DOORDACHT AAN- EN UITBESTEDEN VAN INFRASTRUCTUUR
BEGIN MET HET DOEL VOOR OGEN
AAN- EN UITBESTEDING
KEUZES
DOEL
BEHOEFTE
5 AANDACHTSPUNTEN: A DE BOUWORGANISATIEVORM B DE VRAAGSSPECIFICATIE C UITSLUITINGSRONDEN, KWALITATIEVE GESCHIKTHEIDSEISEN EN SELECTIECRITERIA D DE AANBESTEDINGSPROCEDURE E GUNNINGSCRITERIA
3 P R A K T I J K VO O R B EEL D EN
MAESLANTKERING N329 – WEG VAN DE TOEKOMST STADSBRUG DE OVERSTEEK NIJMEGEN
BETERE RESULTATEN MET MEER (MAATSCHAPPELIJKE) WAARDE
MET GOEDE VRAGEN NAAR BETERE RESULTATEN DOORDACHT AAN- EN UITBESTEDEN VAN INFRASTRUCTUUR
MAATSCHAPPELIJKE WAARDE CREËREN HELDERE DOELSTELLING Om de kansen te benutten die een aanbesteding biedt, moet vanaf het begin worden stilgestaan bij de werkelijke behoeften. Dit voorkomt het aanbesteden ‘op de automatische piloot’. Het vraagt van de opdrachtgever dat deze expliciete keuzes maakt bij de start van een project. Een opdrachtgever dient zich altijd eerst af te vragen wat hij wil. Dat betekent dat hij nadenkt over het doel, om zo bij het aan- en uitbesteden keuzes te kunnen maken die passen bij doel en context. Hierop volgt een aanpak. Deze hoeft niet per definitie innovatief te zijn, maar deze kan er in veel gevallen voor zorgen dat de markt de ruimte krijgt om met verrassende oplossingen te komen. Bijvoorbeeld door de toepassing van vernieuwende materialen, processen, producten of diensten.
In de bouwsector (B&U en GWW) vinden jaarlijks zo’n 5000 aanbestedingen plaats. Daarbij zijn lagere overheden, zoals gemeenten, meestal de opdrachtgever. Samen zorgen deze aanbestedingen voor een overheidsbesteding van zo’n vijf miljard euro.• Door op de juiste manier aan en uit te besteden kunnen opdrachtgevers meer (maatschappelijke) waarde realiseren binnen projecten. Krijgt u bij een opdrachtgevende partij te maken met aan- en uitbesteden? Deze brochure biedt u handreikingen bij het doelgericht aan- en uitbesteden van infraprojecten.
• Bron: Economisch Instituut voor de bouw. Aanbestedingsgedrag Opdrachtgevers 2009-2011
2
5 AANDACHTSPUNTEN EN 3 PRAKTIJKVOORBEELDEN Deze brochure biedt handreikingen voor doelgericht aan- en uitbesteden. Voor 5 aandachtspunten wordt belicht welke keuzes vallen te maken. Deze aandachtspunten zijn: A De bouworganisatievorm B De vraagsspecificatie C Uitsluitingsronden, kwalitatieve geschiktheidseisen en selectiecriteria D De aanbestedingsprocedure E Gunningscriteria Steeds is concreet beschreven welke vragen en afwegingen daarbij een rol spelen. 3 projecten tonen hoe doelgerichte keuzes bij de aandachtspunten in de praktijk voor positieve uitkomsten zorgen. Dit alles ter inspiratie voor wie te maken krijgt met aan- en uitbesteden in de infrawereld.
EEN OPDRACHTGEVER DIENT ZICH ALTIJD EERST AF TE VRAGEN WAT HIJ WIL 3
5 AANDACHTSPUNTEN BIJ AAN- EN UITBESTEDEN
Er zijn aandachtpunten die betrekking hebben op de opdracht die uitbesteed gaat worden en hoe deze opdracht beschreven wordt. Hieronder vallen punten als: A DE BOUWORGANISATIEVORM Welke bouworganisatievorm kies ik? B DE VRAAGSPECIFICATIE Hoe specificeer ik mijn vraag? Daarnaast gaat het erom een opdrachtnemer te kiezen die de opdracht gaat uitvoeren. Hierbij spelen de volgende aandachtspunten een rol: C UITSLUITINGSGRONDEN, KWALITATIEVE GESCHIKTHEIDSEISEN EN SELECTIECRITERIA Welke geschiktheidseisen wil ik hanteren? Welke selectiecriteria wil ik gebruiken? D DE AANBESTEDINGSPROCEDURE Welke aanbestedingsprocedure is het meest geschikt? E GUNNINGSCRITERIA Welke gunningscriteria wil ik hanteren?
