Grootschalige assistentie hulpdiensten ten behoeve van een zo veilig mogelijke herstel van de gaslevering Noodvoorzieningen inrichten. Evt opstarten proces opvang en verzorging
Callcenter gemeente
3.5
Een ieder
Bij lange uitval voor sommige groepen verhoogde hulpvraag Overbelasting callcenter met vragen vanuit de bevolking
Inrichten en bemannen meldpunten
Telecommunicatie
Een stroomstoring heeft grote invloed op de communicatiemiddelen van deze tijd, daarom wordt hier in deze paragraaf extra aandacht aan besteed. Vaste telefonie KPN is nog steeds de grootste leverancier van vaste telefonie. Echter, ook kabelmaatschappijen en internetproviders leveren steeds vaker telefonievoorzieningen. Analoge telefonie De openbare infrastructuur van KPN blijft, d.m.v. accu’s en noodstroomaggregaten functioneren. Grotere telefooncentrales zijn namelijk voorzien van een noodstroomvoorziening (aggregaat) en deze blijven dan ook in functie. Kleinere centrales (in kleine dorpen bijvoorbeeld) zijn voorzien van een noodstroomvoorziening met een accu. KPN heeft hiervoor een scenario klaarliggen om deze bij langdurige stroomuitval te voorzien van een aggregaat. Via haar eigen middelen wordt KPN direct gealarmeerd wanneer de stroomvoorziening in haar infrastructuur uitvalt. De door KPN geleverde huiscentrales schakelen bij uitval van stroom, de analoge netlijn rechtstreeks door naar één van de aangesloten toestellen. Met dat toestel kan, gegeven de eerdere opmerking over de voeding vanuit de centrale, altijd gebeld worden. Bedrijfstelefooncentrales beschikken vaak ook over de faciliteit dat minimaal één toestel kan blijven functioneren bij stroomuitval (grote bedrijven beschikken bovendien vaak over een (beperkte) noodstroomvoorziening zodat een specifieke groep telefoons nog functioneert). Telefoonaansluitingen bij particulieren zijn verschillend ingericht. Analoge toestellen die rechtstreeks aangesloten zijn op de analoge netlijn van KPN, blijven functioneren zolang de KPN centrale zelf functioneert. Ook huiscentrales kunnen zo zijn ingericht dat één van de aansluitingen blijft werken. Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
19
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Heeft de klant zijn telefonie geregeld via de kabel of zijn internetprovider (Voice Over IP (VOIP)), dan is bij stroomuitval telefonie via deze weg hoogstwaarschijnlijk niet mogelijk. De op de installatie aangesloten draadloze telefoons zullen niet functioneren.
20
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Digitale telefonie (ISDN) Hier vormt het netwerkaansluitingskastje NT1 het scheidingspunt tussen de infrastructuur en de randapparatuur voor het eigen huis/bedrijfsnetwerk. De NT1 heeft geen last van stroomuitval, aangezien deze voeding krijgt vanuit de KPN Infrastructuur. Deze voeding is zodanig dat 1 digitaal toestel aangesloten op de NT1 kan functioneren. Dit digitale toestel is door onwetendheid van de gebruiker echter lang niet altijd aanwezig. Mobiele telefonie In Nederland zijn verschillende operators beschikbaar. Deze operators hebben diverse maatregelen getroffen met betrekking tot de continuïteit van hun dienstverlening: • In een aantal gevallen wordt door middel van accu’s voor ca. 2 uur in een ongestoorde werking van een basisstation voorzien (daarna valt het betreffende station uit). • Verder wordt getracht via een zogenaamd “paraplu-netwerk” de dekking te behouden. Dit gaat dan ten koste van de capaciteit en kwaliteit van het netwerk. Hierbij vallen verschillende kleine basisstations uit maar worden door middel van noodstroomvoorzieningen een aantal grotere basisstations operationeel gehouden. Nationaal NoodNet (NN) Het Nationaal NoodNet (NN) is een separaat en landelijk dekkend netwerk met vaste verbindingen naast de openbare telecommunicatienetten. Het biedt de gebruikers maximale continuïteit van berichtenuitwisseling indien de openbare telecommunicatiewerken om welke reden dan ook niet gebruikt kunnen worden. Het NN is een aanvullend netwerk voor communicatie tussen instanties die een specifieke taak hebben in crisisomstandigheden. Aanvragen voor een aansluiting worden ingediend bij KPN, die de aanvraag voor goedkeuring voorlegt aan het departement waartoe de aanvraag behoort. Waterschappen worden bijvoorbeeld goedgekeurd door V&W, bedrijven door EZ en