COMMISSIE VOOR DE REGULERING VAN DE ELEKTRICITEIT EN HET GAS
TARIEVEN HOOGSPANNING van toepassing vanaf 1 maart 2004 tot 31 december 2007 voor de verkoop van elektriciteit geleverd in hoogspanning door het distributienet aan de afnemers die geen in aanmerking komende afnemers zijn Inhoudstafel Blz. 1.
Toepassingsgebied en algemene opmerkingen
1
2.
Wettelijk en/of reglementair kader
2
3.
Tweeledig tarief A
3
4.
Tweeledig tarief B
5
5.
Optioneel uurseizoentarief
7
6.
Tarieven voor elektrothermische toepassingen
12
7.
Tarief voor uitsluitend nachtverbruik
20
8.
Definities en algemene toepassingsmodaliteiten
18
9.
Maandelijkse vaste vergoeding
21
Bijlage 1
Prijsherzieningsparameters
Bijlage 2
"Met hoogspanning gelijkgestelde laagspanningsklanten" : energieverliezen in de kabel, uitgedrukt in percent
Bijlage 3
"Met hoogspanning gelijkgestelde laagspanningsklanten" : waarden van de ter beschikking gestelde vermogens in functie van de nominale stroomsterkte van de automatische schakelaars en smeltveiligheden
Bijlage 4
Tussenkomsten in de kosten voor aftakking op het hoogspanningsnet of voor verzwaring van het ter beschikking gesteld vermogen
Bijlage 5
Maandelijkse metervergoedingen
Bijlage 6
IJzerverliezen in functie van de normen
H.S.- 12/2006
1 1.
TOEPASSINGSGEBIED EN ALGEMENE OPMERKINGEN Deze hoogspanningstarieven voor leveringen in het distributienet worden toegepast voor niet in aanmerking komende klanten die hun eigen cabine plaatsen voor transformatie van hoogspanning naar laagspanning en aangesloten zijn in het hoogspanningsnet. In algemene zin worden de verhoudingen tussen de verdeler en de in hoogspanning getarifeerde klant geregeld door een contract waarin onder meer de tariefvoorwaarden voorkomen. De meting en facturering gebeuren per leveringspunt. De basisregel in de hoogspanningstarifering houdt in dat de meting van het vermogen en de energie in hoogspanning gebeurt. De hoogspanningstarifering geschiedt binnen een jaarlijks kader maar de facturering gebeurt maandelijks. De prijsherzieningsparameters NE en NC worden gedefinieerd in Bijlage 1 De in dit document vermelde prijzen bevatten niet de belasting op de toegevoegde waarde (B.T.W.), die momenteel 21 % bedraagt. Zij bevatten evenmin de bijdrage op de energie, ingesteld door de wet van 22 juli 1993. De prijzen bevatten evenmin de verschillende toeslagen en bijdragen die door de federale en regionale overheden worden bepaald (federale bijdrage, financiering van CREG, van het Sociaal Fonds, retributie voor de bezetting van het openbaar domein en andere). Tenslotte wordt een korting van 0,3025 c/kWh toegekend op de verbruiken van de maanden mei en juni 2003. Naast de tarieven voor energieleveringen, bestaan er eveneens regels en barema’s voor de tussenkomsten in de kosten voor aftakking op het net of voor verzwaring van het ter beschikking gesteld vermogen (bijlage 4).
H.S.- 03/2004
2 2.
WETTELIJK EN/OF REGLEMENTAIR KADER De algemene hoogspanningstarieven voor leveringen in het distributienet maken het voorwerp uit van aanbevelingen van het Controlecomité voor de Elektriciteit en het Gas. De huidige tarifering berust hoofdzakelijk op volgende aanbevelingen : – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – – –
C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C. C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e) C.C.(e)
1094 1460 85/46 86/53 88/13 88/53 89/9 91/12 91/44 92/1 94/6 96/14 96/34 97/15 98/4 98/18 98/22 99/12 99/32 99/34 01/9 01/40 01/63 03/20 03/28
van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van van
30/03/1977, 19/12/1984, 26/06/1985, 17/12/1986, 27/04/1988, 21/12/1988, 15/02/1989, 09/01/1991, 06/11/1991, 08/01/1992, 19/01/1994, 27/03/1996, 03/07/1996, 29/01/1997, 21/01/1998, 08/07/1998, 08/07/1998, 24/02/1999, 14/07/1999, 14/07/1999, 24/01/2001, 26/09/2001, 14/12/2001, 12/03/2003, 07/05/2003.
De hoogspanningstarieven worden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad. De volgende Ministeriële Besluiten bepalen de huidige tarieven : -
van 6 september 1994 van18 april 1996 van 14 februari 1997 van 6 februari 1998 van 15 december 1999 van 4 oktober 2001 van 12 december 2001 van 16 juli 2002 van 20 september 2002 van 1 maart 2004
(Belgisch Staatsblad van 5 november 1994), (Belgisch Staatsblad van 15 mei 1996), (Belgisch Staatsblad van 4 april 1997), (Belgisch Staatsblad van 12 maart 1998), (Belgisch Staatsblad van 1 februari 2000), (Belgisch Staatsblad van 25 oktober 2001), (Belgisch Staatsblad van 15 december 2001), (Belgisch Staatsblad van 25 juli 2002), (Belgisch Staatsblad van 03 oktober 2002), (Belgisch Staatsblad van 19 maart 2004).
De hoogspanningstarieven moeten bovendien goedgekeurd worden door de raden van bestuur van de intercommunales.
H.S.- 03/2004
3
3.
TWEELEDIG TARIEF A
3.1.
Toepassingsgebied Het tweeledig tarief A wordt toegepast op de klanten die gemiddeld (rekenkundig) over de twaalf kalendermaanden een vermogen van minder dan 4000 kW afnemen voor zover de toepassing van het tweeledig tarief B (met een aangerekend minimum van 1 MW in termen van ter beschikking gesteld vermogen) voor hen, op jaarbasis, niet gunstiger uitvalt. Het tweeledig tarief A is tevens van toepassing onder de voorwaarden bepaald in punt 1 voor de leveringen bestemd voor : - bouwwerven, - gemeenschappelijke delen van grote gebouwen indien een speciale cabine, op kosten van de mede-eigenaars, werd geïnstalleerd voor de voeding van deze gemeenschappelijke delen, - kampeer- en caravanterreinen.
3.2.
Tarifering De definitie van de maandelijkse vaste vergoeding, van het maandelijks vermogen (kWm) en van de coëfficiënt D worden respectievelijk in de punten 9, 8.2 en 8.3 weergegeven. Het tweeledig tarief A omvat : a)
een maandelijkse vaste vergoeding gelijk aan :
18,59 NE
EUR per maand;
Het bedrag van de maandelijkse vaste vergoeding wordt op 4,59 NE EUR per maand en per leveringspunt gebracht voor de klanten die eigenaar zijn van hun meetgroep. b)
een vermogenterm gelijk aan :
6,601 D NE
EUR/kWm per maand,
voor leveringen drijfkracht;
7,789 D NE
EUR/kWm per maand,
voor leveringen verlichting. De vermogenterm voor drijfkracht wordt toegepast indien minder dan 15 % van het verbruik aangewend wordt voor verlichtingsdoeleinden. Indien dit percentage meer dan 15 % bedraagt, past men de variante "verlichting" toe.
H.S.- 03/2004
4
c)
een proportionele term voor de tijdens de normale uren verbruikte actieve energie, gelijk aan :
(4,269 D NE + 1,591 NC)
c/kWhnu.
De normale uren bestrijken 15 uren per dag, van maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de nationale wettelijke feestdagen. Het uurrooster wordt door de verdeler bepaald. De gemiddelde prijs per kWh "normale uren", die voortvloeit uit de toepassing van de termen beschreven onder b) en c) hierboven, wordt beperkt tot een maximumprijs gelijk aan :
(10,206 NE + 1,591 NC)
c/kWhnu.
d) een proportionele term voor de tijdens de stille uren verbruikte actieve energie, gelijk aan :
(2,075 NE + 1,344 NC)
c/kWhsu.
De stille uren omvatten de periode buiten de normale uren. e)
een proportionele term voor het gedeelte reactief verbruik - zowel inductief als capacitief - afgenomen gedurende de normale en de stille uren, dat de grens van 50 % van de totale hoeveelheid verbruikte actieve energie (kWhnu + kWhsu) overschrijdt. Deze term, uitgedrukt in c/kVArh, is gelijk aan 20 % van de gemiddelde kWh-prijs bepaald op basis : - hetzij van de termen beschreven onder b) (vermogenterm), c) en d); - hetzij, in voorkomend geval, van de maximumprijs en de term beschreven onder c) en d). De maandelijkse vaste vergoeding (term beschreven onder a)) wordt niet in beschouwing genomen bij de bepaling van de prijs van de reactieve energie.