BEGIN MET HET DOEL VOOR OGEN
BEGIN MET HET DOEL VOOR OGEN Pas als de behoefte duidelijk is, kan een helder doel geformuleerd worden. Dit doel biedt vervolgens houvast voor alle keuzes die opdrachtgevers moeten maken. In de praktijk blijkt dit vaak lastig. In eerste instantie denkt men namelijk aan iets concreets, een kant-en-klaar product. Men verwart dan het project met het doel. Wanneer een opdrachtgever bij een project vertelt dat hij een bepaald type (energiezuinige) wegverlichting wil, kan het realiseren van deze verlichting als doel opgevat worden. De werkelijke behoefte kan echter energiebesparing zijn. VROEG NADENKEN OVER DE AANPAK Doordat bij het begin van een project nog veel onduidelijkheden bestaan, is het maken van keuzes soms lastig. Toch is dit het moment dat bewust en expliciet keuzes dienen te worden gemaakt. Daarbij bestaan er volop mogelijkheden om informatie te verzamelen, bijvoorbeeld over de mogelijkheden van de markt. Een voorbeeld hiervan is een marktconsultatie, waarmee wordt verkend wat de markt te bieden heeft en welke ideeën hier leven. In het begintraject goed nadenken over de aanpak verkleint de kans op tegenvallers en vergroot de kans op succes.
Al deze punten hangen met elkaar samen. De keuzes worden dan ook niet achtereenvolgend maar deels naast elkaar gemaakt. Daarbij dienen deze zo vroeg mogelijk in het proces gemaakt te worden, voordat een formele (Europese) aanbestedingsprocedure start.
VROEG NADENKEN OVER DE AANPAK 4
Opdrachtgevers kunnen bij het aan- en uitbesteden stilstaan bij vijf essentiële aandachtspunten. De keuzes die hier gemaakt worden hebben direct invloed op het resultaat van het bouwproces.
W E T B I EDT K EUZ E V R I J H EI D In tegenstelling tot wat weleens wordt gedacht, biedt de wet veel keuzevrijheid bij aanbesteden. Zo bestaan er veel verschillende aanbestedingsprocedures, omdat dit opdrachtgevers in staat stelt een geschikte aanpak te kiezen. Wel dienen opdrachtgevers hun keuze te verantwoorden. Het belangrijkste hierbij is dat zij kunnen aantonen dat zij terecht voor een bepaalde aanbestedingsoptie kiezen. 5
3 P R A K T I J K VO O R B EEL D EN
DRIE DOELEN, DRIE RESULTATEN Drie voorbeelden van inspirerende projecten illustreren hoe de vijf aandachtspunten van deze brochure in de praktijk aan de orde zijn gekomen. Bij al deze projecten ging men in eerste instantie uit van een ‘standaard’ aanpak. Het besef dat deze aanpak niet tot de gewenste resultaten zou leiden, zorgde voor een bijstelling van de koers. Dat leidde tot andere keuzes, wat in alle drie de gevallen een mooi resultaat opleverde.
MAESLANTKERING D O E L B E S C H ER M I N G T EG EN H O O GWAT ER , M E T M I N I M A L E H I N D ER VO O R S C H EEP VA A R T, T EG EN M I N I M A L E KO S T EN . Bescherming tegen hoogwater vanuit de Noordzee was een belangrijk doel bij de plannen in dit project. Ook de bereikbaarheid van de Rotterdamse haven was belangrijk; de scheepvaart mocht geen hinder ondervinden. Het eerste idee was daarom om de dijken tussen Gorinchem en Hoek van Holland te versterken. Dit bleek financieel niet haalbaar, vandaar dat men vervolgens keek naar een beweegbare waterkering. Dit is uiteindelijk de Maeslantkering geworden. RESULTAAT De huidige Maeslantkering kent een innovatief ontwerp. Behalve dat de bouw nauwelijks hinder veroorzaakte voor de scheepvaart, bleek de oplossing ook aanzienlijk goedkoper dan de initiële raming voor het project. 6
STADSBRUG DE OVERSTEEK NIJMEGEN D O E L V ER B E T ER EN VA N D E B ER EI K B A A R H EI D VA N N I J M EG EN EN D E V ER K EER S V ER D EL I N G OV ER D E S TA D, WA A R B I J ZO V EEL M O G EL I J K I N V U L L I N G W O R DT G EG E V EN A A N D E R U I M T EL I J K E K WA L I T EI T.