gemeenten en overheidsdiensten door BZK. Verwachte gevolgen uitval communicatiemiddelen Bij onderbreking van de elektriciteitsvoorziening, zal 40 à 50% van de vaste telefoonaansluitingen in ons land niet functioneren. Dit heeft een aantal consequenties: Zo wordt de bereikbaarheid van de hulpdiensten (112) en b.v. huisartsen bedreigd. Dit wordt mede veroorzaakt door de bedreiging van de continuïteit van het mobiele netwerk. Ook zijn de telefonische doormeldingen van inbraak- en brandmeldinstallaties niet gegarandeerd. Inbraak- en brandmeldingen zullen alleen op reguliere wijze plaatsvinden indien deze via een telefoonlijn direct aangesloten zijn op de KPN Infrastructuur. Hierbij is het wel noodzakelijk dat de betreffende meldinginstallatie zelf ook is voorzien van een eigen noodstroomvoorziening (batterij). Dit is lang niet altijd het geval en dan vaak nog maar voor een beperkte tijd. Om toch de alarmering in noodsituaties zo goed mogelijk te borgen moet worden overwogen over te gaan tot het inrichten van meldpunten voor burgers. Deze Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
21
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
punten kunnen ook voorzien in de informatiebehoefte die bij burgers ontstaat. Deze meldpunten moeten evenredig over het incidentgebied worden verdeeld en beschikken over een noodstroomvoorziening, in welke vorm dan ook. Hierbij kan gebruik worden gemaakt van reguliere onderverdelingen in gemeenten zoals bijvoorbeeld wijkraden. Verder moet communicatie met de meldpunten zijn gewaarborgd.
22
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
3.6
Risicocommunicatie
De overheid heeft een wettelijke en morele plicht om burgers te informeren over risico’s. Wat zou er kunnen gebeuren als een deel van de vitale infrastructuur wegvalt; burgers hebben recht op deze informatie. Doorgaans verwachten burgers van de overheid adequaat optreden als zich een crisis voordoet. De maatschappelijke commotie kan groot zijn als blijkt dat die verwachtingen niet waargemaakt kunnen worden. Maar de maatschappij is nu eenmaal niet zonder risico’s. We kunnen simpelweg niet alles onder controle hebben. Het is daarom belangrijk dat de overheid duidelijke informatie afgeeft. Wat de overheid wel bij uitval vitale infrastructuur doet, maar óók wat zij niet doet (taken en verantwoordelijkheden liggen elders), daar moet de burger over geïnformeerd worden. Bij uitval van de energie zijn de uitgangspunten: De hulpverleningsdiensten en de gemeenten richten zich op hun primaire taken bevolkings- en gezondheidszorg en openbare orde en veiligheid. Het bedrijfsleven, instanties maar ook gezondheidsinstellingen moeten zich bewust zijn van het feit dat zij zelf moeten zorgen voor noodstroomvoorzieningen. De burger neemt zelf actie om voorbereid te zijn op uitval van energie, de zogeheten ‘zelfredzaamheid van de burger’. Deze verantwoordelijkheden worden duidelijk gecommuniceerd, zowel intern binnen de organisatie(s) middels dit draaiboek, als extern middels de risicocommunicatieplannen van de gemeenten, de rampenplannen en de gemeentelijke webpagina’s van crisis.nl. Overige belangrijke informatie in geval van uitval energie wordt verstrekt door de volgende instanties: Instantie
Type informatie
Tennet
Informatie over de actuele stand van zaken m.b.t. de landelijke elektriciteitsvoorziening (via de website)
Rijkswaterstaat
Informatie over de waterhuishouding en waterstanden
Ministerie van Economische Zaken
Publieke informatie over het spaarzaam omgaan met elektriciteit Ministerie van Binnenlandse Zaken www.crisis.nl Omroep Brabant
Lokale rampenzender van de regio Zuidoost-Brabant
-
Radiozenders
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
23
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Bijlage 1 Begrippenlijst