3.3.
Toepassingsmodaliteiten Men moet rekening houden met de onder de punten 8.5 en 8.6 beschreven toepassingsmodaliteiten, respectievelijk indien : - het verbruik tijdens de normale uren enerzijds, en tijdens de stille uren anderzijds, niet afzonderlijk gemeten wordt; - de meting in laagspanning gebeurt.
H.S.- 03/2004
5 4.
TWEELEDIG TARIEF B
4.1.
Toepassingsgebied Het tweeledig tarief B wordt toegepast op de hoogspanningsklanten die gemiddeld (rekenkundig) over de twaalf kalendermaanden een vermogen kleiner dan 4000 kW afnemen, voor zover de toepassing van het tweeledig tarief A, op jaarbasis, niet voordeliger is. Een minimumvermogen van 1000 kW wordt in termen van ter beschikking gesteld vermogen aangerekend. Op vraag van de zelfproducent en indien hij meer dan 1000 kW afneemt, kan het tweeledig tarief B voor hem toegepast worden als tarief voor hulpleveringen en aanvullende leveringen aan zelfproducenten i.p.v. het uurseizoentarief.
4.2.
Tarifering De definitie van de maandelijkse vaste vergoeding, van het ter beschikking gestelde vermogen (kWj), van het maandelijks vermogen (kWm) en van de coëfficiënt E worden respectievelijk in de punten 9, 8.1, 8.2 en 8.4 weergegeven. De tariefseizoenen zijn : - winter - tussenseizoen - zomer
: : :
januari, februari, november en december; maart, april, mei, juni, september en oktober; juli en augustus.
De tarieftermen van het tweeledig tarief B zijn de volgende : a)
een maandelijkse vaste vergoeding gelijk aan :
18,59 NE
EUR per maand;
Het bedrag van de maandelijkse vaste vergoeding wordt op 4,59 NE EUR per maand en per leveringspunt gebracht voor de klanten die eigenaar zijn van hun meetgroep. b) een term voor het ter beschikking gesteld vermogen gelijk aan :
32,226 NE
EUR/kWj per jaar.
Deze term wordt maandelijks voor een twaalfde gefactureerd. Het minimumvermogen dat volgens deze term wordt gefactureerd is 1 MW. c)
een term voor het maandelijks vermogen gelijk aan : in E NE EUR/kWm per maand Winter
10,330
Tussenseizoen
7,801
Zomer
3,268
H.S.- 03/2004
6
d) proportionele termen voor de actieve energie verbruikt tijdens de normale uren (nu) enerzijds, en tijdens de stille uren (su) anderzijds, gelijk aan : in c/kWh deel in NE
deel in NC
winter
nu su
2,273 1,132
1,591 1,344
tussenseizoen
nu su
1,879 0,849
1,591 1,344
zomer
nu su
1,442 0,543
1,591 1,344
De normale uren bestrijken 15 uren per dag, van maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de nationale wettelijke feestdagen. Het uurrooster wordt door de verdeler bepaald. De stille uren omvatten de periode buiten de normale uren. e)
een proportionele term voor het gedeelte reactief verbruik - zowel inductief als capacitief - afgenomen gedurende de normale en de stille uren, dat de grens van 50 % van de totale hoeveelheid verbruikte actieve energie (kWhnu + kWhsu) overschrijdt. Deze term, uitgedrukt in c/kVArh, is gelijk aan 20 % van de gemiddelde kWh-prijs bepaald op basis van bovenvermelde termen beschreven onder b), c) en d) (t.t.z. de term voor het ter beschikking gesteld vermogen en de maandelijkse vermogenterm voor de actieve energie inbegrepen). De maandelijkse vaste vergoeding (term beschreven onder a)) wordt niet in beschouwing genomen bij de bepaling van de prijs van de reactieve energie.
H.S.- 03/2004
7
5.
OPTIONEEL UURSEIZOENTARIEF
5.1.
Toepassingsgebied Het optioneel uurseizoentarief is toegankelijk voor alle klanten die aan de voorwaarden voor de toepassing van de tweeledige tarieven A, ongeacht de variante (verlichting of drijfkracht), of van het tweeledig tarief B voldoen. Het wordt toegepast op de totale afname van een klant. Het optioneel uurseizoentarief wordt toegepast per ondeelbare periode(s) van 12 maanden. De aanvraag tot overgang naar het uurseizoentarief dient ten laatste een maand voor de toepassing van het tarief te gebeuren. Na elke periode van 12 maanden kan de klant, die geopteerd heeft voor het uurseizoentarief, ervan afzien en het tweeledig tarief A (verlichting of drijfkracht) of het tweeledig tarief B terugnemen. De facturering van het verbruik van het verleden is niettemin definitief. De tussenkomst voor de aanpassing van de meetgroep aan het uurseizoentarief maakt het voorwerp uit van de nota BCEO 2910 van 10 april 1989 en wordt jaarlijks geïndexeerd op basis de waarde van s van december van het voorgaande jaar. De tussenkomst bedraagt :
201,09 (0,2 + 0,8
s december ) EUR 9,39963
De parameter s wordt gedefinieerd in Bijlage 1. 5.2.
Tarifering Het optioneel uurseizoentarief geldig vanaf 01.01.1997 wordt weergegeven in punt 5.3. De aanpassing van het uurseizoentarief per 01.01.1997 leidt in bepaalde gevallen voor bestaande klanten van vóór 01.01.1997 tot prijsverhogingen. Deze klanten kunnen het optioneel uurseizoentarief van vóór 01.04.1996 behouden. Dit tarief wordt weergegeven in punt 5.4. Op elk moment kan de klant die het tarief van vóór 01.04.1996 behouden heeft opteren voor overgang naar het nieuwe tarief. Deze overgang zal dan definitief zijn (geen mogelijkheid om terug te keren).
5.3.
Uurseizoentarief vanaf 01.01.1997 De definitie van de maandelijkse vaste vergoeding, van het ter beschikking gesteld vermogen (kWj), van het maandelijks vermogen (kWm) worden respectievelijk weergegeven in de punten 9, 8.1 en 8.2. De bijzondere modaliteit "maximumvermogen tijdens de stille uren" (punt 8.2.2) is echter niet toepasselijk bij de bepaling van het maandelijks vermogen gefactureerd tegen het uurseizoentarief.
H.S.- 03/2004
8 De definitie van de coëfficiënt D wordt vermeld in punt 8.3. Tijdens de wintermaanden neemt men, bij de berekening van de coëfficiënt D, het grootste afgenomen vermogen, tijdens of buiten de piekuren, waarvan sprake in c) hieronder. De tariefseizoenen zijn : - winter - tussenseizoen - zomer
: : :
januari, februari, november en december; maart, april, mei, juni, september en oktober; juli en augustus.
De tarieftermen zijn de volgende : a) een maandelijkse vaste vergoeding gelijk aan :
18,59 NE
EUR per maand;
Het bedrag van de maandelijkse vaste vergoeding wordt op 4,59 NE EUR per maand en per leveringspunt gebracht voor de klanten die eigenaar zijn van hun meetgroep. b) een term voor het ter beschikking gesteld vermogen gelijk aan :
32,226 NE
EUR/kWj per jaar.
Deze term wordt maandelijks voor een twaalfde gefactureerd. c)
een term voor het maandelijks vermogen gelijk aan : in D NE EUR/kWm per maand winter piek eventueel bijkomend vermogen buiten piek
9,197 1,512
tussenseizoen
1,512
zomer
0,000
Tijdens de winter wordt de “eventueel bijkomende vermogenterm buiten piek” enkel toegepast op het verschil tussen het maximum afgenomen vermogen buiten de piekuren en het maximum afgenomen vermogen tijdens de piekuren, indien het maximum kwartuurvermogen die tijdens de maand gemeten werd, buiten de piekuren verscheen. De piekuren worden bepaald door de verdeler. Ze bestrijken 4 uren per dag, vastgelegd binnen de normale uren van de maanden november tot februari (winter). d) proportionele termen voor de actieve energie verbruikt tijdens de normale uren (nu) enerzijds en tijdens de stille uren (su) anderzijds, worden aangerekend. In de wintermaanden wordt eveneens een proportionele term voor de tijdens de piekuren (pu) verbruikte actieve energie aangerekend.