N329 – WEG VAN DE TOEKOMST D O E L V ER B E T ER EN VA N D O O R S T R O M I N G VA N V ER K EER EN B ER EI K B A A R H EI D VA N D E O M G E V I N G , EN VA N D E N 32 9 EEN VO O R B EEL D M A K EN VA N D U U R Z A A M H EI D EN Z I C H T B A R E I N N OVAT I E . De N329 is een belangrijke verkeersader voor de gemeente Oss en de provincie Noord-Brabant. Op relatief korte termijn was een reconstructie van de weg nodig om de doorstroming van het verkeer en bereikbaarheid van de omgeving te blijven garanderen. Daarbij hadden de provincie Noord-Brabant en de gemeente Oss doelstellingen op het vlak van innovatie en duurzaamheid. De provincie en gemeente tekenden daarom een intentieverklaring om van de N329 ‘De weg van de toekomst’ te maken.
Bij de gemeente Nijmegen ontstond begin van deze eeuw een groeiende behoefte om de stad bereikbaar te houden. Een nieuwe oeververbinding was nodig om de bereikbaarheid te vergroten en verkeersstromen beter te verdelen over de stad. De gemeente besefte dat onder meer de Waalbrug kenmerkend was geworden voor Nijmegen. Dit maakte ruimtelijke kwaliteit tot een belangrijke secundaire doelstelling naast de primaire doelstelling van bereikbaarheid. Deze doelstellingen moesten binnen de bestaande randvoorwaarden, zoals het budget, invulling krijgen. RESULTAAT 23 november 2013 is Stadsbrug De Oversteek in Nijmegen in gebruik genomen, binnen budget en met de verlangde kwaliteit. Dit is het resultaat waar de gemeente bij de start van het project op hoopte.
RESULTAAT De N329 is innovatief en duurzaam. De weg is energieneutraal door: verantwoord materiaalgebruik, CO2-bewust bouwen, ledverlichting, faunapassages en een innovatief snelheidsadviseringssysteem waar lopende ledlampjes exact de juiste snelheid adviseren voor een groene golf. Het resultaat is helemaal in lijn met de doelstelling van de provincie Noord-Brabant en de gemeente Oss. 7
5 A A N DAC H T S P U N T EN
A
BOUWORGANISATIEVORM
Elk bouwproces omvat een aantal hoofdtaken zoals ontwerp, uitvoering, financiering, onderhoud en exploitatie. Hiervoor wordt in de praktijk vaak gebruikgemaakt van de Engelse bewoordingen Design, Build, Finance, Maintain en Operate. Opdrachtgevers voeren deze taken zelden allemaal zelf uit. Ze kiezen welke taken zij zelf uitvoeren en welke zij uitbesteden aan marktpartijen, zoals architecten, aannemers en ingenieursbureaus. Een bouworganisatievorm kiezen (bijvoorbeeld D&B, DB(F)M of Bouwteam) betekent dan ook kiezen voor een taakverdeling. Deze taakverdeling brengt een verdeling van risico’s met zich mee. Een opdrachtgever moet dus bedenken welke (taak)verdeling zijn doel het beste dient.
A F W EG I N G (EN) B I J H E T B EPA L EN VA N D E B O U W O R G A N I S AT I E VO R M • Wie kan een bepaalde taak beter uitvoeren en kan bepaalde risico’s beter dragen, de markt of de opdrachtgever zelf? • Welke voordelen zijn te behalen als één partij voor meerdere taken verantwoordelijk wordt (bijvoorbeeld zowel ontwerp als realisatie)? Een opdrachtgever kan misschien goed ontwerpen, maar toch besluiten om dit over te laten aan de partij die de opdracht gaat realiseren. Bijvoorbeeld omdat deze ontwerp en realisatie dan volledig op elkaar kan afstemmen.