Afschakelplan: Plannen waarin wordt aangegeven onder welke condities en op welke wijze door het afschakelen van een beperkte hoeveelheid belasting uitbreiding van een grootschalige storing in het Nederlandse elektriciteitsvoorzieningsysteem kan worden voorkomen. CoPI: Commando Plaats Incident. Eenhoofdige leiding bij de bronbestrijding. Energieleverancier: De energieleverancier verzorgt de fysieke levering van elektriciteit en gas naar de verbruiker. De Elektriciteitswet (1998) en de Gaswet bepalen dat de energiebedrijven hun netwerk onderbrengen in aparte bedrijven: de netbeheerders. GBT: De burgemeester formeert het Gemeentelijk Beleidsteam (GBT) om de bestuurlijke coördinatie vorm te geven. In het GBT hebben naast de Burgemeester zitting beleidsadviseurs van Gemeente, Brandweer, Politie, GHOR en Voorlichting, de Officier van Justitie, alsmede de Ambtenaar Rampenbestrijding en een notulist. Afhankelijk van het incident kunnen anderen aan dit overleg deelnemen. Landelijk hoogspanningsnet: De netten die bestemd zijn voor het landelijke transport van elektriciteit en gas, alsmede de landsgrensoverschrijdende netten Landelijke netbeheerder: Onafhankelijk beheerder van het landelijk hoogspanningsnet. In Nederland zijn dit TenneT voor elektriciteit en GTS (Gas Transport Services B.V.) voor gas. OT: Het operationeel team dat leiding geeft over de effectbestrijding. Afhankelijk van het incident kunnen anderen aan dit overleg deelnemen. RBT: Het regionaal beleidsteam wordt geformeerd als het incident gemeentegrensoverschrijdend is of als er sprake is van schaarste. Het team bestaat uit de coördinerend burgemeester, de burgemeester van de betrokken gemeenten, beleidsadviseurs van Gemeente, Brandweer, Politie, GHOR en Voorlichting en de Hoofdofficier van Justitie, alsmede een notulist. Afhankelijk van het incident kunnen anderen aan dit overleg deelnemen. Regionaal net: De regionale netbeheerder regelt het transport en de aansluitingen op het regionale elektriciteits- en gasnet. Daarnaast verzorgt de netbeheerder nieuwe 24
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
aanleg en onderhoud aan de aansluitingen en het net. De consument kan zijn netbeheerder niet kiezen. Nederland is opgedeeld in een aantal regio's. Op dit moment is er sprake van 27 regionale netbeheerders voor zowel het elektriciteitsals gasnet. Regionale netbeheerder: Een netbeheerder die is aangewezen voor het beheer van één of meer elektriciteits- en gasnetten, anders dan het landelijk hoogspanningsnet. De regio Zuidoost Brabant is verdeeld onder drie netbeheerders, te weten RWE/Obragas NET BV, NRE en Essent Netwerk.
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
25
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Bijlage 2 Gegevens netbeheerders
Obragas NET BV Tel:
0800-9009 0492-594888
NN
41316
Gebied
Asten Deurne Gemert-Bakel Helmond Laarbeek Mierlo Someren Son en Breugel
26
NRE Netwerk
Essent Netwerk
0800-9009 0800-9009 040-2528808 040-2815755 (geheime nrs:niet vermelden) 42175 41277 Gas: Bergeijk (Luijksgestel) Best Bladel Cranendonck Eersel Eindhoven HeezeLeende Nuenen Oirschot Reusel-de Mierden Veldhoven Waalre
Elektra: Eindhoven Veldhoven (Meerhoven)
Gas: Elektra: Geldrop Overig Valkenswaard Bergeijk
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
December 2007
Draaiboek uitval energie (elektriciteit en gas) - Onderdeel van het Handboek 'Bescherming Vitale Infrastructuur'
Bijlage 3
Rampbestrijdingsprocessen
Nr.
Type proces
1
Alarmering – bestuur - operationele diensten Redding, brandbestrijding en hulpverlening (bron- en effectbestrijding) Voorlichting Waarschuwen bevolking Ontruimen/ evacueren Afzetten/ afschermen Verkeer regelen Handhaven rechtsorde Ontsmetten van mensen Ontsmetten van voertuigen en infrastructuren Inzamelen van besmette waren Preventieve volksgezondheid/ medischhygiënische maatregelen Geneeskundige hulpverlening Opvang en verzorging Registratie slachtoffers Identificeren slachtoffers Uitvaartverzorging Waarnemen/ meten Begidsing Toegankelijk/ begaanbaar maken Verzorging/ logistiek Voorzien in primaire levensbehoeften Strafrechtelijk onderzoek Psychosociale hulpverlening Geestelijke Zorg Registreren schade Verbindingen Milieuzorg Nazorg Verslaglegging Informatievoorziening
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24.a 24.b 25 26 27 28 29 30
Veiligheidsregio Zuidoost-Brabant
Procesverantwoordelijkh eid Allen / multidisciplinair Regionale Brandweer Gemeente Regionale Brandweer Gemeente Regionale Politie Regionale Politie Regionale Politie Regionale Brandweer Regionale Brandweer GHOR GHOR GHOR Gemeente Gemeente Regionale Politie Gemeente Regionale Brandweer Regionale Politie Gemeente Allen / multidisciplinair Gemeente Regionale Politie GHOR Gemeente Gemeente Allen / multidisciplinair Gemeente Gemeente Allen / multidisciplinair Allen / multidisciplinair
27