H.S.- 03/2004
9
De proportionele termen zijn de volgende : in c/kWh
winter
tussenseizoen
zomer
deel in NE
deel in NC
pu
9,208 D
1,591
nu
3,913 D
1,591
su
2,570
1,344
nu
3,913 D
1,591
su
1,986
1,344
nu
3,223 D
1,591
su
1,518
1,344
De normale uren bestrijken 15 uren per dag, van maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de nationale wettelijke feestdagen. Het uurrooster wordt door de verdeler bepaald. De stille uren omvatten de periode buiten de normale uren. De piekuren zijn dezelfde zoals gedefinieerd in c) hierboven. e)
een proportionele term voor het gedeelte reactief verbruik - zowel inductief als capacitief - afgenomen gedurende de normale, de stille en de piekuren tijdens de winter, dat de grens van 50 % van de totale hoeveelheid verbruikte actieve energie (kWhnu + kWhsu + kWhpu) overschrijdt. Deze term, uitgedrukt in c/kVArh, is gelijk aan 20 % van de gemiddelde kWh-prijs bepaald op basis van bovenvermelde termen b), c) en d) (t.t.z. de term voor het ter beschikking gesteld vermogen en de maandelijkse vermogenterm -in de winter tijdens de piek en buiten de piek- en proportionele termen voor de actieve energie). De maandelijkse vaste vergoeding (term beschreven onder a)) wordt niet in beschouwing genomen bij de bepaling van de prijs van de reactieve energie.
5.4.
Uurseizoentarief van vóór 01.04.1996 Het uurseizoentarief van toepassing op 31.03.1996 kan enkel nog toegepast worden voor bestaande klanten die ervan genoten op 30.06.1998 en die dit tarief wensen te behouden. De definitie van het gefactureerd vermogen (kW) wordt in punt 8.2 weergegeven. De bijzondere modaliteit “maximumvermogen tijdens de stille uren” (punt 8.2.2) is echter niet toepasselijk op tegen het uurseizoentarief gefactureerde verbruiken.
H.S.- 03/2004
10
De definitie van de coëfficiënt D wordt vermeld in punt 8.3. Tijdens de wintermaanden neemt men, bij de berekening van de coëfficiënt D, het grootste afgenomen vermogen tijdens of buiten de piekuren, waarvan sprake in a) hieronder. De bestaande klanten van vóór 01.01.1997 die het optioneel uurseizoentarief van vóór 01.04.1996 behouden, betalen geen maandelijkse vaste vergoeding maar wel maandelijkse metervergoedingen beschreven in bijlage 5. Het bedrag dat gefactureerd wordt voor de levering van elektrische energie, zowel actieve als reactieve, met inbegrip van de meetvergoedingen, mag niet lager zijn dan :
37,18 NE
EUR/maand.
De tariefseizoenen zijn : - winter - tussenseizoen - zomer
: : :
januari, februari, november en december; maart, april, september en oktober; mei, juni, juli en augustus.
De tarieftermen zijn de volgende : a)
een vermogenterm gelijk aan:
-
16,728 D NE
EUR/kW per maand,
voor de afname tijdens de piekuren. De piekuren worden bepaald door de verdeler. Ze bestrijken 4 uren per dag, vastgelegd binnen de normale uren van de maanden november tot februari (winter).
3,347 D NE
EUR/kW per maand,
voor de afname buiten de piekuren van november tot februari (winter). Tijdens de winter wordt de term voor het maandelijks vermogen buiten de piekuren toegepast op het volledige vermogen buiten de piekuren en niet op het eventueel bijkomend vermogen buiten de piekuren ten opzichte van het afgenomen vermogen tijdens de piekuren zoals voorzien bij het uurseizoentarief vanaf 01.01.1997 (punt 5.3).
-
3,347 D NE
EUR/kW per maand,
in maart en april, september en oktober (tussenseizoen).
-
2,928 D NE
EUR/kW per maand,
van mei tot augustus (zomer).
H.S.- 03/2004
11
b) een proportionele term voor de tijdens de normale uren verbruikte actieve energie, gelijk aan :
(4,598 D NE + 1,591 NC)
c/kWhnu.
De normale uren bestrijken 15 uren per dag, van maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de nationale wettelijke feestdagen. Het uurrooster wordt door de verdeler bepaald. De gemiddelde prijs per kWh "normale uren", die voortvloeit uit de toepassing van de termen beschreven onder a) evenwel met UITZONDERING van de piekuurvermogenterm - en beschreven onder b) hierboven, wordt beperkt tot een maximumprijs gelijk aan :
(10,535 NE + 1,591 NC)
c/kWhnu.
Bij toepassing van deze maximumprijs moet in de winter en in de omstandigheden, vermeld in a) hierboven, bovendien de piekuurvermogenterm aangerekend worden. c)
een proportionele term voor de tijdens de stille uren verbruikte actieve energie, gelijk aan :
(2,241 NE + 1,344 NC)
c/kWhsu.
De stille uren omvatten de periode buiten de normale uren. d) een proportionele term voor het gedeelte reactief verbruik, zowel inductief als capacitief, afgenomen gedurende de normale en de stille uren, dat de grens van 50 % van de totale hoeveelheid verbruikte actieve energie (kWhnu + kWhsu) overschrijdt. Deze term, uitgedrukt in c/kVArh, is gelijk aan 20 % van de gemiddelde kWh-prijs bepaald op basis : - hetzij van de termen beschreven onder a) (evenwel met uitzondering van de piekuurvermogenterm), onder b) en c) hiervoor; - hetzij, in voorkomend geval, van de maximumprijs en de term beschreven onder c) hiervoor.
5.5.
Toepassingsmodaliteiten Men moet rekening houden met de onder punten de 8.5 en 8.6 beschreven toepassingsmodaliteiten, respectievelijk indien : - het verbruik tijdens de normale uren enerzijds, en tijdens de stille uren anderzijds, niet afzonderlijk gemeten wordt; - de meting in laagspanning gebeurt.
H.S.- 03/2004
12
6.
TARIEVEN VOOR ELEKTROTHERMISCHE TOEPASSINGEN
6.1.
Toepassingsgebied De hierna beschreven tarieven worden enkel toegepast op de klanten die er vóór 01/01/1987 van genoten en deze tarieven.wensen te behouden. Zij worden niet in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd. De tarieven voor elektrothermische toepassingen zijn geldig voor de leveringen bestemd voor de industriële elektrothermische toepassingen. De installaties die voornamelijk bestemd zijn voor de productie van koude zijn uitgesloten van de toepassing van deze tarieven. In verband met de tarifering, onderscheidt men twee gevallen : - de elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting; - de elektrothermische toepassingen samengaand met andere (algemene) toepassingen zonder afzonderlijke meting.
6.2.
Leveringen voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting
6.2.1.
Bijzonder toepassingsgebied Buiten de industriële elektrothermische toepassingen kunnen eveneens de volelektrische niet-residentiële grootkeukens en de integrale ruimteverwarming (met inbegrip van de warmtepompen) van het tarief voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting genieten.
6.2.2.
Tarifering De definitie van de maandelijkse vaste vergoeding en van het maandelijks vermogen (kWm) worden weergegeven in de punten 9 en 8.2. De bijzondere modaliteit "maximumvermogen tijdens de stille uren" (punt 8.2.2) kan niet toegepast worden op het tarief voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting. De definitie van de coëfficiënt D wordt vermeld in punt 8.3. Wanneer de leveringen voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting samengaan met : -
leveringen voor algemene toepassingen gefactureerd volgens het tweeledig tarief A, verlichting of drijfkracht, dan wordt de coëfficiënt D bepaald op basis van het globaal vermogen van beide leveringen (algemene toepassingen en elektrothermie) ;
-
leveringen voor algemene toepassingen gefactureerd volgens het tweeledig tarief B, dan wordt de coëfficiënt D enkel bepaald op basis van het voor de facturatie in aanmerking genomen maandelijks vermogen van de elektrothermische toepassingen.
H.S.- 03/2004
13
Het tarief voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting bevat : a)
een maandelijkse vaste vergoeding gelijk aan :
18,59 NE
EUR per maand;
Het bedrag van de maandelijkse vaste vergoeding wordt op 4,59 NE EUR per maand en per leveringspunt gebracht voor de klanten die eigenaar zijn van hun meetgroep. b) een vermogenterm gelijk aan :
6,220 D NE c)
EUR/kWm per maand;
een proportionele term voor de tijdens de normale uren verbruikte actieve energie, gelijk aan :
(4,269 D NE + 1,591 NC)
c/kWhnu.
De normale uren bestrijken 15 uren per dag, van maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de nationale wettelijke feestdagen. Het uurrooster wordt door de verdeler bepaald. De gemiddelde prijs per kWh "normale uren", die voortvloeit uit de toepassing van de termen b) en c) hierboven, wordt beperkt tot een maximumprijs gelijk aan :
(10,188 NE + 1,591 NC)
c/kWhnu.
Wanneer de leveringen voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting samengaan met leveringen voor algemene toepassingen (drijfkracht of verlichting) wordt de regel betreffende de begrenzing door de maximumprijs afzonderlijk toegepast op de levering voor algemene toepassingen enerzijds en op de levering voor elektrothermische toepassingen anderzijds. d) een proportionele term voor de tijdens de stille uren verbruikte actieve energie, gelijk aan :
(2,075 NE + 1,344 NC)
c/kWhsu.