BOUWORGANISATIEVORM BIJ STADSBRUG DE OVERSTEEK NIJMEGEN Bij de stadsbrug Nijmegen ging de gemeente in eerste instantie uit van een gebruikelijke aanpak, waarbij een architect een ontwerp maakt. Het ontwerp zou vervolgens gerealiseerd worden door een aannemer. Mede door een studieopdracht kwam de gemeente tot de conclusie dat een brug financieel haalbaar was, maar dat het budget geen ruimte bood om veel aandacht te besteden aan de ruimtelijke kwaliteit. Het gestelde budget zou zorgen voor een ‘plank over de rivier’. Daarnaast was het scheiden van ontwerp en realisatie risicovol. Wat bijvoorbeeld als de aannemer het ontwerp niet binnen het budget kon realiseren? Dit maakte het twijfelachtig of de gemeente haar doelstellingen wel kon halen bij een gebruikelijke aanpak.
het logisch was om ontwerp én realisatie samen uit te besteden aan eenzelfde partij. Die partij kan dan vanuit de verantwoordelijkheid voor beide taken kijken naar een optimale oplossing. Voor sommige onderdelen van het ontwerp werd – om dezelfde reden – besloten het onderhoud uit te besteden. Marktpartijen konden bijvoorbeeld zelf oplossingen bedenken om energie op te wekken langs de weg. Het lag voor de hand om de marktpartij verantwoordelijk te maken voor het onderhoud van de (innovatieve) oplossingen die zij bedachten.
Een alternatief idee was om ontwerp en realisatie geïntegreerd uit te besteden. Hiermee liep de gemeente minder kans op kostenoverschrijding. De opdrachtnemer was immers integraal verantwoordelijk voor ontwerp en realisatie. Sterker nog: de gemeente koos uiteindelijk voor een aanpak waarin de prijs vastgesteld was, en er alleen op kwaliteit gegund is (zie ook bij E. Gunningscriteria). Zo werd ook invulling gegeven aan de ambities van de gemeente Nijmegen (zoals ruimtelijke kwaliteit). Daarbij bleek het verstandig de opdrachtnemer die ontwerp en realisatie verzorgde ook verantwoordelijk te maken voor het onderhoud van de brug. In dit geval was dit voor een periode van 25 jaar. Daarmee koos men voor een bouworganisatievorm waarbij ontwerp, bouw en onderhoud voor 25 jaar gezamenlijk uitbesteed werden aan één marktpartij of consortium. BOUWORGANISATIEVORM BIJ DE N329 – DE WEG VAN DE TOEKOMST Vanuit duurzaamheidsdoelstellingen lag er een eis dat de N329 CO2-neutraal werd gebouwd en energieneutraal zou zijn tijdens de exploitatiefase. Daarnaast moest er op het vlak van innovatie sprake zijn van zichtbare vernieuwingen. Ontwerpkeuzes en keuzes met betrekking tot de uitvoering hebben invloed op de invulling van deze eisen. Vandaar dat
8
9
5 A A N DAC H T S P U N T EN
B
VRAAGSPECIFICATIE
Een vraagspecificatie vormt de basis van elke aanbesteding. Het beschrijft namelijk het gewenste resultaat in eisen. Anders gezegd: het is de doelstelling van de opdrachtgever in vraagvorm. De vraagspecificatie heeft alleen betrekking op dat deel van het werk dat wordt uitbesteed en hangt daardoor nauw samen met de bouworganisatievorm. Door niet verder te specificeren dan nodig, geef je de opdrachtnemers de kans op een verrassende wijze te antwoorden. Van de opdrachtgever vraagt het dat deze goed nadenkt over wat hij wil, en aangeeft wat noodzakelijk is voor de oplossing.
10
A F W EG I N G (EN) B I J H E T B EPA L EN VA N D E V R A AG S P EC I F I C AT I E Belangrijk bij de vraagspecificatie is de manier waarop de eisen geformuleerd worden. Zo kunnen eisen heel gedetailleerd of juist op abstract niveau beschreven worden. Is het de bedoeling dat de markt oplossingen bedenkt voor het probleem? Het is dan niet verstandig een oplossing voor te schrijven en alles tot in detail te specificeren. De oplossingsruimte die je openlaat, zorgt ervoor dat de kracht van de markt benut kan worden. Weet je al wat de oplossing moet zijn, dan kun je er voor kiezen gedetailleerd voor te schrijven.
VRAAGSPECIFICATIE BIJ DE MAESLANTKERING Bij de Maeslantkering was het doel van het project duidelijk: bescherming tegen hoogwater en minimale hinder voor de scheepsvaart. Hiervoor werden eisen opgesteld, zoals bescherming bieden bij een maatgevende waterstand. Ook werden eisen opgesteld met betrekking tot het open- en dichtgaan van de kering. Ten tijde van het project ontwierp Rijkswaterstaat nog zelf en besteedde deze alleen de realisatie uit. Het is dus bijzonder dat er destijds voor is gekozen om deze aanpak voor de Maeslantkering niet te volgen. De markt kreeg de verantwoordelijkheid voor ontwerp én realisatie. De uiteindelijke vraagspecificatie bestond uit een klein aantal functionele eisen, die pasten op twee A4’tjes. Deze functionele eisen schreven geen oplossing voor, marktpartijen dienden zelf oplossingen te bedenken. Elke oplossing was toegestaan, zolang deze aantoonbaar voldeed aan de eisen.