De stille uren omvatten de periode buiten de normale uren. e)
een proportionele term voor het gedeelte reactief verbruik - zowel inductief als capacitief - afgenomen gedurende de normale en de stille uren, dat de grens van 50 % van de totale hoeveelheid verbruikte actieve energie (kWhnu + kWhsu) overschrijdt. Deze term, uitgedrukt in c/kVArh, is gelijk aan 20 % van de gemiddelde kWh-prijs, bepaald op basis : - hetzij van de termen beschreven onder b) (vermogenterm), c) en d); - hetzij, in voorkomend geval, van de maximumprijs en de term beschreven onder c) en d). De maandelijkse vaste vergoeding (term beschreven onder a)) wordt niet in beschouwing genomen bij de bepaling van de prijs van de reactieve energie.
H.S.- 03/2004
14 Wanneer de leveringen voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting samengaan met leveringen voor algemene toepassingen (drijfkracht of verlichting) worden de kvarh globaal gefactureerd en de gemiddelde prijs die als referentie dient voor deze facturering, is de gemiddelde gewogen prijs van de algemene en de elektrothermische toepassingen samen. 6.2.3.
Toepassingsmodaliteiten Men moet rekening houden met de onder de punten 8.5 en 8.6 beschreven toepassingsmodaliteiten, respectievelijk indien : - het verbruik tijdens de normale uren enerzijds, en tijdens de stille uren anderzijds, niet gescheiden gemeten wordt; - de meting in laagspanning gebeurt. Wanneer de leveringen voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting samengaan met leveringen voor algemene toepassingen, verlichting of drijfkracht, wordt op de leveringen voor algemene toepassingen het tweeledig tarief A of B toegepast, naargelang de karakteristieken van deze leveringen. De keuze van de variante "verlichting" of "drijfkracht" gebeurt volgens de regels uiteengezet onder 3.2.b, waarbij geen rekening wordt gehouden met de leveringen voor elektrothermische toepassingen. In geval van elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting, samengaand met algemene toepassingen zal één enkele maandelijkse vaste vergoeding (zie punt 9) aangerekend worden.
6.3.
Leveringen voor elektrothermische toepassingen, samengaand met andere toepassingen met globale meting
6.3.1.
Toepassingsgebied Het tarief voor elektrothermische toepassingen, samengaand met andere toepassingen met globale meting, beschreven onder punt 6.3.2 hierna, mag slechts toegepast worden wanneer de globale levering (elektrothermie plus algemene toepassingen) behoort tot het toepassingsgebied van het tweeledig tarief A. Wanneer daarentegen de globale levering voor het tweeledig tarief B in aanmerking komt, wordt dit toegepast op de volledige levering. Dit tarief wordt slechts toegepast wanneer tegelijk : - de scheiding tussen de elektrothermische toepassingen en de algemene toepassingen materieel onmogelijk is; - de afname voor elektrothermie regelmatig is en onafscheidelijk van het verbruik voor algemene toepassingen; - de elektrothermische toepassingen in een fabricageproces geïntegreerd zijn en de toestellen permanent aangesloten zijn. Het tarief voor elektrothermische toepassingen, samengaand met andere toepassingen met globale meting, is enkel bestemd voor industriële toepassingen. Het is dus niet van toepassing op de niet-huishoudelijke grootkeukens noch voor integrale ruimteverwarming.
H.S.- 03/2004
15
6.3.2.
Tarifering De definitie van de maandelijkse vaste vergoeding en van het maandelijks vermogen (kWm) worden respectievelijk weergegeven onder de punten 9 en 8.2. De bijzondere modaliteit "maximumvermogen tijdens de stille uren" (punt 8.2.2) kan niet toegepast worden op het tarief voor leveringen voor elektrothermische toepassingen, samengaand met andere toepassingen met globale meting. De definitie van de coëfficiënt D wordt vermeld in punt 8.3. Het tarief voor elektrothermische toepassingen, samengaand met andere toepassingen met globale meting, omvat : a)
een maandelijkse vaste vergoeding gelijk aan:
18,59 NE
EUR per maand;
Het bedrag van de maandelijkse vaste vergoeding wordt op 4,59 NE EUR per maand en per leveringspunt gebracht voor de klanten die eigenaar zijn van hun meetgroep. b) een vermogenterm gelijk aan :
6,601 (1 - 0,058 TH) D NE
EUR/kWm per maand,
indien de algemene toepassingen betrekking hebben op drijfkracht;
7,789 (1 - 0,058 TH) D NE
EUR/kWm per maand,
indien de algemene toepassingen betrekking hebben op verlichting. TH is de verhouding tussen het opgesteld vermogen voor de elektrothermische toepassingen en het totaal opgesteld vermogen bij de klant. De waarden van TH beneden 0,15 worden niet in aanmerking genomen. Voor de berekening van TH worden enkel de elektrothermische toestellen van ten minste 10 kW in rekening gebracht. De bepaling van de variante "verlichting" of "drijfkracht" geschiedt volgens de regel vermeld onder punt 3.2.b), zonder de leveringen voor elektrothermie in de berekening te betrekken. c)
een proportionele term voor de tijdens de normale uren verbruikte actieve energie, gelijk aan :
(4,269 D NE + 1,591 NC)
c/kWhnu.
De normale uren bestrijken 15 uren per dag, van maandag tot en met vrijdag, met uitzondering van de nationale wettelijke feestdagen. Het uurrooster wordt door de verdeler bepaald. De gemiddelde prijs per kWh "normale uren", die voortvloeit uit de toepassing van de termen beschreven onder b) en c) hierboven, wordt beperkt tot een maximumprijs, gelijk aan :
(10,206 NE + 1,591 NC)
c/kWhnu.
H.S.- 03/2004
16
d) een proportionele term voor de tijdens de stille uren verbruikte actieve energie, gelijk aan :
(2,075 NE + 1,344 NC)
c/kWhsu.
De stille uren omvatten de periode buiten de normale uren. e)
een proportionele term voor het gedeelte reactief verbruik - zowel inductief als capacitief - afgenomen gedurende de normale en de stille uren, dat de grens van 50 % van de totale hoeveelheid verbruikte actieve energie (kWhnu + kWhsu) overschrijdt. Deze term, uitgedrukt in c/kVArh, is gelijk aan 20 % van de gemiddelde kWh-prijs, bepaald op basis : - hetzij van de termen beschreven onder b) (vermogenterm), c) en d); - hetzij, in voorkomend geval, van de maximumprijs en de term beschreven onder c) en d). De maandelijkse vaste vergoeding (term beschreven onder a)) wordt niet in beschouwing genomen bij de bepaling van de prijs van de reactieve energie.
6.3.3.
Toepassingsmodaliteiten Men moet rekening houden met de onder de punten 8.5 en 8.6 beschreven toepassingsmodaliteiten, respectievelijk indien : - het verbruik tijdens de normale uren enerzijds, en tijdens de stille uren anderzijds, niet gescheiden gemeten wordt; - de meting in laagspanning gebeurt.
H.S.- 03/2004
17
7.
TARIEF VOOR UITSLUITEND NACHTVERBRUIK Het hoogspanningstarief voor uitsluitend nachtverbruik omvat : a)
een maandelijkse vaste vergoeding gelijk aan :
18,59 NE
EUR per maand;
Het bedrag van de maandelijkse vaste vergoeding wordt op 4,59 NE EUR per maand en per leveringspunt gebracht voor de klanten die eigenaar zijn van hun meetgroep.
b) een proportionele term voor de verbruikte actieve energie, gelijk aan :
(1,847 NE + 1,344 NC)
c/kWh.
Dit tarief is van toepassing op de toestellen aangesloten op een afzonderlijke kringloop, waarvan het verbruik afzonderlijk gemeten wordt en die alleen 's nachts werken, d.w.z. gedurende een tijdspanne van 9 uur waarvan het begin- en einduur door de verdeler worden bepaald. Op aanvraag van de klant kan, indien zijn installaties dit toelaten, de toepassing van dit tarief uitgebreid worden tot het geheel van de uren van zaterdagen, zondagen en nationale wettelijke feestdagen. Indien het tarief voor uitsluitend nachtverbruik samengaat met een of meerdere andere leveringen volgens het tweeledig tarief A, het tweeledig tarief B of het uurseizoentarief voor eenzelfde leveringspunt dan wordt slechts één maandelijkse vaste vergoeding aangerekend.
H.S.- 03/2004
18
8. 8.1
DEFINITIES EN ALGEMENE TOEPASSINGSMODALITEITEN Ter beschikking gesteld vermogen Een term voor het ter beschikking gesteld vermogen (kWj) komt voor vanaf 01.01.1997 in het tweeledig tarief B en het uurseizoentarief. Als toepassingsmodaliteit wordt het ter beschikking gesteld vermogen bepaald op basis van het maximum kwartuurvermogen afgenomen tijdens de normale uren over de laatste 12 maanden, inclusief de factureringsmaand. De in juli en augustus afgenomen vermogens komen niet in aanmerking. Voor het uurseizoentarief worden de maximumvermogens tijdens de normale uren zowel tijdens als buiten de piekuren in beschouwing genomen. Voor de nieuwe klanten strekt gedurende het eerste jaar de te beschouwen periode zich uit van de eerste verbruiksmaand tot en met de factureringsmaand. Deze regel geldt bijgevolg niet voor bestaande klanten die van tarief veranderen. De in het verleden geregistreerde waarden worden in dit geval in beschouwing genomen.
8.2.
Maandelijkse vermogen
8.2.1.
Algemene regel Algemeen gezien is het in de hoogspanningstarifering in aanmerking genomen maandelijks vermogen (kWm) gelijk aan het gedurende de maand geregistreerde maximum kwartuurvermogen, uitgedrukt in kW en afgerond op de lagere eenheid.
8.2.2.
Maximumvermogen tijdens de stille uren Voor het tweeledig tarief A kan, indien de klant erom vraagt, overgegaan worden tot de afzonderlijke meting van het maximumvermogen tijdens de normale uren (kWnu) en de stille uren (kWsu). Wanneer het maximum kwartuurvermogen dat tijdens de maand wordt gemeten in de stille uren valt, wordt het voor de facturering volgens het tweeledig tarief A in aanmerking te nemen maandelijks vermogen (kWm) bepaald door de hierna weergegeven uitdrukking :
kWm = kWnu + 0,10 (kWsu - kWnu), afgerond op de lagere eenheid. Voor het tweeledig tarief B wordt de afzonderlijke meting van kWnu en kWsu ambtshalve uitgevoerd in geval van overschrijding tijdens de stille uren en het maandelijks vermogen (kWm) voor de facturering in aanmerking te nemen wordt bepaald door de hierna weergegeven uitdrukking :
kWm = kWnu + 0,15 (kWsu - kWnu), afgerond op de lagere eenheid.
H.S.- 03/2004
19
Deze bepalingen zijn niet voorzien bij het optioneel uurseizoentarief, evenmin voor tarieven voor elektrothermische toepassingen (met of zonder afzonderlijke meting). Deze bepalingen zijn steeds van toepassing bij het tweeledig tarief A of B verbonden met leveringen voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting. 8.3.
Coëfficiënt D
8.3.1.
Algemene regel De coëfficiënt D wordt bepaald in functie van het voor de facturering in aanmerking genomen maandelijks vermogen bij het tweeledig tarief A en het uurseizoentarief, aan de hand van de formule :
D = 0,741 +
47 340 + kWm
afgerond op vier cijfers na de komma. De coëfficiënt D gebruikt in de facturering van het geblokkeerd uurseizoentarief (vóór 01.04.1996) is bevroren op zijn waarde van 2000, d.w.z.
D = 0,74 +
8.3.2.
70 340 + kWm
Bijzondere bepalingen Bij de toepassing van het uurseizoentarief tijdens de wintermaanden, wordt de coëfficiënt D berekend door rekening te houden met het hoogste gehele vermogen, tijdens of buiten de piekuren, waarvan sprake onder de punten 5.3.c) en 5.4.a). In geval van leveringen voor elektrothermische toepassingen met afzonderlijke meting, samengaand met leveringen voor algemene toepassingen waarop een tariefvariante van het tweeledig tarief A wordt toegepast, wordt de coëfficiënt D bepaald op basis van het globaal gefactureerd vermogen van beide leveringen (algemene toepassingen en elektrothermie).
8.4.
Coëfficiënt E De coëfficiënt E wordt bepaald in functie van het voor de facturering in aanmerking genomen maandelijks vermogen bij het tweeledig tarief B, aan de hand van de formule :
E = 0,65 +
242 690 + kW
m
afgerond op vier cijfers na de komma.
H.S.- 03/2004
20
8.5.
Afwezigheid van afzonderlijke energiemeting tijdens de stille uren Wanneer de klant afziet om de afname tijdens de normale uren enerzijds, en tijdens de stille uren anderzijds afzonderlijk te meten, wordt het volledig verbruik gefactureerd alsof het tijdens de normale uren heeft plaatsgevonden.
8.6.
Meting in laagspanning De basisregel houdt in dat de meting van het vermogen en de energie in hoogspanning gebeurt. Wanneer de meting uitzonderlijk in laagspanning gebeurt, worden de geregistreerde hoeveelheden vóór facturering in hoogspanning teruggebracht, afzonderlijk rekening houdend met de ijzer- en koperverliezen. Sinds 01.09.1999 wordt één van de hieronder beschreven methodes toegepast voor de nieuwe klanten. De toestand van de bestaande klanten van vóór 01.09.1999, in het bijzonder voor deze waarvoor een globaal forfaitair verliespercentage wordt toegepast op de factuur, zal geleidelijk herzien worden rekening houdend met de aan de gang zijnde conventies.
8.6.1.
Objectieve ramingsmethode voor de ijzer- en koperverliezen De actieve ijzerverliezen resulteren uit de door de constructeur gegeven karakteristieken van de transformator en de maandelijkse gebruiksduur van het toestel, gemeten door een uurteller of overeengekomen. Wanneer de waarden van de ijzerverliezen niet beschikbaar zijn, zullen de waarden van de norm volgens dewelke de transformator werd gebouwd, als basis dienen voor het ramen van de ijzerverliezen. Deze waarden worden opgenomen in bijlage 6. De reactieve ijzerverliezen worden berekend door de actieve ijzerverliezen te vermenigvuldigen met een coëfficiënt 7,5. De koperverliezen worden, bij ontstentenis van aanwijzing op I²h-meters, forfaitair berekend, op basis van een percentage van 0,5 %.
8.6.2.
Forfaitaire methode In afwijking van de objectieve methode en in onderlinge overeenstemming tussen de verdeler en de klant, kunnen de ijzer- en koperverliezen het onderwerp uitmaken van een forfait. Ze nemen in dat geval de vorm aan van een verhogingspercentage van de maandelijkse factuur (uitgezonderd de maandelijkse vaste vergoeding), dat varieert in functie van de globale maandelijkse utilisatie U (u/maand) : - U van 1 tot 60 u/maand : % = 40,0 - 0,500 U ; - U van 61 tot 200 u/maand : % = 13,2 - 0,053 U ; - U van 201 tot 400 u/maand : % = 4,2 - 0,008 U ; - U > 400 u/maand : % = 1.
H.S.- 03/2004
21
9.
MAANDELIJKSE VASTE VERGOEDING Vanaf 01.01.1997 wordt een maandelijkse vaste vergoeding gefactureerd voor alle hoogspanningsklanten van de distributie.
Het bedrag van de vergoeding bedraagt :
18,59 NE
EUR per maand.
Deze vergoeding wordt per leveringspunt toegepast. De maandelijkse vaste vergoeding wordt niet in beschouwing genomen bij de bepaling van de prijs van de reactieve energie. Het bedrag van de maandelijkse vaste vergoeding wordt teruggebracht op 4,59 NE EUR per maand en per leveringspunt voor de klanten die eigenaar zijn van hun meetgroep (in principe, enkel de Staat of de Gewesten, met of zonder ristorno).
H.S.- 03/2004
B-1
BIJLAGE 1 PRIJSHERZIENINGSPARAMETERS 1.
ALGEMEENHEDEN De wijzigingen van de elementen van de productie- en distributiekostprijs van elektriciteit maken een regelmatige aanpassing van de prijzen noodzakelijk. Om deze aanpassing door te voeren, bevatten de tariefformules prijsherzieningsparameters die de basisprijzen maandelijks aan de kosten aanpassen.
2.
WETTELIJK EN/OF REGLEMENTAIR KADER De formule van de parameter NC, die in detail beschreven wordt in punt 3 hieronder, werd gedefinieerd door het Ministerieel Besluit van 01/03/2004, verschenen in het Belgisch Staatsblad van 19/03/2004 op advies van de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas. De formule van de parameter NE, in detail beschreven in punt 4 hieronder, werd gedefinieerd door aanbeveling van het Controlecomité voor de Elektriciteit en het gas . Zij werd bekrachtigd door het Ministerieel Besluit van 12/12/2001, gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad van 15/12/2001. De door de CREG berekende waarden van de prijsherzieningsparameters worden maandelijks door het Ministerie van Economische Zaken in het Belgisch Staatsblad evenals door het Verbond van Belgische Ondernemingen gepubliceerd.