dat realiseerde. Bij de N329 werd er bij de vraagspecificatie dus voor gekozen om waar nodig zaken voor te schrijven en waar het mogelijk was zaken open te laten. VRAAGSPECIFICATIE BIJ STADSBRUG DE OVERSTEEK NIJMEGEN De gemeente Nijmegen had het doel een nieuwe oeververbinding te realiseren, met zo veel mogelijk aandacht voor de ruimtelijke kwaliteit. In de aanpak die de gemeente koos, diende de markt met oplossingen te komen die invulling zouden geven aan deze ambitie. Dit betekende ook dat de gemeente de markt deze ruimte moest geven. Vandaar dat Nijmegen de vraagspecificatie functioneel opstelde, waarbij de opdrachtnemer oplossingsruimte kreeg. Zo was de vraagspecificatie brugtypologie-vrij, wat betekent dat inschrijvers niet verplicht werden om een bepaald type brug, zoals een boogbrug, als oplossing aan te bieden.
VRAAGSPECIFICATIE BIJ DE N329 – WEG VAN DE TOEKOMST De opdrachtgever wilde het innovatieve vermogen van de markt inzetten voor de invulling van de doelstelling van duurzaamheid en zichtbare innovatie. De vraag werd zo gespecificeerd dat er maximale ontwerpvrijheid ontstond voor marktpartijen. De reconstructie van de N329 moest echter wel binnen afzienbare tijd gerealiseerd worden. Vandaar dat ervoor werd gekozen om sommige trajecten (zoals een milieueffectrapportage en een bestemmingsplanprocedure) al te starten. Een nadeel hiervan was dat dit de ontwerpvrijheid van marktpartijen inperkte. De opdrachtgever probeerde hierbij wel zelf zo veel mogelijk invulling te geven aan duurzaamheid. Voor andere onderdelen van de opdracht werd de markt gevraagd om met ideeën te komen. In de aanloop naar de aanbesteding ontdekte de opdrachtgever namelijk al dat de markt vol goede ideeën zat. Geëist werd dat de weg energieneutraal zou zijn tijdens de exploitatiefase en dat de CO2-uitstoot tijdens de bouwfase werd gecompenseerd. De markt mocht zelf bepalen hoe ze 11
5 A A N DAC H T S P U N T EN
C
UITSLUITINGSGRONDEN, KWALITATIEVE GESCHIKTHEIDSEISEN EN SELECTIECRITERIA
Voor een goed resultaat is een partij nodig die in staat is om de beoogde taken uit te voeren. Hiervoor kan men bij de aanbesteding gebruikmaken van: • Uitsluitingsgronden, algemeen toepasbare gronden waarop een partij uitgesloten kan worden van inschrijving. • Kwalitatieve geschiktheidseisen, eisen waaraan inschrijvers minimaal moeten voldoen. Deze zijn specifiek gerelateerd aan het project. Het stellen van eisen kan ook negatieve consequenties hebben, omdat ze (onbedoeld) partijen uitsluiten die wel degelijk positief kunnen bijdragen aan het resultaat. Het is daarom de uitdaging geschiktheidseisen zo op te stellen dat ze alleen partijen uitsluiten die niet positief kunnen bijdragen aan het project.
12
Met de juiste uitsluitingsgronden en kwalitatieve geschiktheidseisen zorgen opdrachtgevers dat partijen geschikt genoeg zijn om het werk uit te voeren. Het kan gebeuren dat veel partijen geschikt zijn en willen meedingen naar het project. Het beoordelen van al die inschrijvingen kan veel tijd en geld kosten. Aansluitend op de uitsluitingsgronden en kwalitatieve geschiktheidseisen kan de opdrachtgever daarom gebruikmaken van: • Selectiecriteria, criteria die aanbesteder kan gebruiken om het aantal tot de inschrijving uit te nodigen gegadigden te beperken tot een bepaald maximum. Bij een aanbestedingsprocedure (zie ook D. De aanbestedingsprocedure) kan met selectiecriteria een selectie gemaakt worden van partijen voordat het project tijdens de gunningsfase aan één partij of consortium gegund wordt. Waar de kwalitatieve geschiktheidseisen zorgen voor een gegarandeerde minimum geschiktheid, helpen de selectiecriteria een selectie te maken. Dit laatste gebeurt vaak in de vorm van een rangschikking. In principe blijven zo de meest geschikte partijen over. Daarbij is het wel van belang om nog genoeg partijen over te houden, zodat ook voldoende oplossingen aangedragen kunnen worden. Dit betekent dat selectiecriteria alleen gebruikt worden als het nodig is om het aantal uiteindelijke inschrijvers te beperken tot een beheersbaar aantal.