3.
PARAMETER "BRANDSTOFFEN" NC
De parameter NC geeft, in de termen "brandstoffen" van de tarieven, de evolutie weer van de kostprijs der verbruikte brandstoffen voor de elektriciteitsproductie geleverd aan het Belgisch net.
NC = 0,214 + 0,260 Ifnu + 0,375 Icoal + 0,240 Ioil + 1,195 (1 – Ifnu) Ispotgas De hierboven gebruikte indexcijfers I zijn driemaandelijkse gemiddelden die 1 maand voorafgaan aan de maand (m) tijdens dewelke de energie geleverd wordt. Deze indexcijfers worden afgerond op 4 decimalen. Ze worden als volgt gedefinieerd : a) Ifnu is het indexcijfer dat de betrouwbaarheid van het Belgische kernpark weergeeft: Doel 1, Doel 2, Doel 3, Doel 4, Tihange 1 (50%), Tihange 2 en Tihange 3.
Ifnu =
1 4 Fnum−i ∑ 3 i = 2 Fnu0
waarbij Fnui de lastenfactor van het Belgische kernpark in de loop van de maand i, afgerond op 3 decimalen, weergeeft. Netto productie Belgisch kernpark (MWh) Fnui = Netto ontwikkelbaar vermogen van het Belgische kernpark (MW) x aantal uren van maand i Fnu0 vloeit voort uit de statistieken van de jaren 1997 tot en met 2002. Fnu0 = 0,835 voor de maanden april tot en met september = 0,967 voor de maanden oktober tot en met maart.
H.S.- 03/2004
B-2 De nettoproductie en het netto ontwikkelbaar vermogen van het Belgische kernpark worden maandelijks door de transmissienetbeheerder aan de CREG meegedeeld. b) Icoal is het indexcijfer dat de steenkoolprijzen weergeeft
I coal =
1 4 API#2 m−i ∑ 3 i = 2 API# 2 0
waarbij API#2i het gemiddelde is voor de maand i, afgerond op 3 decimalen, van de 4 of 5 noteringen (één voor elke vrijdag van de maand) gepubliceerd door Argus/McCloskey in US$/ton voor de steenkool die CIF (Cost, Insurance and Freight) geleverd wordt in de zone ARA (Antwerpen, Rotterdam, Amsterdam), NAR (Net as Received) en op basis van steenkool met 25,121 GJi/ton. De maandelijkse prijs API#2 wordt omgezet in EUR door de prijs per ton steenkool uitgedrukt in USD te delen door het gemiddelde, afgerond op 5 decimalen, van de wisselkoersen (USD door EUR) die dagelijks om 2 u 15 (uur van Frankfort) door de Europese Centrale Eu Bank gepubliceerd worden in de loop van de overeenstemmende maand. Het resultaat van deze omzetting wordt afgerond op 3 decimalen. API#20 is het gemiddelde, gedurende de 12 maanden van 2002, van de API#2 prijzen, maandelijks omgezet in EUR per ton, zijnde 33,613 EUR/t.
c) Ioil is het indexcijfer dat de prijs van de aardolieproducten weergeeft.
I oil =
1 4 IPE Brent m−i ∑ 3 i =2 IPE Brent 0
waarbij IPE Brenti het gemiddelde is voor de maand i, afgerond op 3 decimalen, van de dagprijzen (First Nearby IPE Brent Crude Oil) in USD/vat, gepubliceerd door de International Petroleum Exchange of London. Deze maandprijs wordt omgezet in EUR en op dezelfde wijze afgerond als de API#2. IPE Brent0 is het gemiddelde, gedurende de 12 maanden van 2002, van de Brent-prijzen, maandelijks omgezet in EUR per vat, zijnde 26,450 EUR/vat. d) Ispotgas is het indexcijfer dat de spot gasprijs weergeeft
I spotgas =
1 4 ZIG m−i ∑ 3 i = 2 ZIG 0
waarbij ZIGi (Zeebrugge Index Gas) is het gemiddelde voor de maand i van de dagelijkse prijsreferenties op de hub van Zeebrugge. Deze prijsreferenties worden gepubliceerd door Dow Jones, uitgedrukt in EUR/GJs en afgerond op 3 decimalen. ZIG0 is het gemiddelde, gedurende de 12 maanden van 2002, van de dagelijkse prijsreferenties op de hub van Zeebrugge, zijnde 2,589 EUR/GJs.
H.S.- 03/2004
B-3
4.
PARAMETER "BUITEN BRANDSTOFFEN" NE De parameter NE geeft in de termen "buiten brandstoffen" van de tarieven de evolutie weer van de afschrijvings- en exploitatielasten. De parameter NE, ingevoerd in maart 1989, wordt berekend volgens de formule :
NE = 0,425 + 0,390 waarin
Mx s + 0,185 141,151 8,88131
s gelijk is aan het nationaal gemiddelde van de referte-uurloonkosten van de metaalverwerkende nijverheid; Mx het gemiddelde is van de prijsindexen van de afdelingen 2 (nietenergetische minerale producten en chemische producten) en 3 (metalen, mechanische en elektrische constructies) van het indexcijfer van de prijs van de industriële productie (basis 1980 = 100). Mx wordt op definitieve wijze berekend op basis van de meest recente waarden gepubliceerd door het Ministerie van Economische Zaken.
Zowel s als Mx vertegenwoordigen het gemiddelde voor het trimester dat de maand van energielevering (waarvoor NE berekend wordt) met één maand voorafgaat. De waarden 8,88131 en 141,151 zijn de jaargemiddelden (1986 : referentiejaar van de formule van NE) die respectievelijk door s in december 1997 en in 1986 voor Mx bereikt werden. s wordt afgerond op vijf decimalen na de komma, Mx op drie. De berekening van
s Mx , van , van NE 141,151 8,88131 alsook van de verschillende termen ervan gebeurt op vier decimalen na de komma. De afronding gebeurt naar de dichtstbijzijnde waarde en bij gelijk verschil, naar onder.
H.S.- 03/2004
B-4
Bijlage 2 " M E T H O O G S P A N N IN G G E L IJ K G E S T E L D E L A A G S P A N N IN G S K L A N T E N " E N E R G IE V E R L IE Z E N IN D E K A B E L , U IT G E D R U K T IN P E R C E N T
230 V
P re s P m ax Im a x
r (o h m /k m /f ) 2
5 0 m m A lu 2 9 5 m m A lu 2 1 5 0 m m A lu BA XB35 BA XB70 BA XB95
0 ,7 4 4 0 ,3 7 1 0 ,2 3 9 0 ,9 3 7 0 ,4 7 8 0 ,3 4 1 400 V
2
A lu BAXB
50
le n g te (m ) 100 200
0 ,5 2 0 ,2 6 0 ,1 7 0 ,6 6 0 ,3 4 0 ,2 4
1 ,0 5 0 ,5 2 0 ,3 4 1 ,3 2 0 ,6 7 0 ,4 8
1 ,0 5 0 ,6 7 1 ,3 5 0 ,9 6
30 kVA 27 kVA 68 A
50
le n g te (m ) 100 200
0 ,7 9 0 ,3 9 0 ,2 5 0 ,9 9 0 ,5 1 0 ,3 6
0 ,7 9 0 ,5 1
1 ,0 1
1 ,0 1 0 ,7 2
1 ,4 4
40 kV A 36 kV A 91 A
50
le n g te (m ) 100 200
1 ,0 5 0 ,5 2 0 ,3 4 1 ,3 2 0 ,6 7 0 ,4 8
1 ,0 5 0 ,6 7
1 ,3 5
1 ,3 5 0 ,9 6
P re s P m ax
20 kV A 18 kV A
30 kVA 27 kVA
40 kV A 36 kV A
Im a x
46 A
68 A
91 A
r (o h m /k m /f ) 5 0 m m A lu 2 9 5 m m A lu 2 1 5 0 m m A lu BA XB35 BA XB70 BA XB95
20 kV A 18 kV A 46 A
0 ,7 4 4 0 ,3 7 1 0 ,2 3 9 0 ,9 3 7 0 ,4 7 8 0 ,3 4 1
50
le n g te (m ) 100 200
0 ,1 7 0 ,0 9 0 ,0 6 0 ,2 2 0 ,1 1 0 ,0 8
0 ,3 5 0 ,1 7 0 ,1 1 0 ,4 4 0 ,2 2 0 ,1 6
0 ,6 9 0 ,3 5 0 ,2 2 0 ,8 7 0 ,4 5 0 ,3 2
50
le n g te (m ) 100 200
0 ,2 6 0 ,1 3 0 ,0 8 0 ,3 3 0 ,1 7 0 ,1 2
0 ,5 2 0 ,2 6 0 ,1 7 0 ,6 6 0 ,3 3 0 ,2 4
1 ,0 4 0 ,5 2 0 ,3 3 1 ,3 1 0 ,6 7 0 ,4 8
= o n d e rg ro n d se A lu -k a b e l, w e e rsta n d sw a a rd e n b ij = b u n d e lk a b e l, w e e rsta n d sw a a rd e n n ij
50
0 ,6 9 0 ,3 5 0 ,2 2 0 ,8 7 0 ,4 5 0 ,3 2
50
le n g te (m ) 100 200
60 kVA 55 kVA 137 A
50
le n g te (m ) 100 200
1 ,3 9 0 ,6 9 0 ,4 5 0 ,8 9 0 ,6 4
70 kV A 64 kV A 160 A
50
le n g te (m ) 100 200
1 ,3 1 0 ,6 5 0 ,4 2
1 ,3 1 0 ,8 4
0 ,7 9 0 ,5 1
1 ,0 1
0 ,9 2 0 ,5 9
0 ,8 4 0 ,6 0
1 ,2 0
1 ,0 1 0 ,7 2
1 ,4 4
1 ,1 8 0 ,8 4
50 kV A 45 kV A
60 kVA 55 kVA
114 A
le n g te (m ) 100 200
0 ,3 5 0 ,1 7 0 ,1 1 0 ,4 4 0 ,2 2 0 ,1 6
50 kV A 45 kV A 114 A
50
le n g te (m ) 100 200
0 ,4 3 0 ,2 2 0 ,1 4 0 ,5 5 0 ,2 8 0 ,2 0
0 ,8 7 0 ,4 3 0 ,2 8 1 ,0 9 0 ,5 6 0 ,4 0
0 ,8 7 0 ,5 6 1 ,1 2 0 ,8 0
le n g te (m ) 100 200
0 ,5 2 0 ,2 6 0 ,1 7 0 ,6 6 0 ,3 3 0 ,2 4
1 ,0 4 0 ,5 2 0 ,3 3 1 ,3 1 0 ,6 7 0 ,4 8
1 ,0 4 0 ,6 7 1 ,3 4 0 ,9 5
50
le n g te (m ) 100 200
1 ,0 5 0 ,6 7
1 ,1 8
le n g te (m ) 100 200
0 ,6 1 0 ,3 0 0 ,2 0 0 ,7 7 0 ,3 9 0 ,2 8
50
le n g te (m ) 100 200
0 ,7 6
80 kV A 73 kV A
160 A
50
1 ,3 5
90 kVA 82 kVA 205 A
100 kV A 91 kV A 228 A
50
le n g te (m ) 100 200
0 ,8 4
0 ,9 6 70 kV A 64 kV A
137 A
50
80 kV A 73 kV A 183 A
90 kVA 82 kVA
183 A
50
le n g te (m ) 100 200
100 kV A 91 kV A
205 A
50
le n g te (m ) 100 200
228 A
50
le n g te (m ) 100 200
1 ,2 1 0 ,6 1 0 ,3 9
1 ,2 1 0 ,7 8
0 ,6 9 0 ,3 5 0 ,2 2
1 ,3 9 0 ,6 9 0 ,4 5
1 ,3 8 0 ,8 9
0 ,7 8 0 ,3 9 0 ,2 5
0 ,7 8 0 ,5 0
1 ,0 0
0 ,4 3 0 ,2 8
0 ,8 7 0 ,5 6
0 ,7 8 0 ,5 6
1 ,1 1
0 ,4 5 0 ,3 2
0 ,8 9 0 ,6 4
1 ,2 7
0 ,5 0 0 ,3 6
1 ,0 0 0 ,7 2
1 ,4 3
0 ,5 6 0 ,4 0
1 ,1 2 0 ,8 0
1 ,1 1
60°C 40°C 2
H e t p ro c e n tu e e l e n e rg ie v e rlie s w o rd t b e re k e n d b ij m id d e l v a n d e f o rm u le : 3 .r.Im a x /P m a x .U v /U .1 0 0 P re s P m ax P m ax Im a x U Uv
= = = = = =
v o o r d e k la n t g e re se rv e e rd v e rm o g e n in d e tra n sf o rm a to r m a x im a a l a f g e n o m e n v e rm o g e n d o o r d e "m e t h o o g s p a n n in g g e lijk g e ste ld e la a g s p a n n in g sk la n t" P re s /1 .1 stro o m ste rk te d ie o v e re e n ste m t m e t P m a x g e b ru ik sd u u r v a n h e t m a x im a a l v e rm o g e n v a n e e n "m e t h o o g sp a n n in g g e lijk g e s te ld e la a g sp a n n in g sk la n t", v a stg e ste ld o p 1 8 8 5 u u r p e r ja a r g e b ru ik sd u u r v a n d e v e rlie z e n , b e p a a ld m e t d e f o rm u le v a n S to y : 3 2 .5 1 + m m = U /8 7 6 0 t = m - m t = U v /8 7 6 0
D e w a a rd e n v a n d e v e rlie z e n d ie n ie t v e rm e ld w o rd e n in d e ta b e l z ijn h o g e r d a n 1 .5 %
H.S.- 03/2004
B- 5
Bijlage 3 WAARDEN VAN DE TER BESCHIKKING GESTELDE VERMOGENS IN FUNCTIE VAN DE NOMINALE STROOMSTERKTE VAN DE SCHAKELAARS EN SMELTVEILIGHEDEN
Overeenstemming tussen de stroomsterkte en het vermogen van automatische LS-schakelaars
Stroomsterkte A
2, 230 V Vermogen Kva
3, 230 V Vermogen kVA
3N, 400 V Vermogen kVA
4 5
0,9 1,2
1,6 2,0
2,8 3,5
6 7 8 9 10
1,4 1,6 1,8 2,1 2,3
2,4 2,8 3,2 3,6 4,0
4,2 4,8 5,5 6,2 6,9
11 12 13 14 15
2,5 2,8 3,0 3,2 3,5
4,4 4,8 5,2 5,6 6,0
7,6 8,3 9,0 9,7 10,4
16 17 18 19 20
3,7 3,9 4,1 4,4 4,6
6,4 6,8 7,2 7,6 8,0
11,1 11,8 12,5 13,2 13,9
21 22 23 24 25
4,8 5,1 5,3 5,5 5,8
8,4 8,8 9,2 9,6 10,0
14,5 15,2 15,9 16,6 17,3
26 27 28 29 30
6,0 6,2 6,4 6,7 6,9
10,4 10,8 11,2 11,6 12,0
18,0 18,7 19,4 20,1 20,8
31 32 33 34 35
7,1 7,4 7,6 7,8 8,1
12,3 12,7 13,1 13,5 13,9
21,5 22,2 22,9 23,6 24,2
H.S.- 03/2004
B- 6
Stroomsterkte A 36 37 38 39 40
2, 230 V Vermogen Kva 8,3 8,5 8,7 9,0 9,2
3, 230 V Vermogen Kva 14,3 14,7 15,1 15,5 15,9
3N, 400 V Vermogen Kva 24,9 25,6 26,3 27,0 27,7
41 42 43 44 45
9,4 9,7 9,9 10,1 10,4
16,3 16,7 17,1 17,5 17,9
28,4 29,1 29,8 30,5 31,2
46 47 48 49 50
10,6 10,8 11,0 11,3 11,5
18,3 18,7 19,1 19,5 19,9
31,9 32,6 33,3 33,9 34,6
51 52 53 54 55
11,7 12,0 12,2 12,4 12,7
20,3 20,7 21,1 21,5 21,9
35,3 36,0 36,7 37,4 38,1
56 57 58 59 60
12,9 13,1 13,3 13,6 13,8
22,3 22,7 23,1 23,5 23,9
38,8 39,5 40,2 40,9 41,6
61 62 63 64 65
14,0 14,3 14,5
24,3 24,7 25,1 25,5 25,9
42,3 43,0 43,6 44,3 45,0
66 67 68 69 70
26,3 26,7 27,1 27,5 27,9
45,7 46,4 47,1 47,8 48,5
71 72 73 74 75
28,3 28,7 29,1 29,5 29,9
49,2 49,9 50,6 51,3 52,0
76 77 78 79 80
30,3 30,7 31,1 31,5 31,9
52,7 53,3 54,0 54,7 55,4
H.S.- 03/2004
B- 7
Stroomsterkte A 81 82 83 84 85
2, 230 V Vermogen Kva
3, 230 V Vermogen Kva 32,3 32,7 33,1 33,5 33,9
3N, 400 V Vermogen Kva 56,1 56,8 57,5 58,2 58,9
86 87 88 89 90
34,3 34,7 35,1 35,5 35,9
59,6 60,3 61,0 61,7 62,4
91 92 93 94 95
36,3 36,7 37,0 37,4 37,8
63,0 63,7 64,4 65,1 65,8
96 97 98 99 100
38,2 38,6 39,0 39,4 39,8
66,5 67,2 67,9 68,6 69,3
Overeenstemmende vermogens voor smeltveiligheden Wanneer men een smeltveiligheid gebruikt, wordt de nominale stroomsterkte, vermeerderd met X %, beschouwd als de waarde van het kaliber van de overeenkomende automatische schakelaar X = 50 % voor smeltveiligheden kleiner dan 16 A X = 25 % voor smeltveiligheden groter dan of gelijk aan 16 A
Voorbeelden een smeltveiligheid van 10 A komt overeen met een automatische schakelaar van 15 A, een smeltveiligheid van 32 A komt overeen met een automatische schakelaar van 40 A, Onderstaande tabel geeft de overeenkomst voor de kalibers groter dan 100 A Stroomsterkte A 125 160 200 250 315 400
2, 230 V Vermogen kVA
3, 230 V Vermogen kVA
3N, 400 V Vermogen kVA
62,2 79,7 99,6 124,5 156,9 199,2
108,3 138,6 173,2 216,5 272,8
H.S.- 03/2004
B- 8
Bijlage 4 TUSSENKOMSTEN IN DE KOSTEN VOOR AANSLUITING OP HET HOOGSPANNINGSNET OF VOOR VERZWARING VAN HET TER BESCHIKKING GESTELDE VERMOGEN
1.