A F W EG I N G (EN) B I J H E T B EPA L EN VA N U I T S L U I T I N G S G R O N D EN EN K WA L I TAT I E V E G E S C H I K T H EI D S EI S EN Belangrijke vraag is: wat moet een marktpartij minimaal kunnen om binnen dit project een goed resultaat neer te zetten? Ook hiervoor is het belangrijk om het doel van het project te kennen en te bedenken wat nodig is om dat doel te bereiken. A F W EG I N G (EN) B I J H E T B EPA L EN VA N S EL EC T I EC R I T ER I A De vraag is: wat maakt de ene marktpartij nu écht beter dan de andere in dit project? Het antwoord op die vraag bepaalt de selectiecriteria.
G ER I C H T O P D E PA R T I J EN Uitsluitingsgronden, geschiktheidseisen en selectiecriteria zijn gericht op de partijen die de uiteindelijke oplossingen moeten aandragen. Zij draaien niet om de oplossing zelf, daarvoor kunnen wel B. De vraagspecificatie en E. Gunningscriteria worden ingezet.
UITSLUITINGSGRONDEN, KWALITATIEVE GESCHIKTHEIDSEISEN EN SELECTIECRITERIA BIJ DE N329 – WEG VAN DE TOEKOMST Bij dit project werd een aantal minimum geschiktheidseisen geformuleerd om te garanderen dat aanbiedende partijen geschikt waren om het werk uit te voeren. Naast het stellen van de geschiktheidseisen werden selectiecriteria toegepast om het aantal partijen te beperken. Hierbij bleven vijf partijen over. De selectie vond plaats met een rangschikking. Zo moesten partijen referentieprojecten aandragen en zo aantonen dat ze ervaring hadden met bepaalde werkzaamheden en met integrale projecten en innovatie. Partijen eindigden daarbij hoger als hun referentieproject(en) meer leken op het project N329 dan de referentieprojecten van andere partijen. Daarbij keek men ook naar het aantal projecten dat partijen nodig hadden om hun minimale geschiktheid aan te tonen. Hoe minder projecten men daarvoor nodig had, hoe hoger ze in de rangschikking eindigden. UITSLUITINGSGRONDEN, KWALITATIEVE GESCHIKTHEIDSEISEN EN SELECTIECRITERIA BIJ STADSBRUG DE OVERSTEEK NIJMEGEN Om aan te tonen dat partijen geschikt waren, moesten zij referenties opgeven. Deze referenties moesten vergelijkbaar zijn met Stadsbrug De Oversteek. Voor de gemeente Nijmegen was het belangrijk het aantal inschrijvers te beperken tot een beheersbaar aantal. Dit om een onwerkbare aanbestedingsprocedure te voorkomen. Met de partijen zouden namelijk dialogen plaatsvinden (zie D. aanbestedingsprocedure). Uiteindelijk selecteerde de gemeente vier partijen, van de zeven partijen die zich aanmeldden. Bij de selectie is gekeken naar de referenties die partijen aandroegen. Het aantal referenties en de beoordeling van de kwaliteit van deze referenties bepaalden de rangschikking.
13
5 A A N DAC H T S P U N T EN
D
AANBESTEDINGSPROCEDURE
Een aanbestedingsprocedure leidt met een aantal (formele) stappen tot de keuze van een partij waarmee men een contract aangaat. Er bestaan verschillende aanbestedingsprocedures, zoals: de openbare procedure, de niet-openbare procedure, de concurrentiegerichte dialoog en de onderhandse procedure. Elke aanbestedingsprocedure kent verschillende onderdelen of stappen. Een opdrachtgever kiest de procedure die het meest geschikt is voor de situatie en het beoogde resultaat. Wettelijk gezien heeft een opdrachtgever veel keuzevrijheid, zolang hij zijn keuze goed kan onderbouwen.