Algemeen
Deze tussenkomsten maken het voorwerp uit van de aanbeveling C.C.(e) 96/35 van 3 juli 1996 van het Controlecomité en van de circulaire aan de zones 4740 van 22 oktober 1996. Een onderscheid wordt gemaakt tussen : - de prestaties aan de uiteinden van de aftakking die geforfaitiseerd zijn (zie punt 2 hierna); - de prestaties op het privé domein die het voorwerp uitmaken van een bestek (zie punt 3 hierna); - de overige prestaties verbonden aan de aansluiting van de klant op het net ten behoeve van de levering, die het voorwerp uitmaken van een forfaitaire tussenkomst per kVA bepaald per distributiegebied (zie punt 4 hierna).
2.
Prestaties aan de uiteinden van de aftakking
Deze prestaties waarvan de kosten onafhankelijk zijn van de capaciteit van de aftakking en van de lokalisatie van het leveringspunt t.o.v. het bestaand net, zijn geforfaitiseerd zoals hierna weergegeven. De indexering gebeurt jaarlijks op basis van de waarden van de parameters van december van het voorgaand jaar.
2.1.
kosten van voorbereiding en plaatsing van de meetgroep :
500,74 (0,2 + 0,8
2.2.
9,39963
EUR
uitvoeringskost en materialen voor de verbindingsmoffen :
743,68 I met
2.3.
s december
I
A
= 0,2 + 0,25
A
EUR per mof
M x december 137,000
+ 0,55
s december 9,39963
uitvoeringkost en materialen voor de eindmoffen bij de klant
545,37 IA EUR per binneneindmof 793,26 IA EUR per buiteneindmof met IA gedefinieerd in punt 2.2. hierboven. De parameters s en Mx zijn gedefinieerd in Bijlage 1
H.S.- 03/2004
B- 9
3.
Prestaties op privaat terrein van de klant
Deze kosten worden rechtstreeks aan de klant aangerekend tegen de reële kostprijs. Op privaat domein mag de klant zelf bepaalde werken uitvoeren of laten uitvoeren door een zelfgekozen aannemer (bijvoorbeeld de sleuf voor de kabel).
4.
Overige prestaties gebonden aan de aansluiting of verzwaring van het vermogen van de klant
4.1.
betrokken prestaties
Hier worden de kosten bedoeld m.b.t. de investeringen tot aan het algemeen net dat de voeding van de klant toelaat, met uitsluiting van de kosten waarvan sprake onder punten 2 en 3. De tussenkomsten omvatten de kostprijs van de kabels en van het leggen daarvan, met inbegrip van de kosten van het graafwerk evenals van het herstel van wegennet en wegdek.
4.2.
forfaitaire tussenkomst per kVA
Om de klanten billijk te behandelen, en omwille van de eenvoud, zullen de prestaties waarvan sprake onder punt 4 bij een aansluiting of bij een verzwaring aan de H.S.-klanten van de Distributie een forfaitaire tussenkomst per ter beschikking gestelde kVA worden aangerekend. Om rekening te houden met de bijzondere aspecten en met sommige plaatselijke kenmerken zal dat forfaitaire bedrag echter afzonderlijk kunnen worden berekend voor elk distributiegebied met homogene kenmerken.
4.3.
toepassingsgebied van het forfait
De toepassing van het forfait wordt beperkt tot klanten die op minder dan 400 m (op openbaar domein) van het bestaande hoogspanningsnet liggen, en van wie het vermogen niet groter is dan 1000 kVA. Aan de klanten die buiten de bovengenoemde afstands- of vermogenbegrenzing vallen, zullen in principe de specifieke reële kosten worden aangerekend die hun aansluiting heeft meegebracht. In functie van de plaatselijke beschikkingen zullen de industriële verkavelingen eventueel kunnen aangesloten worden tegen de werkelijke kostprijs. De met hoogspanning gelijkgestelde laagspanningsklanten worden behandeld conform de regels gedefinieerd in punt 9.
4.4.
bepaling van het forfait per kVA
Voor elk distributiegebied zal die forfaitaire tussenkomst per kVA worden berekend op basis van een jaarlijkse staat : - van de vermogens die ter beschikking van nieuwe klanten zijn gesteld en van de vermogens tot verzwaring voor bestaande klanten; - van de investeringskosten i.v.m. de aansluiting op het algemeen net dat de voeding van de klanten toelaat en rechtstreeks m.b.t. de hierboven vermelde verhoging van vermogens. Met die gegevens zal men een gemiddelde kostprijs per ter beschikking gestelde kVA kunnen bepalen. De forfaits die men aan de klant moet aanrekenen zullen berekend worden op basis van de gegevens van drie opeenvolgende (glijdende) jaren en zullen jaarlijks herzien worden. H.S.- 03/2004
B- 10
Bijlage 5
MAANDELIJKSE METERVERGOEDINGEN
De bestaande klanten van vóór 01.01.1997 die het optioneel uurseizoentarief van vóór 01.04.1996 behouden, betalen geen maandelijkse vaste vergoeding maar wel maandelijkse metervergoedingen. De aanbevolen maandelijkse vergoedingen voor meettoestellen die eigendom zijn van de leverancier worden hieronder vermeld. Deze vergoedingen dekken enkel de terbeschikkingstelling, het onderhoud en de vervanging van de meetapparatuur. De aansluitingskosten en werkuren worden afzonderlijk gefactureerd.
Aard van de meting
Vergoeding in EUR/maand Enkelvoudige uurtelling
Tweevoudige uurtelling
Hoogspanning met stroom- en spanningstransformator
19,58 NE
21,57 NE
Laagspanning met stroomtransformator
7,93 NE
9,92 NE
Bijkomende vergoedingen
Vergoeding in EUR/maand
Optioneel uurseizoentarief
6,57 NE
Tarief voor hulpleveringen en aanvullende leveringen aan zelfproducenten
6,57 NE
Vergoeding voor uitsluitend nachttarief
3,72 NE
H.S.- 03/2004
B- 11
Bijlage 6
IJZERVERLIEZEN IN FUNCTIE VAN DE NORMEN
Maximale waarden van de actieve ijzerverliezen (in W) van de transformatoren in minerale olie in functie van de verschillende uitgaven van Belgische normen en van de voorschriften van de BFE.
Actieve ijzerverliezen in W
Transformatorvermogen
25 kVA 50 kVA 80 kVA 100 kVA 125 kVA 160 kVA 200 kVA 250 kVA 315 kVA 400 kVA 500 kVA 630 kVA 1000 kVA
NBN 223 1971
N70 115 190 255 320 355 460 525 650 775 930 1200 1300 (1)
NBN C52-223
NBN HD 428.1 S1
maart 1987
R70 100 150 (1) 230 (1) 325 390 475 585 725 950 1070 (1)
H85 (1) 190 (1) 320 (1) 460 (1) 650 (1) 930 (1) 1300 1700
R85 (1) (1) (1) 220 (1) 310 (1) 435 (1) 620 (1) 870 1200
(juni 1993)
Lijst A’ (1) 190 (1) 320 (1) 460 (1) 650 (1) 930 (1) 1300 1700
Lijst B’ (1) 145 (1) 260 (1) 375 (1) 530 (1) 750 (1) 1030 1400
Lijst C’ (1) 125 (1) 210 (1) 300 (1) 425 (1) 610 (1) 860 1100
(1) Niet genormaliseerde waarde
H.S.- 03/2004