14
A F W EG I N G (EN) B I J H E T B EPA L EN VA N D E A A N B E S T ED I N G S P R O C ED U R E • Moet de opdracht openbaar bekendgemaakt worden? Een openbare bekendmaking is een onderdeel van veel aanbestedingsprocedures. Dit heeft als voordeel dat veel partijen op de hoogte worden gesteld van de aankomende aanbesteding. Kortom, alle potentiële opdrachtnemers wordt gevraagd om mee te doen. In sommige gevallen is dit echter niet relevant, of is het volgen van een procedure met openbare bekendmaking ongepast voor het doel. Dan kan worden gekozen voor het niet openbaar maken van de opdracht. • Dient er tijdens de procedure een selectie gemaakt te worden van gegadigden voordat de inschrijving, beoordeling en gunning van start gaan? Meer hierover is ook te lezen in deel C van deze brochure: Uitsluitingsgronden, kwalitatieve geschiktheidseisen en selectiecriteria. • Is er een grote informatiebehoefte bij partijen om tot een goede inschrijving te komen? In sommige gevallen is er veel onduidelijkheid over het project (bijvoorbeeld bij complexe projecten) en is er behoefte om informatie over te dragen. Afhankelijk van deze drie aspecten kun je afwegen welke aanbestedingsprocedure het meest geschikt is.
AANBESTEDINGSPROCEDURE BIJ DE MAESLANTKERING Bij de Maeslantkering koos men ervoor om ontwerp én realisatie uit te besteden. Daarbij stelde de opdrachtgever maar een klein aantal functionele eisen op. Marktpartijen kregen zo de kans om met oplossingen te komen, die Rijkswaterstaat kon beoordelen. Om de inschrijvingen te kunnen vergelijken was het belangrijk dat de ontwerpen even ver ontwikkeld zouden zijn. Om hiervoor te zorgen, ging Rijkswaterstaat gesprekken aan met de verschillende marktpartijen. Deze werkwijze lijkt op wat nu bekendstaat als de concurrentiegerichte dialoog. AANBESTEDINGSPROCEDURE BIJ STADSBRUG DE OVERSTEEK NIJMEGEN Bij Stadsbrug De Oversteek Nijmegen koos men bewust voor de concurrentiegerichte dialoog. Deze procedure maakt het voor de opdrachtgever mogelijk om – na bekendmaking en selectie – een dialoog aan te gaan met de geselecteerde marktpartijen. De partijen kunnen zo alle aspecten van het project bespreken, voordat men tot inschrijving overgaat. De gemeente koos hiervoor omdat het project complex was en ze goede en haalbare inschrijvingen wilde ontvangen. Daarom was het van belang te zorgen dat de geselecteerde marktpartijen begrepen wat de gemeente wilde. De formele dialoogrondes werden daarvoor gecombineerd met informele gesprekken. Dit zorgde uiteindelijk voor vier goede inschrijvingen.
15
5 A A N DAC H T S P U N T EN
E
GUNNINGSCRITERIA A F W EG I N G (EN) B I J H E T B EPA L EN VA N G U N N I N G S C R I T ER I A Wat maakt de ene inschrijving beter dan de andere? Het antwoord op deze vraag zijn de gunningcriteria. De doelstellingen van opdrachtgevers zijn vaak breder dan alleen de prijs. Vandaar dat het verstandig is om meerdere criteria te gebruiken. Deze criteria worden bekendgemaakt aan alle partijen.
Met gunningscriteria wordt uiteindelijk bepaald welke inschrijver/inschrijving het beste is. Het beste betekent in dit geval dat de inschrijving het meeste overeenkomt met de wensen van de opdrachtgever. De vraagspecificatie speelt hierbij natuurlijk een belangrijke rol. Elke inschrijving moet voldoen aan de eisen die hierin gesteld zijn. Wanneer meerdere inschrijvingen voldoen, moet één inschrijving gekozen worden. Juridisch gezien zijn er twee gunningscriteria die gehanteerd kunnen worden: • De laagste prijs. De partij met de oplossing die het minste geld kost, krijgt de opdracht gegund. • De economisch meest voordelige inschrijving (EMVI). Hierbij vergelijkt men aanbiedingen op meerdere criteria. De opdrachtgever bepaalt zelf welke criteria dat zijn. De wet neemt gunning op basis van EMVI als uitgangspunt. Een logische keuze, omdat prijs maar één aspect is bij het bepalen van de beste inschrijving. Het kiezen van de juiste criteria zorgt ervoor dat een opdrachtgever de oplossing krijgt die het dichtst bij zijn doel ligt. Marktpartijen besteden aandacht aan de gegeven criteria en kunnen zich hiermee onderscheiden van andere partijen. 16
GUNNINGSCRITERIA BIJ DE N329 – WEG VAN DE TOEKOMST De provincie Noord-Brabant en de gemeente Oss hadden – naast de verbetering van doorstroming en bereikbaarheid – duurzaamheid en zichtbare innovatie als belangrijke doelstellingen bij de N329. Deze punten kwamen in de gunning dan ook duidelijk naar voren. Bij de N329 is gebruikgemaakt van het gunningscriterium EMVI. Partijen mochten inschrijven met een prijs van maximaal 45 miljoen euro. Partijen die hoger inschreven werden uitgesloten van gunning. De gunning ging vervolgens op basis van een fictieve inschrijfprijs. Dit is de inschrijfprijs met aftrek van een zogenaamde EMVI-bonus. Deze EMVI-bonus bepaalde men aan de hand van een score op de criteria: 1) zichtbare vernieuwing en 2) duurzaamheid. Deze waren beide onderverdeeld in meerdere subcriteria. Oplossingen die veel aandacht hadden voor deze criteria, ontvingen maximaal 24 miljoen EMVI-bonus. De partij met de laagste fictieve inschrijfprijs kreeg het project gegund.
door de gemeenteraad vastgestelde Ambitiedocument Beeldkwaliteit hoe de inschrijvingen hierop scoorden. Dit gunningscriterium sloot dus precies aan op de nadere wensen van de gemeente Nijmegen. De gemeente hoopte dat de markt een brug kon aanbieden die niet alleen functioneel was, maar ook paste in de omgeving. Daarnaast waren er andere criteria, zoals de technische kwaliteit met betrekking tot het onderhoud voor de komende 25 jaar en de periode erna tot 100 jaar. Het resultaat was dat partijen die aan de gestelde eisen voldeden puur concurreerden op de aangeboden kwaliteit.
GUNNINGSCRITERIA BIJ DE MAESLANTKERING De belangrijkste doelstellingen bij de Maeslantkering betroffen het beschermen tegen hoogwater en voorkomen van hinder voor de scheepsvaart. Deze punten kwamen duidelijk aan de orde in de vraagspecificatie. Er bestonden functionele eisen voor de maatgevende waterstanden en faalkansen bij het sluiten en opengaan. Daarbij waren andere aandachtspunten de prijs en de hinder tijdens de realisatie. Dit was lastiger te definiëren, ook omdat onbekend was welke oplossingen aangedragen zouden worden. Prijs en hinder voor de scheepsvaart werden daarom criteria voor de gunning. GUNNINGSCRITERIA BIJ STADSBRUG DE OVERSTEEK NIJMEGEN Bij de gunning van de Stadsbrug Nijmegen was prijs geen criterium; deze was vastgesteld op 140 miljoen euro exclusief prijsindexering. Volgens een studieopdracht moest dit bedrag voldoende zijn voor een functionele brug. Vier gunningscriteria werden opgesteld, waarbij beeldkwaliteit het zwaarste telde. Een beoordelingscommissie bepaalde aan de hand van het 17
COLOFON De tekst in deze uitgave is o.a. gebaseerd op de volgende bronnen: • Regieraad Bouw (2009) – Leidraad Aanbesteden voor de bouw • Regieraad Bouw (2006) – Sleutelpublicatie: Beter aanbesteden in de bouw • Staatscourant (2013) – Gids Proportionaliteit Met dank voor de bijdragen van: Linda de Klein-Bevers, Provincie Noord-Brabant René Duifhuizen, Gemeente Nijmegen Wim Korf, WB de Ruimte
Druk: De Swart, Den Haag Redactie: Miranda van Ark, Den Haag Vormgeving: mariëtte jongen vormgeving, Utrecht Beeld: Beeldbank Rijkswaterstaat / Bart van Eyck Wurck Flickr / Hans Wilems
BETERE RESULTATEN MET MEER (MAATSCHAPPELIJKE) WAARDE
TNO.NL
TNO VERBINDT MENSEN EN KENNIS OM INNOVATIES TE CREËREN DIE DE CONCURRENTIEKRACHT VAN BEDRIJVEN EN HET WELZIJN VAN DE SAMENLEVING DUURZAAM VERSTERKEN. DAT DOEN WE DOOR BINNEN EXPERTISEGEBIEDEN UITEENLOPENDE DISCIPLINES SAMEN TE BRENGEN, OM ZO INVULLING TE GEVEN AAN MAATSCHAPPELIJKE VRAAGSTUKKEN.